Motie-v. Liemt vraagt verhoging van subsidies voor het jeugdwerk w Wethouder Bakker: „College is niet uit op bevriezing van subsidies" oce IW Alleen P. v. d. A. boekte in Haarlem winst bij de Kamerverkiezingen Oplossing van gemeentelijke problemen ligt in Den Haag Géén „Bourgondische pracht" bij gemeente VAN DER GRINTEN DONDERDAG 19 NOVEMBER 1959 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 ALGEMENE BESCHOUWINGEN IN HAARLEMSE RAAD Urgentielijst Cijfermatig Circulaires Drie raadsleden geïnstalleerd Raad machtigt B. en W. tien miljoen te lenen KWARTAALBERICHT N.E.I. B. EN W. BEANTWOORDEN DE RAADSLEDEN Een kopie hoeft maar cent te kosten 105 - combine Gemeente Groningen koopt zelfportret van Verwey Inbraken opgehelderd In een over het algemeen op hoog peil staand debat heeft de Haarlemse gemeenteraad zich woensdagmiddag aan de behandeling van de ontwerp-gemeentebegroting voor 1960 gezet. De algemene beschouwingen culmineerden in een motie, die door de heer Van Liemt (K.V.P.) werd ingediend en die de steun kreeg van de gehele raad. In deze motie wordt de wenselijkheid uitgesproken dat de subsidie voor verschillende takken van jeugdwerk met in totaal 48.248 wordt verhoogd en waarin het college van B. en W. wordt uitgenodigd over deze kwestie met een pre-advies te komen, vóórdat het betreffende subsidiebesluit tijdens de be grotingsbehandeling aan de orde komt. Wethouder Bak ker verklaarde zich bereid de motie over te nemen, maar maakte bezwaar tegen een extra belasting van de begroting met genoemd bedrag. Liever wilde hij eerst trachten binnen het raam van de begroting een oplossing te vinden. De algemene beschouwingen kenmerkten zich voorts door een drietal tendenties. De voorzitters van de beide grote fracties, de heren Voogd (Arb.) en Van Liemt (K.V.P.) waarbij zich de heer Bovenkerk (P.S.P.) min of meer aan sloot, wensten ten aanzien van het verzorgingspeil en met name bij het subsidiebeleid niet uit de weg te gaan voor de door B. en W. nagestreefde fixatie van het begrotings tekort. De voorzitter van de grootste socialistische fractie kwam daarbij zelfs met een eigen urgentieprogram en de heer Van Liemt vroeg van B. en W. de garantie, dat zij het subsidiebeleid voor 1961 zouden trachten om te buigen. De heer Bettink (V.V.D.) daarentegen voelde meer voor verdergaande bezuinigingen, waar dat maar mogelijk was en de heer Spek (Prot. Chr.) nam een tussenstandpunt in: hij voelde alles voor de wensen van de heren Voogd en Van Liemt. maar wilde B. en W. steunen in hun streven het tekort te fixeren op bijna zes miljoen gulden. Alle sprekers waren zich ten volle bewust van de grote financiële moeilijkheden en het gebrek aan gemeentelijke autonomie, maar zij zagen de oplossing hiervan eerder in Den Haag dan aan het Prinsenhof liggen. De motie van de heer Van Liemt, die was mede-ondertekend door de heren Van der Veldt (K.V.P.), Voogd en Spek, was het logische gevolg van de door de heren Van Liemt en Voogd gevolgde ge- dachtengang en kwam, nadat de heer Spek had verklaard een hogere subsidie voor het jeugdwerk te zullen onderschrij ven. In de motie werd de wenselijkheid uitgesproken de volgende subsidies te verhogen, conform het unanieme advies van de commissie voor de Jeugdzaken: Nederlandse Jeugdgemeenschap met 29.600 tot 55.000; Stichting Club- en Buurthuizen met 3.848 tot 101.072; Haarlems Speeltuinverbond met 8.200 tot 61.200; Haarlemse Katholieke Ver eniging voor het Gezin met 3.350 tot 36.880 en Stichting Kindervakantiekam pen met ƒ3.250 tot 20.250. De motie spreekt verder uit, dat de raad begrip heeft voor de financiële moeilijkheden van de gemeente, maar meent dat aan ge noemde verhoging niet kan worden ontko men met het oog op de ernstige gevolgen voor de toekomst, die anders zouden ont staan. B. en W. wordt uitgenodigd met een pre-advies te komen. mr. J. G. Bettink (V.V.D.) De heer Bettink verklaarde geen be zwaar te hebben tegen het uitbrengen van pre-advies en de heer Bakker zei slechts bezwaren te hebben tegen een extra belas ting van de begroting. Hij wilde daarom eerst trachten binnen het raam van de begroting een oplossing te vinden. Met betrekking tot de door de heer Van Liemt gewenste ombuiging van het subsi diebeleid voor 1961 zei de wethouder, voor zichzelf sprekend: „Als het lukt een even wicht in de begroting te houden, komen er vanzelf meevallers. Deze gelden komen dan ter vrije beschikking. Ik geloof wel, dat dit er de oorzaak van kan zijn, dat het subsidiebeleid voor 1961 ruimer beke ken kan worden." De algemene beschouwingen werden in gezet door de heer Voogd (Arb.), die stelde, dat de belangrijkste taak van de gemeente daar is gelegen, waar zij het dichtst bij de bevolking staat en dat deze taak niet kan stilstaan bij een begrotings tekort van zes miljoen. Het was hem niet duidelijk waarom het voorzieningspeil ge fixeerd was door dit tekort. De subsidie blijft volgens hem niet gelijk, maar loopt relatief terug. Hij wees op het materiële karakter dat bepaalde immateriële voor zieningen hebben en betoogde dat van de ze laatste een stuk menselijk geluk en zelfs menselijke levens afhangen. „Wij be grijpen het streven om het tekort zoveel mogelijk te beperken tot zes miljoen, maar wij kunnen ons hiet niet aan houden. De heer Voogd diende een eigen urgen tielijst in, die acht punten omvatte. Ten aanzien van de eerstgenoemde vijf wens te de socialistische fractievoorzitter een gereedmaken van de plannen ervoor in het jaar 1960. Deze punten waren: vol tooiing van de rioolwaterzuiveringsinstal latie, het zwembad aan de Planetenlaan, een complex verpleeghuis voor bejaarden annex kindertehuis, het watersportproject en de aanleg van sportvelden. Ten aanzien van drie andere punten wenste de heer Voogd geen enkel uitstel en hij zou te de zen aanzien zo nodig moties indienen. Het waren: subsidie voor het jeugdwerk, de aanstelling van een adjunct-directeur voor het Frans Halsmuseum en het niet langer toepassen van het verhaalrecht. Voorts sneed de socialistische spreker nog een tweetal principiële zaken aan: de taak van overheid en de verzuiling. Ten aanzien van eerstgenoemd punt stelde hij, dat eigenlijk niet van een principieel punt kan worden gesproken. Hij noemde het on juist dat in een tijd van toenemende eco nomische welvaart de overheidstaken ver schrompelen en betoogde dat deze taak bij de gemeente daar ligt, waar zij het dichtst bij de bevolking staat. Samen met de be volking moet zij een aantal taken verrich- ten. De verzuilingsdebatten zijn langzamer hand traditioneel geworden in de Haar lemse raad. Tegenover de mening van de heer Voogd, dat het funest is dat een uit de verzuiling voortkomend automatisme W. van Liemt (K.V.P.) de samenwerking tussen de verschillende groeperingen bemoeilijkt, stonden de op vattingen van de heer Van Liemt, die zei dat zijn groep immer bereid is tot samen werking, al wenste hij de praktische con sequentie van verschillen van uitgangs punt bewaard te zien, en van de heer Spek. die diepgaand de kwestie besprekend tot de conclusie kwam, dat zijn groepering zich niet distancieerde maar vanuit haar eigen opvatting naar buiten sprak en werk te. „Verzuiling is geen isolement" meen de hij en: ,,'t Socialisme is eigenlijk ook een zuil." Hetgeen uiteraard weer door de heer Voogd werd ontkend. („Onze po litieke overtuiging wordt gevoed uit ver schillende bronnen"). De heer Van Liemt betoogde, dat de ontwerpregeling van de regering platoni sche waarde heeft, indien het rijk de ge meenten niet de middelen voor zelfstan digheid geeft. Hij verweet B. en W. een cijfermatige benadering van het begrotingsprobleem, tot uitdrukking komend in de stabilisatie van het tekort. Deze, zoals hij het noem de, „willekeurige stabilisatie" was voor hem onaanvaardbaar. „Financiële verant woordelijkheid? Akkoord. Maar onze ver antwoordelijkheid ten aanzien van de Haarlemse gemeenschap is zwaarder." Hij vroeg zich af, waarom het beleid op het meest sombere beeld is afgesteld en oefende critiek op het door B. en W. ge hanteerde begrip „onvermijdelijk". De overheidstaak zag hij direct en in direct. Het laatste door middel van sub sidiebeleid. De K.V.P.-spreker was van oordeel, dat in gevallen van nood de ge meenschap de eerste bijstand moet verle nen. Critiek oefende de heer Van Liemt ook op de wijze waarop B. en W. van de unanieme uitspraken van de commissies zijn afgeweken. Verschillende immaterië le zaken als bijvoorbeeld gezondheidszorg en sport hebben een preventief karakter. Hij zei de bevriezing van het begrotings tekort moeilijk te kunnen verteren. De heren Bettink (V.V.D.) wenste, dat Haarlem soberheid zou betrachten. Hij toonde begrip voor de onmogelijkheid een tekort van zes miljoen door bezuinigingen weg te werken, maar meende wel dat hier en daar bezuinigd kon worden, waar door het tekort belangrijk lager zou wor den. Hij betreurde het dat vele grote ob jecten onmogelijk kunnen worden verwe zenlijkt. Overigens waarschuwde hij de gemeente ervoor niet te veel taken tot zich te trekken, maar ook ruimte te laten aan het particulier initiatief Activiteiten '■i- mm drs. H. Bovenkerk (P.S.P.) moeten naar zijn mening zoveel mogelijk door gemeenschapszin worden ontplooid. De heer Bettink toonde zich over het al gemeen geen voorstander van een verho ging van de subsidies: „Als er geen geld is kunnen wij het niet uitgeven." Het voor zieningspeil stak volgens hem niet ongun stig af bij andere gemeenten. Tot slot pleitte hij voor de belangen van Haarlem als centrumgemeente. De heer Spek (Prot. Chr.) ging diep in op de kwestie van de financiële verhou dingen rijk-gemeenten. De staatsrechte lijke positie van de gemeenten wordt on mogelijk, vond hij, als men bij het lenen Bank voor Nederlandse Gemeenten nodig heeft. Hij betreurde het uitermate dat een be leid moet worden gevoerd, alsof „we in de ergste crisistijd leven", terwijl het eco nomische leven een redelijke welvaart biedt. Ernstige critiek uitte de heer Spek op het „regeren door circulaires", waar door de gemeenteraden het karakter van „levende organismen" dreigen te verlie zen. Overigens zei de Prot. Chr.-fractie- voorzitter respect te hebben voor de po gingen van B. en W. het tekort te hand haven. Hij stond achter de wensen van de heren Van Liemt en Voogd, maar zei van hen niet gehoord te hebben waar het be nodigde geld te vinden is. De huidige ontwikkeling die voorzienin gen eist, maakt, dat de taak van B. en W. thans in Den Haag ligt. Een warm plei dooi stak de heer Spek voor het jeugd werk af en in het bijzonder voor het werk van de Stichting Kindervakantiekampen. Hiervoor zou hij gaarne een hogere sub sidie zien. In het algemeen wilde de heer Spek rekening houden met de financiële mogelijkheden, waardoor het noodzakelijk is bepaalde beperkingen op te leggen. De heer Bovenkerk (P.S.P.) ten slotte was van oordeel, dat het geld er wel is. Er is alom welvaart, luxe en hoog conjunctuur en dat de gemeenten hier niet van meeprofiteren komt door een kort zichtig regeringsbeleid. De overheid behoort de toenemende wel vaartsinkomsten te brengen daar, waar zij horen: bij het werk ten algemenen nutte. Het beheer van het rijk noemde de heer Bovenkerk niet alleen dom, maar ook duur. Hij had nooit iets gemerkt van over dreven geldsmijterij, maar wel, dat fi nanciële overwegingen er de reden van zijn dat vele voorzieningen op een peute rige wijze geschieden. „Het zou van een gebrek aan verantwoordelijkheidszin ge tuigen, als wij geen begrotingstekort had den". qO naar»! Op verschillende kleinere wensen van de sprekers komen wij terug bij de be spreking van het antwoord van B. en W. Tot slot vermelden wij, dat alle sprekers dank en hulde hebben gebracht aan het college van B. en W., aan de ambtenaren en de stenografen. De heer Proper (Comm, was door ziekte verhinderd aan wezig te zijn, zodat de communistische stem niet kon worden gehoord. D. Rookhuiszen (Arb.) Aan het begin van de begrotingsverga dering van de Haarlemse raad werden P. J. Steijaart (P.S.P.) woensdagmiddag drie nieuwe raadsleden geïnstalleerd. Het waren de heren D. Rookhuiszen W. J. Waaning (V.V.D.) (Arb.), W. J. Waaning (V.V.D.) en P. J. Steijaart (P.S.P.), waarvan wij de levens lopen reeds eerder vermeldden. Na een korte besloten vergadering machtigde de Haarlemse raad woensdag middag B. en W. tien miljoen gulden te lenen ter verkrijging van de nodige finan cieringsmiddelen voor de consolidatie van de vlottende schuld, alsmede ten behoeve van de financiering van nieuwe kapitaals uitgaven. In het kwartaalbericht van de gemeente Haarlem, samengesteld door het Neder lands Economisch Instituut is een hoofd stuk gewijd aan de verkiezing van de le den voor de Tweede Kamer in maart van dit jaar. Wanneer men de resultaten per partij van de verkiezingen in 1959 verge lijkt met die in vorige jaren dan blijkt, dat de Partij van de Arbeid na de verliezen in 1958 weer terrein herwonnen heeft. (36,5 percent in 1959 tegen 32,9 percent in 1958). Het percentage stemmen ten gunste van de VVD is gedaald tot hetzelfde per centage als behaald bij de Statenverkie zing 1958 (14.9 percent). De CPN is, ook indien men de Bruggroep erbij telt, nog verder gedaald. Ook de CHU en de ARP ondervonden een lichte teruggang evenals de PSP. Het percentage behaald door de Boeren partij (1,2) was in 1959 even hoog als het percentage van de „overige" partijen in 1956 samen (Nationale Unie (0,8) en Ne derlandse Oppositie Unie (0,4). Indien men het aantal uitgebrachte stemmen uitdrukt in een percentage van het totaal aantal kiezers, dan blijkt dit percentage van jaar tot jaar kleiner te worden, zij het ook dat de daling zeer gering is: Tweede Kamer 1956 94,95 Prov. Staten 1958 94,33 Gemeenteraad 1958 94,27 Tweede Kamer 1959 94,03 Een verklaring voor deze daling is niet eenvoudig te vinden. Het verschil tussen het aantal kiezers en het aantal uitge brachte stemmen wordt beïnvloed door factoren als niet-opkomen met het oog op ziekte, uitstedigheid, e.d. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de elders stemmenden en bij volmacht stemmenden. Het aantal blanco en andere ongeldige stemmen wisselt van verkiezing tot ver kiezing. Het verschil tussen blanco en andere ongeldige stemmen is evenwel niet van dien aard, dat er bepaalde conclu sies aan verbonden kunnen worden. Voorts blijkt, dat de P. v. d. A. in alle stadswijken in stemmenpercentage is toe genomen. De uitslag per buurt van de gemeenteraadsverkiezing in 1958 is 100. De toeneming was het grootst in de volgende buurten: Centrum (115), Patrimonium (116) en in de buurt Zijlweg West (114). De toeneming was het geringst in de buurt: Zijlweg Oost (107), de Leidsevaart- buurt (106) en in het Ramplaankwartier (107). Grote verschillen met het gemiddelde van de gehele stad komen dus niet voor. De KVP is in stemmenpercentage iets teruggegaan in de gemeente als geheel, terwijl in sommige stadswijken een kleine toeneming is te constateren. Het percen tage is toegenomen in de volgende buur ten: Zijlweg Oost (101), Sinnevelt (102), Haarlemmerhoutkwartier (104), Delftwijk (102) en Spaarndam (102). De teruggang was het grootst in de Leidsebuurt (92), Waarder-Harmenjans- en Oudeweg (87). Vergelijking van de stembusresultaten van A.R.P. en C.H.U. met de gemeente raadsverkiezing was niet mogelijk, omdat deze partijen toen met de S.G.P. een ge combineerde lijs't hadden. Daarom zijn de cijfers van de Tweede-Kamerverkiezing ook gecombineerd en aldus vergelijkbaar gemaakt. Evenals bij de K.V.P. zijn ook hier niet in alle buurten dalingen te con stateren. Gestegen zijn de indices in de volgende buurten: Zijlweg Oost (103), Kleverpark (101), Sinnevelt (101), Haar- Bij de beantwoording van de algemene en financiële beschouwingen wees wet houder Bakker op het principe van de anticyclische begroting: zoveel mogelijk bewaren in tyden van voorspoed om zo veel mogelijk te hebben in tijden van een dalende conjunctuur. De wethouder ont kende, dat het beleid van B. en W. ge richt is op een bevriezing van het tekort. Uit de ingediende nota van wijzigingen blijkt, dat het tekort is afgenomen tot 5.4 miljoen gulden. „Wij stellen prijs op het behoud van onze autonomie en zelfstan digheid. Het doorgaan op de weg van de centraliteitsgedachte van de rijksover heid betekent het verlies van een groot goed", aldus de heer Bakker, die stelde dat B. en W. een stijging van het tekort willen trachten te voorkomen. De wethou der had begrip voor de geuite wensen, maar herinnerde de raad eraan, dat men afhankelijk is van hogere organen, te be ginnen bij Gedeputeerde Staten, die zelfs de begroting voor 1959 nog niet eens had den goedgekeurd. Als Haarlem zou doen, waar het op financieel gebied zin in had, zou het vertrouwen van G.S. en Den Haag geschaad worden. B. en W. zouden het heel ernstig vinden als dit zou gebeuren. B. en W. zijn er niet op uit geweest de subsidies te bevriezen. Dit blijkt wel. al dus de heer Bakker, uit het feit dat sommi ge subsidies zijn verhoogd, in totaal met 180.000. Ook het tekort is niet „bevro ren": dit nam toe met acht ton. Eveneens ontkende de wethouder, dat B. en W. al leen maar „cijfermatig" hebben gedacht. „Besturen is kiezen en wij moeten steeds opnieuw kiezen. De behoeften van Haar lem belopen een bedrag van 400 miljoen gulden en het is ondenkbaar, dat dit kah worden opgebracht. „Wij moeten eerst de structurele tekorten wegwerken, zodat wij bij de nieuwe financiële verhouding tussen rijk en gemeenten, op een nulpunt kunnen beginnen." De wethouder sprak als zijn hoop uit, dat de Tweede Kamer nog iets aan het wetsontwerp zou kunnen doen. Te vens zou moeten worden afgewacht of de geprojecteerde „verfijningen" fijn of grof zouden worden toegepast. De heer Bakker ontkende de aanwezig heid van iets wat ook maar enigszins leek van geld ook nog de toestemming van de op een „Bourgondische pracht" bij de ge- Wethouder W. C. Bakker meenten. „Laten degenen, die dit woord hebben gebruikt maar eens in Haarlem komen kijken". In antwoord op vragen van de heer Spek deelde de wethouder mee, dat de gedach ten van het college ten aanzien van het to taal van de urgentiewerken gaan in de richting van een bespreking met G.S. en Binnenlandse Zaken. De heer Voogd kreeg ten antwoord dat de kwestie van een ver hoging van de subsidie aan de Stichting Financiële Hulp aan Studerenden nog in onderzoek is en dat de kwestie van tarie ven naar draagkracht nog eens in de com missie van Financiën zou worden ge bracht. De heren Bettink en Spek verna men dat ten aanzien van de kredietbewa king één keer in de twee maanden een na calculatie wordt verricht. Het vraagstuk van de provinciale steun inzake de krankzinnigenverpleging is nog niet afgehandeld. Er is een brief bij G.S. en „misschien komt er nog iets van te recht". Een investeringsplan komt te zij ner tijd bij de commissies. De voorzitter, burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers, antwoordde de heren Voogd en Spek, dat de kwestie van de verhoging van de wethouderssalarissen eerst zal worden besproken met de frac tieleiders, voordat er nadere mededelin gen over zullen komen. De heer Voogd ver nam dat B. en W van plan zijn om met een nota te komen over het probleem van de burgerzin. Contact niet pers De heren Van Liemt. Voogd, Spek en Bettink hoorden, dat B. en W. geen voor lichtingsambtenaar wensten aan te stel len. Wel zal het college een contact met de pers zoveel mogelijk bevorderen. Mis schien kan men komen tot een periodiek contact. Wethouder Happé zei in dit ver band nog, dat B. en W. het initiatief zullen nemen belangrijke mededelingen voor de bevolking irt meerdere mate aan de pers te zullen verstrekken. Overigens stelde hij de vrijheid van de pers op hoge prijs, evenals het initiatief van kranten om tot nader contact te komen. De heer Van Liemt mocht vernemen, dat het vraag stuk van een stijlvolle herdenking van de vierde mei nog eens bekeken zal worden. Wethouder Happé deelde verscheide ne sprekers mee, dat binnenkort een rap port zal verschijnen over wat er gedaan is aan de vernieuwingen van riolen en wat er nog gedaan moet worden. Het werk zal in versneld tempo worden voortgezet. De heren Voogd. Bettink en Spek kregen op nieuw te horen, dat voor het zwembad aan de Planetenlaan vermoedelijk geen rijksgoedkeuring mag worden verwacht. Aan de heer Van Liemt werd toegezegd, dat bij nieuwbouw zoveel mogelijk zal wor den gestreefd naar een gelijktijdige straataanleg. B. en W. zullen trachten een overzicht van de behoefte aan sportvelden te geven. Wat de inventarisatie van plannen be treft, dit is een zaak van de raad, aldus de wethouder, die toezegde dat gezocht zal worden naar een vorm van overleg. Wethouder Geluk zegde binnenkort een voorstel tot de bouw van een bad- mintonhal toe. al is gebleken, dat de be langhebbenden niet voldoende geld heb ben kunnen bijeenbrengen. Met de heer Voogd was de wethouder van mening, dat de subsidie aan de Stichting Financiële Hulp aan Studerenden moest worden ver hoogd, aangezien de stichting anders in moeilijkheden komt. Mevrouw Scheltema-Conradi stelde, dat de begrenzing van de over heidstaak één van de belangrijkste en moeilijkste beleidsvragen is en dat de overheidstaak belangrijk is door haar doelmatigheid in de eerste plaats en niet door haar omvang. Wethouder Schippers tenslotte zei in antwoord op een opmerking van de heer Voogd, dat naar zijn mening de gemeente op het ogenblik nog geen medewerking kan geven aan rijksplannen voor indus- triespreiding. De plaats van vestiging is naar zijn mening in de eerste instantie een zaak van de ondernemers zelf. lemmerhoutkwartier (102) en Zijlweg West (126). De grootste dalingen kwamen voor in de Indischebuurt Noord (85), de Waar der-Harmenjans- en Oudeweg (83), Om geving Spaarnwouderstraat (84), Delftwijk (85) én Spaarndam (80), zodat de schom melingen bij deze groep partijen groter is dan bij Pjv.d.A. en K.V.P. De index van de V.V.D. daalde voor de gehele gemeente tot 87, en deze daling heeft zich in alle buurten voorgedaan. De indices zijn het minst gedaald in de buur ten: Bomenbuurt (94), Omgeving Dietsveld (95), Omgeving Kleine Houtweg (96) en Ramplaankwartier (98). De sterkste da lingen deden zich voor in de Amsterdam- sebuurt (75), Indischebuurt Noord (76), Delftwijk (75) en Spaarndam (75). De index voor de gehele gemeente daal de bij de C.P.N. alleen tot 67. Telt men evenwel de stemmen behaald door de bei de communistische partijen bij elkaar dan wordt de index voor deze combinatie 87. Het minst gedaald of zelfs gestegen is de index voor de communistische partijen samen in de volgende buurten: Patrimo- niumbuurt (105), Haarlemmerhoutkwar tier (112), Waarder-Harmenjans- en Oude weg (96) en Slachthuisbuurt (95). (De stij ging is, ondanks de hoge index in het Haarlemmerhoutkwartier zeer gering, na melijk van 0,8 percent tot 0,9 percent). De verliezen waren volgens de indices het grootst in de buurten: Stationsbuurt (57), Spaarndam (61) en Sinnevelt (0). De meeste verschuivingen in de percen tages per buurt zijn zo gering, dat er geen speciale verklaring voor te vinden is. Een uitzondering vormen hierop Delftwijk en Sinnevelt, waar uiteraard iedere verkie zing verschuivingen zal brengen, zolang deze stadsuitbreidingen nog niet volledig gerealiseerd zijn. Advertentie 4 op aanvraag wordt de folder „Maak het u lichter - Tover met licht" u graag toegezonden door: N.V. Wed. J. Ah rend Zoon N.V. Bllkman Sartorius en door de fabrikant: Chemieche Fabriek L. van der Grinten N.V. te Venlo of haar servicekantoor Statenlaan 126, Den Haag VENLO DEN HAAG De gemeente Groningen heeft van Kees Verwey het zelfportret-1957 aangekocht ter plaatsing in het museum van Oudhe den voor Provincie en Stad Groningen. Het werk behoorde tot de expositie, die Kees Verwey van 10 oktober tot 10 novem ber in het Groninger Museum heeft gehou den. De Haarlemse politie heeft een 32-jari- ge los-arbeider uit Haarlem aangehouden die bekend heeft in het afgelopen week einde op verscheidene plaatsen in Haar lem ingebroken te hebben, namelijk in een kantoor aan de Zijlweg, een zaak aan de Kinderhuissingel, in een school aan de Nico v. d. Laanstraat en in Stoop's Bad in Overveen. Tevens gaf de man, die een goede bekende van de politie is, toe een poging tot inbraak gedaan te hebben in Heemstede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 5