Vreemde gedrag van artsen-echtpaar
rechtvaardigde insluiting
Rowenta.
Weg en wiel
Internationaal vervoer bereikte
in oktober een record-omvang
Ook de auto zelf kan schuld
hebben aan een ongeluk
AUTO REED HET SPAARNE IN
Conclusie van Kamercommissie:
autoriteiten treft geen blaam
Ontplooiing van wegvervoer door
buitenland tegengewerkt
Autorijders-latijn
VRIJDAG 6 NOVEMBER 195 9
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
19
HET ONDERZOEK IN DE ZAAK-MEULENBELT
Burgerlijke Stand
Haarlem
van
ATAX-TAXI
1.2.3.4.5
Het Nederlands Ballet gaat
naar Monte Carlo
Ontploffing in Haags
schakelstation
Nederlanders vrachtrijders van Europa
Frankrijk moeilijk
Verkeersveiligheid
„Wanneer wij nu nagaan, of hier sprake is geweest van onjuiste toepassing
van de Krankzinnigenwet, dan kunnen wij tot geen andere conclusie komen
dan dat dit niet het geval is geweest. Van een onrechtmatige vrijheidsberoving
was geen sprake", aldus wordt gezegd in het verslag van de vaste Kamer
commissies voor Justitie en voor Volksgezondheid over hun overleg met de
ministers betreffende de inbewaringstelling van het artsenechtpaar Vleulenbelt
in een psychiatrische inrichting. „Naar onze overtuiging", aldus het verslag,
„kon dr. Van Erp Taalman Kip in^redelijkheid tot de conclusie komen dat hier
sprake was van krankzinnigheid en dat spoed vereist was".
De commissies hebben een aantal stuk
ken over de zaak-Meulenbelt bestudeerd
en mondeling overleg gevoerd. Bij dit
overleg waren de ministers vergezeld van
mr. J. C. Tenkink, secretaris-generaal van
het departement van Justitie, mr. E. J.
Hoogenraad, directeur-afdelingschef bij dit
departement, professor dr. P. Muntendam,
directeur-generaal van de Volksgezond
heid en de heer P. J. Piebenga, arts, hoofd
inspecteur van de geestelijke volksgezond
heid.
De voorgeschiedenis
De arts Meulenbelt, wiens vrouw inter-
niste is, zo beginnen de commissies hun
verslag, trad in het najaar van 1954 in
dienst van het Leger des Heils als zenuw
arts in opleiding bij de inrichting „Groot
Batelaar", te Lunteren. Hoofd van de
therapeutische staf van deze inrichting
was dr. G. W. Arendsen Hein, zenuwarts.
De heer Meulenbelt kreeg geen volledi
ge dagtaak in deze inrichting. Hij werd
tevens belast met werkzaamheden bij het
neurosesanatorium „Stichting Veluwe-
land", waarvan de heer Arendsen Hein
geneesheer-directeur was en zou daaren
boven in diens privé-praktijk assisteren.
Het echtpaar Meulenbelt kreeg een dienst
woning van de Stichting Veluweland. Een
conflict over de omvang van de werk
zaamheden van de heer Meulenbelt op
„Groot Batelaar" tussen hem en de heer
Arendsen Hein spitste zich op 14 februari
1955 toe. De heer M. besloot toen zijn
werkzaamheden niet langer voort te zet
ten. Op 18 februari ontving hij een brief
van de heer Arendsen Hein, waarin deze
hem op staande voet ontsloeg, voorzover
het de dienstbetrekking tot hem persoon
lijk betrof en waarin hij voorts op spoe
dige ontruiming van de dienstwoning aan
drong. In een tweede brief werd de heer
M. door dr. Arendsen Hein beschuldigd
van schending van zijn medisch ambts
geheim.
Vlucht door keukenraam
De commissies laten hierna het vertrek
van het echtpaar Meulenbelt via het keu
kenraam in de bewoordingen van de heer
M. 'volgen. Deze zegt o.m. dat hij „door
een vitaal gevoel werd gwaarschuwd dat
er gevaar dreigde". „In de vroege mor
gen van 23 februari bespeurde ik eens
klaps angst in mij. Mijn vrouw was ook
angstig geworden. Wij besloten contact op
te nemen met de politie. Wanneer wij
door de voordeur waren gegaan, hadden
wij door de tuin van „Veluweland" moe
ten lopen. De kans was dan groot geweest
dat personeelsleden of patiënten ons had
den gezien. Collega Arendsen Hein had dan
wellicht van ons vertrek vernomen en on
ze plannen kunnen verstoren. Bovendien
hadden wij sedert enkele dagen personen
op het terrein van de stichting zien lopen,
paadje op, paadje af, die wij niet kenden".
Op het station Veenendaal De Klomp
zagen de heer en mevrouw M. een auto
Advertentie
BEVALLEN van een zoon: 3 nov.: J.
C. Kalff-Thiel; 4 nov.: C. J. M. van dei-
Velden-Venneker; N. van der Woude-
Voetelink; J. C. Kersteman-Van Heins-
bergen.
BEVALLEN van een dochter: 4 nov.:
N. Verkuijl-Troost; J. M. Borst-Stuurman;
J. M. Gaartman-Kroon; A. C. Meijer-
Misset; 5 nov.: A. M. van Blitterswijk-
Wijnfeld.
OVERLEDEN:: 4 nov.: N. Hoogendoorn-
Kleijmeer, 77 j., Wilgenstraat; C. van
Houselt—Van der Maarel, 93 j., Hazepa-
terslaan; J. Polderman-Willemse, 65 j.,
I.Jdijk; J. M. de Vries-Van der Sluijs, 81 j„
Kamperlaan; J. A. Martelhoff, 83 j., Wes-
terhoutpark; H. A. A. Schlatmann, 68 j.,
Kamperlaan.
ONDERTROUWD: 4 nov.: A. F. Schoorl
en C. M. Hurkmans; F. A. Heeremans en
E. T. M. Nelis.
GEHUWD: 5 nov.: W. A. Keur en E. van
de Steege; E. Bruins en M. J. Giesbergen;
H. J. H. Derkx en N. G. Vermeulen; G. J.
van Mourik en A. J. Bom; J. W. Wiggers
en J. M. Langley; D. van Heum en A. M.
C. Verwey.
aankomen, welke zij voor die van de heer
Arendsen Hein hielden. Deze zou, zo
meenden zij, trachten hun plannen te ver
ijdelen. Zij verzochten de conducteur
maatregelen te nemen opdat zij in Arn
hem terstond onder bescherming van de
politie zouden staan. Hiervoor heeft de
conducteur gezorgd.
De adjudant van gemeentepolitie die
het echtpaar M. van het station Arnhem
naar het bureau van politie had overge
bracht heeft in een ambtsedig rapport on
der meer verklaard dat het echtpaar
hem had verteld dat zij uit de „Stichting
Veluweland" waren gevlucht omdat zij
ontdekt hadden dat ze gehypnotiseerd
waren geweest. De hypnotiseur was vol
gens hen dr. Arendsen Hein. Zij waren met
de trein ontsnapt, omdat zij voelden dat
zijn geest hen achtervolgde, hadden zij in
de trein politieassistentie gevraagd. In
verband met de zeer overspannen toe
stand van beiden zijn ze per auto naar
het politiebureau overgebracht. Daar zijn
zij op last van een hoofdinspecteur door
de directeur van de G.G. en G.D. bezocht.
Zij wensten deze echter niet te woord te
staan.
De commissies halen voorts passages
aan uit ambtsedige rapporten van ver
scheidene politieambtenaren over de
gang van zaken op het politiebureau.
„U zit ook in het complot'
In.een rapport staat onder meer: De
vrouw (mevrouw M.) begon mij op opge
wonden toon te bevelen de agentenwacht
te verlaten. Zij zei tot haar man ongeveer
het volgende: „Zie je wel, hij vervolgt
ons ook. Ik zie het aan zijn ogen, hij wil
ons hypnotiseren. Man hij moet weg, hij
hoort er ook bij". Dr. Meulenbelt zelf viel
zijn vrouw bij, trachtte mij bij de keel te
grijpen en zei: „Ja u zoekt ons, ik heb
het steeds wel gezegd. Uw ogen staan mij
niet aan, ja u wilt ons hypnotiseren". In
al de rapporten staat dat het echtpaar
Meulenbelt de politieambtenaren verwe
ten dat zij hun wilden hypnotiseren.
Omstreeks vijf uur in de middag kwam
de inmiddels van officiële zijde geroepen
zenuwarts dr. L. F. C. van Erp Taalman
Kip. Deze heeft van zijn bevindingen aan
de hoofdinspecteur der geestelijke volks
gezondheid onder meer bericht: ..Beide
mensen zaten in het politiebureau in op
gewonden toestand, wilden het bureau niet
verlaten, omdat zij zich bedreigd voelden,
wilden niet met mij praten, omdat zij mij
beschouwden als te behoren tot het com
plot dat tegen hen gaande was en vorm
den zodoende een volkomen verstoring
van de openbare orde".
Aangezien zowel dr. M. als zijn vrouw
volkomen duidelijke verschijnselen ver
toonde, die hen althans op dat moment
als geestesziek moeten doen beschouwen
en aangezien zij op geen enkele manier
vatbaar waren voor overleg, restte mij
niets anders dan een inbewaringstelling.
Dit moest dan voor beiden gelden aange
zien beiden in even grote intensiteit gees
telijke stoornissen vertoonden en zich
slechts met geweld van elkaar zouden
hebben laten scheiden. Ik moet u eerlijk
zeggen dat ik sinds dit gebeuren mij vele
malen heb afgevraagd of ik anders had
kunnen handelen dan ik gedaan heb. Ik
heb geen andere oplossing kunnen vinden,
ook niet nu er drie jaar zijn verstreken.
Ik ben van mening, dat ik in een der
gelijke situatie weer hetzelfde zou doen.
Dr. Van Erp Taalman Kip rapporteer
de aan de burgemeester dat dit een spoed
eisend geval van krankzinnigheid als be
doeld in artikel 14 van de Krankzinnigen
wet was. De burgemeester besloot toen
het echtpaar in bewaring te doen stellen
in „Het groot Gaffel" te Warnsveld.
De officier van Justitie in Zutphen heeft
later de opsluitingstermijn van drie we
ken verlengd met nogmaals drie weken,
zulks na overleg met en op verzoek van
de behandelende geneesheer. Deze proce
dure werd mede in het belang van de pa
tiënten gekozen.
Op 6 april 1955 konden de heer en me
vrouw Meulenbelt de inrichting verlaten.
Afgaande op het advies van dr. Van Erp
Taalman Kip, aldus de commissies, kon
de burgemeester in redelijkheid de in
bewaringstelling gelasten. Alleen indien
de arts op grond van de hem bekende
feiten niet in redelijkheid tot zijn con
clusie had kunnen komen of indien de
burgemeester in redelijkheid niet op het
advies van de arts had mogen afgaan zou
er sprake kunnen zijn van een onrecht
matige vrijheidsberoving. Hiervan is de
commissies niets gebleken.
„Regering schoot niet tekort
Wel menen de commissies dat bij een
herziening van de Krankzinnigenwet
voor de verlenging uitdrukkelijk een
maximumtermijn moet worden gesteld
Dit is thans niet het geval.
In het verslag hebben de commissies
mededelingen gedaan uit vertrouwelijke
dossiers. De regering had daar geen be
zwaar tegen. De commissies betreuren
dat dit persoonlijk minder aangenaam zou
kunnen zijn voor de heer en mevrouw M.
en anderen. Zij hebben echter het per
soonlijk belang afgewogen tegen het al
gemeen belang opdat de onrust kan wor
den opgeheven, welke is ontstaan naar aan
leiding van een voorstelling van zaken als
zou in Nederland wie dan ook geweldda
dig uit de normale samenleving verwij
derd kunnen worden door onnodige inbe
waringstelling in een gesticht.
De commissies zagen geen aanleiding
de feiten die hun ter kennis waren geko
men, nader te onderzoeken. Hun taak be
perkte zich tot het nagaan van de vragen
of de regering tekort is geschoten. De
commissies is niets gebleken van enige
tekortkoming aan de zijde der regering.
Er is niet gebleken dat personen zonder
grond in bewaring gesteld zijn.
Dit is de mening van de grote meer
derheid der commissies. Enkele leden
konden vooralsnog hun verantwoordelijk
heid voor de inhoud van de overwegingen
en conclusies niet aanvaarden. Zij waren
van gevoelen dat de regering eerst een uit
eenzetting zou moeten geven van de ge
beurtenissen en gedragingen, die hebben
geleid tot de inbewaringstelling, en de
handhaving ervan, van het artsenecht
paar.
Deze uiteenzetting zou kunnen worden
gegeven in een brief aan de Kamer, dus
in een openbaar stuk. Na de uiteenzetting
der feiten door de regering en nadat het
echtpaar Meulenbelt en zijn raadsleden de
gelegenheid hebben gehad van die uiteen
zetting en van alle stukken volledig ken
nis te nemen, kunnen de commissies of de
Kamer beoordelen, of er aanleiding is om
verdere stappen te ondernemen en zich
eventueel uit te spreken omtrent het ge
voerde beleid.
Deze leden achtten het niet juist, dat
een definitief oordeel wordt uitgesproken
zonder dat de regering zelf ooit een open
bare verantwoording van dat beleid heeft
gegeven en zonder dat de regering of wel
het echtpaar Meulenbelt om een goedkeu
rend of afkeurend oordeel van de Kamer
hebben gevraagd.
De meerderheid acht deze overwegin
gen niet ter zake dienende. De commissies
hebben, zo meent zij, uitsluitend tot taak
de verantwoordelijkheid der regering vast
te stellen.
Wanneer een aangelegenheid, die tot
ongerustheid over de wijze van uitvoering
van een wet aanleiding geeft, ter kennis
van de Kamer komt, is de Kamer uiter
aard altijd bevoegd daarover een oordeel
uit te spreken, ook al heeft niemand daar
om gevraagd.
Advertentie
Koffie zo sterk als
U zelf wilt in déze
percolator. Kin
niet droogkoken.
Automatische
temperatuurregeling I
Rowenta
koffiepercolator
verchroomd f 78.50
Advertentie
Dertig jaar geleden stierf in Venetië de
vernieuwer van de danskunst Serge Diag-
hileff. Zijn nagedachtenis wordt in decem
ber en januari plechtig herdacht in Monte
Carlo, waar een aantal beroemde dansers
danseressen zoals Margot Fonteyn,
Alice Markova, Yvette Chauviré, Dolin en
Serge Lifar zullen optreden.
De directeur van het Théitre de Monte
Carlo heeft ook het Néderlands Ballet uit
genodigd aan deze herdenking deel te
nemen. Er zullen door het Nederlands
Ballet in totaal vier voorstellingen worden
gegeven en wel op 1, 2, 3 en 4 januari. Op
6 januari treedt het Nederlands Ballet
weer op in Rotterdam. In het programma
in Monte Carlo zullen onder meer ge
danst worden „Suite en blanc", „De ver
loren zoon" en „Concerto Barocco". Bo
vendien zal er een wereldpremière worden
uitgebracht: „Othello" op muziek van
Maurice Thiriet en in de choreografie van
Serge Lifar. Dit ballet speelt zich af in
Venetië. De titelrol zal worden gedanst
door Billy Wilson met als partner Sonja
van Beers. Joan Cadzow zal als gastsoliste
in deze voorstelling meedansen.
Donderdagmiddag heeft zich in het on
derstation van het gemeentelijk elektrici
teitsbedrijf in de Jan Wapstraat te Den
Haag een explosie voorgedaan waarbij
twee employé's gewond werden. De stads
delen Spoorwijk en Laakkwartier hebben
tot ongeveer zeven uur in de avond geen
stroom gehad.
De twee technici waren bezig met de mon
tage van een zogenaamd schakelveld.
Plotseling ontstond er een steekvlam die
de beide mannen trof. Zij liepen zware
brandwonden op en moesten worden over
gebracht naar het ziekenhuis. De toestand
van een hunner, de 31-jarige N. W. C.
uit Rijswijk, is kritiek. De steek
vlam vermoedelijk het gevolg van
kortsluiting ging gepaard met een ex
plosie. Daarna brak brand uit. De brand
weer moest bij haar optreden van rook-
maskers gebruik maken.
(Van onze Haagse redacteur)
In de week van 19 tot 26 oktober
laatste waarover volledige sevens ter
beschikking staan bereikte het interna
tionale wegvervoer door Nederlandse
vrachtrijders een record-omvang: tach
tigduizend ton. In de overeenkomstige e-
riode van 1958 werd zestigduizend ton
over de weg naar en van het buitenland
vervoerd.
Voor deze spectaculaire stijging zijn
drie oorzaken te noemen, waarvan er één
een incidenteel karakter draagt, namelijk
de belemmeringen in het verkeer te water
door de uitzonderlijk lage waterstand der
rivieren. Van meer structurele aard is een
voorlopig nog niet door betrouwbare cij
fers aangetoonde, dus veronderstelde toe
neming van het handelsverkeer als gevolg
van de Europese Economische Gemeen
schap, terwijl ten slotte de belangrijkste
oorzaak van de toeneming van het inter
nationale wegtransport gelegen is in de
aantrekkelijkheid welke deze vorm van
vervoer voor vele verladers heeft.
Intussen roept deze ontplooiing tal van
problemen op. De opvattingen omtrent d<>
bewegingsvrijheid van de verschillen
de vervoerstechnieken water, rail en weg
lopen immers binnen de E.E.G. sterk
uiteen en Nederland neemt op dat punt
een zeer geïsoleerde positie in, welke voort
vloeit uit de zuiver economische zienswij
ze omtrent de relatie tussen weg en rail
welke men bij ons huldigt. De Commissie
voor de Europese economische integratie
van de SER heeft dat beginsel als volgt
geformuleerd: „Het vervoerwezen dient
op dezelfde wijze als iedere andere tak
van industrie of handel een zelfstandige
en renderende bedrijfstak te zijn. welke
naar commerciële gezichtspunten behoort
te worden geleid". En de nieuwe direc
teur van de Nederlandse Internationale
Wegvervoersorganisatie (NIWO), de heer
E. W. P. Verbeek, zei het ons nog bon
diger: „Een defiéitair spoorwegbedrijf
zou ook voor het wegvervoer een ramp
zijn. Wij hebben er slechts belang bij, dat
ook de rail floreert".
Het zijn vooral de ervaringen van het
wegvervoer in Frankrijk en Duitsland,
waar de spoorwegen met voor Nederland
se begrippen onvoorstelbaar grote tekor
ten hebben te kampen, welke de verant
woordelijke figuren in de Nederlandse
vrachtrijderij tot dit inzicht hebben ge
bracht. De spoorwegen, die in die landen
minder onafhankelijk van de overheid zijn
dan in Nederland, worden daar veelal ge
bruikt als instrumenten in een sociaal en
handelspolitiek beleid, hetgeen ten koste
van hun rendement gaat. Om de positie
van het railvervoer toch nog zo sterk mo
gelijk te maken, belemmert men ginds
op alle mogelijke manieren zware be
lastingen, krappe concessieverlening en
stringente voorschriften omtrent gewicht
en afmetingen van het materieel het
wegvervoer.
Ook de Nederlandse wegvervoerder voor
zover hij grensoverschrijdend vervoer ver
richt, dient zich in dat keurslijf te persen.
En naarmate zijn activiteit groter wordt,
gaan de beperkende bepalingen meer knel
len, alle Europese gedachten ten spijt.
Op het ogenblik spitst vooral de verhou
ding met Frankrijk zich in dit opzicht
toe, waardoor de NIWO zich tussen ha
mer en aambeeld bevindt. Aan dit orgaan
voor het bedrijfsleven is zowel door de
Nederlandse als door een aantal buiten
landse overheden de vergunningverlening
voor het grensoverschrijdend vervoer ge
delegeerd. Wanneer een vervoerder vracht
heeft te vervoeren naar Frankrijk en hi;
is in het bezit van een Nederlandse ver
gunning voor internationaal vervoer, dan
bezorgt de NIWO hem ook de Franse
autorisatie daarvoor. Nu is in enkele ja
ren tijd het Nederlandse vrachtverkeer
over de weg naar Frankrijk opgelopen
van tweehonderd tot achthonderd ton per
maand Dit nu heeft de Fransen aanlei
ding gegeven het aantal autorisaties te
gaan afremmen. Bindende bepalingen
daaromtrent bestaan niet, maar men vol
staat met minder regelmatig de door de
NIWO gevraagde autorisaties naar Den
Haog te zenden, zodat deze instantie nee
moet verkopen aan zijn leden. Voor de
NIWO is dat een bijzonder onplezierige
situatie, omdat men volkomen willekeu
rig de ene onderneming nog een autorisa
tie kan verstrekken en de andere niet
meer.
De melktransporten naar Parijs hebben
deze situatie nog verscherpt. Voor dat ver
voer verstrekken de Fransen uiteraard
grif de gewenste vergunningen. Maar zij
beknibbelen de daarvoor benodigde tonna
ge op de andere vrachtautodiensten, waar
bij onder meer wordt gesteld, dat lompen
oud papier, plaatijzer en dergelijke goe
deren „net zo goed per spoor" kunnen wor
den vervoerd. Oppervlakkig gezien is dat
ook zo, maar de verladers hebben vaak
bijzondere redenen om aan het wegver
voer de voorkeur te geven, bij voorbeeld
omdat hun produktieproces op de dage
lijkse aanvoer van kleine partijen beter
is ingesteld dan op de aanvoer van een
grote partij ineens. Investering in en ren
teverlies door voorraadvorming spelen
daarbij ook een rol, zodat bij voorbeeld de
Renaultfabrieken toch dagelijks hun
plaatijzer per vrachtauto van de Hoog
ovens laten komen, hoewel dat aan ver
voerkosten waarschijnlijk duurder is dan
per trein.
In de Duitse Bondrepubliek tracht de
regering de ontwikkeling van het vracht
vervoer langs de weg af te remmen via
maatregelen „ten behoeve van de ver
keersveiligheid". Daar worden per 1 juli
1960 beperkingen opgelegd aan gewicht
en lengte van vrachtwagens, waarbij ook
nog een zeker motorvermogen per ton
wordt voorgeschreven, waardoor het
rendement van de voertuigen wordt be
nadeeld. De verkeersveiligheid is bij dat
alles in het geheel niet gediend, want als
enig effect is te verwachten, dat de ver
voerders meer materieel zullen aanschaf
fen om toch aan dezelfde omzet te ko
men, terwijl zij bovendien hetzelfde ma
terieel nog meer ritten zullen laten ma
ken, zodat het verkeer er alleen maar in
tensiever door kan worden.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
Trots plegen sommige automobilisten om zich heen te zien, als ze htm „auto
latijn" hebben zitten spuien, waarin heel dikwijls één bepaalde automobiel een
rol speelt een wagen, die als men de verhalen zou geloven, tot de wereld
wonderen zou moeten worden gerekend. Talloze keren horen we, hoe iemand al
80.000 kilometer heeft afgelegd. Triomfantelijk wordt dan gezegd: „en nog geen
sleutel is er aan geweest". Ofwelbanden, die na 70.000 of nóg veel meer kilo
meters nog „piekobello" zouden wezen. En dan die lak! „Nooit iets aan gedaan,
altijd buiten gestaan en enfin, moet u zélf maar eens even kijken".
Dat laatste verzoek moet u in de wind slaan: blijf veel liever rustig zitten
genieten van die Münchhausen-verhalen, bijzonder leuk en leerzaam om aan te
horen. Dus de mensen „kletsen laten", en een geïnteresseerd gezicht zetten.
Want geen vakman zal ooit begrijpen, waar een auto zulke Methusalem-kwali-
teiten vandaan zou hebben. Indien er inderdéad tijdens het jarenlange gebruik
nog nooit een sleutel aan zou zijn geweest, dan zij we bepaald in het rijk der
leugens aangeland en dan kan alleen nog maar worden gezegd, dat het ouderhoud
in handen is geweest van iemand, die dus kennelijk zelfs nimmer de olie heeft
afgetapt, nooit de cilinderkopbouten aanhaalde of de ontsteking en de kleppen
bijstelde.
Probeer overigens dat kunstje-met-die-banden vooral niet na te volgen, waarde
lezer. Ongeacht het feit, dat de banden in de loop der jaren fantastisch veel zijn
verbeterd, slijten ze (helaas) desondanks toch. Na een zeker aantal kilometers is
het loopvlak van de allerbeste band zóver versleten, dat het doorrijden erop niet
langer veilig is. De ene band slijt sneller dan de andere de ene automobilist
spaart zijn banden nu eenmaal veel meer dan een ander, die regelmatig bij het
parkeren „een stoepje pikt", die snel aanzet en fel remt of „door de bochten
scheurt" (waartegen de banden luidkeels protesteren).
Vergeet niet, dat uw auto-assuradeur overwegend bezwaar heeft tegen het
rijden op onveilige banden. „Maar dat ziet-ie tóch niet!", wordt er wel eens ge
dacht Maar de expert van de verzekering, die er na een of ander incident aan
te pas komt ziet het wel degelijk en rapporteert het ook. Als dan blijken mocht
dat de banden bijvoorbeeld tien percent worden gewaardeerd, dan kan Leiden
in last komen, want dan komt misschien zelfs de geldigheid van lie verzekerings
polis er aan te pas
Maar al gebeurt er niets van dien aard, er kan zoveel méér gebeuren in het
verkeer. Heel dikwijls hangen er mensenlevens af van correct remmen (misschien
wel uw eigen leven». En dan is er ook nog de verkeerspolitie, die akelige vragen
kan stellen aan de man, die op versleten banden rondtoert. En achter dat uniform
duiken de toga's op van de officier van Justitie en van de rechter. Dus: tijdig
nieuwe banden kopen, dót is véél voordeliger. Soms is het mogelijk, een nog goede,
tamelijk gladde band van een nieuw loopvlak te voorzien. Er bestaan fabrieken,
die dit correct doen; zij weigeren te ver afgesleten banden of banden met canvas-
breuken.
Vergeet nimmer, dat het repareren van gebroken ledematen en gekneusde
schedels veel en veel duurder is
Helaas is het niets bijzonders, als de krant dagelijks melding moet maken van
talrijke ernstige verkeersongelukken. Zoiets is eerder regel dan uitzondering.
Maar onlangs gebeurden er enkele ongelukken, waaraan de auto's zelf schuld
hadden: er was een stuur blijven vastzitten na een bocht en er waren twee auto's
in brand gevlogen.
Als regel zijn het de mannen of vrouwen aan het stuur, wie schuld treft
Want de automobielen zijn mechanisch al redelijk vervolmaakt al blijft er nog
wel iets te wensen, maar daarover zullen we het nu niet hebben.
Dat „blijven vastzitten" van het stuur, nadat een bocht gemaakt wordt, is een
gruwelijke sensatie, die helaas menigeen het hoofd doet verliezen. Krachtig rem
men is dikwijls het enige, dat de bestuurder nog kan doen, al zal hij uiteraard
proberen, door uit alle macht te trekken, het stuurwiel rond te krijgen. Een van
de meest voorkomende oorzaken is het proberen verhelpen van stuurslijtage met
lapmiddelen. Als bepaalde onderdelen in het stuurhuis te ver versleten zijn,
móéten ze vernieuwd worden. Gaat men „eindeloos" door met bijstellen, dan kan
er een moment komen, waarop de stuurinrichting nog wel redelijk goed werkt bij
kleine stuuruitslagen. Maar als het stuurwiel geheel naar links of naar rechts
wordt gedraaid, kan soms het mechanisme niet meer vrij teruglopen.
Slechts een nauwkeurig onderzoek kan aantonen, of in een bepaald geval van
deze oorzaak sprake was. Maar bij een routine-onderzoek kan een vakman, bij
voorbeeld ter gelegenheid van de doorsmeerbeurt, constateren, of de stuurinrich
ting zover heen is, dat er ernstige gevaren dreigen. Ook bij de objectieve auto
analyses, waarvoor tegenwoordig van verscheidene zijden gelegenheid wordt ge
boden, kan zoiets vrij eenvoudig aan het licht treden.
Autobranden, waarover we reeds even spraken naar aanleiding van twee on
gelukken op één dag, komen gelukkig zelden voor. Als we nagaan, hoe slordig
met de benzine wordt omgesprongen, hoe vrolijk men bij het laden rookt en
hoe verwaarloosd en van huis uit trouwens ook soms heel slecht, talrijke elek
trische installaties van automobielen zijn, dan zou eigenlijk de autobrand aan de
orde van de dag moeten zijn. Hoe men dus autobrand kan helpen voorkomen
blijkt al gedeeltelijk uit hetgeen zojuist werd gesteld: houdt de elektrische instal
latie goed in orde, vervang zekeringen door zekeringen en niet doorspijkers
als er kortsluiting geweest is. Monteer een hoofdafsluiter en vooral ook: laat de
oorzaak van benzinestankjes opsporen, want lekke leidingen zijn gevaarlijk, vooral
als er brandstof op de hete uitlaat kan druppelen!
Ja, ook de auto zelf kan schuld hebben aan een ongeluk. Maar als u dit stukje
gelezen hebt zult u tot de conclusie komen, dat die schuld toch eigenlijk niet ligt
bij de auto, maar bij de eigenaar, die zijn wagen niet goed heeft laten onderhouden
en die meent dat het met die versleten stuurinrichting en dat lekje in de benzine
leiding nog wel even kan.... Totdat hij meestal aan-den lijve ondervindt,
dat het niet meer kon
Hoewel de broodoorlog in Haarlem in
onverminderde hevigheid voortwoedt
moet men het op de foto in beeld ge
brachte toch bepaald niet zien als een
uitvloeisel van deze strijd. De chauf
feur van de vrachtauto van het groot
bedrijf, een 61-jarige Haarlemmer,
werd namelijk onwel en reed van de
Paul Krugerkade regelrecht het Spaar-
ne in. Het koude water bracht hem
weer snel bij zijn positieven en met
behulp van schipper Willem van der
Boogaard kon hij uit de cabine van
de wagen klauteren en op de kant
gebracht worden. De chauffeur bleek
Advertentie
'n betrouwbaar
zwitsert
anker horloge
geen nadelig letsel van het bad onder
vonden te hebben. .Met het op de wal
brengen van de auto had men aan
merkelijk meer moeite. Er moesten
twee takelwagens aan te pas komen
om de wagen op het droge te hijsen.
Andere aannemer. In ons blad is
vermeld dat de firma Waleveld en Zoon
uit Haarlem de veertien bedrijfspanden
van de woningstichting „De Kleine Mid
denstander" aan de Geertruida Carelsen-
straat in Haarlem zou gaan bouwen. Van
deze woningstichting vernamen wij, dat er
nog geen sprake was van een definitieve
opdracht. Na een verschil van mening
over een bepaalde tijdsduur heeft de wo
ningstichting onderhandelingen geopend
met Bouwbedrijf J. van Wijk in Bever
wijk. Deze zijn thans in een vergevorderd
stadium.