Uitgaven voor 1960 worden op
ruim f 1,4 miljard geraamd
„Een Staatsman van Verdienste"
Rotterdamse Schouwburg
met „Lysistrata" heropend
Meergeld voor scholenbouw, televisie,
monumentenzorg en aankoop
van natuurreservaten
Subsidies voor exposities,
monumentenzorg en musea
11
ONDER WIJSBEGROTING
OPVOERING IN HAARLEM
Opleiding voor jonge
solisten bij de Opera
Kerkelijk Nieuws
Modeacademie Ph. Jansen
„De gevaarlijke bocht"
van Priestley door
De Speelkamer
Subsidies voor filmkunst
DINSDAG 22 SEPTEMBER 1959
„Krachtens haar eigen taak, welke erop
gericht is voor de burgers de beste moge
lijkheden te scheppen voor de stoffelijke
en geestelijke ontwikkeling van eigen per
soonlijkheid," aldus minister Cals in
zijn begroting voor 1960 „dient de over
heid bij het bepalen van haar beleid ern
stig rekening te houden met de feitelijke
situatie en meer bepaald met de in het
volk levende denkbeelden en strevingen.
Anderzijds zal de overheid de evolutie in
de juiste richting moeten bevorderen en
dus terwijl zij in het ene opzicht de
ideeën en idealen van het volk volgt, in
het andere opzicht daaraan mede leiding
dienen te geven. Vooral in tijden als de
onze, van vaak stormachtige veranderin
gen op alle gebieden en zeer in het bijzon
der op dat van wetenschap en onderwijs,
nemen de eisen van de toekomst een gro
tere plaats in dan tijdens periodes van rus
tige ontwikkeling en behoort de overheid
meer dan anders, door telkens hernieuw
de bezinning op het algemeen welzijn, zich
duidelijk van haar taak en van de begren
zing daarvan bewust te zijn."
Zeer belangrijke stijging
De begroting voor 1960 vertoont weer
een zeer belangrijke stijging. Tegenover
een eindcijfer voor de gehele dienst van
1.257.639.496 voor 1959 staat voor deze
dienst voor het komende jaar totaal
1.420.633.599. De gewone dienst stijgt
met rond 149.062.000. de buitengewone
dienst met rond 13.932.000.
Voor een deel wordt de verhoging ver
oorzaakt door de toeneming van het aan
tal leerlingen bij het b.l.o.. het u.l.o., het
kweekschoolonderwijs, het voorbereidend
hoger en middelbaar onderwijs en het nij
verheidsonderwijs. Een zeer belangrijke
stijging vertoont voorts de afdeling hoger
onderwijs en wetenschappen, als gevolg
van uitbreiding van de wetenschappelijke
staven en van vergroting, vernieuwing en
inrichting van de verschillende gebouwen.
De toeneming van het aantal leerlingen
en studenten maakt het voorts noodzake
lijk, dat met een groter aantal aanvragen
voor rijksstudietoelagen rekening wordt
gehouden. Aanzienlijk hogere bedragen
zijn eveneens uitgetrokken ten behoeve
van de televisie, de aankopen van natuur
reservaten en de restauratie van monu
menten. Ook de bedragen, aangevraagd
voor de jeugd vorming, voor de kunsten en
voor de sportbeoefening zijn wederom ho
ger.
De uitgaven voor onderwijs en cultuur
zijn sedert 1955 met circa 700 miljoen of
met ongeveer 100 pet. gestegen. De ove
rige civiele uitgaven stegen in diezelfde
periode slechts met ongeveer 20 pet. De
uitgaven voor defensie zijn sedert 1955 vrij
wel gelijk gebleven.
Wijzigingen
Wat de wetgeving betreft hoopt minis
ter Cals spoedig zijn memorie van ant
woord met een ingrijpende nota van wij
ziging op het wetsontwerp tot wijziging
der hoger-onderwijswet te kunnen indie
nen. Op het wetsontwerp Omroepwet zul
len nog enkele wijzigingen worden inge-
(Vervolg van pag. 1)
De voorgestelde verhoging van de post
subsidies aan toneelgezelschappen met
230.000 tot 1.590.000 is noodzakelijk.
In 1960 zal de herdenking plaats vinden
van het feit, dat 100 jaar geleden Multa-
tuli's Max Havelaar verschenen is. De
minister meent, dat een rijksbijdrage in
de kosten van de tentoonstelling, die ter
gelegenheid daarvan wordt georganiseerd
niet achterwege kan blijven. Voor de be
vordering van de Nederlandse scheppende
kunst acht de minister thans een aanzien
lijke verhoging (tot 300.000) noodzake
lijk. De minister overweegt de mogelijk
heid, ten laste van deze post aan een aan
tal grafische kunstenaars opdrachten te
geven voor de vervaardiging van school-
prenten waardoor de kunstzinnige vorming
van de jeugd kan worden bevorderd en
aantrekkelijke opdrachten aan kunste
naars kunnen worden verleend. Voorts
zou hij de mogelijkheid willen bezien,
overeenkomstig de voorstellen van de
Raad voor de Kunst uitbreiding te geven
aan de subsidiëring van aankopen door
particulieren, zoals deze sedert enige ja
ren wordt toegepast bij de Contourtentoon
stelling te Delft.
Monumentenzorg
Het voor de restauratie van monumen
ten uitgetrokken bedrag kon met 2 mil
joen worden verhoogd, waardoor de post
is gebracht op 7'/a miljoen. Slechts een
belangrijke verhoging van het bedrag
voor de subsidiëring voor het behoud van
molens kan voorkomen, dat binnen afzien
bare tijd ongeveer de helft van de reste
rende molens (ongeveer duizend) verlo
ren gaat. In verband met het bovenstaan
de is de post „subsidies en andere uitga
ven in het belang van het behoud van mo
lens" met 65.000 verhoogt tot 150.000.
Musea
De prijzen van voor aankoop door de
rijksmusea in aanmerking komende voor
werpen gaan zo sterk omhoog, dat, wil het
rijk in staat zijn deze voorwerpen aan te
kopen en althans zoveel mogelijk ^tan te
vullen, het dringend noodzakelijk 'is de
voor aankopen ten behoeve van musea be
schikbaar te stellen bedragen te verho
gen.
Voor het Nederlands cultureel contact
is een subsidie van f 58.000 uitgetrokken
(vorig jaar 45.300).
Na overleg met de colleges van Gedepu
teerde Staten van de betrokken provincies
is kort geleden een subsidieregeling voor
de provinciale culturele raden vastgesteld.
Op basis van deze regeling is voor de pro
vinciale culturele raden in totaal een be
drag van 116.000 uitgetrokken. Bij deze
raming is rekening gehouden met de sub
sidiëring van tien van deze raden.
diend, o.a. ten aanzien van d'e inning van
de luisterbijdrage. Het ligt in de bedoeling
van de minister, dat per gezin de luister
bijdrage slechts voor één toestel zal wor
den betaald.
De minister is voornemens een direc
teur-generaal voor de Wetenschappen te
benoemen.
Salarissen
De minister heeft ontwerpbesluiten om
trent de rechtspositie van het onderwij
zend personeel met de adviezen van de al
gemene commissie aan de minister van
Binnenlandse Zaken toegezonden met ver
zoek de stukken zo spoedig mogelijk bij
de centrale commissie voor georganiseerd
overleg in ambtenarenzaken aanhangig te
maken. Verwacht mag worden dat de cen
trale commissie op korte termijn haar ad
vies zal uitbrengen, waarna de diverse re
gelingen kort daarop in het Staatsblad zul
len kunnen verschijnen. Hij blijft ernaar
streven de salariskwestie van de leraren
bij het v.h.m.o. m.n.o. en kweekschoolon
derwijs spoedig tot een oplossing te bren
gen. Er is volledige overeenstemming be
reikt over de herziening van de salarissen
der kleuterleidsters, betrekking hebbende
op de aanpassing van die salarissen aan
de per 1 april 1958 voor de rijksambtena
ren getroffen salarismaatregelen.
Scholenbouw
In het bouwprogramma voor 1960 is voor
onderwijsdoeleinden een bouwvolume van
260 miljoen opgenomen, 50 miljoen meer
dan in 1959. Met dit bouwvolume zal de
zo noodzakelijke bouw van inrichtingen
voor hoger onderwijs en van scholen voor
het voortgezet onderwijs in een versneld
tempo kunnen geschieden.
Lerarentekort
Ook in 1960 zal voor wat het voorberei
dend hoger en middelbaar onderwijs be
treft 't dringendste probleem zijn het voor
zien in het tekort aan docenten en aan les
ruimten om het nog immer stijgend aan
tal leerlingen en klassen op te vangen. Het
tekort aan bevoegde docenten bij het
v.h.m.o. is niet een op zichzelf staand pro
bleem doch een onderdeel van het alge
meen verschijnsel van een tijdelijk ach
terblijven van het aantal academisch ge
vormde krachten bij de zich sterk ontwik
kelende behoefte.
Op het ministerie van Onderwijs is het
vraagstuk betreffende de te verwachten
ontwikkeling van het uitgebreid technisch
onderwijs in studie genomen. Wegens de
automatisering en de snelle ontwikkeling
van het aantal elektronische toepassingen
in de techniek blijft grote behoefte bestaan
aan deskundigen op verschillend niveau.
Er wordt naar gestreefd om met handha
ving van het algemene karakter op de on
derscheiden technische scholen, de bij
scholing van in de industrie werkzame
technici op het gebied van de elektronica
mogelijk te maken.
Kernfysica
Er is een rapport samengesteld waarin
aanbevelingen worden gedaan inzake de
voorzieningen, die dienen te worden ge
troffen opdat ook aan hogere technische
scholen de opleiding zal kunnen geschie
den van degenen, die bestemd zijn om een
functie te vervullen op het gebied van de
kernfysica, de kernenergie en haar toe
passingen. Volgens dit rapport zal kern
techniek op den duur als normaal leervak
in het programma voor verschillende stu
dierichtingen van de H.T.S. moeten wor
den opgenomen.
Hoger onderwijs
Minister Cals verwacht dat de commis
sies Spreiding Hoger Onderwijs en Sprei
ding Technisch Hoger Onderwijs haar ge
zamenlijk rapport zeer binnenkort zullen
aanbieden. De regering zal daarna zo spoe
dig mogelijk haar standpunt ten aanzien
van de aanbevelingen van deze commis
sies bepalen. Kennisneming van het rap
port van de commissie-Van der Pot inza
ke het wetsontwerp tot regeling van het
hoger onderwijs heeft aanleiding gegeven
tot een verdere omwerking van dit wets
ontwerp. De herziening is vrij ingrijpend
geworden.
Met het oog op de te verwachten groei
van het hoger onderwijs dient de volle na
druk te vallen op de noodzakelijke perso
nele en materiële voorzieningen en op de
investeringen. Het beleid is erop gericht
reeds thans de wetenschappelijke staven
van de universiteiten en hogescholen zo
danig uit te breiden, dat zij in staat zul
len zijn in de komende jaren de verdub
beling van het aantal studenten op te van
gen.
In de komende jaren moet met inves-
tei-ingen van ongeveer 150 miljoen per
jaar rekening worden gehouden.
Door de mogelijkheid te openen aan de
universiteiten een dagopleiding voor de ak
ten m.o. te volgen, is het in vele gevallen
nodig geworden in het bedrag van de
rijksstudietoelagen behalve de met de stu
die samenhangende kosten ook te betrek
ken de kosten voor levensonderhoud. Daar
om acht de minister een aanzienlijke ver
hoging van de posten voor toelagen (beur
zen) en voor de renteloze voorschotten
totaal met 7,5 miljoen noodzakelijk.
Studentenhuisvesting
In de begroting is een bedrag opgeno
men voor de bouw van een studentenflat
te Leiden, welke plaats zal bieden aan 144
studenten. Een bedrag van 1.350.000 is
bestemd voor de bouw van nieuwe studen
tenhuizen te Delft. De in 1959 en in 1960 uit
te voeren voorzieningen op het gebied van
bouw en inrichting van studentenhuizen
te Amsterdam hebben betrekking op het
Anne Frankhuis, waar aan 137 studenten,
en op bouw van het hospitium in de Wees-
perstraat, waar aan 252 studenten woon
ruimte kan worden aangeboden. Ter ge
deeltelijke dekking van het onrendabele
gedeelte van de bouw- en inrichtingskos
ten is voor 1959 600.000 en voor 1960
359.000 in de begroting opgenomen. Een
bedrag van 1.471.000 is bestemd als rijks
bijdrage in de kosten van de bouw en aan
koop van studentenhuizen te Nijmegen,
Rotterdam, Amsterdam en Tilburg.
Richard Flink als Lord Claverton en Ann^-Marie Heyligers als zijn liefhebbende
dochter in „Een Staatsman van Verdienste".
IN EEN MERKWAARDIG gedicht heeft de nobelprijswinnaar T. S. Eliot vertolkt
hoe onbehagelijk het is hem te ontmoeten. Daarin komen vertaald door Martinus
Nijhoff de volgende regels voor: „Hij ziet er uit als een blikken dominee. Zijn
gezicht heeft iets stuurs, zijn mond iets zoetzuursNee, kort en goed, mr. Eliot
valt niet meeook als hij zijn mond niet opendoet". Telkens weer heb ik daaraan
moeten denken tijdens de voorstelling van „Een staatsman van verdienste" (The
elder statesman) door de toneelgroep Theater, maandagavond voor enige tientallen
bezoekers in de Haarlemse Schouwburg gegeven. Geen mens kan zich doof houden
voor de dichterlijke en wijsgerige kwaliteiten, waarvan men gaandeweg sterker
doordrongen raakt maar eerlijk gezegd: het valt niet mee. Met gebruikmaking van
de aristocratisch lichte vertaling van mr. H. W. J. M. Keuls (waarover ik mij zonder
nadere kennismaking geen verderstrekkend oordeel durf aan te matigen) heeft het
hiervoor aangetreden deel van het gezelschap een voorname poging tot perfectie
gedaan. Doch kunnen acteurs, waar nauwelijks speelruimte voor vertolking is, iets
toevoegen of beter gezegd verduidelijken? Hun voornaamste zorg schijnt te zijn het
behoedzaam nu en dan van plaats verwisselen op een dusdanige manier, dat zij de
welsprekende apologeet niet in de rede vallen.
ELIOT HOUDT ZICH bezig met 's men
sen ziel en zaligheid. Hij heeft daar zeer
chris:elijke denkbeelden over, die hij in
zijn toneelstukken uiteenzet. Wil men de
pqëtis.che. subtiliteiten op zich laten inwer
ken, dan kan men zich het beste daar zelf
lezend op instellen. De spelers op de plan
ken kunnen, hoezeer misschien ook door
drongen van de ethische en psychologische
waarden, in feite niet anders doen dan
poseren. Bij alle respect voor de moge
lijk zelfs bezielde wijze waarop dit ge
schiedde, moet ik verklaren dat zulks mij
als teveel van het goede bijna irriteerde.
Bovendien nog heeft de titelheld van het
stuk, de zich op het sterven voorbereiden
de gewezen politicus Lord Claverton het
kax'akter van een acteur, die tot het in
zicht rijpt zijn rol in het leven te hebben
gespeeld overeenkomstig een verkeerde
voorstelling van zichzelf.
ZIEK EN EENZAAM trekt Lord Claver
ton zich terug in een luxueus sanatorium
om zijn schijnbestaan de rug toe te keren.
In zijn rust nemen kwellende gewetens
schulden dusdanige vormen aan, dat hij
de innerlijke kracht ontwikkelt om met
zijn verborgen gehouden verleden af te re
kenen. Een van de voornaamste belemme
ringen tot medeleven in deze strijd is de
gewaarwording van de toehoorder der ge
leidelijke bekentenissen, dat het bedreven
kwaad vergelijkenderwijs wel meevalt,
tenzij men zou streven naar de reputatie
van heiligheid. Maar enfin, twee jeugdre-
laties maken hun opwachting in zijn kuur
oord, eens ten nauwste betrokken bij on
eervolle episodes uit zijn egoïstisch be
staan, maar nu te zeer in goede doen om
zich te laten afkopen: een gewezen min
nares en een studiegenoot. Aan de geens
zins bij hem passende vrouw heeft hij uit
zakelijk belang zijn trouwbelofte gebro
ken, de vriend heeft hij meegesleept tot
buitensporigheden, ter financiering waar
van deze valsheid in geschrifte moest ple
gen. Bovendien was deze bezoeker getui
ge van het doorrijden van de hoofdpersoon
na een verkeersongeluk met dodelijke af
loop, overigens buiten diens toedoen ver
oorzaakt.
MEN HEEFT DEZE manifestaties van
schimmen uit het verleden vergeleken met
de eumeniden uit de antieke tragedie. In
derdaad nemen zij met hun verleidelijke
optreden wraak op de staatsman, door
hem zijn zoon die hem ongevoeligheid
en tirannie verwijt, alsmede verklaart ge
bukt te gaan onder de uitwerking van diens
goede naam weten af te nemen. Onge
twijfeld heeft. Eliot bij vrijwel dit alles ge
werkt naar analogie van „Oedipus in Ko-
lonos" van Sofokles, waarbij wie dit wil
zich kan overgeven aan speculaties om
trent remmingen en seksuele gedreven
heid. waarover Eliot discretie bewaart.
Het trekken van vergelijkingen met dit il
lustere voorbeeld is niet zo onzinnig als het
tijdsverschil zou kunnen doen vermoeden.
Eliot heeft namelijk geenszins een recon
structie of een evenwijdigheid nage
streefd. Wat hij mogelijk slechts heeft ge
zocht te bereiken was de klassieke loute
ring door middel van bewustmaking, de
zuivering door zelfkennis. Lord Claverton
ontdekt ten slotte de reddende macht van
de liefde als de mogelijkheid om het we
zen van de eigen persoon te bekennen. Dit
geschiedt hier in de vorm van een biecht
aan zijn zorgzame dochter. Nu is dit niet
de plaats voor diepzinnige analyse, ge
steld dat iemand daartoe op korte termijn
bij machte ware, zodat moet wordefi vol
staan met het signaleren van een funda
menteel verschil in religieuze symboliek,
met, als aanwijsbaar resultaat dat men in
deze cerebrale mystiek de geweldige be
wogenheid mist.
DE REGIE van Elise Hoomans is erop
gericht geweest de dichter zo ongestoord
mogelijk aan het woord te laten, zelfs de
stilte tussen de k prachtige regels wel
sprekend te doe. zijn. Ondanks de vele
herhalingen in het patroon der wijdlopig
heid bleef de ritmische spanning waar
neembaar. Technisch werd hier een supe
rieure prestatie geleverd op het gebied der
versbehandeling. Richard Flink wist door
een somber masker en aandachtig luiste
ren de suggestie van gekweldheid overtui
gend te verdiepen. Hij werd letterlijk en
figuurlijk uitstekend terzijde gestaan door
De Nederlandsche Opera heeft met in
gang van 1 september een opleiding voor
jonge Nederlandse solisten ingesteld, die
het aan tien zangers en zangeressen moge
lijk zal maken praktijk op te doen bij de
opera. In feite bestond deze opleiding al,
maar zij heeft nu een duidelijk officieel
karakter gekregen. De directie van de
opera is hiermee vooruitgegaan op de
plannen van het ministerie van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen en de Maat
schappij tot Bevordering van de Toon
kunst, die eveneens aan een opleiding voor
de muziekdramatische kunst denken.
De tien jonge vocalisten die aan de Ne
derlandsche Opera verbonden zijn, ont
vangen tijdens hun opleidingstijd een
salaris. Zij zijn niet gebonden aan het slot
van hun opleiding een engagement aan te
gaan met de Nederlandsche Opera. Als
leerkrachten fungeren de leden van de
artistieke staf van de opera, waaronder de
dirigent Peter Maag, die zich zeer enthou
siast heeft getoond over de opleiding. Het
leerplan omvat: rollenstudie, regie (van de
acteur Johan Fiolet), bewegingsleer,
schermen, stijlleer, cultuurhistorie, mede
werking aan voorstellingen, hospiteren bij
repetities, bijwonen van voorstellingen
etcetera. Voor de theorievakken is boven
dien een aantal leerkrachten aangetrokken
van buiten de opera.
De vroegere officieuze opleiding bracht
krachten naar voren als Maria van Don
gen en Han Wilbrink. Over de tien op het
ogenblik in opleiding zijnde solisten is de
directie van de Nederlandsche Opera zeer
enthousiast. Men denkt met deze jongeren
in de richting van experimenten, die nor
maal moeilijk uit te voeren zijn.
Geref. Kerken
Aangenomen naar 's-Gravenhage-Loos-
duinen (6de pred.pl.) A. de Bruin, laatste
lijk werkzaam voor de lectuurdienst te
Djakarta.
Aangenomen naar Wateringen W. Hoog-
steen, kand. te Driebergen, die bedankte
voor Domburg-Westkapelle en voor Gees
(Dr.).
Vrjje Evang. Gemeenten
Aangenomen naar Yerseke D. de Jong te
Zwolle.
Advertentie
Aanv.cursus Opl. Coupeuse..
Ook v. eig. gebruik. Tevens
knippatr. naar maat. Aanm.
Gr. Houtstr. 3, ing. Spekstr.
Anne-Marie Heyligers, de enige van de
jongeren die zich de gevergde stijl eigen
heeft weten te maken. Als de twee uit het
hiervoormaals opgedoemden voldeden El-
ly van Stekelenburg en Hans Tiemeyer
met intelligent gedoseerde humor royaal
aan de eisen, die hun rollen met meer
speelkansen boden. Waarom men een wei
nig voor kleur gevoelige artiest als Eppo
Doeve de decors heeft laten ontwerpen,
is even raadselachtig als gelijktijdige com
binatie van zonlicht en duisternis, die er
het resultaat van was. Gezegd moet wor
den, dat Theater prijzenswaardig een cul
turele missie heeft volbracht.
David Koning
JOHN BOYNTON Priestley debuteerde
in 1931 als toneelschrijver met twee stuk
ken, waarvan „De gevaarlijke bocht" zich
tot nu toe op het internationale repertoire
heeft gehandhaafd. Dat is geen wonder,
want deze thrillerachtige reconstructie
van een door alle betrokkenen wijselijk
verzwegen brok verleden werd zo buiten
gewoon vernuftig in elkaar gezet, dat men
zich zelfs bij het zoveelste weerzien op
nieuw door de opgewekte spanning bevan
gen voelt. Tot die conclusie kwam ik zon
dagmiddag in het Nieuwe de la Marthea-
ter in Amsterdam en dat betekent tevens
een compliment aan het adres van De
Speelkamer, welk gezelschap met dit psy
chologisch verantwoorde melodrama op
tournee door ons land gaat. Er zijn blijk
baar hele volksstammen, voor wie het
oude nieuw genoeg is.
Dit bijzonder knappe maatwerk is in
deze kolommen reeds zo vaak besproken,
dat ik kan volstaan met het herhalen van
een paar zinnen uit een vroegere recensie.
Het is een zeer geslaagde poging om het
realistische schema te doorbreken door de
mogelijkheid te veronderstellen van een
breuk in het tijdsproces: het onbewaakte
ogenblik, waarin slapende honden alar
merend wakker worden. Tamelijk agres
sief heeft deze gemoedelijke en daardoor
soms wat halfslachtige wereldhervormer
de ondeugden, ziekelijke afwijkingen en
bedorven toestanden bloot gelegd, die ach
ter het respectabele uiterlijk van een
schijnbaar gelukkige familie woekerend
schuil gaan. Maar hoe diep er ook geboord
cn gewroet wordt, de slachtoffers en schul
digen verliezen wel hun illusies, doch niet
de sympathie van het publiek. Ten slotte
worden schouderophalend de moeizaam
onthulde fouten bedekt met de mantel der
vergevingsgezindheid. Nogmaals echter,
deze praktische oefening in de relativi
teitstheorie is zeldzaam geraffineerd van
constructie.
De Speelkamer is een klein ensemble
onder directie van Frans Vasen, dat in
zijn gelederen geen dragers van grote na
men telt. Het bewijs werd geleverd, dat
men evenwel met gelijkwaardige en eens
gezinde krachten een voortreffelijk resul
taat kan bereiken. Dat was in dit geval
mogelijk, doordat iedereen op zijn plaats
was, figuurlijk zowel als letterlijk het
laatste mede dank zij de hoorspelregis
seur Bert Dijkstra, die doorlopend een
verrassend goede mise-en-scène verzorg
de, in geladen situaties de verhoudingen
duidelijk stellend. Mede hierdoor konden
Fien Berghegge, Anita Menist, Betsy
Smeets, Bé Schenk, Robert Sobels, Frans
Vasen en Frits Butzelaar één voor één en
alen tezamen in een decor van Lucas Wen
sing precies de gewenste effecten berei
ken. Plet met deze opvoering te verwach
ten succes is met kennelijk hard werken
eerlijk verdiend.
David Koning
Bij de raming van de post subsidies en
andere uitgaven ter bevordering van de
kunstzinnige en culturele film is rekening
gehouden met een bijdrage aan het pro-
duktiefonds voor speelfilms, subsidies voor
de vervaardiging van documentaire films,
subsidies om jonge cineasten in de ge
legenheid te stellen zich te bekwamen en
te experimenteren en het vervaardigen
van films over kunstenaars en films d'art.
Wat betreft de instellingen op het gebied
van de filmkunst, is gedacht aan een ver
hoging van het subsidie ten behoeve van
het Nederlands Filminstituut, zulks in ver
band met de door dit instituut in het leven
geroepen filmvakschool. Rekening is ge
houden met een verhoging van het sub
sidie voor het Nederlands Filmmuseum.
DE ROTTERDAMSE SCHOUWBURG
aan de Aert van Nesstraat, in 1947 als
noodtheater toch nog betrekkelijk riant
naar een ontwerp van het architectenbu
reau Sutterland uit de grond gestampt,
vertoonde weliswaar vele vooral akoes
tische tekortkomingen, maar bood toch
voldoende mogelijkheden om in een de
finitieve woning voor de muzen der dra
matische kunst in de Maasstad te wor
den veranderd. Het eerste gedeelte der
restauratie is thans voltooid. Er is aan
de voorzijde een grote foyer bijgekomen,
voor de hoge ramen waarvan de bezoe
kers, zoals de Rotterdamse wethouder
van Kunstzaken het schriftelijk heeft uit
gedrukt, contact kunnen verkrijgen met
de onstuimig levende stad. Als zij naar
boven kijken, zien zij het door John Rae-
decker vervaardigde plafond, dat zich
oorspronkelijk in de hal van de „Nieuw
Amsterdam" bevond. Er zijn zulke mooie
tapijten, dat men er niet mag roken, maar
wie dat een bezwaar vindt kan gebruik
maken van de voor mensencirculatie die
nende verbindingscorridors. De wanden
zijn een uitmuntend idee verlucht
met fraai ingelijste decorschetsen. Intus
sen is men al bezig met de uitbreiding
van het toneel, een doorbraak naar ach
teren, alsmede met de aanleg als harmo
nieus terzijde van een paviljoen, dat de
beslemming van repetitielokaal voor de
vaste bespeler heeft.
DE BELANGRIJKSTE vernieuwingen
tot dusver zijn aangebracht in de zaal,
waarvan om te beginnen de vorm is her
steld volgens de aanvankelijke opzet door
het verwijderen van twee uitbouwen. Het
balkon heeft terwille van de betere sprei
ding van het geluid wat volgens technische
deskundigen een arresleeprofiel heet ge
kregen. De vroeger aanwezige echo's zijn
onschadelijk gemaakt, de verdikte deuren
fungeren tevens als sluizen tegen de gol
ven van ongewenst lawaai van buiten en
uit de dienstvertrekken. Architect C. H.
Goebertus en kunstschilder Nicolaas Wijn
berg hebben gezamenlijk de kleuren-
compositie tot stand gebracht, een war
me weelde van rood met diepe en doffe
groenen. Elegante luchters dragen de
luchtpunten. Zeer gelukkig kan men ver
der zijn met de twee vooruitstrevende or
namenten tegen de muren uitgestrekte
metaalplastieken een vogelvlucht
door Guus de Ruiter.
ZATERDAG heeft de offciële herope
ning plaatsgehad. Zoekend naar een fees
telijk stuk voor deze gelegenheid is men
terechtgekomen bij „Lysistrata" van
Eduard Veterman, dat ongeacht de ver
dere kwaliteiten een Nederlands stuk
bovendien in ieder geval de kans open
liet om het spectaculaire met uitspattin
gen van dezelfde schildershand aan gene
zijde van het voetlicht voort te zetten.
Een tintrijk (meer dan een tintelend)
schouwspel is het geworden, veeleer ge
dacht van het picturale dan van het dra
maturgische uit. Met alle respect voor het
van vurig theaterinstinct getuigende ta
lent van Nicolaas Wijnberg moet ik toch
waarschuwenderwijs de vrees laten ho
ren, dat de grenzen der dienstbaarheid
gevaarlijk dicht benaderd zo niet over
schreden zijn. Het mag op z'n minst be
twijfeld worden of de door Veterman na
gelaten reputatie de schrijver kwam
kort na de première van dit stuk door het
toenmalige {oneelgezelschap van Amster
dam in 1946 bij een autobotsing om het
leven eer bewijst, of laten we zeggen
recht doet wedervaren, door het verbloe
men van zijn stekelige spitsvondigheden
achter opgelegde anachronismen en be
haagziek toegevoegde vermakelijkheden.
MAAR AL TE ernstig moeten we deze
kwestie nu ook niet nemen. Deze moder
ne navolging van de twintig eeuwen oude
Attische komedie van Aristofanes over
een vrouwenstaking ter bevordering van
de vrede is soms wel geestig en onder
houdend, maar bepaald geen meester
werk. Daarbij spreekt deze satire nu veel
minder aan dan destijds bij de oorspron
kelijke première, toen over het algemeen
de verdienste ervan werd onderschat.
Veel van de toch al verstrooide pikante
spot heeft de scherpte van het gezochte
effect verloren (zodat het geen wonder is,
dat men naar andere middelen van amu
sement ging zoeken en dusdoende het re
vueachtige nog meer liet overheersen).
Vetermans dood is daarvan werd men
toch wel doordrongen een gevoelig ver
lies geweest voor de Nederlandse toneel
schrijfkunst. Negen van de tien resulta
ten van naderhand verleende opdrachten
blijven tot onspeelbaarheid gedoemd door
De vrouwenstaking. Op de voorgrond
(rechts) Coba Kelling en (links achter
haar) Lia Dorana.
geringere blijken van vaardigheid en naar
de eisen der praktijk plooibare fantasie.
DESTIJDS HEB IK bijzonder genoten
van de geraffineerde vertolking van de
titelrol door Fien de la Mar, die met haar
„romantische" techniek warmte en sier
lijkheid aan de hekelverzen wist te ge
ven. Haar plaats wordt thans ingenomen
door Lia Dorana, die met een verrassend
jeugdig elan een pittige trefkracht aan de
tekst verleent zodat men van een werke
lijk heel leuke creatie kan gewagen, maar
die toch de beslissend noodzakelijke ge
voelstoon onvoldoende laat doorklinken.
Per saldo is de moraal: de wereld moet
worden geregeerd door liefde, waarin het
mannelijk verstand door vrouwelijke
hartslag wordt begeleid. De Spartaanse
aanvoerster heeft van Trees van der
Donck wat weinig primitieve autoriteit
gekregen. Van de zeer vele verdere me
dewerkenden mogen met waardering An-
dré van den Heuvel, Hans Croiset en Coba
Kelling worden genoemd naast Enny
Meunier en Steye van Brandenberg die
als moderne toeristen voor koorzeggers
doorgaan. Ook de debutanten hebben recht
op hun deel van het applaus. Van de vele
vondsten, waar regisseur Ton Lutz zijn
glimlachende sanctie aan verleende, wil
ik in het bijzonder prijzen het wisselspel
van zon en maan.
David Koning