Vrijheid vormt het kernpunt van het gehele wetsvoorstel IVOROL fijn FAAM fantastisch Natu-raLax WE WAREN ER ZELF BIJ HENSEN Ruilverkaveling wordt niet in Spaarnwoude uitgevoerd HERENONDERGOED Speculatie op zelfstandige ijver Regelmaat van de klók! 19 sgBSSSW: SUPER DONS INTERLOCK HALFWOLLEN JAEGER natuurlijk PAARLAARSTEEG 1 Kandidatentoernooi Keres bracht Tal in grote moeilijkheden Duits perscommentaar Tanden blank-Adem ffïs Onbetwist de beste tandpasta De volleybaluitslagen die lekkere drop heet KLAROPI ONDERWIJSVERNIEUWING (V) Te weinig interesse van de landbouwers Mijnwerkers stellen looneisen Produktiviteit gestegen J dop ut day. uil Haarlemse rechtbank Toneelspeler veroordeeld tot een jaar gevangenis en drie jaar niet rijden Rechtbank acht rijden onder invloed van drank bewezen Marshall, een militair die zijn plaats wist ju; -uEUD AG 22 OKTOBER 1959 „Moot maar hard," zei de man naast ons in het Hillegomse café, dat we had den uitgekozen om naar DuitslandNe derland op het televisiescherm te gaan kijken. Geschrokken draaide de caféhou der het geluid wat zachter, waardoor de muzikanten het „Deutschland, Deutsch- land übcr Alles" pianissimo het Hille gomse zaaltje inbliezen. Maar dat was een misvatting, want de bezoeker gaf uit sluitend zijn prognose weer over het Duit se spel. De fout werd onmiddellijk her steld en even later bulderde ons aller com mentator weer door het café, afgebelener weliswaar dan voor de radio, maar toch duidelijk herkenbaar. „Goedemiddag kijkers, we zitten hier allemaal te kijken, wij in het stadion in Keulen en u als het ware onzichtbaar, toe zijn met miljoenen. De scheidsrechter. Ik heb nu net even tijd om te vertellen, dat het waarschijnlijk niet zo... Cor van der Hart.zo mooi zal worden als in Rot terdam toen we met. Faas.met ne gen-één wonnen van die.Van der Kuil. die Belgen wonnen. Aftrap.dat kunt u zelf wel zien.Faas, Suuskoviak, Raan.dat is erg mooi, misschien ziet u het hoe mooi dat isSiedel.dat is heel anders dan in Rotterdam. Die Duit sers zijn geen Belgen, maar dat ziet u zelf wel. Buitenspel, Van Wissen, Faas, Bruuls Raan. Doelpunt. Ik geloof dat Pieters die kon houden, maar dat kunt u misschien nog wel beter beoordelen dan ik Dit wordt bepaald niet zoals in Rotter dam, dit wordt geen negen-één. Daar zit er weer eentje. Dit hadden we niet ge dacht. U kunt zelf opmerken hoe alles mee naar voren gaat.Bouwmeester. Faas.Suuskoviak.Kraai. Doelpunt, zoals u ziet Rust. „Terug naar Hilver sum." Advertentie S/4 Pantalons 4.75 Borstrokken 4.65 sterk en warm Lange Pantalons8.95 Borstrokken 7.95 Voor een grote keus Schaken Woensdag zijn in Belgrado de partijen voor de 24ste ronde van het kandidaten- schaaktoernooi gespeeld. De resultaten waren: TalKeres afgebroken; Smyslov Petrosjan remise; FischerBenkö 10; OlafssonGligoric afgebroken. Na de vierentwintigste ronde is de stand: 1. Tal (Rusland) 17Üt pnt. en 1 afgebroken partij; 2. Keres (Rusland) 15 pnt. en 1 afgebroken partij; 3/4. Smyslov en Petrosjan (beiden Rusland) elk 13 pnt.; 5. Gligoric (Joegoslavië) 11 pnt. en 1 afge broken partij; 6. Fischer (Ver. Staten) 10 pnt.; 7. Olafsson (IJsland) 7'/t pnt. en 1 afgebroken partij; 8. Benkö (Statenloos) 7 punten. Keres heeft de laatste kans om Tal van de eerste plaats in het eindklassement van het kandidatentoernooi te houden zo goed mogelijk gebruikt. Keres wendde met zwart ditmaal de Tarrasch-verdediging aan en reeds na 20 zetten scheen de positie van Tal onhoudbaar. De nestor van het schaakgezelschap verzwakte de positie van de pionnen op de witte koningsvleugel en ruilde de witte lopers, waarna hij voor zijn andere loper een open lijn verkreeg. De positie bleef gedurende vrij lange tijd ongewijzigd, hoewel Tal tot afruil van enkele stukken overging. In het eindspel kwam Tal in grote moeilijkheden omdat Keres' stukken zet na zet de zwarte ver dediging verder ontrafelden.. Bij de 29ste 7et gaf Tal een pion prijs. Toen verdwenen de torens van het bord en er ontstond een eindspel waarin Keres een pion meer had. Keres geraakte echter in tiidnood en koos niet de beste voortzetting. De partij werd bij de 41ste zet afgebroken. Beide spelers hadden nog een dame en een paard, ter wijl Keres nog steeds een pion voor stond. De positie van Tal is nog steeds zeer moeilijk. „Mooi maar hard" zei de man naast ons weer en hij tikte een eitje stuk, dat de caféhouder, meegesleept door het spel iets te lang had laten koken. „Daar zijn we weer kijkers. Dat is leuk om nog even mee te delen. Aftrap.Ze- Ier. Raan, die staat vrij zoals een leek kan zien. Doelpunt. Ik weet nu zeker dat het heel anders wordt dan tegen de Rode Duivels.Van Wissen.Klaassens.Van der Hart. Die Duitsers zijn zoals we al lemaal merken steeds even eerder bij de bal. Doelpunt. Het kan nu niet meer zo worden als in Roteerdam toen we met. Doelpunt.toen we met negen-één won nen. Dat had niemand gedacht. We kun nen alleen nog maar hopen op één, twee, drie, vier of vijf tegengoaltjes. U begrijpt het al dat wordt weer zo'n.Raan.Doel punt. Dit was heel iets anders dan een paar weken geleden. Maar dat heeft u zelf kunnen zien. Terug naar Hilversum". „Mooi maar hard", zei onze buurman, terwijl hij opstond en hij bekeek het stoel tje, waarop hij anderhalf uur naar het scherm had zitten kijken. „Wat vonden jullie van de wedstrijd?" vroeg de caféhouder. „Niet zoals in Rotterdam, dat heb je zelf kunnen zien", zeiden we. „Mooi, maar hard", zei de man naast ons. De Frankforter „Abendpost" schreef vandaag onder de kop „Duits nationaal elftal in wereldkampioenschapsvorm" over de gisteren in Keulen gespeelde in terlandwedstrijd Duitsland-Nederland het volgende: „Deze 7-0 over een waarlijk gerenom meerde tegenstander, die drie jaar gele den nog de wereldkampioen met 2-1 ver slaan kon. is van betekenis. Eindelijk hebben wij weer een voorhoe de, die niet alleen fijn kan combineren en doeltreffend aanvallen, maar ook hard weet te schieten. En laat nu niemand be weren dat de Nederlanders geen echte in ternationale maatstaf voor Herbergers garde zijn geweest. Zij waren een klasse beter dan de Zwitsers in Bern, maar had den echter de pech een Duitse ploeg aan te treffen, zoals zij in deze vorm slechts speelde in de dagen van de wereldkam pioenschappen Onder de kop: „Herberger-elftal in gala- vorm", schreef de Frankforter „Nacht- ausgabe": „Duitslands nationale voetbal ploeg heeft de zwakke periode van het af gelopen seizoen overwonnen.... Bij alle begrijpelijke vreugde over deze sensatio nele uitslag, mogen wij echter niet geheel vergeten, dat de oranjehemden hun „negen-goal-voorhoede" van Rotterdam op twee belangrijke posities hebben moeten veranderen en bovendien tegen een Duits elftal uitkwamen, dat werkelijk in gala- vorm was en zich vooral na de rust letter lijk in een speelroes overgaf." Advertentie De resultaten van de gisteravond voor de vol leybalcompetitie in het Krelagehuis gespeelde wedstrijden luidden: HEREN. Overgangsklasse: Die RaeckseMolen wiek 2—2. Eerste klasse: EclectaVelox 0—3, OVRACIOS 13. Tweede en derde klasse: PSVH 2 WIK 2 2—2. CIOS 2—HVS 3 2—2. WCL HVS 4 1—3. Set Up-OVRA 3 2—2.0SS 2-CIOS 3 2—2. OVRA 4—WIK 3 1—3. DAMES. Hoofdklasse: Die RaeckseVC Veenen- daal 31, Overgangsklasse: AVC—Molenwiek 1—1 gestaakt. Eerste klasse: Vesmia—HBC 2 1—3. Tweede en derde klasse: Vesmia 2—Gios 2 30. De Blinkert 5—Vesmia 3 0—3. JBSMHBS 2 3—0, Eclecta 2—Topscore 0—3, Set Up 2—De Blinkert 4 3-0, Gios 4—OSS 3 31, SSO—HBC 3 3—1, OSS —Die Raeckse 3 3—0. Advertentie Aan het nog in dit parlementaire jaar in behandeling komende wets ontwerp ter vernieuwing van het voortgezet onderwijs heeft een ter zake kundige medewerker van ons blad een reeks artikelen gewijd, waarvan hierbij het vijfde wordt gepubliceerd. (Door dr. J. A. G. van der Veer, rector van het Stedelijk Gymnasium te Utrecht) WAT BETREFT de rechten tot verdere studie, verbonden aan een eind diploma van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, doet de memorie van toelichting op het door minister Cals ingediende wetsontwerp voortgezet onderwijs, zoals zij zelf zegt, een revolutionair voorstel: alle vier diploma's geven recht tot het afleggen van examens in alle faculteiten van universiteiten en hogescholen. Dit artikel is een logisch gevolg van de vrijheid, die het kernpunt vormt van het gehele wetsontwerp. In zijn motivering wijst de minister erop, dat het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs aan zijn leerlingen een zo danige geestesvorming dient te geven, dat deze in staat geacht kunnen worden en bereid zullen zijn eventuele tekorten in hun kennis zelfstandig aan te vullen. Dit voorstel is niet nieuw. Reeds in 1919 is deze kwestie aan de orde geweest; ook het plan-VoIkestein van 1946 kende het. De huidige formulering van het voorstel is heel wat beter dan wat de minister voorgesteld heeft bij zijn ontwerp van grotere vrijheid van onderwijs (1957), waarin bijvoorbeeld het diploma van gymnasium-b eenzijdig gehonoreerd werd. Dit ging ten koste van de a-afdeling en dreigde het gehele gymnasiale onderwijs scheef te trekken. Het voorstel, dat de minister nu doet, is een verdere door voering van wat reeds geschiedt in de nieuwe studierichtingen als psychologie, sociologie, etc.. waar men toegang heeft tot de examens, onverschillig welk diplo ma van gymnasium of h.b.s. men bezit. Maar er zijn symptomen, die toch twijfel oproepen ten aanzien van de verwachting van de minister, dat een bezitter van een einddiploma VWO zelfstandig een tekort zal aanvullen. Het is redelijk, dat de mi nister dit als resultaat van het voorbe reidend wetenschappelijk onderwijs ver wacht, maar het is in strijd met een ten dens, die zich steeds duidelijker aftekent. Het verschijnsel doet zich thans voor, dat eerstejaarsstudenten, zelfs in het bezit van een adequaat diploma, een soort ap plicatiecursus moeten volgen aan de uni versiteit, alvorens zij met vrucht de colleges kunnen volgen. Kwade gevolgen Op zichzelf zou men dit nog niet zo be zwaarlijk behoeven te vinden, ware het niet, dat hiervoor in bepaalde faculteiten goede leraren aan het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs worden ont trokken. Hieraan is op het ogenblik een groot tekort, en een tekort aan werkelijk goede leraren zal er altijd blijven. Volgens het wetsvoorstel ligt deze taak van „bijwerken" van aankomende stu denten niet op de weg van de universiteit of hogeschool; het is te hopen, dat men de weg vindt om te verhinderen, dat de universiteit steeds meer een gedeelte van het voorbereidend onderwijs zal moeten overnemen, zoals in de Verenigde Staten bijvoorbeeld is geschied. Dit zal onder meer er toe leiden, dat het tijdstip, waar op afgestudeerden in de maatschappij komen, nog meer naar later verschoven wordt. De kleine school Een ander punt, dat zeer de aandacht trekt in leraarskringen, is artikel 101 van het wetsontwerp, dat opheffing van scho len behandelt. Een gymnasium wordt op- De landbouwgronden in de gemeen te Haarlemmerliede en Spaarnwoude ten noorden van de weg Haarlem Amsterdam zullen niet worden ver kaveld. De landbouwers in dit gebied hebben onvoldoende belangstelling voor de ruilverkaveling laten blijken. Naar schatting heeft amper twintig percent van de belanghebbenden zich voor de verkaveling uitgesproken. Toen de weinige belangstelling is ge bleken, heeft de Cultuurtechnische dienst de voorbereiding van de ver kaveling gestaakt. Vorig jaar juni hebben de plaatselijke afdelingen in Haarlemmerliede en Spaarnwoude van de landbouworganisa ties en de districtsraad van het Landbouw schap bij Gedeputeerde Staten een ruil verkaveling voor de landbouwgronden ten noorden van de weg Haarlem-Amsterdam aangevraagd. Gedeputeerde Staten heb ben de aanvrage gunstig beoordeeld en de ze naar de Centrale Cultuurtechnische Dienst in Utrecht doorgestuurd. De verkaveling werd noodzakelijk ge acht met het oog op geprojecteerde aanleg van de rijksweg beoosten Haarlem. Deze weg zal enkele polders doorkruisen en waardevolle landbouwgronden door mid den snijden. Als de wegaanleg doorgaat, zullen diverse boerderijen van hun gron den worden geïsoleerd. De gronden zullen hierdoor uiteraard aanmerkelijk in waar de dalen. Reeds in- oktober 1956 heeft het gemeentebestuur van Haarlemmerliede en Spaarnwoude het initiatief genomen tot besprekingen met belanghebbenden over de noodzakelijkheid van een ruilver kaveling. Deze besprekingen werden on dermeer gevoerd met vertegenwoordigers van de Rottepolder, de Verenigde Binnen- polder, de Inlaagpolder en de Houtrakpol- der. Toen het tracé van de rijksweg be kend werd, besloten enkele belanghebben de organisaties tot het aanvragen van de verkaveling. Diverse besprekingen zijn hierna ge voerd met ingelanden van de polders, landbouworganisaties enz. Uiteindelijk is gebleken dat de landbouwers te weinig be langstelling voor de verkaveling hadden. Met name heeft het verschil in kwaliteit van sommige gronden bij de besprekingen een grote moeilijkheid gevormd. De Pro vinciale Cultuurtechnische Dienst heeft la ter op verzoek van de Landbouwyoorlich- tingsdienst nog twee kleinere verkave lingsplannen opgesteld, maar het is niet te verwachten dat een van deze kleinere plannen zal worden uitgevoerd. Het was de bedoeling dat de verkave ling gelijktijdig met de aanleg van de nieuwe rijksweg tot stand zou komen. Het gaat hier om een gebied van ongeveer ne genhonderd tot duizend ha. landbouw grond, dat een nieuw ontwateringssysteem en nieuwe wegen zou krijgen. Bij de uit voering van de ruilverkaveling zouden boerderijen worden verplaatst en de ka vels worden heringedeeld. Te kleine be drijven zouden tevens worden gesaneerd. Met de uitvoering van het plan, waarvan de kosten voor een belangrijk deel voor rekening van het rijk zouden komen, zou den enkele jaren zijn gemoeid. Nu de ruilverkaveling niet doorgaat, zul len bij aanleg van de rijksweg diverse be drijven ernstig worden gedupeerd. Dat hebben de betreffende landbouwers dan echter aan zichzelf te wijten en het is niet te venvachten dat dan alsnog veel waarde wordt gehecht aan bezwaren van gedupeerden. geheven of de subsidie ervan ingetrokken, wanneer deze school in de hoogste twee klassen gedurende drie achtereenvolgende jaren bezocht is door minder dan gemid deld 16 leerlingen per klas. Voor een athe neum bedraagt dit gemiddelde minimum 20, voor een afdeling gymnasium en een afdeling atheneum van een lyceum 12 respectievelijk 15. Iedereen zal het erover eens zijn, dat een te kleine school geen reden van be staan heeft. Het is alleen de vraag, wat een te kleine school is. Als maatstaf moet men onzes inziens niet alleen het aantal leerlingen nemen, maar ook het rende ment Onder dit laatste is te verstaan de verhouding, die er in eenzelfde jaar be staat tussen het aantal geslaagden voor het eindexamen en het totaal van de schoolbevolking. Wat zijn overbodige scholen Sinds de bevrijding zijn er in ons land, teneinde aan de stijgende behoefte van voorbereidend hoger en middelbaar onder wijs te voldoen, talrijke lycea en ook wel hogere burgerscholen opgericht, zowel van overheidswege als op particulier initiatief. Dit heeft geleid tot versnippering van do centen en het in dienst stellen van on bevoegde leraren. Is dit reeds te be treuren. ergerlijk is, dat het aantal van deze nieuwe scholen groter is dan de stij gende behoefte wettigt. Een aanwijzing hiervoor is te vinden in het verschijnsel, dat het verloop, dat wil zeggen de vermindering van leerlingen in de hogere klassen, op sommige van deze scholen groter is dan op de lang bestaan de, zelfs zo, dat het de aandacht van de regering getrokken heeft. Deze scholen hebben wel een imposant aantal leerlingen in de lagere klassen, maar in de hogere is de klassebezetting gering. Wanneer een dergelijke school de enige vorm van voortgezet onderwijs ver tegenwoordigt in een groot gebied, dan is er nog iets voor te zeggen, maar be treurenswaardig en economisch niet te verantwoorden is het, dat meer gelijk soortige scholen naast elkaar voorkomen, elk met een onderbezetting in de hogere klassen, zelfs in kleine steden, waar één school van elk type voldoende zou zijn. Het publiek verkeert soms in een naïeve twaan, dat deze scholen bloeien, „omdat zij toch zoveel leerlingen tellen". Dat de meeste van deze leerlingen niet verder komen dan de laagste klassen, treedt niet zo duidelijk aan het licht. Ongewenst Het schijnt, dat het wetsontwerp aan deze ongewenste toestanden een eind wil maken; blijkens artikel 63 wordt de op richting van nieuwe scholen moeilijker dan thans het geval is. Gelukkig, dat het wetsvoorstel als maatstaf voor opheffing van een school niet een bepaald minimum aan schoolbevolking neemt, maar het aan tal leerlingen in de hogere klassen, hoe wel ook dit nog geen absolute waarborg is voor het rendement van een school. Im mers dit wordt, zoals boven aangeduid is, pas bepaald binnen zekere grenzen door het aantal geslaagden voor het eind examen in verhouding tot de gehele schoolbevolking. Het voorstel is dus een stap in de goede richting, maar laat nog ruimte voor ongewenste praktijken als te grote soepelheid bij de bevordering naar de hoogste twee klassen, zodat een vol doende bezetting bereikt wordt. Toch zal men zich ervoor moeten hoe den het kind met het badwater weg te werpen. Als voorbeeld mogen de drie noordelijke provincies aangehaald worden. Men heeft berekend, dat daar volgens de voorgestelde normen zullen moeten ver dwijnen: 4 van de 7 gymnasia, 11 van de 12 gymnasiumafdelingen van lycea, 4 van de 17 hogere burgerscholen. Van de 1758 leerlingen, die op 15 september 1957 een gymnasiumopleiding bezochten, stonden er 831 ingeschreven aan de op te heffen scholen. De hogere burgerscholen, die moeten verdwijnen, telden 576 leerlingen. Deze leerlingen zullen dan grote reizen moeten ondernemen: voor een openbare gymnasiumopleiding zijn zij aangewezen op Groningen en Leeuwarden, voor een christelijke biedt ook Sneek dan nog ge legenheid. Wij nemen niet aan, dat het de bedoeling is van het wetsontwerp de provincie op deze wijze te treffen. Klein maar rendabel De kleine school met eigen stijl heeft grote betekenis voor de cultuurspreiding. En indien in dat opzicht zulk een school rendabel is, zal men voorzichtig moeten zijn met opheffing. Op het rendement van kieine gymnasia werd onder andere ook in een artikel van bevoegde hand, de aan dacht gevestigd in de Nieuwe Rotterdamse Courant van 28 september 1956. Hierin wordt betoogd dat het rendement van kleine gymnasia weliswaar geringer is dan dat van de meeste grotere gymnasia, maar heel wat groter dan men uit het getal leerlingen, dat op het eerste gezicht niet zo overweldigend is, zou opmaken. En wanneer men het verloop van de school bevolking op deze reeds zeer lang bestaan de scholen vergelijkt met dat van vele van de nieuw opgerichte scholen, mag men concluderen, dat deze kleine scholen het „beter doen". Volgens de voorgestelde normen is een tiental gymnasia in provinciesteden ge doemd te verdwijnen. Van een kleiner aantal wordt het voortbestaan afhankelijk van toevallige factoren. Vele van deze gymnasia kunnen bogen op een prachtige traditie en genieten een gewestelijke repu tatie. De culturele positie, die zo'n gym nasium in de provinciestad inneemt en ver daarbuiten, is vaak groter dan die van de gymnasia in de grote steden. Aanslag Bij uitvoerin" van de normen in het wetsvoorstel wordt het aantal gymnasia met ongeveer een kwart verminderd, waardoor een ernstige aanslag gepleegd wordt op deze oudste en meest gedegen vorm van wetenschappelijk voorbereidend onderwijs en de betekenis van dit school type achteruit gaat. Hetzelfde geldt met lichte nuancering voor de kleine hogere burgerscholen in de provincie, die evenals de kleine gym nasia, streekscholen zijn. Ook hun ver dwijning betekent een gevoelig en in zekere zin onherstelbaar verlies. De lezer gelieve in het bovenstaande geen pleidooi te zien voor de school met minimale klassebezetting. Maar een auto matische toepassing van de gestelde nor men voor opheffing heeft katastrofale ge volgen. Artikel 102 van het wetsontwerp maakt uitzonderingen mogelijk. Hiervan moet een juist gebruik gemaakt worden om werkelijke uitwassen te be strijden. maar scholen, die gegronde reden van bestaan hebben, te laten voortbestaan. Advertentie Partij „TERLENKA" DAMESROKKEN Bijzpndere prijs ƒ17.95 KAAN Gen. Cronjéstraat 129 Haarlem Het hoofdbestuur van de Algemene Bond van Werkers in het Mijnbedrijf te Heerlen heeft een brief gezonden aan de Mijnindustrieraad, waarin het stelt, dat het noodzakelijk is, dat de mijnwerkers een loonsverhoging krijgen. De beloning van de mijnwerkers kan niet achterstaan bij die van werknemers in andere in dustrieën, aldus de brief. Het bestuur schrijft verder dat de kolenindustrie zich weliswaar in een moeilijker situatie be vindt dan voorheen, doch deze situatie kan een tijdelijk karakter hebben en is voorts voor een groot deel te wijten aan het feit dat niet op tijd maatregelen zijn genomen om de invoer van kolen te rem men. In de brief aan de Mijnindustrieraad wordt verder gezegd, dat het duidelijk is dat een loonsverhoging in andere indus trieën een terugslag zal hebben op de ko lenindustrie. Voorts zeggen de opstellers van de brief dat er in de mijnindustrie een onmiskenbare verhoging van de produkti viteit heett plaatsgevonden. Een verhoging, welke door de regering is erkend als een reden om tot loonsverhoging over te gaan. Het bondsbestuur is van mening dat in dien de mijnen niet in staat zouden zijn uit eigen middelen de kosten van een loons verhoging te financieren, hetgeen nog aan getoond zal moeten worden, deze kosten bestreden zouden kunnen worden door de verplichte bijdrage aan het algemeen mijnwerkersfonds te verminderen. Deze mindere inkomsten van het mijnwerkers fonds zouden dan door de staat aangezui verd dienen te worden. De brief wordt besloten met het uitspre ken van de mening, dat een beleid voor gestaan dient te worden, „dat aan de ko lenindustrie haar bestaansrechten verze kert en aan de rechtmatige verlangens van de werkers in de mijnindustrie tegemoet komt". Advertentie Nieuwe ontdekking helpt in de hele wereld lijders een hard nekkige verstopping. herstelt de natuurlijke regelmeet ten uitkomst bij hardnekkige verstopping. 60 tabl. f t .35 De Haarlemse rechtbank heeft vanmor gen een 41-jarige toneelspeler-regisseur uit Den Haag veroordeeld tot een jaar ge vangenisstraf met aftrek en de ontzegging van de bevoegdheid om motorvoertuigen te besturen voor de tijd van drie jaar. De rechtbank achtte bewezen dat ver dachte met zijn auto op 26 mei op de Ku- delstaartseweg in Aalsmeer een botsing heeft veroorzaakt met een hem tegemoet komende wielrijdster, de 40-jarige me vrouw H. M. van 't Schip-van der Laan, moeder van vier kinderen, die zo ernstig werd gewond dat zij onmiddellijk over leed. Verder achtte de rechtbank bewezen dat de botsing geschiedde terwijl verdach te onder zodanige invloed van sterke drank was dat hij niet in staat moest wor den geacht zijn auto te besturen. De officier van Justitie mr. G. W. F. van der Valk Bouman, eiste veertien dagen geleden een gevangenisstraf van drie jaar en ontzegging van de rijbevoegdheid voor vijf jaar. De raadsman, mr. L. P. van der Does uit Amsterdam, ipeende dat het primair ten laste gelegde bewezen is, maar niet het verkeren onder zodanige invloed dat zijn cliënt niet kon rijden. De officier van Justitie zal nader over wegen of hij al of niet beroep tegen het vonnis zal aantekenen. (Van onze correspondent in de V.S.) In alle eenvoud is generaal Marshall op het militaire ere-kerkhof nabij Washing ton begraven. Zo heeft hij het gewild. Te recht heeft George Kennan over hem ge schreven: „Hij was een Amerikaans „gentleman" bij uitnemendheid eer zaam, hoffelijk, gespeend van verwaand heid, veeleisend voor anderen, maar nog meer voor zichzelf, onverdraagzaam al leen ten aanzien van lafheid, gedraai en cynisme". Het is niet toevallig, dat in de redevoe ringen en beschouwingen naar aanleiding van Marshalls dood veel accent wordt ge legd op het nobele karakter van deze man. In een tijd en in een land waarin populair doen, opvallend ageren en handig politiek manoeuvreren vereisten schijnen te worden voor succes in staat en leger, is Marshall erin geslaagd vrijwel alge meen als superieur te worden erkend, juist zonder gebruik te maken van re clame en intrige. Het strekt hem tot eer, dat hij zo helder beseft heeft, dat de mili tairen in een civiele maatschappij een on dergeschikte, uitvoerende positie bekleden. Toen president Truman, gedurende de Koreaanse oorlog generaal MacArthur van zijn post onthief omdat deze een houding aannam, die niet in overeenstem ming was met het beleid van de regering in Washington, heeft hij van Marshall toen zijn minister van Defensie alle steun ondervonden. Ieder gevoelde, dat Marshall toen niet slechts steun verleen de aan de president van de Verenigde Staten, maar aan een groot principe, dat hijzelf altijd hoog had gehouden: een mi litair is ondergeschikt aan het civiele ge zag. Het is algemeen bekend, dat Mac Arthur in de tijd toen hij chef-staf was, Marshall danig heeft belemmerd in zijn carrière, maar Marshall's integriteit was zozeer boven verdenking verheven, dat het beneden peil geweest zou zijn, Marshall's actie als revanche te verkla ren, toen hij partij koos voor Truman en tegen MacArthur. Aan critiek meestal van rechts- extremisten heeft het Marshall niet ontbroken in de jaren 1939 tot 1953. Vol maakt is zijn beleid niet steeds geweest, doch hij handelde naar zijn beste weten en kunnen. En dat zijn vermogen, vooral militair en organisatorisch, groot was, staat vast. Marshall heeft het beneden zich geacht om op de vaak smadelijke critiek te antwoorden. Een lucratief aan bod om memoires te publiceren, heeft hij van de hand gewezen. Maar het oordeel van deze bijzondere figuur over personen en gebeurtenissen van zijn tijd, is daarom bij zijn dood niet verloren gegaan. Op het terrein van Virginia's militair instituut waar Marshall zijn opleiding kreeg zal een gebouw van 800.000 dollar verrijzen waarin 155.000 documenten, die op Mar shall's leven betrekking hebben, onderge bracht zullen worden. Bovendien is een geheim interview van veertig uren met Marshall op geluidsband vastgelegd. Marshall heeft aan de beheerders van de „Marshall foundation" vrijheid verleend met dit materiaal naar goeddunken te behandelen. Daarom is het mogelijk, dat binnen afzienbare tijd een belangrijke bron van kennis geopend zal worden om trent een periode, die nog slechts kort ach ter ons ligt. Schilderij vergeten. Een Parijse kunstexpert, Pierre Maurs, heeft woens dag op een politiebureau een schilderij opgehaald dat daar door de vinder was gebracht. Het schilderij. van de Seine dat de handtekening van de impressio nist Claude Monet droeg, was nabij de Champs Elyseés op straat aangetroffen. Maurs vertelde de politie dat hij met een groot aantal pakjes zijn huis was binnen gegaan en het schilderij even had neer gezet om het weer vlug te gaan halen. Hij had dit echter vergeten en was pas later tot de ontdekking gekomen dat hij het schilderij kwijt was. Hij had het ontvanger voor een onderzoek naar de echtheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 19