„HAARLEMS ZILVER" IN HET
FRANS HALSMUSEUM
Kunstschatten in het Singer-
museum te Laren
Berlinale en de macht van het getal
Groen Co
Vijfde N.Ph.O.-Zomerconcert
onder Marinus Adam
NAAIMACHINES
Praagse organist in
de Grote Kerk
Nederlandse films werden zeer goed ontvangen
STICHTING ELIAS VOET JUBILEERT
Maak een einde aan overmatige
TRANSPIRATIE
van voeten en handen.
Bromfietsenplaag in het
Amsterdamse Bos
Boekhouder van
muziekschool in arrest
Twee Nederlandse collecties
Kerkelijk Nieuws
Heide-, museum- en
fabrieksbrand in Limburg
Aannemer zou miljoen
verduisterd hebben
Rijksaccountantsdienst
onderzoekt boeken
Centrale Verwarming
Oliestookinstallaties
Broers zagen elkaar na
47 jaar terug
VRIJDAG 17 JULI 1959
9
„Haarlems Zilver", die tot 30 juli in het Frans Halsmuseum te bezichtigen is,
jean men het Keurboek zien van het Haarlems Goud- en Zilversmidsgilde. In
dat Keurboek, dat loopt van 1501 tot 1636, staan de voorschriften voor het
ambacht van goud- en zilversmid. Omdat de mens niet altijd zo eerlijk is als hij
zou moeten zijn, heeft men de keuren op goud en zilver ingesteld. In een Groot
Placaet van Philips de Schone staan dc tekens die aangebracht moesten worden
nauwkeurig vermeld. Het waren: het Meesterteken dat is het merk van dc
man die het gemaakt had het plaatselijk teken, dat aangaf waar het gekeurd
was; het derde teken was van degene die het gekeurd had met het jaartal erbij.
In 1663, toen wij de onafhankelijke Republiek der Zeven Vereenigde Neder
landen waren, kwam er de Hollandse Leeuw bij. Toen de Fransen hier in 1795
Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap kwamen roepen, verdwenen de gilden en
daarmee ook de gildeboeken, gildeplaten enzovoorts. In 1814 Napoleon op
Elba en wij dus weer dapper komt de Nederlandse Leeuw weer als keurmerk
terug.
Advertentie
Alle mérken, dus ruime keuze
ENGEL, Gr. Houstr. 181, Tel. 14444
HET OUDE NEDERLANDSE zilver
heeft dus drie of vier merken en soms
nog een sidderend lijntje. Dat lijntje ont
stond bij het nemen van de steekproef,
men groef dan een fijn krulletje zilver
uit, hield het in de vlam en vergeleek de
verkleuring met die van een ander krul
letje zilver waarvan men het gehalte
kende. Zo keurde men eeuwen lang het
zilver; in Haarlem in de Goudsmitskamer
gelegen op het Goudsmitspleintje, achter
de Waalse Kerk. Een gevelsteen herinnert
ons er nog aan. Als men dus oud zilver in
handen krijgt dan kan men door de mer
ken nagaan waar het vandaan komt en
door wie het gemaakt is. Maar dat dit
mogelijk is hebben xvij in Nederland te
danken aan Elias Voet. Goud- en zilver
smeden zijn uit de aard van hun vak ge
duldige precieze mensen, de Heer Elias
Voet heeft door jarendurende nasporingen,
door hel lezen van poorterrollen, gilde
boeken (natuurlijk was niet alles ver
dwenen bij de omwenteling) enzovoorts,
lijsten kunnen opstellen van goud- en
zilvermerken. De Stichting Elias Voet viert
nu haar tienjarig bestaan met een tentoon
stelling van zilver met Haarlemse Keur
merken.
Als u binnenkomt treft u dadelijk de
koele aristocratische sfeer. Zilver heeft
iets gereserveerds, niet voor niets wordt
het altijd met maanlicht in verband ge
bracht. Maar als uw ogen wat gewend zijn
aan al dat stille glanzen dan ziet u dat er
twee soorten zilver worden getoond, het
kerkzilver en het profane.
Advertentie
Ho« hinderlijk is toch die ellendige transpiratie
van voeten en handen, wat een narigheid voor
uzelf en uw omgeving... Beseft wel wat
een handicap dit voor u betekent? Welnu, ipaak
er gauw een eind aan. Het is thans immers zo
gemak'kelijk^d'ank/ zij het nieuwe rhiddël /apora
crème, dat zelfs de meest hardnekkige gevallen
van overmatige transpiratie aan voeten en hand
palmen kan verhelpen. Het actieve bestanddeel
dat in deze speciale crème verwerkt is, maakt
een eenvoudige toepassing mogelijk. Een lichte
massage met Japora 's avonds voor het slapen
gaan en uw voeten (of handen) blijven minstens
de hele volgende dag fris en droog. De werking
van Japora is verbluffend. Resultaat gegarandeerd
- anders uw geld terug. Japora in grote tube voor
f 3.2Ó bij uw apotheker, drogist of speciaalzaak.
DE GEMEENTELIJKE orgelbespeling in
de Grote Kerk te Haarlem, werd donder
dagmiddag verzorgd door de Tsjechische
organist dr. Jiri Reinberger. Uiteraard liet
deze ons kennismaken met werk uit de
Boheemse orgelschool, hetgeen ons zeer
welkom was, want op dit punt zijn wij
helaas al te schaars ingelicht. Wanneer
men echter kennis maakt met muziek van
de Franciskaner orgelmeester Cernokors-
ky, die een tijdgenoot was van Bach, dan
kan men zich afvragen waarom deze kunst
niet tot ons is doorgedrongen.
Reinberger speelde van Pater Bohuslav
Mate.y Cernokorsky een Toccata, alsmede
een Fuga die speels van karakter, de
meesterhand verraadt van iemand die in
de klhssieke polyfonie doorkneed is en op
de trappen van nel hexachord met fan
tasie weet te manoeuvreren. Zo'n visite
kaartje kon het verlangen wekken meer
van deze grondvester van de Praagse
orgelschool en van zijn volgelingen te leren
kennen.
DR. REINBERGER liet ons ook kennis
maken met een Phantasie van Jan Krtitel
Kuchar (1751-1829), evenals Cernokorsky
tot de geestelijke stand behorend en niet
alleen als organist befaamd, maar ook op
andere gebieden der toonkunst werkzaam.
Vermeld wordt zijn vriendschappelijke re
latie met Haydn en Mozart. Uiteraard be
zit deze muziek het karakter van haar tijd,
die nu niet zo bijzonder op de polyfonie
ingesteld was en het eer ging zoeken in
de individualiteit van de centrale melodie.
En Mozart dan, zou men kunnen opmer
ken, die in zijn Fantasie in f de fugavorm
zo heerlijk tepas bracht? Ja, maar dat was
Mozart, die, sinds hij Bach ontdekt had, de
betrekkelijke waarde'van een tijdsstijl had
leren inzien en er straks in zijn zwane-
zang het Requiem volkomen afstand
van zou nemen. Doch terzake; die Fantasie
van Kuchar heeft, mij maar matig kunnen
boeien in haar aaneenschakeling van con
trasterende stukjes zonder sterk verband;
het hadden er evengoed drie minder als
drie meer kunnen zijn.
MET DE VERTOLKING van Preludium-
Fuga-Chaconne van Pachelbel gaf de or
ganist de volle maat van zijn kunnen en
van zijn interpretatiegeest, daaronder be
grepen een merkwaardige beheersing van
de registratiekunst. Minder gelukkig was
hij met de grote Prelude en Fuga in Es
(de Drieëenheidsfuga) van Bach, die niet
tot. een rustig beheerste en klaar in kiem
en lijn gezette ontplooiing kwam. Daaren
tegen had Reinberger een boeiende ver
tolking laten horen van Bach's Partita
over „O Gott, du frommer Gott". en daarbij
verrassende klankkleuren uit het Muller-
orgel tepas gebracht.
Jos. de Klerk
Het kerkzilver, dat hier de fraaiste en
grootste stukken omvat zoals bijvoorbeeld
een vergulde monstrans van meer dan een
meter hoog, ingezonden door het Victoria
en Albert Museum te Londen, een prach
tige serie avondmaalbekers uit de Grote
St. Bavo, een flink doopbekken, sierlijk
bewerkte altaarkandelaars van de bekende
P. C. Ebbekin. Prachtig in hun simpelheid
zijn de twee collecteschaaltjes, die afge
staan werden door de Hervormde Ge
meente Haarlem.
Bij het profane zilver vallen de gilde-
stukken het eerst, op, de schilden gemaakt
voor het bakkersgilde, de bekers voor het
St. Maarten en het St. Jacobsgilde. Heel
mooi is een rood fluwelen bandelier
v/aarop in spichtige zilveren letters Trou
moet Blijcken staat; eronder hangen kleine
gegraveerde schildjes, op één ziet men St.
Joris dapper met de draak bezig. De drink
hoorn die op het affiche staat, hangt aan
een groen zijden lint, de prachtige zilver
bewerking en het middenstuk van berg
kristal is zo aan alle kanten te zien. Er zijn
heel veel zilveren theepotten en ook thee
busjes klein, thee was duur in die tijd
maar geen enkele koffiepot. Wel een
heel mooie laat achttiendc-eeuwse melk
kan.
En dan het speelgoed! Iedereen heeft als
kind wel eens vol verlangen gekeken naar
dat sierlijke zilveren speelgoed waar je dan
nooit aan mocht komen. Ook de kinderen
uit voeger eeuwen werden zo geplaagd;
een vitrine met zilveren wiegen, tafeltjes,
spelende kinderen, kippon aan het spit,
opengespalkte varkens doet ons nu nog
medelijden met ze krijgen. Al die heerlijke
dingen en dan alleen maar mogen kijken.
Maar zo zal het menige bezoeker van deze
mooie tentoonstelling ook wel vergaan.
„Het gemeentebestuur van Amsterdam
zal niet schromen het Amsterdamse Bos
te verbieden voor bromfietsers, als de
plaag van jeugdige „brom-nozems" daar
blijft aanhouden". Dit hebben B. en W.
geantwoord, nadat een raadslid had ge
vraagd strenger op te treden tegen jonge
lui, die met hun brommers over de zonne
weiden razen op drukke zomerdagen, wan
neer soms 80.000 tot 100.000 Amsterdam
mers er rust en verpozing willen zoeken.
Een handicap voor dc boswachters is, dat
volgens de politieverordening geen proces
verbaal kan worden opgemaakt tegen een
bromfietser, die zich buiten de paden be
vindt, een hiaat, waarin Amsterdam niet
kan voorzien, omdat het bos grotendeels
op grondgebied van Nieuwer-Amstel en
Aalsmeer ligt.
Binnenkort zullen in het bos borden
verschijnen, die het berijden van grasvel
den verbieden op grond van art. 461 van
het Wetboek van Strafrecht. Mocht deze
maatregel niet tol het gewenste resultaat
leiden, dan zal de brommers de toegang
tot het bos worden ontzegd.
Advertentie
VOOR HET VIJFDE ZOMERCONCERT
het Noordhollands Rhilhannonisch
:p; Wfiseen ;opmerk'élij
uoöV'él' vergetêtöën meï'^è"'
nogal geringe belangstelling die het pu
bliek voor deze serie aan de dag legt. Was
het de naam van Beethoven op het pro
gramma die wederom als kassamagneet
fungeerde? De wegen van het concert
publiek zijn dikwijls ondoorgrondelijk, dat
kam iedere concertorganisatie en zaal
exploitant bevestigen en niemand zal dan
ook verwacht hebben dat er om kwart
over acht nog een queue voor de ingang
stond, tot op straat toe, waardoor de avond
pas om half negen, één kwartier over tijd
kon beginnen.
Kennelijk geanimeerd door de grote op
komst (men speelde voor een bijna uitver
kocht huis) brachten Adam en het. orkest
de Sinfonia in Bes, eigenlijk ouverture tot
de opera „Lucia Silla", van de jongste zoon
Bach ten gehore. Het openingsallegro had
gloed en vaart, in het andante werd de
galante pastorale sfeer goed getroffen,
mede dank zij een fraai geblazen hobo
solo, het presto was een vreugdevol slot.
Vervolgens bracht Gerard Hengeveld als
solist het vijfde pianoconcert van Beet
hoven ten gehore. Voor degenen die dit
werk in het afgelopen seizoen door Hans
Richter-Haaser hebben gehoord, zal een
vergelijking zich enigszins opgedrongen
hebben. Hoe 't zij, in het eerste deel kwam
Hengeveld bijzonder goed voor den dag, de
martiale passages attaquerend met een
krachtige, heldere aanslag die overtuigend
,d%ed. Het is spijtig te moeten consta-
n;dat;..hij deze aanpak niet vol hield Leen
nëömspóring in het coda' van - hét
eerste deel, overigens door Adam goed
opgevangen, had blijkbaar zijn zelfver
trouwen ondermijnd. Het was althans alsof
de solist zichzelf in het tweede deel en in
de finale niet meer kon hervinden ondanks
een duidelijke inspanning om de aanslui
ting met het werk weer tot stand te bren
gen. Zijn voordracht bleef in een zekere
bevangenheid steken, terwijl toch duidelijk
was dat zijn technisch kunnen een soliede
basis voor hei-stel had kunnen zijn. Het is
te hopen dat men de pianist spoedig ge
legenheid zal geven zich te revancheren, en
zo dachten ook de aanwezigen erover,
blijkens het hartelijke applaus.
De tweede helft van dit concert werd
geheel ip beslag genomen door de vierde
symfonie van Tsjaikofski. Hoewel Adam
in het eerste deel niet geheel ontkwam aan
de verleiding om met kanonnen op mussen
te schieten, ten koste van (bijvoorbeeld)
de nostalgische élégance van het tweede
thema, toch wist hij geleidelijk meer dif
ferentiatie in de orkestklank te brengen.
Het geestige wisselspel van pizzicato, hout
en koper in het scherzo werd goed uitge
buit en de finale kreeg de volle maat in
zijn abrupte afwisseling van expansief
oathos en onbereikbare naïveteit. Met deze
uitvoering behaalden Adam en het orkest
een groot succes.
Sas Bange
Na een uitgebreid onderzoek is de
recherche te Amsterdam er dezer dagen
toe overgegaan de boekhouder van de
Stichting Volksmuziekschool te Amster
dam te arresteren. Hij wordt ervan ver
dacht de stichting voor 35.000 gulden te
hebben benadeeld. De zaak staat volkomen
los van die van de voormalige administra
teur van het Amsterdamse conservato
rium, die enkele dagen geleden eveneens
op verdenking van verduistering ten na
dele van het conservatorium is aangehou
den.
Museumpenning. Bij Koninklijk Be
sluit is de museumpenning in zilver toe
gekend aan dr. C. Franssen te Bennekom
als blijk van waardering voor zijn ver
diensten. betoond door de schenking van
een zeer belangrijke collectie pre-historica
van Indonesië aan het Rijksmuseum voor
Volkenkunde te Leiden. De penning is dr.
Franssen ten departemente uitgereikt door
de staatssecretaris van Onderwijs. Kunsten
en Wetenschappen, mr. IJ. Scholten.
Advertentie
IN HET SINGERMUSEUM TE LAREN is tot 16 augustus een respectabel aantal
kunstschatten uit Nederlands bezit te bewonderen. Twee verzamelaars, die hun naam
niet genoemd wensten te hebben, leenden schilderijen, de Gemeentemusea van
Amsterdam oude ceramiek. Al eerder exposeerde het Singermuseum kunst uit particu
lier bezit. De beperking voor wat betreft de schilderijen tot twee verzamelingen geeft
de tentoonstelling een grote eenheid en maakt deze naar mijn gevoel interessanter
dan die van ceramiek. De verzamelaars zijn naar het blijkt mensen met een persoon
lijke voorkeur. De een richt zich vooral op de vroegere schilderkunst in Vlaanderen
en die in Holland na 1500; naar men mag aannemen heeft hij ook liefde voor de
schilderijen individueel. Duidelijker liefde voor het schilderij spreekt misschien uit
de collectie die werken omvat uit de bloeitijd van de Hollandse schildersschool tot het
eind van de zeventiende eeuw. Veel is trouwens altijd afhankelijk van het aanbod
als men gaat verzamelen. Genoeg zij dat het Singermuseum veel respectabels vertoont.
Bovendien heb ik nu eenmaal een voorkeur voor de ontwikkeling na de Renaissance.
In die voorkeur passen van de schilde
rijen hier uit de vijftiende en zestiende
eeuw dan zeker de portretten van een
Ambrosius Benson, van wie geen geboorte
en sterfjaar opgegeven kon worden,
Adriaen Isenbrant (1510-1551), Quinten
Matsys (1465/'66-1530), Bernard van Orley
(ca. 1488-1541) en ook zo'n landschap van
Joachim Patinir (1475/'80-1524). Daarmee is
dan een deel genoemd van de uit die tijd
vertegenwoordigden.
EEN BLOEITIJD ALS onze zeventiende
eeuw bracht ook een grote reeks kleine
meesters, meesters wier naam wij op onze
kunstgeschiedenislessen wel voorbij moch
ten gaan, maar om wier werk men niet
licht heen loopt. Als eerste in deze reeks
wordt genoemd Pieter van Anraadt. die
van 1672-1675 in Amsterdam was en in
1678 in zijn geboortestad Deventer over
leed. Zijn stilleven met pijpen lijkt mij een
der aantrekkelijkste zaken in dit genre,
evenals dat naar eenzelfde onderwerp van
Pieter Claesz (1597-1661). Meteen volgde in
.de. catalogus de naam van Balthasar van
der Ast (voor 1590-1656), auteur van twee-
kostelijke kleine panelen. Een stelt voor
een vaas met bloemen, een onderwerp, dat
betrekkelijk veelvuldig op deze tentoon
stelling voorkomt. We ontmoeten bloemen
van de hand van Ambrosius Bosschaert de
oude (ca. 1565-1621). Johannus Bosschaert
(omstreeks 1600-1650), Dirck de Bray (die
in 1651 boekbinder te Haarlem was en
wiens laatst gedateerde werk 1678 ver
meldt), Jan Brueghel de oude (1568-1625)
en Jan Davidsz de Heem (1605-1683/'34).
Men weet dat deze bloemstukken vaak
samengesteld waren uit bloemen, die in
verschillende tijden bloeien. En dat ver
meerdert onze bewondering voor het
levend gebleven resultaat van werken
naar studies en uit het hoofd.
VAN DE VELE landschappen kwam
vooral werk van Jan van Goyen (1596-
1656) me weer zo levend voor door zijn
directheid van doen. Hetgeen niet impli
ceert, dat ik weinig zou voelen voor de
fijne afwerking van een Willem Claesz
Heda in zijn stilleven.
Tentoonstellingen als deze betekenen
voor mij meestal een noemen van het al
gemeen zeer bekende en van eigen voor
keuren. Tot die voorkeuren behoort een
drinker van Willem van Mieris 1662-
1747), geschilderd in klein formaat, maar
BERLIJN. In twaalf dagen tijds is
er te Berlijn ruim 108 kilometer film dooi
de festivalprojectorcn gelopen. Daarmee
slaat de negende Berlinale, officieel de
Internationale Filmfestspiele Berlin, stel
lig de andere festivals nergens anders
lopen zoveel films in zulk een kort tijds
bestek. Met negen kilometer film per dag
is ook echt wel de grens van het moge
lijke bereikt
Evenals in vorige jaren het geval was
dringt zich bij de Berlinale de vraag op,
of het niet verstandiger zou zijn, het aan
tal films te beperken, waarbij men dan
strenger artistieke maatstaven bij de
toelating zou dienen aan te leggen.
De Berlinale wordt altijd midden in de
zomer gehouden. E- gaan in sommige
kringen van de Duitse filmindustrie (en
in die kringen alléén) telkens stemmen
op om het festival naar de winter te ver
plaatsen, met het drogargument, dat er
dan meer goede Duitse films beschikbaar
zouden zijn. Daartegen verzetten zich
niet slechts de festivalleiding en het Ber-
lijnse stadsbestuur, ook de Duitse pers
verwerpt dat denkbeeld. De industrie heeft
er dan ook geen been mee aan de grond
gekregen; reeds werd de datum voor de
tiende Berlinale vastgesteld: midden in de
zomer! Gelukkig maar, want wie kan zich
een festival, waarmee de bevolking zo
sterk meeleeft, indenken in regen, mist
of sneeuw?
Velen „spijbelen".
Intussen betekent dit festival in de zo
mer, dat van de velen, die beroepshalve
naar de Berlinale komen, een deel telkens
„spijbelt", eenvoudig omdat er te veel
films zijn en daarbij te veel middelmati
ge of minder dan middelmatige. Nie
mand kan verwachten, dat filmproducen
ten, -regisseurs, -verhuurders, enz. twaalf
warme zomerdagen lang drie of vier voor
stellingen per dag zullen bijwonen, te min
der als de programma's dan soms te wen
sen overlaten.
Er waren dit jaar velen beroepshalve
naar Berlijn gekomen: behalve 462 jour
nalisten uit tientallen landen ruim 700
filmvaklieden uit de gehele wereld (d.w.z.
circa 200 meer dan een jaar tevoren!).
De filmmensen, de producenten en de
verhuurders vooral, hebben er uitsteken
de zaken gedaan, er zijn verscheidene
festival- en andere films naar diverse lan
den verkocht. Men onderschatte niet de
betekenis van de Berlinale (en van de
andere festivals) als filmbeurs die be
tekenis is een van de redenen, dat de film
wereld aan de op/.et ervan zo ruime me
dewerking geeft. Een andere reden is ech
ter, dat men waarde hecht aan de alge
mene propaganda voor de goede film. die
zeer noodzakelijk wordt geacht in deze
tijd, waarin de film zich moet verweren
tegen nieuwe vormen van amusement en
vrije-tijdsbesteding (televisie, grammo-
foonplatenrage, scootergenot, toenemen
de belangstelling voor het kamperen, bui
tenlandse reizen, enz.). Om die tweede re
den kunnen de festivals ook uit artistieke
overwegingen belangrijk worden geacht.
Dan echter moeten de vertoonde films in
derdaad alle goed zijn! Liever uitsluitend
goede films van 15 of 20, dan goede èn
middelmatige films van 46 landen. Tot nu
toe lijkt het er een beetje op, dat. men te
Berlijn te veel sympathie heeft voor de
macht van het getal, dat in artistieke za
ken echter geen macht pleegt te verte
genwoordigen.
Ook veel goeds.
Behalve het nodige (of liever gezegd on
nodige) middelmatigs uit Korea, Iran,
Indonesië, Argentinië, Italië enz. was er
gelukkig op de Berlinale ook veel goeds.
De jury heeft er uiteraard naar gestreefd,
het beste te bekronen en al zal men, zo
als bij elke kunstzinnige beoordeling,
over sommige prijstoekenningen van me
ning kunnen verschillen, in het algemeen
staken de bekroonde films zeker in som
mige opzichten boven de andere uit.
Verheugend voor Nederland is de goe
de ontvangst van zijn films op het festi
val geweest. De prachtige documentaire
Prijs de Zee, van Herman van der Horst,
met de hoofdprijs in de serie korte films
bekroond, was inderdaad verreweg de
beste korte film van het festival. Dat de
speelfilm Dorp aan de Rivier niet werd
bekroond, was enigszins teleurstellend
na de enthousiaste reacties op die film
in de Duitse bladen, maar een troost zij,
dat zowel de officiële jury, die de festi-
valprijzen toekende, als de jury van de
Fipresci, de internationale organisatie
der filmcritici, die de prijs van de critiek
toekende, zich over Dorp aan de Rivier
langdurig beraden heeft en dat er vooral
in laatstgenoemde jury tal van stemmen
opgingen, om die film te bekronen. Het
gaat. internationaal gezien, kennelijk ook
met onze speelfilms de goede kant uit.
Wat hebben jullie in Nederland een
pracht-acteurs! riep de Deense acteur en
auteur Mogens Brandt na de vertoning
van de Nederlandse film enthousiast
schrijver dezer regelen toe. Zulke stem
men geven wel moed!
Tot het verheugendste van deze Berli
nale behoort ten slotte ook, dat de enor
me belangstelling van de bevolking er on
danks de hittegolf tot de laatste dag toe
bleef bestaan en dat de gehele manifes
tatie werd gekenmerkt door een perfec
te organisatie en door een voortreffelijke
harmonie tussen de deelnemers.
Jan Koomen
Portret van een jonge man door
Frans Hals.
toch echt „geschilderd"; zoals Frans Hals
(ca. 1580-1666) het kon doen. En met het
noemen van diens naam kom ik aan het
belangrijkste van deze tentoonstelling:
twee portretten van Hals. twee veel ge
reproduceerde portretjes van Rembrandt
(1606-1669), een portret van Rubens (1577-
1640) en een kleine herbergscène van
Adriaen Brouwer (1605/'06-1638). Rem-
brandts Hendrickje Stoffels ontroert als
alle portretten van haar. Ook Rembrandts
portretje van een oude man ontroert. Hoe
wel schilderkunstig niets op dit schilderij
aan te merken zal zijn is het vooral de ex
pressie, die die ontroering zal oproepen.
Dit doet me nu denken aan een schrijven
van de Franse schrijver Eugène Dabit
(Hotel du Nord), die Velasques eigenlijk
prefereerde boven Rembrandt om de zui
verheid van picturale instelling, de beper
king tot louter picturale middelen bij de
grote Spanjaard, die hierin naar mijn
smaak geëvenaard wordt door Hals. Mis
schien dat men het standpunt van de
schrijver, die ook schilder was, enigszins
kan begrijpen wanneer men de twee royaal
geschilderde en zo objectief bekeken por
tretten van Hals vergelijkt met sommig
werk van Rembrandt gelijk genoemd por
tret van de oude man. Mij is het of ik ge
makkelijker adem in de sfeer van Hals'
portretten dan in die van sommige Rem
brandts. Nogmaals, van mijn kant na
tuurlijk geen critiek. Ik dacht echter dat
het goed was eens te getuigen van de mo
gelijkheid tot een intenser, zichzelf-be-
wuster zien op tentoonstellingen als deze,
waarop ik Gabriël Metsu (1629-1667) om
zijn wijze van schilderen in een vrouwe
portret weer meer leerde waarderen.
Bob Buys
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Veessen* (toez.) J. Weerne-
kes. vic. te Warnsveld te Hoogeveen W.
Bloemendaal te Zevenhuizen (Gron.)
door de gen. synode als pred. voor buiten
gewone werkzaamheden P. Verdam te
Beetsterzwaag benoemd tot vic. te
Meppel, Th. H. Loran, kand. te Driebergen
Beroepen te Rotterdam (wijkgem. Prin-
sekerk) (toez.) Dr. G. Huls te Gouda.
Aangenomen naar Streefkerk M. v. Ren-
nes te Rouveen.
Benoemd tot vic. te Capelle a. d. IJsel
drs. I. Boot, prop. te Utrecht.
t Chr. Geref.- Kerken
Beroepen t'e Leerdam en te Maassluis
P. v. Zonneveld, kand. te Dordrecht
Breda.
Tweetal te Nieuwpoort B. Bijleveld te
Noordeloos en P. v. Zonneveld, kand. te
Bussum.
Beroepen te Den Helder, T. Harder,
kand. te Leeuwarden.
Doopsgez. Broederschap
Aangenomen naar Amsterdam (vac. dr.
J. D. Dozy) H. D. Wielinga ae Dordrecht
Breda.
Bapt. gemeenten
Bedankt voor Almelo J. Ketelaar te
Hoogezand.
Ds. J. Rienstra
Ds. J. Rienstra, die in september 1.1.
leraar werd bij het middelbaar onderwijs
te Leeuwarden heeft zich weer beroep
baar gesteld en een beroep naar Ureterp-
Siegerswoude aangenomen.
Op de Mookerheide tussen „De Bisselt"
en de Piasmolen ter hoogte van de uit
spanning „Die Swaere Noodt" heeft een
hevige brand gewoed in dicht struikgewas
en heidebegroeiing. De brandweren van
Nijmegen, Mook, Groesbeek en Overasselt
namen aan de blussing deel, evenals 150
militairen, die in Nijmegen gelegerd zijn.
Ongeveer 50 hectare natuurschoon werd
door het vuur verwoest.
Voorts heeft brand gewoed in het pas
vernieuwde en uitgebreide Afrikamuseum
te Berg en Dal in de gemeente Groesbeek.
Een houten gebouw, waarin het aquarium
voor tropische vissen was ondergebracht
is, vermoedelijk door kortsluiting, in brand
geraakt. De vissen kwamen om.
De brandweren van Groesbeek en Nij
megen slaagden erin het vuur te beteuge
len en uitbreiding te voorkomen. De grot*
expositie-gebouwen konden hierdoor ge
spaard blijven.
Te Neer in Limburg is de veevoederfa
briek van de heer J. Geraets geheel afge
brand. De brandweerkorpsen van Heyt-
huysen en Roermond konden niet verhin
deren, dat het gehele gebouw met de aan
wezige voorraden veevoeder, kunstmest en
brandstoffen aan de vlammen ten prooi
viel. De oorzaak van de brand kon nog niet
worden vastgesteld.
De Hoofddorpse politie heeft in de afge
lopen week de 56-jarige directeur van een
aannemingsbedrijf in Badhoevedorp ge
arresteerd. De man wordt ervan verdacht
ten nadele van twee mede-directeuren een
bedrag van een miljoen gulden aan het
bedrijf te hebben onttrokken.
De arrestatie is verricht op grond var»
de aangifte van enige belanghebbenden
bij de maatschappij. De rijksaccountants
dienst onderzoekt op het ogenblik in hoe
verre er van frauduleuze handelingen
sprake is. Dit onderzoek kan echter nog
geruime tijd in beslag nemen, omdat de
administraties van verschillende bij de
affaire betrokken ondernemingen op bijna
onontwarbare wijze met elkaar verweven
zijn. De gearresteerde directeur zou bij
een bankinstelling bedragen hebben opge
nomen, die in een andere naamloze ven
nootschap, waarin hij en twee mededirec
teuren belangen hadden, moesten worden
teruggestort. Dit terugstorten schijnt niet
te zijn gebeurd.
De zaak is in handen gesteld van de
Haarlemse officier van Justitie mr. G. W.
F. Van der Valk Bouman. De directeur is
na uitvoerige verhoren weer op vrije voe
ten gesteld.
Advertentie
BLOEMENDAAL
TELEFOON 54855
Twee broers, die elkaar in geen 47 'jaar
hadden gezien, hebben elkaar deze week
in Borne weer ontmoet. Het waren de ge
broeders Karei en Bram Nicolai, wier
wieg in dat Twentse dorp stond. Het ge
boortedorp oefent op de oudste broer, de
81-jarige heer Karei Nicolai, zoveel aan
trekkingskracht uit, dat er vrijwel geen
jaar voorbijgaat, of hij brengt enkele we
ken in Borne door om daar oude vrien
den op te zoeken. Dat was ook deze week
weer het geval. Zo kwam hij in een
boekwinkel om daar enkele prentbrief
kaarten te kopen. Het toeval wilde, dat
de dag daarop in dezelfde boekwinkel we
derom een heer Nicolai kwam, die zo tei--
loops informeerde of de boekhandelaar
wellicht heel vroeger een zekere familie
Nicolai gekend had. De vragensteller was
ten zeerste verbaasd, toen hij vernam, dat
een dag tevoren nog een naamgenoot in
de winkel was geweest, die in een hotel
logeerde. Daar vonden de broers elkaar.
Karei meende dat Bram in 1912 was over
leden. Maar deze bleek vrijwel de gehele
wereld te hebben rondgereisd. Na in zijn
jeugdjaren Borne te hebben verlaten,
trok hij naar Duitsland en belandde van
daar in Polen en Rusland en zelfs in Si
berië. Hij zwierf ook door de Verenigde
Staten en stak toen de oceaan weer over
om via Zuid-Afrika, Egypte en de Bal
kan naar Duitsland terug te keren. Hij
exploiteerde daar met succes kolenmij
nen en huwde er met een Duitse vrouw.
Toen hij een gefortuneerd man was ge
worden nam de globetrotter rust. Hij liet
zich een villa bouwen bij München-Glad-
bach. Nadat zijn vrouw onlangs was over
leden, besloot hij naar Nederland te gaan.
In Amsterdam zag hij de sneltrein naar
Enschede staan. Toen herinnerde hij zich
dat in de buurt van deze stad zijn ge
boortedorp lag. Hij reisde erheen, hetgeen
tot de ontmoeting met zijn broer leidde.
I