De Nederlandse soldaten en de inwoners van
La Courtine zijn elkaar best bevallen
Eind
november
Zuiderzee
1921 iag
al dicht
laa de
discaucs
Chocoladehagelslag; patent
middel tegen muiterij
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1959
Erbij
PAGINA TWEE
(Van ome correspondent in Parijs)
LA COURTINE, oktober 1959. De eerste indruk, na
een rit sedert Parijs van een dikke vierhonderd kilometer
waarvan de laatste etappe, sinds Limoges, langs donkere en
bochtige boswegen had geleid, is toch wel: wat lopen of
beter slenteren die jongens zich hier stierlijk te vervelen.
En de vraag die zich onmiddellijk aan die indruk vasthecht:
had hier nu niet wat méér voor hun ontspanning kunnen
worden gedaan? Maar die indruk venaagt gaandewege,
naarmate we er zélf in slagen van de Parijse habitus naar
zon garnizoenplaatsje over te schakelen. Tenslotte zitten
hier, boven op het Massif Central en op zon achthonderd
meter
mannen
hoogte, dan toch maar een zevenduizend jonge
tijaelijl
elijk opgesloten in een gehucht van drie man
en een paardekop of, nauwkeuriger gezegd, een ossekop
want de nobelste ontdekking der mensheid kom je hier niet
tegen. En wat de mogelijkheden van ontspanning betrof:
die bleken, bij nader onderzoek, best los te lopen. We komen
erop terug. Voor tien miljoen franken of de habbekrats
van nog geen tachtigduizend gulden kreeg Nederland het
recht de kazernes en de circa zeventig vierkante kilometer
exercitieterreinen gedurende vier maanden te gebruiken.
i gedu
Tegenover die (redelijke) huurprijs stond voor Nederland
echter de verplichting alle levensmiddelen en grondstoffen
voor de keuken in Frankrijk in te slaan. En zo'n troep van
zevenduizend man eet een aardige massa weg. We hebben
het huishoudboekje van de generale staf door mogen
bladeren. Per dag: 3250 kilo aardappelen, 3000 broden
stokbrooddeeg, maar in Nederlandse vorm gegoten
2500 liter melk en een duizend kilo vlees. Die Nederlandse
inkopen zetten voor de Franse schatkist natuurlijk nog niet
zoveel zoden aan de dijk. maar La Courtine en onmiddel
lijke omgeving heeft deze Nederlandse invasie zeker geen
windeieren gelegd!
Kort vóór de Nederlandse „bezet
ting" van La Courtine waar de
vierde divisie van het Eerste Leger
korps vier maanden lang oefeningen
heeft gehouden weer werd op
geheven, bracht onze Parijse cor
respondent gedurende enkele dagen
een bezoek aan onze militairen. Zijn
verslag treft de lezer hierbij aan. En
zijn conclusie luidt dat de Frans-
Nederlandse „fraternisatic" geen lege
leuze is en dat de officiële dankbe
tuiging van de commandant, luite
nant-generaal P. Gipsdie maandag
2 november in Parijs aan verschei
dene Franse militairen uit naam der
Koningin onderscheidingen heeft uit
gereikt, zeker niet enkel maar een
gelegenheidsgebaar is geweest. Aan
Nederlandse kant kon hij, van ge
meen soldaat tot commandant,
slechts lof vernemen over de Franse
autoriteiten en vooral ook over de
bevolking. En de bevolking van La
Courtine die in het kamp Duitsers,
Amerikanen, Algerijnen, Marok
kanen en natuurlijk ook Fransen
te gast heeft gehad, scheen de Neder
landers als „bezetters" boven alle
anderen te verkiezen.
De dorpspastoor van La Courtine, aal-
mentaire hygiënische inrichtingen bleek,
kwantitatief en kwalitatief, ook nog wel
wat verbeterd te kunnen worden. Er is nu
veel gedaan in de richting van de spreek
woordelijke vaderlandse zindelijkheid en
wanneer deze Nederlandse logeerpartijen
op massale militaire voet volgende jaren
kunnen worden voortgezet het kamp
werd voorlopig slechts voor deze afgelo
pen vier maanden gehuurd zal het Fran
se leger op den duur nog eens op een
modelkampement mogen rekenen. Die
moezenier voor het Franse garnizoen, kon ruim zeventig Centurion-tanks, waarin we
het met de „Ollanders" best vinden. ook nog even een proefrit mochten maken
een sterke emotie voor een debutant
hebben bij hun oefeningen in het open veld
eens in de week kwam er uit Nederland natuurlijk nog wel eens een schrammetje
een cabarettroep overgevlogen om drie uit- achtergelaten. Een denneboom van twin-
voeringen te geven die door het hele kamp tig, dertig jaar knapt in aanraking met
konden worden bijgewoond. Voorts waren z0'n stalen monster van vijftig ton als een
er iedere zondag met legerauto's excursies luciferhoutje af en hoewel er natuurlijk
nomen waar, onder dé weidse naam van Franse publikaties praktisch verdrongen, in de omtrek georganiseerd om de solda- moedwillig geen schade werd aangericht
HET DORP dat door de drastische in- lijk waarneembaar. Al kilometers voor La
krimping van het garnizoen de laatste ja- Courtine zijn de verkeersaanwijzingen
ren er voortdurend armetieriger bij kwam „gevaarlijke bocht, zware helling, afrem-
te liggen, heeft nu weer een zekere wel- men", enzovoorts in het Nederlands
stand bereikt en zelfs, zo hier en daar, en- aangegeven, en in het dorp zelf hebben
kele grotestadsallures aangenomen. Zo aan de gevel van de twee winkeltjes in
heeft een ondernemende middenstander boeken, tijdschriften en schrijfbehoeften
een van de twee kapperszaakjes overge- de Nederlandse dag- en weekbladen de
„grill room", de hoenders nu aan het spit
worden gebraden en ter plaatse verkocht
ten gelegenheid te bieden hun kennis van kon toch ieder risico bij de manoeuvres
WE TROFFEN HET. Op de avond van Frankrijk ook nog even over de bergtop- niet altijd worden vermeden. Toen de
en genuttigd k raison van duizend franken onze aankomst had een der drie logemen- pen en bossen die La Courtine omgrenzen Fransen, die ook niet van gisteren zijn,
het stuk. De snelheid waarmee deze blitz- ten dat zich groots met de naam van Ca- uit te breiden. Er werden regelmatig voet- eenmaal wisten dat de Nederlandse staat
krieg-invasie zich voltrokken heeft, had sino gelieft te tooien, juist een officieren- balwedstrijden georganiseerd tegen elftal- verplicht was aangerichte schade te ver-
andere winkeliers niet steeds de tijd gela- bal georganiseerd, waarvoor via hand- len uit naburige plaatsen, en bij wijze van goeden stonden er, in het begin, dagelijks
ten hun verveloze puien weer eens een schrift-affiches in het bijzonder ook de Nederlands vlagvertoon ging het negentig- hele files van dorpelingen en boeren aan
vers kwastje te geven. Maar de verkoop vrouwelijke helft der burgerbevolking was man sterke muziekkorps van de Limburg- de deur om hun rekening te presenteren
van (nog al prijzige) souvenirs in de uitgenodigd met de verzekering dat „onze se Jagers onder leiding van kapelmees- voor een boompje of heester. De comman-
vorm van asbakjes en andere pullen, par- Nederlandse vrienden opgetogen over hun ter A. Posthumus of de J. W. Frisokapel dant heeft er dra een stokje voor gestoken
fums en onaannemelijke hoeveelheden komst zouden zijn". Helaas was de op- dan nog wekelijks „de boer op" om in door een eigen schadecommissie in te
druiven die hier voor honderd frank komst van de schone sexe niettemin be- de omgeving concerten te gaan geven die stellen die op hoger niveau in Parijs de
(77 cent) per pond nu eindelijk goedko- scheiden gebleven, zodat Neerlands dra- door de bevolking op hoge prijs werden rekeningen zal vereffenen,
per zijn dan thuis heeft onder die wat gers van Harer Majesteits wapenrok zich gesteld,
schamele aanblik toch helemaal niet hoe- er wel voornamelijk toe moesten bepalen
ven lijden. zich bij de klanken van de legerband „The
Een vreemde gewaarwording was het Breuilboys" (geheten naar een plaatsje in
wel in het hart van Frankrijk zo plotse- de buurt) aan de bar de droge kelen door
EN ZO IS ER, met succes, overal veel
EEN DER VELE BRIEVEN was deze, goodwill gekweekt, gelijk men in zulke
waarin hoffelijkheid en warmte om de gevallen tegenwoordig pleegt te zeggen,
voorrang strijden en die de Nederlandse Van de Franse wijnen hebben onze solda-
ling in een Nederlandse nederzetting bin- te spoelen. De volgende dag, een zondag, legerstaf als herinnering aan hun contac- ten in het begin wel eens genipt, maar
nen te vallen. Zowel voor het oor als het gaf echter meer en vitalere blijken van ten met de Fransen mee naar huis hebben grote liefhebbers zijn ze over het alge-
oog hadden de Hollandse soldaten hun Frans-Nederlandse toenadering te aan- gevoerd. Er zijn bovendien meerdere ca- meen toch niet geworden. De rijkgeva-
schouwen. Des morgens was er in de tuin deaus uitgewisseld. In het raadhuisje van rieerde collectie Franse kazen waaruit ze
van een naburige villa voor een meters- La Courtine staat een rooktafeltje waarin dagelijks een keuze konden doen, heeft
hoog kruis in berkenhout, door de plaat- de emblemen van de verschillende divi- evenmin veel aftrek gevonden. Men prefe- j=
selijke pastoordie werd bijgestaan door sie-onderdelen, in tegels, verwerkt zijn. en reerde Edammer, ofschoon in Frankrijk
twee Nederlandse aalmoezeniers een dat door twee geniesoldaten vervaardigd bereid. Zekere spanningen ontstonden in de =j=
Mis opgedragen waarvoor grote belang- werd. De vlaggemast die de Nederlanders aanvang nog wel vanwege het probleem
stelling "bestond. En 's middags was er een voor de officierscantine hadden opgericht, der boterham-belegging. Maar toen de in-
kinderfeest dat de bevolking door gene- is, als symbolisch aandenken, eveneens tendance het recht kreeg een paar wagon-
raai Van der Veen werd aangeboden. Een aan de Franse commandant van het vier- ladingen hagelslag uit Nederland te im-
goochelaar die ook nog een" poppenkast de district overgedragen porteren en bovendien de nationale gevul
de koeken op het toneel of in de kantine
LA COURTINE was, vooral wat de sa- —verschenen, was ook die nood weer
vertoonde, was speciaal uit Nederland
overgekomen en het lichte bezwaar
INIIIIIIIIIIIIilllllllllllllllllllIIIIIHIIIIIIIIIIIIMIMIIIMUilIllllll
stempel diep en krachtig op het dorpje ge- dat hij niet één woord Frans meester bleek nitaire installaties betreft, nog wel even- gauw verholpen. Voor de volgende maal
drukt. Het oor, omdat het Frans als voer- te zijn, werd door een tolk-aalmoezenier tjes aan de antieke kant. Acht douches, weet nu de legerleiding dus hoe muiterij
taal vrijwel is uitgeroeid en alleen in don- behendig opgevangen. Onze nationale aal- waarvan er bovendien twee verstopt wa- zelfs al in de vroegste kern vermeden kan
kere hoekjes door een paar inboorlingen moezeniers verdienen hier trouwens nóg ren, voor een bezetting van zevenduizend worden. Het recept luidt: chocoladehagel-
onder elkaar nog wel bedeesd gesproken saluut voor de meeslepende wijze man is geen overdaad, en aan andere ele- slag.
durft worden. Op straat hoor je alle talrij- Waarop ze een volle zaal zeer gemengd
ke tongvallen en accenten waarmee onze publiek binnen tien minuten op tempera-
geliefde moedertaal kan worden uitge- tuur wisten, te brengen. Stijf zijn ze niet.
sproken. Aan het Frans hebben we de sol- persoonlijk hebben we vooral zeer geno-
daten zich nauwelijks horen wagen. Daar- ten van de community-singing, onder lei-
entegen hebben we, uit meerdere Franse ding van drie aalmoezeniers, die met wij-
monden, wél, zij 't dan ook verbasterde, de armgebaren, voorgingen in het gezang
Nederlandse woorden horen komen. van het bekende oude Franse volksliedje
„Nuezsavez"-ritten (van nu eens „Auprès de ma blonde il fait bon dor
's avonds") waarbij de nachtelijke stilte mir
door de zware trucks, Centurion-tanks en
jeeps nog wel eens lichtelijk verstoord NEE. 'T IS BESLIST niet waar dat in
wilde worden, zijn voor de Courtinezen La Courtine, zowel voor de militairen als
een (iets minder gewaardeerd) begrip ge- voor de bevolking, door de legerleiding de
worden. De visuele sporen van de Neder- ontspanning verwaarloosd zou zijn. Iede-
landse bezetting zijn niet minder- duide- re avond was er een filmvoorstelling, en
Dranken en versnaperingen worden in de cafés in het Nederlands aangeprezen.
(Van onze weerkundige medewerker)
NOVEMBER heeft vroeger de bijnaam
„slachtmaand" gekregen, toen op het plat
teland in deze maand honderden dieren
werden geslacht. Men zou daarom novem
ber ook worstmaand kunnen noemen en...
in sommige gevallen ook „vorstmaand"
want vroege winters beginnen niet in de
cember, maar in november. Dit was bij
voorbeeld het geval in de jaren 1804, 1858,
1890, 1921 en 1925. Ook in 1941 (tot nu toe
de laatste keer!) was november winters
met op 4 november in vrijwel geheel Ne
derland al een flink pak sneeuw. Een heel
enkele keer is er in ons land ook in de
laatste dagen van oktober al eens sneeuw
gevallen, maar dit behoort wel tot de gro
te uitzonderingen. De laatste twintig jaar
hebben wij slechts vier novembermaanden
gehad die belangrijk te koud bleven. De
laatste week van november 1952 en 1956
was ook koud met vriezend weer, maar
men moet tot 1921 teruggaan om een zeer
felle kou in november aan te treffen.
ZO ERG ALS IN 1921 wordt het in no
vember gelukkig maar zelden. Het begon
toen op 25 november te vriezen en op de
laatste dag van de maand daalde het kwik
in De Bilt al tot -14.4 C., in het oosten van
Nederland werd al zeer strenge vorst
(ruim 15 graden) waargenomen. Deze
vorst was zo fel dat nog voor de decem
bermaand op de kalender verscheen de Zui
derzee en onze grote rivieren al met een
dikke laag ijs bedekt lagen. Deze vroege
kou duurde tot Sint Nicolaas. Toen werd
het veel zachter en de winter die er op
volgde had weinig te betekenen. De koude
winter van 1804 begon al op 4 november.
Op 8 november 1908 werd in De Bilt al ze
ven, in 1923 op dezelfde datum al acht
graden vorst gemeten. Op 15 november 1941
vroor het zes graden; op 17 november 1919
al bijna negen graden; op 22 november
1902 ruim negen graden en op 23 novem
ber 1858 werd in De Bilt (evenals in het
grootste deel van Nederland) al strenge
vorst gemeten, namelijk -12.4 C.
Op 22 november 1956 daalde het kwik in
Brabant (Gilze Rijen) nog tot -8 C. Meest
al blijft het bij een tot drie koude dagen
waarna het zachter wordt. Echter in 1858,
1890, 1902, 1919 en 1921 was er sprake van
een vorstperiode van betekenis waarbij in
tal van plaatsen de schaatsen al konden
worden ondergebonden. De gemid
deld koudste novembermaand is die
van 1786 geweest met een gemiddelde et-
maaltemperatuur van een halve graad bo
ven het vriespunt. In november 1858 kreeg
De Bilt drieëntwintig tegen normaal ze
ven vorstdagen. De nog steeds beruchte
koude winter van 1890-1891 begon op 25
november en duurde met enkele onder
brekingen tot april. De binnenscheepvaart
in Nederland was toen gedurende drieën
vijftig dagen gestremd.
Tot de allerwarmste novembermaanden
behoort die van 1899 toen het kwik op
5 november in Winterswijk nog tot ruim
20 C steeg.
WANNEER WIJ DE statistiek van no
vember bekijken dan valt het op dat er
vooral tussen 1915 en 1925 tal van vroege
koudegolven voorkwamen. De vorst was
dikwijls matig en soms streng en ook werd
er in november dikwijls geschaatst het
geen de laatste jaren (na 1941) niet meer
is voorgekomen. Gezien de vroege koude
golven in Amerika en in Noord Scandina
vië en Rusland, zou het ons, hoewel wij er
geen enkele zekerheid voor hebben, niet
verwonderen wanneer november 1959 nog
met enkele koude golven uit de bus komt.
Dit vooral ook omdat de Duitse weerkun
digen van mening zijn dat december weer
een te natte maand gaat worden. Dit mo
gelijk als inleiding voor de gemiddeld
zachte en regenachtige winter. Wanneer
november droog zou blijven dan betekent
dit dat er hoge drukgebieden regeren.
Wanneer deze hogedrukgebieden voort
durend boven Scandinavië en omge
ving blijven heersen, zijn koudegol
ven met noordoostenwinden in Midden-
en West Europa zeker. Er bestaat echter
ook de mogelijkheid dat deze hogedrukge
bieden hun centra boven onze omgeving
kiezen en dan is er van een koude-trans-
port uit het oosten geen sprake. Wel kan
er dan in heldere nachten „stralingsvorst"
optreden, die echter meestal van minder
betekenis is.
Uitzicht en vooruitzicht: buiig
Op ACL 42 (een uitgave van Deeca) apeelt
de Engelse pianiste Moura Lympany met het
London Philharmonic Orchestra gedirigeerd
door Anatole Fistoulari het pianoconcert van
de Russisch-Armeense componist Aram Khat-
chatourian.
VAN OUDSHER heeft de compositie
kunst vitale krachten geput uit het
anonieme reservoir van de folklore.
Wij zijn licht geneigd te veronderstellen
dat het enten van deze eeuwig frisse
twijgen op de stam van muzikale eru
ditie een nogal recent experiment is.
Maar wij vergeten dat lang vóór Bar-
tók op dit gebied unieke vondsten deed
en zelfs lang vóór Chopin als kleine jon
gen de boeren in de omgeving van War
schau hun mazurka's zag dansen, er
een tijd geweest is waarin stad en land
veel dichter bij elkaar lagen en 't on
derscheid tussen „High-brow" en „low
brow"' nog niet was uitgevonden. In de
middeleeuwen plachten componisten
van gewijde muziek niet zelden zéér lich
te wijsjes als kernmelodie in een kunst
vaardige meerstemmigheid op te ne
men.
HET IS KENMERKEND voor het
assimilatie-vermogen van de West-
europese „kunstmuziek" dat zij te al
len tijde in staat geweest is zogenaam
de lagere uitingen in zich op te nemen
en zich aldus voortdurend te vernieu
wen. Natuurlijk moet hiervoor een
prijs betaald worden: voorstanders
van muzikale heemschut kunnen zich
terecht beklagen over het verlies van
veel ongerept natuurschoon. Immers,
de weetgierigheid naar het andere, de
exploratiezucht die ertoe drijft op on
derzoek te gaan naar onaangeboorde
bronnen van muzikaal beleven, is al
leen denkbaar aan de vooravond van
de ondergang Maar wat wil men?
Hun nomaden-bestaan of hun dorpse
autarkie is toch ten dode opgeschre
ven in een wereld waarvoor de aarde
reeds te klein geworden is. Hun beste
bezit, de melodieën die de continuïteit
van hun gemeenschap illustreerden,
die orde en sieraad van hun eenzaam
heid en hun samen-zijn betekenden,
zal voortleven in een symfonisch the
ma. wellicht eens een geheel oeuvre
met zijn levenssappen doortrekken.
Zoals de lang-verteerde flora van een
nooit door mensenvoet betreden oerbos
na miljoenen jaren energie en warmte
levert voor een stad met flats en fa
brieken, zo is het lot van in ontbinding
verkerende primitieve culturen gele
gen in ons vermogen tot chemische
omzetting waardoor zij tot tekens van
een hoger-ontwikkeld, meer „bewoon
baar" bestaan herschapen worden.
ARAM KHATCHATOURIAN, 'n Ar
meniër geboren te Tiflis in 1904, thans
een van de meest vooraanstaande com
ponisten van de Sovjet-Unie, draagt in
zijn oeuvre een steentje bij tot deze
transformatie: hij heeft de eenstemmi
ge melodische karakters van zijn ge
boortegrond leesbaar gemaakt voor de
wereld in een aantal symfonische wer
ken; hiervan heeft, naast de populaire
Sabeldans, vooral het pianoconcert uit
1936 grote bekendheid gekregen. Het
wordt door Decca uitgebracht in de se
rie „Ace of Clubs" onder no. 42 en ge
speeld door Moura Lympany die er in
1940 de eerste uitvoering buiten Rus
land van gaf. Haar vertolking, met het
Londens Philharmonisch Orkest onder
leiding van de Russische dirigent Ana
tole Fistoulari, komt volledig tegemoet
aan de aard van het werk dat zich on
derscheidt door een vitaliteit van monu
mentale allure en soms een viriele
treurigheid die door de pianiste merk
waardig goed getroffen wordt.
Weerklinkt hierin de bedrukkende
grootsheid van het Kaukasisch berg
landschap of de heugenis aan een som
ber verleden? Men weet het niet, de
gebeurtenissen zijn in de anonimiteit
van de geschiedenis teruggegleden,
het muzikaal bestand van een etnolo
gisch zeer gecompliceerde gemeen
schap met eeuwenoude gebruiken en
tradities is vervluchtigd onder de druk
der omstandigheden, hoogstens nog
korte tijd in stand gehouden om der
wille van een centraal georganiseerde
volksheid. Misschien dat nog in enkele
onherbergzame uithoeken van Khat-
chatourian's geboorteland het lied
klinkt der „Asjoeg", de rondtrekkende
dichter-zangers die geheel Armenië
doorzwierven en in de dorpen het tra
ditionele repertoire onderhielden dat
gebouwd was op toonreeksen uit het
Hellenistische tijdvak en op nóg oude
re, archaïsche patronen van slechts
drie tot vijf tonen.
VOLKSLIED-VERZAMELAARS
hebben de resten opgetekend en door
gegeven aan de componist. Deze, ver
knocht aan zijn landstreek en luiste
rend aan de wortels van haar geschie
denis, heeft met kunst en vakmanschap
van deze gegevens iets doen over
gaan in een zetting, een sfeer, een om
geving vér van hun oorspronkelijke le
vensruimte. Een meiisme waarin een
Armeense herder tegen het naderen
van de avond de angst om duisternis
en verlatenheid trachtte te bezweren,
valt voortaan als een wonderlijke
lichtstraal in de vertrouwde ruimte
van een concert voor solist, orkest en
publiek. En dat zal dan het laatste zijn
wat nog waarneembaar is van een vijf
enveertighonderd jaar oude muziekcul
tuur, gegroeid in de soms vreedzame,
dikwijls wrede aanraking met Hetieten,
Assyriërs, Babyloniërs, Perzen, Grie
ken, Arabieren, Mongolen, Turken, In
diërs en Joden.
ZO KAN HET GEBEUREN dat er
gens in Haarlem anno 1959 iemand na
tafel bij het kopje koffie deze krant
naast zich neerlegt en dat hij, om de
zorgen van de dag, de politiek en de
H-bom te vergeten, „Ace of Clubs" no.
42 (Khatchatourian, concert voor pia
no en orkest) onder de pick-up legt. In
het langzame deel trekt een klaagzang
voorbij als een processie, gestadig
voortschrijdend naar een grote cli
max, doorschoten met vreemde me
lancholieke ornamenten; een onge
bruikelijk instrument, combinatie van
een sidderend hoog fluitje met een
trommeltje, geeft er een onhuiselijke
wijdheid aan.
„De moderne muziek hééft toch wel
iets", zegt die mijnheer dan tot zijn
vrouw. En daar heeft hij ongetwijfeld
gelijk aan.
Sas Bungc