Nederlandse en Haagse C omedie willen aantal provincie-opvoeringen verminderen Kees Brusse en Lo van Hensbergen spelen „Kent u de Melkweg?" Aquarellen van B. Westendorp-Osieck Wetenschappelijke film over alcoholisme Minister Cals wil twee „slapende" ontwerpen intrekken Nieuwe functionaris bij het onderwijs? Duitse auto botst tegen bus Nieuwe uniform voor marechaussee Woningverbetering in de winter Botsing tussen twee trams in Den Haag DINSDAG 17 NOVEMBER 1959 5 Culturele prijzen van Limburg uitgereikt Prix Goncourt voor André Schzvarz-Bart Nieuw beeld van Charl. van Pallandt Congres van de Europese Cultuur Stichting Een dodetwee gewonden DE NEDERLANDSE COMEDIE en de Haagse Comedie hebben het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een plan voorgelegd waarin wordt voorgesteld in het seizoen 1961-1962 alleen maar te spelen volgens het zogenaamde „enkelvoudige systeem". Dit houdt in, dat de gezelschappen over het algemeen slechts één voorstelling per avond zullen geven, in plaats van twee of drie, zoals op het ogenblik het geval is. De Nederlandse Comedie geeft tot dusver ongeveer 570 voor stellingen per jaar. Volgens het nieuwe systeem zou dit aantal tot ongeveer 330 worden teruggebracht. Het directe gevolg hiervan is, dat een groot aantal provincie plaatsen meest kleinere niet meer door deze gezelschappen zullen worden bezocht. Er zijn twee redenen, die tot de voorgestelde regeling hebben geleid. In de eerste plaats moet men op het ogenblik uit de beschikbare acteurs en actrices twee of drie toneelstukken bezetten, waardoor men aan de rolbezettingen bepaalde con cessies moet doen. Door alle leden van het gezelschap niet doorlopend en gelijktijdig in verschillende stukken te laten spelen, kunnen de beste krachten op een bepaald stuk worden gezet. In de tweede plaats houdt men rekening met de wensen, die de televisie heeft. Het zal nu mogelijk worden, dat van tijd tot tijd acteurs aan de televisie worden uitgeleend. HET PLAN GAAT er van uit, dat eer. zeer groot aantal kleine provincieplaatsen van de tournees worden geschrapt. De Nederlandse Comedie hoopt in de toe komst evenwel toch nog ruim honderd voorstellingen in de provincie te kunnen geven. Deze zullen dan beperkt blijven tot de grotere plaatsen, zoals Haarlem, Rotter dam, Breda, Hilversum, Utrecht, Arn hem, Nijmegen, Eindhoven, Heerlen, Maastricht, Den Bosch, Deventer, Zwol le, Enschedé, Groningen en Leeuwarden. „Óf de plannen zullen doorgaan, staat nog te bezien", aldus zei ons de heer Guus Oster, directeur van de Nederlandse Co medie, „maar in elk geval, dit is geen gril, die plotseling bij ons is opgekomen. Ik ben hier al jaren over bezig. De be staande toestand is onhoudbaar en vindt men nergens in Europa. De accommoda tie van de schouwburgen in de kleine plaatsen is vaak abominabel. Men heeft daar de ontwikkeling van de laatste jaren niet kunnen bijbenen". „Als direkt voordeel zie ik aldus de heer Oster dat wij onze stukken beter zullen kunnen bezetten doordat er geen versnippering van goede krachten plaats heeft. In Lochem en Hellevoetsluis zal men daar wel heel boos over zijn. Maar de echte toneelliefhebber zal er heus wel een reisje naar een grotere plaats voor, over hebben om een goed toneelstuk te zien. Trouwens, de televisie heeft als ge volg gehad dat de zalen in de kleinere plaatsen vaak niet geheel bezet zijn. Bo vendien mag men niet vergeten dat in die kleine plaatsen tot dusverre ƒ3.- tot 4.- voor een toegangsbewijs wordt betaald, waarvoor in de Amsterdamse Stads schouwburg 6.- wordt gevraagd en daarvoor komen wij dan na een busrit van vele uren in tochtige kleedkamers. Neen, dat is toch geen toestand, die bestendigd kan blijven". „Overigens is het zo aldus de heer Oster dat wij wel in de provincie blijven komen en heus niet alleen in de allergroot ste plaatsen. Het gaat ons om de klein tjes, daar moeten we van af, willen we tot het enkelvoudig systeem komen. Wij hebben de plannen niet tevoren met ande re gezelschappen zoals het Rotterdamsch Toneel en Theater besproken. Het is een kwestie, die alleen de Haagsche Comedie en ons aangaat". Uitkoopverenigingen Het bestuur van de Vereniging voor Cul turele Organisaties in Nederland, bij wel ke vereniging een vijftigtal zogenaamde uitkoopverenigingen als lid zijn aangeslo ten, heeft op een te Amsterdam gehouden vergadering de plannen van de Haagse Zaterdagmiddag heeft de commissaris der Koningin in de provincie Limburg, dr. F. Houben, als voorzitter van het Anjer fonds Limburg, in de hal van het Bonne- fantenmuseum te Maastricht de culturele prijzen Limburg 1959 uitgereikt aan de dichter Pierre Kamp te Maastricht en de Roermondse glazenier Joep Nicolas. De commissaris der Koningin sprak, na inleidingen door de letterkundige Paul Haimon, enkele woorden van persoonlijke waardering bij het overhandigen van de desbetreffende oorkonden voor de cultu rele prijs met geschenken onder envelop. Pierre Kemp was verhinderd persoon lijk de hem toegekende culture prijs in ontvangst te nemen. Zijn zoon Antoine Kemp vertegenwoordigde hem. Comedie en van de Nederlandse Comedie verwerpelijk genoemd. Deze voornemens zijn de laatste tijd verscheidene malen, met name door de directeur van de Ne derlandse Comedie, de heer G. Oster, als wenselijk kenbaar gemaakt. Wanneer aan deze wensen uitvoering zou worden gege ven, betekent dit dat beide toneelgroepen geen twee voorstellingen tegelijk meer zullen geven, zodat het totaal aantal voor stellingen met name in de provincies een aanmerkelijke daling ondergaat. Desgevraagd deelde men ons van de zij de van het ministerie van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen mede, dat zowel op het ministerie als in de Raad voor de Kunst deze kwestie ter sprake is gekomen, doch dat noch het ministerie noch de raad voor de Kunst dergelijke plannen zijn voorgelegd. Haagse Comedie Paul Steenbergen heeft ons als volgt zijn mening gegeven: „Het is het welbegrepen belang van ons eigen gezelschap dat, wil de Haagse Comedie zijn niveau en homo gene stijl kunnen handhaven, het onthe ven wordt van die verplichtingen die deze beide verworvenheden in gevaar bren gen. Het is enkel het belang van de to neelkunst, die ons tot dit plan heeft doen komen, andere overwegingen spelen geen rol. Ze zijn er niet". EEN DUO UIT de toneelgroep Ensemble te weten Kees Brusse en Lo van Hensbergen speelt sinds maandagavond in het Nieuwe de la Martheater te Am sterdam het uit zes tafrelen bestaande stuk „Kent u de melkweg" door Karl Wittlinger, welke voorstelling door de vrouw van eerstge noemde. Mieke Ver- straete, is geregis seerd. Het heeft (merkwaardig genoeg, want de kleine be zetting moet toch een althans economisch aantrekkelijke om standigheid vormen) vrij lang geduurd eer deze bizarre komedie tot ons land is door gedrongen. De eerste opvoering had precies drie jaar geleden in het nabije Keulen plaats, korte tijd la ter heb ik er een voortreffelijke ver toning in Antwerpen van gezien op een to neel van vier bij zes meter, welke onder leiding van Lode Ver- straete was voorbe reid. Intussen werd er ook in andere theatercentra succes mee geboekt. BIJ HET BETREDEN van de schouw burg kan men een fraai glanzend pro gramma kopen tegen betaling van vijfen veertig cent, exclusief, waarin behalve de namen der medewerkenden zo goed als niets te lezen staat. Waarom wordt de be zoeker aldus nodeloos op extra kosten ge jaagd? Hij krijgt er niets voor terug be halve een souvenir van onhandig formaat. Men zou hem toch althans enige nuttige informatie hebben kunnen verstrekken. Niet wat het stuk betreft, want dat moet voor zichzelf spreken (hoewel men soms benieuwd is naar de artistieke of andere reden der betoonde voorkeur). Maar nu er een voor Nederland nieuwe schrijver aan het woord wordt gelaten, had men toch de moeite kunnen nemen hem even voor te stellen. Of acht men hem niet zo belang rijk? Zijn naam verzinkt op het typo grafisch aantrekkelijk verzorgde druk werk in het niet als een lichte kleinig heid vergeleken bij de opvallende vermel dingen van medewerkenden en vertaler Alfred Pleiter ENFIN, DE CRITICUS is natuurlijk dankbaar als de directie van een toneel gezelschap aldus de noodzaak van zijn aanwezigheid als bemiddelaar in de re latie met het publiek stilzwijgend erkent. Karl Wittlinger werd geboren te Karls ruhe in 1922. Op tienjarige leeftijd zou hij reeds een roman onder de veelzeggende ALS MEN ALLEEN AL HET AANTAL tentoonstellingen in Amsterdam laat gelden', zou gesproken kunnen worden van een belangrijk seizoen. Vijf artiesten exposeren bij de stichting Kunstkontakt in de Utrechtsestraat. Het Stedelijk Museum organiseerde in samenwerking met een Rotterdamse kunstkring een tentoonstelling van vier kunstenaars en bij een verfwinkel kwam in samenwerking met dit museum een expositie van werken van weer twee kunstenaars tot stand. In de Nieuwe Vleugel exposeren de vereniging „Stuwing" en een groep katholieke kunstenaars. Een be spreking van dit alles zou niet veel meer kunnen zijn dan een opsomming van wat ondergetekende als aantrekkelijk voor kwam. Wie er tijd voor mocht hebben kieze zelf. Werk van Appel ontmoetten we al bij Espace. Door het vele andere valt er door mij niet veel nieuws over te vertellen. OOK MEVROUW B. WESTENDORP- OSIECK, die tot 30 november bij Magda lene Sothmann aquarellen exposeert, wordt vaak door mij genoemd. Maar eigen exposities maakte deze Amsterdam se Joffer weinig en dit wettigt al een aan sporing tot een bezoek aan haar zo fijne tentoonstelling. Hier kan een ieder zich nu weer eens op zijn gemak voelen. Deze aquarellen kunnen aan ieders voorkeur tegemoet komen. Dit werk is, ook al school de de schilderes zich aan het Impressio nisme, toch eigenlijk vrij van iedere stel- lingname in bepaalde richting. Het plaatst ons niet in een tijd die achter of voor ons ligt. Maar hoewel dus van vandaag kon het van gisteren zijn en zal het morgen ook nog gemaakt worden. Het is even ge woon gepenseeld als dat van bekende gro te figuren in hun latere jaren. Het is over de problemen heen gegroeid. Het is ge woon, eenvoudig, prettig, mooi en direct vertrouwd. Mevrouw Westendorp heeft al tijd bewezen zeer kundig te zijn. Maar dat valt hier niet op. Slechts wie vertrouwd is met het vak realiseert zich waarop dit werk steunt en dat het niet zonder een ontwikkeling kon ontstaan. Het is moei teloos maar niet in de zin van virtuoos gedaan. Het is bevrijdend. HET GETUIGT van grote smaak, maar nu dan van een smaak, die van een ieder kan zijn. Het getuigt van een schoonheid die bij een ieder voor de hand kan liggen mits men weet te zien. Zo zag de schilde res die schoonheid in appels, in een plastic zakje, in de nuchtere gevels van huizen aan de haven van Nice die toch niet be paald tot de toeristische attracties be hoort. Een stilleven met poularde is in ver gelijking tot wat ons vandaag als modern wordt voorgezet, evenzeer in deze tijd te noemen ook al kan men een dergelijke aquarel impressionistisch noemen. „Het witte potje", ook een stilleven met vruch ten, lijkt abstracte kunst te verdedigen. Misschien ook valt het een tekort in de abstracte kunst aan, want het kan vol doen ook aan de vraag van de minder in de schilderkunst ingewijden: het is ver staanbaar voor een ieder. Het is goed te bedenken dat de Amsterdamse Joffers ver scheidene andere scholen in Nederland overleefden. Het werk van Betsy Westen dorp-Osieck ondergaat men als jong, ter wijl veel wat actueel eens leek ons bij weerzien nu als verouderd voorkomt. Bob Buys Lo van Hensbergen en Kees Brusse in „Kent u de melkweg?'1" titel „Het vergrijsde geslacht" hebben ge schreven. In 1946 keerde hij uit Franse krijgsgevangenschap in zijn vaderland terug, waar hij achtereenvolgens als nacht waker, leidekker, transportarbeider, ver taler en huisleraar aan de kost probeerde te komen, eer hij als dramaturg en assis tent van de regisseur in de greep van het theater geraakte. Sinds 1953 beoefent hij het vak van toneelschrijver als beroep. Als ik goed ben ingelicht, heeft hij thans vijf blijspelen op zijn naam staan. „Kent u de melkweg?" geschreven in laoa sluit onmiskenbaar aan bij de sociaal-artistieke stroming van het ex pressionisme uit de twintiger jaren in Duitsland: de scherpe en critische ver eenvoudiging van maatschappelijke ver schijnselen tot een individueel geval, op dat men daarin het algemene zou herken nen. Wittlinger zet in de wezenlijk opti mistische toonaard van de geboren ro manticus de traditie van Wedekind, Ha- senclever en Kaiser voort, ook door de beurtelings nerveus gespannen en fantas tisch verdroomde aansluiting bij het ca baretachtige. De quasi primitiviteit, zich uitend in elementaire symboliek, is in overeenstemming met zijn thema: dat van de regeneratie, het streven om de per soonlijkheid te bepalen en deze te doen opgaan in een nieuwe gemeenschap. En zo is deze eigenaardige komedie, afwis selend navrant en parodistisch, een even beklemmende als amusante en zeer zeker belangwekkende spiegel van een stuk le vensproblematiek in een land, dat zich met alle erfelijke ballast opnieuw in de wereld oriënteert. WAT IS DE MAATSCHAPPIJ voor iemand, die als doodgewaande en met an dermans papieren na jaren uit de oorlog nee, sterker: uit het vreemdelingenle gioen weerom komt? Een gekkenhuis. Daar wordt dan ook het zinnebeeldige spel verondersteld zich te voltrekken. Als ik mij goed herinner, begint het oorspronke lijk met een thans weggelaten toespraak van de patiënt tot zijn publiek, dat zich als eveneens geestelijk gestoorden moet be schouwen. De patiënt treedt op als de hoofdpersoon, die zijn levensgeschiedenis heeft gedramatiseerd als poging om vast te stellen wie hij is. Met medewerking van zijn psychiater, die alle rollen van „de anderen" vervult, voert hij vijf over zijn lot beslissende episodes op. In de hekel- trant van in zoetsappigheid opgeloste bij tende humor wordt men getuige ge maakt van de absurditeit der hebzuchti ge bureaucratie, van het lichtvaardig be gane onrecht en de gevoelloosheid van de samenleving. Ten slotte belandt deze on gewenste drager van andermans naam als „Bill, die de dood niet acht" in een steilwand op de kermis, waar hij zich moedwillig te pletter laat vallen, hopen de aldus op te stijgen naar de sterren, waar hij beweert vandaan te komen. Hij wordt echter in het ziekenhuis als het ware her boren en vindt zijn bestemming als chauf feur van de melkauto. Men kan in deze wonderlijke gebeur tenissen behalve vele kennelijk autobio grafische elementen talrijke verwant schappen met auteurs van Dostojewski tot Kafka en Camus aanwijzen. Maar er is een fundamenteel verschil, namelijk de hoop die doet overleven. Het moderne ge- uid. dat ons tegemoetklinkt, is dat van de vervreemding van de anderen, die men juist wil bereiken. Om de schijn van een Van onze Haagse redacteur) „Vijf borrels op een feestje kunnen min der gevaarlijk zijn voor een automobilist dan één wanneer hij door allerlei proble men in beslag wordt genomen. De psy chische constellatie is veel belangrijker dan de vraag of de fatale grens van 1,5 pro mille alcohol bij de bloedproef wordt overschreden. Meer dan de alcohol belem mert het piekeren het reactievermogen. Maar men moet mij goed begrijpen: ik pleit hiermee niet voor méér borrels bij snelverkeer. Ik zie liever dat er helemaal geen alcohol aan te pas komt. Maar ik heb wel grote bezwaren tegen een al te schematische toepassing van de bloed proef". Dit zei de Haagse psychiater A. Hus- tinx in een korte inleiding bij de première van de medische film „Alcoholisme". De heer Hustinx, die het gebruik van medi camenten, zoals antabus en refusal, zon der voorafgaand medisch onderzoek en de gelijke controle, afried, wees voorts op het" belang van een korte opneming in een psychiatrische kliniek. „Dat zal de alco holist meer van de ernst van zijn toestand overtuigen dan een poliklinische behande ling, maar helaas wordt de opneming in een psychiatrische kliniek nog steeds als een soort schande gevoeld, waardoor de patiënt maatschappelijk nadeel onder vindt", aldus dokter Hustinx, die tevens een lans brak voor grotere financiële steun aan de A.A.-clubs. De film „Alcoholisme", die door de Ne derlandse vestiging van de Amerikaanse geneesmiddelenindustrie Pfizer belange loos voor vertoning in besloten kring be schikbaar wordt gesteld (en er komt geen reclame in voor ten behoeve van door Pfizer vervaardigde produkten!), beeldt het alcoholisme uit als symptoon van een geestelijke of lichamelijke stoornis. Om meer inzicht te verkrijgen in oor zaak van en stoornissen door alcoholisme heeft prof. dr. Hans Hoff in wiens la boratorium te Wenen de film onder regie van dr. Norman P. Schenker werd opge nomen experimenten verricht op kat ten. De dieren werden tot een bepaald ge dragspatroon opgevoed, maar konden daaraan niet langer voldoen toen ze daar bij tevens een onaangename ervaring on dervonden. In de film wordt op inderdaad fascinerende wijze aangetoond, hoe de katten uit hun evenwicht raken, daardoor alcohol gaan drinken en onder de invloed daarvan tijdelijk hun zelfvertrouwen her winnen om vervolgens weer tot apathie te vervallen. Door middel van een eenvoudi ge psycho-therapie worden de alcoholische katten weer genezen, waarop ze, zoals elk normaal dier, geen alcohol meer lusten. De parallel met het alcoholisme van de mens wordt bijzonder, duidelijk getrokken in deze medisch-wetenschappelijke film van uitzonderlijke kwaliteit. Omdat het alcoholisme ook een belangrijke maat schappelijke en juridische kant heeft men denke aan de vele verkeersongeluk ken wordt de film ook aanbevolen aan die zich met het alcoholisme bezighouden, volksuniversiteiten en dergelijke. f i - Advertentie AAN EEN MOOIE HAND EEN MOOIE RING Welke vrouw siert niet graag haar han den en wat een ge not is het niet om iets aparts te dragen. Dit stil verlangen heeft iedere charmante vrouw. Maak haar blij met zoo'n aparte ring uit onze exclu sieve collectie vanaf f 29,50 in goud bij T SILVERSTOEPKE vindt U het. Grote Houtstraat 49, Haar- em. Tel. 20049. tragedie te vermijden in wat optimistisch bedoeld is, heeft de auteur er nog een kluchtige epiloog aan toegevoegd, waarin de rollen worden omgekeerd en de pa tiënt in zijn vermomming als geneesheer directeur de psychiater eveneens naar de melkweg verwijst... Zo heel erg diepzin nig moet men het allemaal niet opvatten. Maar toch schuilt er meer van gevoeli ge betekenis in dan uit de laconieke op voering van thans afgeleid kon worden. Wat Ensemble ervan gemaakt heeft, kan de vergelijking niet doorstaan met de su perieure prestaties die ik van het Neder lands Kamertoneel in Antwerpen heb ge zien, waarbij ik wel moet toegeven dat daarginds op zolder de omstandigheden voor deze confrontatie aanmerkelijk gun stiger waren dan in een normaal thea ter waar de intermezzo's al gauw opzet telijk aandoen en hun uitwerking missen. HOEVEEL BEWONDERING men ook moet hebben voor de lichte en toch ge nuanceerde toets, waarin Kees Brusse als „de patiënt" vrijwel de gehele avond aan het woord bleef, hij is zeker niet helemaal de geschikte acteur voor deze rol van symnathieke zonderling. De toon van iet wat nonchalant nadenkende verontschul diging werkte net iets te ontnuchterend. De geloofwaardigheid van het stuk be staat immers bij de gratie van rede in de waanzin. Die Hamlet-achtige dimensie, de behoefte aan bevrijding uit een obsessie, ontbrak totaal. Op zijn best maar dat was dan ook bijzonder goed was Kees Brusse als de conferencier, die de over gangen sprak „voor de paar ogenblikken die men nodig heeft om een ander mens te worden". Lo van Hensbergen had wisse lend succes als zijn over het algemeen aanvaardbare tegenspelers, achtereen volgens de dokter, de dorpse secretaris, de directeur van een verzekeringsmaat schappij, een satanische Italiaanse kroeg baas en een mummelende waaghals. De beste scènes waren die, waarin hij met droge humor uit het ongerijmde kon dui delijk maken, dat het om kwesties van ge weten ging. David Koning (Van onze correspondent in Parijs) De belangrijkste Franse letterkundige onderscheiding althans wat het commer ciële succes betreft de Prix Goncourt, is voor het eerst in de geschiedenis niet in de maand december, zoals de statuten voorschrijven, maar in november toegekend. De gelukkige winnaar, die van de jury slechts 5000 franken in de hand krijgt gedrukt, maar op percenten van zijn uitgever mag rekenen, die gemakkelijk een paar miljoen zullen belopen, is de 31-jarige André Schwarz-Bart, wiens bekroonde boek „Le dernier des justes" zijn eersteling is. De reden waarom de tien leden van de Académie Goncourt de datum met enkele weken hebben vervroegd, moet worden gezocht in het feit dat het bekend was ge worden dat een concurrerend litterair ge zelschap, de dames van de Prix Fémina, diat jaar dezelfde schrijver wilden bekro nen. Om deze wedloop van de dames te winnen is Schwarz-Bart nu wel al tot win naar van de Prix Goncourt uitgeroepen maar zal hij pas op 7 december zijn klei ne cheque in ontvangst kunnen nemen. Over het boek in kwestie is al veel te doen geweest en de schrijver is zelfs al van plagiaat beticht, een beschuldiging, waartegen hij zich, lijkt het, overtuigend heeft weten te verdedigen. André Schwarz-Bart is de zoon van een Joods echtpaar, dat in 1924 uit Polen naar Frank rijk emigreerde. In de laatste wereldoor log werden hij en zijn familie wegens hun afkomst opnieuw achtervolgd en de auteur was de enige van het gezin van zes kin deren, die aan het concentratiekamp en de gaskamer wist te ontkomen. Na de oor loog woonde Schawrz enige tijd in Angou- lême en vertrok vandaar als bankwerker naar Parijs. Hij was bezeten van detec tiveromans en las op een dag „Schuld en boete" van Dostojewski dat hem als be horend tot dit genre was aangeprezen. Het boek was een openbaring voor hem en hij besloot een middelbare studie te doorlopen. Na zijn staatsexamen liet hij zich aan de Sorbonne inschrijven. In zijn boek, waaraan hij vier jaar heeft gewerkt en dat vijf keer werd herschre ven, heeft Schwarz-Bart deze huivering wekkende persoonlijke ervaringen aange grepen als uitgangspunt voor een kroniek der Jodenvervolgingen en van de rassen haat, dié tot de elfde eeuw in de geschie denis teruggaat. „Le dernier des justes" is een aangrij pend document geworden, waarvan de litteraire verdiensten door de gezagheb bende critici evenwel nogal verschillend en over het algemeen zuinig beoordeeld wer- In het Voorlopig Verslag der Tweede Kamer over de begroting van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is de vraag gesteld of de nieuwsgierigheid van de mi nister naar de resultaten van het onder zoek in de afdelingen ten aanzien van de ontwerpen-Architectenwet en de Wet op de journalistieke verantwoordelijkheid wel geheel gerechtvaardigd is. Minister Cals heeft hierop geantwoord, van mening te zijn, dat een wezenlijk ele ment van het overleg van regering en Volksvertegenwoordiging daarin is gele gen, dat er bij deze partijen over en weer geen misverstanden bestaan over elkan ders opvattingen, in het bijzonder wat de behandeling van wetsontwerpen betreft. Hij heeft steeds de Kamers medegedeeld, wat hij voornemens te doen was ten aan zien van ingediende, aangekondigde of ge wenste wetsontwerpen. Hij meent dat het aan het overleg ten goede kan komen wanneer hij weet, of de Kamer voorne mens is bepaalde wetsontwerpen, die reeds geruime tijd bij haar berusten, al dan niet in (verdere) behandeling te ne men. Dit is wel in het bijzonder van toe passing op de wetsontwerpen Architec- tenwet en Journalistieke Verantwoorde lijkheid. De regering heeft in de afgelo pen jaren bij herhaling medegedeeld, dat zij over deze wetsontwerpen het Voorlo pig Verslag van de Tweede Kamer af wachtte. Dat wil niet zeggen, dat de mi nister bijzonder prijs zou stellen op de ver dere behandeling van deze wetsontwerpen. Het zou echter volgens de minister wei nig elegant zijn tegenover de Kamer, in dien hij intrekking van deze wetsontwer pen zou bevorderen op het ogenblik, dat er reeds een afdelingsonderzoek heeft plaatsgehad, waarvan alleen het verslag nog niet is uitgebracht. Het zou hem in derdaad aangenaam zijn te vernemen of de Kamer er nog prijs op stelt déze wet- ontwerpen verder te behandelen. Er zijn op dit terrein inmiddels nieuwe ontwikke lingen gaande, waartegenover de minis ter gaarne zijn standpunt wil bepalen, het geen hij bezwaarlijk kan doen, wanneer de aanhangige wetsontwerpen niet wor den ingetrokken. Uit de reactie op zijn opmerkingen meent hij te mogen aanne men, dat de Kamer geen bijzondere waar de aan het uitbrengen van het verslag over het gehouden afdelingsonderzoek hecht. Hij meent in dat geval het karakter van het overleg geen geweld aan te doen door te bevorderen, dat de beide wetsontwer pen worden ingetrokken. Ter gelegenheid van de ingebruikne ming van het nieuwe kantoor van Unile ver te Rotterdam heeft de raad van be stuur uit erkentelijkheid voor de mede werking die bij de bouw werd ondervon den van de heer J. C. Ebbinge Wubben, directeur van het Museum Boymans-Van Beuningen, een lunch aangeboden. De heer Sidney J. van den Bergh bood in een toespraak een door Charlotte van Pallandt vervaardigd bronzen beeld aan, dat een plaats zal krijgen op het terras van de tuin van het museum Boymans- Van Beuningen. Het stelt een zittende fi guur voor en is 105 cm. hoog. In de congreszalen van de Weense Hof- burg zal van 20 tot 22 november het derde jaarlijkse congres van de „Fondation Européene de la Culture" worden gehou den. Zaterdag zal prins Bernhard de Eras musprijs van dit jaar uitreiken aan het land, dat volgens het oordeel van de jury in bijzondere mate heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van het hedendaagse culturele leven. Verleden jaar werd deze onderscheiding voor de eerste maal aan Oostenrijk toegekend. Aan het congres gaat een werk-college vooraf, dat zaterdag werd geopend. den. Niettemin bereikte dit boek al voor de onderscheiding voor Frankrijk de res pectabele oplage van dertigduizend exem plaren, een cijfer, dat nu vermoedelijk vlot en snel verveelvoudigd zal kunnen worden. Schwarz-Bart kreeg zeven stemmen. Twee werden uitgebracht op „La belle Frangaise" van Albert Vidalie, een ging er naar „La plume et 1'ange" van Jacques Bens. De minister van Onderwijs schrijft aan de Tweede Kamer dat bij het nijverheids onderwijs voor jongens aan verschillen de scholen de behoefte wordt gevoeld aan de tewerkstelling van een moderator of een sociaal-pedagoog. Enkele schoolbesturen hebben hiertoe voorstellen ingediend. Daaruit blijkt echter dat zowel de taak omschrijving als de wijze van aanstelling en de keuze van de persoon, die met de werkzaamheden van moderator of so ciaal-pedagoog zou moeten worden belast, nog tal van vragen openlaten. Bovendien is het verlangen tot aanstelling van een mo derator of sociaal-pedagoog niet beperkt tot het nijverheidsonderwijs voor jon gens. Het bestaat ook bij andere onder wijssectoren. De minister is bereid te overwegen ten behoeve van de zeer grote scholen voor lager nijverheidsonderwijs voor jongens, waar, naar zijn oordeel, de behoefte aan een dergelijke functionaris zich het sterkst doet gevoelen, bij wijze van proef de aanstelling van een mode rator of sociaal-pedagoog mogelijk ma ken, mits diens werkzaamheden, duide lijk worden omschreven en zij er toe strek ken de school in staat te stellen haar opvoedkundige taak beter te vervullen. Bij het beruchte kruispunt van de weg BunschotenAmersfoort en de weg Eem- nesHoevelaken wilde de chauffeur van een autobus 'de autosnelweg oversteken. De bus was reeds halverwege op de weg toen uit de richting Eemnes een personen auto naderde. In volle vaart reed de wa gen, een kleine Duitse auto, tegen de bus. Van de inzittenden, de familie Weberkat uit Fulda (Did.), bestaande uit man, vrouw en twee kinderen, kwam de 47-jarige vrouw om het leven. De 47-jarige vader en een 15-jarige dochter werden zeer ern stig gewond. Een tweede dochtertje liep minder ernstig letsel op. Het Duitse gezin was op bezoek geweest bij de moeder van de vrouw, die in West- Friesland woont en die zeer ernstig ziek is. Tegelijk met de brigade van het konink lijke paleis Soestdijk en van die van het Loo bij Apeldoorn zijn de manschappen van het wapen der Koninklijke Marechaus see op Schiphol in nieuwe blauw-zwarte uniformen gestoken. Op het platform stonden gistermiddag de mannen in de oude khaki-uniformen, van wie de dienst om drie uur des middags afliep, in het gelid en naast hen waren de manschappen voor de avonddienst in hun nieuwe uniformen aangetreden. De nieuwe uitrusting bestaat uit een zwarte korte jas met hoge blauwe kraag, een nassau-blauwe en en blauwe pet met het distinctief van de springende granaat. Op de bovenmouw zijn de rangonderscheidingen aangebracht Alle manschappen van de marechaussee krijgen in de loop van 1960 de nieuwe uniform. Evenals in voorgaande jaren is voor het aanstaande winterseizoen weer een tijd vak aangewezen, waarbinnen de uitvoe ring van schilders- en stucadoorswerk- zaamheden aan het inwendige van wonin gen zal gelden als het aanbrengen van verbeteringen in de zin van de wet Groot boek Woningverbetering. Dit tijdvak loopt van 16 november 1959 tot en met 12 maart 1960. Voor de kosten, verbonden aan be doelde werkzaamheden uiteraard alleen in woningen die onder de wet Grootboek Woningverbetering vallen kan uitbeta ling worden verzocht van de op het groot boek gestorte gelden. Aanvragen dienen tijdig ingediend te worden op formulieren, die gratis bij de gemeentesecretarieën verkrijgbaar zijn. (Van onze Haagse redacteur) Vanochtend om vijf over acht is een forensentram van de H.T.M. op de Be- noordenhoutseweg in Den Haag met een enorme klap tegen een ander, uit drie wa gons bestaand tramstel gereden. Het voorbalkon van de motorwagen van de forensentram werd totaal ingedrukt, het achterste gedeelte van de laatste wagon van het tramstel werd eveneens gekraakt. De rails waren ter plaatse door mistaf- zetting zeer glad waardoor de forensen tram, ondanks krachtig remmen van de bestuurder doorgleed en zijn voorganger ramde. In de achterste wagen van het tramstel knapten zitbanken af en schoven ineen, terwijl de ruiten braken. Enkele passa giers werden door glasscherven gewond, anderen weer kregen builen en blauwe plekken. De bestuurder van de forensen tram moest met een shock weggevoerd worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 5