Minister Toxopeus kan in B.B.
Indonesiëgangers niet missen
Overtreding maximum snelheid
doet onveiligheid toenemen
DE TAAL
TWEEDE KAMER
Motie-Wier da vandaag in stemming,
subsidie bijzonder en gemeentelijk
m.o. wordt nog nader bekeken
(*Pr
raatótoel
De ontwikkeling van
probleemgebieden
Rijkswegenplan sneller
uitvoeren
f 2.50
VERBOND VOOR VEILIG VERKEER
Belasting op fietsen en
bromfietsen voorgesteld
Suggesties voor
verbetering
Rusland wijst protest over
vlagincident in Berlijn af
Dp de
TRAKTEERT
Tijdelijk bij elke fles
Zwarte Kip Wijn,
Vruchtenwijn of Advokaat
een fles Orana limonade
van Va voor 76 ct.
pONDERDAG 15 OKTOBER 1959
O
(Van onze parlementaire redacteur)
De Tweede Kamer heeft woensdag, zonder nog tot een definitieve uitspraak te zijn
gekomen, het wetsontwerp behandeld tot handhaving van het oproepen van bepaalde
militaire dienstplichtigen van 26 jaar en ouder zonder mobilisatiebestemming, voor
de organisatie Bescherming Bevolking. Over een motie van de heer Wierda (P.v.d.A.),
waarvan de strekking is de militairen, die in Indonesië hebben gediend, vrij te stellen
van de noodwachtplicht, wordt vanmiddag gestemd. Er is vrij algemeen bezwaar
tegen gemaakt, dat zich onder de op te roepen noodwachtplichtigen ruim 30.000
landgenoten bevinden, die gedurende enige jaren hun dienstplicht in Indonesië
hebben vervuld, terwijl daar tegenover er nog tienduizenden mannen uit overeen
komstige leeftijdsgroepen zijn, die nog nimmer in militaire dienst zijn geweest
Minister Toxopeus zette uiteen, dat hij uit een oogpunt van gelijkheid ook liefst
uitsluitend de laatste categorie zou willen bestemmen voor de noodwachtplicht, maar
op grond van de noodzaak van geoefendheid kan dat niet. Wij willen een goede B.B.-
organisatie hebben, verklaarde de minister, anders is het geld weggegooid. Daarom
is het nodig, dat over goed getrainde mensen kan worden beschikt, die gewend zijn
aan discipline en aan het werken in groepsverband.
Er moet ook een deel worden opgeroe
pen van degenen, die nog nooit in mili
taire dienst zijn geweest, maar de ver
houding zal zijn: 100 geoefenden tegen
over 33 ongeoefenden. Indien alle Indone-
sië-gangers worden vrijgesteld, zou de ver
houding worden: 100 geoefenden tegen
over 132 ongeoefenden. Het is wel moge
lijk een B.B.-organisatie op te bouwen met
louter ongeoefenden, maar dan wordt de
duur van de opleiding veel langer. Dan
ontstaat ook tijdnood, want het is de be
doeling binnen redelijk afzienbare tijd zo
snel mogelijk over een parate B.B. te be
schikken. Overigens zijn er 56.000 Indo-
nesië-gangers, die nog wel een mobilisa
tiebestemming hebben en men kan dus
niet zeggen, dat er een onbillijkheid wordt
begaan tegenover degenen, die worden op
geroepen voor de B.B. Voor de Indonesië
gangers eindigt de noodwachtplicht bij de
B.B. niet met 40 jaar, maar met 35 jaar.
Degenen, die 33 jaar zijn, worden al niet
meer opgeroepen. De Indonesië-gangers
zullen niet langer dan drie jaar bij de
B.B. dienst hoeven te doen.
Indien de motie zou worden aangeno
men, zou de minister niet weten wat hij
er mee moet doen, want de verhouding
tussen geoefenden en ongeoefenden zal
Advertentie
Vandaag heeft de minister van Econo
mische Zaken, de heer J. W. de Pous te
Den Haag een „commissie Industriële
Ontwikkeling Probleemgebieden" geïn
stalleerd. Bij zijn openingstoespraak zei
de minister, dat deze commissie ingesteld
is ter stimulering van de economische
ontwikkeling van de probleemgebieden.
De minister meende, dat niet kan wor
den volstaan met een uitvoering van de
plannen in het gebruikelijke tempo, maar
dat het noodzakelijk is althans die wer
ken versneld uit te voeren, die voor de
industrialisatie van doorslaggevende be
tekenis zijn. In de eerste plaats dacht hij
hierbij aan versnelde realisatie van het
rijkswegenplan 1958, voorzover dit voor
de probleemgebieden van belang is. Daar
naast dacht hij aan aanleg of verbetering
van secundaire en tertiaire wegen, ter
wijl ook op het punt van de verbindingen
te water dient te worden nagegaan, wel
ke projecten in aanmerking komen om
in het versnellingsprogramma te wor
den opgenomen.
Voor het verschaffen van financiële bij
dragen in werken ter bevordering van de
oeristische mogelijkheden in de pro-
leemgebieden is eveneens een post op de
begroting van economische zaken opge-
»omen. Het werk van de commissie zal
ooral bestaan uit het selecteren van
voorstellen, een oordeel vormen ten aan
dien van de prioriteit van de voorgestelde
werken en het beschouwen van de uitvoe
ring der plannen, waarbij de minister een
u it voeringsschema van vijf jaar voor
stelde.
100 tegenover 33 moeten blijven. Men dient
er ook rekening mee te houden, dat de In
donesië-gangers ongelijk verspreid wonen
in het land. De minister wilde wel toezeg
gen, dat hij hen zoveel mogelijk zal vrij
stellen. Hij is bereid tot nader overleg.
Bij de replieken hebben de partijen zich
nog niet over de motie-Wierda uitgespro
ken. Voor de stemming kunnen zij echter
nog een korte verklaring afleggen.
Minister Toxopeus
Aan het adres van de heer Bakker
(C.P.N.), die had opgemerkt dat de B.B.
moet worden afgeschaft omdat er tegen
een atoombom toch niets valt te beginnen,
antwoordde de minister, dat desniettegen
staande in Rusland toch ook een grote
B.B.-organisatie is opgebouwd. Militaire
deskundigen van de NAVO zijn van me
ning, dat er ook in ons land nog veel te
doen zou zijn als er ergens in ons land een
atoombom zou vallen. De schuilkelders
zijn bedoeld tegen conventionele wapenen,
want het is twijfelachtig of in een onver
hoopte toekomstige oorlog direct atoom
bommen zullen worden gebruikt. De heer
Lankhorst van de pacifistisch-socialisti-
sche Partij had tegen de Bescherming Be
volking gewetensbezwaren geopperd om
dat de B.B. een onderdeel is van de mo
derne oorlogvoering. De gewetensbezwa
ren wilde minister Toxopeus echter niet
erkennen omdat dienstneming bij de B.B.
niets te maken heeft met het doden van
de medemens.
Onderwijs-gelijkstelling
In 1955 is de subsidiëring van de bijzon
dere scholen voor ïiddelbaar onderwijs
geregeld op basis van een volledige ver
goeding voor personele, materiële en ka
pitaalsuitgaven in overeenstemming met
de maatstaven voor de desbetreffende
rijksscholen. De Tweede Kamer heeft nu
gisteravond het wetsontwerp besproken,
dat ten doel heeft op overeenkomstige wij
ze ook de kostenvergoeding voor de ge-
Advertentie
Na het eerste trekje
weet U het al:
een heerlijk, zacht
sigaartje.
Panter Senoritas.
In het bekende
rode blikje 20 stvks
Ook in 10 stuks f 1.25
meentelijke middelbare scholen te rege
len. Men slaagde er echter niet in de moei
lijkheden te overwinnen en voor nader
overleg binnenskamers is de behandeling
daarom voor onbepaalde tijd geschorst.
Het is een moeilijke kwestie, want in
weerwil van vele pogingen is het nimmer
gelukt aanvaardbare objectieve normen
voor de subsidiëring van deze scholen op
te stellen. Van de zijde van de heren Roos-
jen (A.R.), Albering (K.V.P.) en Tilanus
(C.H.U.) werd als zeer ernstig bezwaar
aangevoerd, dat de gemeenten vrij blij
ven extra gelden beschikbaar te stellen
voor hun middelbare scholen om aldus het
openbaar onderwijs aantrekkelijker te
maken dan het bijzonder onderwijs. Daar
om hadden zij een amendement ingediend
met de strekking de bijzondere scholen op
gelijke voet te behandelen als de gemeen
telijke scholen, wanneer voor' de laatste
iets extra's wordt gedaan.
De voorstanders van het openbaar on
derwijs, mevrouw Van Someren-Downer
(V.V.D.) en de heer Tans (P.v.d.A.) wa
ren evenmin tevreden over het wetsont
werp omdat de regeling een inmenging
van het rijk zou betekenen in het gemeen
telijk onderwijsbeleid. Want het rijk zal
uitmaken of een gemeentelijke school vol
doet aan de voorwaarden van rijkssubsi
die. Voor een onderwijs-experiment, dat
gepaard kan gaan met een verbouwing,
zou de gemeente geen subsidie krijgen,
terwijl totnutoe de gemeenten hun kosten
voor het onderwijs geheel vergoed krijgen
uit het gemeentefonds.
Tegen de financiële gelijkstelling van
het openbaar en bijzonder onderwijs had
mevrouw Van Someren geen bezwaar,
maar de consequenties van het amende
ment vond zij te ver gaan. Als aan een
openbare school een douceurtje wordt ge
geven voor een sporttoernooi, moeten de
bijzondere scholen dat douceurtje dan ook
krijgen? Het principe van de financiële
gelijkstelling van openbare en bijzondere
middelbare scholen behoort aan de orde
te komen bij de behandeling van de mam
moetwet op het voortgezet onderwijs. Het
aanhangige wetsontwerp is slechts aan
vaardbaar als een tijdelijke financiële re
geling.
Ook de heer Tans was van mening, dat
alles nog eens grondig moet worden beke
ken bij de behandeling van de Mammoet
wet. Staatssecretaris Stubenrouch had be
grepen, dat het amendement een waar
borg wil geven, dat het openbaar onder
wijs niet meer krijgt dan het bijzonder
onderwijs, maar hij constateerde, dat de
omgekeerde waarborg in het amendement
ontbrak. De draagwijdte ervan kon hij
niet overzien. Men wil eigenlijk vooruitlo
pen op de Mammoetwet. Het aanhangige
wetsontwerp is technisch zeer ingewik
keld, zei hij, en dat wordt nog erger als
er een principiële kwestie aan verbonden
wordt. Er waren ook technisch zeer inge
wikkelde amendementen ingediend door
de heer Tans en mevr. Van Someren.
Daarom leek het de staatssecretaris be
ter eerst binnenskamers in nader overleg
te treden met de vaste commissie voor
onderwijs uit de Kamer.
Met deze suggestie ging de Kamer ak
koord zodat de verdere behandeling van
het wetsontwerp voor onbepaalde tijd is
geschorst.
In zijn jaarrede voor de algemene ver
gadering van het Verbond voor Veilig Vor
keer te Nijmegen deelde de voorzitter,
jhr. Th. Roëll. mede dat over door het door
Koningin Juliana gesteunde initiatief van
Prinses Wilhelmina, om een jaarlijkse dag
van rouw en bezinning voor in het verkeer
gevallen slachtoffers te houden, spoedig
nauw contact met de minister van Verkeer
en Waterstaat zal worden opgenomen. Dit
is telegrafisch aan de Koningin en aan de
Prinses medegedeeld.
Jhr. Roëll wees erop, dat het aantal ver
keersdoden in 1958 kleiner was dan voor
heen, dank zij de ingestelde maximum
snelheid. Er is op het ogenblik echter ver
slapping gaande door het slechte voor
beeld van hen, die zich steeds minder aan
het maximum houden. Intensieve controle
en strengere maatregelen zullen daarom
nodig zijn zo meent hij. De ongelukkencij-
fers van de laatste jaren geven relatief een
afneming te zien. In relatie tot de ver
keersintensiteit was het aantal verkeers
doden in 1947 één op 213 motorvoertuigen.
In 1957 was het één op de 430 motorvoer
tuigen en in 1958 één op 486 motorvoertui
gen. Hieruit mag, aldus jhr. Roëll, niet
worden afgeleid, dat nu ook een absolute
vermindering van de verkeersonveiligheid
is bereikt Integendeel, de inspanning voor
het bereiken van veiliger verkeer zal nog
groter moeten worden.
Het Verbond, dat thans 400 afdelingen
telt, heeft vele takep te vervullen, zoals
bijvoorbeeld bij de verkeersopvoeding van
de jeugd en het afnemen van verkeersex-
amens. Het Verbond betreurt, dat het ver
plichten van verkeersonderwijs pas in de
derde klas van de lagere school begint.
In zijn rede heeft jhr. Roëll verder aan
gedrongen op beter politietoezicht op het
voetgangersverkeer. Grotere discipline is
dringend noodzakelijk. Spreker meent dat
hogere salarissen een vlottere recrutering
van politiepersoneel zullen bevorderen.
Deze kosten zullen ruimschoots vergoed
worden door vermindering van de reus
achtige materiële en ideële schade der
verkeersongevallen, aldus jhr. Roëll.
De heer H. Westerlaken, directeur van
het centraal bureau voor de afgifte van rij
vaardigheidsbewijzen, heeft tijdens de
jaarvergadering van het Verbond voor
Veilig Verkeer een reeks suggesties ten
behoeve van de verkeersveiligheid ge
daan. Hij ging ervan uit. dat het verkeer
sinds 1928 relatief veiliger is geworden.
In dat jaar telde Nederland 7 miljoen in-
Advertentie
Uw levenslust bewaren
met MOPS jonge klare
woners met 125.000 motorvoertuigen. In
het verkeer vielen toen 666 doden bij 12000
ongelukken. In 1958 telde ons land ruim
11 miljoen inwoners met 850.000 bromfiet
sen. Dat jaar vielen 1712 doden in het ver
keer.
Ofschoon de verhoudingen dus gunstiger
zijn mag niets worden nagelaten om de
verkeersonveiligheid verder te bestrij
den, zo meent de heer Westerlaken. Hij
suggereerde daarom jaarlijkse belastin
gen op bromfietsen en fietsen van resp.
7.50 en 2.50, waaruit een „veilig-ver-
keersfonds" zou kunnen worden gevormd.
Voorts acht hij een theoretisch examen
voor bromfietsers plus een gezondheids
verklaring dringend noodzakelijk. Voor
brommers, die harder dan 40 km kunnen
rijden, acht hij het rijbewijs strikt noodza
kelijk.
Sprekende over het verkeer binnen de
bebouwde kom noemde de heer Westerla
ken het instellen van veel straten met één-
richtingverkeer, het aanwijzen van veel
verkeersstraten met vele verboden voor
afslaan en een absoluut oversteekverbod
buiten de zebra's onontkoombare eisen.
Op zebra's wenst hij echter een absoluut
voorrangsrecht voor de voetganger. Knip-
perbollen wenst hij te laten verdwijnen,
evenals het voorrangsrecht van trams.
Tot de veiligheid zullen speciale speelstra
ten en voetgangersstraten tijdens mins
tens enige uren per dag in winkelcentra
bijdragen, aldus de heer Westerlaken.
Na zijn twijfel te hebben uitgesproken
over het nut van voorrangswegen binnen
bebouwde kommen verklaarde de heer
Westerlaken parkeerzónes met parkeer-
schijven te verkiezen boven parkeerme-
ters.
De „kerstbomen" van verkeersborden
bij sommige straten acht hij onlogisch en
afgediend. Verkeerstekens op het wegdek
lijken hem beter.
De heer Westerlaken heeft de indruk,
dat niet met ernst naar verkeersspreiding
op spitsuren wordt gestreefd. Het open
baar vervoer dient verbeterd terwijl hal
ten bepaald niet vlak bij kruispunten en
verkeerslichten mogen worden gevestigd.
De heer Westerlaken zeide verder onder
meer, dat een maximumsnelheid van va
riable aard voor wegen buiten de bebouw
de kom steeds noodzakelijker wordt
BERLIJN (UPI) De Russische mili
taire bevelhebber van Berlijn heeft een
protest van zijn westerse collega's van de
hand gewezen en verklaard dat het hijsen
van Oostduitse vlaggen op 7 oktober in
West-Berlijn op de stations van de stads
spoorweg een zaak van de Oostduitse re
gering is.
De Russische militaire bevelhebber ver
klaart niet te kunnen instemmen met de
mening dat de vlagincidenten ernstige ge
volgen kunnen hebben en verklaart over
tuigd te zijn dat de kwestie kan worden
opgelost door onderhandelingen tussen de
autoriteiten van Oost- en West-Berlijn.
Met lange tussenpozen, doch
zeer regelmatig, verschijnen
tussen de redactiepost brieven
uit Japan, in moeizaam kunst-
Engels geschreven, waarin op
groeiende onderdanen van Hi-
rohito om correspondentie
adressen vragen. En steevast
argumenteren de briefschrij
vers hun verzoek met hun
verlangen naar internationale
verstandhouding en wereld
vrede.
Wat zich in het internatio
nale contact in het groot de
monstreert een onbedwing
baar stimulerend verlangen
der mensen om elkander te
leren kennen over alle barri
caden heen lijkt mij een ge
bundelde en vermenigvuldig
de consequentie van datgene,
wat in de enkele mens als
voorname drijfkracht zijner
handelingen van jongsaf leeft:
de wens om los te breken uit
zijn eigen isolatie en kennis
te maken met de ander.
Men kan hoog opgeven van
gezins- en gemeenschapsleven,
van massabewegingen en eens
gezinde groeperingen doch
dat de mens van aard en af
komst een individualist is en
een besloten afgerondheid van
wezen vormt, die hem in een
essentiële eenzaamheid door
het leven doet gaan, is een
navrante waarheid. „Twee
mensen kunnen nooit elkander
worden, laat staan de derde
die soms evenhun droom
beheerst," zegt Michel van der
Plas in zijn bundel „De Dag
van Morgen". En het is alsof
hier een teleurgesteld mens
het luikje van zijn eenmans
gevangenis sluit, na tevergeefs
geprobeerd te hebben, zich in
het bewustheidsdomein van
zijn medegevangenen te bege
ven.
Voor de mensen is er in de
wereld geen groter geheim
dan de mens ondanks alle
middelen van contact en me
dedeling. Hoe armelijk is het
woord van de een tot de ander
of het gesproken danwel
neergeschreven is in dikke
delen. Het is als een gebrekkig
kloppen op de gevangenis
muur, dat een vage sfeer van
lotgenootschap schept zonder
wezenlijk kennen van de lot
genoten.
Dat is dan de taal nog
duizendvoudig gevarieerd en
gedifferentieerd naargelang
der naties en landaarden, ge
westen en streken. De taal,
waarbij dan het beeld komt
van kunst en techniek ter ver
duidelijking en verklaring.
Doch een kloppen op de muur
blijft het en de wereld gonst
van bijgeluiden en misverstan
den. Eenvoudige, klare woor
den, simpel gesproken in korte
zinnen, wekken ontelbare uit
eenlopende gedachten en in
terpretaties. Met zesentwintig
lettertekens moeten wij elkan
der duidelijk maken, wat in
ons leeft en geschapen is
wat ons drijft en beheerst, wat
ons tergt of gelukkig maakt
En als men dat bedenkt zou
men neiging hebben somber te
glimlachen om de argeloze
hoop van die Japanse kinde
ren, die met hun woordenboe
ken-Engels willen doordringen
in de geheimste gedachten van
een ander ras en dan nog
in de eigenste, diepste beroer-
selen van de aparte mensen.
En toch hebben zij misschien
gelijk. Want is ons wel een
ander middel gegeven om onze
geest te toetsen en te verrij
ken en de grootst mogelijke
eenheid van denken en doen
te bereiken? De taal vormt
onze gebrekkige aanraking tot
elkander, die nauwelijks ver
mag door te dringen tot onder
de oppervlakte van het uiter
lijke leven en misvormde, on
volledige denkbeelden aan ons
overbrengt, als de stoten van
een verre misthoorn in de ne
vels van een gewatteerde no
vemberavond. En wat is er
anders?
Zo alleen staat de mens in
feite, midden in de drukte van
zijn wereldje op zichzelf
aangewezen op de drijvende
schots van zijn bewustzijn,
waar niemand bij hem komen
kan.
Maar daar is dan tenminste die
taal. Daar zijn dan tenminste
die woorden, die zinnen, gevat
in de verduidelijking van een
gelaatstrek of een gebaar. Wat
betekenen zij? Wij kunnen
soms zeer dicht tot hun ware
bedoeling naderen, als zij ko
men van de dierbaarste onzer
dierbaren. Doch veel vaker
schenken zij ons slechts frac
ties van gevoelens en gedach
ten, die wij zelf als restjes
wol aaneen moeten breien tot
een gedachte. En met de bra-
vour en de lichtzinnigheid van
een dronken avonturier vullen
wij uit onze eigen voorraad
fantasie en ervaring alles aan
wat er ontbreekt.
Wij vormen ons een com
pleet beeld van de ander met
onze eigen materialen en aan
de hand van ons eigen schets
ontwerp. En dan komt het oor
deel, even onverhoeds en af
gerond als het hele beeld: een
oordeel over de ander, die wij
tot op de bodem van zijn we
zen hebben leren kennen door
zijn zwakke klopjes op de
muur.
Dan weten wij dat hij goed
of slecht is, trouw of leugen
achtig, een vriend of een vij
and. Dan kennen wij hem zo
als wij onszelf kennen en ver
doemen of verheerlijken wij
hem. al naargelang het ons te
pas komt.
„Twee mensen kunnen nooit
elkander wordenhet is
een vernietigend oordeel over
ons en onze lichtvaardigheid,
opwellend uit een dichterlijk
gemoed dat zich gewond heeft
aan de muren van zijn cel.
Doch het is tevens een vonnis
over onze wereld van woor
den en woorden, onze samen
leving van boekdelen en toe
spraken, die gegrondvest is op
zesentwintig tekens van het
alfabet: „zwart op wit'1 is de
hoogste zekerheid van ons
leven het woord is in zijn
dictionaire betekenis tot tover
formule verheven.
En op samengebonden woor
den drijven regeringen en par
tijen, als op hechte vlotten op
de stroom van het menselijke
avontuur. Zo is onze massa
samenleving een samenklonte
ring van eenzamen geworden,
die elkander niet begrijpen en
misverstaan.
Hoe komt het dan, dat soms
als door een geluidloos won
der mensen sprakeloos en
roerloos elkander tot op de
bodem hunner zielen kunnen
zien? Geen woorden, geen ge
luid, geen gedrukte regels
brengen hun gemoedsbewegin
gen naar buiten en toch weten
zij alles wat zij van elkander
weten moeten. Hoe komt dat
dan? Waarom wijken de mu
ren van hun cellen als scha
duwen uiteen, zodat zij bij el
kander kunnen binnentreden
en niets van elkander voor
hen verborgen blijft?
Als dat gebeurt en het
gebeurt zo zelden, zo onver
wacht en zonder dat men het
organiseren kan als dat ge
beurt en het overkomt u: dan
vervliegen woorden en zinnen
als gerafelde vogels in een
wilde horde, op de vlucht voor
het zwijgen. Een wilde horde
die taal heet en geen nut meer
heeft waar de stilte van het
vonkende begrip de ruimte
vult.
Als dat gebeurt, weet ge dat
ook de eenzaamheid van een
betonnen cel kan worden door
broken in dit leven, niet door
klopgeluiden of misbaar, doch
door de zwijgende herkenning
van zichzelf in de ander.
Dan staat ge als de verbaas
de individualist, die zichzelf in
een spiegel ziet en woordeloos
in zijn eigen ogen staart,
waarin het licht blinkt dat
hem zelf vervult
Maar dat eenzame massa
mens gebeurt zó
zelden
Manager
Als je tegenwoordig de personeelsadver
tenties bekijkt, dan kunnen we vaststellen,
dat we er fijn ópstaan. Een doodgewone
boekhouder, een klerk, een baas of een
afdelingschef wordt niet meer gevraagd.
Alleen „manager" of (nog ingewikkelder)
account-executive", al maak ik me sterk
dat van de tien firma's die zo'n nummer
vragen er geen negen het laatste woord
juist kunnen uitspreken.
Vooral in de advertentiewereld vragen
ze geen doodgewone kaaskoppen, want de
klanten zouden eens mogen denken dat ze
werden behandeld door ordinaire loket
knullen. Ik heb me laten vertellen, dat een
liftboy op zo'n kantoor pardon: office
zich met gemak een „up-and-downmana-
ger" laat noemen en dat de functie van
nachtportier wordt omschreven als een
„sleutel"-positie.
Nu moet ik zeggen: het staat wel, zo'n
mooie vreemde kreet, al moet je niet op
het loonzakje kijken wat die torenhoge
functie waard is. Want als brave Hollandse
borsten doen we direct mee als het van
buiten de grens komt, behalve in het beta
len. En als je soms navraagt, waar zo'n
manager over managert, dan blijkt het
(een hele kunst overigenseen levensgro
te prullenbak.
Toch moet u de stilte eens peilen, die in
de familiekring valt, als men u mededeelt
dat „Karei manager is geworden". Daar
is niets meer bij van bank-vooruit en zoen-
van-de-juffrouw. Ma-na-ger het klinkt als
een in roomboter gebakken lange vinger.
Dat betekend bijna altijd, dat die jongen
gelijk gemotoriseerd is, want zonder inge
blikte paardekrachten schop je het niet
ver in deze wereld. Het betekent ook dat
zo'n jongen nooit meer „over zijn toeren"
komt, want dat klinkt te ziekenfondserig.
Manager-ziekte heet zijn kwaal en deze
ontstaat meestal omdat de schoudertjes
die zich opwierpen om lasten te dragen,
stomweg zijn doorgebogen.
Ik herinner me nog de tijd, dat we de
draak staken met de gewichtigdoenerij
van onze oosterburen. Daar zou zich een
simpel spoormannetje een „Eisenbahn-
knotenpunkthinundherschieber" hebben
genoemd. Het lijkt me een mooi moment
om de hand eens in eigen boezem te gaan
steken en het snobje-in-ons het dadendrif-
tige hoofdje de nek. om te draaien.
Er overlijdt misschien een weet-ik-wat-
voor-manager, maar er komt een edel af
delingschef je voor in de plaats. Uw vrouw
zal u er niet minder hartelijk om kussen
en het krediet bij uw kruidenier zal niet
verminderen.
Pinokkio
Advertentie
Om de hals van elke fles zit een
Snelspaarkaart Plak. hierop 5 kip
pen (op elke fles wijn. vruchtenwijn,
advokaat en limonade zit er één)
en u ontvangt bovendien een fles
Monaco voor de halve prijs.
Engelse export naar de V.S.
Voor het eerst in de twintigste eeuw exporteei
de Engeland dit jaar meer naar de Verenigd»
Staten dan het in dat land kocht. In het eerste
halfjaar verdiende Engeland een overschot in het
goederenverkeer van 154 miljoen dollar en van
34 miljoen dollar in diensten. Gedurende het
volle taar 1958 bedroeg het dollartekort respec-
tieveljjk 27 en 94 miljoen.