Minister Toxopeus kan in B.B. Indonesiëgangers niet missen Overtreding maximum snelheid doet onveiligheid toenemen DE TAAL TWEEDE KAMER Motie-Wier da vandaag in stemming, subsidie bijzonder en gemeentelijk m.o. wordt nog nader bekeken (*Pr raatótoel De ontwikkeling van probleemgebieden Rijkswegenplan sneller uitvoeren f 2.50 VERBOND VOOR VEILIG VERKEER Belasting op fietsen en bromfietsen voorgesteld Suggesties voor verbetering Rusland wijst protest over vlagincident in Berlijn af Dp de TRAKTEERT Tijdelijk bij elke fles Zwarte Kip Wijn, Vruchtenwijn of Advokaat een fles Orana limonade van Va voor 76 ct. pONDERDAG 15 OKTOBER 1959 O (Van onze parlementaire redacteur) De Tweede Kamer heeft woensdag, zonder nog tot een definitieve uitspraak te zijn gekomen, het wetsontwerp behandeld tot handhaving van het oproepen van bepaalde militaire dienstplichtigen van 26 jaar en ouder zonder mobilisatiebestemming, voor de organisatie Bescherming Bevolking. Over een motie van de heer Wierda (P.v.d.A.), waarvan de strekking is de militairen, die in Indonesië hebben gediend, vrij te stellen van de noodwachtplicht, wordt vanmiddag gestemd. Er is vrij algemeen bezwaar tegen gemaakt, dat zich onder de op te roepen noodwachtplichtigen ruim 30.000 landgenoten bevinden, die gedurende enige jaren hun dienstplicht in Indonesië hebben vervuld, terwijl daar tegenover er nog tienduizenden mannen uit overeen komstige leeftijdsgroepen zijn, die nog nimmer in militaire dienst zijn geweest Minister Toxopeus zette uiteen, dat hij uit een oogpunt van gelijkheid ook liefst uitsluitend de laatste categorie zou willen bestemmen voor de noodwachtplicht, maar op grond van de noodzaak van geoefendheid kan dat niet. Wij willen een goede B.B.- organisatie hebben, verklaarde de minister, anders is het geld weggegooid. Daarom is het nodig, dat over goed getrainde mensen kan worden beschikt, die gewend zijn aan discipline en aan het werken in groepsverband. Er moet ook een deel worden opgeroe pen van degenen, die nog nooit in mili taire dienst zijn geweest, maar de ver houding zal zijn: 100 geoefenden tegen over 33 ongeoefenden. Indien alle Indone- sië-gangers worden vrijgesteld, zou de ver houding worden: 100 geoefenden tegen over 132 ongeoefenden. Het is wel moge lijk een B.B.-organisatie op te bouwen met louter ongeoefenden, maar dan wordt de duur van de opleiding veel langer. Dan ontstaat ook tijdnood, want het is de be doeling binnen redelijk afzienbare tijd zo snel mogelijk over een parate B.B. te be schikken. Overigens zijn er 56.000 Indo- nesië-gangers, die nog wel een mobilisa tiebestemming hebben en men kan dus niet zeggen, dat er een onbillijkheid wordt begaan tegenover degenen, die worden op geroepen voor de B.B. Voor de Indonesië gangers eindigt de noodwachtplicht bij de B.B. niet met 40 jaar, maar met 35 jaar. Degenen, die 33 jaar zijn, worden al niet meer opgeroepen. De Indonesië-gangers zullen niet langer dan drie jaar bij de B.B. dienst hoeven te doen. Indien de motie zou worden aangeno men, zou de minister niet weten wat hij er mee moet doen, want de verhouding tussen geoefenden en ongeoefenden zal Advertentie Vandaag heeft de minister van Econo mische Zaken, de heer J. W. de Pous te Den Haag een „commissie Industriële Ontwikkeling Probleemgebieden" geïn stalleerd. Bij zijn openingstoespraak zei de minister, dat deze commissie ingesteld is ter stimulering van de economische ontwikkeling van de probleemgebieden. De minister meende, dat niet kan wor den volstaan met een uitvoering van de plannen in het gebruikelijke tempo, maar dat het noodzakelijk is althans die wer ken versneld uit te voeren, die voor de industrialisatie van doorslaggevende be tekenis zijn. In de eerste plaats dacht hij hierbij aan versnelde realisatie van het rijkswegenplan 1958, voorzover dit voor de probleemgebieden van belang is. Daar naast dacht hij aan aanleg of verbetering van secundaire en tertiaire wegen, ter wijl ook op het punt van de verbindingen te water dient te worden nagegaan, wel ke projecten in aanmerking komen om in het versnellingsprogramma te wor den opgenomen. Voor het verschaffen van financiële bij dragen in werken ter bevordering van de oeristische mogelijkheden in de pro- leemgebieden is eveneens een post op de begroting van economische zaken opge- »omen. Het werk van de commissie zal ooral bestaan uit het selecteren van voorstellen, een oordeel vormen ten aan dien van de prioriteit van de voorgestelde werken en het beschouwen van de uitvoe ring der plannen, waarbij de minister een u it voeringsschema van vijf jaar voor stelde. 100 tegenover 33 moeten blijven. Men dient er ook rekening mee te houden, dat de In donesië-gangers ongelijk verspreid wonen in het land. De minister wilde wel toezeg gen, dat hij hen zoveel mogelijk zal vrij stellen. Hij is bereid tot nader overleg. Bij de replieken hebben de partijen zich nog niet over de motie-Wierda uitgespro ken. Voor de stemming kunnen zij echter nog een korte verklaring afleggen. Minister Toxopeus Aan het adres van de heer Bakker (C.P.N.), die had opgemerkt dat de B.B. moet worden afgeschaft omdat er tegen een atoombom toch niets valt te beginnen, antwoordde de minister, dat desniettegen staande in Rusland toch ook een grote B.B.-organisatie is opgebouwd. Militaire deskundigen van de NAVO zijn van me ning, dat er ook in ons land nog veel te doen zou zijn als er ergens in ons land een atoombom zou vallen. De schuilkelders zijn bedoeld tegen conventionele wapenen, want het is twijfelachtig of in een onver hoopte toekomstige oorlog direct atoom bommen zullen worden gebruikt. De heer Lankhorst van de pacifistisch-socialisti- sche Partij had tegen de Bescherming Be volking gewetensbezwaren geopperd om dat de B.B. een onderdeel is van de mo derne oorlogvoering. De gewetensbezwa ren wilde minister Toxopeus echter niet erkennen omdat dienstneming bij de B.B. niets te maken heeft met het doden van de medemens. Onderwijs-gelijkstelling In 1955 is de subsidiëring van de bijzon dere scholen voor ïiddelbaar onderwijs geregeld op basis van een volledige ver goeding voor personele, materiële en ka pitaalsuitgaven in overeenstemming met de maatstaven voor de desbetreffende rijksscholen. De Tweede Kamer heeft nu gisteravond het wetsontwerp besproken, dat ten doel heeft op overeenkomstige wij ze ook de kostenvergoeding voor de ge- Advertentie Na het eerste trekje weet U het al: een heerlijk, zacht sigaartje. Panter Senoritas. In het bekende rode blikje 20 stvks Ook in 10 stuks f 1.25 meentelijke middelbare scholen te rege len. Men slaagde er echter niet in de moei lijkheden te overwinnen en voor nader overleg binnenskamers is de behandeling daarom voor onbepaalde tijd geschorst. Het is een moeilijke kwestie, want in weerwil van vele pogingen is het nimmer gelukt aanvaardbare objectieve normen voor de subsidiëring van deze scholen op te stellen. Van de zijde van de heren Roos- jen (A.R.), Albering (K.V.P.) en Tilanus (C.H.U.) werd als zeer ernstig bezwaar aangevoerd, dat de gemeenten vrij blij ven extra gelden beschikbaar te stellen voor hun middelbare scholen om aldus het openbaar onderwijs aantrekkelijker te maken dan het bijzonder onderwijs. Daar om hadden zij een amendement ingediend met de strekking de bijzondere scholen op gelijke voet te behandelen als de gemeen telijke scholen, wanneer voor' de laatste iets extra's wordt gedaan. De voorstanders van het openbaar on derwijs, mevrouw Van Someren-Downer (V.V.D.) en de heer Tans (P.v.d.A.) wa ren evenmin tevreden over het wetsont werp omdat de regeling een inmenging van het rijk zou betekenen in het gemeen telijk onderwijsbeleid. Want het rijk zal uitmaken of een gemeentelijke school vol doet aan de voorwaarden van rijkssubsi die. Voor een onderwijs-experiment, dat gepaard kan gaan met een verbouwing, zou de gemeente geen subsidie krijgen, terwijl totnutoe de gemeenten hun kosten voor het onderwijs geheel vergoed krijgen uit het gemeentefonds. Tegen de financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs had mevrouw Van Someren geen bezwaar, maar de consequenties van het amende ment vond zij te ver gaan. Als aan een openbare school een douceurtje wordt ge geven voor een sporttoernooi, moeten de bijzondere scholen dat douceurtje dan ook krijgen? Het principe van de financiële gelijkstelling van openbare en bijzondere middelbare scholen behoort aan de orde te komen bij de behandeling van de mam moetwet op het voortgezet onderwijs. Het aanhangige wetsontwerp is slechts aan vaardbaar als een tijdelijke financiële re geling. Ook de heer Tans was van mening, dat alles nog eens grondig moet worden beke ken bij de behandeling van de Mammoet wet. Staatssecretaris Stubenrouch had be grepen, dat het amendement een waar borg wil geven, dat het openbaar onder wijs niet meer krijgt dan het bijzonder onderwijs, maar hij constateerde, dat de omgekeerde waarborg in het amendement ontbrak. De draagwijdte ervan kon hij niet overzien. Men wil eigenlijk vooruitlo pen op de Mammoetwet. Het aanhangige wetsontwerp is technisch zeer ingewik keld, zei hij, en dat wordt nog erger als er een principiële kwestie aan verbonden wordt. Er waren ook technisch zeer inge wikkelde amendementen ingediend door de heer Tans en mevr. Van Someren. Daarom leek het de staatssecretaris be ter eerst binnenskamers in nader overleg te treden met de vaste commissie voor onderwijs uit de Kamer. Met deze suggestie ging de Kamer ak koord zodat de verdere behandeling van het wetsontwerp voor onbepaalde tijd is geschorst. In zijn jaarrede voor de algemene ver gadering van het Verbond voor Veilig Vor keer te Nijmegen deelde de voorzitter, jhr. Th. Roëll. mede dat over door het door Koningin Juliana gesteunde initiatief van Prinses Wilhelmina, om een jaarlijkse dag van rouw en bezinning voor in het verkeer gevallen slachtoffers te houden, spoedig nauw contact met de minister van Verkeer en Waterstaat zal worden opgenomen. Dit is telegrafisch aan de Koningin en aan de Prinses medegedeeld. Jhr. Roëll wees erop, dat het aantal ver keersdoden in 1958 kleiner was dan voor heen, dank zij de ingestelde maximum snelheid. Er is op het ogenblik echter ver slapping gaande door het slechte voor beeld van hen, die zich steeds minder aan het maximum houden. Intensieve controle en strengere maatregelen zullen daarom nodig zijn zo meent hij. De ongelukkencij- fers van de laatste jaren geven relatief een afneming te zien. In relatie tot de ver keersintensiteit was het aantal verkeers doden in 1947 één op 213 motorvoertuigen. In 1957 was het één op de 430 motorvoer tuigen en in 1958 één op 486 motorvoertui gen. Hieruit mag, aldus jhr. Roëll, niet worden afgeleid, dat nu ook een absolute vermindering van de verkeersonveiligheid is bereikt Integendeel, de inspanning voor het bereiken van veiliger verkeer zal nog groter moeten worden. Het Verbond, dat thans 400 afdelingen telt, heeft vele takep te vervullen, zoals bijvoorbeeld bij de verkeersopvoeding van de jeugd en het afnemen van verkeersex- amens. Het Verbond betreurt, dat het ver plichten van verkeersonderwijs pas in de derde klas van de lagere school begint. In zijn rede heeft jhr. Roëll verder aan gedrongen op beter politietoezicht op het voetgangersverkeer. Grotere discipline is dringend noodzakelijk. Spreker meent dat hogere salarissen een vlottere recrutering van politiepersoneel zullen bevorderen. Deze kosten zullen ruimschoots vergoed worden door vermindering van de reus achtige materiële en ideële schade der verkeersongevallen, aldus jhr. Roëll. De heer H. Westerlaken, directeur van het centraal bureau voor de afgifte van rij vaardigheidsbewijzen, heeft tijdens de jaarvergadering van het Verbond voor Veilig Verkeer een reeks suggesties ten behoeve van de verkeersveiligheid ge daan. Hij ging ervan uit. dat het verkeer sinds 1928 relatief veiliger is geworden. In dat jaar telde Nederland 7 miljoen in- Advertentie Uw levenslust bewaren met MOPS jonge klare woners met 125.000 motorvoertuigen. In het verkeer vielen toen 666 doden bij 12000 ongelukken. In 1958 telde ons land ruim 11 miljoen inwoners met 850.000 bromfiet sen. Dat jaar vielen 1712 doden in het ver keer. Ofschoon de verhoudingen dus gunstiger zijn mag niets worden nagelaten om de verkeersonveiligheid verder te bestrij den, zo meent de heer Westerlaken. Hij suggereerde daarom jaarlijkse belastin gen op bromfietsen en fietsen van resp. 7.50 en 2.50, waaruit een „veilig-ver- keersfonds" zou kunnen worden gevormd. Voorts acht hij een theoretisch examen voor bromfietsers plus een gezondheids verklaring dringend noodzakelijk. Voor brommers, die harder dan 40 km kunnen rijden, acht hij het rijbewijs strikt noodza kelijk. Sprekende over het verkeer binnen de bebouwde kom noemde de heer Westerla ken het instellen van veel straten met één- richtingverkeer, het aanwijzen van veel verkeersstraten met vele verboden voor afslaan en een absoluut oversteekverbod buiten de zebra's onontkoombare eisen. Op zebra's wenst hij echter een absoluut voorrangsrecht voor de voetganger. Knip- perbollen wenst hij te laten verdwijnen, evenals het voorrangsrecht van trams. Tot de veiligheid zullen speciale speelstra ten en voetgangersstraten tijdens mins tens enige uren per dag in winkelcentra bijdragen, aldus de heer Westerlaken. Na zijn twijfel te hebben uitgesproken over het nut van voorrangswegen binnen bebouwde kommen verklaarde de heer Westerlaken parkeerzónes met parkeer- schijven te verkiezen boven parkeerme- ters. De „kerstbomen" van verkeersborden bij sommige straten acht hij onlogisch en afgediend. Verkeerstekens op het wegdek lijken hem beter. De heer Westerlaken heeft de indruk, dat niet met ernst naar verkeersspreiding op spitsuren wordt gestreefd. Het open baar vervoer dient verbeterd terwijl hal ten bepaald niet vlak bij kruispunten en verkeerslichten mogen worden gevestigd. De heer Westerlaken zeide verder onder meer, dat een maximumsnelheid van va riable aard voor wegen buiten de bebouw de kom steeds noodzakelijker wordt BERLIJN (UPI) De Russische mili taire bevelhebber van Berlijn heeft een protest van zijn westerse collega's van de hand gewezen en verklaard dat het hijsen van Oostduitse vlaggen op 7 oktober in West-Berlijn op de stations van de stads spoorweg een zaak van de Oostduitse re gering is. De Russische militaire bevelhebber ver klaart niet te kunnen instemmen met de mening dat de vlagincidenten ernstige ge volgen kunnen hebben en verklaart over tuigd te zijn dat de kwestie kan worden opgelost door onderhandelingen tussen de autoriteiten van Oost- en West-Berlijn. Met lange tussenpozen, doch zeer regelmatig, verschijnen tussen de redactiepost brieven uit Japan, in moeizaam kunst- Engels geschreven, waarin op groeiende onderdanen van Hi- rohito om correspondentie adressen vragen. En steevast argumenteren de briefschrij vers hun verzoek met hun verlangen naar internationale verstandhouding en wereld vrede. Wat zich in het internatio nale contact in het groot de monstreert een onbedwing baar stimulerend verlangen der mensen om elkander te leren kennen over alle barri caden heen lijkt mij een ge bundelde en vermenigvuldig de consequentie van datgene, wat in de enkele mens als voorname drijfkracht zijner handelingen van jongsaf leeft: de wens om los te breken uit zijn eigen isolatie en kennis te maken met de ander. Men kan hoog opgeven van gezins- en gemeenschapsleven, van massabewegingen en eens gezinde groeperingen doch dat de mens van aard en af komst een individualist is en een besloten afgerondheid van wezen vormt, die hem in een essentiële eenzaamheid door het leven doet gaan, is een navrante waarheid. „Twee mensen kunnen nooit elkander worden, laat staan de derde die soms evenhun droom beheerst," zegt Michel van der Plas in zijn bundel „De Dag van Morgen". En het is alsof hier een teleurgesteld mens het luikje van zijn eenmans gevangenis sluit, na tevergeefs geprobeerd te hebben, zich in het bewustheidsdomein van zijn medegevangenen te bege ven. Voor de mensen is er in de wereld geen groter geheim dan de mens ondanks alle middelen van contact en me dedeling. Hoe armelijk is het woord van de een tot de ander of het gesproken danwel neergeschreven is in dikke delen. Het is als een gebrekkig kloppen op de gevangenis muur, dat een vage sfeer van lotgenootschap schept zonder wezenlijk kennen van de lot genoten. Dat is dan de taal nog duizendvoudig gevarieerd en gedifferentieerd naargelang der naties en landaarden, ge westen en streken. De taal, waarbij dan het beeld komt van kunst en techniek ter ver duidelijking en verklaring. Doch een kloppen op de muur blijft het en de wereld gonst van bijgeluiden en misverstan den. Eenvoudige, klare woor den, simpel gesproken in korte zinnen, wekken ontelbare uit eenlopende gedachten en in terpretaties. Met zesentwintig lettertekens moeten wij elkan der duidelijk maken, wat in ons leeft en geschapen is wat ons drijft en beheerst, wat ons tergt of gelukkig maakt En als men dat bedenkt zou men neiging hebben somber te glimlachen om de argeloze hoop van die Japanse kinde ren, die met hun woordenboe ken-Engels willen doordringen in de geheimste gedachten van een ander ras en dan nog in de eigenste, diepste beroer- selen van de aparte mensen. En toch hebben zij misschien gelijk. Want is ons wel een ander middel gegeven om onze geest te toetsen en te verrij ken en de grootst mogelijke eenheid van denken en doen te bereiken? De taal vormt onze gebrekkige aanraking tot elkander, die nauwelijks ver mag door te dringen tot onder de oppervlakte van het uiter lijke leven en misvormde, on volledige denkbeelden aan ons overbrengt, als de stoten van een verre misthoorn in de ne vels van een gewatteerde no vemberavond. En wat is er anders? Zo alleen staat de mens in feite, midden in de drukte van zijn wereldje op zichzelf aangewezen op de drijvende schots van zijn bewustzijn, waar niemand bij hem komen kan. Maar daar is dan tenminste die taal. Daar zijn dan tenminste die woorden, die zinnen, gevat in de verduidelijking van een gelaatstrek of een gebaar. Wat betekenen zij? Wij kunnen soms zeer dicht tot hun ware bedoeling naderen, als zij ko men van de dierbaarste onzer dierbaren. Doch veel vaker schenken zij ons slechts frac ties van gevoelens en gedach ten, die wij zelf als restjes wol aaneen moeten breien tot een gedachte. En met de bra- vour en de lichtzinnigheid van een dronken avonturier vullen wij uit onze eigen voorraad fantasie en ervaring alles aan wat er ontbreekt. Wij vormen ons een com pleet beeld van de ander met onze eigen materialen en aan de hand van ons eigen schets ontwerp. En dan komt het oor deel, even onverhoeds en af gerond als het hele beeld: een oordeel over de ander, die wij tot op de bodem van zijn we zen hebben leren kennen door zijn zwakke klopjes op de muur. Dan weten wij dat hij goed of slecht is, trouw of leugen achtig, een vriend of een vij and. Dan kennen wij hem zo als wij onszelf kennen en ver doemen of verheerlijken wij hem. al naargelang het ons te pas komt. „Twee mensen kunnen nooit elkander wordenhet is een vernietigend oordeel over ons en onze lichtvaardigheid, opwellend uit een dichterlijk gemoed dat zich gewond heeft aan de muren van zijn cel. Doch het is tevens een vonnis over onze wereld van woor den en woorden, onze samen leving van boekdelen en toe spraken, die gegrondvest is op zesentwintig tekens van het alfabet: „zwart op wit'1 is de hoogste zekerheid van ons leven het woord is in zijn dictionaire betekenis tot tover formule verheven. En op samengebonden woor den drijven regeringen en par tijen, als op hechte vlotten op de stroom van het menselijke avontuur. Zo is onze massa samenleving een samenklonte ring van eenzamen geworden, die elkander niet begrijpen en misverstaan. Hoe komt het dan, dat soms als door een geluidloos won der mensen sprakeloos en roerloos elkander tot op de bodem hunner zielen kunnen zien? Geen woorden, geen ge luid, geen gedrukte regels brengen hun gemoedsbewegin gen naar buiten en toch weten zij alles wat zij van elkander weten moeten. Hoe komt dat dan? Waarom wijken de mu ren van hun cellen als scha duwen uiteen, zodat zij bij el kander kunnen binnentreden en niets van elkander voor hen verborgen blijft? Als dat gebeurt en het gebeurt zo zelden, zo onver wacht en zonder dat men het organiseren kan als dat ge beurt en het overkomt u: dan vervliegen woorden en zinnen als gerafelde vogels in een wilde horde, op de vlucht voor het zwijgen. Een wilde horde die taal heet en geen nut meer heeft waar de stilte van het vonkende begrip de ruimte vult. Als dat gebeurt, weet ge dat ook de eenzaamheid van een betonnen cel kan worden door broken in dit leven, niet door klopgeluiden of misbaar, doch door de zwijgende herkenning van zichzelf in de ander. Dan staat ge als de verbaas de individualist, die zichzelf in een spiegel ziet en woordeloos in zijn eigen ogen staart, waarin het licht blinkt dat hem zelf vervult Maar dat eenzame massa mens gebeurt zó zelden Manager Als je tegenwoordig de personeelsadver tenties bekijkt, dan kunnen we vaststellen, dat we er fijn ópstaan. Een doodgewone boekhouder, een klerk, een baas of een afdelingschef wordt niet meer gevraagd. Alleen „manager" of (nog ingewikkelder) account-executive", al maak ik me sterk dat van de tien firma's die zo'n nummer vragen er geen negen het laatste woord juist kunnen uitspreken. Vooral in de advertentiewereld vragen ze geen doodgewone kaaskoppen, want de klanten zouden eens mogen denken dat ze werden behandeld door ordinaire loket knullen. Ik heb me laten vertellen, dat een liftboy op zo'n kantoor pardon: office zich met gemak een „up-and-downmana- ger" laat noemen en dat de functie van nachtportier wordt omschreven als een „sleutel"-positie. Nu moet ik zeggen: het staat wel, zo'n mooie vreemde kreet, al moet je niet op het loonzakje kijken wat die torenhoge functie waard is. Want als brave Hollandse borsten doen we direct mee als het van buiten de grens komt, behalve in het beta len. En als je soms navraagt, waar zo'n manager over managert, dan blijkt het (een hele kunst overigenseen levensgro te prullenbak. Toch moet u de stilte eens peilen, die in de familiekring valt, als men u mededeelt dat „Karei manager is geworden". Daar is niets meer bij van bank-vooruit en zoen- van-de-juffrouw. Ma-na-ger het klinkt als een in roomboter gebakken lange vinger. Dat betekend bijna altijd, dat die jongen gelijk gemotoriseerd is, want zonder inge blikte paardekrachten schop je het niet ver in deze wereld. Het betekent ook dat zo'n jongen nooit meer „over zijn toeren" komt, want dat klinkt te ziekenfondserig. Manager-ziekte heet zijn kwaal en deze ontstaat meestal omdat de schoudertjes die zich opwierpen om lasten te dragen, stomweg zijn doorgebogen. Ik herinner me nog de tijd, dat we de draak staken met de gewichtigdoenerij van onze oosterburen. Daar zou zich een simpel spoormannetje een „Eisenbahn- knotenpunkthinundherschieber" hebben genoemd. Het lijkt me een mooi moment om de hand eens in eigen boezem te gaan steken en het snobje-in-ons het dadendrif- tige hoofdje de nek. om te draaien. Er overlijdt misschien een weet-ik-wat- voor-manager, maar er komt een edel af delingschef je voor in de plaats. Uw vrouw zal u er niet minder hartelijk om kussen en het krediet bij uw kruidenier zal niet verminderen. Pinokkio Advertentie Om de hals van elke fles zit een Snelspaarkaart Plak. hierop 5 kip pen (op elke fles wijn. vruchtenwijn, advokaat en limonade zit er één) en u ontvangt bovendien een fles Monaco voor de halve prijs. Engelse export naar de V.S. Voor het eerst in de twintigste eeuw exporteei de Engeland dit jaar meer naar de Verenigd» Staten dan het in dat land kocht. In het eerste halfjaar verdiende Engeland een overschot in het goederenverkeer van 154 miljoen dollar en van 34 miljoen dollar in diensten. Gedurende het volle taar 1958 bedroeg het dollartekort respec- tieveljjk 27 en 94 miljoen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 3