Van dag tot dag j
vJ
Londen wenst politieke
binding met de EEG
O
O
m:
X
%a;\
m
as I
ij
Sékou Touré als een vorst
in Bonn ontvangen
Hit hp bFtlphpn tijh
HOUT-O-LUX
Toneelspreiding
Ideeëngebrek?
Adenauer is daartoe bereid, mits de
Britten zwijgen over neutrale zones
DE HOUTWERF N.V.
Op de-x.
^Praatótoel j
West-Duitsland hoopt Oost-Duitsland
de Afrikaanse olifant af te vangen
NAAIMACHINES
3
n nieuzv
Houtzverfp rod uct
„UNO-troepen bij Golf van
Akaba terugtrekken"
Europees migratiecomité
besteedt laatste reserves
200 laar
geleden
DINSDAG 17 NOVEMBER 1959
Het toneelbestel in ons land is weer eens
„op de helling" komen te staan door de
elders in dit blad gemelde plannen volgens
welke de Nederlandse Comedie en de Haag
se Comedie het aantal van hun voorstel
lingen zouden gaan beperken. Volgens
een woordvoerder van hgt ministerie van
O., K. en W. zijn die plannen tot dusver
noch dat ministerie, noch de Raad voor
de Kunst voorgelegd, welke mededeling
op merkwaardige wijze in tegenspraak is
met in de kunstwereld circulerende en uit
betrouwbare bron afkomstige berichten
die melden dat genoemd ministerie reeds
een nota waarin deze plannen officiële
sanctie krijgen klaar heeft liggen voor
aanbieding aan de Tweede Kamer. Zou
het dan misschien zo zijn, dat de plannen
niet aan het ministerie zijn „voorgelegd"
omdat zijvan het ministerie zelf af
komstig zijn?
In elk geval hebben soortgelijke plannen
reeds lang bij onze twee voornaamste to
neelgezelschappen geleefd, maar door de
regering werden zij terecht be
schouwd als onverenigbaar met het be
ginsel van de „kuituurspreiding", dat al
onze naoorlogse kabinetten hebben voor
gestaan. Heeft men dit beginsel nu laten
varen? Anders is het moeilijk verklaar
baar, dat het Amsterdams-Haagse plan
door hoge functionarissen van O., K. en
W. wordt gesteund, want dit plan houdt
onder meer in dat de twee betrokken ge
zelschappen heel wat minder vaak dan nu
zouden gaan optreden in de meer afgele
gen provinciesteden, d.w.z. juist in die ge
bieden waar toch al zoveel méér naar de
Duitse en Belgische dan naar de Neder
landse televisie wordt gekeken en waar
de lacune, gevormd door een eventueel
wegblijven van de grote Nederlandse ge
zelschappen, stellig onmiddellijk zou wor
den gevuld door voorstellingen van bui
tenlandse gezelschappen. Het Amsterdam
se en het Haagse gezelschap zouden dus
precies daar verstek laten gaan, waar
hun cultuur-spreidende taak het belang
rijkst en het nuttigst is.
Ook maatschappelijk gezien lijkt het
een hoogst aanvechtbare gedachte, de spe
lers van onze twee grootste gezelschappen
minder in schouwburgen te laten optre
den om hun meer gelegenheid te geven,
voor de televisie te spelen. Dit zou name
lijk hierop neerkomen, dat de acteurs en
actrices met de hoogste gages en de groot
ste sociale zekerheid ook nog het meest
zouden gaan profiteren van de hoge hono
raria van de televisie, en zulks ten nadele
van hen, die er qua gage èn qua sociale
zekerheid minder goed voorstaan. Ook dit
lijkt ons een moeilijk te verdedigen con
sequentie van het plan.
Zuiver artistiek kan dat plan bepaalde
voordelen hebben, maar de verwezenlij
king daarvan is geenszins gegarandeerd.
Daarentegen is wél gegarandeerd dat niet
alleen de kleine maar ook de grote provin
ciesteden door het voorgestelde systeem
zouden worden benadeeld, aangezien be
perking van het aantal voorstellingen bui
ten de vaste standplaats tot gevolg moet
hebben dat de gezelschappen ook .minder
in Haarlem en Utrecht zullen spelen. Voor
Haarlem rijst daarbij meteen de vraag,
wat er onder die omstandigheden terecht
zou komen van de weekend-bespeling van
de schouwburg in deze stad, welke week
end-bespeling vastgelegd is in de Haar
lemse subsidie-voorwaarden.
Zoals het plan er nu uitziet, kan men niet
zeggen dat het de steun van O., K. en W.
verdient; en bok de subsidiërende ge
meenten buiten de hoofdstad en de resi
dentie zullen er goed aan doen, het zéér
critisch te bekijken.
De voorzitter van de stichting Funda
menteel Onderzoek der Materie, de Leid-
se hoogleraar dr. C. J. Gorter, heeft zich
publiekelijk beklaagd over de impasse,
waarin het wetenschappelijk onderzoek in
Nederland verzeild geraakt is. Hij doelt
daarbij in de eerste plaats op het natuur
wetenschappelijk onderzoek, maar zijn
klacht is, helaas, ook van toepassing op
andere gebieden van de wetenschap.
Ons land, dat in de eerste decennia van
de twintigste eeuw een roemruchte repu
tatie had op het gebied van wetenschappe
lijke pioniersarbeid en research, is in dit
opzicht langzamerhand afgezakt tot de
status van een onderontwikkeld gebied,
dat eigenlijk alleen maar kan voortbou
wen op ideeën en initiatieven van buiten
landse orgine. Dat wij een klein land zijn.
mag in dit opzicht niet als een excuus gel
den, want op internationale wetenschap
pelijke congressen blijkt telkens weer,
dat ook de kleintjes in het koor der mo
gendheden dikwijls met verrassende nieu
we ideeën en ontwikkelingen op de voor
grond treden.
Ligt het dan, zoals prof. Gorter stelt,
aan onze huidige volksaard, die „meer
naar voorzichtigheid en kritische zin
neigt dan naar geniale invallen, snelle be
sluitvorming en pioniersfanatisme?" Wij
zijn zo vrij, het te betwijfelen. Het heeft in
Nederland nooit ontbroken aan een vol
doend aantal mensen die durf en onderne
mingslust paren aan talenten en goede
ideeën en het mangelt ons daar ook te
genwoordig niet aan, al hebben wij dan
maar één Nobelprijswinnaar in ons mid
den, inplaats van zes of zeven, zoals een
veertig jaar geleden het geval was.
Alleen: dergelijke mensen moeten de
kans krijgen, hun kwaliteiten en moge
lijkheden volledig te ontwikkelen en
daaraan ontbreekt het op het ogenblik nu
juist wel in ontstellende mate. Te weinig
geld voor het hoger onderwijs, minimale
fondsen voor bestaande vorsingsinstituten
en een meestal erbarmelijke honorering.
Zelfs de eminentste geleerden hebben ons
land inderdaad een ontstellende achter
stand in wetenschappelijke zaken be
zorgd, met het gevolg dat de knapste kop
pen meestal aan het begin van hun car
rière naar den vreemde emigreren. Dat is
het gevaar waarop prof. Gorter doelde in
zijn vertoog, een waarschuwing die in de
eerste plaats op het schriele subsidiebe
leid van de regering terugslaat. En al
moet hier billijkerwijs aan toegevoegd
worden, dat de moderne wetenschap met
haar kostbare apparatuur, vergeleken bij
zo'n veertig jaar geleden, enorme investe
ringen vergt, toch zal men haar de midde
len moeten verschaffen om althans eni
germate „bij" te blijven. Dat is geen cul
tureel chauvinisme, maar een belang van
de allereerste orde: Nederland moet (en
kan) juist op dit terrein blijven meetellen}
(Van onze correspondent in Londen)
Het lang uitgestelde, maar eindelijk ver
wezenlijkte bezoek van bondskanselier
Adenauer aan Londen, is voor de Britse
diplomatie van hel grootste belang. De
Britse regering, die het initiatief nam om
de crisis van Berlijn te bezweren, moest
daarna immers alle krachten inspannen
om de tegenstribbelende westelijke bond
genoten in het gareel te krijgen. In Wash
ington had men spoedig succes, maar de
beide grote Europese bondgenoten waren
minder volgzaam. Bepaalde belangente
genstellingen en wederzijdse wrevel over
de hortende samenwerking in het jongste
verleden waren daar niet vreemd aan.
Macmillans eerste doel na het Suez-con
flict was het Brits-Amerikaanse bondge
nootschap te herstellen, waarin hij volle
dig is geslaagd. Thans zet hij alles op al
les om met het Europese vasteland tot een
akkoord te komen, want indien de kloof
niet wordt overbrugd, wordt zaken doen
met Kroesjtsjev onmogelijk. Door het nog
vrij diep zittende wantrouwen aan beide
kanten liet de Britse verhouding tot Ade
nauer en omgekeerd vaak veel te wensen
over.
De bondskanselier heeft zijn wrok over
de vernederende behandeling hem door
de Britten onmiddellijk na de beide we
reldoorlogen aangedaan nooit geheel kun
nen overwinnen. In 1919 weigerde Ade
nauer als burgemeester van Keulen het
bevel van de Britse bezettingsautoritei
ten uit te voeren, dat alle mannelijke per
sonen hun hoed moesten afnemen voor
Britse officieren in uniform. In 1945 wei
gerde Adenauer, wederom burgemeester
van Keulen, mee te werken aan de uitvoe
ring van een Brits bevel om de bomen
uit het stadsbos om te kappen voor brand
hout. Hij werd toen ontslagen. Vele van
zijn anti-Britse grieven zijn het onberede
neerde en emotionele gevolg van beide in
cidenten.
Bij allerlei gelegenheden kwam zijn
oude wantrouwen weer boven. Al spreekt
hij op het ogenblik verzoenende woorden
aan het adres van Londen, nog maar en
kele weken geleden liet hij zich gaan.
Hij werd toen kennelijk beheerst door de
vrees dat Labour de verkiezingen zou win
nen met de kans dat het door hem ver
afschuwde Rapacki-plan, dat van Duits
land een militair en politiek vacuüm dreig
de te maken, zou worden uitgevoerd.
Thans is Adenauer gekalmeerd omdat
Macmillan de zege heeft behaald, al
schoof hij hem. volkomen in strijd met de
waarheid, een neiging tot aanpappen met
de Russen in de schoenen.
Enkele Britse volksbladen, zoals Bea-
verbrooks Daily Express, zijn uitgespro
ken anti-Duits en wekken voortdurend
Adenauers woede op. De bondskanselier
neemt deze kranten, die politiek hoe
genaamd niets betekenen, veel te
ernstig en hij vergeet dat het ultra-natio
nalistische organen zijn, die zich sinds
jaar en dag uitspreken tegen alles, wat
niet Brits is, de UNO inbegrepen.
Adenauers critiek op Groot-Brittannië
was alleen gerechtvaardigd waar het de
Europese samenwerking betrof. De Brit
ten zijn bekeerd van het denkbeeld van
Europees samengaan. Het is begrijpelijk
overigens, dat de Britten politiek-econo-
misch dermate op hun Gemenebest zijn
ingesteld, dat Europa voor hen achteraan
komt. Een verzachtende omstandigheid is
evenwel dat Groot-Brittannië in de vorm
gevende jaren van het Europese eenheid
streven de handel elders vol hard, speciaal
in het Nabije Oosten en Afrika.
Aanknopingspunt
Nu de Britten eindelijk dan ook finan-
cieel-economisch de handen vrijer heb
ben, lijken zij vastbesloten ten aanzien
van Europa ten langen leste iets positiefs
te gaan doen. De onmiddellijke prikkel
daartoe is het komende topoverleg en in
niet mindere mate het voor Londen drei
gende gevaar dat er een exclusief Euro
pees politiek en handelsblok onder West
duits-Franse leiding ontstaat. De Britten
z}jn ai naar de vluchtheuvel van Stockholm
gesneld, maar hopen dat gauw het groe
ne licht zal aangaan om hen in staat te
stellen veilig over te steken. Of dit gebeu
ren zal, hangt in hog- mate af van dr.
Adenauer in zijn rol van Europa's poli
tieke verkeersagent. Zijn hand wijst in de
richting van de Westeuropese Unie. het
historische verdrag van 1954, waarbij
Groot-Brittamnië voor het eerst op het vas
teland duurzame militaire en andere ver
plichtingen aanging. Daarin ligt waar
schijnlijk het gemakkelijkste aankno
pingspunt voor de buitenstaanders, inclu
sief de Britten, met de kring der zes. De
besprekingen met Adenauer zullen voor
namelijk draaien om de politieke kant van
Advertentie
Een luxe betimmering van
massief hout voor een normale
beurs.
Bruynzeel kasten en keukens
Kampersingel 20-24 - Tel. 12104 - 11932
de Europese Economische Gemeenschap.
Groot-Brittannië moet vragen alsjeblieft
te worden toegelaten, zij het door de ach
terdeur, omdat de Britse wereldomvattende
belangen nu eenmaal anders liggen dan
die van de andere deelgenoten. De Britten
hebben Adenauer wellicht ook nodig om
De Gaulle toegeeflijk te stemmen.
De prijs welke Adenauer de Britten
voor het toegansbewijs voor Europa wil
laten betalen, is de belofte om alle mili
taire uitdunningsplannen, welke de mili
tair en politiek gelijkberechtigdheid van
de Bondsrepubliek kunnen aantasten, de-
de hottende samenwerking in het jongste
hington had men spoedig succes, maar de
genoten in het gareel te krijgen. In Was-
finitief te laten varen. Dit lijkt niet te veel
gevraagd, want de Britse regering heeft
reeds eerder duidelijk gemaakt dat zij het
Rapacki-plan uit haar hoofd heeft gezet,
maar het is bekend dat de Britse regering
nog altijd speelt met de gedachte van mi
litair ontwapende geografische proefzones
dwars over de grenzen heen. De Bondsre
publiek voelt er weinig voor als proefko
nijn te dienen en heeft duidelijk gemaakt
dat zij er alleen mee kan instemmen in
dien een gebied, zich uitstrekkende van de
Pyreneeën tot de Oeral, zou worden gede
militariseerd.
Hieruit blijkt al dat een gesprek over de
ontwapening, welke dr. Adenauer zo be
langrijk acht, omdat de oplossing van dit
vraagstuk voorwaarde is voor een al-Duit-
se regeling, binnen drie dagen onmogelijk
vruchten kan afwerpen.
In West-Berlijn wil Adenauer alles blijk
baar zo veel mogelijk bij het oude laten,
zij het met ondergeschikte technische wij
zigingen als maximale concessie aan de
Russen. De nadruk ligt op de Europese po
litieke en economische samenwerking. In
schikkelijkheid van de Britten op dit punt
zal Adenauer zo mogelijk kunnen vermur
wen inzake zijn bezwaren- tegen een spoe
dig topoverleg tussen Oost en West
Dr. Adenauer heeft de hoop uitgespro
ken, dat zijn bezoek aan Londen een mijl
paal zal worden in de Brits-Westduitse be
trekkingen na de oorlog. De nuchtere Brit
ten zijn ietwat voorzichtiger, maar ook zij
hopen dat het gekrakeel uit het jongste
verleden eindelijk uit de wereld geholpen
zal worden.
Saoedi-Arabische wens:
RIJADH (UPI) Jamal Hoesseini heeft
namens koning Saoed van Saoedi-Arabië
tegenover een verslaggever van UPI ver
klaard. dat de strijdkrachten van de UNO
zich uit de omgeving van de Golf van
Akaba terug moeten trekken.
Hoesseini achtte de vaart van Israëlisch*
schepen door de Golf van Akaba in strijd
met Eisenhowers belofte, dat geen enkele
aanvallende Dartij tijdens de gebeurte
nissen van 1956 voordeel zou overhouden
uit zijn agressieve daden.
Mifeèfc* i
Advertentie
■- V-.
Go Home!
Waarom de kleine Europese auto op de
parkeerplaats in Amsterdam mij opeens
opviel, weet ik niet. Het was er een van het
soort waarvan er vele tienduizenden in
Nederland en in de andere landen van
West-Europa rondrijden. Er stonden drie
precies indentieke auto's om heen, maar
deze viel me op. En pas toen ik er bewust
naar keek, zag ik het nummerbord: een
paar letters en cijfers en daaronder de
voorden „Louisiana The Sportsman's
Paradise".
Louisiana, helemaal in het zuidelijkste
zuiden van de Verenigde Staten. Hoofd
stad: Baton Rouge. Stad van belang: New
Orleans. Tot voor kort gouverneur: Earl
Long, twijfelachtig familielid van zijn
zeer beruchte voorganger Huey P. Long{
Een staat vol enorme meren, Frans-spre
kende Amerikanen, eindeloze moerassen,
een enorme haven, jazz, een voortreffelij
ke universiteit en de negerproblemen die
eigen zijn aan de zuidelijke staten. Vorige
week kreeg ik een brief van een vriend uit
New Orleans: „Het wordt hier nu lekker
weer", schreef hij. „De temperatuur
komt nog maar zelden boven de 30 graden
en vorige week hebben we onder een de
ken geslapen. Wat is dat toch heerlijk. Ik
heb een electrisch kacheltje in de badka
mer gezet, want 's ochtends wil het wel
eens wat fris zijn." Zo is het nu in New
Orleans, Louisiana.
Iedere dag zien we hier honderden bui
tenlandse auto's. Uit Parijs en New York,
uit Keulen, Brussel, Stockholm en Santia
go. Maar opeens viel die auto uit The
Sportsman's Paradise op. Ik heb de eige
naar ervan niet ontmoet, maar ik heb een
vrij nauwkeurig idee waar hij vandaan
kwam: uit New Orleans. Alleen in die gro
te, cosmopolitische stad van Louisiana is
de gedachte doordrongen dat het snobis-
tisch-aardig ts, om een Europese auto te
hebben. En als hij inderdaad uit New Or
leans komt, dan woont hij in het „French
Quarter", het oude Franse deel van de
stad; dan woont hij in Burgundy Street, of
Dauphine Street, Toulouse of Chartres
Street.
Op een regenachtige dag stond zijn auto
in de Amsterdamse Vossiusstraat. Het
was kil in de stad, ik zag hem op het mo
ment dat enkele honderdduizenden Am
sterdammers zich nat, vermoeid en wat
onaangenaam naar huis begaven. De eige
naar van de automobiel lag waarschijn
lijk te rillen onder drie dekens op zijn ka
mer in het nabije Park Hotel. Ik voelde
een zekere band met hem, want ik ben ere
burger van New Orleans.
Dit laatste vereist misschien enige uit
leg, maar het is moeilijk die te geven.
Enige maanden geleden ben ik door bur
gemeester De Lesseps Morrison van New
Orleans tot ereburger van zijn stad be
noemd. Als bewijs daarvan bezit ik een
kostelijke oorkonde en een heel klein sleu
teltje van goud. Op dit alles ben ik onge
hoord trots, vooral omdat ik mij door mijn
ereburgerschap van New Orleans opgeno
men voel ik een soort exclusieve club van
ereburgers-van -steden. Mede-leden, naar
ik aanneem: Churchill, Roosevelt, moge
lijk Smuts, misschien ook wel ex-burge
meester D'Ailly, maar toch niet veel an
deren. Het enige vervelende is, dat ik geen
enkele notie heb WAARÓM ik tot erebur
ger van New Orleans, Louisiana, The
Sportsman's Paradise, zou zijn gemaakt.
Maar wat doet het ter zake, dat waar
om? Ik ben het. En ik heb opeens een me
deburger uit New Orleans geroken. Zijn
auto stond in de Vossiusstraat.
Als ik hèm was gewoon burger, dus
zou ik als een haas terug gaan. Als hij snel
is kan hij daarginds misschien óók eens
een nacht onder een deken doorbrengen.
Want het zou toch jammer zijn, als hij de
kille weken in zijn stad miste. Hij maakt
ze welisroaar hier mee kil genoeg. Maar
dat is toch wat anders dan in Louisiana,
waar het Lake Pontchartrain nog nooit be
vroren is, waar het in mensenheugenis
één keer gesneeuwd heeft en vanwaar
mijn vriend schrijft. „Het is zo moeilijk
om een week te kiezen, dat je de air-con
ditioning van de kamers kan laten nakij
ken. Je hebt de dingen altijd nodig."
New Orleans, Go Home. Dat is geen po
litiek bevel, maar een advies van een
vriend en ereburger, die nu weer rillend
met een aspirientje naar bed gaat onder
drie dikke wollen dekens.
E. Romayn
morgen...
Sékou Touré
Als een vorst is Sékou Touré, de 37-
jarige president, regeringsleider, minister
van Buitenlandse Zaken en van Defensie,
leider van de enige toegelaten partij en
leider van de grootste vakbond van Afri
ka's jongste staat Guinea, gisteren te Bonn
ingehaald. Uit de wijze waarop de West-
duitse staat deze vertegenwoordiger van
het nieuwe Afrika ontvangt, blijkt on
dubbelzinnig welke plaats de jacht naar
de sympathie van de jonge Afrikaanse
landen in de tegenstelling Oost-West In
neemt. Het station van Bonn was stemmig
versierd, toen bondspresident Lübke en
bondskanselier Adenauer, vergezeld van
enige ministers en hoge ambtenaren, Sé
kou Touré, verwelkomden. Het gehele di
plomatieke corps te Bonn stond aange
treden om de Afrikaanse gast de hand te
drukken.
Vandaag houdt Sékou Touré een pers
conferentie en spreekt met vakbonds
leiders en de minister van Economische
Zaken Erhard. Morgen bezichtigt hij het
Ruhrgebied en daarna vliegt hij via Oost-
Berlijn naar Moskou....
Er is Bonn veel gelegen aan een goede
verstandhouding tot de jonge Afrikaanse
staten. Men voelt dat hier een Westduitse
taak ligt niet ter wille van economische
voordelen maar omdat Oost-Duitsland zo
actief is in bijna alle nieuwe staten van
Azië en Afrika. In Guinea is Bonn Oost-
Berlijn te vlug afgeweest: er is in de
hoofdstad van Guinea, Conakry, wel een
Westduitse maar geen Oostduitse diploma
tieke vertegenwoordiging.
Politieke zwerver
Het zonderlinge is dat Guinea door
uiterst linkse politici wordt geregeerd. Sé
kou Touré, geboren als nakomeling van
een negerkoningsgeslacht, was al op zeer
jeugdige leeftijd vakbondsleider. Na de
oorlog bracht hij het tot vice-president
van de door hem beheerste vakbond, tot
lid van het Franse parlement te Parijs en
tot burgemeester van Conakry. Hij heeft
in die functies veel reizen door de commu
nistische landen gemaakt. Toen Guinea op
28 september 1958 bij een volksstemming
besliste dat het los van Frankrijk moest
komen, werd hij president en regerings
leider. Zijn uiterst linkse sympathieën
worden te Bonn niet over het hoofd ge
zien, maar meer belangstelling heeft men
voor Sékou Touré's streven zich onafhan
kelijk van Oost en West te houden en zijn
staat, die zich door winning van bauxiet
en ijzererts, economisch snel ontwikkelt
op peil te brengen. Guinea, dat zo groot is
als de gehele Bondsrepubliek maar slechts
tweeëneenhalf miljoen inwoners heeft, is
in Afrika een belangrijke staat, temeer
daar Sékou Touré doorgaat voor de grote
voorvechter van een verenigd zwart Afri
ka. Hierom doen de Verenigde Staten
Groot-Brittannië en West-Duitsland thans
zo hun best de Afrikaanse gast hartelijk
GENèVE (AFP) De raad van het
intergouvernementele comité voor Euro
pese migratie heeft maandag de directeur
gemachtigd de crisisreserve van 500.000
dollar aan te spreken om het voorziene
tekort vooi 1959 425.000 dollar te
dekken. Dit tekort is ontstaan doordat er
5.000 vluchtelingen meer dan voorzien was
zijn vervoerd.
De directeur van de Nederlandse emi-
gratiedienst, ir. B. W. Haveman, zei, dat
Nederland 50.000 dollar wil storten om het
tekort voor 1959 te helpen dekken, indien
ook; andere regeringen een steentje hier
voor bijdragen. De reserve zou dan niet
aangesproken behoeven te worden.
Naar de opvatting der Nederlandse re
gering zijn de regeringen die direct ge
ïnteresseerd zijn bij het vervoer van emi
granten, verantwoordelijk voor de finan
ciering van dergelijke ondernemingen
Daarentegen moeten alle regeringen van
de vrij wereld gemeenschappelijk het ver
voer van vluchtelingen financieren, aldus
ir. Haveman.
te ontvangen. Het experiment Guinea kan
als voorbeeld voor geheel Afrika dienen
en van de rustige sympathieke Sékou
Touré, bijgenaamd „Silli" (olifant) hangt
daarbij veel af. Zwerver als hij politiek
gezien tussen Oost en West is.
(JL*/
Advertentie
Alle merken dus ruime keuze
ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444
Oprechte Donderdagse Haerlemse Courant
den 15 November 1759
BARCELONA den 20 October Woensdag
ochtend wierd dezen Stad
ten hoogsten verblvd. wan
neer de Vloot met onzen
nieuwen Monarch in der-
zeiver gezigt quam. Zyne
Majesteyt de Koning be
vond zig met de Koningin
aan Boord van het oorlog
schip de Phoenix, gecommandeerd by Don
Navarro, Marquis van Vittoria en beydt
de Infanten met de twee Infantinnen op
de Triomphant: Deeze Schepen wierden
door 22 andere Oorlog Schepen, Fregatten
en Xebecquen gevolgd, en quamen onder
het lossen van hun geschut en alle net
onze de Haven binnen, onder een onop-
houdelyk Gejuych en Geroep van eene
onbeschryflyke menigte Volk, welke langs
den Oever eiv het Strand geschaard stond
Vermist de Oorlog Schepen niet dan toi
zekeren afstand konden naderen, zo stap
ten beyde hunne Majesteyten en de Ko-
ninglyke Familie in een Xebecq. en kon
aan de Oever uyt dezelve in een fraay ver-
cierde Sloep over en vervolgens op een*
daartoe vervaardigde Estrade aan Land.
alwaar door de Marquis de Zavallos. Goe-
verneur deezer Plaats, aan 't Hoofd van
alle de Orden, onder Bevel van den Mar
quis del Mina. Capiteyn Generaal van
Catalonien. de Sleutels der Stad aan zyne
Mapesteyt overhandigd wierden Wydere
begaven zig hunne Majesteyten en de
Koninglyke Familie in Karossen gaande
de Stoet zo langzaam voort, dat alle de
Inwoonders en van Buyten gekomene Lie
den op hun gemak Dezelve konden zien
passeeren aleer zy op het Koninglyk Pa
leis aanquamen.