Verweer van majoor Koopman
in nota aan Tweede Kamer
Holland
Festival
Geslaagd beiaardconcours
te Hilversum
^Praatótocl
José Greco: meer een toeristische
attractie dan Spaanse danskunst
Commissierapport bevat valse en
lichtvaardige beschuldigingen
Jaat-taxia
Het „Requiem" van Maurice Duruflé,
jurylid van het Improvisatieconcours
„Going Dutch" nu in
gewijzigde versie
/'"Hoe is het ontstaand
VJ
3
De moeilijkheden der
Guinea-expeditie
Dit woordKOETS
ZATERDAG 4 JULI 195 9
yy
De majoor der intendance H. E. I. H.
Koopmann heeft de Tweede Kamer, de
fractievoorzitters in Eerste en Tweede Ka
mer en de minister van Defensie een nota
van verweer gezonden naar aanleiding van
de op zijn beleid betrekking hebbende pas
sages in het verslag van de Commissie
Onderzoek Militair Aankoopbeleid.
Majoor Koopmann is van mening, dat
de commissie over hem „valse en licht
vaardige beschuldigingen" heeft uitge
sproken, waardoor hem „schrijnend on
recht" wordt aangedaan. Hij schrijft
o.m.:
De commissie heeft zich in haar verslag
beperkt tot een overigens volkomen onjuis
te beoordeling van de behandeling van een
drietal uit de vele bestelaanvragen. Eén
hiervan is bovendien nog als een vervolg
opdracht te beschouwen. Alleen al in 1955
was ik echter verantwoordelijk voor 300
bestelaanvragen. De desbetreffende leve
ranciers waren verspreid over de V.S.,
Canada, Frankrijk, Italië, Zwitserland,
Duitsland, België, Zweden, Noorwegen,
Denemarken en Groot-Brittannië. Het be
lang van de Koninklijke Landmacht om
al deze bestelaanvragen te realiseren in
de vorm van tijdige aflevering van per jaar
30.000 verschillende goedgekeurde en aan
alle eisen voldoende artikelen moge de
oorzaak zijn, dat ik wellicht fouten zal
hebben gemaakt. Ik ben mij hiervan in
genendele bewust en tot op heden heeft
noch de commissie noch iemand anders
ook maar één werkelijke fout vastge
steld".
Majoor Koopmann, die zegt van mening
te zijn dat de commissie heeft gefaald,
verzoekt de Kamer „de inhoud van het
verslag der commissie niet als juist te
willen aanvaarden of zonder meer voor
kennisgeving te willen aannemen en al
thans zeker te willen verwerpen de onge
gronde en onjuiste veroordelingen van en
conclusies over de gedragingen van per
sonen, welke veroordelingen en conclusies
zonder de in een rechtsstaat geldende
waarborgen van hoor en wederhoor, be
wijsvoering en openbaarheid, op onver
antwoordelijk lichtvaardige en de betrok
ken personen nodeloos in eer en goede
naam aantastende wijze door de commis
sie zijn uitgesproken".
In de 36 pagina's omvattende nota be
handelt de majoor uitvoerig de kwesties
over de kooktoestellen, de onderdelen Piat
en het contract van Van Benthem.
Met betrekking tot de kooktoestellen zegt
hij dat de commissie heeft nagelaten hem
over de toedracht te horen en dat zij ver
zuimd heeft „uit afgelegde doch met el
kaar tegenstrijdige verklaringen de enig
juiste conclusie te trekken, dat zij door de
gehoorde getuigen is misleid".
„Met betrekking tot het contract voor
Piat-onderdelen rapporteert de commis
sie", aldus majoor Koopmann in zijn no
ta, „wederom zonder hierover overigens
ook maar een woord met mij te spreken
veronderstellingen, die in strijd zijn met
de feiten, zoals deze de commissie uit de
voor haar toegankelijke documentatie had
kunnen blijken. Met name beschuldigt de
commissie mij blanco-offex-tebrieven aan
Van Benthem te hebben gezonden en mij
wordt verweten de verplichtingen t.a.v.
de concurrentiestelling te hebben ver
waarloosd. Daarnaast veroorlooft de com
missie zich suggesties die er blijk van ge
ven, dat de inhoud en de toepassing van
de door haar zelve aangehaalde reglemen
ten, voorschriften en dienstaanwijzingen
haar niet duidelijk is. Desondanks komt
de commissie tot conclusies, die er ten
slotte op neerkomen, dat ik misbruik zou
hebben gemaakt van te veel vrijheid en
gebrek aan controle, dat ik fout zou heb
ben gehandeld, dat ik persoonlijke belan
gen zou hebben laten prevaleren boven
dienstbelangen. Zij laat duidelijk ruimte
voor de gedachte, dat ik toevallig ben
vrijgesproken van een tenlastelegging,
omdat er geen voldoende bewijzen tegen
mij zouden zijn geleverd".
Met betrekking tot het contract van Van
Benthem zegt majoor Koopmann o.a.
dat hij verplicht was deze in te schake
len als inkoopagent, dat controle op diens
werkzaamheden voor hem onmogelijk
was, en die controle overigens berustte
bij de Directeur-generaal van Oorlog. Ma
joor Koopmann zegt met betrekking tot de
veronderstelling van „te persoonlijke re
laties met Van Benthem" dat deze rela
ties niet verder gingen dan van officieren
in de omgang met elkaar verwacht mag
worden.
Het Hoog Militair Gerechtshof in Den
Haag sprak op 23 april 1958, overeenkom
stig de vordering van de advocaat-fiscaal
majoor Koopmann vrij van het hem ten
laste gelegde. In zijn overwegingen zei
het hof niet uit wettige bewijsmiddelen de
overtuiging te hebben bekomen, dat be
klaagde het ten laste gelegde had gedaan.
Daarom vernietigde het hof het op 9 ok
tober 1957 door de krijgsraad uitgespro
ken veroordelend vonnis. Majoor Koop
mann, die was beschuldigd van het aan
nemen van steekpenningen in dienst van
het Directoraat Materiaal Landmacht, had
drie maanden in voorlopige hechtenis
doorgebracht. De krijgsraad had hem ver
oordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar
en 3 maanden met aftrek van voorarrest
en ontslag uit de militaire dienst zonder
ontzetting uit het recht bij de gewapende
macht te dienen.
In haar rapport over het aankoopbeleid
zeide de commissie uit de Tweede Kamer
met betrekking tot het beleid van majoor
Koopmann onder meer:
„Uit de gang van zaken blijkt, dat ma
joor Koopmann in grote mate zelfstandig
kon handelen. Het in hem gestelde ver
trouwen zou hebben moeten meebrengen,
dat hij een grote mate van onafhankelijk
heid en waakzaamheid ten opzichte van
de leveranciers betrachtte. Toen hem was
gebleken, dat niet aan de voorschriften
was voldaan, zou hij zijn superieuren hier
op hebben moeten wijzen. De commissie
heeft niet de indruk, dat majoor Koop
mann aan het in het gestelde vertrouwen
heeft voldaan. Zijn houding ten opzichte
van de heer Van Benthem was van te
persoonlijke aaxxl, waardoor zijn ambte
lijke verhouding sterk aan zuiverheid heeft
ingeboet"
Op vragen van het Tweede-Kamerlid de
heer Van de Wetering (C.H.) in verband
met de financiële moeilijkheden, welke de
expeditie naar het Sterrengebergte op Ne
derlands Nieuw-Gumea ondervindt, heeft
de minister van Zaken Overzee a.i. mede
namens de minister van Financiën geant
woord dat de moeilijkheden ten dele moe
ten worden toegeschreven aan tegenslag
bij de uitvoering, anderzijds aan organi
satorische oorzaken en een financiële ba
sis, waarbij in niet voldoende mate reke
ning is gehouden met onvoorziene om
standigheden.
Zowel vanwege het rijk als vanwege het
gouvernement van Nieuw-Guinea wordt
ook thans nog zeer belangrijke steun ver
leend, zowel van financiële als materiële
aard. Zo werd een subsidie verleend van
330.000 door het rijk en een vliegveld
aangelegd door het gouvernement. De sa
larissen der deelnemers, voor zover in
overheidsdienst, worden doorbetaald en
de bewakingsdetachementen zijn zonder
enige vergoeding toegevoegd. Een en an
der betekent, dat de overheid naar schat
ting thans reeds ongeveer driekwart van
de geraamde kosten draagt.
Daar het hier een particulier initiatief
betreft waarvoor de overheid uitex-aard
grote belangstelling heeft wordt ge
meend, dat het de taak van de initiatief
nemers is stappen te doen voor het ver
krijgen van bijdragen van andere zijde,
waardoor het nationaal karakter, dat
steeds op de voorgrond werd gesteld, be
houden blijft.
Advertentie
jiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
S TAN
MAAG
S Stan Huygens noemt in De Tele-
g graaf het staan voor de televisie-
camera's:
„een vermoeiende maar enerve-
E rende bezigheid".
Zo is zuiver Nederlands schrijven
S blijkbaar een moeilijk doch onge-
E makkelijk werk.
FACET
Antiquariaat Burgersdijk en Nier-
E mans (te Leiden) biedt in zijn Cata-
logus no. 162 aan:
PH. Ritter jr. De Verstelster
weerspiegeld, Leven en werken
van Ina Boudier-Bakker.
Een nieuw facet in de spiegel....
KWELLERIJ
In De Echo adverteert „De Poe-
E del-specialist":
H Maak vroegtijdig een afspraak
voor het toiletteren van uw hond
(alle rassen). Blijft langer vers in
plastic verpakt 70 ct.
Even een latertje (uit ons, zozeer
gewaardeerde, Weekblad voor
Badhoevedor p), waarin juwe
lier Post advei'teerde:
Als het waar is, dat de liefde bij
de man door de maag gaat. zorgt
u dan op Vaderdag voor 'n mooi
Gero-couvert..
En vader maar slikken....
SEX
Volgens De Telegraaf heeft,
toen in 1907 F. M. Wibaut als ge
meenteraadslid van Amstex-dam ge
ïnstalleerd werd, de bux-gemeester
gezegd dat de bloei der gemeente
„niet afhankelijk is van de lengte
der redevoeringen, maar wel van
de besluiten der raad".
Maar ik kan niet aannemen dat die
burgemeester even slecht zijn
moerstaal kende als De Telegraaf
en.dat. hij niet geweten zou hebben
dat raad mannelijk is.
Talanus
tuigende rust der geestelijke eenheid mee
deelt.
Naar het vooi"beeld van Fauré heeft
Duruflé de sequenz „Dies irae" niet in het
werk opgenomen, doch evenals zijn voor
ganger het „Pie Jesu" daaruit als inter
mezzo ingelast en het „Requiem" besloten
met de uitleiding „In Paradisum", die, met
de vredige gregoriaanse melodie als leit-
draad, werkelijk een opzweven naar het
paradijs suggereert.
Als bijzonderheid kan nog vermeld wor
den dat op de uitvoering van woensdag de
componist zelf de orgelpartij op het Ca-
vaillé Coll-orgel zal spelen.
Jos. de Klerk
HET INTERNATIONALE ORGELCONCOURS te Haarlem staat weer voor de
deur. Maandag begint de orgelweek met een concert in de Grote Kerk, door de vier
deelnemers aan de wedstrijd: de Noordduitser Uwe Röhl, de Oostenrijker Hans
Hasselböck (de prijswinnaar van verleden jaar), de Nederlander Wim Daim en de
Canadees Raymond Daveluy. Dinsdag is er, zoals gebruikelijk, het gemeentelijk
orgelconcert door Albert de Klerk. Woensdagavond heeft het zaalconcert plaats,
waarop Piet Kee het Orgelconcert van dr. Anthon van der Horst speelt, met bege
leiding van het Noordhollands Philharmonisch Orkest, onder directie van Henri
Arends, die ook de Koraalvariaties van Strawinsky dirigeert. Onder leiding van
George Robert komt die avond ook tot uitvoering het „Requiem" van Maurice
Duruflé, gezongen door de Christelijke Oratorium Vereniging. Donderdag volgt dan
de improvisatiewedstrijd in de Grote Kerk; als juryleden fungeren: Flor Peeters uit
Mechelen, Maurice Duruflé uit Parijs en Piet Kee uit Haarlem. Vrijdag worden de
manifestaties besloten met een concert van de drie juryleden.
In „Erbij" van verleden zaterdag hebben
wij getracht de figuur van het jurylid Flor
Peetei-s te belichten, aan de hand van diens
koraalcomposities. Heden willen wij in
beknopte vorm iets dex--
gelijks doen betreffende
de tweede buitenlandse
scheidsrechter van het
concours, Maurice Duru_
flé, en wel hoofdzakelijk
om de aandacht te ves
tigen op zijn „Requiem",
dat woensdag voor het eerst in Haarlem
zal klinken.
De in 1902 te Louviers geboren Maurice
Duruflé is als organist opgeleid door Char
les Tournemire en Louis Vierne en was
compositieleerling van Paul Dukas. Hij is
organist van de St. Etienne-du-Mont en
harmonieleraar aan het Conservatoire Na
tional te Parijs. Als componist herhaalde
lijk bekroond, onder meer met de „Prix
des Amis de l'Oi-gue", de „Grand Prix
Musical du département de la Seine" en
de „Grand Prix du disque", heeft Duruflé
als zodanig een markante plaats vei-overd,
niet door gewaagde experimenten, maar
door te evolueren in klassieke zin. Van
Vierne erfde hij de zin voor stevige con
structie en van Tournemire de leidende
geestelijke inhoud, van welke het funda
ment de onuitputtelijke rijkdom van de
gregoriaanse melodieën is. De grote opgang
die zijn variatiewex-k op het „Veni Crea
tor" maakte (het werd ook verleden jaar
op het zaalconcert door Albert de Klerk
ten gehore gebx-acht) bewijst de nog steeds
niet falende kracht van een constructieve
stijl, die gevoed wordt door een sterk
innerlijk beleven. Men kan er zich over
verheugen dat de componist dit werk zelf
ten gehore zal brengen op het jui-yconcert.
De ingetogenheid die dit nobele werk
kenmerkt, vindt men op nog treffender
wijze tex-ug in zijn „Requiem", dat hij
wijdde aan de nagedachtenis van zijn
vader. De romantische uitbundigheid van
het requiem van Berlioz, of het theatrale
effect van dat van Verdi, ja zelfs de tere
elegische toon van Fauré's dodenmis zijn
hier verre. Duruflé laat als het ware de
authentieke liturgische melodie van het
„Requiem" niet los; hij borduurt op dit
middeleeuwse stramien zijn tegenstemmen,
die er zich mee verenigen tot een complex,
waarin het onveranderlijke de verworven-
heden van eeuwen in zich opneemt, als om
te beduiden dat het alles thuis hoort bij de
kern waaruit zij geboren zijn.
Dat men bij dit procédé niet de indruk
krijgt van enig schools constructiewerk,
wijst op een inventievermogen dat door
drenkt is van het gregoriaans en zich in
alle natuui'lijkheid beweegt in haar sfeer.
Dit maakt dan ook, dat het geheel geen
ogenblik artificieel aandoet, maar de ovei*-
DE SECRETARIS VAN HET HOLLAND FESTIVAL, de scherpzinnige causeur
en schoonheidsgevoelige zakenman Peter Diamand, heeft bij de aankondiging van
de plannen voor de manifestaties van deze zomer verklaai'd, dat de danskunst daarin
niet vertegenwoordigd zou worden, zeker niet door een buitenlandse groep, daar de
belangstelling tezeer dalende zou zijn om een kostbaar risico ie nemen. Men zal er
geen spijt van hebben gehad toch nog een overeenkomst met het Spaanse Ballet van
José Gx-eco te zijn aangegaan: bij de eerste voorstelling, vrijdagavond in het KuiTiaus
te Scheveningen, was de grote zaal totaal bezet met toeschouwers, waarvan de mees
ten zich luidkeels en stampvoetend dankbaar toonden. Om het bijkans bizarre „be
ginsel" zullen wij de leiding van deze culturele manifestatie nu maar niet hard meer
vallen, want vex'moedelijk heeft de geciteerde bewering alleen gediend om niet van
geldgebrek te hoeven spi-eken, tenzij aangenomen moet worden dat men inderdaad
niet zou weten wat er op artistiek gebied te koop is. Achteraf heeft de heer Diamand
trouwens in zover gelijk gekregen, dat ondanks dit financiële succes de danskunst
schitterde door afwezigheid. Wat men heeft meegemaakt en op 10 en 11 juli nog in
het Theater Can-é in Amsterdam kan zien, is een revue van Spaanse motieven.
JOSé GRECO. afkomstig uit het middel
eeuwse dorp Montorio in de Italiaanse
Abruzzen, werd in 1333 de partner van La
Argentinita en vei'bond zich na haar dood
in 1945 met haar zuster, Pilar Lopez, die
binnenkort voor het eerst met haar ver
maarde gezelschap naar Nederland komt
om er gedurende een week op te treden.
Sinds 1951 maakt hij tournees met een
eigen ensemble. Men herinnert zich mis
schien hij kwam toen,
met zijn vrouw Nila IJnlIonH
Ampai-o, ook in Haar- HU II Uil lil
lem voor het voetlicht
zijn eigenaardige stijl rnctil/ol
van fiere arrogantie, IbullVdl
terwille waarvan men
de wat zoetbonte in
kleding nog wel kon vergeven. Kennelijk
berust het artikel van mijn lieve Franse
collega Martine Cadieu, dat thans in het
px-ogramma staat afgedrukt, op een melan
cholieke heugenis aan die gloi'ieuze
periode, toen Antonio pas net was begon
nen met zijn grootmeesterschap te ont
plooien. Zij schrijft althans: ..Gulheid,
kracht en vrolijkheid kenmerken zijn
troep, waai-in dansers en danseressen al
tijd voor hun genoegen lijken te dansen.
In opdracht van een winkeliersvereni
ging heeft de beeldhouwer Wim Ver
bon een borstbeeld vervaardigd van
admiraal Karei Doorman, waarvan
men hier het gipsen model ziet. Het
beeld is aan de gemeente Rotterdam
aangeboden en zal binnenkort worden
gegoten en op 16 juli worden onthuld.
VRIJDAGAVOND werd op het prach
tige, 47 klokken tellende carillon van het
Hilversumse Raadhuis een groot opgezet
beiaardconcours, dat vijf dagen in beslag
genomen heeft, besloten. Hilversum bezit
voor dergelijke manifestaties een unieke
gelgenheidvooreerst door de beschikking
over het bijzonder helder klankmateriaal
van het toreninstrument van Eysbouts, en
bovendien door de rustige omgeving van
hel Raadhuis, ivaar geen hinderlijk straat
rumoer te duchten is. De ivedstrijd was
georganiseerd door het cultuurcentrum
Koningin Wilhelmina, gepatroneerd door
het gemeentebeshiur, dat een wisselprijs
ter beschikking stelde, en was opgenomen
in het programma van het Holland-Festi
val, dat een speciale prijs voor de beste
improvisatie uitloofde. Men wil van deze
aangelegenheid een jaarlijkse traditie
maken.
Voor ditkeer had men vijf prominente
figuren uit Vlaanderen, Engeland en Ne
derland uitgenodigd, die, als leerlingen van
de vernieuwer van de beiaardcultuur, Jef
Denijn uit Mechelen, mede de basis gelegd
hebben waai-op de jongere generatie
vruchtbaar voort kan bouwen. Dit waren
dan de Nederlanders Willem Créman uit
Zwolle en Ferdinand Timmermans uit
Rottex-dam, de Vlamingen John Gebruers
uit Antwerpen en Jef Rottiers uit Meche
len, en de Engelsman Clifford Ball uit
Bii-mingham.
Iedere mededinger had een volledig pro
gramma te verzorgen; vandaar vijf con
coursavonden met elke avond een andere
kandidaat. Jef Rottiers, die vrijdag aan de
beux-t was, maakte er een
U n 11 n n rl besPelin§ van d=e anderhalf
M 011 fl li U uur in beslag nam. De op
gave bestond uit volkslied-
Cnf*+i\/nl vei'tolkingen, interpreta-
I GSLIVuI ties van een oorspronkelij
ke Nederlandse en een
Vlaamse beiaardcompositie
en een improvisatie op een volksliedthe
ma. door de jury opgegeven.
Zo werden wij dan weer eens geconfron
teerd met de oud-Nederlandse beiaard
kunst, die. na diep verval, een merkwaar-
dige renaissance beleeft. En de omstandig
heden wax-en dusdanig, dat de betekenis
van deze hexieving een overtuigende in
druk maakte van dit frappant aspect der
grootnederlandse muziekcultuur. Want wat
Rottiers aan het mooie toreninstrument
ontlokte, vex-baasde niet alleen door zijn
technische vaardigheid maar ook door de
kleurige nuanceringen en de vex-rassende
expressiviteit, een muzikaliteit veri'adend,
die te meer bleek uit een beknopte, maar
bijzonder grote impx-ovisatie.
De coda van het beiaardfeest had plaats
in de burgerzaal van het vorstelijk raad
huis, waar het gemeentebestuur recipieex--
de en mr. Romke de Waard, voorzitter van
de jury (verder bestaande uit Leen 't Hart
en Wouter Paap) na een uitvoerige speci
ficatie van de beoordeling, bekend maakte
dat de wisselprijs der gemeente Hilversum
was toegekend aan Willem Créman, en
José poseert niet als ster in hun midden.
In navolging van de grote Vicente Escu-
dero danst hij ernstig, zonder de heupen
te bewegen, zonder de vingers te openen,
zonder af te wijken van de rituele lijnen.
Alles wat Spanje bezit aan kracht en be
zieling rijst voor ons op, wanneer José
Greco en zijn partner Lola de Ronda ver
schijnen.... De verandering in muziek,
ritme, gebaren, gelaatsuitdrukking van
majeur naar mineur vormt van Spanje een
der meest vei'rassende aspecten. Het komt
mij voor dat zijn gehele vertoning op con
trasten is gebaseerd: zon-schaduw, zang
stilte, vreugde-verdriet, glimlach-ernst".
MET OPZET HEB IK deze regels hier
overgenomen als een tegenwicht van wat
ik moet laten volgen. Want dit gehele
spektakel met komisch gekus, met ont
hulling van koket gegarneerde boven
benen, met glimmende weelde van kleuren,
lijkt meer aan Amerikaanse voorkeuren
dan aan Ibei'ische tradities te gehoox--
zamen. Het wezenlijk Spaanse zit eigenlijk
alleen nog in de keuze van enkele be-
pi-oefde standaardnummers uit het con
ventionele repertoire. De voetroffels en
jotasprongen worden variétéachtig over
dreven, de fascinerende lichaamswendin
gen zijn verdraaid op een manier om be
hagen te vinden in de ogen van nachtclub-
bezoekei'S. Werkelijk uitmuntend vond ik
slechts de variaties met balletpassen van
José Molina.
DE BEGELEIDING is toevertrouwd aan
twee gitaristen en twee pianisten die
ondermeer bekende stukken ten gehore
brengen van ongenoemde componisten.
Overige'ns zijn de aankondigingen uitvoe
rig genoeg. De pi-oduktie van deze
..Spaanse fantasie" is van José Greco. De
regie is van José Greco, De choreografie is
van José Greco. De muziek is speciaal be
werkt door José Greco. De liedteksten zijn
van José Gi'eco (behalve een romance van
Federico Garcia Lorca, maar dat slaat er
niet bij). De kostuums zijn ontworpen door
José Greco. Ik moet hier helaas aan toe-
oegen: de opzichtige vervalsing van de
stijl is eveneens van José Greco. Het meest
attractieve dansen is nog maar zelden van
José Greco, die wel vaak maar steeds kort
naar het midden van het toneel glijdt om
daar met bravour en zonder innerlijke
overtuiging enkele glanzende ondulaties
en kniebuigingen uit te halen, alsof hij
haast heeft zich zo gauw mogelijk in een
nog mooier en nog nauwer kostuum te
wringen. Het Amerikanisme blijkt ook uit
het magere van de echt-vrouwelijke solis
ten, geenszins noodzakelijk voor een zo
biologische bezigheid als de Spaanse dans.
Niet onvermeld mag blijven dat enkele
successen van vroeger nog steeds de
meeste bijval oogsten.
De geraffineerde, bij alle uitbundigheid
gedisciplineerde show in hoog tempo en
vol afwisseling, verhoogt in ieder geval
het aantal toeristische attracties van deze
zomer.
David Koning
Advertentie
dat de Festival-prijs voor de beste impro
visatie kon worden uitgereikt aan Jef
Rottiers.
Willem Créman ontving de door de Am
sterdamse kunstenaar Archibald Dunbar
vei'vaardigde zilveren wisselprijs uit han
den van mevrouw H. StraalmanKremer,
wethouder voor Culturele Zaken. Mr. H. G.
Reinink reikte namens het Holland Festi
val-bestuur aan Jef Rottiers de prijs uit,
een door de Hilversume kunstenaar Carel
Niei-hoster vervaardigd zilveren muziek-
rustteken. De waarnemend burgemeester,
mr. F. C. Vorstman, begiftigde de deel
nemers met een oorkonde.
Jos. de Klerk
€)p de
Zeereis
Het is maar een tref (zoals Wilhelm
Teil tegen zijn zoon zei) of u het goed
zult hebben, of dat het on-uithoudbaar
zal zijn op de vrachtboot met passagiers
accommodatie-voor-drie-personen waar
mee u volgende week de zeven zeeën zult
gaan bevaren.
Niet wat uw natje en droogje betreft,
want dat is altijd wel in orde. Op z'n on
gunstigst is het eten er net-als-thuis; nu,
en dat hebt u al zo lang volgehouden, dat
het er die paar weken nog wel bij kan.
Nee, ik bedoel wat die andere twee pas
sagiers, de kaptein, de eerste stuurman en
de eerste machinist betreft, want daar zit
u dan al die dagen driemaal per dag mee
aan tafel plus de uren, dat u met die
twee anderen op 't dek zit.
Ik moge u uit eigen ervaring medede
len dat dit bitter kan tegenvallen.
Ik heb alle eerbied voor alle stoere zee
lui, maar soms zijn die heel anders dan in
de boeken.
Ik heb het eens meegemaakt, dat de
eerste stuurman en de eerste machinist in
staat van bloedvete verkeerden en gedu
rende vijftien maal drie is vijfenveertig
maaltijden elkaar, waar ik bij zat, het
bloed van onder de nagels zaten te treite
ren. En die ronde borst van een kapitein
had, althans aan tafel, de magere allure
van een adjunct-boekhouder bij de ge
meentelijke lichtbedrijven, een man wiens
verre, wijde zeemansblik ophield bij zijn
huisje in Bennekom, de prijzen van alles
in Bennekom en de wantoestanden in
Bennekom. Om het ronduit te zeggen: een
oer-vervelende man, een ouwe u-weet-
wel van het dufste water. Ik ben sinds
dien nooit meer in Bennekom geweest.
En mijn twee medepassagiers vormden
tezamen een echtpaar van, voor mij, on
gekende statuur: moe een breister van je
welste en pa in zijn hemdsmouwen met
elastieken erom. Hun interessen waren
geenszins de mijne: moe over snijboontjes,
zelf jam maken en de kinderen, die alles
altijd goed deden en pa over de huidige
tijd in vergelijking met de vorige, de hui
dige kwaliteiten en prijzen van alles, in
vergelijking met de vorige en óók de kin
deren, die alles altijd goed deden: dochter
gehuwd met een onderwijzer met onbe
zoedeld blazoen; de zoon, nu reeds, op z'n
zevenentwintigste, procuratiehouder voor
een bloeiende zaak in oliën en vetten. Ik
heb hun portretten met die van de klein
kinderen zélf gezien. Een idylle.
En met die vijf heb ik het drie weken
moeten uithouden op zee. Geen schip is
groot genoeg om ze te ontlopen, laat staan
het vrachtvaardertje in kwestie, en alles
was vooruit betaald, zodat ik niet in de
een of andere haven kon drossen en asiel
aanvragen. Al heb ik dat in iedere haven
ernstig overwogen.
Ik wil u alleen uit pure mensenlief
de even waarschuwen voor de reis met
passagiersaccommodatie waar u zich zo
op verheugt.
Het kan reuze zijn, maar het kan óók
tegenvallen.
Die ballen gehakt zijn wel overkome
lijk, maar u moet maar hopen dat de an
dere vijf dat ook zullen zijn.
Het eigenaardige is bovendien, dat
beeldschone, ongehuwde jonge vrouwen
nooit met vrachtboten-met-passagiers
accommodatie reizen.
Floris Flaneur
„Going Dutch", de Engelse „musical co
medy" die enkele weken geleden in het
Amsterdamse Bellevue zijn première be
leefde (Haarlems Dagblad van 2 juni),
schijnt in de oorspronkelijke versie toch
niet geheel en al voldaan te hebben. Wij
ontvingen althans een uitnodiging ter bij
woning van de thans „grondig gerevideer
de show", waarin de Amerikaanse dix-ec-
tie van „Playhouse International" (het re
vuetheater dat „Going Dutch" op de plan
ken brengt) meedeelt dat het programma
op verschillende punten gewijzigd is, „ten
einde een nog grotere kring van Neder
landse vrienden en van Engels-sprekende
toeristen te gei'ieven".
Deze formulering deed ons veronder
stellen dat men althans een aantal van de,
ook in onze recensie van 2 juni gesigna
leerde twijfelachtige grappen zou hebben
laten vallen, omdat sommige van die
gx-apjes naar de smaak van het gemiddel
de Hollandse publiek maar nauwelijks
door de beugel konden. Bij de persvoor-
stelling van het nieuwe programma, die
gisteravond in Bellevue gegeven werd,
bleek echter het tegendeel: alle kwink
slagen van dubieus gehalte, zijn in volle
omvang gehandhaafd en de enige wijzi
ging bleek te bestaan uit enkele nieuwe
sketches, waarvan eigenlijk alleen het cy
nische liedje op de souvenirkitsch uit Vo-
lendam, een veri-ukkelijke persiflage van
Geoffrey Hibbert. een aanwinst voor het
programma vormt.
Er was nog iets dat ons trof bij het weer
zien met deze „toeristenshow" en dat is de
onvermijdelijke slotsom dat al deze sket
ches, wanneer men ze voor de tweede
keer hoort en ziet, toch eigenlijk maar een
vrij mager amusement opleveren: alles is
toegespitst op de goedkoopste soort van
„handelsreizigershumor", die eigenlijk
voornamelijk genietbaar is door de vaart
en de verve, waarmee ze door de acht me
dewerkenden stuk voor stuk ervaren Brit
se vaudeville-artiesten en televisiesterren
„verkocht" wordt.
Het Duits heeft: Kutsche, het Frans:
coche en: chocher (koetsier), het Engels:
coach, het Italiaans: cocchio. Al deze
woorden zijn evenals het Nederlandse
koets afgeleid van het Hongaarse woord
kocsi of eigenlijk kocsi szekér wat let-
terlijk betekent: wagen uit Koes. Koes
was een plaatsje in Hongaxdje waar het
keizerlijke wagenpark was gevestigd.
Een koets is een vierwielig door twee
of meer paarden getrokken rijtuig. Men
spreekt thans ook van het koetswerk
ener automobiel voor: de bovenbouw.
Het besturen van een met vier paar
den bespannen koets is een moeilijk
werk. Vandaar dat het Engelse to coach
ook is gaan betekenen: leiding geven
bij studie of sport.