Van dag tot dag j vJ Londen wenst politieke binding met de EEG O O m: X %a;\ m as I ij Sékou Touré als een vorst in Bonn ontvangen Hit hp bFtlphpn tijh HOUT-O-LUX Toneelspreiding Ideeëngebrek? Adenauer is daartoe bereid, mits de Britten zwijgen over neutrale zones DE HOUTWERF N.V. Op de-x. ^Praatótoel j West-Duitsland hoopt Oost-Duitsland de Afrikaanse olifant af te vangen NAAIMACHINES 3 n nieuzv Houtzverfp rod uct „UNO-troepen bij Golf van Akaba terugtrekken" Europees migratiecomité besteedt laatste reserves 200 laar geleden DINSDAG 17 NOVEMBER 1959 Het toneelbestel in ons land is weer eens „op de helling" komen te staan door de elders in dit blad gemelde plannen volgens welke de Nederlandse Comedie en de Haag se Comedie het aantal van hun voorstel lingen zouden gaan beperken. Volgens een woordvoerder van hgt ministerie van O., K. en W. zijn die plannen tot dusver noch dat ministerie, noch de Raad voor de Kunst voorgelegd, welke mededeling op merkwaardige wijze in tegenspraak is met in de kunstwereld circulerende en uit betrouwbare bron afkomstige berichten die melden dat genoemd ministerie reeds een nota waarin deze plannen officiële sanctie krijgen klaar heeft liggen voor aanbieding aan de Tweede Kamer. Zou het dan misschien zo zijn, dat de plannen niet aan het ministerie zijn „voorgelegd" omdat zijvan het ministerie zelf af komstig zijn? In elk geval hebben soortgelijke plannen reeds lang bij onze twee voornaamste to neelgezelschappen geleefd, maar door de regering werden zij terecht be schouwd als onverenigbaar met het be ginsel van de „kuituurspreiding", dat al onze naoorlogse kabinetten hebben voor gestaan. Heeft men dit beginsel nu laten varen? Anders is het moeilijk verklaar baar, dat het Amsterdams-Haagse plan door hoge functionarissen van O., K. en W. wordt gesteund, want dit plan houdt onder meer in dat de twee betrokken ge zelschappen heel wat minder vaak dan nu zouden gaan optreden in de meer afgele gen provinciesteden, d.w.z. juist in die ge bieden waar toch al zoveel méér naar de Duitse en Belgische dan naar de Neder landse televisie wordt gekeken en waar de lacune, gevormd door een eventueel wegblijven van de grote Nederlandse ge zelschappen, stellig onmiddellijk zou wor den gevuld door voorstellingen van bui tenlandse gezelschappen. Het Amsterdam se en het Haagse gezelschap zouden dus precies daar verstek laten gaan, waar hun cultuur-spreidende taak het belang rijkst en het nuttigst is. Ook maatschappelijk gezien lijkt het een hoogst aanvechtbare gedachte, de spe lers van onze twee grootste gezelschappen minder in schouwburgen te laten optre den om hun meer gelegenheid te geven, voor de televisie te spelen. Dit zou name lijk hierop neerkomen, dat de acteurs en actrices met de hoogste gages en de groot ste sociale zekerheid ook nog het meest zouden gaan profiteren van de hoge hono raria van de televisie, en zulks ten nadele van hen, die er qua gage èn qua sociale zekerheid minder goed voorstaan. Ook dit lijkt ons een moeilijk te verdedigen con sequentie van het plan. Zuiver artistiek kan dat plan bepaalde voordelen hebben, maar de verwezenlij king daarvan is geenszins gegarandeerd. Daarentegen is wél gegarandeerd dat niet alleen de kleine maar ook de grote provin ciesteden door het voorgestelde systeem zouden worden benadeeld, aangezien be perking van het aantal voorstellingen bui ten de vaste standplaats tot gevolg moet hebben dat de gezelschappen ook .minder in Haarlem en Utrecht zullen spelen. Voor Haarlem rijst daarbij meteen de vraag, wat er onder die omstandigheden terecht zou komen van de weekend-bespeling van de schouwburg in deze stad, welke week end-bespeling vastgelegd is in de Haar lemse subsidie-voorwaarden. Zoals het plan er nu uitziet, kan men niet zeggen dat het de steun van O., K. en W. verdient; en bok de subsidiërende ge meenten buiten de hoofdstad en de resi dentie zullen er goed aan doen, het zéér critisch te bekijken. De voorzitter van de stichting Funda menteel Onderzoek der Materie, de Leid- se hoogleraar dr. C. J. Gorter, heeft zich publiekelijk beklaagd over de impasse, waarin het wetenschappelijk onderzoek in Nederland verzeild geraakt is. Hij doelt daarbij in de eerste plaats op het natuur wetenschappelijk onderzoek, maar zijn klacht is, helaas, ook van toepassing op andere gebieden van de wetenschap. Ons land, dat in de eerste decennia van de twintigste eeuw een roemruchte repu tatie had op het gebied van wetenschappe lijke pioniersarbeid en research, is in dit opzicht langzamerhand afgezakt tot de status van een onderontwikkeld gebied, dat eigenlijk alleen maar kan voortbou wen op ideeën en initiatieven van buiten landse orgine. Dat wij een klein land zijn. mag in dit opzicht niet als een excuus gel den, want op internationale wetenschap pelijke congressen blijkt telkens weer, dat ook de kleintjes in het koor der mo gendheden dikwijls met verrassende nieu we ideeën en ontwikkelingen op de voor grond treden. Ligt het dan, zoals prof. Gorter stelt, aan onze huidige volksaard, die „meer naar voorzichtigheid en kritische zin neigt dan naar geniale invallen, snelle be sluitvorming en pioniersfanatisme?" Wij zijn zo vrij, het te betwijfelen. Het heeft in Nederland nooit ontbroken aan een vol doend aantal mensen die durf en onderne mingslust paren aan talenten en goede ideeën en het mangelt ons daar ook te genwoordig niet aan, al hebben wij dan maar één Nobelprijswinnaar in ons mid den, inplaats van zes of zeven, zoals een veertig jaar geleden het geval was. Alleen: dergelijke mensen moeten de kans krijgen, hun kwaliteiten en moge lijkheden volledig te ontwikkelen en daaraan ontbreekt het op het ogenblik nu juist wel in ontstellende mate. Te weinig geld voor het hoger onderwijs, minimale fondsen voor bestaande vorsingsinstituten en een meestal erbarmelijke honorering. Zelfs de eminentste geleerden hebben ons land inderdaad een ontstellende achter stand in wetenschappelijke zaken be zorgd, met het gevolg dat de knapste kop pen meestal aan het begin van hun car rière naar den vreemde emigreren. Dat is het gevaar waarop prof. Gorter doelde in zijn vertoog, een waarschuwing die in de eerste plaats op het schriele subsidiebe leid van de regering terugslaat. En al moet hier billijkerwijs aan toegevoegd worden, dat de moderne wetenschap met haar kostbare apparatuur, vergeleken bij zo'n veertig jaar geleden, enorme investe ringen vergt, toch zal men haar de midde len moeten verschaffen om althans eni germate „bij" te blijven. Dat is geen cul tureel chauvinisme, maar een belang van de allereerste orde: Nederland moet (en kan) juist op dit terrein blijven meetellen} (Van onze correspondent in Londen) Het lang uitgestelde, maar eindelijk ver wezenlijkte bezoek van bondskanselier Adenauer aan Londen, is voor de Britse diplomatie van hel grootste belang. De Britse regering, die het initiatief nam om de crisis van Berlijn te bezweren, moest daarna immers alle krachten inspannen om de tegenstribbelende westelijke bond genoten in het gareel te krijgen. In Wash ington had men spoedig succes, maar de beide grote Europese bondgenoten waren minder volgzaam. Bepaalde belangente genstellingen en wederzijdse wrevel over de hortende samenwerking in het jongste verleden waren daar niet vreemd aan. Macmillans eerste doel na het Suez-con flict was het Brits-Amerikaanse bondge nootschap te herstellen, waarin hij volle dig is geslaagd. Thans zet hij alles op al les om met het Europese vasteland tot een akkoord te komen, want indien de kloof niet wordt overbrugd, wordt zaken doen met Kroesjtsjev onmogelijk. Door het nog vrij diep zittende wantrouwen aan beide kanten liet de Britse verhouding tot Ade nauer en omgekeerd vaak veel te wensen over. De bondskanselier heeft zijn wrok over de vernederende behandeling hem door de Britten onmiddellijk na de beide we reldoorlogen aangedaan nooit geheel kun nen overwinnen. In 1919 weigerde Ade nauer als burgemeester van Keulen het bevel van de Britse bezettingsautoritei ten uit te voeren, dat alle mannelijke per sonen hun hoed moesten afnemen voor Britse officieren in uniform. In 1945 wei gerde Adenauer, wederom burgemeester van Keulen, mee te werken aan de uitvoe ring van een Brits bevel om de bomen uit het stadsbos om te kappen voor brand hout. Hij werd toen ontslagen. Vele van zijn anti-Britse grieven zijn het onberede neerde en emotionele gevolg van beide in cidenten. Bij allerlei gelegenheden kwam zijn oude wantrouwen weer boven. Al spreekt hij op het ogenblik verzoenende woorden aan het adres van Londen, nog maar en kele weken geleden liet hij zich gaan. Hij werd toen kennelijk beheerst door de vrees dat Labour de verkiezingen zou win nen met de kans dat het door hem ver afschuwde Rapacki-plan, dat van Duits land een militair en politiek vacuüm dreig de te maken, zou worden uitgevoerd. Thans is Adenauer gekalmeerd omdat Macmillan de zege heeft behaald, al schoof hij hem. volkomen in strijd met de waarheid, een neiging tot aanpappen met de Russen in de schoenen. Enkele Britse volksbladen, zoals Bea- verbrooks Daily Express, zijn uitgespro ken anti-Duits en wekken voortdurend Adenauers woede op. De bondskanselier neemt deze kranten, die politiek hoe genaamd niets betekenen, veel te ernstig en hij vergeet dat het ultra-natio nalistische organen zijn, die zich sinds jaar en dag uitspreken tegen alles, wat niet Brits is, de UNO inbegrepen. Adenauers critiek op Groot-Brittannië was alleen gerechtvaardigd waar het de Europese samenwerking betrof. De Brit ten zijn bekeerd van het denkbeeld van Europees samengaan. Het is begrijpelijk overigens, dat de Britten politiek-econo- misch dermate op hun Gemenebest zijn ingesteld, dat Europa voor hen achteraan komt. Een verzachtende omstandigheid is evenwel dat Groot-Brittannië in de vorm gevende jaren van het Europese eenheid streven de handel elders vol hard, speciaal in het Nabije Oosten en Afrika. Aanknopingspunt Nu de Britten eindelijk dan ook finan- cieel-economisch de handen vrijer heb ben, lijken zij vastbesloten ten aanzien van Europa ten langen leste iets positiefs te gaan doen. De onmiddellijke prikkel daartoe is het komende topoverleg en in niet mindere mate het voor Londen drei gende gevaar dat er een exclusief Euro pees politiek en handelsblok onder West duits-Franse leiding ontstaat. De Britten z}jn ai naar de vluchtheuvel van Stockholm gesneld, maar hopen dat gauw het groe ne licht zal aangaan om hen in staat te stellen veilig over te steken. Of dit gebeu ren zal, hangt in hog- mate af van dr. Adenauer in zijn rol van Europa's poli tieke verkeersagent. Zijn hand wijst in de richting van de Westeuropese Unie. het historische verdrag van 1954, waarbij Groot-Brittamnië voor het eerst op het vas teland duurzame militaire en andere ver plichtingen aanging. Daarin ligt waar schijnlijk het gemakkelijkste aankno pingspunt voor de buitenstaanders, inclu sief de Britten, met de kring der zes. De besprekingen met Adenauer zullen voor namelijk draaien om de politieke kant van Advertentie Een luxe betimmering van massief hout voor een normale beurs. Bruynzeel kasten en keukens Kampersingel 20-24 - Tel. 12104 - 11932 de Europese Economische Gemeenschap. Groot-Brittannië moet vragen alsjeblieft te worden toegelaten, zij het door de ach terdeur, omdat de Britse wereldomvattende belangen nu eenmaal anders liggen dan die van de andere deelgenoten. De Britten hebben Adenauer wellicht ook nodig om De Gaulle toegeeflijk te stemmen. De prijs welke Adenauer de Britten voor het toegansbewijs voor Europa wil laten betalen, is de belofte om alle mili taire uitdunningsplannen, welke de mili tair en politiek gelijkberechtigdheid van de Bondsrepubliek kunnen aantasten, de- de hottende samenwerking in het jongste hington had men spoedig succes, maar de genoten in het gareel te krijgen. In Was- finitief te laten varen. Dit lijkt niet te veel gevraagd, want de Britse regering heeft reeds eerder duidelijk gemaakt dat zij het Rapacki-plan uit haar hoofd heeft gezet, maar het is bekend dat de Britse regering nog altijd speelt met de gedachte van mi litair ontwapende geografische proefzones dwars over de grenzen heen. De Bondsre publiek voelt er weinig voor als proefko nijn te dienen en heeft duidelijk gemaakt dat zij er alleen mee kan instemmen in dien een gebied, zich uitstrekkende van de Pyreneeën tot de Oeral, zou worden gede militariseerd. Hieruit blijkt al dat een gesprek over de ontwapening, welke dr. Adenauer zo be langrijk acht, omdat de oplossing van dit vraagstuk voorwaarde is voor een al-Duit- se regeling, binnen drie dagen onmogelijk vruchten kan afwerpen. In West-Berlijn wil Adenauer alles blijk baar zo veel mogelijk bij het oude laten, zij het met ondergeschikte technische wij zigingen als maximale concessie aan de Russen. De nadruk ligt op de Europese po litieke en economische samenwerking. In schikkelijkheid van de Britten op dit punt zal Adenauer zo mogelijk kunnen vermur wen inzake zijn bezwaren- tegen een spoe dig topoverleg tussen Oost en West Dr. Adenauer heeft de hoop uitgespro ken, dat zijn bezoek aan Londen een mijl paal zal worden in de Brits-Westduitse be trekkingen na de oorlog. De nuchtere Brit ten zijn ietwat voorzichtiger, maar ook zij hopen dat het gekrakeel uit het jongste verleden eindelijk uit de wereld geholpen zal worden. Saoedi-Arabische wens: RIJADH (UPI) Jamal Hoesseini heeft namens koning Saoed van Saoedi-Arabië tegenover een verslaggever van UPI ver klaard. dat de strijdkrachten van de UNO zich uit de omgeving van de Golf van Akaba terug moeten trekken. Hoesseini achtte de vaart van Israëlisch* schepen door de Golf van Akaba in strijd met Eisenhowers belofte, dat geen enkele aanvallende Dartij tijdens de gebeurte nissen van 1956 voordeel zou overhouden uit zijn agressieve daden. Mifeèfc* i Advertentie ■- V-. Go Home! Waarom de kleine Europese auto op de parkeerplaats in Amsterdam mij opeens opviel, weet ik niet. Het was er een van het soort waarvan er vele tienduizenden in Nederland en in de andere landen van West-Europa rondrijden. Er stonden drie precies indentieke auto's om heen, maar deze viel me op. En pas toen ik er bewust naar keek, zag ik het nummerbord: een paar letters en cijfers en daaronder de voorden „Louisiana The Sportsman's Paradise". Louisiana, helemaal in het zuidelijkste zuiden van de Verenigde Staten. Hoofd stad: Baton Rouge. Stad van belang: New Orleans. Tot voor kort gouverneur: Earl Long, twijfelachtig familielid van zijn zeer beruchte voorganger Huey P. Long{ Een staat vol enorme meren, Frans-spre kende Amerikanen, eindeloze moerassen, een enorme haven, jazz, een voortreffelij ke universiteit en de negerproblemen die eigen zijn aan de zuidelijke staten. Vorige week kreeg ik een brief van een vriend uit New Orleans: „Het wordt hier nu lekker weer", schreef hij. „De temperatuur komt nog maar zelden boven de 30 graden en vorige week hebben we onder een de ken geslapen. Wat is dat toch heerlijk. Ik heb een electrisch kacheltje in de badka mer gezet, want 's ochtends wil het wel eens wat fris zijn." Zo is het nu in New Orleans, Louisiana. Iedere dag zien we hier honderden bui tenlandse auto's. Uit Parijs en New York, uit Keulen, Brussel, Stockholm en Santia go. Maar opeens viel die auto uit The Sportsman's Paradise op. Ik heb de eige naar ervan niet ontmoet, maar ik heb een vrij nauwkeurig idee waar hij vandaan kwam: uit New Orleans. Alleen in die gro te, cosmopolitische stad van Louisiana is de gedachte doordrongen dat het snobis- tisch-aardig ts, om een Europese auto te hebben. En als hij inderdaad uit New Or leans komt, dan woont hij in het „French Quarter", het oude Franse deel van de stad; dan woont hij in Burgundy Street, of Dauphine Street, Toulouse of Chartres Street. Op een regenachtige dag stond zijn auto in de Amsterdamse Vossiusstraat. Het was kil in de stad, ik zag hem op het mo ment dat enkele honderdduizenden Am sterdammers zich nat, vermoeid en wat onaangenaam naar huis begaven. De eige naar van de automobiel lag waarschijn lijk te rillen onder drie dekens op zijn ka mer in het nabije Park Hotel. Ik voelde een zekere band met hem, want ik ben ere burger van New Orleans. Dit laatste vereist misschien enige uit leg, maar het is moeilijk die te geven. Enige maanden geleden ben ik door bur gemeester De Lesseps Morrison van New Orleans tot ereburger van zijn stad be noemd. Als bewijs daarvan bezit ik een kostelijke oorkonde en een heel klein sleu teltje van goud. Op dit alles ben ik onge hoord trots, vooral omdat ik mij door mijn ereburgerschap van New Orleans opgeno men voel ik een soort exclusieve club van ereburgers-van -steden. Mede-leden, naar ik aanneem: Churchill, Roosevelt, moge lijk Smuts, misschien ook wel ex-burge meester D'Ailly, maar toch niet veel an deren. Het enige vervelende is, dat ik geen enkele notie heb WAARÓM ik tot erebur ger van New Orleans, Louisiana, The Sportsman's Paradise, zou zijn gemaakt. Maar wat doet het ter zake, dat waar om? Ik ben het. En ik heb opeens een me deburger uit New Orleans geroken. Zijn auto stond in de Vossiusstraat. Als ik hèm was gewoon burger, dus zou ik als een haas terug gaan. Als hij snel is kan hij daarginds misschien óók eens een nacht onder een deken doorbrengen. Want het zou toch jammer zijn, als hij de kille weken in zijn stad miste. Hij maakt ze welisroaar hier mee kil genoeg. Maar dat is toch wat anders dan in Louisiana, waar het Lake Pontchartrain nog nooit be vroren is, waar het in mensenheugenis één keer gesneeuwd heeft en vanwaar mijn vriend schrijft. „Het is zo moeilijk om een week te kiezen, dat je de air-con ditioning van de kamers kan laten nakij ken. Je hebt de dingen altijd nodig." New Orleans, Go Home. Dat is geen po litiek bevel, maar een advies van een vriend en ereburger, die nu weer rillend met een aspirientje naar bed gaat onder drie dikke wollen dekens. E. Romayn morgen... Sékou Touré Als een vorst is Sékou Touré, de 37- jarige president, regeringsleider, minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie, leider van de enige toegelaten partij en leider van de grootste vakbond van Afri ka's jongste staat Guinea, gisteren te Bonn ingehaald. Uit de wijze waarop de West- duitse staat deze vertegenwoordiger van het nieuwe Afrika ontvangt, blijkt on dubbelzinnig welke plaats de jacht naar de sympathie van de jonge Afrikaanse landen in de tegenstelling Oost-West In neemt. Het station van Bonn was stemmig versierd, toen bondspresident Lübke en bondskanselier Adenauer, vergezeld van enige ministers en hoge ambtenaren, Sé kou Touré, verwelkomden. Het gehele di plomatieke corps te Bonn stond aange treden om de Afrikaanse gast de hand te drukken. Vandaag houdt Sékou Touré een pers conferentie en spreekt met vakbonds leiders en de minister van Economische Zaken Erhard. Morgen bezichtigt hij het Ruhrgebied en daarna vliegt hij via Oost- Berlijn naar Moskou.... Er is Bonn veel gelegen aan een goede verstandhouding tot de jonge Afrikaanse staten. Men voelt dat hier een Westduitse taak ligt niet ter wille van economische voordelen maar omdat Oost-Duitsland zo actief is in bijna alle nieuwe staten van Azië en Afrika. In Guinea is Bonn Oost- Berlijn te vlug afgeweest: er is in de hoofdstad van Guinea, Conakry, wel een Westduitse maar geen Oostduitse diploma tieke vertegenwoordiging. Politieke zwerver Het zonderlinge is dat Guinea door uiterst linkse politici wordt geregeerd. Sé kou Touré, geboren als nakomeling van een negerkoningsgeslacht, was al op zeer jeugdige leeftijd vakbondsleider. Na de oorlog bracht hij het tot vice-president van de door hem beheerste vakbond, tot lid van het Franse parlement te Parijs en tot burgemeester van Conakry. Hij heeft in die functies veel reizen door de commu nistische landen gemaakt. Toen Guinea op 28 september 1958 bij een volksstemming besliste dat het los van Frankrijk moest komen, werd hij president en regerings leider. Zijn uiterst linkse sympathieën worden te Bonn niet over het hoofd ge zien, maar meer belangstelling heeft men voor Sékou Touré's streven zich onafhan kelijk van Oost en West te houden en zijn staat, die zich door winning van bauxiet en ijzererts, economisch snel ontwikkelt op peil te brengen. Guinea, dat zo groot is als de gehele Bondsrepubliek maar slechts tweeëneenhalf miljoen inwoners heeft, is in Afrika een belangrijke staat, temeer daar Sékou Touré doorgaat voor de grote voorvechter van een verenigd zwart Afri ka. Hierom doen de Verenigde Staten Groot-Brittannië en West-Duitsland thans zo hun best de Afrikaanse gast hartelijk GENèVE (AFP) De raad van het intergouvernementele comité voor Euro pese migratie heeft maandag de directeur gemachtigd de crisisreserve van 500.000 dollar aan te spreken om het voorziene tekort vooi 1959 425.000 dollar te dekken. Dit tekort is ontstaan doordat er 5.000 vluchtelingen meer dan voorzien was zijn vervoerd. De directeur van de Nederlandse emi- gratiedienst, ir. B. W. Haveman, zei, dat Nederland 50.000 dollar wil storten om het tekort voor 1959 te helpen dekken, indien ook; andere regeringen een steentje hier voor bijdragen. De reserve zou dan niet aangesproken behoeven te worden. Naar de opvatting der Nederlandse re gering zijn de regeringen die direct ge ïnteresseerd zijn bij het vervoer van emi granten, verantwoordelijk voor de finan ciering van dergelijke ondernemingen Daarentegen moeten alle regeringen van de vrij wereld gemeenschappelijk het ver voer van vluchtelingen financieren, aldus ir. Haveman. te ontvangen. Het experiment Guinea kan als voorbeeld voor geheel Afrika dienen en van de rustige sympathieke Sékou Touré, bijgenaamd „Silli" (olifant) hangt daarbij veel af. Zwerver als hij politiek gezien tussen Oost en West is. (JL*/ Advertentie Alle merken dus ruime keuze ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444 Oprechte Donderdagse Haerlemse Courant den 15 November 1759 BARCELONA den 20 October Woensdag ochtend wierd dezen Stad ten hoogsten verblvd. wan neer de Vloot met onzen nieuwen Monarch in der- zeiver gezigt quam. Zyne Majesteyt de Koning be vond zig met de Koningin aan Boord van het oorlog schip de Phoenix, gecommandeerd by Don Navarro, Marquis van Vittoria en beydt de Infanten met de twee Infantinnen op de Triomphant: Deeze Schepen wierden door 22 andere Oorlog Schepen, Fregatten en Xebecquen gevolgd, en quamen onder het lossen van hun geschut en alle net onze de Haven binnen, onder een onop- houdelyk Gejuych en Geroep van eene onbeschryflyke menigte Volk, welke langs den Oever eiv het Strand geschaard stond Vermist de Oorlog Schepen niet dan toi zekeren afstand konden naderen, zo stap ten beyde hunne Majesteyten en de Ko- ninglyke Familie in een Xebecq. en kon aan de Oever uyt dezelve in een fraay ver- cierde Sloep over en vervolgens op een* daartoe vervaardigde Estrade aan Land. alwaar door de Marquis de Zavallos. Goe- verneur deezer Plaats, aan 't Hoofd van alle de Orden, onder Bevel van den Mar quis del Mina. Capiteyn Generaal van Catalonien. de Sleutels der Stad aan zyne Mapesteyt overhandigd wierden Wydere begaven zig hunne Majesteyten en de Koninglyke Familie in Karossen gaande de Stoet zo langzaam voort, dat alle de Inwoonders en van Buyten gekomene Lie den op hun gemak Dezelve konden zien passeeren aleer zy op het Koninglyk Pa leis aanquamen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 3