„HAARLEMS ZILVER" IN HET FRANS HALSMUSEUM Kunstschatten in het Singer- museum te Laren Berlinale en de macht van het getal Groen Co Vijfde N.Ph.O.-Zomerconcert onder Marinus Adam NAAIMACHINES Praagse organist in de Grote Kerk Nederlandse films werden zeer goed ontvangen STICHTING ELIAS VOET JUBILEERT Maak een einde aan overmatige TRANSPIRATIE van voeten en handen. Bromfietsenplaag in het Amsterdamse Bos Boekhouder van muziekschool in arrest Twee Nederlandse collecties Kerkelijk Nieuws Heide-, museum- en fabrieksbrand in Limburg Aannemer zou miljoen verduisterd hebben Rijksaccountantsdienst onderzoekt boeken Centrale Verwarming Oliestookinstallaties Broers zagen elkaar na 47 jaar terug VRIJDAG 17 JULI 1959 9 „Haarlems Zilver", die tot 30 juli in het Frans Halsmuseum te bezichtigen is, jean men het Keurboek zien van het Haarlems Goud- en Zilversmidsgilde. In dat Keurboek, dat loopt van 1501 tot 1636, staan de voorschriften voor het ambacht van goud- en zilversmid. Omdat de mens niet altijd zo eerlijk is als hij zou moeten zijn, heeft men de keuren op goud en zilver ingesteld. In een Groot Placaet van Philips de Schone staan dc tekens die aangebracht moesten worden nauwkeurig vermeld. Het waren: het Meesterteken dat is het merk van dc man die het gemaakt had het plaatselijk teken, dat aangaf waar het gekeurd was; het derde teken was van degene die het gekeurd had met het jaartal erbij. In 1663, toen wij de onafhankelijke Republiek der Zeven Vereenigde Neder landen waren, kwam er de Hollandse Leeuw bij. Toen de Fransen hier in 1795 Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap kwamen roepen, verdwenen de gilden en daarmee ook de gildeboeken, gildeplaten enzovoorts. In 1814 Napoleon op Elba en wij dus weer dapper komt de Nederlandse Leeuw weer als keurmerk terug. Advertentie Alle mérken, dus ruime keuze ENGEL, Gr. Houstr. 181, Tel. 14444 HET OUDE NEDERLANDSE zilver heeft dus drie of vier merken en soms nog een sidderend lijntje. Dat lijntje ont stond bij het nemen van de steekproef, men groef dan een fijn krulletje zilver uit, hield het in de vlam en vergeleek de verkleuring met die van een ander krul letje zilver waarvan men het gehalte kende. Zo keurde men eeuwen lang het zilver; in Haarlem in de Goudsmitskamer gelegen op het Goudsmitspleintje, achter de Waalse Kerk. Een gevelsteen herinnert ons er nog aan. Als men dus oud zilver in handen krijgt dan kan men door de mer ken nagaan waar het vandaan komt en door wie het gemaakt is. Maar dat dit mogelijk is hebben xvij in Nederland te danken aan Elias Voet. Goud- en zilver smeden zijn uit de aard van hun vak ge duldige precieze mensen, de Heer Elias Voet heeft door jarendurende nasporingen, door hel lezen van poorterrollen, gilde boeken (natuurlijk was niet alles ver dwenen bij de omwenteling) enzovoorts, lijsten kunnen opstellen van goud- en zilvermerken. De Stichting Elias Voet viert nu haar tienjarig bestaan met een tentoon stelling van zilver met Haarlemse Keur merken. Als u binnenkomt treft u dadelijk de koele aristocratische sfeer. Zilver heeft iets gereserveerds, niet voor niets wordt het altijd met maanlicht in verband ge bracht. Maar als uw ogen wat gewend zijn aan al dat stille glanzen dan ziet u dat er twee soorten zilver worden getoond, het kerkzilver en het profane. Advertentie Ho« hinderlijk is toch die ellendige transpiratie van voeten en handen, wat een narigheid voor uzelf en uw omgeving... Beseft wel wat een handicap dit voor u betekent? Welnu, ipaak er gauw een eind aan. Het is thans immers zo gemak'kelijk^d'ank/ zij het nieuwe rhiddël /apora crème, dat zelfs de meest hardnekkige gevallen van overmatige transpiratie aan voeten en hand palmen kan verhelpen. Het actieve bestanddeel dat in deze speciale crème verwerkt is, maakt een eenvoudige toepassing mogelijk. Een lichte massage met Japora 's avonds voor het slapen gaan en uw voeten (of handen) blijven minstens de hele volgende dag fris en droog. De werking van Japora is verbluffend. Resultaat gegarandeerd - anders uw geld terug. Japora in grote tube voor f 3.2Ó bij uw apotheker, drogist of speciaalzaak. DE GEMEENTELIJKE orgelbespeling in de Grote Kerk te Haarlem, werd donder dagmiddag verzorgd door de Tsjechische organist dr. Jiri Reinberger. Uiteraard liet deze ons kennismaken met werk uit de Boheemse orgelschool, hetgeen ons zeer welkom was, want op dit punt zijn wij helaas al te schaars ingelicht. Wanneer men echter kennis maakt met muziek van de Franciskaner orgelmeester Cernokors- ky, die een tijdgenoot was van Bach, dan kan men zich afvragen waarom deze kunst niet tot ons is doorgedrongen. Reinberger speelde van Pater Bohuslav Mate.y Cernokorsky een Toccata, alsmede een Fuga die speels van karakter, de meesterhand verraadt van iemand die in de klhssieke polyfonie doorkneed is en op de trappen van nel hexachord met fan tasie weet te manoeuvreren. Zo'n visite kaartje kon het verlangen wekken meer van deze grondvester van de Praagse orgelschool en van zijn volgelingen te leren kennen. DR. REINBERGER liet ons ook kennis maken met een Phantasie van Jan Krtitel Kuchar (1751-1829), evenals Cernokorsky tot de geestelijke stand behorend en niet alleen als organist befaamd, maar ook op andere gebieden der toonkunst werkzaam. Vermeld wordt zijn vriendschappelijke re latie met Haydn en Mozart. Uiteraard be zit deze muziek het karakter van haar tijd, die nu niet zo bijzonder op de polyfonie ingesteld was en het eer ging zoeken in de individualiteit van de centrale melodie. En Mozart dan, zou men kunnen opmer ken, die in zijn Fantasie in f de fugavorm zo heerlijk tepas bracht? Ja, maar dat was Mozart, die, sinds hij Bach ontdekt had, de betrekkelijke waarde'van een tijdsstijl had leren inzien en er straks in zijn zwane- zang het Requiem volkomen afstand van zou nemen. Doch terzake; die Fantasie van Kuchar heeft, mij maar matig kunnen boeien in haar aaneenschakeling van con trasterende stukjes zonder sterk verband; het hadden er evengoed drie minder als drie meer kunnen zijn. MET DE VERTOLKING van Preludium- Fuga-Chaconne van Pachelbel gaf de or ganist de volle maat van zijn kunnen en van zijn interpretatiegeest, daaronder be grepen een merkwaardige beheersing van de registratiekunst. Minder gelukkig was hij met de grote Prelude en Fuga in Es (de Drieëenheidsfuga) van Bach, die niet tot. een rustig beheerste en klaar in kiem en lijn gezette ontplooiing kwam. Daaren tegen had Reinberger een boeiende ver tolking laten horen van Bach's Partita over „O Gott, du frommer Gott". en daarbij verrassende klankkleuren uit het Muller- orgel tepas gebracht. Jos. de Klerk Het kerkzilver, dat hier de fraaiste en grootste stukken omvat zoals bijvoorbeeld een vergulde monstrans van meer dan een meter hoog, ingezonden door het Victoria en Albert Museum te Londen, een prach tige serie avondmaalbekers uit de Grote St. Bavo, een flink doopbekken, sierlijk bewerkte altaarkandelaars van de bekende P. C. Ebbekin. Prachtig in hun simpelheid zijn de twee collecteschaaltjes, die afge staan werden door de Hervormde Ge meente Haarlem. Bij het profane zilver vallen de gilde- stukken het eerst, op, de schilden gemaakt voor het bakkersgilde, de bekers voor het St. Maarten en het St. Jacobsgilde. Heel mooi is een rood fluwelen bandelier v/aarop in spichtige zilveren letters Trou moet Blijcken staat; eronder hangen kleine gegraveerde schildjes, op één ziet men St. Joris dapper met de draak bezig. De drink hoorn die op het affiche staat, hangt aan een groen zijden lint, de prachtige zilver bewerking en het middenstuk van berg kristal is zo aan alle kanten te zien. Er zijn heel veel zilveren theepotten en ook thee busjes klein, thee was duur in die tijd maar geen enkele koffiepot. Wel een heel mooie laat achttiendc-eeuwse melk kan. En dan het speelgoed! Iedereen heeft als kind wel eens vol verlangen gekeken naar dat sierlijke zilveren speelgoed waar je dan nooit aan mocht komen. Ook de kinderen uit voeger eeuwen werden zo geplaagd; een vitrine met zilveren wiegen, tafeltjes, spelende kinderen, kippon aan het spit, opengespalkte varkens doet ons nu nog medelijden met ze krijgen. Al die heerlijke dingen en dan alleen maar mogen kijken. Maar zo zal het menige bezoeker van deze mooie tentoonstelling ook wel vergaan. „Het gemeentebestuur van Amsterdam zal niet schromen het Amsterdamse Bos te verbieden voor bromfietsers, als de plaag van jeugdige „brom-nozems" daar blijft aanhouden". Dit hebben B. en W. geantwoord, nadat een raadslid had ge vraagd strenger op te treden tegen jonge lui, die met hun brommers over de zonne weiden razen op drukke zomerdagen, wan neer soms 80.000 tot 100.000 Amsterdam mers er rust en verpozing willen zoeken. Een handicap voor dc boswachters is, dat volgens de politieverordening geen proces verbaal kan worden opgemaakt tegen een bromfietser, die zich buiten de paden be vindt, een hiaat, waarin Amsterdam niet kan voorzien, omdat het bos grotendeels op grondgebied van Nieuwer-Amstel en Aalsmeer ligt. Binnenkort zullen in het bos borden verschijnen, die het berijden van grasvel den verbieden op grond van art. 461 van het Wetboek van Strafrecht. Mocht deze maatregel niet tol het gewenste resultaat leiden, dan zal de brommers de toegang tot het bos worden ontzegd. Advertentie VOOR HET VIJFDE ZOMERCONCERT het Noordhollands Rhilhannonisch :p; Wfiseen ;opmerk'élij uoöV'él' vergetêtöën meï'^è"' nogal geringe belangstelling die het pu bliek voor deze serie aan de dag legt. Was het de naam van Beethoven op het pro gramma die wederom als kassamagneet fungeerde? De wegen van het concert publiek zijn dikwijls ondoorgrondelijk, dat kam iedere concertorganisatie en zaal exploitant bevestigen en niemand zal dan ook verwacht hebben dat er om kwart over acht nog een queue voor de ingang stond, tot op straat toe, waardoor de avond pas om half negen, één kwartier over tijd kon beginnen. Kennelijk geanimeerd door de grote op komst (men speelde voor een bijna uitver kocht huis) brachten Adam en het. orkest de Sinfonia in Bes, eigenlijk ouverture tot de opera „Lucia Silla", van de jongste zoon Bach ten gehore. Het openingsallegro had gloed en vaart, in het andante werd de galante pastorale sfeer goed getroffen, mede dank zij een fraai geblazen hobo solo, het presto was een vreugdevol slot. Vervolgens bracht Gerard Hengeveld als solist het vijfde pianoconcert van Beet hoven ten gehore. Voor degenen die dit werk in het afgelopen seizoen door Hans Richter-Haaser hebben gehoord, zal een vergelijking zich enigszins opgedrongen hebben. Hoe 't zij, in het eerste deel kwam Hengeveld bijzonder goed voor den dag, de martiale passages attaquerend met een krachtige, heldere aanslag die overtuigend ,d%ed. Het is spijtig te moeten consta- n;dat;..hij deze aanpak niet vol hield Leen nëömspóring in het coda' van - hét eerste deel, overigens door Adam goed opgevangen, had blijkbaar zijn zelfver trouwen ondermijnd. Het was althans alsof de solist zichzelf in het tweede deel en in de finale niet meer kon hervinden ondanks een duidelijke inspanning om de aanslui ting met het werk weer tot stand te bren gen. Zijn voordracht bleef in een zekere bevangenheid steken, terwijl toch duidelijk was dat zijn technisch kunnen een soliede basis voor hei-stel had kunnen zijn. Het is te hopen dat men de pianist spoedig ge legenheid zal geven zich te revancheren, en zo dachten ook de aanwezigen erover, blijkens het hartelijke applaus. De tweede helft van dit concert werd geheel ip beslag genomen door de vierde symfonie van Tsjaikofski. Hoewel Adam in het eerste deel niet geheel ontkwam aan de verleiding om met kanonnen op mussen te schieten, ten koste van (bijvoorbeeld) de nostalgische élégance van het tweede thema, toch wist hij geleidelijk meer dif ferentiatie in de orkestklank te brengen. Het geestige wisselspel van pizzicato, hout en koper in het scherzo werd goed uitge buit en de finale kreeg de volle maat in zijn abrupte afwisseling van expansief oathos en onbereikbare naïveteit. Met deze uitvoering behaalden Adam en het orkest een groot succes. Sas Bange Na een uitgebreid onderzoek is de recherche te Amsterdam er dezer dagen toe overgegaan de boekhouder van de Stichting Volksmuziekschool te Amster dam te arresteren. Hij wordt ervan ver dacht de stichting voor 35.000 gulden te hebben benadeeld. De zaak staat volkomen los van die van de voormalige administra teur van het Amsterdamse conservato rium, die enkele dagen geleden eveneens op verdenking van verduistering ten na dele van het conservatorium is aangehou den. Museumpenning. Bij Koninklijk Be sluit is de museumpenning in zilver toe gekend aan dr. C. Franssen te Bennekom als blijk van waardering voor zijn ver diensten. betoond door de schenking van een zeer belangrijke collectie pre-historica van Indonesië aan het Rijksmuseum voor Volkenkunde te Leiden. De penning is dr. Franssen ten departemente uitgereikt door de staatssecretaris van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen, mr. IJ. Scholten. Advertentie IN HET SINGERMUSEUM TE LAREN is tot 16 augustus een respectabel aantal kunstschatten uit Nederlands bezit te bewonderen. Twee verzamelaars, die hun naam niet genoemd wensten te hebben, leenden schilderijen, de Gemeentemusea van Amsterdam oude ceramiek. Al eerder exposeerde het Singermuseum kunst uit particu lier bezit. De beperking voor wat betreft de schilderijen tot twee verzamelingen geeft de tentoonstelling een grote eenheid en maakt deze naar mijn gevoel interessanter dan die van ceramiek. De verzamelaars zijn naar het blijkt mensen met een persoon lijke voorkeur. De een richt zich vooral op de vroegere schilderkunst in Vlaanderen en die in Holland na 1500; naar men mag aannemen heeft hij ook liefde voor de schilderijen individueel. Duidelijker liefde voor het schilderij spreekt misschien uit de collectie die werken omvat uit de bloeitijd van de Hollandse schildersschool tot het eind van de zeventiende eeuw. Veel is trouwens altijd afhankelijk van het aanbod als men gaat verzamelen. Genoeg zij dat het Singermuseum veel respectabels vertoont. Bovendien heb ik nu eenmaal een voorkeur voor de ontwikkeling na de Renaissance. In die voorkeur passen van de schilde rijen hier uit de vijftiende en zestiende eeuw dan zeker de portretten van een Ambrosius Benson, van wie geen geboorte en sterfjaar opgegeven kon worden, Adriaen Isenbrant (1510-1551), Quinten Matsys (1465/'66-1530), Bernard van Orley (ca. 1488-1541) en ook zo'n landschap van Joachim Patinir (1475/'80-1524). Daarmee is dan een deel genoemd van de uit die tijd vertegenwoordigden. EEN BLOEITIJD ALS onze zeventiende eeuw bracht ook een grote reeks kleine meesters, meesters wier naam wij op onze kunstgeschiedenislessen wel voorbij moch ten gaan, maar om wier werk men niet licht heen loopt. Als eerste in deze reeks wordt genoemd Pieter van Anraadt. die van 1672-1675 in Amsterdam was en in 1678 in zijn geboortestad Deventer over leed. Zijn stilleven met pijpen lijkt mij een der aantrekkelijkste zaken in dit genre, evenals dat naar eenzelfde onderwerp van Pieter Claesz (1597-1661). Meteen volgde in .de. catalogus de naam van Balthasar van der Ast (voor 1590-1656), auteur van twee- kostelijke kleine panelen. Een stelt voor een vaas met bloemen, een onderwerp, dat betrekkelijk veelvuldig op deze tentoon stelling voorkomt. We ontmoeten bloemen van de hand van Ambrosius Bosschaert de oude (ca. 1565-1621). Johannus Bosschaert (omstreeks 1600-1650), Dirck de Bray (die in 1651 boekbinder te Haarlem was en wiens laatst gedateerde werk 1678 ver meldt), Jan Brueghel de oude (1568-1625) en Jan Davidsz de Heem (1605-1683/'34). Men weet dat deze bloemstukken vaak samengesteld waren uit bloemen, die in verschillende tijden bloeien. En dat ver meerdert onze bewondering voor het levend gebleven resultaat van werken naar studies en uit het hoofd. VAN DE VELE landschappen kwam vooral werk van Jan van Goyen (1596- 1656) me weer zo levend voor door zijn directheid van doen. Hetgeen niet impli ceert, dat ik weinig zou voelen voor de fijne afwerking van een Willem Claesz Heda in zijn stilleven. Tentoonstellingen als deze betekenen voor mij meestal een noemen van het al gemeen zeer bekende en van eigen voor keuren. Tot die voorkeuren behoort een drinker van Willem van Mieris 1662- 1747), geschilderd in klein formaat, maar BERLIJN. In twaalf dagen tijds is er te Berlijn ruim 108 kilometer film dooi de festivalprojectorcn gelopen. Daarmee slaat de negende Berlinale, officieel de Internationale Filmfestspiele Berlin, stel lig de andere festivals nergens anders lopen zoveel films in zulk een kort tijds bestek. Met negen kilometer film per dag is ook echt wel de grens van het moge lijke bereikt Evenals in vorige jaren het geval was dringt zich bij de Berlinale de vraag op, of het niet verstandiger zou zijn, het aan tal films te beperken, waarbij men dan strenger artistieke maatstaven bij de toelating zou dienen aan te leggen. De Berlinale wordt altijd midden in de zomer gehouden. E- gaan in sommige kringen van de Duitse filmindustrie (en in die kringen alléén) telkens stemmen op om het festival naar de winter te ver plaatsen, met het drogargument, dat er dan meer goede Duitse films beschikbaar zouden zijn. Daartegen verzetten zich niet slechts de festivalleiding en het Ber- lijnse stadsbestuur, ook de Duitse pers verwerpt dat denkbeeld. De industrie heeft er dan ook geen been mee aan de grond gekregen; reeds werd de datum voor de tiende Berlinale vastgesteld: midden in de zomer! Gelukkig maar, want wie kan zich een festival, waarmee de bevolking zo sterk meeleeft, indenken in regen, mist of sneeuw? Velen „spijbelen". Intussen betekent dit festival in de zo mer, dat van de velen, die beroepshalve naar de Berlinale komen, een deel telkens „spijbelt", eenvoudig omdat er te veel films zijn en daarbij te veel middelmati ge of minder dan middelmatige. Nie mand kan verwachten, dat filmproducen ten, -regisseurs, -verhuurders, enz. twaalf warme zomerdagen lang drie of vier voor stellingen per dag zullen bijwonen, te min der als de programma's dan soms te wen sen overlaten. Er waren dit jaar velen beroepshalve naar Berlijn gekomen: behalve 462 jour nalisten uit tientallen landen ruim 700 filmvaklieden uit de gehele wereld (d.w.z. circa 200 meer dan een jaar tevoren!). De filmmensen, de producenten en de verhuurders vooral, hebben er uitsteken de zaken gedaan, er zijn verscheidene festival- en andere films naar diverse lan den verkocht. Men onderschatte niet de betekenis van de Berlinale (en van de andere festivals) als filmbeurs die be tekenis is een van de redenen, dat de film wereld aan de op/.et ervan zo ruime me dewerking geeft. Een andere reden is ech ter, dat men waarde hecht aan de alge mene propaganda voor de goede film. die zeer noodzakelijk wordt geacht in deze tijd, waarin de film zich moet verweren tegen nieuwe vormen van amusement en vrije-tijdsbesteding (televisie, grammo- foonplatenrage, scootergenot, toenemen de belangstelling voor het kamperen, bui tenlandse reizen, enz.). Om die tweede re den kunnen de festivals ook uit artistieke overwegingen belangrijk worden geacht. Dan echter moeten de vertoonde films in derdaad alle goed zijn! Liever uitsluitend goede films van 15 of 20, dan goede èn middelmatige films van 46 landen. Tot nu toe lijkt het er een beetje op, dat. men te Berlijn te veel sympathie heeft voor de macht van het getal, dat in artistieke za ken echter geen macht pleegt te verte genwoordigen. Ook veel goeds. Behalve het nodige (of liever gezegd on nodige) middelmatigs uit Korea, Iran, Indonesië, Argentinië, Italië enz. was er gelukkig op de Berlinale ook veel goeds. De jury heeft er uiteraard naar gestreefd, het beste te bekronen en al zal men, zo als bij elke kunstzinnige beoordeling, over sommige prijstoekenningen van me ning kunnen verschillen, in het algemeen staken de bekroonde films zeker in som mige opzichten boven de andere uit. Verheugend voor Nederland is de goe de ontvangst van zijn films op het festi val geweest. De prachtige documentaire Prijs de Zee, van Herman van der Horst, met de hoofdprijs in de serie korte films bekroond, was inderdaad verreweg de beste korte film van het festival. Dat de speelfilm Dorp aan de Rivier niet werd bekroond, was enigszins teleurstellend na de enthousiaste reacties op die film in de Duitse bladen, maar een troost zij, dat zowel de officiële jury, die de festi- valprijzen toekende, als de jury van de Fipresci, de internationale organisatie der filmcritici, die de prijs van de critiek toekende, zich over Dorp aan de Rivier langdurig beraden heeft en dat er vooral in laatstgenoemde jury tal van stemmen opgingen, om die film te bekronen. Het gaat. internationaal gezien, kennelijk ook met onze speelfilms de goede kant uit. Wat hebben jullie in Nederland een pracht-acteurs! riep de Deense acteur en auteur Mogens Brandt na de vertoning van de Nederlandse film enthousiast schrijver dezer regelen toe. Zulke stem men geven wel moed! Tot het verheugendste van deze Berli nale behoort ten slotte ook, dat de enor me belangstelling van de bevolking er on danks de hittegolf tot de laatste dag toe bleef bestaan en dat de gehele manifes tatie werd gekenmerkt door een perfec te organisatie en door een voortreffelijke harmonie tussen de deelnemers. Jan Koomen Portret van een jonge man door Frans Hals. toch echt „geschilderd"; zoals Frans Hals (ca. 1580-1666) het kon doen. En met het noemen van diens naam kom ik aan het belangrijkste van deze tentoonstelling: twee portretten van Hals. twee veel ge reproduceerde portretjes van Rembrandt (1606-1669), een portret van Rubens (1577- 1640) en een kleine herbergscène van Adriaen Brouwer (1605/'06-1638). Rem- brandts Hendrickje Stoffels ontroert als alle portretten van haar. Ook Rembrandts portretje van een oude man ontroert. Hoe wel schilderkunstig niets op dit schilderij aan te merken zal zijn is het vooral de ex pressie, die die ontroering zal oproepen. Dit doet me nu denken aan een schrijven van de Franse schrijver Eugène Dabit (Hotel du Nord), die Velasques eigenlijk prefereerde boven Rembrandt om de zui verheid van picturale instelling, de beper king tot louter picturale middelen bij de grote Spanjaard, die hierin naar mijn smaak geëvenaard wordt door Hals. Mis schien dat men het standpunt van de schrijver, die ook schilder was, enigszins kan begrijpen wanneer men de twee royaal geschilderde en zo objectief bekeken por tretten van Hals vergelijkt met sommig werk van Rembrandt gelijk genoemd por tret van de oude man. Mij is het of ik ge makkelijker adem in de sfeer van Hals' portretten dan in die van sommige Rem brandts. Nogmaals, van mijn kant na tuurlijk geen critiek. Ik dacht echter dat het goed was eens te getuigen van de mo gelijkheid tot een intenser, zichzelf-be- wuster zien op tentoonstellingen als deze, waarop ik Gabriël Metsu (1629-1667) om zijn wijze van schilderen in een vrouwe portret weer meer leerde waarderen. Bob Buys Ned. Herv. Kerk Beroepen te Veessen* (toez.) J. Weerne- kes. vic. te Warnsveld te Hoogeveen W. Bloemendaal te Zevenhuizen (Gron.) door de gen. synode als pred. voor buiten gewone werkzaamheden P. Verdam te Beetsterzwaag benoemd tot vic. te Meppel, Th. H. Loran, kand. te Driebergen Beroepen te Rotterdam (wijkgem. Prin- sekerk) (toez.) Dr. G. Huls te Gouda. Aangenomen naar Streefkerk M. v. Ren- nes te Rouveen. Benoemd tot vic. te Capelle a. d. IJsel drs. I. Boot, prop. te Utrecht. t Chr. Geref.- Kerken Beroepen t'e Leerdam en te Maassluis P. v. Zonneveld, kand. te Dordrecht Breda. Tweetal te Nieuwpoort B. Bijleveld te Noordeloos en P. v. Zonneveld, kand. te Bussum. Beroepen te Den Helder, T. Harder, kand. te Leeuwarden. Doopsgez. Broederschap Aangenomen naar Amsterdam (vac. dr. J. D. Dozy) H. D. Wielinga ae Dordrecht Breda. Bapt. gemeenten Bedankt voor Almelo J. Ketelaar te Hoogezand. Ds. J. Rienstra Ds. J. Rienstra, die in september 1.1. leraar werd bij het middelbaar onderwijs te Leeuwarden heeft zich weer beroep baar gesteld en een beroep naar Ureterp- Siegerswoude aangenomen. Op de Mookerheide tussen „De Bisselt" en de Piasmolen ter hoogte van de uit spanning „Die Swaere Noodt" heeft een hevige brand gewoed in dicht struikgewas en heidebegroeiing. De brandweren van Nijmegen, Mook, Groesbeek en Overasselt namen aan de blussing deel, evenals 150 militairen, die in Nijmegen gelegerd zijn. Ongeveer 50 hectare natuurschoon werd door het vuur verwoest. Voorts heeft brand gewoed in het pas vernieuwde en uitgebreide Afrikamuseum te Berg en Dal in de gemeente Groesbeek. Een houten gebouw, waarin het aquarium voor tropische vissen was ondergebracht is, vermoedelijk door kortsluiting, in brand geraakt. De vissen kwamen om. De brandweren van Groesbeek en Nij megen slaagden erin het vuur te beteuge len en uitbreiding te voorkomen. De grot* expositie-gebouwen konden hierdoor ge spaard blijven. Te Neer in Limburg is de veevoederfa briek van de heer J. Geraets geheel afge brand. De brandweerkorpsen van Heyt- huysen en Roermond konden niet verhin deren, dat het gehele gebouw met de aan wezige voorraden veevoeder, kunstmest en brandstoffen aan de vlammen ten prooi viel. De oorzaak van de brand kon nog niet worden vastgesteld. De Hoofddorpse politie heeft in de afge lopen week de 56-jarige directeur van een aannemingsbedrijf in Badhoevedorp ge arresteerd. De man wordt ervan verdacht ten nadele van twee mede-directeuren een bedrag van een miljoen gulden aan het bedrijf te hebben onttrokken. De arrestatie is verricht op grond var» de aangifte van enige belanghebbenden bij de maatschappij. De rijksaccountants dienst onderzoekt op het ogenblik in hoe verre er van frauduleuze handelingen sprake is. Dit onderzoek kan echter nog geruime tijd in beslag nemen, omdat de administraties van verschillende bij de affaire betrokken ondernemingen op bijna onontwarbare wijze met elkaar verweven zijn. De gearresteerde directeur zou bij een bankinstelling bedragen hebben opge nomen, die in een andere naamloze ven nootschap, waarin hij en twee mededirec teuren belangen hadden, moesten worden teruggestort. Dit terugstorten schijnt niet te zijn gebeurd. De zaak is in handen gesteld van de Haarlemse officier van Justitie mr. G. W. F. Van der Valk Bouman. De directeur is na uitvoerige verhoren weer op vrije voe ten gesteld. Advertentie BLOEMENDAAL TELEFOON 54855 Twee broers, die elkaar in geen 47 'jaar hadden gezien, hebben elkaar deze week in Borne weer ontmoet. Het waren de ge broeders Karei en Bram Nicolai, wier wieg in dat Twentse dorp stond. Het ge boortedorp oefent op de oudste broer, de 81-jarige heer Karei Nicolai, zoveel aan trekkingskracht uit, dat er vrijwel geen jaar voorbijgaat, of hij brengt enkele we ken in Borne door om daar oude vrien den op te zoeken. Dat was ook deze week weer het geval. Zo kwam hij in een boekwinkel om daar enkele prentbrief kaarten te kopen. Het toeval wilde, dat de dag daarop in dezelfde boekwinkel we derom een heer Nicolai kwam, die zo tei-- loops informeerde of de boekhandelaar wellicht heel vroeger een zekere familie Nicolai gekend had. De vragensteller was ten zeerste verbaasd, toen hij vernam, dat een dag tevoren nog een naamgenoot in de winkel was geweest, die in een hotel logeerde. Daar vonden de broers elkaar. Karei meende dat Bram in 1912 was over leden. Maar deze bleek vrijwel de gehele wereld te hebben rondgereisd. Na in zijn jeugdjaren Borne te hebben verlaten, trok hij naar Duitsland en belandde van daar in Polen en Rusland en zelfs in Si berië. Hij zwierf ook door de Verenigde Staten en stak toen de oceaan weer over om via Zuid-Afrika, Egypte en de Bal kan naar Duitsland terug te keren. Hij exploiteerde daar met succes kolenmij nen en huwde er met een Duitse vrouw. Toen hij een gefortuneerd man was ge worden nam de globetrotter rust. Hij liet zich een villa bouwen bij München-Glad- bach. Nadat zijn vrouw onlangs was over leden, besloot hij naar Nederland te gaan. In Amsterdam zag hij de sneltrein naar Enschede staan. Toen herinnerde hij zich dat in de buurt van deze stad zijn ge boortedorp lag. Hij reisde erheen, hetgeen tot de ontmoeting met zijn broer leidde. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 9