Vreemde gedrag van artsen-echtpaar rechtvaardigde insluiting Rowenta. Weg en wiel Internationaal vervoer bereikte in oktober een record-omvang Ook de auto zelf kan schuld hebben aan een ongeluk AUTO REED HET SPAARNE IN Conclusie van Kamercommissie: autoriteiten treft geen blaam Ontplooiing van wegvervoer door buitenland tegengewerkt Autorijders-latijn VRIJDAG 6 NOVEMBER 195 9 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 19 HET ONDERZOEK IN DE ZAAK-MEULENBELT Burgerlijke Stand Haarlem van ATAX-TAXI 1.2.3.4.5 Het Nederlands Ballet gaat naar Monte Carlo Ontploffing in Haags schakelstation Nederlanders vrachtrijders van Europa Frankrijk moeilijk Verkeersveiligheid „Wanneer wij nu nagaan, of hier sprake is geweest van onjuiste toepassing van de Krankzinnigenwet, dan kunnen wij tot geen andere conclusie komen dan dat dit niet het geval is geweest. Van een onrechtmatige vrijheidsberoving was geen sprake", aldus wordt gezegd in het verslag van de vaste Kamer commissies voor Justitie en voor Volksgezondheid over hun overleg met de ministers betreffende de inbewaringstelling van het artsenechtpaar Vleulenbelt in een psychiatrische inrichting. „Naar onze overtuiging", aldus het verslag, „kon dr. Van Erp Taalman Kip in^redelijkheid tot de conclusie komen dat hier sprake was van krankzinnigheid en dat spoed vereist was". De commissies hebben een aantal stuk ken over de zaak-Meulenbelt bestudeerd en mondeling overleg gevoerd. Bij dit overleg waren de ministers vergezeld van mr. J. C. Tenkink, secretaris-generaal van het departement van Justitie, mr. E. J. Hoogenraad, directeur-afdelingschef bij dit departement, professor dr. P. Muntendam, directeur-generaal van de Volksgezond heid en de heer P. J. Piebenga, arts, hoofd inspecteur van de geestelijke volksgezond heid. De voorgeschiedenis De arts Meulenbelt, wiens vrouw inter- niste is, zo beginnen de commissies hun verslag, trad in het najaar van 1954 in dienst van het Leger des Heils als zenuw arts in opleiding bij de inrichting „Groot Batelaar", te Lunteren. Hoofd van de therapeutische staf van deze inrichting was dr. G. W. Arendsen Hein, zenuwarts. De heer Meulenbelt kreeg geen volledi ge dagtaak in deze inrichting. Hij werd tevens belast met werkzaamheden bij het neurosesanatorium „Stichting Veluwe- land", waarvan de heer Arendsen Hein geneesheer-directeur was en zou daaren boven in diens privé-praktijk assisteren. Het echtpaar Meulenbelt kreeg een dienst woning van de Stichting Veluweland. Een conflict over de omvang van de werk zaamheden van de heer Meulenbelt op „Groot Batelaar" tussen hem en de heer Arendsen Hein spitste zich op 14 februari 1955 toe. De heer M. besloot toen zijn werkzaamheden niet langer voort te zet ten. Op 18 februari ontving hij een brief van de heer Arendsen Hein, waarin deze hem op staande voet ontsloeg, voorzover het de dienstbetrekking tot hem persoon lijk betrof en waarin hij voorts op spoe dige ontruiming van de dienstwoning aan drong. In een tweede brief werd de heer M. door dr. Arendsen Hein beschuldigd van schending van zijn medisch ambts geheim. Vlucht door keukenraam De commissies laten hierna het vertrek van het echtpaar Meulenbelt via het keu kenraam in de bewoordingen van de heer M. 'volgen. Deze zegt o.m. dat hij „door een vitaal gevoel werd gwaarschuwd dat er gevaar dreigde". „In de vroege mor gen van 23 februari bespeurde ik eens klaps angst in mij. Mijn vrouw was ook angstig geworden. Wij besloten contact op te nemen met de politie. Wanneer wij door de voordeur waren gegaan, hadden wij door de tuin van „Veluweland" moe ten lopen. De kans was dan groot geweest dat personeelsleden of patiënten ons had den gezien. Collega Arendsen Hein had dan wellicht van ons vertrek vernomen en on ze plannen kunnen verstoren. Bovendien hadden wij sedert enkele dagen personen op het terrein van de stichting zien lopen, paadje op, paadje af, die wij niet kenden". Op het station Veenendaal De Klomp zagen de heer en mevrouw M. een auto Advertentie BEVALLEN van een zoon: 3 nov.: J. C. Kalff-Thiel; 4 nov.: C. J. M. van dei- Velden-Venneker; N. van der Woude- Voetelink; J. C. Kersteman-Van Heins- bergen. BEVALLEN van een dochter: 4 nov.: N. Verkuijl-Troost; J. M. Borst-Stuurman; J. M. Gaartman-Kroon; A. C. Meijer- Misset; 5 nov.: A. M. van Blitterswijk- Wijnfeld. OVERLEDEN:: 4 nov.: N. Hoogendoorn- Kleijmeer, 77 j., Wilgenstraat; C. van Houselt—Van der Maarel, 93 j., Hazepa- terslaan; J. Polderman-Willemse, 65 j., I.Jdijk; J. M. de Vries-Van der Sluijs, 81 j„ Kamperlaan; J. A. Martelhoff, 83 j., Wes- terhoutpark; H. A. A. Schlatmann, 68 j., Kamperlaan. ONDERTROUWD: 4 nov.: A. F. Schoorl en C. M. Hurkmans; F. A. Heeremans en E. T. M. Nelis. GEHUWD: 5 nov.: W. A. Keur en E. van de Steege; E. Bruins en M. J. Giesbergen; H. J. H. Derkx en N. G. Vermeulen; G. J. van Mourik en A. J. Bom; J. W. Wiggers en J. M. Langley; D. van Heum en A. M. C. Verwey. aankomen, welke zij voor die van de heer Arendsen Hein hielden. Deze zou, zo meenden zij, trachten hun plannen te ver ijdelen. Zij verzochten de conducteur maatregelen te nemen opdat zij in Arn hem terstond onder bescherming van de politie zouden staan. Hiervoor heeft de conducteur gezorgd. De adjudant van gemeentepolitie die het echtpaar M. van het station Arnhem naar het bureau van politie had overge bracht heeft in een ambtsedig rapport on der meer verklaard dat het echtpaar hem had verteld dat zij uit de „Stichting Veluweland" waren gevlucht omdat zij ontdekt hadden dat ze gehypnotiseerd waren geweest. De hypnotiseur was vol gens hen dr. Arendsen Hein. Zij waren met de trein ontsnapt, omdat zij voelden dat zijn geest hen achtervolgde, hadden zij in de trein politieassistentie gevraagd. In verband met de zeer overspannen toe stand van beiden zijn ze per auto naar het politiebureau overgebracht. Daar zijn zij op last van een hoofdinspecteur door de directeur van de G.G. en G.D. bezocht. Zij wensten deze echter niet te woord te staan. De commissies halen voorts passages aan uit ambtsedige rapporten van ver scheidene politieambtenaren over de gang van zaken op het politiebureau. „U zit ook in het complot' In.een rapport staat onder meer: De vrouw (mevrouw M.) begon mij op opge wonden toon te bevelen de agentenwacht te verlaten. Zij zei tot haar man ongeveer het volgende: „Zie je wel, hij vervolgt ons ook. Ik zie het aan zijn ogen, hij wil ons hypnotiseren. Man hij moet weg, hij hoort er ook bij". Dr. Meulenbelt zelf viel zijn vrouw bij, trachtte mij bij de keel te grijpen en zei: „Ja u zoekt ons, ik heb het steeds wel gezegd. Uw ogen staan mij niet aan, ja u wilt ons hypnotiseren". In al de rapporten staat dat het echtpaar Meulenbelt de politieambtenaren verwe ten dat zij hun wilden hypnotiseren. Omstreeks vijf uur in de middag kwam de inmiddels van officiële zijde geroepen zenuwarts dr. L. F. C. van Erp Taalman Kip. Deze heeft van zijn bevindingen aan de hoofdinspecteur der geestelijke volks gezondheid onder meer bericht: ..Beide mensen zaten in het politiebureau in op gewonden toestand, wilden het bureau niet verlaten, omdat zij zich bedreigd voelden, wilden niet met mij praten, omdat zij mij beschouwden als te behoren tot het com plot dat tegen hen gaande was en vorm den zodoende een volkomen verstoring van de openbare orde". Aangezien zowel dr. M. als zijn vrouw volkomen duidelijke verschijnselen ver toonde, die hen althans op dat moment als geestesziek moeten doen beschouwen en aangezien zij op geen enkele manier vatbaar waren voor overleg, restte mij niets anders dan een inbewaringstelling. Dit moest dan voor beiden gelden aange zien beiden in even grote intensiteit gees telijke stoornissen vertoonden en zich slechts met geweld van elkaar zouden hebben laten scheiden. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik sinds dit gebeuren mij vele malen heb afgevraagd of ik anders had kunnen handelen dan ik gedaan heb. Ik heb geen andere oplossing kunnen vinden, ook niet nu er drie jaar zijn verstreken. Ik ben van mening, dat ik in een der gelijke situatie weer hetzelfde zou doen. Dr. Van Erp Taalman Kip rapporteer de aan de burgemeester dat dit een spoed eisend geval van krankzinnigheid als be doeld in artikel 14 van de Krankzinnigen wet was. De burgemeester besloot toen het echtpaar in bewaring te doen stellen in „Het groot Gaffel" te Warnsveld. De officier van Justitie in Zutphen heeft later de opsluitingstermijn van drie we ken verlengd met nogmaals drie weken, zulks na overleg met en op verzoek van de behandelende geneesheer. Deze proce dure werd mede in het belang van de pa tiënten gekozen. Op 6 april 1955 konden de heer en me vrouw Meulenbelt de inrichting verlaten. Afgaande op het advies van dr. Van Erp Taalman Kip, aldus de commissies, kon de burgemeester in redelijkheid de in bewaringstelling gelasten. Alleen indien de arts op grond van de hem bekende feiten niet in redelijkheid tot zijn con clusie had kunnen komen of indien de burgemeester in redelijkheid niet op het advies van de arts had mogen afgaan zou er sprake kunnen zijn van een onrecht matige vrijheidsberoving. Hiervan is de commissies niets gebleken. „Regering schoot niet tekort Wel menen de commissies dat bij een herziening van de Krankzinnigenwet voor de verlenging uitdrukkelijk een maximumtermijn moet worden gesteld Dit is thans niet het geval. In het verslag hebben de commissies mededelingen gedaan uit vertrouwelijke dossiers. De regering had daar geen be zwaar tegen. De commissies betreuren dat dit persoonlijk minder aangenaam zou kunnen zijn voor de heer en mevrouw M. en anderen. Zij hebben echter het per soonlijk belang afgewogen tegen het al gemeen belang opdat de onrust kan wor den opgeheven, welke is ontstaan naar aan leiding van een voorstelling van zaken als zou in Nederland wie dan ook geweldda dig uit de normale samenleving verwij derd kunnen worden door onnodige inbe waringstelling in een gesticht. De commissies zagen geen aanleiding de feiten die hun ter kennis waren geko men, nader te onderzoeken. Hun taak be perkte zich tot het nagaan van de vragen of de regering tekort is geschoten. De commissies is niets gebleken van enige tekortkoming aan de zijde der regering. Er is niet gebleken dat personen zonder grond in bewaring gesteld zijn. Dit is de mening van de grote meer derheid der commissies. Enkele leden konden vooralsnog hun verantwoordelijk heid voor de inhoud van de overwegingen en conclusies niet aanvaarden. Zij waren van gevoelen dat de regering eerst een uit eenzetting zou moeten geven van de ge beurtenissen en gedragingen, die hebben geleid tot de inbewaringstelling, en de handhaving ervan, van het artsenecht paar. Deze uiteenzetting zou kunnen worden gegeven in een brief aan de Kamer, dus in een openbaar stuk. Na de uiteenzetting der feiten door de regering en nadat het echtpaar Meulenbelt en zijn raadsleden de gelegenheid hebben gehad van die uiteen zetting en van alle stukken volledig ken nis te nemen, kunnen de commissies of de Kamer beoordelen, of er aanleiding is om verdere stappen te ondernemen en zich eventueel uit te spreken omtrent het ge voerde beleid. Deze leden achtten het niet juist, dat een definitief oordeel wordt uitgesproken zonder dat de regering zelf ooit een open bare verantwoording van dat beleid heeft gegeven en zonder dat de regering of wel het echtpaar Meulenbelt om een goedkeu rend of afkeurend oordeel van de Kamer hebben gevraagd. De meerderheid acht deze overwegin gen niet ter zake dienende. De commissies hebben, zo meent zij, uitsluitend tot taak de verantwoordelijkheid der regering vast te stellen. Wanneer een aangelegenheid, die tot ongerustheid over de wijze van uitvoering van een wet aanleiding geeft, ter kennis van de Kamer komt, is de Kamer uiter aard altijd bevoegd daarover een oordeel uit te spreken, ook al heeft niemand daar om gevraagd. Advertentie Koffie zo sterk als U zelf wilt in déze percolator. Kin niet droogkoken. Automatische temperatuurregeling I Rowenta koffiepercolator verchroomd f 78.50 Advertentie Dertig jaar geleden stierf in Venetië de vernieuwer van de danskunst Serge Diag- hileff. Zijn nagedachtenis wordt in decem ber en januari plechtig herdacht in Monte Carlo, waar een aantal beroemde dansers danseressen zoals Margot Fonteyn, Alice Markova, Yvette Chauviré, Dolin en Serge Lifar zullen optreden. De directeur van het Théitre de Monte Carlo heeft ook het Néderlands Ballet uit genodigd aan deze herdenking deel te nemen. Er zullen door het Nederlands Ballet in totaal vier voorstellingen worden gegeven en wel op 1, 2, 3 en 4 januari. Op 6 januari treedt het Nederlands Ballet weer op in Rotterdam. In het programma in Monte Carlo zullen onder meer ge danst worden „Suite en blanc", „De ver loren zoon" en „Concerto Barocco". Bo vendien zal er een wereldpremière worden uitgebracht: „Othello" op muziek van Maurice Thiriet en in de choreografie van Serge Lifar. Dit ballet speelt zich af in Venetië. De titelrol zal worden gedanst door Billy Wilson met als partner Sonja van Beers. Joan Cadzow zal als gastsoliste in deze voorstelling meedansen. Donderdagmiddag heeft zich in het on derstation van het gemeentelijk elektrici teitsbedrijf in de Jan Wapstraat te Den Haag een explosie voorgedaan waarbij twee employé's gewond werden. De stads delen Spoorwijk en Laakkwartier hebben tot ongeveer zeven uur in de avond geen stroom gehad. De twee technici waren bezig met de mon tage van een zogenaamd schakelveld. Plotseling ontstond er een steekvlam die de beide mannen trof. Zij liepen zware brandwonden op en moesten worden over gebracht naar het ziekenhuis. De toestand van een hunner, de 31-jarige N. W. C. uit Rijswijk, is kritiek. De steek vlam vermoedelijk het gevolg van kortsluiting ging gepaard met een ex plosie. Daarna brak brand uit. De brand weer moest bij haar optreden van rook- maskers gebruik maken. (Van onze Haagse redacteur) In de week van 19 tot 26 oktober laatste waarover volledige sevens ter beschikking staan bereikte het interna tionale wegvervoer door Nederlandse vrachtrijders een record-omvang: tach tigduizend ton. In de overeenkomstige e- riode van 1958 werd zestigduizend ton over de weg naar en van het buitenland vervoerd. Voor deze spectaculaire stijging zijn drie oorzaken te noemen, waarvan er één een incidenteel karakter draagt, namelijk de belemmeringen in het verkeer te water door de uitzonderlijk lage waterstand der rivieren. Van meer structurele aard is een voorlopig nog niet door betrouwbare cij fers aangetoonde, dus veronderstelde toe neming van het handelsverkeer als gevolg van de Europese Economische Gemeen schap, terwijl ten slotte de belangrijkste oorzaak van de toeneming van het inter nationale wegtransport gelegen is in de aantrekkelijkheid welke deze vorm van vervoer voor vele verladers heeft. Intussen roept deze ontplooiing tal van problemen op. De opvattingen omtrent d<> bewegingsvrijheid van de verschillen de vervoerstechnieken water, rail en weg lopen immers binnen de E.E.G. sterk uiteen en Nederland neemt op dat punt een zeer geïsoleerde positie in, welke voort vloeit uit de zuiver economische zienswij ze omtrent de relatie tussen weg en rail welke men bij ons huldigt. De Commissie voor de Europese economische integratie van de SER heeft dat beginsel als volgt geformuleerd: „Het vervoerwezen dient op dezelfde wijze als iedere andere tak van industrie of handel een zelfstandige en renderende bedrijfstak te zijn. welke naar commerciële gezichtspunten behoort te worden geleid". En de nieuwe direc teur van de Nederlandse Internationale Wegvervoersorganisatie (NIWO), de heer E. W. P. Verbeek, zei het ons nog bon diger: „Een defiéitair spoorwegbedrijf zou ook voor het wegvervoer een ramp zijn. Wij hebben er slechts belang bij, dat ook de rail floreert". Het zijn vooral de ervaringen van het wegvervoer in Frankrijk en Duitsland, waar de spoorwegen met voor Nederland se begrippen onvoorstelbaar grote tekor ten hebben te kampen, welke de verant woordelijke figuren in de Nederlandse vrachtrijderij tot dit inzicht hebben ge bracht. De spoorwegen, die in die landen minder onafhankelijk van de overheid zijn dan in Nederland, worden daar veelal ge bruikt als instrumenten in een sociaal en handelspolitiek beleid, hetgeen ten koste van hun rendement gaat. Om de positie van het railvervoer toch nog zo sterk mo gelijk te maken, belemmert men ginds op alle mogelijke manieren zware be lastingen, krappe concessieverlening en stringente voorschriften omtrent gewicht en afmetingen van het materieel het wegvervoer. Ook de Nederlandse wegvervoerder voor zover hij grensoverschrijdend vervoer ver richt, dient zich in dat keurslijf te persen. En naarmate zijn activiteit groter wordt, gaan de beperkende bepalingen meer knel len, alle Europese gedachten ten spijt. Op het ogenblik spitst vooral de verhou ding met Frankrijk zich in dit opzicht toe, waardoor de NIWO zich tussen ha mer en aambeeld bevindt. Aan dit orgaan voor het bedrijfsleven is zowel door de Nederlandse als door een aantal buiten landse overheden de vergunningverlening voor het grensoverschrijdend vervoer ge delegeerd. Wanneer een vervoerder vracht heeft te vervoeren naar Frankrijk en hi; is in het bezit van een Nederlandse ver gunning voor internationaal vervoer, dan bezorgt de NIWO hem ook de Franse autorisatie daarvoor. Nu is in enkele ja ren tijd het Nederlandse vrachtverkeer over de weg naar Frankrijk opgelopen van tweehonderd tot achthonderd ton per maand Dit nu heeft de Fransen aanlei ding gegeven het aantal autorisaties te gaan afremmen. Bindende bepalingen daaromtrent bestaan niet, maar men vol staat met minder regelmatig de door de NIWO gevraagde autorisaties naar Den Haog te zenden, zodat deze instantie nee moet verkopen aan zijn leden. Voor de NIWO is dat een bijzonder onplezierige situatie, omdat men volkomen willekeu rig de ene onderneming nog een autorisa tie kan verstrekken en de andere niet meer. De melktransporten naar Parijs hebben deze situatie nog verscherpt. Voor dat ver voer verstrekken de Fransen uiteraard grif de gewenste vergunningen. Maar zij beknibbelen de daarvoor benodigde tonna ge op de andere vrachtautodiensten, waar bij onder meer wordt gesteld, dat lompen oud papier, plaatijzer en dergelijke goe deren „net zo goed per spoor" kunnen wor den vervoerd. Oppervlakkig gezien is dat ook zo, maar de verladers hebben vaak bijzondere redenen om aan het wegver voer de voorkeur te geven, bij voorbeeld omdat hun produktieproces op de dage lijkse aanvoer van kleine partijen beter is ingesteld dan op de aanvoer van een grote partij ineens. Investering in en ren teverlies door voorraadvorming spelen daarbij ook een rol, zodat bij voorbeeld de Renaultfabrieken toch dagelijks hun plaatijzer per vrachtauto van de Hoog ovens laten komen, hoewel dat aan ver voerkosten waarschijnlijk duurder is dan per trein. In de Duitse Bondrepubliek tracht de regering de ontwikkeling van het vracht vervoer langs de weg af te remmen via maatregelen „ten behoeve van de ver keersveiligheid". Daar worden per 1 juli 1960 beperkingen opgelegd aan gewicht en lengte van vrachtwagens, waarbij ook nog een zeker motorvermogen per ton wordt voorgeschreven, waardoor het rendement van de voertuigen wordt be nadeeld. De verkeersveiligheid is bij dat alles in het geheel niet gediend, want als enig effect is te verwachten, dat de ver voerders meer materieel zullen aanschaf fen om toch aan dezelfde omzet te ko men, terwijl zij bovendien hetzelfde ma terieel nog meer ritten zullen laten ma ken, zodat het verkeer er alleen maar in tensiever door kan worden. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk op woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op donder dag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE Trots plegen sommige automobilisten om zich heen te zien, als ze htm „auto latijn" hebben zitten spuien, waarin heel dikwijls één bepaalde automobiel een rol speelt een wagen, die als men de verhalen zou geloven, tot de wereld wonderen zou moeten worden gerekend. Talloze keren horen we, hoe iemand al 80.000 kilometer heeft afgelegd. Triomfantelijk wordt dan gezegd: „en nog geen sleutel is er aan geweest". Ofwelbanden, die na 70.000 of nóg veel meer kilo meters nog „piekobello" zouden wezen. En dan die lak! „Nooit iets aan gedaan, altijd buiten gestaan en enfin, moet u zélf maar eens even kijken". Dat laatste verzoek moet u in de wind slaan: blijf veel liever rustig zitten genieten van die Münchhausen-verhalen, bijzonder leuk en leerzaam om aan te horen. Dus de mensen „kletsen laten", en een geïnteresseerd gezicht zetten. Want geen vakman zal ooit begrijpen, waar een auto zulke Methusalem-kwali- teiten vandaan zou hebben. Indien er inderdéad tijdens het jarenlange gebruik nog nooit een sleutel aan zou zijn geweest, dan zij we bepaald in het rijk der leugens aangeland en dan kan alleen nog maar worden gezegd, dat het ouderhoud in handen is geweest van iemand, die dus kennelijk zelfs nimmer de olie heeft afgetapt, nooit de cilinderkopbouten aanhaalde of de ontsteking en de kleppen bijstelde. Probeer overigens dat kunstje-met-die-banden vooral niet na te volgen, waarde lezer. Ongeacht het feit, dat de banden in de loop der jaren fantastisch veel zijn verbeterd, slijten ze (helaas) desondanks toch. Na een zeker aantal kilometers is het loopvlak van de allerbeste band zóver versleten, dat het doorrijden erop niet langer veilig is. De ene band slijt sneller dan de andere de ene automobilist spaart zijn banden nu eenmaal veel meer dan een ander, die regelmatig bij het parkeren „een stoepje pikt", die snel aanzet en fel remt of „door de bochten scheurt" (waartegen de banden luidkeels protesteren). Vergeet niet, dat uw auto-assuradeur overwegend bezwaar heeft tegen het rijden op onveilige banden. „Maar dat ziet-ie tóch niet!", wordt er wel eens ge dacht Maar de expert van de verzekering, die er na een of ander incident aan te pas komt ziet het wel degelijk en rapporteert het ook. Als dan blijken mocht dat de banden bijvoorbeeld tien percent worden gewaardeerd, dan kan Leiden in last komen, want dan komt misschien zelfs de geldigheid van lie verzekerings polis er aan te pas Maar al gebeurt er niets van dien aard, er kan zoveel méér gebeuren in het verkeer. Heel dikwijls hangen er mensenlevens af van correct remmen (misschien wel uw eigen leven». En dan is er ook nog de verkeerspolitie, die akelige vragen kan stellen aan de man, die op versleten banden rondtoert. En achter dat uniform duiken de toga's op van de officier van Justitie en van de rechter. Dus: tijdig nieuwe banden kopen, dót is véél voordeliger. Soms is het mogelijk, een nog goede, tamelijk gladde band van een nieuw loopvlak te voorzien. Er bestaan fabrieken, die dit correct doen; zij weigeren te ver afgesleten banden of banden met canvas- breuken. Vergeet nimmer, dat het repareren van gebroken ledematen en gekneusde schedels veel en veel duurder is Helaas is het niets bijzonders, als de krant dagelijks melding moet maken van talrijke ernstige verkeersongelukken. Zoiets is eerder regel dan uitzondering. Maar onlangs gebeurden er enkele ongelukken, waaraan de auto's zelf schuld hadden: er was een stuur blijven vastzitten na een bocht en er waren twee auto's in brand gevlogen. Als regel zijn het de mannen of vrouwen aan het stuur, wie schuld treft Want de automobielen zijn mechanisch al redelijk vervolmaakt al blijft er nog wel iets te wensen, maar daarover zullen we het nu niet hebben. Dat „blijven vastzitten" van het stuur, nadat een bocht gemaakt wordt, is een gruwelijke sensatie, die helaas menigeen het hoofd doet verliezen. Krachtig rem men is dikwijls het enige, dat de bestuurder nog kan doen, al zal hij uiteraard proberen, door uit alle macht te trekken, het stuurwiel rond te krijgen. Een van de meest voorkomende oorzaken is het proberen verhelpen van stuurslijtage met lapmiddelen. Als bepaalde onderdelen in het stuurhuis te ver versleten zijn, móéten ze vernieuwd worden. Gaat men „eindeloos" door met bijstellen, dan kan er een moment komen, waarop de stuurinrichting nog wel redelijk goed werkt bij kleine stuuruitslagen. Maar als het stuurwiel geheel naar links of naar rechts wordt gedraaid, kan soms het mechanisme niet meer vrij teruglopen. Slechts een nauwkeurig onderzoek kan aantonen, of in een bepaald geval van deze oorzaak sprake was. Maar bij een routine-onderzoek kan een vakman, bij voorbeeld ter gelegenheid van de doorsmeerbeurt, constateren, of de stuurinrich ting zover heen is, dat er ernstige gevaren dreigen. Ook bij de objectieve auto analyses, waarvoor tegenwoordig van verscheidene zijden gelegenheid wordt ge boden, kan zoiets vrij eenvoudig aan het licht treden. Autobranden, waarover we reeds even spraken naar aanleiding van twee on gelukken op één dag, komen gelukkig zelden voor. Als we nagaan, hoe slordig met de benzine wordt omgesprongen, hoe vrolijk men bij het laden rookt en hoe verwaarloosd en van huis uit trouwens ook soms heel slecht, talrijke elek trische installaties van automobielen zijn, dan zou eigenlijk de autobrand aan de orde van de dag moeten zijn. Hoe men dus autobrand kan helpen voorkomen blijkt al gedeeltelijk uit hetgeen zojuist werd gesteld: houdt de elektrische instal latie goed in orde, vervang zekeringen door zekeringen en niet doorspijkers als er kortsluiting geweest is. Monteer een hoofdafsluiter en vooral ook: laat de oorzaak van benzinestankjes opsporen, want lekke leidingen zijn gevaarlijk, vooral als er brandstof op de hete uitlaat kan druppelen! Ja, ook de auto zelf kan schuld hebben aan een ongeluk. Maar als u dit stukje gelezen hebt zult u tot de conclusie komen, dat die schuld toch eigenlijk niet ligt bij de auto, maar bij de eigenaar, die zijn wagen niet goed heeft laten onderhouden en die meent dat het met die versleten stuurinrichting en dat lekje in de benzine leiding nog wel even kan.... Totdat hij meestal aan-den lijve ondervindt, dat het niet meer kon Hoewel de broodoorlog in Haarlem in onverminderde hevigheid voortwoedt moet men het op de foto in beeld ge brachte toch bepaald niet zien als een uitvloeisel van deze strijd. De chauf feur van de vrachtauto van het groot bedrijf, een 61-jarige Haarlemmer, werd namelijk onwel en reed van de Paul Krugerkade regelrecht het Spaar- ne in. Het koude water bracht hem weer snel bij zijn positieven en met behulp van schipper Willem van der Boogaard kon hij uit de cabine van de wagen klauteren en op de kant gebracht worden. De chauffeur bleek Advertentie 'n betrouwbaar zwitsert anker horloge geen nadelig letsel van het bad onder vonden te hebben. .Met het op de wal brengen van de auto had men aan merkelijk meer moeite. Er moesten twee takelwagens aan te pas komen om de wagen op het droge te hijsen. Andere aannemer. In ons blad is vermeld dat de firma Waleveld en Zoon uit Haarlem de veertien bedrijfspanden van de woningstichting „De Kleine Mid denstander" aan de Geertruida Carelsen- straat in Haarlem zou gaan bouwen. Van deze woningstichting vernamen wij, dat er nog geen sprake was van een definitieve opdracht. Na een verschil van mening over een bepaalde tijdsduur heeft de wo ningstichting onderhandelingen geopend met Bouwbedrijf J. van Wijk in Bever wijk. Deze zijn thans in een vergevorderd stadium.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 19