ai
JUDITH LEYSTER
„Music in Holland", overzicht
Nederlands muziekleven
van
m
M
Binnenshuis bij onweer
m t
':T,
INITIATIEF VAN DONEMUS FRAAI BEKROOND
"SiM
MMnaalg
DRIEHONDERDVIJFTIG JAAR GELEDEN WERD
„DE RECHTE LEYSTER IN DE KONST" GEBOREN
vmê mm
MÊmm
Het is thans 350 jaar geleden dat aan het firmament der Haar
lemse kunstenaarsgemeenschap een ster haar baan begon.
In de loop der jaren vervaagde haar glans, totdat herontdek
king van een „zonnestelsel" er toe meewerkte dat ook haar
bescheiden luister weer werd waargenomen. Dit astronomische
raadsel is de samenvatting van de historische en kunsthisto
rische achtergrond van Judith Leyster, de kunstenares die in
1609 in Haarlem werd geboren en in 1660 te Heemstede over
leed. Het is om in de beeldspraak te volharden sterren
eigen om pas na zoveel lichtjaren waarneembaar te worden:
Judith vormt hiermee een parallel als we haar jeugd beschou
wen als de periode der 'licht'-jaren, waarvan wij onkundig zijn
gebleven omdat de archieven ons hieromtrent weinig of niets
berichten. In 1627 wordt onze kunstenares door Samuel Ampzing
in diens „Beschrijving ende lof der stad Haerlem" vermeld,
als deze achter haar naam zijn waardering aldus onder woor
den brengt
„Wie sag oyt schildery van eene dochters hand
„Hier schildert er nog een met goed en kloek verstand"...
Deze weinig geïnspireerde dichtregelen vormen de armelijke
inzet van de even povere archivalia, die bij voorkeur veelal
de onbelangrijke voorvallen memoreren uit het leven van
GEDURENDE HET VERBLIJF in Am
sterdam wordt Judiths dochtertje Helena
geboren. Op 26 oktober 1648 koopt Mole-
naer de hofstede „Het Lam" te Heemstede.
Hoewel in akten menigmaal sprake is van
Miense Molenaer, zijn de berichten over
zijn vrouw des te spaarzamer. Dat zij
tegen het einde der jaren veertig in aan
zien was, bewijst een passage bij Theodot
Schrévelius uit 1648: „Dar syn ook veel
vrouwen gheweest, in de schilderkonst
wel ervaren, die vornemelyk bij onse tydt
noch vermoert zyn, die met de mans haar
zoude kunnen verzetten in de maelkonst
van welke znzonderheydt uytmunt JU
DITH LEYSTER WELEER GENAEMT DE
RECHTE LEYSTER IN DE KONST, DAEh
ZY OOK DE NAAM VAN DRAEGHT, de
huysvrouw van Meulenaer, die ook een
vermaert schilder is, van Haarlem, geboren,
tot Amsterdam wel bekend
Het feit dat we nadien weinig m.eer van
haar vernemen en haar produktie blijk
baar ophoudt (werken na 1652 zijn althans
niet bekend), heeft men willen verklaren
als de consequentie van haar moeder
plichten en van de verslechtering v>an haar
gezondheid. In 1659 maken Judith en haar
man (beiden ziek) in Heemstede hun testa
ment. Begin februari sterft Judith; zij liet
ook een zoon na, Constantijn, waarschijn
lijk met Helena en zijn ouders afgebeeld
op een schilderijtje van Miense Molenaer
in het Rijksmusextm, van omstreeks 1650
(cat. no. 1635). De tekst van haar begrafe
nisbriefje luidde: „Teghen Dinsdagh den
lOden Februarij anno 1660 nae den riiid-
dagh ten twee uuren precies, wordt U.E.
ter Begraaffenis gebeden, met Judith Leys
ter, huysvrouw iwn Jan Molenaar, swager
van Jan R'adinger en Gerrit. ten Bergh, tot
Heemstede, op de Hofstede genaemt het
Lam, aen de E. Heer Paeuw zyn bosch. Als
vrient in huys te komen, met de Langhe
mantel".
DE ERKENNING die Judith Leyster
ti.ideri9 haar leven heeft genoten is in de
achttiende en negentiende eeuw weggeëbd
tot volkomen vergetelheid. Pas in mei 1893
werd zij aan deze vergetelheid onttrokken.
Judith deelde dit ongewild „onderduiken"
in de tijd met haar leermeester Frans Hals,
wiens kunst eveneens pas sedert omstreeks
1870 weer in de belangstelling kwam. Het
is de onvermoeid vorsende kunsthistoricus
dr. C. Hofstede de Groot geweest, die in
1893 het oeuvre van Judith Leyster uit dat
van Frans Hals heeft weten te elimineren.
Met het herontdekte „zonnestelsel" in ons
astronomisch raadsel is dus Frans Hals
bedoeld, wiens genialiteit door de ongunst
van opeenvolgende generaties ruim twee
eeuwen niet tot de geesten heeft kunnen
doordringen. Nauwgezetter bestudering
van het aan hem toegeschreven levens
werk betekende artistieke hergeboorte van
Judith Leyster, die als het ware andermaal
uit het oeuvre van Frans Hals herrees!
Andermaal, want een onderdeel van
Leysters werk is ondenkbaar zonder Frans
Hals en juist dit op de visie van de grote
meester afgestemde werk was oorzaak van
de jarenlange vereenzelviging van beider
produktie.
Judith Leyster. Haar historische gestalte krijgt daardoor het
vage beeld, dat evenals bij Kenau Simons Hasselaer zulk
gelukkig klimaat schept voor legendevorming. Het moge dan
vooral voor de romantici een teleurstelling zijn dat Kenau geen
rapier, noch brandend pek hanteerde, van Judith Leyster is
het zeker dan zij haar strijd heeft gestreden met het penseel.
Aanvankelijk geïnspireerd door de caravaggeske tendensen
der Utrechtse School (met haar voorkeur voor de licht-en-
donker effecten in de trant van Caravaggio) en waarschijnlijk
werkzaam op'het atelier van Hendrick Ter Brugghen, werd zij
omstreeks 1629 leerlinge op het atelier van Frans Hals; op
12 november 1631 was zij getuige bij de doop van Hals' doch
ter Maria. In 1633 werd zij als enige vrouw opgenomen
in het Haarlemse St. Lucasgilde. Drie jaren later huwt zij in
Heemstede met de Haarlemse schilder Jan Miense Molenaer
(1610 - Haarlem 1668). Het echtpaar woonde aanvankelijk in
Amsterdam, waar het in verschillende behuizingen een
zekere welstand moet hebben genoten. Interessant is een
bericht uit 1644, dat de schilder Jan Lievens zózeer verarmd
was dat hij bij het schildersechtpaar inwoonde en dat Mole
naer hem zelfs linnen en verf moest verschaffen tot uitoefening
van zijn métier I
gewaagd van „bescheiden luister", dan
doelt dit op de betrekkelijke afhankelijk
heid van de kunstenares. Dit impliceert
geenszins dat Judith Leyster niet de plaats
zou verdienen die de tijd haar tenslotte
heeft gegeven. Wc moeten haar plaats in
de Haarlemse school echter in de juiste
proporties zien: zij moge dan al leerlingeir
hebben gehad, ze is zeker niet de „leid
ster" geweest in de zin zoals de gelegen-
heidspoëten haar roemden, omdat deze
toespeling zo onweerstaanbaar rijmde met
haar naam. Judith Leyster is te waarderen
als de kunstenares, in wier levenswerk de
„kalme Hollandse opgewektheid" weer
spiegelt van de zeventiende eeuw. Geen
diepzinnigheid of poëzie vormen het
klankbord van haar oeuvre. Haar penseel,
dat ambachtelijke bekwaamheid verraadt
en een geboeid-zijn door de eenvoudige
vreugden van de kleine burgers, gaf op
aantrekkelijke wijze vorm aan die hoek
in de samenleving, waar ook mannelijke
confraters als Dirck Hals, een Pieter Codde
en Palamcdes hun arbeidsterrein vonden.
Maar sommige kunstwerken geven méér
dan een aantrekkelijk tafereel van zeden
en gewoonten: het zijn de meest geslaagde,
waarin onvermoed gestalte werd gegeven
aan de geest van een begaafd en het leven
toegewijd kunstenares!
li. P. Baard
Judith Leyster De Serenade. Gedateerd 1629 Rijksmuseum. Voorbeeld van
vermenging van Hals' realisme met de lichteffecten der Utrechtse School.
uitoefende op zijn generatie en zelfs op de
jongeren, van wie hij noemt Wolfgang
Wijdeveld. Hans Henkemans. Rudolf
Escher, Gert van der Steen, Jan Masséus
en Jan van Dijk. Van Hendrik Andriessen
wordt de onafhankelijke, zeer persoonlijke
stijl toegelicht, die. wat zijn kerkmuziek
betreft, ook herkenbaar is in werk van zijn
leerlingen Jan Mul, Herman Strategier en
Albert de Klerk.
overzicht ontbreken, waarop de aandacht
diende te worden gevestigd? Allicht wel.
Ik zoek bijvoorbeeld tevergeefs naar de
naam van Sas Bunge, wiens werk toch ook
door Donemus uitgegeven is. En waar
Judith Leyster De Vrolijke Drinker. Gedateerd 1629 Frons Halsmuseum
(bruikleen Rijksmuseum, Amsterdam). Voorbeeld van de nauwe verwantschap met
de wereld van Frans Hals.
HET BETREKKELIJK KLEINE oeuvre
van Judith Leyster, waarvan de belang
rijkste stukken reeds vroeger hun onver
vreemdbare plaats hebben gekregen in de
musea, is mede oorzaak dat het niet ge
makkelijk is op dit tijdstip nog een belang
rijk werk van haar hand te verwerven.
Haarlem moest er daarom in berusten dat
zijn gewaardeerde kunstenares behou
dens door een onbetekenend portretje
niet in het Frans Halsmuseum was ver
tegenwoordigd. Des te dankbaarder zijn
wij de hoofddirecteur van het Rijksmu
seum, jhr. dr. D. C. Roëll. die op ons ver
zoek onlangs een van de markantste speci
mina van Leysters genre-stukken lang
durig in bruikleen afstond: de Vrolijke
Drinker, die dit artikel illustreert. Het
doek werd in 1897 door het Rijksmuseum
uit Frans particulier bezit verworven als
een Frans Hals. Het is gedateerd 1629 en
gemerkt met het rebusachtige monogram
Jwaarmee men aanvankelijk geen
raad wist. Verkoop van een ander ver
meend werk van Frans Hals in 1893 (thans
oplossing. Hij slaagde hierin omdat hij
zich de hierboven geciteerde passage bij
Schrevelius herinnerde en de visuele
interpretatie van de woorden „RECHTE
LEYSTER IN DE KONST" (De vader van
Judith, Jan Willemsz., afkomstig uit Ant
werpen, was brouwer „in de Leid-starre"
op de Bakenessergracht, waarnaar hij zich
Leyster of Leystar noemde!) hem de sleu
tel gaf tot het monogram en.... het
levenswerk van de kunstenares!
WOUTER PAAP ziet in de symfonische
stijl van Badings een voortzetting van de
lijn Brahms-Reger-Hindemith. Het spreekt
vanzelf dat hij de radiofonische fase van
Badings oeuvre, die in het buitenland zeer
DE STICHTING DONEMUS heeft zijn onderzoekingstocht naar gegevens de aandacht heeft getrokken, niet on-
een boek laten samenstellen waarin alle voor een geschiedenis der Westerse mn- besproken laat^
aspecten van het Nederlandse muziek- ziek in 1772 samenvatte met de woor- man* 0rthel_ Frjdf Flothuis, Van Delden,
leven aangeduid en toegelicht zijn. Het den: „J inging ol bells and ducats jurriaan Andriessen om slechts deze te
is in rijk geïllustreerde uitvoering ver- getingel van klokken en geldgerinkel noemen worden tevens duidelijk toe
schenen bil T. M. Meulenhoff te Am- Burnev en de vreemdelingen die na hem gelicht. Trouwens heel dit biografisch ge-
j, i ,1 deelte van .Music in Holland lijkt mij een
sterdam, onder de titel „Music m Hol- kwamen konden met bevroeden wat er klare objectieve spiegel van wat er tegen-
laiid" en is vooral bedoeld om in het in dat land van zeevaarders en kooplui woordig in Nederland compositorisch van
buitenland belangstelling te wékken aan muzikale krachten verborgen zat. belang gebeurt. Zou er dan niemand in dit
voor de "scheppende en herscheppende Maar zij ervoeren wel de Hollandse
toonkunst in ons land; vandaar dat het organisatiegeest waarvan zij konden
'n het Engels gesteld is. Het eerste profiteren.
exemplaar van „Music in Holland" werd Het is nu deze ordenende, in wezen
deze maand in het Internationaal Cultu- zakeliike instelling van de Nederlander, Gerard Boedijn genoemd werd voor zijn
reel Centrum te Amsterdam aan mr. H. die, in een tijd dat de culturele grenzen ^'fnswekkend werk voor blaasmuziek,
itci v.enuuni ie Ainsiraumii aan 11 6 had ook Meindert Boekei mogen worcien
J. Reinink, de voorzitter van het Holland zien verwijdden, de actie tot ontplooiing geciteerd. Niemand kan echter hierbij
Festival, aangeboden door de directeur en verruiming van zijn muzikale ver- denken aan opzettelijk verzuim,
van Donemus, André Jurres, die in een «nOjSBls hebben tot stand gebracht. EEN BELANGRIJKE BIJDRAGE lever-
de de musicoloog Jos Wouters met een uit-
vorige, goed gedocumenteerde uiteenzet
ting van Nederlands uitvoerend muzikaal
aonaraat. Men vindt er alle mogelijke ge
gevens in over onze orkesten, koren,
opera's, dirigenten, kamermuziek-ensem-
bles en solisten. En verder is er een hoofd
stuk van doctor J. Daniskas, de allerlei
inlichtingen verstrekt betreffende het
muziekonderwijs in ons land. Het zijn ge
gevens die meer nog voor ons dan voor het.
buitenland van belang zi.in. Wat er op wijst
dat „Music in Holland" niet alleen een
boek is. dienstig om buiten onze grenzen
propaganda voor ons muziekleven te
maken, doch ook voor onze landgenoten
die zich voor de muziek interesseren een
rijke, haast onontbeerlijke bron van inlich
tingen bevat.
van „Docu-
MUziek) be-
als Judith Leyster in het Louvre te Parijs), toespraak het belang van een dergelijk T,„,T„./rTTC
hol T e7rPoed?Sge°«Zden Pr°Paga"da™ddel in Jet licht stelde en mentaüe m NEd^Tand
het schildersmerk^J L. reeds gerezen mt ervanng kon meedelen, dat de be- gon dus, met steun van de regering, van
Groot do stimulans tot hot zoeken naar de langstelling in het buitenland voor Ne- de gomeento Amsterdam, van de Provincie
derlandse muziek en musici lang met Nooidholland en van de Stichting Neder-
landse Muziekbeiangen, werk van de bij
8e'niS 1S' haar aangesloten leden in foto- of offset-
Ziedaar dus een nieuwe activiteit van druk voor praktisch gebruik beschikbaar
de Stichting, die sinds 1947 de belangen te stellen, wat vooral betreffende het or-
der Nederlandse toonkunst praktisch
verdedigt en steunt. Donemus is gebo
ren uit het „Genootschap van Neder-
kestmateriaal van uitgebreide partituren
een vroeger nooit gedroomde mogelijkheid
schiep. Kleinere werken (kamermuziek bij
voorbeeld) komen normaal in de handel,
landse Componisten' dat tot doelstelling uitgebreide composities met orkest worden
had de bezwaren uit de weg te ruimen ',n bruikleen verhuurd. De auteurs delen
v li-lil!* a daarbij in de winst. Op dit ogenblik be-
die, in een klem land als het onze, de schikf de stichting over 3500 werken van
JUDITH LEYSTERS KRACHT lag vóór publikatie van scheppend werk en dus hedendaagse Nederlandse componisten;
alles in haar genrestukken, zoals de hier uiteraard ook de uitvoering ervan in de bovendien kan zij van meer dan 1800 dezer
afgebeelde „Vrolijke Drinker" en de stonclen; bezwaren die veroorzaak- bandopnamen laten horen aan de belang-
L it n i 4 i i i„ hebbenden, die in haar gehoorzaal aan de
ten, dat Holland wat de scheppende obrechtstraat te Amsterdam kennis komen
muzikale kunst betreft, internationaal maken met de moderne Nederlandse mu-
„Serenade", maar ook in tafereeltjes van
zeden en gewoonten. Zij heeft zich tevens
doen kennen als portrettiste en als stil
levenschilderes. In het zogenaamde „Tul-
penboek", Anno 1634, betoont Judith zich
(Van onze weerkundige medewerker)
Het vorige artikel over schuilen voor
onweer (Erbij van 11 juli) heeft enkele le
zers in de pen doen klimmen. Zo kregen
wij enkele vragen betreffende te nemen
maatregelen voornamelijk binnenshuis
tijdens onweer. Wat moeten wij met ons
radio- en televisietoestel is hei ook ge
vaarlijk tijdens het onweer te kamperen
of te zeilen en zijn er ook bomen waar
onder men veilig kan schuilen? Een leze
res vraagt of het ook beter is ramen en
deuren tijdens onweer open te zetten, zo
als haar wel eens is geadviseerd. Dit is af
te raden. Niet alleen de kans op bliksem
inslag zou daardoor groter worden maar
dikwijls gaan zware buien met windsto
ten of windhozen gepaard.
Radio- en televisietoestellen zijn beide
zeer kwetsbaar voor blikseminslag door
dat de antenne dikwijls (op het dak opge
steld) een goede geleider vormt om de
bliksem binnenshuis te brengen. Het is
daaiom aan te raden deze antenne tijdens
onweer door te verbinden op de aardlei-
ding en niet in het toestel te laten zitten, getroffen eiken ziet de indruk krijgt dat
Als er een aardleiding is dan is het mis- eiken wel en beuken niet getroffen wor-
schien mogelijk de antenne uit te trekken den. Onder bomen schuilen tijdens onweer
en buiten het raam te hangen. is gevaarlijk, onder welk soort bomen ook.
Zoals wij in het vorige artikel al schre- In het vorige artikel vertelden wij dat
ven is het veilig in een gesloten auto te er gemiddeld per jaar in ons land twaalf
zitten tijdens onweer. Maar in een tent, personen dodelijk door de bliksem wor-
liggend op een luchtbed, zal u wellicht ook den getroffen. In Amerika zijn dit per
niets overkomen. Bij een treffen zal de jaar 500 personen. Toch is dit nog weinig
water ligt. Zeilboten kunnen worden ge
troffen maar meestal wordt de bliksem
snel via mast en wanden naar het water
afgevoerd zonder letsel te veroorzaken.
Een enkele keer ontstaat er brand. Zei
lers dienen tijdig een veilige haven te zoe
ken bij naderend onweer want al mag de
kans op bliksemslag iets meevallen, ge
vaarlijk zijn wel de zware windstoten
(soms van 100 km. per uur of meer) die
deze buien vergezellen. Een lezer vraagt
of het waar is dat er bepaalde bomen niet
gevaarlijk zijn voor onweer zodat men er
veilig onder kan schuilen. De ene boom
heeft een dieper- en beter geleidend wor
telstelsel dan de andere zodat de ene boom
ook een wat grotere aantrekkingskracht
zal uitoefenen, maar het is fout te me
nen dat er bomen zijn, zoals berken en
beuken, die niet worden getroffen. Aan
bomen met een ruwe schors (bijvoorbeeld
de eik) is de schade aan deze schors na
inslag vaak duidelijk te zien. Bij bomen
met oen gladde schors is niets of nauwe
lijks iets waar te riemen zodat de wande
laar die de duidelijk door de bliksem
HETZELFDE KAN gezegd worden van
de uitvoerige documentatie die Evert
Braut.igam, de secretaris van Donemus,
meedeelt over radio, televisie en alle denk-
gezien, voorheen zo goed als niet mee- ziek. Bij Donemus kan men zich ook do- bare organisaties, waaraan ons muziek-
telde. Hetgeen als het ware een domper cementeren betreffende jongste verschij- leven zo rijk is, te meer omdat de ver
een vaardig en gevoelig aqüarelliste. Dat rt1 „,aarj-,vnii„ ningen in het buitenland. In wisselwerking zuiling van ons maatschappelijk bestel
zij ontvankelijk was voor grote talenten /ette °P ™eni e waaicievone P°Mnö en hiermee heeft de Stichting haar vertegen- hierbij een zo hartig woord meesoreekt.
uit haar omgeving bleek reeds uit de affi- zo goed als zeker menige goede belofte woordigers in Engeland, Denemarken, Wat hiervan zij. wij vinden hier alles ge-
niteit van haar werk met bepaalde as- jn de kiem smoorde. Het rijke Holland Duitsland, Noorwegen, Portugal, Spanje, de ordend wat zich amateuristisch of op be-
pecten uit de Utrechtse school en mof het van voorheen stond steeds royaal open Verenigde Staten en Canada. roensnlan. tot bonden en federaties ver
werk uit de kleurrijke periode van Frans i
Hals. Maar ook de genretaferelen van voor al wat M buitenland aan schep-
Als in ons astronomisch raadsel werd
haar man (waarin we soms haar hand pende en herscheppende muziek te bie- paganda over de grenzen ijverig aange-
herkennen) hebben haar niet onbeinvloed den had, maar de vreemdeling, die hier paT( heeft. Het thans verschenen boek
Selaten' poolshoogte kwam nemen van het eigen diensten 'kunnen''bewijen! wanfhetTan
muziekleven, ging doorgaans met de in- niet uitblijven dat het overzicht van wat
druk naar huis, die Charles Burney op er in een klein land als Nederland op mu
zikaal gebied zoal omgaat en hoe dit alles
organisatorisch geregeld en verbonden is,
in het buitenland respect zal afdwingen en
diensvolgens belangstelling zal wekken
voor het werk van zijn componist
tttt tott aiirc kr*, i j 4 j enigd heeft. En dat is geen klein beetje.
UIT DIT ALLES blijkt, dat zij de pro- Rovend
ien wordt in dit hoofdstuk een
bliksem langs de metalen stokken worden
afgevoerd.
Hengelen tijdens onweer is gevaarlijk.
In de eerste plaats al omdat u in de open
lucht aanwezig blijft en in de tweede
plaats doordat u een natte hengel vast
houdt die ook nog in het goed geleidende sen 25 en 33.
wanneer men weet dat er gemiddeld per
dag over de hele wereld ongeveer 44.000
onweersbuien voorkomen. Het eiland Ja
va spant met 225 onweersdagen per jaar
de kroon. In Nederland varieert het nor
male aantal onweersdagen per jaar tus-
MUSIC IN HOLLAND" is een lijvig
boek geworden van 250 bladzijden. Prof.
Eduard Reeser schreef ter inleiding een
beknopt historisch overzicht, met het doel
het begrip „Nederlandse muziek" te be
palen. Een vrij omvangrijk biografisch
gedeelte, waarin ongeveer negentig figuren
de revue passeren, werd verzorgd door
Wouter Paap. Uiteraard heeft de auteur
enkele vooraanstaande componisten meer
uitvoerig behandeld. Zo wordt bijzonder
de aandacht gevestigd op het werk van
Sem Dresden, van Willem Pijper, van
Hendrik Andriessen en van Henk Badings.
Paap kenschetst het pionierschap van
Pijper door diepgaand in te gaan op zijn
persoonlijke stijl en op de invloed die hij
Nederlandse componisten in het Vondel
park te Amsterdam. Van links naar rechts
Henk Badings. Rudolf Mengelberg, An-
thon van der Horst, Ton de Leeuw, Jur
riaan Andriessen, Oscar van Hemel,
Herman Strategier, Karei Mengelberg en
Hans Kox.
overzicht gegeven van het subsidie- en
systeem.
Tenslotte is ook nog aandacht geschon
ken aan de amusementsmuziek in ons land,
een onderwerp dat in tien pagina's be
handeld werd door Aat Swart.
ALS MEN het zo bij elkaar ziet, gaat er
>n dat kleine landje dat het onze is muzi
kaal heel wat om. Zou er wel een land
ter wereld, zijn dat op een zo beperkte
oppervlakte niet minder dan elf beroeps
orkesten bezit, ongerekend het orkest van
de Nederlandse Onera en de Radio-
orkesten? Daar staat tegenover dat wij op
het gebied der opera moeilijk tot zelf
standigheid kunnen komen, ivat. dan weer
gecompenseerd ivordt door onze koor-
CUltUUT.
„MUSIC IN HOLLAND" verschijnt met
een „in memoriam" Dr. Eduard van Bei-
num. Op de achterzijde van de bijzonder
mooie foto van de betreurde meester-diri-
gent, die onze muziekbeiangen in het
buitenland steeds hooghield en bevor
derde, staan een paar zinsneden uit de
redevoering die hij in december 1956 hield
tijdens de plechtige zitting van de Senaat
van de Universiteit van Amsterdam, welke
hem tot ere-doctor benoemde. Onder meer
dit:
„The music is always greater than the
person". („De muziek is altijd belangrijker
dan hij die ze uitvoert").
Met deze nobele gedachte als motto, gaat
„Music in Holland" de wijde wereld in.
Jos. de Klerk