Uitgaven voor 1960 worden op ruim f 1,4 miljard geraamd „Een Staatsman van Verdienste" Rotterdamse Schouwburg met „Lysistrata" heropend Meergeld voor scholenbouw, televisie, monumentenzorg en aankoop van natuurreservaten Subsidies voor exposities, monumentenzorg en musea 11 ONDER WIJSBEGROTING OPVOERING IN HAARLEM Opleiding voor jonge solisten bij de Opera Kerkelijk Nieuws Modeacademie Ph. Jansen „De gevaarlijke bocht" van Priestley door De Speelkamer Subsidies voor filmkunst DINSDAG 22 SEPTEMBER 1959 „Krachtens haar eigen taak, welke erop gericht is voor de burgers de beste moge lijkheden te scheppen voor de stoffelijke en geestelijke ontwikkeling van eigen per soonlijkheid," aldus minister Cals in zijn begroting voor 1960 „dient de over heid bij het bepalen van haar beleid ern stig rekening te houden met de feitelijke situatie en meer bepaald met de in het volk levende denkbeelden en strevingen. Anderzijds zal de overheid de evolutie in de juiste richting moeten bevorderen en dus terwijl zij in het ene opzicht de ideeën en idealen van het volk volgt, in het andere opzicht daaraan mede leiding dienen te geven. Vooral in tijden als de onze, van vaak stormachtige veranderin gen op alle gebieden en zeer in het bijzon der op dat van wetenschap en onderwijs, nemen de eisen van de toekomst een gro tere plaats in dan tijdens periodes van rus tige ontwikkeling en behoort de overheid meer dan anders, door telkens hernieuw de bezinning op het algemeen welzijn, zich duidelijk van haar taak en van de begren zing daarvan bewust te zijn." Zeer belangrijke stijging De begroting voor 1960 vertoont weer een zeer belangrijke stijging. Tegenover een eindcijfer voor de gehele dienst van 1.257.639.496 voor 1959 staat voor deze dienst voor het komende jaar totaal 1.420.633.599. De gewone dienst stijgt met rond 149.062.000. de buitengewone dienst met rond 13.932.000. Voor een deel wordt de verhoging ver oorzaakt door de toeneming van het aan tal leerlingen bij het b.l.o.. het u.l.o., het kweekschoolonderwijs, het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs en het nij verheidsonderwijs. Een zeer belangrijke stijging vertoont voorts de afdeling hoger onderwijs en wetenschappen, als gevolg van uitbreiding van de wetenschappelijke staven en van vergroting, vernieuwing en inrichting van de verschillende gebouwen. De toeneming van het aantal leerlingen en studenten maakt het voorts noodzake lijk, dat met een groter aantal aanvragen voor rijksstudietoelagen rekening wordt gehouden. Aanzienlijk hogere bedragen zijn eveneens uitgetrokken ten behoeve van de televisie, de aankopen van natuur reservaten en de restauratie van monu menten. Ook de bedragen, aangevraagd voor de jeugd vorming, voor de kunsten en voor de sportbeoefening zijn wederom ho ger. De uitgaven voor onderwijs en cultuur zijn sedert 1955 met circa 700 miljoen of met ongeveer 100 pet. gestegen. De ove rige civiele uitgaven stegen in diezelfde periode slechts met ongeveer 20 pet. De uitgaven voor defensie zijn sedert 1955 vrij wel gelijk gebleven. Wijzigingen Wat de wetgeving betreft hoopt minis ter Cals spoedig zijn memorie van ant woord met een ingrijpende nota van wij ziging op het wetsontwerp tot wijziging der hoger-onderwijswet te kunnen indie nen. Op het wetsontwerp Omroepwet zul len nog enkele wijzigingen worden inge- (Vervolg van pag. 1) De voorgestelde verhoging van de post subsidies aan toneelgezelschappen met 230.000 tot 1.590.000 is noodzakelijk. In 1960 zal de herdenking plaats vinden van het feit, dat 100 jaar geleden Multa- tuli's Max Havelaar verschenen is. De minister meent, dat een rijksbijdrage in de kosten van de tentoonstelling, die ter gelegenheid daarvan wordt georganiseerd niet achterwege kan blijven. Voor de be vordering van de Nederlandse scheppende kunst acht de minister thans een aanzien lijke verhoging (tot 300.000) noodzake lijk. De minister overweegt de mogelijk heid, ten laste van deze post aan een aan tal grafische kunstenaars opdrachten te geven voor de vervaardiging van school- prenten waardoor de kunstzinnige vorming van de jeugd kan worden bevorderd en aantrekkelijke opdrachten aan kunste naars kunnen worden verleend. Voorts zou hij de mogelijkheid willen bezien, overeenkomstig de voorstellen van de Raad voor de Kunst uitbreiding te geven aan de subsidiëring van aankopen door particulieren, zoals deze sedert enige ja ren wordt toegepast bij de Contourtentoon stelling te Delft. Monumentenzorg Het voor de restauratie van monumen ten uitgetrokken bedrag kon met 2 mil joen worden verhoogd, waardoor de post is gebracht op 7'/a miljoen. Slechts een belangrijke verhoging van het bedrag voor de subsidiëring voor het behoud van molens kan voorkomen, dat binnen afzien bare tijd ongeveer de helft van de reste rende molens (ongeveer duizend) verlo ren gaat. In verband met het bovenstaan de is de post „subsidies en andere uitga ven in het belang van het behoud van mo lens" met 65.000 verhoogt tot 150.000. Musea De prijzen van voor aankoop door de rijksmusea in aanmerking komende voor werpen gaan zo sterk omhoog, dat, wil het rijk in staat zijn deze voorwerpen aan te kopen en althans zoveel mogelijk ^tan te vullen, het dringend noodzakelijk 'is de voor aankopen ten behoeve van musea be schikbaar te stellen bedragen te verho gen. Voor het Nederlands cultureel contact is een subsidie van f 58.000 uitgetrokken (vorig jaar 45.300). Na overleg met de colleges van Gedepu teerde Staten van de betrokken provincies is kort geleden een subsidieregeling voor de provinciale culturele raden vastgesteld. Op basis van deze regeling is voor de pro vinciale culturele raden in totaal een be drag van 116.000 uitgetrokken. Bij deze raming is rekening gehouden met de sub sidiëring van tien van deze raden. diend, o.a. ten aanzien van d'e inning van de luisterbijdrage. Het ligt in de bedoeling van de minister, dat per gezin de luister bijdrage slechts voor één toestel zal wor den betaald. De minister is voornemens een direc teur-generaal voor de Wetenschappen te benoemen. Salarissen De minister heeft ontwerpbesluiten om trent de rechtspositie van het onderwij zend personeel met de adviezen van de al gemene commissie aan de minister van Binnenlandse Zaken toegezonden met ver zoek de stukken zo spoedig mogelijk bij de centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken aanhangig te maken. Verwacht mag worden dat de cen trale commissie op korte termijn haar ad vies zal uitbrengen, waarna de diverse re gelingen kort daarop in het Staatsblad zul len kunnen verschijnen. Hij blijft ernaar streven de salariskwestie van de leraren bij het v.h.m.o. m.n.o. en kweekschoolon derwijs spoedig tot een oplossing te bren gen. Er is volledige overeenstemming be reikt over de herziening van de salarissen der kleuterleidsters, betrekking hebbende op de aanpassing van die salarissen aan de per 1 april 1958 voor de rijksambtena ren getroffen salarismaatregelen. Scholenbouw In het bouwprogramma voor 1960 is voor onderwijsdoeleinden een bouwvolume van 260 miljoen opgenomen, 50 miljoen meer dan in 1959. Met dit bouwvolume zal de zo noodzakelijke bouw van inrichtingen voor hoger onderwijs en van scholen voor het voortgezet onderwijs in een versneld tempo kunnen geschieden. Lerarentekort Ook in 1960 zal voor wat het voorberei dend hoger en middelbaar onderwijs be treft 't dringendste probleem zijn het voor zien in het tekort aan docenten en aan les ruimten om het nog immer stijgend aan tal leerlingen en klassen op te vangen. Het tekort aan bevoegde docenten bij het v.h.m.o. is niet een op zichzelf staand pro bleem doch een onderdeel van het alge meen verschijnsel van een tijdelijk ach terblijven van het aantal academisch ge vormde krachten bij de zich sterk ontwik kelende behoefte. Op het ministerie van Onderwijs is het vraagstuk betreffende de te verwachten ontwikkeling van het uitgebreid technisch onderwijs in studie genomen. Wegens de automatisering en de snelle ontwikkeling van het aantal elektronische toepassingen in de techniek blijft grote behoefte bestaan aan deskundigen op verschillend niveau. Er wordt naar gestreefd om met handha ving van het algemene karakter op de on derscheiden technische scholen, de bij scholing van in de industrie werkzame technici op het gebied van de elektronica mogelijk te maken. Kernfysica Er is een rapport samengesteld waarin aanbevelingen worden gedaan inzake de voorzieningen, die dienen te worden ge troffen opdat ook aan hogere technische scholen de opleiding zal kunnen geschie den van degenen, die bestemd zijn om een functie te vervullen op het gebied van de kernfysica, de kernenergie en haar toe passingen. Volgens dit rapport zal kern techniek op den duur als normaal leervak in het programma voor verschillende stu dierichtingen van de H.T.S. moeten wor den opgenomen. Hoger onderwijs Minister Cals verwacht dat de commis sies Spreiding Hoger Onderwijs en Sprei ding Technisch Hoger Onderwijs haar ge zamenlijk rapport zeer binnenkort zullen aanbieden. De regering zal daarna zo spoe dig mogelijk haar standpunt ten aanzien van de aanbevelingen van deze commis sies bepalen. Kennisneming van het rap port van de commissie-Van der Pot inza ke het wetsontwerp tot regeling van het hoger onderwijs heeft aanleiding gegeven tot een verdere omwerking van dit wets ontwerp. De herziening is vrij ingrijpend geworden. Met het oog op de te verwachten groei van het hoger onderwijs dient de volle na druk te vallen op de noodzakelijke perso nele en materiële voorzieningen en op de investeringen. Het beleid is erop gericht reeds thans de wetenschappelijke staven van de universiteiten en hogescholen zo danig uit te breiden, dat zij in staat zul len zijn in de komende jaren de verdub beling van het aantal studenten op te van gen. In de komende jaren moet met inves- tei-ingen van ongeveer 150 miljoen per jaar rekening worden gehouden. Door de mogelijkheid te openen aan de universiteiten een dagopleiding voor de ak ten m.o. te volgen, is het in vele gevallen nodig geworden in het bedrag van de rijksstudietoelagen behalve de met de stu die samenhangende kosten ook te betrek ken de kosten voor levensonderhoud. Daar om acht de minister een aanzienlijke ver hoging van de posten voor toelagen (beur zen) en voor de renteloze voorschotten totaal met 7,5 miljoen noodzakelijk. Studentenhuisvesting In de begroting is een bedrag opgeno men voor de bouw van een studentenflat te Leiden, welke plaats zal bieden aan 144 studenten. Een bedrag van 1.350.000 is bestemd voor de bouw van nieuwe studen tenhuizen te Delft. De in 1959 en in 1960 uit te voeren voorzieningen op het gebied van bouw en inrichting van studentenhuizen te Amsterdam hebben betrekking op het Anne Frankhuis, waar aan 137 studenten, en op bouw van het hospitium in de Wees- perstraat, waar aan 252 studenten woon ruimte kan worden aangeboden. Ter ge deeltelijke dekking van het onrendabele gedeelte van de bouw- en inrichtingskos ten is voor 1959 600.000 en voor 1960 359.000 in de begroting opgenomen. Een bedrag van 1.471.000 is bestemd als rijks bijdrage in de kosten van de bouw en aan koop van studentenhuizen te Nijmegen, Rotterdam, Amsterdam en Tilburg. Richard Flink als Lord Claverton en Ann^-Marie Heyligers als zijn liefhebbende dochter in „Een Staatsman van Verdienste". IN EEN MERKWAARDIG gedicht heeft de nobelprijswinnaar T. S. Eliot vertolkt hoe onbehagelijk het is hem te ontmoeten. Daarin komen vertaald door Martinus Nijhoff de volgende regels voor: „Hij ziet er uit als een blikken dominee. Zijn gezicht heeft iets stuurs, zijn mond iets zoetzuursNee, kort en goed, mr. Eliot valt niet meeook als hij zijn mond niet opendoet". Telkens weer heb ik daaraan moeten denken tijdens de voorstelling van „Een staatsman van verdienste" (The elder statesman) door de toneelgroep Theater, maandagavond voor enige tientallen bezoekers in de Haarlemse Schouwburg gegeven. Geen mens kan zich doof houden voor de dichterlijke en wijsgerige kwaliteiten, waarvan men gaandeweg sterker doordrongen raakt maar eerlijk gezegd: het valt niet mee. Met gebruikmaking van de aristocratisch lichte vertaling van mr. H. W. J. M. Keuls (waarover ik mij zonder nadere kennismaking geen verderstrekkend oordeel durf aan te matigen) heeft het hiervoor aangetreden deel van het gezelschap een voorname poging tot perfectie gedaan. Doch kunnen acteurs, waar nauwelijks speelruimte voor vertolking is, iets toevoegen of beter gezegd verduidelijken? Hun voornaamste zorg schijnt te zijn het behoedzaam nu en dan van plaats verwisselen op een dusdanige manier, dat zij de welsprekende apologeet niet in de rede vallen. ELIOT HOUDT ZICH bezig met 's men sen ziel en zaligheid. Hij heeft daar zeer chris:elijke denkbeelden over, die hij in zijn toneelstukken uiteenzet. Wil men de pqëtis.che. subtiliteiten op zich laten inwer ken, dan kan men zich het beste daar zelf lezend op instellen. De spelers op de plan ken kunnen, hoezeer misschien ook door drongen van de ethische en psychologische waarden, in feite niet anders doen dan poseren. Bij alle respect voor de moge lijk zelfs bezielde wijze waarop dit ge schiedde, moet ik verklaren dat zulks mij als teveel van het goede bijna irriteerde. Bovendien nog heeft de titelheld van het stuk, de zich op het sterven voorbereiden de gewezen politicus Lord Claverton het kax'akter van een acteur, die tot het in zicht rijpt zijn rol in het leven te hebben gespeeld overeenkomstig een verkeerde voorstelling van zichzelf. ZIEK EN EENZAAM trekt Lord Claver ton zich terug in een luxueus sanatorium om zijn schijnbestaan de rug toe te keren. In zijn rust nemen kwellende gewetens schulden dusdanige vormen aan, dat hij de innerlijke kracht ontwikkelt om met zijn verborgen gehouden verleden af te re kenen. Een van de voornaamste belemme ringen tot medeleven in deze strijd is de gewaarwording van de toehoorder der ge leidelijke bekentenissen, dat het bedreven kwaad vergelijkenderwijs wel meevalt, tenzij men zou streven naar de reputatie van heiligheid. Maar enfin, twee jeugdre- laties maken hun opwachting in zijn kuur oord, eens ten nauwste betrokken bij on eervolle episodes uit zijn egoïstisch be staan, maar nu te zeer in goede doen om zich te laten afkopen: een gewezen min nares en een studiegenoot. Aan de geens zins bij hem passende vrouw heeft hij uit zakelijk belang zijn trouwbelofte gebro ken, de vriend heeft hij meegesleept tot buitensporigheden, ter financiering waar van deze valsheid in geschrifte moest ple gen. Bovendien was deze bezoeker getui ge van het doorrijden van de hoofdpersoon na een verkeersongeluk met dodelijke af loop, overigens buiten diens toedoen ver oorzaakt. MEN HEEFT DEZE manifestaties van schimmen uit het verleden vergeleken met de eumeniden uit de antieke tragedie. In derdaad nemen zij met hun verleidelijke optreden wraak op de staatsman, door hem zijn zoon die hem ongevoeligheid en tirannie verwijt, alsmede verklaart ge bukt te gaan onder de uitwerking van diens goede naam weten af te nemen. Onge twijfeld heeft. Eliot bij vrijwel dit alles ge werkt naar analogie van „Oedipus in Ko- lonos" van Sofokles, waarbij wie dit wil zich kan overgeven aan speculaties om trent remmingen en seksuele gedreven heid. waarover Eliot discretie bewaart. Het trekken van vergelijkingen met dit il lustere voorbeeld is niet zo onzinnig als het tijdsverschil zou kunnen doen vermoeden. Eliot heeft namelijk geenszins een recon structie of een evenwijdigheid nage streefd. Wat hij mogelijk slechts heeft ge zocht te bereiken was de klassieke loute ring door middel van bewustmaking, de zuivering door zelfkennis. Lord Claverton ontdekt ten slotte de reddende macht van de liefde als de mogelijkheid om het we zen van de eigen persoon te bekennen. Dit geschiedt hier in de vorm van een biecht aan zijn zorgzame dochter. Nu is dit niet de plaats voor diepzinnige analyse, ge steld dat iemand daartoe op korte termijn bij machte ware, zodat moet wordefi vol staan met het signaleren van een funda menteel verschil in religieuze symboliek, met, als aanwijsbaar resultaat dat men in deze cerebrale mystiek de geweldige be wogenheid mist. DE REGIE van Elise Hoomans is erop gericht geweest de dichter zo ongestoord mogelijk aan het woord te laten, zelfs de stilte tussen de k prachtige regels wel sprekend te doe. zijn. Ondanks de vele herhalingen in het patroon der wijdlopig heid bleef de ritmische spanning waar neembaar. Technisch werd hier een supe rieure prestatie geleverd op het gebied der versbehandeling. Richard Flink wist door een somber masker en aandachtig luiste ren de suggestie van gekweldheid overtui gend te verdiepen. Hij werd letterlijk en figuurlijk uitstekend terzijde gestaan door De Nederlandsche Opera heeft met in gang van 1 september een opleiding voor jonge Nederlandse solisten ingesteld, die het aan tien zangers en zangeressen moge lijk zal maken praktijk op te doen bij de opera. In feite bestond deze opleiding al, maar zij heeft nu een duidelijk officieel karakter gekregen. De directie van de opera is hiermee vooruitgegaan op de plannen van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en de Maat schappij tot Bevordering van de Toon kunst, die eveneens aan een opleiding voor de muziekdramatische kunst denken. De tien jonge vocalisten die aan de Ne derlandsche Opera verbonden zijn, ont vangen tijdens hun opleidingstijd een salaris. Zij zijn niet gebonden aan het slot van hun opleiding een engagement aan te gaan met de Nederlandsche Opera. Als leerkrachten fungeren de leden van de artistieke staf van de opera, waaronder de dirigent Peter Maag, die zich zeer enthou siast heeft getoond over de opleiding. Het leerplan omvat: rollenstudie, regie (van de acteur Johan Fiolet), bewegingsleer, schermen, stijlleer, cultuurhistorie, mede werking aan voorstellingen, hospiteren bij repetities, bijwonen van voorstellingen etcetera. Voor de theorievakken is boven dien een aantal leerkrachten aangetrokken van buiten de opera. De vroegere officieuze opleiding bracht krachten naar voren als Maria van Don gen en Han Wilbrink. Over de tien op het ogenblik in opleiding zijnde solisten is de directie van de Nederlandsche Opera zeer enthousiast. Men denkt met deze jongeren in de richting van experimenten, die nor maal moeilijk uit te voeren zijn. Geref. Kerken Aangenomen naar 's-Gravenhage-Loos- duinen (6de pred.pl.) A. de Bruin, laatste lijk werkzaam voor de lectuurdienst te Djakarta. Aangenomen naar Wateringen W. Hoog- steen, kand. te Driebergen, die bedankte voor Domburg-Westkapelle en voor Gees (Dr.). Vrjje Evang. Gemeenten Aangenomen naar Yerseke D. de Jong te Zwolle. Advertentie Aanv.cursus Opl. Coupeuse.. Ook v. eig. gebruik. Tevens knippatr. naar maat. Aanm. Gr. Houtstr. 3, ing. Spekstr. Anne-Marie Heyligers, de enige van de jongeren die zich de gevergde stijl eigen heeft weten te maken. Als de twee uit het hiervoormaals opgedoemden voldeden El- ly van Stekelenburg en Hans Tiemeyer met intelligent gedoseerde humor royaal aan de eisen, die hun rollen met meer speelkansen boden. Waarom men een wei nig voor kleur gevoelige artiest als Eppo Doeve de decors heeft laten ontwerpen, is even raadselachtig als gelijktijdige com binatie van zonlicht en duisternis, die er het resultaat van was. Gezegd moet wor den, dat Theater prijzenswaardig een cul turele missie heeft volbracht. David Koning JOHN BOYNTON Priestley debuteerde in 1931 als toneelschrijver met twee stuk ken, waarvan „De gevaarlijke bocht" zich tot nu toe op het internationale repertoire heeft gehandhaafd. Dat is geen wonder, want deze thrillerachtige reconstructie van een door alle betrokkenen wijselijk verzwegen brok verleden werd zo buiten gewoon vernuftig in elkaar gezet, dat men zich zelfs bij het zoveelste weerzien op nieuw door de opgewekte spanning bevan gen voelt. Tot die conclusie kwam ik zon dagmiddag in het Nieuwe de la Marthea- ter in Amsterdam en dat betekent tevens een compliment aan het adres van De Speelkamer, welk gezelschap met dit psy chologisch verantwoorde melodrama op tournee door ons land gaat. Er zijn blijk baar hele volksstammen, voor wie het oude nieuw genoeg is. Dit bijzonder knappe maatwerk is in deze kolommen reeds zo vaak besproken, dat ik kan volstaan met het herhalen van een paar zinnen uit een vroegere recensie. Het is een zeer geslaagde poging om het realistische schema te doorbreken door de mogelijkheid te veronderstellen van een breuk in het tijdsproces: het onbewaakte ogenblik, waarin slapende honden alar merend wakker worden. Tamelijk agres sief heeft deze gemoedelijke en daardoor soms wat halfslachtige wereldhervormer de ondeugden, ziekelijke afwijkingen en bedorven toestanden bloot gelegd, die ach ter het respectabele uiterlijk van een schijnbaar gelukkige familie woekerend schuil gaan. Maar hoe diep er ook geboord cn gewroet wordt, de slachtoffers en schul digen verliezen wel hun illusies, doch niet de sympathie van het publiek. Ten slotte worden schouderophalend de moeizaam onthulde fouten bedekt met de mantel der vergevingsgezindheid. Nogmaals echter, deze praktische oefening in de relativi teitstheorie is zeldzaam geraffineerd van constructie. De Speelkamer is een klein ensemble onder directie van Frans Vasen, dat in zijn gelederen geen dragers van grote na men telt. Het bewijs werd geleverd, dat men evenwel met gelijkwaardige en eens gezinde krachten een voortreffelijk resul taat kan bereiken. Dat was in dit geval mogelijk, doordat iedereen op zijn plaats was, figuurlijk zowel als letterlijk het laatste mede dank zij de hoorspelregis seur Bert Dijkstra, die doorlopend een verrassend goede mise-en-scène verzorg de, in geladen situaties de verhoudingen duidelijk stellend. Mede hierdoor konden Fien Berghegge, Anita Menist, Betsy Smeets, Bé Schenk, Robert Sobels, Frans Vasen en Frits Butzelaar één voor één en alen tezamen in een decor van Lucas Wen sing precies de gewenste effecten berei ken. Plet met deze opvoering te verwach ten succes is met kennelijk hard werken eerlijk verdiend. David Koning Bij de raming van de post subsidies en andere uitgaven ter bevordering van de kunstzinnige en culturele film is rekening gehouden met een bijdrage aan het pro- duktiefonds voor speelfilms, subsidies voor de vervaardiging van documentaire films, subsidies om jonge cineasten in de ge legenheid te stellen zich te bekwamen en te experimenteren en het vervaardigen van films over kunstenaars en films d'art. Wat betreft de instellingen op het gebied van de filmkunst, is gedacht aan een ver hoging van het subsidie ten behoeve van het Nederlands Filminstituut, zulks in ver band met de door dit instituut in het leven geroepen filmvakschool. Rekening is ge houden met een verhoging van het sub sidie voor het Nederlands Filmmuseum. DE ROTTERDAMSE SCHOUWBURG aan de Aert van Nesstraat, in 1947 als noodtheater toch nog betrekkelijk riant naar een ontwerp van het architectenbu reau Sutterland uit de grond gestampt, vertoonde weliswaar vele vooral akoes tische tekortkomingen, maar bood toch voldoende mogelijkheden om in een de finitieve woning voor de muzen der dra matische kunst in de Maasstad te wor den veranderd. Het eerste gedeelte der restauratie is thans voltooid. Er is aan de voorzijde een grote foyer bijgekomen, voor de hoge ramen waarvan de bezoe kers, zoals de Rotterdamse wethouder van Kunstzaken het schriftelijk heeft uit gedrukt, contact kunnen verkrijgen met de onstuimig levende stad. Als zij naar boven kijken, zien zij het door John Rae- decker vervaardigde plafond, dat zich oorspronkelijk in de hal van de „Nieuw Amsterdam" bevond. Er zijn zulke mooie tapijten, dat men er niet mag roken, maar wie dat een bezwaar vindt kan gebruik maken van de voor mensencirculatie die nende verbindingscorridors. De wanden zijn een uitmuntend idee verlucht met fraai ingelijste decorschetsen. Intus sen is men al bezig met de uitbreiding van het toneel, een doorbraak naar ach teren, alsmede met de aanleg als harmo nieus terzijde van een paviljoen, dat de beslemming van repetitielokaal voor de vaste bespeler heeft. DE BELANGRIJKSTE vernieuwingen tot dusver zijn aangebracht in de zaal, waarvan om te beginnen de vorm is her steld volgens de aanvankelijke opzet door het verwijderen van twee uitbouwen. Het balkon heeft terwille van de betere sprei ding van het geluid wat volgens technische deskundigen een arresleeprofiel heet ge kregen. De vroeger aanwezige echo's zijn onschadelijk gemaakt, de verdikte deuren fungeren tevens als sluizen tegen de gol ven van ongewenst lawaai van buiten en uit de dienstvertrekken. Architect C. H. Goebertus en kunstschilder Nicolaas Wijn berg hebben gezamenlijk de kleuren- compositie tot stand gebracht, een war me weelde van rood met diepe en doffe groenen. Elegante luchters dragen de luchtpunten. Zeer gelukkig kan men ver der zijn met de twee vooruitstrevende or namenten tegen de muren uitgestrekte metaalplastieken een vogelvlucht door Guus de Ruiter. ZATERDAG heeft de offciële herope ning plaatsgehad. Zoekend naar een fees telijk stuk voor deze gelegenheid is men terechtgekomen bij „Lysistrata" van Eduard Veterman, dat ongeacht de ver dere kwaliteiten een Nederlands stuk bovendien in ieder geval de kans open liet om het spectaculaire met uitspattin gen van dezelfde schildershand aan gene zijde van het voetlicht voort te zetten. Een tintrijk (meer dan een tintelend) schouwspel is het geworden, veeleer ge dacht van het picturale dan van het dra maturgische uit. Met alle respect voor het van vurig theaterinstinct getuigende ta lent van Nicolaas Wijnberg moet ik toch waarschuwenderwijs de vrees laten ho ren, dat de grenzen der dienstbaarheid gevaarlijk dicht benaderd zo niet over schreden zijn. Het mag op z'n minst be twijfeld worden of de door Veterman na gelaten reputatie de schrijver kwam kort na de première van dit stuk door het toenmalige {oneelgezelschap van Amster dam in 1946 bij een autobotsing om het leven eer bewijst, of laten we zeggen recht doet wedervaren, door het verbloe men van zijn stekelige spitsvondigheden achter opgelegde anachronismen en be haagziek toegevoegde vermakelijkheden. MAAR AL TE ernstig moeten we deze kwestie nu ook niet nemen. Deze moder ne navolging van de twintig eeuwen oude Attische komedie van Aristofanes over een vrouwenstaking ter bevordering van de vrede is soms wel geestig en onder houdend, maar bepaald geen meester werk. Daarbij spreekt deze satire nu veel minder aan dan destijds bij de oorspron kelijke première, toen over het algemeen de verdienste ervan werd onderschat. Veel van de toch al verstrooide pikante spot heeft de scherpte van het gezochte effect verloren (zodat het geen wonder is, dat men naar andere middelen van amu sement ging zoeken en dusdoende het re vueachtige nog meer liet overheersen). Vetermans dood is daarvan werd men toch wel doordrongen een gevoelig ver lies geweest voor de Nederlandse toneel schrijfkunst. Negen van de tien resulta ten van naderhand verleende opdrachten blijven tot onspeelbaarheid gedoemd door De vrouwenstaking. Op de voorgrond (rechts) Coba Kelling en (links achter haar) Lia Dorana. geringere blijken van vaardigheid en naar de eisen der praktijk plooibare fantasie. DESTIJDS HEB IK bijzonder genoten van de geraffineerde vertolking van de titelrol door Fien de la Mar, die met haar „romantische" techniek warmte en sier lijkheid aan de hekelverzen wist te ge ven. Haar plaats wordt thans ingenomen door Lia Dorana, die met een verrassend jeugdig elan een pittige trefkracht aan de tekst verleent zodat men van een werke lijk heel leuke creatie kan gewagen, maar die toch de beslissend noodzakelijke ge voelstoon onvoldoende laat doorklinken. Per saldo is de moraal: de wereld moet worden geregeerd door liefde, waarin het mannelijk verstand door vrouwelijke hartslag wordt begeleid. De Spartaanse aanvoerster heeft van Trees van der Donck wat weinig primitieve autoriteit gekregen. Van de zeer vele verdere me dewerkenden mogen met waardering An- dré van den Heuvel, Hans Croiset en Coba Kelling worden genoemd naast Enny Meunier en Steye van Brandenberg die als moderne toeristen voor koorzeggers doorgaan. Ook de debutanten hebben recht op hun deel van het applaus. Van de vele vondsten, waar regisseur Ton Lutz zijn glimlachende sanctie aan verleende, wil ik in het bijzonder prijzen het wisselspel van zon en maan. David Koning

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 11