Stichting Openbaar Kunstbezit
HARPISTENBEDEVAART NAAR KONING DAVIDS GRAF
Rockin' met
Oom Sanny
NIEUWE BOEKEN
in zakformaat
HOE ONTSTAAT HAGEL MIDDEN IN DE ZOMER?
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1959
Erbij
PAGINA TWh.;
Honderden jonge rock 'n rollenthousias-
ten hebben deze week in het Amsterdam
se Krasnapolski weer een daverend feest
gevierd, gewijd aan hun idool Elvis-the-
pelvis. Het festijn was op touw gezet door
de „Officiële Nederlandse Elvis Presley
Fanclub" in samenwerking met een Ame
rikaanse grammofoonplatenindustrie en
een idem filmmaatschappij, die wel iets
in zulke „stuntjes" zien. Om acht uur
opende clubpresident Sanny S. Hemerik
(„Oom Sanny" voor zijn maar iets
jongere vriendjes en clubgenoten) de
show met een hartig welkomstwoordje,
waaruit duidelijk werd dat er geen
„r..zooi" geduld zou worden. Dat bleek
een overbodige aansporing, want de ganse
avond werd er geen wanklank gehoord,
althans niet vanuit het jeugdige publiek.
Stil en extatisch zaten ze te luisteren naar
de muzikale verrichtingen van hun vriend
jes, die onder schoonklinkende namen als
„The Presley Cats", The Rhythm Fel
lows", „The Hot Jumpers" en „The Dutch
Everly Brothers" alle tophits van hun ge
liefde Elvis reproduceerden. En soms lang
niet kwaad, al was het dan ook vrijwel
alles slaafse imitatie van de Presley-stijl
en -maniertjes. Die Everly Brothers bij
voorbeeld, twee Indonesische jongens van
een jaar of zeventien, toonden zich ware
virtuozen op de jazzgitaar en hun samen
zang viel ook best te genieten, wanneer
men zich eenmaal op karakter en ritme
van dit soort oerwoudklanken, primitief
maar opwindend, had ingesteld.
Slechts een keer leek het in de zaal ru
moerig te zullen worden. Dat was bij het
optreden van de vijftienjarige Pim Maas
jr., een langharige Nieuwendijker, die
zijn titel als „de Nederlandse Elvis Pres
ley" kwam verdedigen. Terwijl hij kreu
nend, sidderend en schokschouderend
zijn répertoire afwerkte, kwam een deel
van het jeugdige publiek overeind om
„our Pim" met rauwe keelklanken aan te
moedigen.
Maar Oom Sanny, die volgens zijn eigen
clubblad „de meest moderne jeugdleider
van Nederland" en „een moderne Pesta-
lozzi" is bleek zijn klantjes goed in de
hand te hebben. Met één gebiedende
zwaai van zijn arm herstelde hij de meest
volledige rust en orde; dit tot jaloerse ver
bazing van een rechercheur-in-burger, die
voor alle zekerheid een oogje in het zeil
was komen houden. En zelfs tijdens de
danspauzes, toen de jongens en meisjes
hun opgekropte muzikale vervoering in
„bops" en „jives" konden afreageren,
bleef alles nauwkeurig binnen de perken
van het oirbare.
Zo kon iedereen tenslotte moe maar
voldaan huiswaarts keren in de prettige
wetenschap, dat men de wereld-der-vol
wassenen geen nieuwe stof tot roddel
praatjes over „nozem"-excessen ver
schaft had.
BOEKEN als „Murder Inc." van Turkus en
Eeder, Whitehead's „The F.B.I.story", Vance
Packard's „The hidden persuaders" om maar
nkcle titels uit de non-fiction-rubriek te noe
men hebben op min of meer geslaagde wijze
ïetracht het Amerikaanse en verdere wereldpu-
>liek in staat te stellen zich enigszins een beeld
e vormen van wat er aan de hand is in bepaalde
ectoren van het maatschappelijk leven in de
/erenigde Staten. De meeste van deze boeken
.adden een gretig onthaal bij een miljoenonpu-
'iek. weshalve verschillende uitgevers van „pa
perbacks"' zich beijveren meer boeken in dit
Tenre op de markt te brengen.
ZO VERSCHEEN dan onlangs een goedkope
herdruk van „Madison Avenue, U.S.A." van Mar
tin Mayer, die een knappe en ondanks de enorme
Hoeveelheid details steeds interessant en boeiend
blijvende beschrijving geelt van organisatie,
werkwijze, projecten en sociale en politieke in
vloed van de grote Amerikaanse advertentiebu-
eaus. Hier en daar geeft Mayer de auteur van
..The hidden persuaders" een tik op de vingers,
omdat deze zich schuldig maakt aan een laak
bare eenzijdigheid door de „motivation research"
een overheersende plaats toe te kennen. Mayer
laat zien dat er zeer grote zaken op dit terrein
bestaan die er juist helemaal geen bepaald sy
steem op na houden bij hun bewerking van het
publiek.
TOT WELK een faam iemand uit zo'n omge
ving nog wel eens kan geraken beschrijft Alan
Lomax in „Mister Jelly Roll", waarvan de onder
titel luidt: „The fortunes of Jelly Roll Morton,
New Orleans Creole and inventor of jazz". Hoe
wel zeker niet gespeend van arrogantie en nog
veel meer andere zoals men dat zo graag
noemt minder mooie karaktertrekken, blijft
deze geboren muzikant een van de meest fasci
nerende figuren uit de geschiedenis van de jazz
en daardoor ook in de beschavingsgeschiedenis
van Amerika en de rest van de wereld waar jazz
gespeeld wordt. Dit fantastische verhaal werd
grotendeels door Lomax samengesteld uit de
grammofoonopnamen die hij maakte van zijn
interviews met Jelly Roll, die hem zijn levens
loop vertelde, zich zelf begeleidend op zijn piano.
Er. gezien de rol die hij gespeeld heeft in de
ontwikkeling van de jazz in New Orleans is dit
boek uiteraard een onuitputtelijke bron van in
formatie geworden voor elke liefhebber van deze
muziek. Bijzonder attractief is het bijvoegsel:
zestien pagina's muziek van Jelly Roll.
TEN GERIEVE van de jazz-fans zij verder nog
vermeld het verschijnen van „I play as I please"
waarin Humphrey Lyttleton, Engelands „Num
ber One Hot Trumpeter" het beslist niet saaie
verhaal van zijn leven en muziek doet.
A. Meesters
DEZE WEEK ZIJN ER EEN AANTAL
INTERNATIONAAL BEKENDE HARPIS
TEN UIT BELGIË, ENGELAND, FRANK
RIJK, SPANJE, DE VERENIGDE STA
TEN EN NEDERLAND OP BEDEVAART
GETOGEN NAAR HET GRAF VAN KO
NING DAVID TE JERUZALEM, IN WIE
ZIJ HUN BIJBELSE VOORGANGER IN
HET BESPELEN VAN HUN INSTRU
MENT VEREREN. UIT ONS LAND BE
HOREN TOT DEZE BEDEVAARTGAN
GERS DE BEKENDE VROUWELIJKE
VIRTUOZEN ROSA SPIER EN PHIA
BERGHOUT. BOVENDIEN ZAL OOK DE
HARPIST VAN HET RESIDENTIE-OR
KEST, DE HEER EDUARD H. WITSEN-
BURG, DE REIS NAAR ISRAEL ONDER
NEMEN EN WEL BEPAALD OM DEEL
TE NEMEN AAN HET EERSTE INTER
NATIONALE HARPCONCOURS, DAT IN
DE TWEEDE HELFT VAN DEZE MAAND
TE TEL-AVIV PLAATS HEEFT EN
WAARAAN PHIA BERGHOUT VERBON
DEN IS ALS LID VAN DE INTERNATIO
NALE JURY. DE PELGRIMAGE NAAR
HET GRAF VAN DE BIJBELSE HARPE-
NAAR BLIJKT TE ZULLEN UITGROEI
EN TOT EEN GROOT MUZIEKFEEST,
GEWIJD AAN HET OEROUDE TOKKEL-
INSTRUMENT. ER ZULLEN LEZINGEN,
CONCERTEN EN BOVENGENOEMDE
WEDSTRIJD PLAATS VINDEN.
DOOR KONING DAVID IN VERBAND
TE BRENGEN MET HARP EN HARP
SPEL STELT MEN ZICH OP DE BASIS
VAN EEN GEHEILIGDE OVERLEVE
RING. DAAR IS VOOREERST HET BIJ
BELVERHAAL DAT DAVID VOOR SAUL
HET IS NIET te bepalen hoeveel eeuwen
van evolutie de harp gekend heeft eér zij
tot de huidige vorm als pedaalharp met
46 snaren (die door middel van zeven
pedalen 138 tonen kan weergeven) uit
groeide, of eer zij zich tot de nog
jongere chromatische harp met 76
snaren ontwikkelde. Men kan haar oor
sprong in de nacht der tijden vermoeden
als de boog met gespannen pees. (Afbeel
dingen op opgegraven monumenten van
Thebe wijzen er op, dat het instrument
achttien eeuwen vóór onze tijdrekening
reeds een grote graad van ontwikkeling
toinette, de tragische koningin van Frank
rijk, bespeelde, was een voorbeeld van de
luxe waarmee het speeltuig in vele geval
len werd uitgevoerd, want het diende ook
uiterlijk de overdadige weelde van de
modegrillen te volgen.
BIJNA EEN EEUW heeft dit systeem
voldaan aan de eisen van de muziek van
die tijd. Maar in 1811 kwam de Parijse
firma Erard met zijn nu nog algemeen
gebruikte dubbele pedaalharp, die de mo
gelijkheden van het instrument rijkelijk
klank niet weinig verhoogd. Hoewel de
chromatiek op de Erard-harp mogelijk is,
bleef zij toch in wezen een diatonisch in
strument.
Ten slotte is dan in 1897 de firma Pleyel
voor de dag gekomen met een chromatisch
instrument, zonder pedaalmechaniek, maar
met dubbele besnaring, geïnspireerd op de
hierboven genoemde „arpa doppia" uit
1602. Ongetwijfeld biedt dit speeltuig on
eindig meer mogelijkheden; maar toch
heeft het de Erard-harp niet kunnen ver
dringen, wat. deze laatste vooral dankt
aan haar vollere klank.
EN DUS ZULLEN het wel allemaal
harpen met dubbel pedaal zijn, die naar
het Palestijnse land verscheept worden,
om daar tijdens dit veertiendaags muziek
feest, onder de schutse van Koning David,
te klinken. Aan het concours ivordt door
vierenvijftig harpisten deelgenomen en
naast het Nederlandse jurylid Phia Berg
hout zijn als scheidsrechters aangekon
digd: Nicanor Zabaleta (Spanje), Marcel
Grandjany (Frankrijk), Carlos Salzedo
(Amerika) en Maria Korchinsha (Enge
land).
DE MIDDELEEUWEN hebben zich uit
geput in symboliek omtrent de harp en
haar beoefening. De kerkvader Hierony-
mus vergeleek de tien snaren met de tien
geboden. Elders lezen wij van een zeven-
snarig instrument, waarvan de tonen ver
geleken werden met de zeven deugden.
Weer elders zijn die zeven snaren de zeven
plagen. De beroemde componist uit de 14e
eeuw Guillaume Machaut probeerde aan
de vijfentwintig snaren van zijn speeltuig
stuk voor stuk een betekenis te geven,
bijvoorbeeld 1. „goedheid", 2. „blijheid", 3.
„zachtmoedigheid", 4, „nederigheid", enzo
voorts. En zowel in de beeldende kunst als
in de litteratuur is de symboliek soms nog
al drastisch uitgevallen.
OOK HET INTERNATIONALE harp-
feest begint met een symbolische daad.
Het is er echter een zonder spitsvondig
heden, door een realiteit te willen zien in
de bijbelse overlevering dat Koning David
de eerste grote harpenaar geweest is, die
de macht der muziek tegenover die van
het. kwade stelde De pelgrims naar het
graf van Koning David mogen van dit
symbolisch gebaar de zegen op hun kun
stenaarschap meekrijgen.
Jos. de Klerk
SPEELDE OM DEZE TOT GEESTELIJK
EVENWICHT TE BRENGEN; EN VER
DER DAT HIJ ALS KONING DE ERE
DIENST TOEVERTROUWDE AAN DE
LEVIETEN, DIE, IN DE LATER DOOR
SALOMO TE BOUWEN TEMPEL, DE
MUZIEK ZOUDEN VERZORGEN; EN
TEN SLOTTE NOEMT HIJ IN ZIJN
PSALM 150 DE VERSCHILLENDE IN
STRUMENTEN VAN DE TEMPELMU-
ZIEK, WAARIN UITERAARD OOK
HET TOKKELINSTRUMENT EEN ROL
SPEELT. OF HET INSTRUMENT DAT
DAVID BESPEELDE NU WERKELIJK
EEN HARP GEWEEST IS WORDT DOOR
DE GELEERDEN BETWIJFELD. DE BIJ
BELVERTALINGEN BETREFFENDE DE
GECITEERDE INSTRUMENTEN WOR
DEN SLORDIG OF ONJUIST GENOEMD,
HOEWEL VOLGENS KURT SACHS VAN
DE MEESTE SPEELTUIGEN DE OVER
EENKOMSTIGE EUROPEESE SOORT
NAAM BEKEND IS. DEZE SPECIALIST
IN DE INSTRUMENTENKUNDE IS VAN
OORDEEL DAT DE „LIER" VAN DAVID,
DIE TRADITIONEEL ALS „HARP" AAN
GEDUID IS, VERWANT MOET ZIJN MET
DE GRIEKSE „KITHARA", EEN TOK
KELINSTRUMENT MET RECHTHOEKI
GE KLANKKAST.
MAAR EVENALS DE SPRAAKMA
KENDE GEMEENTE ALLE KOPER
BLAASINSTRUMENTEN HOORNS OF
TROMPETTEN NOEMT, ZO ZAL ZIJ
ZICH OOK NIMMER GELEGEN LATEN
AAN DE RESULTATEN VAN DE MU-
ZIEKVORSING VOOR WAT HET IN
STRUMENT AANGAAT DAT DOOR KO
NING DAVID BESPEELD WERD EN
WAARMEE HIJ ZIJN PSALMEN BEGE
LEID HEEFT; HET WAS BESLIST EEN
TOKKELINSTRUMENT EN DUS ALLE
TOKKELINSTRUMENTEN SAMENVAT
TEND EEN „HARP". EN ZO ZIJN DAN
PSALMEN TRADITIONEEL „HARPZAN
GEN" GEWORDEN, ZOALS VONDEL
ZIJN VRIJE BERIJMINGEN BETITELDE.
GEEN WETENSCHAP KAN IN STAAT
WORDEN GEACHT AAN DIE VOOR
STELLING IETS TE VERANDEREN. DE
POËTISCHE VERBEELDING HEEFT DE
HARP NU EENMAAL TOT EEN BIJ
ZONDER VERHEVEN SPEELTUIG GE
MAAKT EN HAAR TRADITIONELE RE
LATIE MET DE GEKROONDE PSAL
MIST ZAL DAARAAN VOORZEKER
NIET VREEMD ZIJN. ZO GEZIEN IS DE
ORIGINELE PELGRIMAGE VAN DE
HARPISTEN UIT DE OUDE EN DE
NIEUWE WERELD NAAR HET GRAF
VAN DE MUZIKALE AARTSVADER
EEN OPMERKELIJKE GESTE, DIE EEN
DIEPE ZIN VERTOLKT.
Koning David met het psalterion, een op
een harp lijkend veelsnarig tokkelinstru-
ment. (Uit een elfde-eeuws handschrift in
het Brits Museum te Londen).
David bespeelt de harp voor Koning Saul. Een kopergravure van Lucas van
Ley den (1494-1533).
bezat en in museums worden harpen be
waard die gevonden werden in Egyptische
koningsgraven van circa vijfendertig
eeuwen vóór Christus. Assyrië, Chaldea.
Griekenland, Rome, zelfs het Verre Oosten
hebben eveneens uit de oudheid rijkelijk
afbeeldingen van het instrument nagelaten.
Alleen van de Hebreeën missen wij derge
lijke positieve gegevens. Stellig is het waar
dat de Egyptenaren al vroegtijdig zowel
de staande als de draagbare harp kenden.
IN HET WESTEN verschijnt het instru
ment het eerst in Ierland, en wel in de
driehoekige vorm, die als nationaal em
bleem nog steeds 's lands wapen siert. Het
werd in de achtste eeuw in het „groene
Erin" ingevoerd door de zeevarende Phoe-
niciërs en bereikte zo, van Ierland uit,
Schotland en Wales. We zijn dan in de
middeleeuwen en de beeldhouwers aan de
in het Westen uit de grond rijzende kathe
dralen maken rijkelijk gebruik van de
symbolische voorstelling, de figuur van de
gekroonde David met de draagbare harp,
als attribuut uit de steen te hakken, ter
wijl ook de miniaturisten de op perkament
geschreven gebedenboeken met een David
als harpenaar illustreren. En vaak komt
het voor, dat de psalmist afgebeeld wordt,
omringd door een aantal figuren die an
dere instrumenten bespelen.
De draagbare harp wordt ook het ge
liefkoosd speeltuig van de troubadours,
trouvères en minstrelen, omdat het uiter
aard geschikt was voor de zanger om er
zichzelf mee te begeleiden.
TOEN IN HET BEGIN van de zeven
tiende eeuw de instrumentale muziek een
orchestraal karakter begon te krijgen,
mede door de opkomst van de opera in
Italië, begon ook de ontwikkeling van de
harp een opmerkelijke vlucht te nemen.
Galileï spreekt in 1602 reeds van een
„arpa doppia", een staande harp met dub
bele snaarbespanning. Dit instrument had
rechts vier octaven van stamtonen en
links evenveel snaren, die een halve toon
hoger gestemd waren, wat tezamen met
achtenvijftig tonen de chromatiek over
vier octaven mogelijk maakte.
Praetorius citeert in 1619 de gewone
diatonische harp met vierentwintig sna
ren, de Ierse met drieënveertig, maar ook
de chromatische dubbele harp. Het pro
bleem van de chromatiek hield velen bezig;
in 1636 gewaagt Père Mersenne zelfs van
?en driedubbele harp.
EINDELIJK, in de laatste jaren van de
zeventiende eeuw, werd in Tirol de kunst
greep ontdekt om een diatonisch gestemd
instrument (dus met wat men zou kunnen
noemen de witte toetsen van een piano)
ook chromatisch aan te wenden. Dit middel
bestond eruit, door haken de snaarlengte
een halve toon te verkorten. Dit verstellen
moest dan met de hand geschieden, en liet
dus geen vlugge wisseling toe. Het prin
cipe voor de moderne harp was hiermee
echter ontdekt en enkele jaren nadien, in
1720 vond een zekere Hochbrucher het
niddel om met zeven voettreden of
>edalen de snaren een halve toon in te
corten. De manipulaties met de haken
conden nu zonder bezwaar in elk denk
baar tempo en zonder onderbreking met
de voeten worden uitgevoerd. Deze inge
nieuze vinding had tot gevolg dat de harp
een kostbaar mode-instrument werd voor
de dames uit de hoge wereld.
De harp bijvoorbeeld, die Marie-An-
vergrootte. Erard behield het systeem der
zeven pedalen, die dus elke snaar een
halve toon kon verhogen; doch hij gaf
aan deze voettreden een dubbele functie,
namelijk door ze (op wat men zou kun
nen vergelijken met een tweede versnelling
van onze auto's) verder door te drukken,
waardoor elke snaar een hele toon boven
de normale stemming gaat klinken. Nor
maal (dus zonder indrukken van de pe
dalen) is de Erard-harp een diatonisch
instrument in Ces, dus met zeven mollen.
Het half indrukken van de zeven treden,
maakt dat alle mollen weg zijn, en bij de
tweede stand van de pedalen krijgen de
snaren een kruis.
Intussen had ook de klankkast van de
harp het karakter en de intensiteit van de
IN VERBAND met plan
nen van de Fondation Euro-
péenne de la Culture om
het werk van de Stichting
Openbaar Kunstbezit een
internationaal karakter te
geven, had het A.N.P. de
zer dagen een gesprek met
de heer Joh. G. Wertheim
te Laren, die in 1956 het
initiatief nam tot de op
richting van laatstgenoem
de organisatie en nog steeds
als haar secretaris fungeert.
In het begin van het on
derhoud vertelde de heer
Wertheim, dat hij indertijd
in Unesco-kringen te Parijs
gesproken had over de op
bouw van kunstbezit, zoals
dit door zijn stichting ter
hand wordt genomen. Zijn
uiteenzettingen gegeven
op verzoek van de heer
Van der Haagen, hoofd van
de afdeling Musea en His
torische Documenten
trokken daar zo zeer de
aandacht, dat de Unesco
besloot om het werk van
de heer Wertheim een in
ternationale bekendheid te
geven.
IN DIEZELFDE dagen
werd hij benaderd door de
Fondation Européenne de
la Culture, die onder ande
re de culturele eenheid van
Europa nastreeft en in 1957
haar eerste congres in Am
sterdam hield, dat onder
meer werd bijgewoond door
de Koningin. Prins Bern-
hard. Robert Schumann en
Konrad Adenauer. Deze or
ganisatie vroeg de heer
Wertheim bij monde van
haar secretaris wat hij er
van dacht om het werk van
de Stichting Openbaar
Kunstbezit een internatio
nale basis te geven door in
de diverse landen organisa
ties te creëren gelijksoortig
aan de zijne. Het spreekt
vanzelf dat de heer Werir
heim dit denkbeeld toe
juichte.
OP EEN DAARNA door
de Fondation Européenne
de la Culture te Wenen ge
houden congres vond deze
gedachte zo veel weerklank
dat de gouverneurs van de
Fondation in diverse lan
den thans opdracht hebben
gekregen een dergelijke
organisatie in het leven te
roepen. De heer Wertheim
ging nog een stapje verder
door de Fondation voor te
stellen een apparaat op te
richten, belast met de uit
wisseling van reprodukties
vdn kunstvoorwerpen en
verklarende teksten tussen
de aan het plan deelnemen
de landen.
ZOALS BEKEND ont
vangen de leden van de
Stichting Openbaar Kunst
bezit thans elke maand vier
fraaie kleurenreprodukties
van kunstwerken uit Ne
derlandse musea. Zou in de
toekomst het werk van de
ze stichting een internatio
naal karakter krijgen en de
genoemde uitwisseling wer
kelijkheid worden, dan zou
men bijvoorbeeld jaarlijks
een kwart van de toe te
zenden afbeeldingen kun
nen wijden aan kunstwer
ken in Franse, Engelse,
Italiaanse musea enzovoort.
Op het ogenblik is de secre
taris van de Fondation,
commander G. Rodd, bezig
over deze kwesties van ge
dachten te wisselen met de
gouverneurs der organisa
tie in de verschillende
Europese landen.
(Van onze weerkun
dige medewerker)
„HOE KAN DAT
zulke brokken ijs er
dat midden in de zo
mer", zullen veler,
zich afvragen wan
neer er in de zomer
een onweersbui is
waaruit behalve zwa
re regen ook hagel
stenen vallen, nief
zelden zo groot alï
duiveëieren en som;
als kippeëieren, zo
als tijdens een hagel
bui, op zaterdag 11
juli jongstleden, iri
Drente en Groninger
is voorgekomen. Ni:
zouden wij kunner
volstaan met te zeg
gen dat het ook in d(
zomer op een hoogti
van 6 tot 8 kilometer
wel 15 tot 30 graden
kan vriezen. Daar
mee zou echter de grote hagelsteen, die al
een zeer avontuurlijk leven achter de rug
heeft, voor hij op de grond ketst of ergens
door een ruit ploft, tekort zijn gedaan.
IN ZWARE BUIEN komen sterke stij
gende en dalende luchtstromingen naast
elkaar voor. Op het kaartje is een doorsnee
te zien van een bui die naar links trekt en
aan de voorzijde warme lucht aanzuigt.
Warme lucht is lichter dan koude lucht
met als gevolg dat deze warme lucht met
grote snelheid, soms 80 kilometer per uur,
boven naar de top van de bui wordt ge
voerd. Hoe sneller dit gaat hoe sneller zich
ook de processen in de bui zich afspelen.
De warme lucht koelt snel af naarmate zij
stijgt. Door deze afkoeling gaat de water
damp condenseren omdat koude lucht
minder waterdamp kan opnemen dan
warme lucht. Een eerste gevolg hiervan
is het ontstaan van wolken, daarna van
regendruppels.
DEZE DRUPPELS gaan vallen, maar
komen opnieuw in een opwaartse stroming
en worden nog verder mee omhoog ge
voerd, zo hoog dat zij boven het nulgraden
Celsiusniveau komen. Na nog even sterk
onderkoeld te zijn, kunnen deze druppels
plotseling bevriezen hetgeen het begin van
de hagelsteen is. Deze hagel- of ijssteen
gaat vallen, ontmoet andere waterdruppels
(onderkoelde), met als gevolg dat deze
hagelsteen steeds dikker wordt. Plotseling
komt zij nog eens in deze sterke opwaartse
stroming en wordt opnieuw mee naar de
top van de bui omhoog gevoerd. Uiteinde
lijk wordt deze hagelsteen die op de
grond aangekomen niet zelden duidelijk
ringen heeft van nieuwe ijsafzetting zo
zwaar, dat de opwaartse stroming hem niet
meer kan houden en hij de aarde bereikt.
Boven in de bui zijn soms ware ijsklompen
want op zijn weg naar de aarde suist de
steen weer door geleidelijk warmere lucht
en smelt voor een deel af.
SOMMIGE IJSBROKKEN, (van een ron
de steen is lang niet altijd sprake) doen
aan een kerstkransje denken. Er is een gat
midden in hetgeen de eerste bevroren
waterdruppel is geweest, die er soms weer
uitvalt. Een hagelsteen kan vele minuten
leven om dan na veel „ups" en „downs"
tenslotte op aarde te eindigen. Behalve
sterke opstijgende luchtstromingen komen
er in actieve buien die spontaan ontstaan
ook sterke dalende luchtstromingen met
koude lucht voor. Zogenaamde, valwinden,
waardoor bomen kunnen worden ontwor
teld en huizen vernield, zonder dat er van
een windhoos (die een draaiende beweging
heeft) sprake is.
DEZE VALWINDEN kunnen snelheden
van boven de 150 kilometer hebben, zoals
in een zware storm boven ons land maar
zelden voorkomt. Hagelstenen als knikkers
en duiveëieren vallen er tijdens onweers
buien in de zomer vrijwel elk jaar. Op 26
augustus 1950 vielen er in Zuid-Beveland
ijsbrokken van 200 gram. De zwaarste
hagelstenen die in ons land tot dusver vie
len, zijn die van augustus 1918, welke in
de buurt van Hierden op de Veluwe vielen
met een doorsnee van 8 centimeter en een
gewicht van een half pond. Men moet ze
niet op het hoofd krijgen!
De zware hagelbui van 11 juli jongst
leden tussen Zuidwest Drente en de Wad
denzee is wellicht record-lang geweest (75
km) want in de regel valt zware hagel
maar in een klein gebied van hoogstens
enkele kilometers.