Verweer van majoor Koopman in nota aan Tweede Kamer Holland Festival Geslaagd beiaardconcours te Hilversum ^Praatótocl José Greco: meer een toeristische attractie dan Spaanse danskunst Commissierapport bevat valse en lichtvaardige beschuldigingen Jaat-taxia Het „Requiem" van Maurice Duruflé, jurylid van het Improvisatieconcours „Going Dutch" nu in gewijzigde versie /'"Hoe is het ontstaand VJ 3 De moeilijkheden der Guinea-expeditie Dit woordKOETS ZATERDAG 4 JULI 195 9 yy De majoor der intendance H. E. I. H. Koopmann heeft de Tweede Kamer, de fractievoorzitters in Eerste en Tweede Ka mer en de minister van Defensie een nota van verweer gezonden naar aanleiding van de op zijn beleid betrekking hebbende pas sages in het verslag van de Commissie Onderzoek Militair Aankoopbeleid. Majoor Koopmann is van mening, dat de commissie over hem „valse en licht vaardige beschuldigingen" heeft uitge sproken, waardoor hem „schrijnend on recht" wordt aangedaan. Hij schrijft o.m.: De commissie heeft zich in haar verslag beperkt tot een overigens volkomen onjuis te beoordeling van de behandeling van een drietal uit de vele bestelaanvragen. Eén hiervan is bovendien nog als een vervolg opdracht te beschouwen. Alleen al in 1955 was ik echter verantwoordelijk voor 300 bestelaanvragen. De desbetreffende leve ranciers waren verspreid over de V.S., Canada, Frankrijk, Italië, Zwitserland, Duitsland, België, Zweden, Noorwegen, Denemarken en Groot-Brittannië. Het be lang van de Koninklijke Landmacht om al deze bestelaanvragen te realiseren in de vorm van tijdige aflevering van per jaar 30.000 verschillende goedgekeurde en aan alle eisen voldoende artikelen moge de oorzaak zijn, dat ik wellicht fouten zal hebben gemaakt. Ik ben mij hiervan in genendele bewust en tot op heden heeft noch de commissie noch iemand anders ook maar één werkelijke fout vastge steld". Majoor Koopmann, die zegt van mening te zijn dat de commissie heeft gefaald, verzoekt de Kamer „de inhoud van het verslag der commissie niet als juist te willen aanvaarden of zonder meer voor kennisgeving te willen aannemen en al thans zeker te willen verwerpen de onge gronde en onjuiste veroordelingen van en conclusies over de gedragingen van per sonen, welke veroordelingen en conclusies zonder de in een rechtsstaat geldende waarborgen van hoor en wederhoor, be wijsvoering en openbaarheid, op onver antwoordelijk lichtvaardige en de betrok ken personen nodeloos in eer en goede naam aantastende wijze door de commis sie zijn uitgesproken". In de 36 pagina's omvattende nota be handelt de majoor uitvoerig de kwesties over de kooktoestellen, de onderdelen Piat en het contract van Van Benthem. Met betrekking tot de kooktoestellen zegt hij dat de commissie heeft nagelaten hem over de toedracht te horen en dat zij ver zuimd heeft „uit afgelegde doch met el kaar tegenstrijdige verklaringen de enig juiste conclusie te trekken, dat zij door de gehoorde getuigen is misleid". „Met betrekking tot het contract voor Piat-onderdelen rapporteert de commis sie", aldus majoor Koopmann in zijn no ta, „wederom zonder hierover overigens ook maar een woord met mij te spreken veronderstellingen, die in strijd zijn met de feiten, zoals deze de commissie uit de voor haar toegankelijke documentatie had kunnen blijken. Met name beschuldigt de commissie mij blanco-offex-tebrieven aan Van Benthem te hebben gezonden en mij wordt verweten de verplichtingen t.a.v. de concurrentiestelling te hebben ver waarloosd. Daarnaast veroorlooft de com missie zich suggesties die er blijk van ge ven, dat de inhoud en de toepassing van de door haar zelve aangehaalde reglemen ten, voorschriften en dienstaanwijzingen haar niet duidelijk is. Desondanks komt de commissie tot conclusies, die er ten slotte op neerkomen, dat ik misbruik zou hebben gemaakt van te veel vrijheid en gebrek aan controle, dat ik fout zou heb ben gehandeld, dat ik persoonlijke belan gen zou hebben laten prevaleren boven dienstbelangen. Zij laat duidelijk ruimte voor de gedachte, dat ik toevallig ben vrijgesproken van een tenlastelegging, omdat er geen voldoende bewijzen tegen mij zouden zijn geleverd". Met betrekking tot het contract van Van Benthem zegt majoor Koopmann o.a. dat hij verplicht was deze in te schake len als inkoopagent, dat controle op diens werkzaamheden voor hem onmogelijk was, en die controle overigens berustte bij de Directeur-generaal van Oorlog. Ma joor Koopmann zegt met betrekking tot de veronderstelling van „te persoonlijke re laties met Van Benthem" dat deze rela ties niet verder gingen dan van officieren in de omgang met elkaar verwacht mag worden. Het Hoog Militair Gerechtshof in Den Haag sprak op 23 april 1958, overeenkom stig de vordering van de advocaat-fiscaal majoor Koopmann vrij van het hem ten laste gelegde. In zijn overwegingen zei het hof niet uit wettige bewijsmiddelen de overtuiging te hebben bekomen, dat be klaagde het ten laste gelegde had gedaan. Daarom vernietigde het hof het op 9 ok tober 1957 door de krijgsraad uitgespro ken veroordelend vonnis. Majoor Koop mann, die was beschuldigd van het aan nemen van steekpenningen in dienst van het Directoraat Materiaal Landmacht, had drie maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht. De krijgsraad had hem ver oordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar en 3 maanden met aftrek van voorarrest en ontslag uit de militaire dienst zonder ontzetting uit het recht bij de gewapende macht te dienen. In haar rapport over het aankoopbeleid zeide de commissie uit de Tweede Kamer met betrekking tot het beleid van majoor Koopmann onder meer: „Uit de gang van zaken blijkt, dat ma joor Koopmann in grote mate zelfstandig kon handelen. Het in hem gestelde ver trouwen zou hebben moeten meebrengen, dat hij een grote mate van onafhankelijk heid en waakzaamheid ten opzichte van de leveranciers betrachtte. Toen hem was gebleken, dat niet aan de voorschriften was voldaan, zou hij zijn superieuren hier op hebben moeten wijzen. De commissie heeft niet de indruk, dat majoor Koop mann aan het in het gestelde vertrouwen heeft voldaan. Zijn houding ten opzichte van de heer Van Benthem was van te persoonlijke aaxxl, waardoor zijn ambte lijke verhouding sterk aan zuiverheid heeft ingeboet" Op vragen van het Tweede-Kamerlid de heer Van de Wetering (C.H.) in verband met de financiële moeilijkheden, welke de expeditie naar het Sterrengebergte op Ne derlands Nieuw-Gumea ondervindt, heeft de minister van Zaken Overzee a.i. mede namens de minister van Financiën geant woord dat de moeilijkheden ten dele moe ten worden toegeschreven aan tegenslag bij de uitvoering, anderzijds aan organi satorische oorzaken en een financiële ba sis, waarbij in niet voldoende mate reke ning is gehouden met onvoorziene om standigheden. Zowel vanwege het rijk als vanwege het gouvernement van Nieuw-Guinea wordt ook thans nog zeer belangrijke steun ver leend, zowel van financiële als materiële aard. Zo werd een subsidie verleend van 330.000 door het rijk en een vliegveld aangelegd door het gouvernement. De sa larissen der deelnemers, voor zover in overheidsdienst, worden doorbetaald en de bewakingsdetachementen zijn zonder enige vergoeding toegevoegd. Een en an der betekent, dat de overheid naar schat ting thans reeds ongeveer driekwart van de geraamde kosten draagt. Daar het hier een particulier initiatief betreft waarvoor de overheid uitex-aard grote belangstelling heeft wordt ge meend, dat het de taak van de initiatief nemers is stappen te doen voor het ver krijgen van bijdragen van andere zijde, waardoor het nationaal karakter, dat steeds op de voorgrond werd gesteld, be houden blijft. Advertentie jiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin S TAN MAAG S Stan Huygens noemt in De Tele- g graaf het staan voor de televisie- camera's: „een vermoeiende maar enerve- E rende bezigheid". Zo is zuiver Nederlands schrijven S blijkbaar een moeilijk doch onge- E makkelijk werk. FACET Antiquariaat Burgersdijk en Nier- E mans (te Leiden) biedt in zijn Cata- logus no. 162 aan: PH. Ritter jr. De Verstelster weerspiegeld, Leven en werken van Ina Boudier-Bakker. Een nieuw facet in de spiegel.... KWELLERIJ In De Echo adverteert „De Poe- E del-specialist": H Maak vroegtijdig een afspraak voor het toiletteren van uw hond (alle rassen). Blijft langer vers in plastic verpakt 70 ct. Even een latertje (uit ons, zozeer gewaardeerde, Weekblad voor Badhoevedor p), waarin juwe lier Post advei'teerde: Als het waar is, dat de liefde bij de man door de maag gaat. zorgt u dan op Vaderdag voor 'n mooi Gero-couvert.. En vader maar slikken.... SEX Volgens De Telegraaf heeft, toen in 1907 F. M. Wibaut als ge meenteraadslid van Amstex-dam ge ïnstalleerd werd, de bux-gemeester gezegd dat de bloei der gemeente „niet afhankelijk is van de lengte der redevoeringen, maar wel van de besluiten der raad". Maar ik kan niet aannemen dat die burgemeester even slecht zijn moerstaal kende als De Telegraaf en.dat. hij niet geweten zou hebben dat raad mannelijk is. Talanus tuigende rust der geestelijke eenheid mee deelt. Naar het vooi"beeld van Fauré heeft Duruflé de sequenz „Dies irae" niet in het werk opgenomen, doch evenals zijn voor ganger het „Pie Jesu" daaruit als inter mezzo ingelast en het „Requiem" besloten met de uitleiding „In Paradisum", die, met de vredige gregoriaanse melodie als leit- draad, werkelijk een opzweven naar het paradijs suggereert. Als bijzonderheid kan nog vermeld wor den dat op de uitvoering van woensdag de componist zelf de orgelpartij op het Ca- vaillé Coll-orgel zal spelen. Jos. de Klerk HET INTERNATIONALE ORGELCONCOURS te Haarlem staat weer voor de deur. Maandag begint de orgelweek met een concert in de Grote Kerk, door de vier deelnemers aan de wedstrijd: de Noordduitser Uwe Röhl, de Oostenrijker Hans Hasselböck (de prijswinnaar van verleden jaar), de Nederlander Wim Daim en de Canadees Raymond Daveluy. Dinsdag is er, zoals gebruikelijk, het gemeentelijk orgelconcert door Albert de Klerk. Woensdagavond heeft het zaalconcert plaats, waarop Piet Kee het Orgelconcert van dr. Anthon van der Horst speelt, met bege leiding van het Noordhollands Philharmonisch Orkest, onder directie van Henri Arends, die ook de Koraalvariaties van Strawinsky dirigeert. Onder leiding van George Robert komt die avond ook tot uitvoering het „Requiem" van Maurice Duruflé, gezongen door de Christelijke Oratorium Vereniging. Donderdag volgt dan de improvisatiewedstrijd in de Grote Kerk; als juryleden fungeren: Flor Peeters uit Mechelen, Maurice Duruflé uit Parijs en Piet Kee uit Haarlem. Vrijdag worden de manifestaties besloten met een concert van de drie juryleden. In „Erbij" van verleden zaterdag hebben wij getracht de figuur van het jurylid Flor Peetei-s te belichten, aan de hand van diens koraalcomposities. Heden willen wij in beknopte vorm iets dex-- gelijks doen betreffende de tweede buitenlandse scheidsrechter van het concours, Maurice Duru_ flé, en wel hoofdzakelijk om de aandacht te ves tigen op zijn „Requiem", dat woensdag voor het eerst in Haarlem zal klinken. De in 1902 te Louviers geboren Maurice Duruflé is als organist opgeleid door Char les Tournemire en Louis Vierne en was compositieleerling van Paul Dukas. Hij is organist van de St. Etienne-du-Mont en harmonieleraar aan het Conservatoire Na tional te Parijs. Als componist herhaalde lijk bekroond, onder meer met de „Prix des Amis de l'Oi-gue", de „Grand Prix Musical du département de la Seine" en de „Grand Prix du disque", heeft Duruflé als zodanig een markante plaats vei-overd, niet door gewaagde experimenten, maar door te evolueren in klassieke zin. Van Vierne erfde hij de zin voor stevige con structie en van Tournemire de leidende geestelijke inhoud, van welke het funda ment de onuitputtelijke rijkdom van de gregoriaanse melodieën is. De grote opgang die zijn variatiewex-k op het „Veni Crea tor" maakte (het werd ook verleden jaar op het zaalconcert door Albert de Klerk ten gehore gebx-acht) bewijst de nog steeds niet falende kracht van een constructieve stijl, die gevoed wordt door een sterk innerlijk beleven. Men kan er zich over verheugen dat de componist dit werk zelf ten gehore zal brengen op het jui-yconcert. De ingetogenheid die dit nobele werk kenmerkt, vindt men op nog treffender wijze tex-ug in zijn „Requiem", dat hij wijdde aan de nagedachtenis van zijn vader. De romantische uitbundigheid van het requiem van Berlioz, of het theatrale effect van dat van Verdi, ja zelfs de tere elegische toon van Fauré's dodenmis zijn hier verre. Duruflé laat als het ware de authentieke liturgische melodie van het „Requiem" niet los; hij borduurt op dit middeleeuwse stramien zijn tegenstemmen, die er zich mee verenigen tot een complex, waarin het onveranderlijke de verworven- heden van eeuwen in zich opneemt, als om te beduiden dat het alles thuis hoort bij de kern waaruit zij geboren zijn. Dat men bij dit procédé niet de indruk krijgt van enig schools constructiewerk, wijst op een inventievermogen dat door drenkt is van het gregoriaans en zich in alle natuui'lijkheid beweegt in haar sfeer. Dit maakt dan ook, dat het geheel geen ogenblik artificieel aandoet, maar de ovei*- DE SECRETARIS VAN HET HOLLAND FESTIVAL, de scherpzinnige causeur en schoonheidsgevoelige zakenman Peter Diamand, heeft bij de aankondiging van de plannen voor de manifestaties van deze zomer verklaai'd, dat de danskunst daarin niet vertegenwoordigd zou worden, zeker niet door een buitenlandse groep, daar de belangstelling tezeer dalende zou zijn om een kostbaar risico ie nemen. Men zal er geen spijt van hebben gehad toch nog een overeenkomst met het Spaanse Ballet van José Gx-eco te zijn aangegaan: bij de eerste voorstelling, vrijdagavond in het KuiTiaus te Scheveningen, was de grote zaal totaal bezet met toeschouwers, waarvan de mees ten zich luidkeels en stampvoetend dankbaar toonden. Om het bijkans bizarre „be ginsel" zullen wij de leiding van deze culturele manifestatie nu maar niet hard meer vallen, want vex'moedelijk heeft de geciteerde bewering alleen gediend om niet van geldgebrek te hoeven spi-eken, tenzij aangenomen moet worden dat men inderdaad niet zou weten wat er op artistiek gebied te koop is. Achteraf heeft de heer Diamand trouwens in zover gelijk gekregen, dat ondanks dit financiële succes de danskunst schitterde door afwezigheid. Wat men heeft meegemaakt en op 10 en 11 juli nog in het Theater Can-é in Amsterdam kan zien, is een revue van Spaanse motieven. JOSé GRECO. afkomstig uit het middel eeuwse dorp Montorio in de Italiaanse Abruzzen, werd in 1333 de partner van La Argentinita en vei'bond zich na haar dood in 1945 met haar zuster, Pilar Lopez, die binnenkort voor het eerst met haar ver maarde gezelschap naar Nederland komt om er gedurende een week op te treden. Sinds 1951 maakt hij tournees met een eigen ensemble. Men herinnert zich mis schien hij kwam toen, met zijn vrouw Nila IJnlIonH Ampai-o, ook in Haar- HU II Uil lil lem voor het voetlicht zijn eigenaardige stijl rnctil/ol van fiere arrogantie, IbullVdl terwille waarvan men de wat zoetbonte in kleding nog wel kon vergeven. Kennelijk berust het artikel van mijn lieve Franse collega Martine Cadieu, dat thans in het px-ogramma staat afgedrukt, op een melan cholieke heugenis aan die gloi'ieuze periode, toen Antonio pas net was begon nen met zijn grootmeesterschap te ont plooien. Zij schrijft althans: ..Gulheid, kracht en vrolijkheid kenmerken zijn troep, waai-in dansers en danseressen al tijd voor hun genoegen lijken te dansen. In opdracht van een winkeliersvereni ging heeft de beeldhouwer Wim Ver bon een borstbeeld vervaardigd van admiraal Karei Doorman, waarvan men hier het gipsen model ziet. Het beeld is aan de gemeente Rotterdam aangeboden en zal binnenkort worden gegoten en op 16 juli worden onthuld. VRIJDAGAVOND werd op het prach tige, 47 klokken tellende carillon van het Hilversumse Raadhuis een groot opgezet beiaardconcours, dat vijf dagen in beslag genomen heeft, besloten. Hilversum bezit voor dergelijke manifestaties een unieke gelgenheidvooreerst door de beschikking over het bijzonder helder klankmateriaal van het toreninstrument van Eysbouts, en bovendien door de rustige omgeving van hel Raadhuis, ivaar geen hinderlijk straat rumoer te duchten is. De ivedstrijd was georganiseerd door het cultuurcentrum Koningin Wilhelmina, gepatroneerd door het gemeentebeshiur, dat een wisselprijs ter beschikking stelde, en was opgenomen in het programma van het Holland-Festi val, dat een speciale prijs voor de beste improvisatie uitloofde. Men wil van deze aangelegenheid een jaarlijkse traditie maken. Voor ditkeer had men vijf prominente figuren uit Vlaanderen, Engeland en Ne derland uitgenodigd, die, als leerlingen van de vernieuwer van de beiaardcultuur, Jef Denijn uit Mechelen, mede de basis gelegd hebben waai-op de jongere generatie vruchtbaar voort kan bouwen. Dit waren dan de Nederlanders Willem Créman uit Zwolle en Ferdinand Timmermans uit Rottex-dam, de Vlamingen John Gebruers uit Antwerpen en Jef Rottiers uit Meche len, en de Engelsman Clifford Ball uit Bii-mingham. Iedere mededinger had een volledig pro gramma te verzorgen; vandaar vijf con coursavonden met elke avond een andere kandidaat. Jef Rottiers, die vrijdag aan de beux-t was, maakte er een U n 11 n n rl besPelin§ van d=e anderhalf M 011 fl li U uur in beslag nam. De op gave bestond uit volkslied- Cnf*+i\/nl vei'tolkingen, interpreta- I GSLIVuI ties van een oorspronkelij ke Nederlandse en een Vlaamse beiaardcompositie en een improvisatie op een volksliedthe ma. door de jury opgegeven. Zo werden wij dan weer eens geconfron teerd met de oud-Nederlandse beiaard kunst, die. na diep verval, een merkwaar- dige renaissance beleeft. En de omstandig heden wax-en dusdanig, dat de betekenis van deze hexieving een overtuigende in druk maakte van dit frappant aspect der grootnederlandse muziekcultuur. Want wat Rottiers aan het mooie toreninstrument ontlokte, vex-baasde niet alleen door zijn technische vaardigheid maar ook door de kleurige nuanceringen en de vex-rassende expressiviteit, een muzikaliteit veri'adend, die te meer bleek uit een beknopte, maar bijzonder grote impx-ovisatie. De coda van het beiaardfeest had plaats in de burgerzaal van het vorstelijk raad huis, waar het gemeentebestuur recipieex-- de en mr. Romke de Waard, voorzitter van de jury (verder bestaande uit Leen 't Hart en Wouter Paap) na een uitvoerige speci ficatie van de beoordeling, bekend maakte dat de wisselprijs der gemeente Hilversum was toegekend aan Willem Créman, en José poseert niet als ster in hun midden. In navolging van de grote Vicente Escu- dero danst hij ernstig, zonder de heupen te bewegen, zonder de vingers te openen, zonder af te wijken van de rituele lijnen. Alles wat Spanje bezit aan kracht en be zieling rijst voor ons op, wanneer José Greco en zijn partner Lola de Ronda ver schijnen.... De verandering in muziek, ritme, gebaren, gelaatsuitdrukking van majeur naar mineur vormt van Spanje een der meest vei'rassende aspecten. Het komt mij voor dat zijn gehele vertoning op con trasten is gebaseerd: zon-schaduw, zang stilte, vreugde-verdriet, glimlach-ernst". MET OPZET HEB IK deze regels hier overgenomen als een tegenwicht van wat ik moet laten volgen. Want dit gehele spektakel met komisch gekus, met ont hulling van koket gegarneerde boven benen, met glimmende weelde van kleuren, lijkt meer aan Amerikaanse voorkeuren dan aan Ibei'ische tradities te gehoox-- zamen. Het wezenlijk Spaanse zit eigenlijk alleen nog in de keuze van enkele be- pi-oefde standaardnummers uit het con ventionele repertoire. De voetroffels en jotasprongen worden variétéachtig over dreven, de fascinerende lichaamswendin gen zijn verdraaid op een manier om be hagen te vinden in de ogen van nachtclub- bezoekei'S. Werkelijk uitmuntend vond ik slechts de variaties met balletpassen van José Molina. DE BEGELEIDING is toevertrouwd aan twee gitaristen en twee pianisten die ondermeer bekende stukken ten gehore brengen van ongenoemde componisten. Overige'ns zijn de aankondigingen uitvoe rig genoeg. De pi-oduktie van deze ..Spaanse fantasie" is van José Greco. De regie is van José Greco, De choreografie is van José Greco. De muziek is speciaal be werkt door José Greco. De liedteksten zijn van José Gi'eco (behalve een romance van Federico Garcia Lorca, maar dat slaat er niet bij). De kostuums zijn ontworpen door José Greco. Ik moet hier helaas aan toe- oegen: de opzichtige vervalsing van de stijl is eveneens van José Greco. Het meest attractieve dansen is nog maar zelden van José Greco, die wel vaak maar steeds kort naar het midden van het toneel glijdt om daar met bravour en zonder innerlijke overtuiging enkele glanzende ondulaties en kniebuigingen uit te halen, alsof hij haast heeft zich zo gauw mogelijk in een nog mooier en nog nauwer kostuum te wringen. Het Amerikanisme blijkt ook uit het magere van de echt-vrouwelijke solis ten, geenszins noodzakelijk voor een zo biologische bezigheid als de Spaanse dans. Niet onvermeld mag blijven dat enkele successen van vroeger nog steeds de meeste bijval oogsten. De geraffineerde, bij alle uitbundigheid gedisciplineerde show in hoog tempo en vol afwisseling, verhoogt in ieder geval het aantal toeristische attracties van deze zomer. David Koning Advertentie dat de Festival-prijs voor de beste impro visatie kon worden uitgereikt aan Jef Rottiers. Willem Créman ontving de door de Am sterdamse kunstenaar Archibald Dunbar vei'vaardigde zilveren wisselprijs uit han den van mevrouw H. StraalmanKremer, wethouder voor Culturele Zaken. Mr. H. G. Reinink reikte namens het Holland Festi val-bestuur aan Jef Rottiers de prijs uit, een door de Hilversume kunstenaar Carel Niei-hoster vervaardigd zilveren muziek- rustteken. De waarnemend burgemeester, mr. F. C. Vorstman, begiftigde de deel nemers met een oorkonde. Jos. de Klerk €)p de Zeereis Het is maar een tref (zoals Wilhelm Teil tegen zijn zoon zei) of u het goed zult hebben, of dat het on-uithoudbaar zal zijn op de vrachtboot met passagiers accommodatie-voor-drie-personen waar mee u volgende week de zeven zeeën zult gaan bevaren. Niet wat uw natje en droogje betreft, want dat is altijd wel in orde. Op z'n on gunstigst is het eten er net-als-thuis; nu, en dat hebt u al zo lang volgehouden, dat het er die paar weken nog wel bij kan. Nee, ik bedoel wat die andere twee pas sagiers, de kaptein, de eerste stuurman en de eerste machinist betreft, want daar zit u dan al die dagen driemaal per dag mee aan tafel plus de uren, dat u met die twee anderen op 't dek zit. Ik moge u uit eigen ervaring medede len dat dit bitter kan tegenvallen. Ik heb alle eerbied voor alle stoere zee lui, maar soms zijn die heel anders dan in de boeken. Ik heb het eens meegemaakt, dat de eerste stuurman en de eerste machinist in staat van bloedvete verkeerden en gedu rende vijftien maal drie is vijfenveertig maaltijden elkaar, waar ik bij zat, het bloed van onder de nagels zaten te treite ren. En die ronde borst van een kapitein had, althans aan tafel, de magere allure van een adjunct-boekhouder bij de ge meentelijke lichtbedrijven, een man wiens verre, wijde zeemansblik ophield bij zijn huisje in Bennekom, de prijzen van alles in Bennekom en de wantoestanden in Bennekom. Om het ronduit te zeggen: een oer-vervelende man, een ouwe u-weet- wel van het dufste water. Ik ben sinds dien nooit meer in Bennekom geweest. En mijn twee medepassagiers vormden tezamen een echtpaar van, voor mij, on gekende statuur: moe een breister van je welste en pa in zijn hemdsmouwen met elastieken erom. Hun interessen waren geenszins de mijne: moe over snijboontjes, zelf jam maken en de kinderen, die alles altijd goed deden en pa over de huidige tijd in vergelijking met de vorige, de hui dige kwaliteiten en prijzen van alles, in vergelijking met de vorige en óók de kin deren, die alles altijd goed deden: dochter gehuwd met een onderwijzer met onbe zoedeld blazoen; de zoon, nu reeds, op z'n zevenentwintigste, procuratiehouder voor een bloeiende zaak in oliën en vetten. Ik heb hun portretten met die van de klein kinderen zélf gezien. Een idylle. En met die vijf heb ik het drie weken moeten uithouden op zee. Geen schip is groot genoeg om ze te ontlopen, laat staan het vrachtvaardertje in kwestie, en alles was vooruit betaald, zodat ik niet in de een of andere haven kon drossen en asiel aanvragen. Al heb ik dat in iedere haven ernstig overwogen. Ik wil u alleen uit pure mensenlief de even waarschuwen voor de reis met passagiersaccommodatie waar u zich zo op verheugt. Het kan reuze zijn, maar het kan óók tegenvallen. Die ballen gehakt zijn wel overkome lijk, maar u moet maar hopen dat de an dere vijf dat ook zullen zijn. Het eigenaardige is bovendien, dat beeldschone, ongehuwde jonge vrouwen nooit met vrachtboten-met-passagiers accommodatie reizen. Floris Flaneur „Going Dutch", de Engelse „musical co medy" die enkele weken geleden in het Amsterdamse Bellevue zijn première be leefde (Haarlems Dagblad van 2 juni), schijnt in de oorspronkelijke versie toch niet geheel en al voldaan te hebben. Wij ontvingen althans een uitnodiging ter bij woning van de thans „grondig gerevideer de show", waarin de Amerikaanse dix-ec- tie van „Playhouse International" (het re vuetheater dat „Going Dutch" op de plan ken brengt) meedeelt dat het programma op verschillende punten gewijzigd is, „ten einde een nog grotere kring van Neder landse vrienden en van Engels-sprekende toeristen te gei'ieven". Deze formulering deed ons veronder stellen dat men althans een aantal van de, ook in onze recensie van 2 juni gesigna leerde twijfelachtige grappen zou hebben laten vallen, omdat sommige van die gx-apjes naar de smaak van het gemiddel de Hollandse publiek maar nauwelijks door de beugel konden. Bij de persvoor- stelling van het nieuwe programma, die gisteravond in Bellevue gegeven werd, bleek echter het tegendeel: alle kwink slagen van dubieus gehalte, zijn in volle omvang gehandhaafd en de enige wijzi ging bleek te bestaan uit enkele nieuwe sketches, waarvan eigenlijk alleen het cy nische liedje op de souvenirkitsch uit Vo- lendam, een veri-ukkelijke persiflage van Geoffrey Hibbert. een aanwinst voor het programma vormt. Er was nog iets dat ons trof bij het weer zien met deze „toeristenshow" en dat is de onvermijdelijke slotsom dat al deze sket ches, wanneer men ze voor de tweede keer hoort en ziet, toch eigenlijk maar een vrij mager amusement opleveren: alles is toegespitst op de goedkoopste soort van „handelsreizigershumor", die eigenlijk voornamelijk genietbaar is door de vaart en de verve, waarmee ze door de acht me dewerkenden stuk voor stuk ervaren Brit se vaudeville-artiesten en televisiesterren „verkocht" wordt. Het Duits heeft: Kutsche, het Frans: coche en: chocher (koetsier), het Engels: coach, het Italiaans: cocchio. Al deze woorden zijn evenals het Nederlandse koets afgeleid van het Hongaarse woord kocsi of eigenlijk kocsi szekér wat let- terlijk betekent: wagen uit Koes. Koes was een plaatsje in Hongaxdje waar het keizerlijke wagenpark was gevestigd. Een koets is een vierwielig door twee of meer paarden getrokken rijtuig. Men spreekt thans ook van het koetswerk ener automobiel voor: de bovenbouw. Het besturen van een met vier paar den bespannen koets is een moeilijk werk. Vandaar dat het Engelse to coach ook is gaan betekenen: leiding geven bij studie of sport.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 5