Peter vertelt sprookjes
Russen maakten nader kennis
met Christendom op EXPO
IJtunnel is „klaar voor onderwater"
Maatschappelijk buurtwerk Haarlem
ontwikkelt zich gunstig
J. v.d. IVHje
FOTOKOPIEËN
Neem deTlitspuit
a f 1.40
DINSDAG 4 AUGUSTUS 19 5 9
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Orionweg stond er
„gekleurd" op
Veertig jaar bij P.T.T.
Burgerlijke Stand
van Haarlem
JAARVERSLAG 1958
Lichtdrukkerij de Rooij
Examens
Alle fnsekten het huis uit!^
Flessen vanaf liter
FLIT
DDT
KERKELIJK LEVEN
Actie tot hereniging der
gereformeerde kerken
UIT STAD EN STREEK
(Van onze Amsterdamse redacteur)
ER GROEIT ONKRUID op de plaats,
waar Amsterdam enige jaren geleden een
begin maakte met de bouw van de IJ
tunnel. De bouwput bij de spoordijk aan
de Dijksgracht is verlaten en de tunnel
bouw schijnt een slapend plan te zijn ge
worden. Maar enkele honderden meters
verder, in het Oosterdok, wordt in het
tunnelbureau onder leiding van ir. B. Jan
sen hard gewerkt aan de voorbereidingen.
Er is, na wat vijven en zessen, met Rijks
waterstaat overeenstemming bereikt over
de technische details van de bouw. Het
wachten is nu op het sein van de regering,
die Amsterdam destijds een halt toeriep.
Als dat vandaag komt, kan het werk mor
gen worden voortgezet. Want de IJtunnel
is, zoals ir. Jansen dat noemt, „klaar voor
onder water".
Overigens ziet het er niet naar uit, dat
het rijk vandaag dat seintje zal geven. De
voorrangskwestie: Coen- of IJtunnel is nog
altijd niet opgelost en men mag niet ver
wachten, dat burgemeester mr G. van
Hall. die reeds vele keren met het ministe
rie. van Verkeer en Waterstaat heeft ge
confereerd, uitsluitend over die IJtunnel
heeft gesproken.
Want het waterstaatkundige verlang-
Straattekenoars in actie
Het grijze asfalt van de Orionweg in
laarlem-Noord was vanmorgen één
groot prentenboek vol kleurige teke
ningen. Straatartiesten van zeven tot veer
den jaar tweeënnegentig in getal, vulden
de hun toegewezen vakken met mooie,
grappige en fantastische illustraties naar
gelang het hun invliel. Deze straatteken-
wedstrijd, georganiseerd door de Haar-
'emse Raad voor de Jeugd, is bij jong en
iud bijzonder in de smaak gevallen. De
nee' -emers hadden de meest uiteenlopen
de onderwerpen gekozen. We zagen vlie
gende schotels, naast een momentopname
uit de Tour de France, een robuuste cow
boy naast een fijn tekeninkje van Haar
lem Bloemenstad.
Om half twaalf wandelden hoofdcom
missaris Fontijne en de heer M. P. I. van
der Weiden, oud-leraar aan het Trini-
teitslyceum in Haarlem, die de jury vorm
den langs de tentoonstelling. Klokslag
twaalf uur hadden zij hun beslissingen ge
nomen en kon de heer Fontijne de prijzen
aan de volgende kinderen uitreiken: 1.
Drieke de Maar met „Welkom in Hol
land"; 2. Luud Koelemeijer met „Skiër";
3. Sonja Meijboom met „Boom met vo
gels"; 4. Evert Dikker met „Meeuwen";
5. Suzanne Piët met „Haarlem Bloemen
stad"; 6. Germain Vethaak met „Heelal in
2000"; 7. Rijno Onrust; 8. Martin Groot;
9. Harm Remer; 10. Annelies van Dam;
11. Paul Bax; 12. Annetje Fokkema; 13.
Gerlof Smit; 14. Lieneke Hogersteger;
15. Vincent Groot; 16. Marijke v. d. Geest.
Woensdag worden nieuwe straatteken
wedstrijden gehouden aan de Eksterstraat
en- de Van Dortstraat in Haarlem-Noord
en aan de Graafschapstraat in Haarlem-
Oost
Maandag zal de heer J. Nooteboom uit
de Dahliastraat in Haarlem, besteller I bij
de P.T.T., de dag herdenken dat hij veer
tig jaar geleden bij 't Staatsbedrijf P.T.T.
in dienst trad. De jubilaris is zijn postale
loopbaan in 1919 als hulpbesteller begon
nen. Een jaar later volgde zijn aanstelling
als besteller. Na verscheidene jaren in de
diverse stadswijken in de bestelling te
hebben gelopen ging hij over naar de voor
sortering van de poststukken. Enige tijd
heeft hij voorts dienst gedaan op de af
deling strafporten. De laatste jaren werkt
hij aan het adresboek teneinde de adressen
te veranderen van diegenen die uit Haar
lem zijn vertrokken. Voorts werkt hij op
de afdeling vakantieadressen. In de kan
tine van het postgebouw aan de Baljuws
laan zal de jubilaris om elf uur recipiëren.
Advertentie
'^koop - Verkoop - Ruilen - Huurkoop
- Bandrecorders - Pick-ups
Grammofoonplaten - T.V. enz.
onder garantie
\msterdamstraat 20 - 22
Telefoon 17601
BEVALLEN van een zoon: 28 juli:
A. M. G. de Vries-Hage; J. Klop-Berkhof;
29 juli: C. Post-Akersloot; J. M. ten Have-
Esveld; J. C. L. Heemskerk-Bakker; C. P.
C. M. Verbeek-Kil; 30 juli: G. M. van der
Veldt-Van der Linden; J. Ottens-van
Heerden; A. W. Beldman-Baars; 31 juli:
G. C. Kuijer-Bosch; M. J. Schouten-Ree-
mer; H. van Steeg-Hofstee; A. T. J. A.
Beens-Meeusen; 1 aug.: I. H. Lorang-
Horster.
BEVALLEN van een dochter: 29 juli:
J. W. Spee-Moorman; A. C. Hofstee-Den-
neman; M. M. J. Jansen-Smit; P. E. van
Lieshout-de Rijk; 30 juli: J. M. Steffers-
van der Lans; 31 juli: F. van der Ham-
Kuijpers; Z. E. Bernat-Légradi; P. W. M.
Tromp-Stiphout.
GETROUWD: 30 juli: P. J. Kalkman en
A. Stroeve; A. M. F. X. I. Hens en S. M.
Bakker; J. P. Slot en F. C. A. M. Harmsen;
J. Kabel en E. C. Bogaard; C. M. van
Strien en K. Bruijn; D. P. Windhorst en
L, K .Hoek; 1 aug.: A. H. Kolb en W. C. J.
Rijkeboer; J. J. de Vries en S. J. J. Ha
ring; A. Vermeer en J. M. Pardoen; K. C.
Noijons en C. C. Terstal; W. J. Kraaijenga
en T. J. van der Linden.
ONDERTROUWD: 30 juli: J. L. J. Kla-
•en en A. P. Nolet; G. J. Koningsveld en
V. Slager; 1 aug.: H. Knol en C. Span-
'aart; R. C. Veenendaal en J. G. van
i:nkel.
OVERLEDEN: 28 juli: F. M. Biere, 4 j.,
Byzantiumstraat; 29 juli: K. J. Bosch-
Bakker, 63 j., Pres. Steijnstraat; W. J.
Moolenaar, 78 j., Saenredamstraat; A. J.
Hooijen, 77 j., Kampersingel; D. van Ko
nijnenburg, 89 j., Middenlaan; E. Strobel,
69 j., Marsstraat.
Het probleemgezin kenmerkt zich door
een achterblijven, door een niet opgewas
sen zijn tegen de eisen van onze zich zo
snel ontwikkelende samenleving. Dit de
monstreert zich in allerlei soms zeer hin
derlijke symptomen, welke grotendeels
worden opgeroepen door de feitelijke on
macht van de betrokkenen zich op maat
schappelijk aanvaardbare wijze te gedra
gen. Deze onmacht werd vroeger alge
meen, en tegenwoordig op grond van op
pervlakkige waarneming door velen nog
steeds, opgevat als onwil. De illusie dat
harder aanpak en steviger maatregelen
aan allerlei vormen van onmaatschappe
lijkheid wel de kop kunnen indrukken is
nog allerminst uitgestorven. Maar deze
fout, onmacht aan te zien voor onwil, be
taalt het probleemgezin aan de rest van
de samenleving met gelijke munt terug.
Het leeft in de vaste overtuiging dat de
maatschappelijk hoger geplaatsten het
maar voor het zeggen hebben en alles
naar hun zin kunnen regelen.
Het bovenstaande kan men lezen in het
jaarverslag over 1958 van de stichting
„Bijzondere sociale zorg en maatschappe
lijk buurtwerk Haarlem". De directeur
constateert in dit verslag dat de resulta
ten van het maatschappelijk werk ten be
hoeve van probleemgezinnen zich niet in
getallen laten uitdrukken. Toch valt een
goede ontwikkeling in het werk op Te mer
ken. L|£ maatstaf voor het succes zijn de
verbefCTing van contact tussen maat
schappelijk werker en gezin, en het
groeiend vertrouwen van de betrokke
nen. Voornamelijk door onbekendheid met
de eigen aard en sfeer van het maat
schappelijk werk begaan buitenstaanders,
aldus het jaarverslag, nogal eens fouten
die schade doen aan de kwetsbare ver
houding tussen maatschappelijk werker en
de gezinnen. Telkens en telkens moeten wij
ervaren, hoe vaak uitlatingen worden ge
daan die het vertrouwen van de maat
schappelijk werker aantasten, aldus de di
recteur. Dit gebeurt dan zonder opzet of
kwade trouw, meestal uit onnadenkend
heid.
Gememoreerd wordt dat de stichting zich
niet bezig houdt met het directe maat
schappelijk werk, dat voorbehouden blijft
aan de levensbeschouwelijke instellingen
die in de stichting samenwerken. Het be
stuur onderging in het verslagjaar enkele
wijzigingen. Mr. O. P. F. M. Cremers werd
als voorzitter opgevolgd door mevrouw
mr. E. A. J. Scheltema-Conradi.
Adviezen werden gegeven met betrek
king tot de woningbouw en de huisvesting
van gezinnen. Herhaaldelijk werd met de
dienst van Bouw- en Woningtoezicht con
tact gezocht over het onderhoud van ge
meentewoningen. De door de stichting be
pleite verbeteringen bleken op onoverko
melijke financiële bezwaren te stuiten.
Uitgebreid overleg had plaats met betrek
king tot een door professor ir. Ie T. Zwiers
ontworpen buurthuis voor „Parkwijk".
Daar een definitief buurthuis nog niet kan
worden gesticht, zal een houten noodge
bouw worden geplaatst. Een van de wo
ningen zal als wijkbureau voor de maat
schappelijke werksters worden ingericht.
Met andere gemeentelijke diensten werd
eveneens oveideg gepleegd, ondermeer
over de inrichting van een kleuterspeel-
Advertentie
Schagchelstraat 14
NIEUWSTE PROCÉDÉ
Amsterdam. Engels m.o.-A: mej. C. J. C.
van den Wijngaard, 's-Gravenhage; R.
Bekendam, Amsterdam; P. A. de Jong,
Eindhoven; P. J. J. Leenaarts, Kaatsheuvel;
T. Stijnman, Haarlem.
Amsterdam. Frans m.o.-B: W. J. A. Bots,
Leiden; C. Denijs, Laren; J. M. Fabriek,
Heerlen; H. A. Fossen, Bussum; W. A.
Houtman, Goes; J. Kruizinga, Groningen;
P. Lamme, Rotterdam; H. J. M. Roozen,
Laren; T. Strobel, Bloemendaal; A. A.
Veenhof, Eindhoven en W. F. van der
ploeg, Amsterdam.
Utrecht. Frans m.o.-A: D. van den Brink,
Velsen; W. Ch. Butzelaar, Soest; M.
Braaksma, Breda en de dames M. A. van
Zellem-Van Klaveren, Zwolle; I. W. M.
Adriaansens-Hezemans. Schiedam; Th. J.
van Bemmel, Haarleu; G. Valken, Amster
dam en H. G. Wildeboer, Utrecht.
VOETBAL. Na Feijenoord is thans de
Rotterdamse voetbalvereniging Sparta er
ook toe overgegaan de toegangsprijzen
voor de competitiewedstrijden met ingang
van het komende seizoen te verhogen.
plaats en de verkrijging van een voetbal
veld.
Het werk in het buurthuis „De Brug"
vertoonde een verheugende ontwikkeling.
De noodzaak bleek met te veel aan bepaal
de schema's vast te houden. Dit mede als
gevolg van de beperkte zaalruimte voor
het instuifwerk. Vergroting van de acco-
modatie zal het buurtwerk ten goede ko
men. In het buurthuis werden enkele cur
sussen gegeven, ondermeer in koken en
naaien. Diverse uitvoeringen en lezingen
werden gegeven, enkele clubs waren zeer
actief. Van het buurthuis wordt een inten
sief gebruik gemaakt. Uit alles blijkt dat
men de aanwezigheid van dit buurthuis
waardeert.
lijstje van de hoofdstad is lang. Het bevat
een aantal projecten, die vrijwel alle even
urgent zijn. En Rijkswaterstaat, die toch
al de handen vol heeft aan het Deltaplan,
kan niet teveel hooi op zijn vork nemen.
Want 's rijks schatkist, die bij het inwilli
gen van Amsterdams wensen niet gesloten
kan blijven, moet méér liefhebbers tevre
den stellen.
Om bij de Amsterdamse verlangens te
blijven: daar is de noodzakelijke verbete
ring van de havenmond bij IJmuiden,
waarvan het Waterloopkundige Laborato
rium van de Technische Hogeschool in
Delft onlangs de studie heeft afgesloten.
Aansluitend hierop heeft Amsterdam groot
belang bij een spoedige uitbreiding van
het westelijk havengebied. Weliswaar kan
de uitvoering van dit gigantische plan in
etappes geschieden, maar elk van die
etappes vraagt enorme investeringen. Dan
is er de Hembrug, op het ogenblik het
grootste obstakel voor de Amsterdamse
haven. Het is zeer de vraag of tegelijk
met de uitvoering van het IJtunnelplan
aangenomen, dat dit op de Coentunnel
voorrang zal krijgen de bouw van de
Hem-spoorwegtunnel ter hand kan wor
den genomen. En ten slotte is daar nog
Amsterdams vurige wens tot vergroting
van de capaciteit van de sluis bij Wijk bij
Duurstede, die thans nog de ontwikkeling
van de Rijnscheepvaart in de weg staat.
De zorg van ir. Jansen geldt slechts de
IJtunnel, die op papier gereed is. Na over
leg met Rijkswaterstaat zijn in het oor
spronkelijke plan enige wijzigingen aan
gebracht. Zo werd het maken van een 21
meter diepe bouwput in het Oosterdok te
riskant geacht in verband met de gevol
gen, die het verlagen van de waterstand
voor de funderingen in de omgeving zou
hebben. Ook dit gedeelte van de tunnel zal
nu volgens de zinkmethode (twee zink-
stukken van elk 86 meter) worden uitge
voerd. Een andere belangrijke wijziging
betreft de fundering van het tunnelgedeel
te onder het IJ. Na vele berekeningen is
besloten de zinkstukken te funderen met
lange dikke palen, die op de derde zand
laag zullen rusten en dus 70 meter lang
moeten zijn.
Al deze plannen blijven voorlopig nog
rusten. Maar Amsterdam bereidt zich niet
temin reeds voor op de aanwezigheid van
de IJtunnel. Met de sanering van de voor
malige Jodenbuurt, waar het zuidelijk deel
van de tunnel uitmondt, wordt grote spoed
betracht. Honderden woningen zijn reeds
ontruimd en steeds groter worden de ga
pingen tussen de huizenblokken, die op de
sloperslijst staan. Amsterdam zit dus niet
stil. Als de toestemming voor de tunnel
bouw afkomt, zal er geen minuut verloren
behoeven te gaan.
Advertentie
ook 'm aerosol: f 4.SO
Peter Breed uit de
Haarlemse Luitesteeg is
een geboren sprookjes
verteller. Ondanks zijn zes
lentes weet hij zijn won
derlijke verhalen van
eigen fabrikaat smaakvol
op te dissen. Naast een
onuitputtelijke fantasie
spreidt hij daarbij een
grote vindingsrijkheid ten
toon. Voor elk moeilijk
parket waarin zijn reuzen,
kabouters, boeven en poli
tiemannen mochten komen
te verkeren schudt hij een
oplossing uit de mouw. Pe
tertje heeft zo zijn eigen
manier van vertellen. Hij
leest met volle overgave
uit een boek voor. Al
thans zo lijkt het voor de
oppervlakkige toehoorder.
Wie scherper toekijkt zou
namelijk zien dat hij op
een innemende wijze een
loopje met de waarheid
neemt. Het feit dat de ge
heimen van aap-noot-mies
nog niet helemaal tot hem
doorgedrongen zijn verdoe
zelt hij meesterlijk door
geen oog van het boek dat
voor hem op tafel ligt af te
houden en woord voor
woord met zijn kleine wijs
vinger te volgen.
„En toen schopte de reus
tegen een pampiertje dat
op de grond lag en hij
vroeg aan kabouter Punt
baard: Wa's dat? Da's een
zieltje, zei kabouter Punt
baard. Die gaat naar de
hemel. Nou toen kwam er
op eens een pelisie aan en
die zei: Jullie mogen op
straat niet voetballe. Dat
moet u ook eens aan die
andere knulle zegge, die
schiete altijd in m'n tuin
tje,, zei kabouter Punt
baard. Toen keek die agent
erg vuil, maar omdat die
reus er bij stond dorst hij
niks te zegge en liep gauw
door." Peter zuchtte eens
diep en sloeg het boek
langzaam dicht. Hij keek
met een rimpel tussen de
ogen om zich heen en be
loofde gul: „Morgen ga ik
verder, 't Is nog lang niet
uit, er komen nóg vijf
delen.
Dit zonnige tafereeltje
speelde zich af in een lo
kaaltje op de binnenplaats
van de Stadsdoelen aan de
Gasthuisstraat waar enkele
dames van de Stadsbiblio
theek een omvangrijke en
aantrekkelijke voorraad
jeugdlectuur hadden uitge
stald ten behoeve van va-
kantie-activiteten, die de
Haarlemse Raad voor de
Jeugd op touw heeft gezet.
Er was volop keus in span
nende boeken over India
nen, sport, ruimtevaart,
ontdekkingsreizen en nog
veel meer onderwerpen.
Verder stapels jeugdbla
den, waarin de heldenda
den van Donald Duck, Tom
Poes, Ollie B. Bommel,
Kick Wilstra en anderen
kleurrijk en in een niet te
stuiten stroom afleverin
gen bezongen worden.
Buiten sijpelde een mie
zerige motregen omlaag. In
een hoek van het plein
groepte een handjevol kin
deren onder een afdak
rond een lange tafel. Ijve
rig vormden zij hompen
pottebakkersklei tot het
produkt van hun fantasie.
Op- en aanmerkingen met
betrekking tot eikaars
prestaties waren er bij de
vleet.
Een knaap met een ver
warde blonde kuif en een
kleiveeg langs de neus
kletste met zichtbaar wel
behagen telkens zijn vlak
ke hand op de weke sub
stantie en kondigde luid
keels aan: „Jonges ik ga
een asbak make foor me
fader!" Asbak, asbak, as
bak, brulden zijn tafelge
noten prompt in koor. Het
meisje naast hem was nog
bij zichzelf aan het over
leggen wat ze zou maken.
Langzaam rolde ze een
enorme kleisigaar heen en
weer om die even later
weer tot een vormloze mas
sa te kneden. „Wat maak
jij nou?" vroeg ze onder
hand aan de jongen tegen
over haar, die ingespannen
aan het werk was. „Dasal-
jewelsien", zei de artiest
een beetje uit de hoogte
zonder zijn blik van zijn
wordende schepping los te
laten. Aan het andere eind
van de tafel hadden enkele
minder kunstzinnig aange
legde jongelingen al ras
ontdekt dat je elkaar met
klei ook „lekker" kan be
kogelen. Maar de scher
mutselingen waren al de
kop ingedrukt voordat ze
goed en wel op gang waren
gekomen. „We maken er
geen potje van, hè?" zei de
leider van het groepje en
daar konden de „boosdoe
ners" weinig tegen in
brengen. „Jöh, ga je mee
naar de leeshoek. Daar
hebben ze van die móórd-
boeken". En wèg waren
Pasteur A. P. Wassiljev, voorganger
van de evangelische Russische kerk te
Brussel heeft in het onlangs verschenen
zomernummer van „La Revue de l'Evan-
gélisation" een artikel geschreven over
zijn ervaringen bij het rondleiden van be
zoekers uit Rusland en andere landen ach
ter het IJzeren Gordijn op dè vorig jaar
gehouden wereldtentoonstelling te Brus
sel. Op grond van officiële cijfers schat
hij het aantal Russische bezoekers op
meer dan tienduizend.
Duidelij zag men, dat ze behoorden tot
de leidende en bevoorrechte klasse: leden
van de Academie van Wetenschappen, ge
leerden, schrijvers, pedagugen ingenieurs
chemici, landbouwkundigen, directeurs
van collectieve boerderijen, burgemees
ters van grote steden, groepen kunste
naars, sportkampioenen, technici, zeelie
den, vliegeniers enzovoort. De leeftijd va
rieerde tussen dertig en zestig jaar, met
uitzondering van kunstenaars en zeeva
renden. Dit lijkt een aanwijzing, dat de
machthebbers beducht waren jongeren te
sturen, die gemakkelijker te beïnvloeden
zijn. Ongeveer vijftien percent was vrou
wen, die grotendeels tot de klasse der in
tellectuelen behoorden.
Wassiljev onderscheidt drie categorieën
van Russische bezoekers aan de Expo:
1. De militante atheïsten, ironisch en
spotlustig, kwamen zelden voor. Zij wa
ren verantwoordelijk voor gezelschappen.
Ze waren correct, maar volstrekt gesloten.
Zodra ze constateerden, dat ze te maken
hadden met „ideologische propaganddis-
ten," stelden ze alles in het werk om de
leden van hun groep bij hen vandaan te
houden en te vertrekken onder het voor
wendsel, dat hun program "an bezoeken
aan de paviljoens te overladen was.
2. De grote meerderheid was neutraal,
maar stond open voor godsdienstige en
geestelijke vraagstukken en beschouwde
het christendom met sympathie. In de ge
sprekken kon men vaststellen, dat onge
veer tachtig percent van de bezoekers een
vage christelijke achtergrond had be
waard.
3. Sommigen verklaarden, hetzij spon
taan, hetzij in de loop van een meer ver
trouwelijk onderhoud, dat ze gelovigen wa
ren.
De twee laatstgenoemde categorieën
vroegen en namen met gretigheid in ont
vangst: bijbels, nieuwe testamenten,
evangeliën en het protestantse Russische
evangelisatieblad. De geschriften in zak
formaat hadden hun voorkeur, omdat ze
gemakkelijker mee te nemen en te ver
bergen waren. Ze werden allen weerhou
den door de vrees de toegestane hoeveel
heid te overschrijden, omdat zij zich voor
hun vertrek hadden verbonden alleen
maar geschriften over de paviljoens mee
te zullen nemen.
„In het algemeen," zo schrijft Wassil
jev, „stonden de Russische bezoekers
meer open wanneer ze alleen kwamen,
dan wanneer ze in groepsverband waren.
Het meest frappeerde ons, dat ze, strikt
genomen, geen materialistische, marxis-
I tische overtuigingen koesterden, terwijl
het toch voor de hand lag, zulks te ver-
i wachten bij de vertegenwoordigers van de
j leidende klasse. Het was niet nodig hun
de dwalingen van het communisme voor
te houden. Hun tegenwerpingen, die op
recht leken, kwamen in het algemeen
voort uit de naar hun mening niet weg te
redeneren tegenstelling tussen godsdienst
en wetenschap, voor de wetenschap had
den zij duidelijk grote geestdrift. Het pro
bleem van wederzijdse verantwoording
tussen wetenschap en religie was werke
lijk een brandende kwestie voor hen."
De schrijver vertelt dan, dat hier de
editie van het evagelisatieblad in de Rus
sische taal, die geheel gewijd was aan „de
eerste bladzijde van de Bijbel," er veel
toe heeft bijgedragen om hen die nog al
tijd niet in staat waren de „bijbel.se le
genden" en de wetenschappelijke vooruit
gang, de evolutieleer en het bijbelse schep
pingsverhaal met elkaar te verzoenen, ver
trouwd te maken met de gedachte, dat
hier toch niet de kloof was die zij veron
derstelden.
Een ander punt, dat de Russische be
zoekers ernstig bezighield was het kunst
matig opwekken van leven; het feit dat
niet-organische stof overgaat in levende
materie leek hun de genadeslag voor de
godsdienst. In de loop van hun verblijf in
België en tijdens hei bezoek aan de Expo
hebben sommigen van hen zich reken
schap gegeven, dat men de verworvenhe
den van de techniek heel goed kan verzoe
nen met godsdienstige overtuigingen. De
vraag of wonderen mogelijk zijn houdt hen
in hoge mate bezig.
Het vraagstuk van de vrede houdt hen
veel meer bezig dan de mensen van het
Westen, omdat zij geloven in de mogelijk
heid van een op handen zijnde oorlog. Het
Christendom in het algemeen verwijten ze
funeste dwalingen. De anti-religieuze pro
paganda neemt vaak toevlucht tot valse
uitleg van de Bijbel, bijvoorbeeld de op
vatting van de arbeid als een vloek ten
gevolge van de zonde, mindenvaardigheid
van de vrouw ten opzichte van de man en
zovoort. „Wij moesten dus," aldus pas
teur Wassiljev, „de juiste interpretatie van
de bijbelteksten in ere herstellen."
Een ander probleem voor hen was: hoe
kan er een zo grote zedelijke bandeloos
heid in de christelijke landen bestaan (on
der meer tot uiting komend in affiches,
advertenties, bioscopen, (literatuur)?
Waarom richten de radiostations van het
westen aanvallen op de U.S.S.R.? Zij ver
keren in de mening dat de kracht en in
vloed van het christendom louter te dan
ken is aan haar financiële grondslag. Niet
minder interesseert hun het rassenvraag
stuk.
De moderne kunst op de Expo en in de
paviljoens van het Vaticaan en van de
Protestantse kerken heeft de grote meer
derheid van deze Russen gechoqueerd. Ze
vonden het een profanatie van het heilige
en vroegen hoe het mogelijk was dat de
christelijke kerken dergelijke voorstellin
gen goedkeurden.
Bepaalde bezoekers hadden zuiver gods
dienstige vragen. Wat moet men doen om
gered te worden? Wat is zonde? Zullen de
niet-christenen gered worden? Waarom is
het huwelijk onontbindbaar? Met grote be
langstelling luisterden ze naar hetgeen het
Evangelie over deze punten leert. Het
vraagstuk van de onsterfelijkheid der ziel,
de mogelijkheid van de gemeenschap met
God in het gebed, Gods zorg en bemoeie
nis met alle mensen en de evangelische
leer van de liefde tot de naaste, maakten
eveneens een diepe indruk op hen.
Hun interesse voor religieuze en geeste
lijke problemen kwam ook aan het licht
door de geheime n anonieme giften, dik
wijls aanzienlijke bedragen in sovjet-roe
bels en deviezen van de landen achter het
IJzeren Gordijn. Men had dit gedeponeerd
in de offerblokken van de paviljoens met
een godsdienstig karakter op de Expo zelf,
maar ook in die van de kathedralen en
kerken van Brussel en Antwerpen, die de
toeristen uit de Sovjet-Unie konden be
zoeken.
Het probleem, dat voor hen even theo
retisch als praktisch van aard is, is het
vraagstuk van de vrijheid. Zij voelden
dit bleek duidelijk hoezeer hun vrijheid
beperkt werd. Aan de andere kant heb
ben ze weinig op met wat ze „de bour-
geoise opvatting van de vrijheid" noe
men: vrij zijn om zich louter met zijn
eigen belangen bezig te houden, met een
minachtende verwaarlozing van de collec
tiviteit der mensen.
In het algemeen voelde men, dat de ge
stelde vragen in vex-band stonden met
persoonlijke aangelegenheden, behalve bij
enkele groepsleiders en militante atheïs
ten die de neiging hadden hatelijke strik
vragen te stellen. Dit soort tegenwerpin
gen kwam trouwens nooit van de kant
van wetenschapsmensen. Deze tegensti-ib-
belaars werden gemakkelijk op hun num
mer gezet door een eenvoudige redenering
of een woord uit de Bijbel, dat ze in het al
gemeen niet verwachtten. Wanneer ze niet
in groepsverband waren, bleken ze ge
makkelijk bereid hun standpunt te her
zien.
„Wij hebben er heel wat ontmoet," al
dus pasteur Wassiljev, die na een onder
houd en de ontvangst van een Bijbel of een
Nieuw Testament spontaan een gesprek
begonnen om opheldering te krijgen of om
te zeggen hoezeer het Evangelie, dat ze
voor het eerst ontdekten, hun bewondering
had vei'worven. Wij bewaren de herinne
ring aan die Russische toeriste uit het
zuiden van de U.S.S.R., die bij het zien
van het nieuwe testament in bet Russisch
uitriep: „Ziedaar eindelijk het boek waar
over mijn moeder me in mijn kinderja
ren vei-teld heeft. Ik moet naar het buiten
land om er een te kunnen krijgen!" Wan
neer haar zowel een Bijbel als een Nieuw
Testament wordt aangeboden, zegt ze:
„Het eerste boek zal ik voor me zelf hou
den, het andei-e zal ik in Rusland schen
ken aan iemand, die ongelukkiger is dan
ikzelf."
Aldus pasteur A. P. Wassiljev van Brus
sel in de „Revue de l'Evangelisation".
Er is ook te Lisse een activiteit waar te
nemen om te komen tot hei-eniging van
allen, die de gereformeerde belijdenis zijn
toegedaan. Een commissie heeft zich ge
vormd bestaande uit leden der Chr. Geref.
Kerk, Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt
en de Gei-eformeerde Kerk (synodaal).
Door de leden van de laatstgenoemde kerk
is een schrijven gericht tot de generale
synode der Gereformeerde Kerken om de
struikelblokken tot hereniging der gerefor
meerde kerken uit de weg te nemen. Mst
de struikelblokken worden bedoeld alle
door de synode vastgestelde verklaringen
van 1942, 1946 en 1954. Men vraagt in het
genoemde schrijven deze verklainngen
terzijde te stellen en het kei-kelijk gesprek
mogelijk te maken alleen op grond van de
„Drie Foi-mulieren van Enigheid", zoals
deze door alle kerken der gereformeerde
gezindte aanvaard worden. Met het ter
zijde stellen van de synodale verklaringen
komen dan tevens te vervallen alle afzet
tingen en schorsingen van predikanten en
ambtsdragers in de veertiger jaren.
„Mochten de kerken nog niet tot elkaar
komen", zo vervolgen de briefschrijvers,
„laat dan een voorstel uitgaan naar de
synode der Chi-istelijk Gereformeerde en
de Vrijgemaakte Gereformeerde Kerk om
een synode op internationaal niveau te
doen samem-oepen, welke de onderschei
den kerken van raad kan dienen na vol
ledig kennis te hebben genomen van alles
wat de verschillende gereformeerde kerken
gescheiden houdt".
Met belangstelling wordt afgewacht wat
hier door de synode zal worden geant
woord.
Nieuws in het kort
Doorgereden. Maandagavond om
kwart voor acht kwam een 33-jarige wiel-
rijdster op de Zijlweg in Haarlem te vallen
toen een haar passerende jeugdige fietser
haar stuur met het zijne raakte. De wiel-
x-ijdster werd met een gebroken enkel in de
Mariastichting opgenomen. De jongen is
zonder zich bekend te maken doorgereden.
De Haarlemse politie vraagt eventuele ge
tuigen van dit ongeval zich met haar in
verbinding te stellen.