Geniet dubbel
t
coopvaert
GIEN HOUDT ZIJN BURGEMEESTER HOOG
Bonn geneigd tot betere
verhouding met Moskou
r
J
Het hoger
personeel
Beatrix nam afscheid
MR. ZONDERLAND BEPLEIT VERANDERING
IN ZETELTOEWIJZING
(0p de
IBLif Iif bFrlpöpn tiji)
\Van dag tot dag
Vier doden in het verkeer
Lichamen van 44 Schotse
mijnwerkers gevonden
Rustig, onbezorgd
in gezelschap
van een fijne
pijp tabak.
van elk vrij ogenblik
Douwe Egberts
in handige plastic tabakszak
Het hoger personeel in de P.B.O.
Dodelijke aanrijding
bij Bakkum
Prof. dr. A. Goslinga
75 jaar
<=pracitóto&l
Ambassadeur Kroll adviseert het ontwapeningsplan
van Kroesjtsjev zorgvuldig te onder zoeken
DINSDAG 22 SEPTEMBER 195 9
Al jaren wordt er nu gestreden om de
vertegenwoordiging van het hoger perso
neel in de lichamen van de P.B.O. en de
S.E.R- Dit personeel bezet belangrijke
posten in de bedrijven tussen de directies
en de lagere arbeid met een meer uit
voerend karakter. Ieder die het bedrijfsle
ven van dichtbij kent zal beamen, dat er
voor het dynamisch ondernemen zeer
veel van deze groep afhangt, dat zij een po
sitie inneemt die van veel gewicht is voor
de gehele Nederlandse welvaart. Maar
haar getalssterkte is gering en haar in
vloed in een maatschappij waarin de
macht ligt bij de grote organisaties is
dientengevolge klein. Financieel bijzonder
sterk is deze categorie ook niet; er heeft
zich zelfs na 1945 een voortdurende rela
tieve achteruitgang in de pecuniaire toe
stand van de intelligentsia, in vergelijking
met die der handarbeiders, voorgedaan.
Een dergelijke ontwikkeling is hoogst be
denkelijk, immers dit personeel is vaak
niet meer in staat, het bij zijn status be
horende leven te leiden, hetgeen bij voor
beeld gevolgen moet hebben voor de op
voeding van de kinderen, en dat terwijl de
ze groep verhoudingsgewijs de meeste in-
telligenten voortbrengt.
Natuurlijk kan men het hoger perso
neel verwijten, dat het zich zo slecht or
ganiseert. Er bestaat in deze kringen van
meestal vrij sterk individualistische
mensen een zekere aversie tegen alles
wat met organisatie te maken heeft voor
zover men er anders dan ambtshalve aan
moet deelnemen. Dit individualisme heeft
ook voordelen in een maatschappij die ge
durig verder vervlakt. Het hoger perso
neel vormt voor een belangrijk deel een
groep zelfstandig denkende en werkende
mensen, voor wie geestelijke autonomie
en financiële onafhankelijkheid en arm
slag voorwaarden zijn voor de goede uit
voering niet alleen van hun taak in het be
drijf, maar ook voor hun plaats in de
maatschappij.
Het wordt dan ook hoog tijd, dat men
de betekenis van het hoger personeel voor
het nationaal welzijn niet alleen lippen
dienst bewijst, maar dat men deze ook
formeel erkent en er een plaats in de
„schappen" van de P.B.O. en in de onder
nemingsraden voor inruimt. Men zal daar
toe moeten breken met de pariteitsgewij-
ze opbouw van deze lichamen, die men in
de P.B.O. tot dusver aantreft. Het hoger
personeel heeft daar krachtens zijn posi
tie en functie recht op, want zijn belan
gen worden noch door de vakbonden, noch
door de werkgeversorganisaties gedekt.
Op 25 september zal de S.E.R. in een
openbare vergadering zich moeten uit
spieken over de mogelijkheid van toelating
der Nederlandse Vereniging van Hoger
Personeel en der Katholieke Vereniging
van Hoger personeel als bevoegd tot be
noeming van leden van de Bedrijfscom-
missie voor de zware chemische industrie,
die ingesteld werd krachtens de Wet op de
Ondernemingsraden. In het voorjaar be
schouwde de S.E.R. deze organisaties niet
als representatief, maar een beslissing in
deze zin werd door het College van Beroep
voor het Bedrijfsleven vernietigd, omdat
de Raad zijn beslissing onvoldoende zorg
vuldig had voorbereid. Het is te hopen dat
de S.E.R. thans tot een ander oordeel zal
komen, hetgeen weer een stapje zal zijn
in de richting van volleaige erkenning van
de speciale positie, die het hoger personeel
inneemt. Het zou tevens in de lijn van de
regering in haar tegenwoordige samen
stelling liggen eens een initiatief in deze
richting te nemen.
In de afgelopen nacht is nabij Hulst in
Zeeuws-Vlaanderen een auto, bestuurd
door de 20-jarige R. de Bruin uit Hulst,
vermoedelijk door het springen van een
band, van de weg geraakt, over een sloot
gevlogen en met de wielen omhoog in een
weiland terechtgekomen. Daar vloog de
wagen in brand. De bestuurder kwam in
de vlammen om.
Een dergelijk ongeluk, maar met min
der ernstige gevolgen, gebeurde op de
rijksweg bij Vianen. Een auto, waarin het
echtpaar H. van der Weijden uit Helmond
zat, botste door het springen van 'n band
tegen een vrachtauto, kantelde en vloog in
brand. De chauffeur van de vrachtauto
wist de beide inzittenden uit de branden
de wagen te trekken. Beiden hadden vrij
ernstige brandwonden opgelopen. Zij zijn
naar een ziekenhuis in Utrecht overge
bracht.
Op de onbewaakte overweg te Hatte-
merbroek is de 65-jarige wielrijdster J.
FrankenTen Brinke uit Hattem door 'n
trein aangereden. Zij was op slag dood.
In Echt (L.) wilde de 10-jarige Annie
Wolters op de fiets met een jonger broer
tje achterop een langzaam rijdende auto
passeren. Zij schrok van een tegemoet
komende vrachtauto, begon te slingeren en
viel. waardoor zij door de vrachtauto
werd overreden. Het meisje was terstond
dood. Het broertje kwam met de schrik
vrij.
GLASGOW (Reuter/UPI) Reddings
ploegen hebben vanochtend vroeg de lij
ken van 44 van de 46 mijnwerkers in de
Auchengeich mijn nabij Glasgow, waar
vrijdag brand uitbrak, gevonden. Twee
stoffelijke overschotten waren al eerder ge
borgen.
Tweehonderd familieleden waren naar
de schachtingang gekomen, alsmede pro
testante en roomskatholieke geestelijken.
(Vervolg van pag. 1)
(Reuter-ANP-U.P.I.) Prinses Beatrix
zag er bij het afscheid op het Newyorkse
vliegveld Idlewild ietwat vermoeid uit.
Een functionaris van de regeringsvoor
lichtingsdienst vertelde de journalisten
dat zij de Prinses slechts één vraag konden
stellen, een verzoek dat bevreemding wek
te vooral omdat er geen uitleg bij gegeven
werd. Men besloot de Prinses naar haar
indrukken te vragen. Prinses Beatrix ant
woordde: „Men is bijzonder vriendelijk
voor me geweest, in het bijzonder de pers.
Wat New York betreft: het is voor mij heel
moeilijk te zeggen dat ik de mensen ken,
na zulk een kort bezoek. Maar het zijn
fijne mensen, en New York is een prach
tige staat".
Een vertegenwoordiger van de stad New
York bood de Prinses de sleutels van de
stad aan en het boek „Face of New York",
waarin burgemeester Wagner de volgende
opdracht heeft geschreven: „Dit boek is
ter herinnering aan Uw bezoek aan New
York en tevens een blijk van de hoogach
ting en bewondering die alle Newyorkers
U en het Nederlandse volk toedragen. Mo
ge het uwe Koninklijke Hoogheid door de
jaren heen er aan herinneren dat U steeds
welkom bent in New York
De Baltimore Sun schrijft naar aan
leiding van de reis van Prinses Beatrix:
De bescheiden kandidate van Leiden vormt
wel een sterk contrast met de snoevende
Russische minister-president. Daardoor
kan zij ons des te beter herinneren aan de
gemeenschappelijke vrijheid die de
vriendschap tussen het volk van Neder
land en dat van de Verenigde Staten sterk
en echt maakt".
De New York Herald Tribune schrijft:
„Prinses Beatrix, die New York gisteren
verlaten heeft om haar studies aan de
Leidse universiteit te hervatten, was een
gracieuze en charmante gast tijdens haar
tiendaags verblijf. De warmte welke zij
gaf is volledig beantwoord, en wij hopen
en vertrouwen dat zij aangename herinne
ringen meeneemt aan haar eerste officiële
bezoek aan een voormalige Nederlandse
kolonie die de traditie van zijn Nederland
se begin nog in ere koestert, en dankbaar
is voor haar deelname aan zijn jubileum
viering".
Advertentie
„Wanneer er de laatste jaren moeilijkheden zijn gerezen over de vertegenwoordi
ging van het hoger personeel in de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, dan mag
men deze groep niet verwijten, dat zij zich te weinig aan het normale stramien van
de vakbeweging stoort, maar dan moet men de fout zoeken in de P.B.O. zelf". Dit
zei mr. P. Zonderland, arbeidsrecht-deskundige, dezer dagen in een rede te Arnhem
voor de Vereniging van Hoger Personeel in de Rayonindustrie. Publiekrechtelijke
representatie van belangengroepen, aldus spreker, is op de keper beschouwd een
onoplosbaar probleem en iedere samenstelling van bedrijfschapsbesturen is daarom
een hachelijke zaak. Aanvaardt men een organisatie eenmaal als een voldoende
constructieve representatie van een bepaalde groep, dan staat voor de bepaling van
de onderlinge verhouding voor de zeteltoewijzing weinig anders ten dienste dan de
macht van het getal, maar juist daardoor blijkt hoe voorzichtig men met de P.B.O.
moet zijn.
De weieens geponeerde stelling, dat bij
aanwezigheid van drie zetels, elke richting
in de vakbeweging in ieder geval een zetel
zou toekomen, achtte hij onaanvaardbaar.
Men baseert deze regel op het gewoonte
recht, aldus mr. Zonderland, maar pas
wanneer de andere richtingen in de vakbe
weging zich ten onrechte telkens tegen de
macht van het getal in, toch aan deze ver
deling zouden onderwerpen, zal inderdaad
zulk een gewoonterechtelijke regel ont
staan.
Wat betreft de positie van het hoger per
soneel in -de ondernemingsraden, stond
spreker op het standpunt dat deze geen
moeilijkheden hoeft op te leveren, omdat
de grondslag van de ondernemingsraden
veel gezonder is en de uitwerking in de
Nederlandse wet voorzichtig is geschied.
Vrijwel alles draait hier om het reglement,
dat voor het betreffende bedrijf wordt op
gesteld en de ervaring leert, dat dit voor
alle partijen bevredigend kan zijn, mits
men zeer zorgvuldig en niet overhaast te
werk gaat.
Wat betreft de P.B.O. waarschuwde
spreker tegen de vaak gehoorde opvatting,
dat het hoger personeel een tussengroep
tussen werkgevers en werknemers zou
zijn. De ondernemingsraad is een instituut
van en voor het bedrijf, waar men als het
ware aan een ronde tafel zit. In de P.B.O.
daarentegen is de juridische constructie
nu eenmaal duidelijk die van de twee-de
ling tussen werkgevers en werknemers en
het hoger personeel hoort, hoe het maat
schappelijk ook gerubriceerd moet wor
den, zonder meer thuis aan werknemers-
zijde, aldus mr. Zonderland.
Op het rijwielpad van de primaire weg
in Bakkum is maandagavond de 51-jarige
W. A. Oosterbos uit Amsterdam met zijn
bromfiets tegen een wielrijder gereden
als gevolg waarvan de bromfietser zo on
gelukkig kwam te vallen dat hij ter plaat
se is overleden. De fietser, H. L. uit Cas-
tricum, fietste naast drie andere wielrij
ders uit Castricum. Ook hij liep verwon
dingen op, doch kon na in het provinciaal
ziekenhuis te zijn behandeld, naar huis
terugkeren.
Prof. dr. A. Goslinga te Badhoevedorp,
oudhoogleraar in de letteren en wijsbe
geerte aan de Vrije Universiteit, zal za
terdag zijn 75ste verjaardag vieren. Prof.
Goslinga werd 26 september 1884 te Bols-
ward geboren. Hij studeerde aan de Leidse
universiteit en verbleef in 1910 en 1911 te
Londen en Parijs voor een archiefstudie.
Op 6 juli 1915 promoveerde hij aan de Leid
se universiteit tot doctor in de letteren
en wijsbegeerte op een proefschrift geti
teld: „De buitenlandse staatkunde van den
raadspensionaris Simon van Slingelandt".
Na van 1911-1913 leraar te zijn geweest
aan het Marnix-gymnasium te Rotterdam
en van 1915-1918 aan de rijks hbs te Win
terswijk, volgde in 1918 zijn benoeming
tot hoogleraar aan de V.U.. waar hij 8 juli
van dat iaar inaugureerde met een rede
over: „Willem I als verlicht despoot".
Prof. Goslinga is medeoprichter van de
stichting Reveil-Archief, waarvan hij ook
vice-voorzitter is.
Nieuwe spreekwoorden
Ik vind niet dat we, wat onze spreek
woorden betreft, erg met onze tijd mee
gaan. Spreekwoordelijk leven we nog in
de eeuw van de trekschuit en de post
koets. Katten laten we nog steeds, om de
smeer, de kandeleer likken, terwijl het al
jaren zo is, dat poezen dagelijks smullen
van hun hooggeconcentreerd kattenvoed-
sel en zij dit niet om de smeer doen, maar
om de rijkdom aan vitaminen en andere
opbouwende stoffen.
En neem nu eens de zegswijze: bij het
scheiden van de markt leert men de koop
lui kennen. Natuurlijk, markten worden
nog overal gehouden en kooplui zullen er
wel altijd blijven bestaan, maar klinkt het
niet veel eigentijdser (om dat afschuwe
lijke eigentijdse woord eens te gebruiken)
om te spreken van: bij het mislukken van
de conferentie leert men de politici ken
nen?
Zo kunnen we doorgaan. Volgens mij is
er een voorwerp, dat veel uitzonderlijker
tikt dan het klokje thuis pleegt te doen.
Ik stel dan ook de volgende variant voor:
zoals de Geigerteller in Oak Ridge tikt,
tikt hij nergens. En wij verbranden niet
meer onze schepen achter ons, maar onze
bromfietsen. Wij knijpen de kat niet lan
ger in het donker, maar bij het schijnsel
van ons televisietoestel. En ook de koks,
deze brave lieden, zullen een veer moeten
laten, want het zijn niet allen nozems, die
lange messen dragen. Ook de uitdrukking
„de plaats waar zelfs de koning te voet
gaat" riekt ouderwets. Spreken wij liever
van „de plaats waar zelfs president De
Gaulle te voet gaat."
Spreken was zilver, zwijgen goud, maar
in deze tijd is spreken uranium en zwij
gen kobalt. De goede opmerker is het trou
wens opgevallen, dat het al sinds enige ja
ren geen pijpestelen meer regent, maar
sigarettenfilters, en dat moeilijke zaken
niet zozeer haken en ogen hebben als wel
kapotte ritssluitingen. Onze jeugd jaagt de
kogel niet meer door de kerk, maar door
de jukebox, en wie de stelregel „oog om
oog, tand om, tand" huldigt, schakele
voortaan over op „bril om bril, kunstge
bit om kunstgebit."
Eind goed, al niet onaanvaardbaar.
Remco Campert
Poging tot doodslag. Het gerechtshof
te Amsterdam heeft een 39-jarige Amster
dammer, die in de ochtend van 15 juli 1958
op een kampeerterein bij Hilversum een
poging deed zijn vrouw te wurgen, wegens
poging tot doodslag veroordeeld tot twee
jaar gevangenisstraf en voorwaardelijke
terbeschikkingstelling van de regering.
Het bezoek dat de Westduitse ambas
sadeur te Moskou Kroll de afgelopen drie
dagen aan de Westduitse hoofdstad heeft
gebracht is niet zonder resultaat geble
ven. Kroll, die geen blad voor de mond
pleegt te nemen, heeft zijn regering ge
adviseerd vooral de grootst mogelijke aan
dacht en zo mogelijk in positieve zin te
besteden aan Kroesjtsjevs ontwapenings
voorstellen. Hij pleitte verder voor een
versterking van de contacten tussen Bonn
en Moskou en vond ditmaal bij Adenauer
een willig oor.
Kroll voerde gisteren te Bonn bespre
kingen met zijn chef, de minister van Bui
tenlandse Zaken Von Brentano, en voorts
met bondskanselier Adenauer en bonds
president Ltibke. Hij bracht naar voren dat
de brief van de bondskanselier aan
Kroesjtsjev van 30 augustus in Moskou is
gewaardeerd. Sedert die brief zijn de pro-
paganda-aanvallen op West-Duitsland
sterk verminderd.
Elke morgen om twee mi
nuten voor negen wordt dok
ter Dezarnaulds naar het ge
meentehuis van Gien ge
dragen. Twee potige knapen
van Openbare Werken hebben
zich een paar minuten eerder
aan zijn woonhuis gemeld,
waar de dokter al op zijn stoel
klaarzit. Zij schuiven twee
stevige latten onder de zitting
aan de binnenkant van de
poten, waardoor een primi
tieve draagstoel ontstaat. Het
is de eenvoudigste en gemak
kelijkste manier om de oude
heer naar zijn werk te bren
gen. Dokter Pierre Dezar
naulds, burgemeester van
Gien, is namelijk gedeeltelijk
verlamd. Hij is bovendien,
sinds 1949, totaal blind. En
wanneer ik u tenslotte uit de
doeken doe. dat hij juist tach
tig jaar is geworden, hebt u
een. zij het nog onvolledig,
beeld van deze bijzondere
figuur.
Sinds hij zijn praktijk aan
de kant heeft gedaan, brengt
hij zijn dag geheel in het be
lang van Gien door. Van
negen tot twaalf en van half
drie tot zes wijdt hij zich zon
der ophouden aan de lopende
zaken van de gemeente: dic
teert brieven, voert bespre
kingen, telefoneert en brengt
het personeel voortdurend in
verbazing door zijn fabel
achtig geheugen. Hij kent alle
begrotingscijfers uit zijn hoofd
en weet precies wat er in het
Loirestadje omgaat. Dank zij
hem is Gien volledig hersteld
van de verschrikkelijke oor
logsverwoestingen. Hevige
achterhoedegevechten in 1940
en twee zware bombardemen
ten door de Duits-Italiaanse
luchtmacht tegen het einde
van de strijd hadden de stad
Aan de zuidelijke oever van de Loire, vierenzestig kilometer
ten zuidoosten van Orléans, ligt als hoofdstad van het arron
dissement Loiret het stadje Gien. De sneltreinen op de lijn
ParijsLyon— Marseille rijden er in razende vaart voorbij,
maar het boemeltje en andere vervoermiddelen brengen er
jaarlijks toch duizenden toeristen.
in één troosteloze ruïne ver
anderd. Het karakteristieke
silhouet van Gien met de
rijen middeleeuwse huizen,
"edekt door rode pannen,
scheen voorgoed van de opper
vlakte der aarde te zijn weg
gevaagd. Een groot deel van
de achtduizend inwoners had
elders onderdak gezocht en
men wanhoopte eraan of Gien
ooit in zijn oude glorie zou
herrijzen.
„Ik tart u hier momenteel
één beschadigd huis te ont
dekken", zegt de burgemeester
trots. „We hebben alles her
bouwd in de geest en de stijl
van vroeger en dezelfde rode
baksteen in verschillende tin
ten gebruikt, waaraan de stad
voor de oorlog het typisch-
eigene ontleende. En de men
sen zijn niet alleen terugge
komen, maar door de vesti
ging van een paar bescheiden
industrieën konden we zelfs
de trek naar Parijs ombuigen,
zodat we op het ogenblik
boven de negenduizend in
woners zijn gekomen".
Dokter Dezarnaulds. Parijze-
naar van geboorte, is in de
loop van de tijd volop „Gien-
nois" geworden. Al lang voor
de eerste wereldoorlog oefen
de hij er praktijk uit en van
het begin af rekende hij voo>-
een visite de allengs befaamd
geworden „cent sous" hon
derd stuivers. De enkele oud"
man of vrouw, die er op ge
steld is nog heden van zijn
diensten als arts gebruik te
maken, weet precies hoe hoog
de rekening zal zijn. Beleefd
heidshalve zal men misschien
vragen wat men schuldig is
en dan zal onveranderlijk het
antwoord zijn: „Ce sera cent
sous", „Dat is dan honderd
stuivers" ook al rekent men
in Frankrijk al lang niet meer
met sous.
In 1947 deden zich de eerste
verschijnselen voor van de
naderende blindheid en twee
jaar later was zijn gezichts
vermogen verdwenen. Zijn
handicap is nog steeds een
teer punt voor de vitale grijs
aard met zijn volle witte
baard en merkwaardig schit
terende bruine ogen, die schij
nen te leven. In een dispuut
kan hij bijvoorbeeld zeggen:
„Ja. ja, ik zie het wel!" en hij
eindigt een gesprek steeds met
„tot ziens". Hij bezoekt regel
matig belangrijke bouw
werken en laat zich dan de
topografie van het terrein
omstandig uitleggen, tot hij in
zijn geest ook ziet wat er aan
de hand is. ...Hoe hoog wordt
die muur?", kan hij dan vra
gen en hij staat erop het ant
woord „door handoplegging"
te controleren.
Voordat zijn benen hem zijn
dienst weigerden, was het zijn
gewoonte elke zondagmiddag
een wandeling door zijn ge
meente te maken. Stevig aan
de arm van zijn vierenzeven-
tigjarige vrouw slenterde hij
in het centrum rond, onop
houdelijk naar links en rechts
groetend door met een zwaai
zijn hoed af te nemen. Het ge
heim van dit mysterieuze
„zien" is langzamerhand ge
meengoed geworden: een lich
te druk op zijn arm gaf hem
het sein, waarna hij zijn
vrouw fluisterend vroeg: „Wie
was dat?"
We mogen deze man zijn
kleine ijdelheidjes gunnen.
Een trucje, waarover buiten
staanders zich altijd verbazen,
is zijn vermogen bijna op de
minuut af te zeggen hoe laat
het is. Ook hierbij behoort een
foefje: hij hoort de klok slaan
laten we aannemen, dat hij
met iemand in gesprek is
en haalt even later zijn ouder
wetse horloge te voorschijn,
brengt het heel dicht bij zijn
blinde ogen en roept ver
schrikt: „Bijna vijf over vijf!
Zou ik bijna vergeten wet
houder Lejeune te bellen!"
De zondag is voor het groot
ste deel gewijd aan lezen, dat
wil zeggen, madame Dezar
naulds installeert zich in een
gemakkelijke stoel en leest
hem voor. Hij is zijn belang
stelling voor zijn oude métier
nog geenszins verloren en wil
van de medische tijdschriften,
waarop hij is geabonneerd,
geen regel missen. En al die
kennis wordt feilloos in zijn
brein geregistreerd, evenals
bijzonderheden over bouw
kosten, materialen en lonen
van de onder handen zijnde
werken. Daarom zit hij in een
vergadering van burgemeester
en wethouders nooit met de
mond vol tanden, integendeel,
hij intimideert zijn medewer
kers keer op keer door zonder
napieren voor zich om van te
snieken de zaken beter te
weten dan zij. Hij mag li
chamelijke gebreken hebben.
geestelijk is hij nog zo fris
als een jonge kerel.
De Giennois kunnen zich
niet heugen, dat hun burge
meester ooit vakantie heeft
genomen. Dientengevolge heeft
hij een gruwelijke hekel aan
de zomer, wanneer zijn perso
neel hem een voor een voor
een tijdje in de steek laat. Hij
blijft dicteren, telefoneren en
onderhandelen. De komst van
het seizoen, waarin de bla
deren beginnen te vallen, be
groet hij dan ook als de lente:
er kan weer worden gewerkt.
Na de laatste verkiezingen
gaf hij in het openbaar een
verbluffend staaltje van zijn
kunnen weg. Zoals dat in
Frankrijk gebruikelijk is,
waren voor de eerste ronde
ettelijke kandidaten gesteld.
De resultaten van de diverse
gemeenten in het arrondisse
ment werden telefonisch naar
het gemeentehuis van Gien
doorgegeven en kort na mid
dernacht waren alle cijfers
bekend. De gemeentesecreta
ris zonderde zich daarna vijf
minuten met zijn chef af en
las hem de namen van de
kandidaten en de op hen uit
gebrachte stemmen voor. Ver
volgens repeteerden zij de
lijst.
Een volle zaal met belang
stellenden begroette de burge
meester met een vriendelijk
applaus. Dokter Dezarnaulds
ging achter de tafel zitten,
zette zijn bril af en keek even
ernstig naar links en rechts
over de hoofden van zijn ge
meentenaren. Toen sprak bü
plechtig, terwijl hij zijn bril
weer opzette en een blad pa
pier voor zijn ogen bracht:
„Dames en heren, ik ga u
thans de volledige verkie
zingsuitslagen voorlezen
Om Adenauer's brief is nogal wat te
doen geweest. De bondskanselier schreef
er ondermeer in, dat het zin had om de
draad van de ontwapeningsonderhandelin
gen in de ondercommissie van de UNO,
die in 1957 te Londen werd losgelaten, weer
op te nemen. Verder zweeg Adenauer dis
creet over de kwsitees Berlijn en Duitse
eenheid. Hij schreef voorts over het feit
dat hij het socialisme niet haatte en dat
hij geen revanchist is. Adenauer noemde
Kroesjtsjev in zijn brief een staatsman
met een hoge mate van werkelijkheidszin.
Uitgaande van deze brief heeft Kroll te
Bonn aandacht gevraagd voor Kroesj
tsjevs ontwapeningsplan. Dat plan, aldus
Kroll, moet men niet zondermeer opzij
leggen, maar zeer zorgvuldig onderzoe
ken. Evenzeer vroeg Kroll aandacht voor
delsbetrekkingen tussen de Sovjet-Unie en
Kroesjtsjevs opmerking, dat de han-
de Bondsrepubliek er nog niet zo slecht
voor staan. Ook hierin steekt volgens de
Westduitse diplomaat iets positiefs, dat
men niet mag laten glippen.
Kroll is een diplomaat zoals Bonn er
weinig heeft: hij staat bekend is bijna
berucht, als een zeer zelfstandig denkend
en optredend persoon. Als ambassadeur
te Tokio gaf hij hiervan blijk. Zijn kennis
van het Russisch stelt hem in staat zonder
moeite gesprekken te voeren met de lei
ders uit het Kremlin. Men gelooft hier dat
zijn mening bij Adenauer niet altijd een
positieve waardering heeft gekregen. Des
ondanks acht men het thans opmerkelijk,
dat Kroll's mening van diplomatieke en
regeringszijde onofficieel aan de pers is
verstrekt. Daarmee geeft men te kennen,
waarde te hechten aan de berichten dat
Bonn zich heel wat gelegen laat aan zijn
aandeel om de spanning in de wereld te
doen afnemen. Er zou ook uit blijken, dat
Kroll naar Bonn is gekomen na diepgaand
overleg te Moskou met Russische diplo
maten, onder wie de plaatsvervangende
minister van Buitenlandse Zaken Zorin.
Men gelooft ten slotte, en dat is het meest
opvallende, dat Adenauer er ditmaal op
uit is een eigen initiatief te ontwikkelen
ten aanzien van de verbetering der West
duits-Russische betrekkingen.
Uit de Oprechte Donderdagse Haerlemse
Courant van 20 September 1759
ALKMAAR den 17 September. Onder de
Zeldzaamheden welke zom-
tyds onder de Gewassen
als verwonderenswaardig
zig opdoen, is met geen
minder Oog van verwon
dering als Zeldzaam aan
te merken hetwelk alhier
in eenen Tuyn, buyten
deeze Stads Geester Poort aan de Cingel
gelegen en aan Monsr. Jan Spaan kruyde-
nier alhier toebehorende, is gevonden.
Wanneer iemand van zijn Huysgezin
eenige Appelen bezig was van de Grond
op te raapen en dus door het bukken het
oog vallende aan de zyde van een Aal
bessenboom welke naast een laagstamde
Appelboom staat, het hem toescheen dat
dien Appel welke aldaar zig in gezegde
Aalbessen Boom bevond, mede eene af
gevallene was en daarom dezelve meende
daaruyt van de tak af te neemen maar,
dezelve aangrypende ontdekte dat hy met
eene Steel aan de Tak vastzat: Deze Ap
pel heeft de grootte van een ordinaire
Vuj'st, is fris van Couleur en zit aan een
der takken van de Aalbessenboom vast-
gegroeyd, welke Tak zowel als de andere
Takken van dien Boom met Bessen voor
zien is.