Motie-v. Liemt vraagt verhoging van
subsidies voor het jeugdwerk
w
Wethouder Bakker: „College is niet
uit op bevriezing van subsidies"
oce
IW
Alleen P. v. d. A. boekte in Haarlem
winst bij de Kamerverkiezingen
Oplossing van gemeentelijke
problemen ligt in Den Haag
Géén „Bourgondische
pracht" bij gemeente
VAN DER GRINTEN
DONDERDAG 19 NOVEMBER 1959
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
ALGEMENE BESCHOUWINGEN IN HAARLEMSE RAAD
Urgentielijst
Cijfermatig
Circulaires
Drie raadsleden
geïnstalleerd
Raad machtigt B. en W.
tien miljoen te lenen
KWARTAALBERICHT N.E.I.
B. EN W. BEANTWOORDEN DE RAADSLEDEN
Een
kopie
hoeft
maar
cent
te kosten
105 - combine
Gemeente Groningen koopt
zelfportret van Verwey
Inbraken opgehelderd
In een over het algemeen op hoog peil staand debat heeft
de Haarlemse gemeenteraad zich woensdagmiddag aan de
behandeling van de ontwerp-gemeentebegroting voor 1960
gezet. De algemene beschouwingen culmineerden in een
motie, die door de heer Van Liemt (K.V.P.) werd ingediend
en die de steun kreeg van de gehele raad. In deze motie
wordt de wenselijkheid uitgesproken dat de subsidie voor
verschillende takken van jeugdwerk met in totaal 48.248
wordt verhoogd en waarin het college van B. en W. wordt
uitgenodigd over deze kwestie met een pre-advies te komen,
vóórdat het betreffende subsidiebesluit tijdens de be
grotingsbehandeling aan de orde komt. Wethouder Bak
ker verklaarde zich bereid de motie over te nemen, maar
maakte bezwaar tegen een extra belasting van de begroting
met genoemd bedrag. Liever wilde hij eerst trachten binnen
het raam van de begroting een oplossing te vinden.
De algemene beschouwingen kenmerkten zich voorts door
een drietal tendenties. De voorzitters van de beide grote
fracties, de heren Voogd (Arb.) en Van Liemt (K.V.P.)
waarbij zich de heer Bovenkerk (P.S.P.) min of meer aan
sloot, wensten ten aanzien van het verzorgingspeil en met
name bij het subsidiebeleid niet uit de weg te gaan voor
de door B. en W. nagestreefde fixatie van het begrotings
tekort. De voorzitter van de grootste socialistische fractie
kwam daarbij zelfs met een eigen urgentieprogram en de
heer Van Liemt vroeg van B. en W. de garantie, dat zij het
subsidiebeleid voor 1961 zouden trachten om te buigen.
De heer Bettink (V.V.D.) daarentegen voelde meer voor
verdergaande bezuinigingen, waar dat maar mogelijk was
en de heer Spek (Prot. Chr.) nam een tussenstandpunt in:
hij voelde alles voor de wensen van de heren Voogd en
Van Liemt. maar wilde B. en W. steunen in hun streven
het tekort te fixeren op bijna zes miljoen gulden. Alle
sprekers waren zich ten volle bewust van de grote financiële
moeilijkheden en het gebrek aan gemeentelijke autonomie,
maar zij zagen de oplossing hiervan eerder in Den Haag
dan aan het Prinsenhof liggen.
De motie van de heer Van Liemt,
die was mede-ondertekend door de heren
Van der Veldt (K.V.P.), Voogd en Spek,
was het logische gevolg van de door de
heren Van Liemt en Voogd gevolgde ge-
dachtengang en kwam, nadat de heer
Spek had verklaard een hogere subsidie
voor het jeugdwerk te zullen onderschrij
ven. In de motie werd de wenselijkheid
uitgesproken de volgende subsidies te
verhogen, conform het unanieme advies
van de commissie voor de Jeugdzaken:
Nederlandse Jeugdgemeenschap met
29.600 tot 55.000; Stichting Club- en
Buurthuizen met 3.848 tot 101.072;
Haarlems Speeltuinverbond met 8.200
tot 61.200; Haarlemse Katholieke Ver
eniging voor het Gezin met 3.350 tot
36.880 en Stichting Kindervakantiekam
pen met ƒ3.250 tot 20.250. De motie
spreekt verder uit, dat de raad begrip
heeft voor de financiële moeilijkheden van
de gemeente, maar meent dat aan ge
noemde verhoging niet kan worden ontko
men met het oog op de ernstige gevolgen
voor de toekomst, die anders zouden ont
staan. B. en W. wordt uitgenodigd met een
pre-advies te komen.
mr. J. G. Bettink (V.V.D.)
De heer Bettink verklaarde geen be
zwaar te hebben tegen het uitbrengen van
pre-advies en de heer Bakker zei slechts
bezwaren te hebben tegen een extra belas
ting van de begroting. Hij wilde daarom
eerst trachten binnen het raam van de
begroting een oplossing te vinden.
Met betrekking tot de door de heer Van
Liemt gewenste ombuiging van het subsi
diebeleid voor 1961 zei de wethouder, voor
zichzelf sprekend: „Als het lukt een even
wicht in de begroting te houden, komen er
vanzelf meevallers. Deze gelden komen
dan ter vrije beschikking. Ik geloof wel,
dat dit er de oorzaak van kan zijn, dat
het subsidiebeleid voor 1961 ruimer beke
ken kan worden."
De algemene beschouwingen werden in
gezet door de heer Voogd (Arb.), die
stelde, dat de belangrijkste taak van de
gemeente daar is gelegen, waar zij het
dichtst bij de bevolking staat en dat deze
taak niet kan stilstaan bij een begrotings
tekort van zes miljoen. Het was hem niet
duidelijk waarom het voorzieningspeil ge
fixeerd was door dit tekort. De subsidie
blijft volgens hem niet gelijk, maar loopt
relatief terug. Hij wees op het materiële
karakter dat bepaalde immateriële voor
zieningen hebben en betoogde dat van de
ze laatste een stuk menselijk geluk en
zelfs menselijke levens afhangen. „Wij be
grijpen het streven om het tekort zoveel
mogelijk te beperken tot zes miljoen, maar
wij kunnen ons hiet niet aan houden.
De heer Voogd diende een eigen urgen
tielijst in, die acht punten omvatte. Ten
aanzien van de eerstgenoemde vijf wens
te de socialistische fractievoorzitter een
gereedmaken van de plannen ervoor in
het jaar 1960. Deze punten waren: vol
tooiing van de rioolwaterzuiveringsinstal
latie, het zwembad aan de Planetenlaan,
een complex verpleeghuis voor bejaarden
annex kindertehuis, het watersportproject
en de aanleg van sportvelden. Ten aanzien
van drie andere punten wenste de heer
Voogd geen enkel uitstel en hij zou te de
zen aanzien zo nodig moties indienen. Het
waren: subsidie voor het jeugdwerk, de
aanstelling van een adjunct-directeur voor
het Frans Halsmuseum en het niet langer
toepassen van het verhaalrecht.
Voorts sneed de socialistische spreker
nog een tweetal principiële zaken aan:
de taak van overheid en de verzuiling. Ten
aanzien van eerstgenoemd punt stelde hij,
dat eigenlijk niet van een principieel punt
kan worden gesproken. Hij noemde het on
juist dat in een tijd van toenemende eco
nomische welvaart de overheidstaken ver
schrompelen en betoogde dat deze taak bij
de gemeente daar ligt, waar zij het dichtst
bij de bevolking staat. Samen met de be
volking moet zij een aantal taken verrich-
ten.
De verzuilingsdebatten zijn langzamer
hand traditioneel geworden in de Haar
lemse raad. Tegenover de mening van de
heer Voogd, dat het funest is dat een uit
de verzuiling voortkomend automatisme
W. van Liemt (K.V.P.)
de samenwerking tussen de verschillende
groeperingen bemoeilijkt, stonden de op
vattingen van de heer Van Liemt, die zei
dat zijn groep immer bereid is tot samen
werking, al wenste hij de praktische con
sequentie van verschillen van uitgangs
punt bewaard te zien, en van de heer Spek.
die diepgaand de kwestie besprekend tot
de conclusie kwam, dat zijn groepering
zich niet distancieerde maar vanuit haar
eigen opvatting naar buiten sprak en werk
te. „Verzuiling is geen isolement" meen
de hij en: ,,'t Socialisme is eigenlijk ook
een zuil." Hetgeen uiteraard weer door
de heer Voogd werd ontkend. („Onze po
litieke overtuiging wordt gevoed uit ver
schillende bronnen").
De heer Van Liemt betoogde, dat de
ontwerpregeling van de regering platoni
sche waarde heeft, indien het rijk de ge
meenten niet de middelen voor zelfstan
digheid geeft.
Hij verweet B. en W. een cijfermatige
benadering van het begrotingsprobleem,
tot uitdrukking komend in de stabilisatie
van het tekort. Deze, zoals hij het noem
de, „willekeurige stabilisatie" was voor
hem onaanvaardbaar. „Financiële verant
woordelijkheid? Akkoord. Maar onze ver
antwoordelijkheid ten aanzien van de
Haarlemse gemeenschap is zwaarder."
Hij vroeg zich af, waarom het beleid op
het meest sombere beeld is afgesteld en
oefende critiek op het door B. en W. ge
hanteerde begrip „onvermijdelijk".
De overheidstaak zag hij direct en in
direct. Het laatste door middel van sub
sidiebeleid. De K.V.P.-spreker was van
oordeel, dat in gevallen van nood de ge
meenschap de eerste bijstand moet verle
nen. Critiek oefende de heer Van Liemt
ook op de wijze waarop B. en W. van de
unanieme uitspraken van de commissies
zijn afgeweken. Verschillende immaterië
le zaken als bijvoorbeeld gezondheidszorg
en sport hebben een preventief karakter.
Hij zei de bevriezing van het begrotings
tekort moeilijk te kunnen verteren.
De heren Bettink (V.V.D.) wenste,
dat Haarlem soberheid zou betrachten. Hij
toonde begrip voor de onmogelijkheid een
tekort van zes miljoen door bezuinigingen
weg te werken, maar meende wel dat
hier en daar bezuinigd kon worden, waar
door het tekort belangrijk lager zou wor
den. Hij betreurde het dat vele grote ob
jecten onmogelijk kunnen worden verwe
zenlijkt. Overigens waarschuwde hij de
gemeente ervoor niet te veel taken tot
zich te trekken, maar ook ruimte te laten
aan het particulier initiatief Activiteiten
'■i-
mm
drs. H. Bovenkerk (P.S.P.)
moeten naar zijn mening zoveel mogelijk
door gemeenschapszin worden ontplooid.
De heer Bettink toonde zich over het al
gemeen geen voorstander van een verho
ging van de subsidies: „Als er geen geld
is kunnen wij het niet uitgeven." Het voor
zieningspeil stak volgens hem niet ongun
stig af bij andere gemeenten. Tot slot
pleitte hij voor de belangen van Haarlem
als centrumgemeente.
De heer Spek (Prot. Chr.) ging diep in
op de kwestie van de financiële verhou
dingen rijk-gemeenten. De staatsrechte
lijke positie van de gemeenten wordt on
mogelijk, vond hij, als men bij het lenen
Bank voor Nederlandse Gemeenten nodig
heeft.
Hij betreurde het uitermate dat een be
leid moet worden gevoerd, alsof „we in
de ergste crisistijd leven", terwijl het eco
nomische leven een redelijke welvaart
biedt. Ernstige critiek uitte de heer Spek
op het „regeren door circulaires", waar
door de gemeenteraden het karakter van
„levende organismen" dreigen te verlie
zen. Overigens zei de Prot. Chr.-fractie-
voorzitter respect te hebben voor de po
gingen van B. en W. het tekort te hand
haven. Hij stond achter de wensen van de
heren Van Liemt en Voogd, maar zei van
hen niet gehoord te hebben waar het be
nodigde geld te vinden is.
De huidige ontwikkeling die voorzienin
gen eist, maakt, dat de taak van B. en W.
thans in Den Haag ligt. Een warm plei
dooi stak de heer Spek voor het jeugd
werk af en in het bijzonder voor het werk
van de Stichting Kindervakantiekampen.
Hiervoor zou hij gaarne een hogere sub
sidie zien. In het algemeen wilde de heer
Spek rekening houden met de financiële
mogelijkheden, waardoor het noodzakelijk
is bepaalde beperkingen op te leggen.
De heer Bovenkerk (P.S.P.) ten
slotte was van oordeel, dat het geld er
wel is. Er is alom welvaart, luxe en hoog
conjunctuur en dat de gemeenten hier niet
van meeprofiteren komt door een kort
zichtig regeringsbeleid.
De overheid behoort de toenemende wel
vaartsinkomsten te brengen daar, waar
zij horen: bij het werk ten algemenen nutte.
Het beheer van het rijk noemde de heer
Bovenkerk niet alleen dom, maar ook
duur. Hij had nooit iets gemerkt van over
dreven geldsmijterij, maar wel, dat fi
nanciële overwegingen er de reden van
zijn dat vele voorzieningen op een peute
rige wijze geschieden. „Het zou van een
gebrek aan verantwoordelijkheidszin ge
tuigen, als wij geen begrotingstekort had
den". qO naar»!
Op verschillende kleinere wensen van
de sprekers komen wij terug bij de be
spreking van het antwoord van B. en W.
Tot slot vermelden wij, dat alle sprekers
dank en hulde hebben gebracht aan het
college van B. en W., aan de ambtenaren
en de stenografen. De heer Proper
(Comm, was door ziekte verhinderd aan
wezig te zijn, zodat de communistische
stem niet kon worden gehoord.
D. Rookhuiszen (Arb.)
Aan het begin van de begrotingsverga
dering van de Haarlemse raad werden
P. J. Steijaart (P.S.P.)
woensdagmiddag drie nieuwe raadsleden
geïnstalleerd.
Het waren de heren D. Rookhuiszen
W. J. Waaning (V.V.D.)
(Arb.), W. J. Waaning (V.V.D.) en P. J.
Steijaart (P.S.P.), waarvan wij de levens
lopen reeds eerder vermeldden.
Na een korte besloten vergadering
machtigde de Haarlemse raad woensdag
middag B. en W. tien miljoen gulden te
lenen ter verkrijging van de nodige finan
cieringsmiddelen voor de consolidatie van
de vlottende schuld, alsmede ten behoeve
van de financiering van nieuwe kapitaals
uitgaven.
In het kwartaalbericht van de gemeente
Haarlem, samengesteld door het Neder
lands Economisch Instituut is een hoofd
stuk gewijd aan de verkiezing van de le
den voor de Tweede Kamer in maart van
dit jaar. Wanneer men de resultaten per
partij van de verkiezingen in 1959 verge
lijkt met die in vorige jaren dan blijkt,
dat de Partij van de Arbeid na de verliezen
in 1958 weer terrein herwonnen heeft.
(36,5 percent in 1959 tegen 32,9 percent in
1958). Het percentage stemmen ten gunste
van de VVD is gedaald tot hetzelfde per
centage als behaald bij de Statenverkie
zing 1958 (14.9 percent). De CPN is, ook
indien men de Bruggroep erbij telt, nog
verder gedaald. Ook de CHU en de ARP
ondervonden een lichte teruggang evenals
de PSP.
Het percentage behaald door de Boeren
partij (1,2) was in 1959 even hoog als het
percentage van de „overige" partijen in
1956 samen (Nationale Unie (0,8) en Ne
derlandse Oppositie Unie (0,4).
Indien men het aantal uitgebrachte
stemmen uitdrukt in een percentage van
het totaal aantal kiezers, dan blijkt dit
percentage van jaar tot jaar kleiner te
worden, zij het ook dat de daling zeer
gering is:
Tweede Kamer 1956 94,95
Prov. Staten 1958 94,33
Gemeenteraad 1958 94,27
Tweede Kamer 1959 94,03
Een verklaring voor deze daling is niet
eenvoudig te vinden. Het verschil tussen
het aantal kiezers en het aantal uitge
brachte stemmen wordt beïnvloed door
factoren als niet-opkomen met het oog op
ziekte, uitstedigheid, e.d. Daarnaast moet
rekening worden gehouden met de elders
stemmenden en bij volmacht stemmenden.
Het aantal blanco en andere ongeldige
stemmen wisselt van verkiezing tot ver
kiezing. Het verschil tussen blanco en
andere ongeldige stemmen is evenwel niet
van dien aard, dat er bepaalde conclu
sies aan verbonden kunnen worden.
Voorts blijkt, dat de P. v. d. A. in alle
stadswijken in stemmenpercentage is toe
genomen. De uitslag per buurt van de
gemeenteraadsverkiezing in 1958 is 100. De
toeneming was het grootst in de volgende
buurten:
Centrum (115), Patrimonium (116) en in
de buurt Zijlweg West (114).
De toeneming was het geringst in de
buurt: Zijlweg Oost (107), de Leidsevaart-
buurt (106) en in het Ramplaankwartier
(107).
Grote verschillen met het gemiddelde
van de gehele stad komen dus niet voor.
De KVP is in stemmenpercentage iets
teruggegaan in de gemeente als geheel,
terwijl in sommige stadswijken een kleine
toeneming is te constateren. Het percen
tage is toegenomen in de volgende buur
ten: Zijlweg Oost (101), Sinnevelt (102),
Haarlemmerhoutkwartier (104), Delftwijk
(102) en Spaarndam (102).
De teruggang was het grootst in de
Leidsebuurt (92), Waarder-Harmenjans- en
Oudeweg (87).
Vergelijking van de stembusresultaten
van A.R.P. en C.H.U. met de gemeente
raadsverkiezing was niet mogelijk, omdat
deze partijen toen met de S.G.P. een ge
combineerde lijs't hadden. Daarom zijn de
cijfers van de Tweede-Kamerverkiezing
ook gecombineerd en aldus vergelijkbaar
gemaakt. Evenals bij de K.V.P. zijn ook
hier niet in alle buurten dalingen te con
stateren. Gestegen zijn de indices in de
volgende buurten: Zijlweg Oost (103),
Kleverpark (101), Sinnevelt (101), Haar-
Bij de beantwoording van de algemene
en financiële beschouwingen wees wet
houder Bakker op het principe van de
anticyclische begroting: zoveel mogelijk
bewaren in tyden van voorspoed om zo
veel mogelijk te hebben in tijden van een
dalende conjunctuur. De wethouder ont
kende, dat het beleid van B. en W. ge
richt is op een bevriezing van het tekort.
Uit de ingediende nota van wijzigingen
blijkt, dat het tekort is afgenomen tot 5.4
miljoen gulden. „Wij stellen prijs op het
behoud van onze autonomie en zelfstan
digheid. Het doorgaan op de weg van de
centraliteitsgedachte van de rijksover
heid betekent het verlies van een groot
goed", aldus de heer Bakker, die stelde
dat B. en W. een stijging van het tekort
willen trachten te voorkomen. De wethou
der had begrip voor de geuite wensen,
maar herinnerde de raad eraan, dat men
afhankelijk is van hogere organen, te be
ginnen bij Gedeputeerde Staten, die zelfs
de begroting voor 1959 nog niet eens had
den goedgekeurd. Als Haarlem zou doen,
waar het op financieel gebied zin in had,
zou het vertrouwen van G.S. en Den Haag
geschaad worden. B. en W. zouden het
heel ernstig vinden als dit zou gebeuren.
B. en W. zijn er niet op uit geweest de
subsidies te bevriezen. Dit blijkt wel. al
dus de heer Bakker, uit het feit dat sommi
ge subsidies zijn verhoogd, in totaal met
180.000. Ook het tekort is niet „bevro
ren": dit nam toe met acht ton. Eveneens
ontkende de wethouder, dat B. en W. al
leen maar „cijfermatig" hebben gedacht.
„Besturen is kiezen en wij moeten steeds
opnieuw kiezen. De behoeften van Haar
lem belopen een bedrag van 400 miljoen
gulden en het is ondenkbaar, dat dit kah
worden opgebracht. „Wij moeten eerst de
structurele tekorten wegwerken, zodat wij
bij de nieuwe financiële verhouding tussen
rijk en gemeenten, op een nulpunt kunnen
beginnen." De wethouder sprak als zijn
hoop uit, dat de Tweede Kamer nog iets
aan het wetsontwerp zou kunnen doen. Te
vens zou moeten worden afgewacht of de
geprojecteerde „verfijningen" fijn of grof
zouden worden toegepast.
De heer Bakker ontkende de aanwezig
heid van iets wat ook maar enigszins leek
van geld ook nog de toestemming van de op een „Bourgondische pracht" bij de ge-
Wethouder W. C. Bakker
meenten. „Laten degenen, die dit woord
hebben gebruikt maar eens in Haarlem
komen kijken".
In antwoord op vragen van de heer Spek
deelde de wethouder mee, dat de gedach
ten van het college ten aanzien van het to
taal van de urgentiewerken gaan in de
richting van een bespreking met G.S. en
Binnenlandse Zaken. De heer Voogd kreeg
ten antwoord dat de kwestie van een ver
hoging van de subsidie aan de Stichting
Financiële Hulp aan Studerenden nog in
onderzoek is en dat de kwestie van tarie
ven naar draagkracht nog eens in de com
missie van Financiën zou worden ge
bracht. De heren Bettink en Spek verna
men dat ten aanzien van de kredietbewa
king één keer in de twee maanden een na
calculatie wordt verricht.
Het vraagstuk van de provinciale steun
inzake de krankzinnigenverpleging is nog
niet afgehandeld. Er is een brief bij G.S.
en „misschien komt er nog iets van te
recht". Een investeringsplan komt te zij
ner tijd bij de commissies.
De voorzitter, burgemeester mr. O.
P. F. M. Cremers, antwoordde de heren
Voogd en Spek, dat de kwestie van de
verhoging van de wethouderssalarissen
eerst zal worden besproken met de frac
tieleiders, voordat er nadere mededelin
gen over zullen komen. De heer Voogd ver
nam dat B. en W van plan zijn om met
een nota te komen over het probleem van
de burgerzin.
Contact niet pers
De heren Van Liemt. Voogd, Spek en
Bettink hoorden, dat B. en W. geen voor
lichtingsambtenaar wensten aan te stel
len. Wel zal het college een contact met
de pers zoveel mogelijk bevorderen. Mis
schien kan men komen tot een periodiek
contact. Wethouder Happé zei in dit ver
band nog, dat B. en W. het initiatief zullen
nemen belangrijke mededelingen voor de
bevolking irt meerdere mate aan de pers
te zullen verstrekken. Overigens stelde hij
de vrijheid van de pers op hoge prijs,
evenals het initiatief van kranten om tot
nader contact te komen. De heer Van
Liemt mocht vernemen, dat het vraag
stuk van een stijlvolle herdenking van de
vierde mei nog eens bekeken zal worden.
Wethouder Happé deelde verscheide
ne sprekers mee, dat binnenkort een rap
port zal verschijnen over wat er gedaan
is aan de vernieuwingen van riolen en wat
er nog gedaan moet worden. Het werk zal
in versneld tempo worden voortgezet. De
heren Voogd. Bettink en Spek kregen op
nieuw te horen, dat voor het zwembad
aan de Planetenlaan vermoedelijk geen
rijksgoedkeuring mag worden verwacht.
Aan de heer Van Liemt werd toegezegd,
dat bij nieuwbouw zoveel mogelijk zal wor
den gestreefd naar een gelijktijdige
straataanleg.
B. en W. zullen trachten een overzicht
van de behoefte aan sportvelden te geven.
Wat de inventarisatie van plannen be
treft, dit is een zaak van de raad, aldus
de wethouder, die toezegde dat gezocht zal
worden naar een vorm van overleg.
Wethouder Geluk zegde binnenkort
een voorstel tot de bouw van een bad-
mintonhal toe. al is gebleken, dat de be
langhebbenden niet voldoende geld heb
ben kunnen bijeenbrengen. Met de heer
Voogd was de wethouder van mening, dat
de subsidie aan de Stichting Financiële
Hulp aan Studerenden moest worden ver
hoogd, aangezien de stichting anders in
moeilijkheden komt.
Mevrouw Scheltema-Conradi
stelde, dat de begrenzing van de over
heidstaak één van de belangrijkste en
moeilijkste beleidsvragen is en dat de
overheidstaak belangrijk is door haar
doelmatigheid in de eerste plaats en niet
door haar omvang.
Wethouder Schippers tenslotte zei
in antwoord op een opmerking van de heer
Voogd, dat naar zijn mening de gemeente
op het ogenblik nog geen medewerking
kan geven aan rijksplannen voor indus-
triespreiding. De plaats van vestiging is
naar zijn mening in de eerste instantie een
zaak van de ondernemers zelf.
lemmerhoutkwartier (102) en Zijlweg West
(126). De grootste dalingen kwamen voor
in de Indischebuurt Noord (85), de Waar
der-Harmenjans- en Oudeweg (83), Om
geving Spaarnwouderstraat (84), Delftwijk
(85) én Spaarndam (80), zodat de schom
melingen bij deze groep partijen groter is
dan bij Pjv.d.A. en K.V.P.
De index van de V.V.D. daalde voor de
gehele gemeente tot 87, en deze daling
heeft zich in alle buurten voorgedaan. De
indices zijn het minst gedaald in de buur
ten: Bomenbuurt (94), Omgeving Dietsveld
(95), Omgeving Kleine Houtweg (96) en
Ramplaankwartier (98). De sterkste da
lingen deden zich voor in de Amsterdam-
sebuurt (75), Indischebuurt Noord (76),
Delftwijk (75) en Spaarndam (75).
De index voor de gehele gemeente daal
de bij de C.P.N. alleen tot 67. Telt men
evenwel de stemmen behaald door de bei
de communistische partijen bij elkaar dan
wordt de index voor deze combinatie 87.
Het minst gedaald of zelfs gestegen is de
index voor de communistische partijen
samen in de volgende buurten: Patrimo-
niumbuurt (105), Haarlemmerhoutkwar
tier (112), Waarder-Harmenjans- en Oude
weg (96) en Slachthuisbuurt (95). (De stij
ging is, ondanks de hoge index in het
Haarlemmerhoutkwartier zeer gering, na
melijk van 0,8 percent tot 0,9 percent). De
verliezen waren volgens de indices het
grootst in de buurten: Stationsbuurt (57),
Spaarndam (61) en Sinnevelt (0).
De meeste verschuivingen in de percen
tages per buurt zijn zo gering, dat er geen
speciale verklaring voor te vinden is. Een
uitzondering vormen hierop Delftwijk en
Sinnevelt, waar uiteraard iedere verkie
zing verschuivingen zal brengen, zolang
deze stadsuitbreidingen nog niet volledig
gerealiseerd zijn.
Advertentie
4
op aanvraag wordt de folder
„Maak het u lichter -
Tover met licht"
u graag toegezonden door:
N.V. Wed. J. Ah rend Zoon
N.V. Bllkman Sartorius
en door de fabrikant:
Chemieche Fabriek
L. van der Grinten N.V.
te Venlo
of haar servicekantoor
Statenlaan 126, Den Haag
VENLO DEN HAAG
De gemeente Groningen heeft van Kees
Verwey het zelfportret-1957 aangekocht
ter plaatsing in het museum van Oudhe
den voor Provincie en Stad Groningen.
Het werk behoorde tot de expositie, die
Kees Verwey van 10 oktober tot 10 novem
ber in het Groninger Museum heeft gehou
den.
De Haarlemse politie heeft een 32-jari-
ge los-arbeider uit Haarlem aangehouden
die bekend heeft in het afgelopen week
einde op verscheidene plaatsen in Haar
lem ingebroken te hebben, namelijk in
een kantoor aan de Zijlweg, een zaak aan
de Kinderhuissingel, in een school aan de
Nico v. d. Laanstraat en in Stoop's Bad in
Overveen. Tevens gaf de man, die een
goede bekende van de politie is, toe een
poging tot inbraak gedaan te hebben in
Heemstede.