Gesprek over de mijn Beatrix is teken aan de wand 1PS8Bh» Opnieuw onrust in Kongo Mijnwerkers betoogden in Bonn als brave burgers tfaak hof dpijn? j ZWITSALETTEN r Kroesjtsjevs afscheid van Washington ►keipui 11 ff af GERICHTE WARMTE 3 I Van dag tot dag Niet zo zwart PEANUT BUTTER mtriMan Casino van staatsmijn Wilhelmina uitgebrand Een half miljoen schade Mijnstreek houdt de adem in "iX f 31 i Kongolese Nationale Beweging noemt de huidige Belgische politiek uiterst gevaarlijk 0p de WIE WORDEN DE 5000 GE- LUKKIGE BEZITTERS VAN EEN 50 Subandrio naar China MAANDAG 28 SEPTEMBER 1959 Het is zeer begrijpelijk dat men in Lim burg geschokken is van de geruchten over de Staatsmijn Beatrix, volgens welke de schachten wel afgebouwd zouden worden, doch die verder niet in exploitatie zou wor den gebracht. Op het ogenblik wórdt tus sen de directie der Staatsmijnen en de re gering overleg gepleegd over de te nemen beslissingen en maatregelen en het is dan- ook niet zeker of de Beatrix inderdaad braak zal blijven liggen. Toch is het gerucht alleen al een veeg teken. Het wijst erop, dat de gevolgen van de kolencrisis ook tot ons land doordrin gen. Tot dusver is Nederland tamelijk goed buiten schot gebleven, immers onze kolenvoorraden namen in vergelijking met Duitsland of België maar in geringe mate toe en bedragen thans ongeveer een miljoen ton. Wij hebben er reeds menig maal op gewezen, dat de kolenindustrie aan een structurele verandering van de vraag bloot staat. Een deel van de afne mers schakelt over op olie, die in tal van opzichten voordelen boven het zwarte goud heeft. Maar al te zwart moet men de steen kooltoekomst nu ook weer niet inzien. Dr. J. F. de Meijer heeft er onlangs in Econo- misch-Statistische Berichten op gewezen, dat bepaalde afnemers het niet zonder ko len zullen kunnen stellen. Met name heeft de staalindustrie cokes nodig. De Neder landse kolen zijn uitzonderlijk goede cokeskolen, die zeer geschikt zijn voor de hoogovens. Voor elke gefabriceerde ton staal is volgens dr. De Meijer 1,3 ton ko len nodig en uitbreiding van de staalin dustrie zou onze nationale mijnen zeer te stade komen. Volgens het artikel in E.-S.B. zou West-Europa in 1965 tussen de 100 en 110 miljoen ton staal nodig hebben en de produktie zal dus nog stevig moeten wor den opgevoerd, want in 1957 was deze slechts 88 miljoen ton. Luxemburg produ ceert op het ogenblik drie maal zoveel staal als Nederland, maar dit behoeft niet zo te blijven. De hoogovens in West- Europa raken in steeds grotere mate aan gewezen op ertsimport van overzee, dit door de vermindei'ing van de eigen voor raden. Staalbedrijven staan daarom het best vlak bij de aanvoerhavens. Luxem burg, aldus dr. De Meijer, zou allengs zijn vroeger zo gunstige positie verliezen, Ne derland zou een steeds betere verkrijgen. Frankrijk bouwt een groot hoogoven complex bij Duinkerken; in België is de staalcapaciteit pas met anderhalf miljoen ton per jaar uitgebreid en ook de Duitse staalindustrie zit niet stil. Zoals bekend bestaan er plannen voor een tweede staal industrie in Nederland op het eiland Ro zenburg. Het zou voor een zo belangrijke bedrijfstak als onze mijnindustrie waarin honderden miljoenen geïnvesteerd zijn en duizenden mensen werk vinden van het grootste gewicht zijn te weten of deze nieuwe staalindustrie er nu ook wer kelijk zal komen. Men zou er dan met zijn plannen voor de toekomst rekening mee kunnen houden. Een tweede staalbe drijf zou immers voor de mijnen een be langrijk afzetgebied vormen, waardoor de verliezen ten gevolge van de structurele wijzigingen in de vraag enigermate ge compenseerd zouden worden. Moge de re gering zo snel mogelijk haar beleid ten deze uitstippelen en moge het een krachtig beleid zijn. Advertentie (Pindakaas) rijk aan vitaminen 'nbron van kracht en gezondheid. De fijnste pindakaas komt van In de nacht van zaterdag op zondag is het in Zuid Limburg alom bekende „be- ambtencasino" van de Staatsmijn Wilhel mina in Terwinselen een prooi der vlam men geworden. Om drie uur werd de brand door enkele serveuses ontdekt. Nauwelijks drie kwartier later was het gebouw een smeulende puinhoop. De casinohouder, de heer Savelkoul, kon ternauwernood zijn vier kinderen in veligheid brengen, zo snel greep het vuur om zich heen. Tot elf uur zondagochtend is de bedrijfsbrandweer van de mijn met het nablussen bezig ge weest, geassisteerd door de brandweer van Heerlen. Het blussingswerk werd ernstig belemmerd doordat 20 ton pek, welke tegen een buitenmuur van het casino lagen op gestapeld telkens weer opvlamden. Van hel kostbare interieur van het casino, dat on langs ten koste van tienduizenden guldens is gemoderniseerd, kon niets worden ge red. Het casino omvatte een restaurant met twee buffetten, een kegelzaal, een biljart zaal, een wijnbar en een woning voor de casinohouder. De schade bedraagt meer dan een half miljoen gulden. Gebouw en inventaris waren niet verzekerd, omdat de Staatsmijnen alles op eigen risico houden. De oorzaak van de brand is nog niet be kend. De bedrijfspolitie stelt een onder zoek in. Van onze Limburgse correspondent) De mededeling, dat de directie van de Staatsmynen op korte termijn met de minister van Economische Zaken gaat praten over de toekomst van Staatsmijn Beatrix, is in geheel Limburg ingeslagen als een bom. Ofschoon de Staatsmijn directie niet tot de conclusie gekomen is, dat verdere afbouw van de mijn achter wege moet blijven, ontveinst men zich, met name in de mijnstreek, de ernst van de toestand niet. Het Eerste Kamerlid J. Maenen, lid van de Mijnraad cn voorzitter van de Katholieke Arbeiders Beweging in Limburg zei ons: „Wanneer de mijn Beatrix niet zal worden afgebouwd, omdat geen lonende exploitatie gewaarborgd is, dan betekent dit, dat ook de mijnen in de bestaande mijnstreek geen toekomst meer hebben". Zo voelt men het algemeen aan in Limburg en in de mijnstreek in het bijzonder, waar men ook geschrokken is van wat de nieuwe voorzitter van de Hoge Autoriteit, Piero Malvestiti, in Straatsburg heeft verklaard, namelijk dat in de toekomst de moderne industrie geen kolen meer zal gebruiken. In dit verband zei de voorzitter van de Katholieke Mijnwerkersbond, de heer F. Dohmen, ons: „Ik heb volkomen begrip voor de stap, welke de staatsmijnen bij de regering gaan ondernemen. We mogen zo langzamerhand weieens weten waar we met onze Nederlandse mijnindustrie aan toe zijn. Een mijn is geen fabriek. Eer een mijn in exploitatie is gekomen, zijn er tientallen miljoenen guldens geïnvesteerd. En als een mijn eenmaal in bedrijf is, kan zij maar niet, zoals een fabriek, van de ene op de andere dag op een nieuwe marktsituatie worden omgeschakeld. Een mijn moet op lange termijn verzekerd zijn van stabilisatie in produktie en werkgele genheid. Nu wel duidelijk gebleken is, dat de crisis in de mijnindustrie van de K.S.G. van structurele aard is, als gevolg van de wassende olie-vloed, nu moet er een ge coördineerd energiebeleid komen. Maar in plaats daarvan zien wij hoe de voor naamste K.S.G.-landen op eigen houtje al lerhande maatregelen voor hun mijnindu strieën treffen, terwijl onze regering prak tisch niets doet voor onze Nederlandse mijnindustrie. Daardoor zijn thans onze praktisch onbeschermde Nederlandse ko len in een dodelijke concurrentiestrijd ge wikkeld met de beschermde importkolen en met de olie, die op kolen bevoordeeld wordt door fiscale en andere maatrege len. Wij moeten in ons land inderdaad ko men tot een verantwoord energiebeleid, gericht op een zo goedkoop mo gelijke energievoorziening, maar waarin de kolen hun eigen plaats en taak hebben. Zo lang dat beleid er niet is, zal onze re gering de Nederlandse kolen moeten bij springen om de scheefgetrokken concur rentieverhoudingen recht te trekken. Dat is wel het minste wat onze Nederlandse mijnindustrie van haar regering verwach ten mag." Kolen blijven nodig De Katholieke mijnwerkersleider wees er ook op, dat van de bevrijding af tot 1958 de regering maar aangedrongen heeft op meer kolen, aan welke aandrang gehoor werd gegeven door het mijnbedrijf ten kos te van miljoenen-investeringen en van grote bedragen voor wei-ving- en scholing van nieuwe mijnwerkers. „Kan men dan thans nu de mijnindustrie in zorgen zit,' haar in de steek laten?" vroeg de heer Dohmen zich af. Wij zijn nog altijd een kolen-importerend land. Dertig percent van de 17 miljoen ton kolen, welke ons land jaarlijks nodig heeft, wordt gedekt uit importkolen. „Wanneer onverhoopt de olieleveringen gestaakt mochten worden in deze tijd van dreigende internationale spanningen, waar kunnen we dan op te ruggrijpen. wanneer de Nederlandse mijn industrie zou zijn uitgeschakeld?" vroeg de heer Maenen zich nog af. Men zal steeds en onder alle omstandigheden de Limburgse mijnindustrie een zekere basisproduktie moeten waarborgen in het belang van 's lands economie en in het belang van 's lands onafhankelijkheid, niet alleen in economisch, maar ook in politiek en militair opzicht. Mijnwerkers niet in de steek laten De heer Dohmen zei nog: „Als men ook in Nederland de olie in wil, laat men dat dan ronduit zeggen. Dan weten we ten minste waar we aan toe zijn. Onze Katho lieke Mijnwerkersbond zal met de Katho lieke Vereniging van Mijnbeambten en de werkgevers alles doen om door de moei lijke situatie heen te komen. Maar zowel regering als ondernemingen moeten zich hier terdege van bewust zijn, dat wij, die tijdens de hoogconjunctuur in het mijnbe drijf toen er voor ons zoveel te halen was, ons getemperd hebben in onze eisen van wege het algemeen nationaal belang, thans nu de mijnindustrie zich in een laagcon junctuur bevindt, ons fel zullen verzetten tegen iedere poging om onze mijnwerkers en mijnbeambten in de steek te laten." Voorlopig doorwerken Van de 50.000 georganiseerde mijnwer kers en mijnbeambten zijn er 42.000 ge organiseerd bij de twee katholieke vakor ganisaties. Voor midden-Limburg, waar men z'n hele toekomst aan het bouwen is op de Staatsmijn Beatrix, zal een even tueel niet verder afbouwen van de mijn een ware ramp worden. Burgemeester E. Rutten van Melick, Herkenbosch en Vlo drop, op welk grondgebied de Beatrix in aanbouw is, verklaarde: „Ik hoop dat de regering middelen en wegen zal vinden om de Staatsmijnen in staat te stellen de Beatrix af te bouwen. Wij zullen voorlo pig maar gewoon doorwerken." Intussen houdt de mijnstreek en geheel Limburg de adem in. Van het resultaat der besprekingen tussen de hoofddirectie der Staatsmijnen en de regering zal het afhangen welk lot het mijnbedrijf is be schoren. Zoveel is wel duidelijk gewor den: de geschiedenis met de Beatrix is maar een aanleiding tot wat er nu gebeu ren gaat. Zowel in werkgevers als in vakbondskringen houdt men zich over tuigd, dat de inzet van de komende be sprekingen de vraag is of ons Nederlandse mijnbedrijf met steun van de regering rus tig kan blijven doorwerken of dat het lang zaam maar zeker zal aftakelen. Concurrentie-verhoudingen Onze mijnindustrie wil per se geen een zijdige bevoordeling van de eigen kolen op de nationale kolenmarkt. Zij vraagt van de regering alleen, dat zij medewerking ver lenen zal om de scheve concurrentie-ver houdingen weer te helpen recht trekken. Over dit punt bestaat volkomen overeen stemming tussen de werkgevers en de mijn werkers- en mijnbeambtenorganisaties. Zij allen noemen onze kolen praktisch onbe schermd, terwijl de import-kolen uit an dere K.S.G.-landen door de regering van deze landen vaak zwaar gesubsidieerd wor den. Zo doet de Franse regering ongeveer zeven maal meer voor de mijnwerkers pensioenen dan onze regering. Bij ons moe ten de bedrijven daardoor zelf zware vaste lasten betalen, terwijl elders de regeringen de kosten voor hun rekening nemen. Noodtoestand Dit heeft de concurrentiepositie van onze kolen dermate verslechterd, dat er sprake is van een noodtoestand, die onmogelijk langer kan voortduren. De werkgevers kunnen niet méér doen dan zij nu doen om de kostprijs der Limburgse kolen te druk ken via bezuinigingen, mechanisatie en ra tionalisatie. Er is nog maar een middel mogelijk zeggen zij en dat is minder rendabele kolenlagen niet in exploitatie te nemen, gelijk ook in Duitsland al het geval is. Maar daar beschikt men ondergronds over machtige kolenvoorraden, terwijl ons mijnbedrijf nog ongeveer een mensenleef tijd mee kan. Wij moeten daarom spaar zaam zijn met onze kolen, niet alleen in het belang van Zuid-Limburg, waarvan de welvaart staat en valt met de mijnindustrie maar ook en vooral in het nationale be lang. Immers, het niet exploiteren van minder rendabele kolenlagen zal een spoe diger uitputting onzer mijnen ten gevolge hebben en bij zo'n bespoedigde uitputting zullen wij meteen totaal van het buiten land afhankelijk worden, met alle gevolgen van dien. Steun voor de mynen nodig Men verwacht nu van de regering, dat zij aan de mijnindustrie lasten ontneemt, met name op het gebied van de sociale verzekering, welke, wegens de zware on dergrondse arbeid, bijzonder zwaar druk ken juist op het mijnbedrijf, alsmede de lasten welke reeds ontnomen zijn aan de mijnindustrieën in andere K.S.G.-landen. „Wanneer de regering dit doet, dan zijn we, geloof ik al gered," zei men ons in vakbondkringen. Ten aanzien van de was sende olievloed verlangt de Limburgse mijnindustrie slechts, dat de kolen onder gelijke voorwaarden kunnen concurreren. Dat is nu niet het geval. Terwijl de kolen gebonden zitten aan het K.S.G.-verdrag, kent de olie een dergelijke binding niet. In de mijnindustrie oordeelt men, dat de olie thans alles op alles zet om de Nederlandse energiemarkt te veroveren en wel met prij zen, die vaak beneden die van de wereld markt liggen. „Als de markt eenmaal ver overd is en de olie een monopolistische positie inneemt, dan moet men eens zien wat er gebeurtzei ons een mijn- directeur. Overigens koestert men in ons mijnbek- ken geen pessimistische verwachtingen met betrekking tot de toekomst van de kolen. „Kolen zullen nodig blijven," oordeelt men in ons Limburgse mijnbekken, waar men bovendien met vreugde kennis heeft genomen van het feit, dat er in 1958 méér kolen- dan oliehaarden zijn verkocht in ons land. Dit schrijft men toe aan de ge richte kolenpropaganda onder de titel: „Kolen zijn toch gezelliger". V 7 ,fU Minister-president De Quay en zijn echtgenote zijn naar Canada geweest om hun beide geëmigreerde dochters te bezoeken. Op deze foto, genomen ten huize van zijn dochter die in Clarkson, Ontario, woont, bekijkt de premier een stukje speelgoed van zijn kleinzoontje Paul. Verder op de foto de dochter van prof. De Quay, me vrouw P. de van der Schueren (links achter) en mevrouvv De Quay. Op de voorgrond gehurkt de heer P. de van der Schueren met geheel rechts zijn driejarig zoontje Mark. BRUSSEL (ANP) Enkele tientallen gewonden, vijftien arrestaties en een plaatselijke avondklok zijn de resultaten van ongeregeldheden, die zich in de afge lopen dagen in de Belgische Kongo heb ben voorgedaan. Van officiële Belgische zijde in Leopoldstad is echter medege deeld dat bij het herstel van de orde geen gebruik is gemaakt van vuurwapens en dat er geen ernstige gewonden zijn. Aanleiding tot het eerste incident was het ontslag van enkele Afrikaanse arbei ders te Kitona in Neder-Kongo. Er volgde een demonstratie voor het gebouw van het Belgische bestuur, welke de politie met traangasbommen uiteendreef, nadat de arbeiders de gebouwen met stenen hadden bekogeld. Bij de paniek, die bij het ingrij pen van de politie ontstond, werden tien tallen personen gewond. Zaterdag hebben de arbeiders, aldus is in Leopoldstad be kend gemaakt het werk hervat. De gezin nen van de werknemers, die na de onge regeldheden hun woning hadden verlaten, zijn teruggekeerd. Ook in Loekoela, de hoofdplaats van Neder-Kongo is het vrijdag tot inciden ten gekomen. De aanhouding van enkele Afrikanen bij wat in de berichten uit Leo poldstad wordt genoemd 'n „controleopera tie" leidde tot demonstraties, die door de Belgische gendarmerie werden uiteenge dreven. De betogers bestookten hierna de openbare gebouwen en auto's in de stra ten van Loekoela met stenen. Het Belgi sche- bestuur heeft een avondklok inge steld van zes uur 's avonds tot zes uur 's ochtends. Elders in de Kongo kwam het tot een botsing tussen de politie en een groep Afrikaanse jongeren, die vergeefs hadden getracht een schoolgebouw te bezetten. Vijftien van hen werden gearresteerd. Ook is melding gemaakt van een aanval op een politiepatrouille door met pijlen gewapen de betogers. Ook dit had een aantal aan houdingen tot gevolg. „Meest totale oppositie" Inmiddels heeft een van de grotere Kon golese politieke groeperingen, de Kongo lese Nationale Beweging, in een open brief aan de Belgische minister voor Kongo ver klaard dat de huidige politiek van de Bel gische regering jegens de Kongo uiterst gevaarlijk is en van Kongo een tweede Al gerije dreigt te maken. In de brief wordt gezegd dat de politiek van de huidige mi nister, de heer De Schrijver, blijkens zijn uitlatingen conservatiever is dan die van zijn voorganger, de heer Van Hemelrijck. De Kongolese Nationale Beweging kondigt (Van onze correspondent in Bonn) De grootste Westduitse demonstratie, die ooit tegen de politiek van de regering- Adenauer is gehouden, verliep zaterdag te Bonn in volmaakte discipline. Vijftig duizend mijnwerkers betoogden daarmee tegen de officiële energiepolitiek zonder dat er een wanklank van betekenis werd gehoord. Op drie manieren heeft men van Oost- duitse communistische zijde gepoogd roet in het eten te gooien. Men zond een vijftal bussen, met geoefende agitators en veel propagandamateriaal op weg, maar daar de bussen niet voorzien waren van de spe ciale autonummers van de mijnwerkers bond, kon de politie gemakkelijk een stok je voor deze poging tot opruiing steken. Even slecht verging het een groepje, dat tot taak had pamfletten rond te delen en de ernstige poging van dr. Victor Agratz om mijnwerkers met pamfletten in de na middag naar een bijeenkomst te lokken, waar hij het woord zou voeren, mislukte eveneens. De ultra-marxist Agratz is voor malig chef-ideoloog van het Westduitse vakverbond, die uit deze bond is gesto ten, wegens zijn Oostduitse sympathieën. Ondanks dit alles en de duidelijke Oost duitse teleurstelling over het mislukken van opruiingspogingen, heeft de betoging niet duidelijk gemaakt of het zinvol was een miljoen mark te besteden aan de fi nanciering van de grootscheepse organi satie voor dit gebeuren. Aan het hoofd van de stoet liepen de D.G.B.-president Richter en mijnwerkersleider Gutermuth. Meer dan 1.500 politieagenten waren op getrommeld om te zorgen voor een soepel verloop van de demonstratie. De stad Bonn verkeerde van 's morgens 8 tot 's mid dags 4 uur in een soort staat van beleg: wie geen betoger was, mocht bij voorbeeld geen gebruik maken van de autobahn Bonn-Keulen, die gereserveerd was voor de achthonderd vakbondsbussen. Boze winkeliers Van de betoging zelf ging zeker geen grote attractie uit: de mijnwerkers, van wie er velen sinds 's morgens vijf uur in touw waren, liepen rustig tussen dikke rijen burgers door. Hun spandoeken zeiden wel iswaar, dat Erhard de schuld van alles was: „Erha(r)d die schuld", maar van grimmigheid, van doelbewuste actie was geen sprake. Daarbij had mijnwerkers chef Gutermuth aan de vooravond van de demonstratie gezegd: „wij willen geen burgeroorlog aan de Ruhr". Over het feit, dat de mijnwerkersbond nu al drie mil joen mark heeft besteed voor betogingen verklaarde Gutermuth: „Daaraan zullen wij niet dood gaan, wij zijn geen zang club". Maar dit alles al deze woorden van zelfbewustheid cn vol begrip voor de democratische staat maakte de zin van deze betoging niet duidelijk. De regerings- politiek bleef er in feite onberoerd door. Alleen waren de winkeliers en de markt kooplieden boos omdat de mensen of thuis waren gebleven of naar de betogers waren gaan kijken. De troost was, dat de communisten in toom konden worden gehouden. Maar dat was dan ook het enige positieve ele ment aan deze rustige burgermansde monstratie. in zijn brief aan zich in de meest totale oppositie te zullen terugtrekken. Zij zal blijven weigeren aan de komende verkie zingen voor de Kongolese gemeenteraden deel te nemen indien de onafhankelijkheid van Kongo niet wordt geproclameerd en een voorlopige regering wordt gevormd om de verkiezingen voor te bereiden. In de brief wordt ten slotte gezegd dat de be weging blijft verlangen naar samenwer king met België, doch dat de basis van deze samenwerking en de waarborgen, die Kongo daarbij verlangt, de volgende maand op een congres zullen worden be sproken. (Vervolg van pag. 1) Optimisten in Washington wijzen er even wel op, dat Kroesjtsjev ook het eigen volk aldus een gevoel van ontspanning moet geven en bij de Russen de indruk moet wekken dat zij thans een grotere kans ma ken die gebruiksartikelen te verwerven, die zij tot dusverre, ten gevolge van de bewapeningswedloop, slechts schaars kon den krijgen. Op die manier zou Kroesjt sjev de krachten in beweging hebben ge zet, welk een ware ontspanning ten goede zouden komen. Het belangrijkste punt in het gemeen schappelijke communiqué is wellicht dat alle kwesties door vreedzame onderhan delingen moeten worden geregeld. Voor landen, die het UNO-handvest hebben on dertekend, is dit allerminst een verras sende verklaring, maar Eisenhower kan thans betogen dat Kroesjtsjevs bedreiging van West-Berlijn althans wat is verzacht. Toch topgesprek? Is dit nu een voldoende vooruitgang om een topconferentie te rechtvaardigen? Dit zal nog moeten blijken. Het communiqué meldt dat de onderhandelingen over Ber lijn heropend zullen worden indien de an dere partijen daarmee akkoord gaan. Het is op dit ogenblik nog niet duidelijk of de gesprekspartners hierbij aan een topcon ferentie hebben gedacht. Wellicht zal Eisenhowers persconferentie hierin hel derheid brengen. Kroesjtsjev wenst stel lig een topbijeenkomst, doch gesteld al dat Amerika hiertoe thans bereid is, dan kan men daartoe officieel niet besluiten zon der er Groot-Brittannië en Frankrijk in te kennen. Er zijn de laatste tijd geruchten geweest over de slechte gezondheid van Kroesjt sjev. Daarvan is in de Verenigde Staten echter niets gebleken. Deze man moet in tegendeel sterk zijn als een beer. Na twaalf dagen intensief reizen, toespraken, eten en vergaderen, zag hij er allerminst ver moeid uit. Het voorlezen van officiële toe spraakjes hing hem kennelijk de keel uit, doch zodra hij vragen kon beantwoorden en redevoeringen kon improviseren, leef de hij volkomen op. Deze man is een ge boren verteller naar ,vie de Russen graag moeten luisteren. Het is heel goed moge lijk, dat Eisenhowers tegenbezoek is uit gesteld teneinde in de tussenliggende pe riode een ministers- of topconferentie te houden. Kroesjtsjevs verklaring voor het uitstel was allercharmantst. Toen men hem had gevraagd welke tijd door hem de beste werd geacht, had Kroesjtsjev gezegd: het voorjaar wanneer alles groen is en alles is ontdooid. Dit lijkt in vertaling een flauw kletspraatje, maar toen Kroesjtsjev dit tafereel op een gevoelige manier be schreef bracht deze verteller en acteur daarin zoveel warmte, dat de Russen het prachtig zullen vinden wanneer zij films van deze persconferentie zullen zien. Men neme, wat dat betreft, ook zijn re pliek op de opmerking, dat thans zo veel jonge Russen de kerken bezoeken. „Men moet niet vergeten", zo zei de slimmerd, „dat kinderen nieuwsgierig zijn. En in de Sovjet-Unie zijn zoveel kinderen, dat de kerkdeuren voortdurend open en dicht moeten klappen indien alle nieuwsgieri gen er slechts eenmaal een kijkje willen nemen". Ook wanneer men Kroesjtsjev zo goeds moeds bezig hoort, krijgt men toch de in druk dat deze sterke man zich verre ver heven voelt boven de journalisten die hem vragen stellen. Op sommige ogen blikken behandelde de Russische premier zijn ondervragers als een groep weetgra- De stoel Misschien bent u ook op die advertentie afgegaan en dan behoeft u niet verder te lezen. Maar zo niet, dan moet ik onthullen dat het ging om een herenstoel. Een he- renstoel is een speciaal soort stoel, waar in men zich slechts thuisvoelt als er aan de innerlijke beschaving niets hapert. He- renstoelen worden zeldzaam tegenwoor dig maakt de industrie stoelen waarin ie dereen of niemand kan zitten en dat dit een kwestie van vervlakking is, behoeft geen beloog. De herenstoel was te koop en ik voelde er wel iets voor. Een lieve oude dame had de advertentie geplaatst en wel omdat ze naar een flatje voor alleenstaande lieve oude dames ging verhuizen, waar heren- stoelen uiteraard ontoelaatbaar zijn. Het plaatsen van de advertentie was waarschijnlijk de eindfase geweest van een zware innerlijke strijd, want de dame was volkomen overstuux toen ik arriveer de. Ze had in stilte natuurlijk gehoopt dat er niemand zou komen opdagen, zodat ze de stoel lekker zou kunnen houden buiten eigen schuld. Ze streelde de armleuningen en zei dat ze er met bloedend hart afstand van deed en ik geloofde haar. Want het was een stoel waarin men met weinig ver beeldingskracht nog de vergrijsde, ver moeide man zou kunnen zien zitten, tevre den een pijp rokend en „ja lieve, nee lie ve" zeggend. „Als ik er maar zeker van ben dat hij een liefderijk tehuis krijgt", zei de oude dame met een traan. En dat deed de deur dicht. Ik kon hem niet kopen. Ik kon niet driemaal daags met een stoel gaan wan delen, hem 's nachts in een mand leggen en hem 's morgens over de poten strelen. Ik had hem willen hebben om er noncha lant in te hangen tussen het typen van stukjes door, of om er een dutje in te doen in de tuin. U moet hem houden", zei ik. „Tot uw dood toe". Zij keek mij verschrikt en op eens erg jong aan. „TJ moet eenvoudig zeggen dat het een damesstoel is". Ze bloosde van weelde in één enkel mo ment zag ik in haar een heel pril, heel charmant meisje, dat op avontuur gaat. Een meisje dat haar minnaar in het pen sionaat binnensmokkelt. Pi. Agteran Advertentie de enige olichaard met per week! Spcdaal ontworpen voor het verwarmen van ruim ten van 40 .1 50 ms. Voor Iets grotere ruimten (60 i 70 m!) komt het model 1009 In aanmerking. Prijs f245.- De Ideale ollehaard voor Inwononden. alleenwoner.- den, studerenden, verpleegsters, keukens, bad kamers. slaap- en studeerkamers. Ultgevoerd;met de enorm zuinige Rocket branderpot. Ingenieursbureau voor installatietechniek Zijlstraat 56 ETaarlem - Telefoon 11828 ge jongelieden, die al blij mochten zijn iets te vernemen, maar aan wie niet alles kon worden verteld. Maar al was Kroesjt sjev dan wat uit de hoogte, op deze laat ste middag was zijn rol meer vaderlijk dan dictatoriaal. Hij sprak de journalisten aan als „spoetnicks", het Russische woord voor medereizigers en vertelde hun herhaalde lijk dat Eisenhower en hij veel gemeen hebben en dat Eisenhower even bezorgd is over de vrede als hijzelf. Het streven naar vrede zal zegevieren, zo betoogde Kroesjtsjev, maar de Amerikaanse pre sident moet nog optornen tegen een min derheid, die de koude oorlog wil voortzet ten. De rede van een uur, die Kroesjtsjev zondagavond voor de Amerikaanse tele visie heeft gehouden, was grotendeels een propagandabetoog om de Amerikanen de weldaden van het communisme aan te praten, weldaden die bij nadere beschou wing toch niet zo begerenswaardig zijn. Er is ten slotte hartelijk afscheid geno men van de hoge bezoeker. Eisenhower, die met Kroesjtsjev van Camp David naar Washington is gereden, zei hem in de hoofdstad op opvallend warme wijze vaarwel. Vice-president Nixon stelde bij het afscheid op het vliegveld vast, dat de meningsverschillen tussen de staten wel iswaar nog dezelfde zijn gebleven, doch dat ontmoetingen van de leiders een goe de methode zijn om tot een oplossing der conflicten te geraken. Nixon eindigde zijn toespraak door de premier in het Rus sisch een „Tot ziens en alle goeds" toe te roepen. DJAKARTA (Reuter) De Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, Suban drio, heeft zaterdag te Djakarta tot ver slaggevers gezegd, dat hij binnenkort een bezoek aan communistisch China zal brengen, maar dat er nog geen definitieve datum is vastgesteld. De Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Tsjen Ji, heeft hem, naar hij zei, vele malen uitgenodigd. Advertentie 10 TABL. f 0.60 20 TABL. f 1.- 40 TABL. f 1.50

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 3