Ueebtiq, j,aaA K. ÏÏL. Van kunst* em vliegwerk tot „hoogst ervaren luchtvaartbedrijf^ JE KON HET MANNETJE ZIEN ZITTEN - Hulpkreten Navigatie ie 1920 Groei in cijfers Erbij ZATERDAG 3 OKTOBER 1959 PAGINA DRiu IN DEZE EERSTE VEERTIG JAAR is de K.L.M. uitgegroeid tot een ongesubsidieer de onderneming met aandelen op de beur zen te Amsterdam en New York en een geregelde uitkering van dividend aan de aandeelhouders. Zij neemt de derde plaats in op de wereldranglijst. Uit de ELTA, een grote luchtvaartten toonstelling in Amsterdam, georganiseerd door de jonge luitenant-vlieger Albert Plesman, is de KLM voortgekomen. Ples- man werd de eerste administrateur. Het was oktober 1919 toen dit tot stand kwam en de winter stond dus voor de deur. Aan gezien winterweer in die tijd. geen vlieg weer was, had de eerste vlucht pas in mei 1920 plaats op de, thans 's werelds oudste luchtlijn AmsterdamLonden, met een open vliegtuig en twee passagiers als „poolreizigers" in leren jassen gekleed. Welk een verschil met de echte poolreizi gers op de nieuwste KLM-route over de Noordpool naar Tokio en Biak, die met zijn vijfenvijftigen in viermotorige lucht reuzen met verwarmde en geventileerde drukcabines naar het andere eind van de wereld vliegen en daarbij een kamerjas van de KLM in bruikleen krijgen als zij van één van de aanwezige bedden gebruik maken. BIJ DE STICHTING in 1919 werd er reeds aan gedacht de activiteiten niet te beperken tot Europa. Het gouvernement van Nederlands Indië en een krant loofden in 1920 grote geldbedragen uit voor de vlieger die Java binnen een bepaalde tijd kon bereiken. Het geschikte type vliegtuig voor zo'n vlucht was er toen nog niet. Dat was er wel in 1924, toen een Fokker F-7, samengesteld uit hout, linnen en stalen buizen, de tocht in 55 dagen (maar met een gedwongen oponthoud van een maand in Turkije) volbracht. Het was een pioniers- Het toppunt van KLM service: Een witte kip „Elephant Girl", die alleenreizende oli fanten vergezelt en bezighoudt. vlucht over hoge bergen en oerwouden zonder radio en soms gedurende tropische slagregens en hevige rukwinden. In 1930 kwam een geregelde verbinding tussen Nederland en haar koloniën in het Verre Oosten tot stand. Deze lijn werd de „rugge- graat" van de vooroorlogse KLM, waarop spectaculaire prestaties zijn geleverd. Niet alleen in Europa en naar de Oost zwermden de „Vliegende Hollanders" uit. Ook naar de Nederlandse eilanden in de West, rond de Caraïbische Zee, werd de oversteek gemaakt: de eerste vlucht van de KLM over de Atlantische Oceaan. Het is in dit jubileumjaar 25 jaar geleden, dat deze eerste vlucht werd uitgevoerd. De start van een Westindisch luchtnet was er het gevolg van. TOEN KWAM DE OORLOG. De lucht vloot van eenenvijftig vliegtuigen, waar van een gedeelte uit DC-2 en DC-3 vlieg tuigen bestond, de eersie „blikken Ameri kanen", die bij een Europese maatschappij in dienst kwamen, werd voor een groot gedeelte vernield of beschadigd. Schiphol was al spoedig een prooi van de oorlogs handelingen. Geheel stil zat de KLM niet in deze periode. In de West werd doorge vlogen en werd het luchtnet zelfs uitge breid en ook de Indiëlijn werd nog lang in stand gehouden. De gehele oorlogsperio de vloog de KLM voor de geallieerden de lijn BristolLissabon vice versa. Na de bevrijding moest de hele zaak weer op nieuw worden opgebouwd. Schiphol was een ruïne, vliegtuigen waren er nauwelijks. Plesman vertrok onmiddellijk naar de Verenigde Staten en kwam met achttien Skymasters terug. De KLM had een ge weldige achterstand in te halen op de En gelse en Amerikaanse luchtvaart, die in de oorlogsjaren zulk een enorme ervaring had opgedaan. De Indië-lijn was na een half jaar heropend, voordat zelfs op Euro pese trajecten vluchten werden uitgevoerd. DE LUCHTVLOOT BESTOND in 1946 al weer uit vijfenzeventig vliegtuigen. Het luchtnet was in dat jaar reeds bijna het dubbele van dat van voor de oorlog. De KLM legt zich niet uitsluitend toe op het vervoer van passagiers, waarvan er dit jaar naar verwachting ongeveer 1 miljoen 'van de KLM gebruik zullen maken, doch ook van vracht en post. Met de eerste vlucht van Londen naar Amsterdam kwam ook de eerste vrachtzending al mee: een pakje kranten. Nu gaan er elk jaar onge veer 26 miljoen kilo door de lucht in spe ciale vrachtvliegtuigen, maar ook in de vrachtruimen van de gewone passagiersr toestellen. De KLM is de tweede lucht vaartmaatschappij ter wereld op het gé- bied van het internationale vrachtvervoer. Of het nu bloemen zijn, of een scheepsas van 12.000 kg, eendagskuikens of matrijzen van overzeese edities van kranten, chemi sche of pharmaceutische produkten, pre cisie- en optische instrumenten, textiel, race-auto's, sportvliegtuigen, huiden of zelfs complete inboedels: het wordt door de KLM vervoerd. GEEN WONDER dat het kantoortje van de stationschef op Schiphol, dat voor de oorlog als opslagplaats voor vracht dienst deed, plaats heeft moeten maken voor een nieuw, groot vrachtgebouw, dat thans al weer te klein wordt en waarschijnlijk door uitbreiding een verdubbelde capaciteit zal krijgen. In dat vrachtgebouw bevindt zich ook een dierenhotel. Het vervoer van die ren is namelijk een specialiteit geworden. Olifanten zijn er bij tientallen door de KLM vervoerd, uiteraard steeds vergezeld van de traditionele Hollandse kip, waar door een rustig vervoer gewaarborgd is. Kort geleden vervoerde de KLM het vijf honderdste paard. In totaal draagt de KLM bijna 3 miljoen kilo per jaar de we reld over. Ook op het terrein van de luchtkartering werd er veel werk verzet: grote gebieden in het Nabije Oosten, in Zuid-Amerika, het Verre Oosten en in Europa werden door het kaarteringsbedriif KLM-Aerocarto n.v. in kaart gebracht. 'S WERELDS MEEST verkochte ver keersvliegtuigen werden door de KLM ge- introduceerd. Na de DC-4's en de Sky masters kwamen de DC-6's, de DC-6A's en DC-6B's, de Constellations, Super Constel lations en DC-7C's. Van dit laatste, het modernste met zuigermotoren uitgerust toestel voor de lange afstand, heeft de KLM er thans vijftien, het grootste aantal De aankomst van de eerste machine uit Londen op Schiphol, op 17 mei 1920. In tegenstelling tot de DH-9 had deze ma chine, een DH-16, een gesloten „kajuit". Links op de foto (met bolhoed) staat Albert Plesman, om de eerste passagier te verwelkomen. dat een maatschappij buiten de Verenigde Staten bezit. De DC-7C „Seven Seas" is het laatste met zuigermotoren uitgeruste vliegtuig dat het verkeer op de lange tra jecten verzorgt, totdal volgend jaar de twaalf DC-8 straalvliegtuigen deze rol overnemen. Daarbij zal tegen het einde van dit jaar een nieuw type „turboprop"-vlieg- tuig, de Lockheed Electra, waarvan de KLM er twaalf heeft besteld, in bedrijf worden gesteld. Voor de kortere afstanden werden eerst de twee types Convair en daarna de Vickers Viscount 800 aange schaft, het eerste met turbopropmotoren uitgeruste toestel dat de KLM in dienst Bus voor bus werd 30 jaar geleden de ben- stelde. zine in de tanks van de F-7A gegoten. DAT DE LADING van een vliegtuig de vlieger soms parten kan spelen komt wel tot uiting in de geschiedenis van de piloot, die met een KLM-vrachtvlieg tuig tut Londen terugkeerde. Het spook te nogal boven het Kanaal en de ma chine maakte soms rare sprongen. Tel kens nu, als de neus daarbij naar be neden dook, weerklonk er een jammer lijk gekrijs. De man in de cockpit be greep er niets van; hij had geen passa- gier aan boord en ook geen dieren; er was iets fout. Toen hij, wat wit rond de neus, eindelijk op Schiphol landde, was het eerste wat hij deed, de lading onder zoeken. Het raadsel was gauw opge lost: in een aantal kisten zaten honder den mama-poppen, die, telkens wan neer hun stand door een schok van het toestel veranderde tegelijk plichtmatig om- hun moeders begonnen te roepen. „Ik zat, evenals de miljonair Vo.n Leer Black, achterin de cabine met allemaal lege fauteuils vóór me en keek door het raampje". IK BEN GROOT GEWORDEN in een tijd, waarin vliegtuigen nog goed moedig bromden in plaats van een hele tijd niets te laten horen en dan ineens het geluid te maken van een teil die over een stenen vloer wordt gesleept, zoals de straalvliegtuigen van nu. Ze hadden vaak nog een hele hijs tegen de wind, die boven ons dorp stond. Wan neer je er een boven de molen zag, kon je voorlopig rustig met je spel doorgaan en later nog eens opkijken, dan was-ie pas boven het kerkhof. Maar meen niet, dat we ook werkelijk geloofden, dat zo'n Fokker boven ons dorp zat. Dat was natuurlijk gezichts bedrog. In werkelijkheid vloog zo'n toestel, dat je boven het dorp zag, wel boven België en volgens sommigen onzer zelfs boven Spanje. TOT MIJN ACHTSTE levensjaar heb ik mij dan ook geweldige voorstellingen van de KLM-„vogels" -zoals ze toen heetten gemaakt. Daar is een eind aan gekomen op een middag waarop een boer, die van onze kerk was, ons een ritje met zijn auto naar Schiphol aanbood. Het was een hoge zwar te Ford met een dun blauw biesje over langs. dat nog altijd scherp door mijn her innering loopt. Van die middag is een foto overgebleven, zoals er in honderdduizen den Nederlandse familiealbums een moet zitten; een blij lachende menigte onder de witte vleugel van zo'n oude Fokker. Ik weet ook, dat ik vriendjes op grond van deze foto wijsmaakte, dat ik een vliegtocht met het toestel op de achtergrond had gemaakt. En dat dit kiekje gemaakt was nadat we allemaal uitgestapt waren. Enkele jon gens, die zich nóg altijd zo'n reusachtige voorstelling van vliegtuigen maakten vlo gen erin. Maar mijn denkbeelden over de luchtvaart zijn door dit bezoek tot redelijke proporties teruggebracht. Vliegtuigen wa ren lang niet zo groot als je dacht. Zij za gen er eigenlijk nog minder solide uit dan auto's. En de cabine was aan de buiten kant afgeschermd met gewoon zwart zeil doek, dat ook voor jasbeschermers op fietsen gebruikt werd. IN DE JAREN DAAROP ben ik mijn eigen vluchtnabootser geweest. Dat was helemaal niet moeilijk. Iedere levensmid- delenfabriek die zichzelf respecteerde, gaf in die tijd KLM-albums uit, waar je de plaatjes, verkrijgbaar bij verdere aanko pen. later in kon plakken. De tekst ervan kende ik goeddeels uit het hoofd en terwijl ik eenzaam zoemend met een speelgoed vliegtuigje in de hand door onze achtertuin liep, hield ik mijzelf daaruit allerlei cita ten voor. Nu eens stak ik het vliegtuigje omhoog, om het zich te zien aftekenen te gen de zogenaamde „wolkenformaties", dan weer keek ik met één oog (het andere moest je dichtknijpen om de pereboom van de buurman niet te zien) langs de rechter vleugel naar de aarde. Dan zat ik evenals de miljonair Van Lear Black (bij de eer ste chartervlucht van de KLM) achterin de cabine met allemaal lege fauteuils vóór me en keek door het raampje. Boven een paar molshopen zei je dan: „De eeuwen oude pyramiden vertellen de roem van de farao's. Boven een omgekeerde bloempot: „De gouden pagode van Delhi schuift Dan lagen we daar geduldig in de slootkant naar de schittering van de zon op het plat form in de verte te kijken, dat dan altijd een glinsterende waterplas leek. Als het constant aanwezige tumult van de motoren plotseling aanzwol, raakten we in opwin ding. Maar het zwol zo vaak aan zonder- dat er verder iets gebeurde. Het wonder gebeurde altijd wanneer we bijna de moed opgaven. Dan kwam er ineens een recht op ons afzetten en juist als we dachten dat hij door de omheining heen zou rijden, vloog hij met een korte schommeling van de vleugels op en terwijl we ons bevend in de berm drukten lazen we KLM-HOLLAND op de onderkant van de romp. Het meest geslaagd waren die opstijgingen, waarbij je „het mannetje" kon zien zitten. Dat was IN DE VLIEGTUIGEN anno 1920 was het dashboard uitgerust met een kompas, dat meestal draaide als een tol. Maar dat vormde geen bezwaar: er was onderweg altijd wel een raar gevormde boom, een kronkelende landweg of een boerin, die op vaste tijden de was bui ten hing, waarop de piloot zich kon oriënteren. Zo bereikten K.L.M.-vliegers Calais, het punt waar de oversteek van het Kanaal begon. Ook hier kon men het best zonder kompas stellen. Calais heeft namelijk een mooie rechte pier en daar ging de vlieger maar op af. Hij keek eens goed, hoe de schaduw van het vliegtuig viel en dan, op goed geluk, vooruit maar. Ai en toe keek hij eens om, of hij nog in het verlengde van de pier vloog. Passagiers en vlieger droegen dan zwemvesten. Eens vroeg een heer: „Wanneer moet ik dat ding nu opbla zen?" De piloot antwoordde: „Wanneer u in het water ligt". Later kwam er mist opzetten en moest het vliegtuig lager gaan vliegen. Bij de aankomst kon de passagier de cabine niet meer uit: hij had uit voorzorg het zwemvest alvast opgeblazen. Was men eenmaal het Kanaal over, dan was de rest een koud kunstje: de piloot hoefde nog slechts de spoorlijn Dover-Londen te volgen, om op de plaats van bestemming aan te komen. Alleen moest hij er voor zorgen, precies boven de spoorlijn te blijven, want het was eens gebeurd, dat een trein een toestel, dat met tegenwind te kampen had, voorbij was gereden en de passagiers hadden toen geklaagd, dat men over de grond veel sneller kon reizen dan door de lucht. Sindsdien vlogen de piloten niet meer naast, maar precies boven de spoorlijn, zodat de luchtreizigers de treinen niet nieer konden zien. Een verhelderend beeld van de snelle groei der K.L.M. geven de volgende cijfers: Kilometers Passagiers 1920: 82.000 1920: 345 1929: 1.986.000 1929: 15.690 1939: 9.460.000 1939: 98.311 1949: 31.470.000 1949: 380.900 1958: 69.500.000 1958: 941.000 Kilogram vracht Kilogram post 1920: 22.000 1920: 3.000 1929: 702.000 1929: 78.000 1939: 1.718.000 1939: 728.000 1949: 6.352.000 1949: 1.540.000 1958: 26.014.000 1958: 2.838.000 onder ons door". En bij de boerenkool: „De vloedbossen van Sumatra komen in zicht".... enzovoort. De landingen gingen steeds gepaard met het tussen de tanden sissen van de KLM-mars van Willy Schootemeyer, waarop ik meende, dat alle luchtreizigers bij aankomst plachtten te worden onthaald. WANNEER DE WIND uit het noorden blies, zodat de machines (in die tijd zeiden we „machines") over de Spaarndammerweg moesten opstijgen, fietsten we dikwijls naar Schiphol om ze los te zien komen. altijd het bewijs, dat er niet alleen vlieg tuigen boven je hoofd passeerden maar eveneens wezenlijke mensen hetgeen al tijd zo moeilijk te geloven viel. TROUWENS: NOG. Wanneer er 's a- vonds zo'n knipogende Connie overkomt wil het me nog altijd moeilijk te binnen schieten, dat daar een stel mensen gaat. Een meneer, die kalm zijn linkerbeen over zijn rechter vouwt, daar in de hoogte. Twee dametjes, die vruchtensap bestellen, ver boven mij. Tachtig, negentig mensen en straks ver over de honderd, dat gaat alle maal maar als vanzelfsprekend kilome ters hoog of oorverdovend laag over mijn dak. Ik moet naar Schiphol gaan en ze zien instappen vóór ik het weer helemaal ge loof. TOEN DE LUCHTVAART tot mijn spel behoorde, was zij helemaal geen pro bleem. Nu wel. Ik moet ze zien instappen. Terwijl het vliegtuig dan wegtaxiet, vol familieleden van de zwaaiende mensen om mij heen, wuif ik mee, ook al heb ik er geen mens in. Wie weet ziet een moeder me voor haar zoon aan, die toch nog even afscheid wou nemen. Misschien doet het een hart goed als ik wuif. Het is zo'n geringe moei te. Als er niemand is, die er wat aan heeft, moet men het maar symbolisch opvatten. Voor de KLM in het algemeen. Ik hoop dat zij nooit met onbemande vliegtuigen de lucht in hoeft, ook al schijnen we daar mi litair naar toe te gaan. Ik wens haar nog veel passagierskilometers. Ik wens haar nog kilometers passagiers. Henk Biersteke: DE KLM, DIE OP 7 OKTOBER veertig jaar bestaat, is de oudste luchtvaartmaatschappij ter wereld en noemt zich dan ook terecht het meest ervaren vlieg bedrijf ter wereld. Zij heeft de ontwikkeling der aërodynamica van de vroegste tijd af aan de prak tijk getoetst, de meest uiteenlopende vliegtuig typen gebruikt (waaronder alle generaties van het Douglas-geslacht!) en bij gebrek aan beter nog met huisje-boompje-beestje-navigatie moeten werken. Het pionierswerk strekte zich uit tot alle onderdelen, die thans als vanzelfsprekend tot de luchtvaart be horen. Had zij niet al in 1925 de eerste pantry in de vorm van een mooi gebeitst kastje aan de wand van de kajuit, ook al bevatte dit slechts een fles drinkwater en enige glazen? Zelfs in zulke kleine zaken betaalde de KLM leergeld, want door het motorgeweld trilde het kastje van de muur, waar door een passagier ai een natte broek had toen er nog geen enkele reden tot vrees was.De eerste passagiers werden letterlijk op de handen gedragen, zij zouden anders eens natte voeten krijgen in het drassige veld op weg naar het vliegtuig! Voor het vervoer naar het vliegveld had Plesman een opzien barende open Packard aangeschaft, waarin zij ge heel in vlieguitrusting (ieren jas en vliegerkap) on der veel knalpotgedaver vervoerd werden. Das was de eerste notie van plublic relations, die de KLM altijd krachtig is bijgebleven. Ach, de publiciteit kwam vanzelf. De vliegerij was het troetelkind van de natie en iedere prestatie (Pelikaan, Uiver, Snip) werd omgeven door een geweldig nationaal enthou siasme, dat tot in de kleinste dorpjes nagalmde. Dat alles werkte als termiek voor de KLM, die intussen onder Albert Plesmans persoonlijke stimulans voort- weefde aan een web van luchtverbindingen; in 1935 had het al een vertakking naar de West!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 15