„Gemaskerd Bal" van Verdi bij Nederlandse Opera Kerkconcert door het Haarlems Bach-ensemble Jos de Klerk op 8 januari vijfenzeventig jaar ATAX-T*XI Nieuwe aanwinst van Bisschoppelijk Museum „Sint Bavo" wil nieuwe instrumenten Prix de la Critique voor prof. Jan Wiegers Pleidooi van Spierenburg voor de gezonde kracht van groepsexpositie HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 9 F. Zwaanswijk Regisseur Anton Sweers onderscheiden Vanavond jubileert Albert van Dalsum met de hoofdrol in „Sauls Dood" 1.2.3.4.5 Amsterdamse essayprijzen toegekend Menschen itn Hotel De duivel van de Rode Cirkel „Die Haerlemsche Musyckcamer gaf „Soirée de Versailles" „Slag om de VI' Kinderendie niet gewenst zijn Opmars naar de galg Some like it hot The nun's story Nathalie Kort nieuws Z TERDAG 21 NOVEMBER 1959 DE NEDERLANDSCHE OPERA gaat voort met herinstuderingen van het reper toire der vorige directie voor het publiek te brengen. De opvoering van „Tosca", drie weken geleden, was als zodanig een zeer aanvaardbare compensatie voor de gestrande „Carmen". Deze vrijdagavond werd in de hoofdstedelijke Stadsschouwburg een dergelijke hermontering van Verdi's „Ballo in maschera" geboden, namelijk in de uiterlijke vorm, die de regisseur Herbert Graf er aan gaf voor de opvoeringen tijdens het Holland Festival van 1958 en die mede bepaald werd door de decors en kostuums van Dimitri Bouchène en de choreografie van Frangoise Adret. Van de toenmalige bezetting bleven alleen gehandhaafd: Gré van Swol-Brouwenstijn, als Amelia, Giuseppe Zampieri, als Gustaaf III van Zweden, en Gerard Groot, als een der samenzweerders. In plaats van de markante barion Scipio Colombo trad nu Rudolff Knoll op als Graaf Anckarström, Anny Delorie werd in de rol van de heks Ulrica vervangen door Mimi Aarden, en de briljante creatie van de page-rol door Eugenia Ratti werd omgeruild voor een optreden van Marilyn Tyler. Gee Smith verving Guus Hoekman in de partij van het hoofd der samenzweerders, graaf Ribbing, en ook de verdere nevenrollen waren anders bezet. Bovendien was nu de muzikale leiding in handen van een andere dirigent, Ennio Gerelli. GRé VAN SWOL-BROUWENSTIJN, die sinds 1951, toen het „Gemaskerd Bal" bij de Nederlandsche Opera geïntroduceerd werd, de geweldige hoofdrol van het werk op haar actief heeft, toonde zich nu ook weer in haar volle kracht, en hierdoor kwamen de sterkste gedeelten uit Verdi's hybridische compositie, namelijk de scè nes van Amelia in III en IV, op hoog uit voeringspeil. Wat de creatie van Mimi Aarden betreft, kreeg men de rasechte melodramatiek te verwerken, die zo in herent is aan het temperament en de stemmiddelen van deze zangeres: een ge boren Azucena, die sterke verwant schappen vertoont met deze Ulrica. Verder bleef de jongste bezetting nogal opvallend onder de maat van de voor gaande. Zelfs de mannelijke hoofdrol, de Van Dalsum als Koning Saul in het stuk „Sauls Dood" van Abel Herzberg waarvan hedenavond de première in Den Haag wordt gegeven. Een onbegrijpelijk lot heeft de kerkelij ke muziek van Johann Sebastian Bach na de dood van haar schepper getroffen. Plot seling werd aan haar taak in de protes tantse eredienst een einde gemaakt. Ver geten werd zij, jaren en jaren lang. De renaissance van Bachs Mattheus Passie, in 1829 door Felix Mendelssohn Bartholdy tot stand gebracht, deed toch nog niet het volle licht op de betekenis van de geeste lijke muziek van Bach voor de kerk val len. Heel langzaam aan is men begonnen ook aan de Cantates van de grote cantor aandacht te wijzen en eindelijk komt dan met de herleving van de liturgische ge dachte ook de herontdekking van de func tie en de kunstzinnige waarde van Bachs kerkmuziek. In onze stad is het Haarlems Bach-en semble onder leiding van de dirigent Geor ge Robert een paar jaar geleden aan een intensieve bestudering van de kerkcanta- ten van Bach begonnen. Aan het respec tabele aantal uitvoeringen, dat het en semble sinds zijn vorming heeft gegeven, werd vrijdagavond weer een nieuwe toe gevoegd. Op het eerste van een reeks concerten, die in. de Nieuwe Kerk ten bate van het orgelfonds zullen worden gegeven werden twee Cantates van Bach ten geho re gebracht. Ik kan slechts de indrukken, die de Cantate 131 kon geven, vermelden, want tot mijn spijt moest ik er van afzien ook de tweede cantate ..Das neugeborne Kindelein" te horen, aangezien een ander concert op deze avond eveneens mijn aan dacht vroeg.. De uitvoering van de Cantate 131 werd een bijzonder muzikaal genot. De koor klank viel om zijn gaafheid en kleur zeer te loven. Fraai klonk de koraal-cantus firmus in de voordracht der sopranen. Ook de alten konden zich bij een zelfde op dracht onderscheiden, al had ik het klank volume soms groter gewenst. De bas- en tenorsoli werden uitgevoerd door muzika le en behoorlijk geschoolde krachten. Een woord van bijzondere lof mag zonder voorbehoud gericht worden tot de solo-ho boïst, die zijn schone melodische obligaat partij met prachtige, expressieve toon vertolkte, een toon, die zich voortreffelijk vermengde met de klank van' strijkinstru menten en clavecimbel. Het optreden van het Bach-ensemble werd afgewisseld door het optreden van de organist Hendrik Lasschuit, die op het uit het jaar 1523 stammende orgel Bux- tehudes partita over „Auf meinen lieber Gott" en de Fantasie in G van Johann Se bastian Bach speelde. Deze orgelvoor drachten werden een prachtig intermezzo. Hoe heb ik in gedachten het besluit toege juicht om het oude orgel van de bouwer Jan van Covelen te doen restaureren! Voor zover men daarmede gevorderd is, kan al teruggezien worden op een succesrijke arbeid. De muziek van Buxtehude en Bach klonk nu, mede dank zij de uitnemende registerkeuze, verrukkelijk in het transpa rante lijnenspel der melodieën. Frappant was hierbij de mooie versmelting van de grondstemmen en de vulstemmen en bij zonder schoon van werking was de klank door de voortreffelijke intonatie der orgel pijpen. Wat een geluk, dat dit orgel voor de orgelstad Haarlem behouden bleef. Advertentie HELENA H. BEGEMANN geeft U in haar instituut behandelingen vol gens de laatste methode en met de modernste apparatuur voor: droge, vette, verslapte huid, buste- en halsversteviging. Preparaten zijn eveneens afzonderlijk ver krijgbaar met advies voor nuttig en zuinig gebruik MIDDENLAAN 9 - HAARLEM-Z. - TEL. 34857 Aan de lekenspelregisseur Anton Sweers medegedeeld dat de Paus hem heeft -oemd tot ridder in de Orde van de II Gregorius de Grote. De heer Sweers heeft leze onderscheiding gekregen in verband met zijn vendiensten voor het lekentoneel in Nederland, in het bijzonder voor het katholieke lekentoneel. Nog onlangs maak te de heer Sweers een reis naar Suriname en Curagao om de mogelijkheden van het amateurtoneel in die gebieden te onder zoeken. De vijftigjarige toneelcarrière van de thans zeventigjarige acteur Albert van Dalsum zal vanavond culmineren in een huldiging in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag, waar de première wordt gegeven van „Sauls Dood" van Abel J. Herzberg, waarin Van Dalsum de hoofdrol vervult. Na afloop van de voorstelling, die door Paul Steenbergen is geregisseerd, zal het portret dat de Haarlemse schilder Kees Verwey in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen vervaardigde ter plaatsing in de Koninklijke Schouwburg worden overgedragen. In het erecomité voor de huldiging hebben zitting Prins Bernhard en minister-president prof. dr. J. E. de Quay en voorts onder anderen mr. J. M. L. Th. Cals en mr. IJ. Schol ten, respectievelijk minister en staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, mr. H. J. Reinink, directeur-generaal voor de Kunsten en voor de Buiten landse Culturele Betrekkingen, mr. H. A. M. T. Kolfschoten en mr. G. van Hall, respectievelijk burgemeester van Den Haag en Amsterdam. In een gesprek met de schilder Kees Verwey deelde deze ons mee dat Van Dal sum, op wiens verzoek het ministerie de opdracht aan Verwey verstrekte, een bij zonder prettig model was. „Hij heeft steeds veel vertrouwen in me gehad en dat is de grote stuwkracht voor de schilder", zei Verwey. Van Dalsum. zelf een befaamd decorontwerper, sprak graag over het mé tier met-rijn portrettist en het gebeurde regelmatig dat Van Dalsum, na een half uur poseren in de salon van de schilder, naar diens, atelier ging om zèll wat te schilderen. „Hij ging dan om halftwaalf naar boven en bleef daar tot zes uur schil deren*. vertelt Verwey. Herhaaldelijk uit te Van Dalsum het verlangen weer aan het schilderen te gaan. „Hij lachte gauw en graag", zegt Verwey, „het vfas een heel prettig contact en portretteren is immers een taak die van twee kanten uit vervuld moet worden; Van Dalsum poseerde zeer goed". Van Dalsum heeft ook de wens ge uit eens in een rol geschilderd te worden. Over het portretteren vertelde Kees Verwey bijzonder boeiend. Onder meer zei hij over de gelijkenis: „Als je de verhou dingen schildert volgt de gelijkenis van zelf". „Soms zeggen modellen wel: „Je kijkt helemaal niet naar me", maar de directe aanslag met de persoon is storend, brengt je van je stuk. Er zijn teveel gege vens rondom de persoon. Je kijkt als je schildert net andersom dan als je gewoon Advertentie ANEGANG 44 A - TEL. 15725 Uw aangewezen adres voor GERO luxe kunstnijverheldsartlkelen Onze muziekmedewerker Jos de Klerk hoopt op 8 januari 1960 zijn vijfenzeventig ste verjaardag te vieren. Om de bekende Haarlemse toonkunstenaar te eren heeft zich onder voorzitterschap van de wet houder van Kunstzaken een stedelijke commissie gevormd. Het ligt in het voor nemen deze huldiging te doen plaats vin den met een door het Noordhollands Phil- harmonisch Orkest te geven concert, waarin enkele composities van de jubila ris zullen worden uitgevoerd. Bijzonder heden hierover worden nog nader bekend gemaakt. Secretaris van deze stedelijke commissie van voorbereiding is de heer P. Koen van het Bureau Culturele Zaken te Haarlem. Jos de Klerk werd in Merxcem bij Ant werpen geboren. Reeds zeer jong legde hij een onbetwistbare aanleg voor muziek aan de dag en op vijftienjarige leeftijd kwam hij op het Vlaamsch Conservato rium in Antwerpen. De fluitist Theoph. Anthoni, de baszanger Henry Fontaine, de bekende Wagner-tenor Ernest van Dijk en de Duitse componist Heinrich Zöller zijn zijn voornaamste leraren geweest. Hij speelde in orkesten, dirigeerde, compo neerde en maakte ook carrière als liede ren- en oratoriumzanger. Aan het begin van de eerste wereldoor log verliet Jos de Klerk zijn geboorteland en vestigde zich in Haarlem. Hij heeft sindsdien voor onze stad op cultureel envooral muzikaal gebied on schatbare verdiensten verworven, waar van wij thans alleen noemen zijn initia tief voor het orgelfestival. kijkt". En over Van Dalsum: „Zijn tech nische belangstelling voor mijn werk was héél plezierig". Over het portret van Van Dalsum heeft onze medewerker voor beeldende kunst, Bob Buys, onlangs zeer lovend geschreven. Een kernachtige typering ervan heeft Godfried Bomans onlangs gegeven: „Het toont de macht van Van Dalsum_terwijl hij er geen moeite voor doet". Advertentie De directie van het Bisschoppelijk Mu seum is erin geslaagd een der zeldzame sculpturen, voorstellende Maria die haar kind. op een schaap laat rijden, te verwer ven. De in hout gekapte voorstelling is uit de kunsthandel aangekocht. Het is niet al leen om de voorstelling, dat tot aankoop werd besloten, doorslaggevend was de be tekenis van de beeldengroep als kunst werk. De figuren van Maria, het kind en het schaapje zijn in een gesloten composi tie tot een harmonisch geheel samenge vat. Maria buigt zich enigszins naar het kind, dat voor haar schrijlings op het schaap gezeten is, en houdt het vast bij zijn armpjes. Het kind kijkt op naar zijn moeder en houdt zijn rechterhandje om- hooggeheven, terwijl het dwars voor Ma ria geplaatste schaap eveneens zijn kop opheft. Zo ontstaat een nadrukkelijke, te dere beweging van het kind naar zijn moe der en omgekeerd. De vloeiende vormen, vooral in de sierlijke plooienval van Ma ria's geivaad, verhogen de indruk van be valligheid die de anonieme kunstenaar zijn figuren heeft willen meegeven. Beval ligheid en zelfs lieftalligheid waren typi sche eigenschappen van de kunst in de achttiende eeuw, ook in de kerkelijke kunst. Die karaktertrekken komen in deze fraaie Madonna sterk tot hun recht. Het beeld werd vervaardigd in het tweede kivart der achttiende eeuw, vermoedelijk in een Antwerps atelier. tenor Giuseppe Zampieri, die twee jaar geleden in karakteristieke Verdi-stijl, met snikjes, portato's en al wat erbij hoort, de opvoering van het „Gemaskerd Bal" mede tot een groot succes hielp maken, kon zich ditkeer op dit niveau niet handhaven. Ik ben geneigd te veronderstellen dat zijn on vastheid en onzuiver intoneren te wijten was aan minder goede dispositie. Maar met dat al kwam er ook van de ensembles waarin hij betrokken was weinig fraais terecht. Marilyn Tyler acteerde als steeds zeer vlot, maar zij blijft nog steeds de glans in haar stem missen, die de inter pretatie van Eugenia Ratti zo opvallend maakte en die ook Corry van Beckum bij haar debuut in 1951 aan de page-rol wist te geven. Alleen in de lyrische coupletten tijdens de balscène verraste Marilyn Tyler ons met een mooie prestatie. AL KON ZIJ ons een Theo Baylé of een Scipio Colombo in de rol van Anckarström niet doen vergeten, was de vertolking van Rudolff Knoll toch zeer prijzenswaardig; vooral waar deze zanger met een mild timbre de karaktereigenschap van trouw dienaar van zijn vorst weer te geven had, had hij fraaie momenten. Koor en ballet waren tegen hun taak opgewassen en de decors en kostuums van Bouchène bleken nog ruim te voldoen. De spelregie toonde echter nog de gebruikelijke onzekerheden van nagenoeg iedere première, waaraan trouwens ook de muzikale ensembles mank gingen. Het „Gemaskerd Bal" is trouwens een werk dat moeilijk in evenwicht kan gebracht worden wegens een stijlver menging die de uitersten raakt. Dat dit echter tot de mogelijkheden behoort, hebben vorige monteringen bewezen. AFSTAND DOENDE van het traditio nele gebruik om het werk ofwel in Boston ofwel in Napels te laten spelen, houdt de Nederlandsche Opera nu vast aan Stock holm als plaats der handeling, zulks in overeenstemming met de oorspronkelijke bedoeling van de auteurs. Maar met gast rollen raakt men daarbij wel eens in de knoop en ik kan mij best indenken dat een Italiaanse zanger liever de voornaam „Renato" in de mond neemt dan de histo rische naam „Anckarström". Jos. de Klerk De r.k. harmonie „Sint Bavo" in Haar lem gaat ter gelegenheid van het veertig jarig bestaan een grote actie voeren ter vernieuwing van het instrumentarium. Er heeft zich een actiecomité gevormd, dat momenteel plannen hiervoor aan het ont werpen is. Ongeveer vijftienduizend gul den zal nodig zijn om de dertig jaar oude instrumenten te kunnen vernieuwen. Ondermeer zullen gezellige avonden en concerten worden gegeven om het instru mentenfonds te versterken. De harmonie wil voorts volgend jaar een groots car navalsfeest organiseren. Evenals in het zuiden van het land zal de carnavalsprins drie dagen regeren. Op zaterdag 27 februari zal prins Damiatos I met de raad van elf worden ingehaald. Hij komt per trein aan en zal een grote rondgang door de stad maken. In de stoet rijden praalwagens mee; enkele muziek korpsen zullen aan de intocht luister bij zetten. Vermoedelijk zal de carnavalsprins op het stadhuis de sleutels van de stad in ontvangst nemen. Na de rijtoer door de stad zal Damiatos I verder regeren op het Prinsenhof. Op dinsdag 1 maart is er 's avonds in het Concertgebouw een gemaskerd bal, met prijzen voor de beste kostuums, het beste danspaar enz. De Nederlandse sectie van de Associa tion Internationale des Critiques d'art heeft besloten voor 1959 de Prix de la Cri tique toe te kennen aan prof. Jan Wiegers, „om zijn verdienste als schilder, tekenaar en graficus, en als blijk van waardering voor de belangrijke bijdrage die zijn oeuvre betekent voor de Nederlandse beel dende kunst van deze eeuw". B. en W. van Amsterdam hebben op ad vies van de jury voor de essayprijzen-1959 der gemeente besloten een prijs van dui zend gulden toe te kennen aan mevrouw Jeanne van Schaik-VVilling voor haar bun del dramatische kronieken onder de titel „Na Afloop". De heer R. Nieuwenhuys kreeg een prijs van vijfhonderd gulden toegekend voor zijn artikel in de jaargang 1957 van het tweemaandelijks tijdschrift „Indonesië" „De zaak van Lebak na honderd jaar." Choreografie. Allan Carter heeft een nieuwe choreografie gemaakt op een polka, een mars en een wals van Johan Strauss voor de balletten in „Die Fledermaus" van de Nederlandse Opera. Leden van het Am sterdams Ballet zullen deze choreografie voor het eerst uitvoeren op zondag 22 no vember om 13.30 uur. (Studio). Deze goedgemaakte film is een nieuwe bewerking van de bekende roman van Vicky Baum en dus aangepast aan moderne situaties en conflictsfeer. Gelukkig vermijdt regisseur Gottfried Reinhardt zwaar te tillen aan de klassieke verhoudingen en contrasten en breekt hij zijn scènes af op die momenten, waarop zij boven hun macht verheven zouden worden. Dat geldt vooral voor de affaire tussen de pseudo-baron en fle danseres en in mindere mate voor het „meisje" Flamchen en de op haar verkikkerde direc teur. Een bijzonder gaaf rolletje speelt Heinz Rühmann, die heel wat meer kan dan komiek zijn. De film krijgt geen kans meer te zijn dan een gedegen stuk vak manschap. Daarvoor is de stof toch te op pervlakkig en blijft de fictie de boventoon voeren. (R o x y) Ditmaal blijven de roodhuiden, de prairie en de cowboys wachten tot maan dag. Eerst een film, waarin de misdaad wordt gewroken door de gerechtigheid. Een moordenaar denkt te staan boven de wetten. Hij wordt driester en roekelozer maar gaat ten onder aan eigen vermeende superioriteit. Van maandag af „In handen der roodhuiden", de zoveelste welkome va riatie op een gegeven dat nog altijd boeit sinds wij Karl* May lazen. Uitbundige feesten zijn er gevierd in het kasteel Versailles, het gerealiseerde droombeeld van de Franse zonnekoning Lodewijk de veertiende. Dagen en nachten aaneen hielden zij de hovelingen en ge nodigden binnen de muren van het kost bare monumentale bouwwerk of in de breed aangelegde tuinen er om heen. Op die feesten werd ook voor muziekuitvoe ringen een plaats ingeruimd en op de „soirées musicales" speelde vaak 's ko- nings favoriet, de kunstenaar Jean Bap- tiste Lully met zijn orkest, de zogenaamde „petits violons du roi". Een bijzonder contact, dat de dirigent van „die Haerlemsche Musyckcamer", An- dré Kaart in de afgelopen zomer met „le chateau de Versailles", zijn sfeer en zijn Tentoonstelling K.Z.O.D. geopend In het Museum Het Huis van Looy is gis teravond de ledententoonstelling van Kunst Zij Ons Doel geopend door de voor zitter van dit genootschap, ,de heer Leen Spierenburg. Deze sprak in Zijn openings woord over een zekere landerigheid bij de schilders om te exposeren, omdat er op die tentoonstellingen „die zo langzamer hand hun sociale achtergrond hebben ver loren" niets wordt verkocht. „Men gaat maar door met dagelijks dingen te produceren, waarvan het steeds weer blijkt dat de wereld er in wezen totaal geen be hoefte aan heeft. Dit gedurende een flink aantal jaren te ervaren is dodelijk voor de werklust van de artiest", zei de heer Spie renburg. De heer Spierenburg verklaarde dat de tijdgeest dit wel begrijpelijk maakt: „Ik begrijp heus wel dat Cocteau, Sandberg, Oma Moses, de Marisprijs, vader en zoon en relletjes op het Rembrandtsplein met door de overheid gesteunde jongetjes van veertien jaar, die leuren met meester werkjes, nieuws is.. Meer nieuws dan de gemiddelde schilder met gemiddeld werk in een gemiddelde provinciestad, maar het is nieuws. Tevoren had de heer Spierenburg ge zegd dat de moderne mens steeds fellere zinnenprikkels vraagt, steeds méér zout in de aardappels wil. „Maar laten wij in Godsnaam de aardappels niet vergeten", riep hij uit. „Is het te veel gevraagd van u om nu de sprong te maken van de aard appels naar deze expositie, deze expositie, op een gewone avond, van gewone schil ders in een gewone Nederlandse stad"? De heer Spierenburg riep de pers op om het publiek op deze exposities van grote groepen te wijzen, „waar het gemiddel de uiteraard lager ligt dan op kleinere groepstentoonstellingen die van het werk van één schilder een sterker overzicht bie den, maar waar juist in het samenzijn en samengaan zo'n gezonde kracht kan lig gen". helaas niet meer ongerepte schoonheid mocht ervaren, heeft hem er toe gebracht het eerste concert, dat hij dit seizoen in onze' stad met zijn orkest zou geven, te wijden aan werken van Franse compo nisten en de bezoekers van dit concert „une soirée a Versailles" te brengen. In de Renaissance-zaal van het Frans Halsmuseum kwamen met deze intentie vrijdagavond een suite voor twee hobo's en strijkorkest van Lully tot uitvoering. Ook was een Concert voor cembalo, fluit en strijkorkest van Michel Corrette (1709 1795) op het programma geplaatst, van welk concert Gertrude Maclaine de clave- cimbelpartij zou vertolken. Het derde werk, dat vóór de pauze tot uitvoering zou komen, was de vierde Symfonie in c van Antonio Mahaut (achttiende eeuw) Van deze symfonie heb ik slechts de laat ste twee delen kunnen horen, omdat ik door de aandacht, die ik op deze avond ook aan een ander concert moest geven, tot mijn spijt pas laat aanwezig kon zijn. Via de gesloten deur van de Renaissance- zaal kreeg ik de indruk van ongecompli ceerde muziek, maar met een zuivere muzi kale waarde, die in de geladen uitvoering door het strijkorkest bijzonder goed klonk. ZANGSTUKKEN over minnende her ders en herderinnen, wier liefdegevoelens onbeantwoord bleven of bij nader inzien door de betrokkenen werden geneutrali seerd, waren in de achttiende eeuw overal zeer geliefd. De sopraan Nelly Groenevelt vertolkte met het strijkorkest een derge lijke, van weemoed en teer verdriet ver vulde muzikale ontboezeming van Jean Philippe Rameau (16831764). De moderne mens staat wat nuchterder tegenover deze liefdes-situatie. Maar aan de bekoring van Rameau's verfijnde, gracieuze, gevoelige en rijk melodische muziek zal althans de muzikaal gerichte toehoorder zich niet kunnen onttrekken. En vooral niet wan neer zij zo innemend, zo argeloos, zo aan trekkelijk van stemklank en zo gaaf wordt geschonken als Nelly Groenevelt en het orkest met zijn dirigent dit vermochten. Onbezorgd klonk aan het eind van het concert de Symfonie in D van de Parijse componist Simon le Due. Reeds in 1777 stierf Le Due, nog geen dertig jaar oud. Hij had zich echter reeds als een der beste representanten van de „moderne" stijl, door Johann Stamitz ontwikkeld, doen kennen en ook de symfonie in D, die een verzorgde en vlotte vertolking ver kreeg, is voor de tijd van haar ontstaan volledig nieuw door haar typisch homo foon karakter en door de sensibiliteit (Andante), die van een gelijke intensiteit bleek als de nagestreefde „Empfindsam- keit" van de Duitse moderne richting in de tweede helft der achttiende eeuw. De uit voering werd terecht met langdurige warme bijval beloond. F. Zwaanswijk WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk up woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op donder dag moeten afrekenen DE ADMINISTRATIE (Luxor) Medio 1943 was Hitler's eens zo machtige „Luftwaffe" door de Gealli eerde overmacht reeds vrijwel geliqui deerd. De overwinning van de vrije we reld scheen voor het grijpen te liggen, toen de krijgsplannen plotseling een keer namen door het verschijnen van de eerste V I's, de vliegende bommen, waarmee de nazi's hun vijanden en in de eerste plaats de invasiebasis Engeland alsnog op de knieën hoopte te dwingen. Aan twee een voudige Poolse burgers een onderwij zer en een horlogemaker uit Warschau is het te danken dat deze opzet te elfder ure schipbreuk leed. Als slavenarbeiders wordt het tweetal met duizende lotgenoten naar een werkkamp aan de Oostzee ge stuurd waar zij, door veine en brutaliteit, doordringen in de enorme fabrieken te Peenemünde, waar Hitler's vreselijke „verdelgingswapen" ontwikkeld wordt Met hulp van de ondergrondse slagen zij erin, hun ontdekkingen naar Londen te sei nen, met het gevolg dat Peenemünde door een bombardement van de R.A.F. van de aardbodem weggevaagd wordt. In allerijl richten de woedende nazi's daarna, buiten het bereik van de Engelse bommenwer pers, ergens diep in Polen een nieuwe smidse voor hun V I's in, maar de zes maanden vertraging die door de vernieti ging van Peenemünde ontstaan zijn, ge ven de geallieerden volop gelegenheid, zich afdoende tegen het dodelijk gevaar der vliegende bommen te wapenen. „Slag om de V 1" is een eerlijke onopgesmukte reconstructie van deze vermetele spionna- gezaak, die de loop van de geschiedenis beslissend beïnvloed heeft. Een uitermate boeiende film! (F r a n s H a 1 s). In deze film wordt stel ling genomen tegen de harteloosheid, waarmee in sommige huwelijken kinderen worden bejegend, die dikwijls voor de fou ten der ouders moeten boeten. Moeder schap, zo betoogt men, is niet gelijk aan moederliefde. Deze these wordt dan met enige nadruk uitgewerkt, de motieven on derzocht die tot de onnatuurlijke houding leiden, de weg aangeduid naar een beter lot. De melodramatiek is door de regie niet altijd in toom gehouden, maar over het al gemeen slaagt de film erin op ons gevoel van bewogenheid een althans dramatisch verantwoord beroep te doen, al worden daarvoor dan ook vele bronnen aange boord. Het „geval" zelf, dat als uitgangs punt dient, wordt van alle kanten beke ken met veel intéresse voor de gevaren der verwording. (Cinema P a la c e). De authenticiteit is wel de kracht van deze film, die de mis daden der nazi's onbarmhartig registreert naar aanleiding van het proces van Neu renberg. Een requisitoir, dat droeve her inneringen wekt, doch tevens zeer leer zaam is. (Rembrandt). De vijfde week van vertoning: een bewijs, dat de dwaze situa ties, waarin men met deze film verzeilt, een groot publiek kunnen aantrekken en boeien. (L i d o). Ook de bijzondere spelprestatie van Audrey Hepburn in deze film wordt met publieke belangstelling gehonoreerd. Terecht. De film ontleent daaraan alleen al haar betekenis. (Minerva). Een luchtig gegeven, een soort vrolijke thriller met Martine Carol op haar best in de hoofdrol staat tot en met zondag garant voor spanning en ontspanning. De filmische kwaliteiten zijn evenmin mis te verstaan. In de mati nees het fascineerend verhaal van het Tracy als filmacteur van het eerste plan eekhoorntje „Perri". Maandag 'Spencer in „De oude man en de zee", reeds eer der door ons aanbevolen. Ten geschenke. De Nederlandse bioscopen hebben aan alle bioscoopkassa's geschenkbonnen verkrijgbaar gesteld ter waarde van 5,— en f 2.50, onderverdeeld in coupons van f 1.25. die de mogelijkheid bieden van "en avondip uit in een'bioscoop naar een film en op een tijdstip naar keuze. De geldigheidsduur van deze bon nen is vrij lang: binnen een half iaar na de dag van koop moeten ze worden ingewis seld. pas daarna verliezen zij hun geldig heid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 9