„Gemaskerd Bal" van Verdi
bij Nederlandse Opera
Kerkconcert door het
Haarlems Bach-ensemble
Jos de Klerk op 8 januari
vijfenzeventig jaar
ATAX-T*XI
Nieuwe aanwinst van
Bisschoppelijk Museum
„Sint Bavo" wil
nieuwe
instrumenten
Prix de la Critique voor
prof. Jan Wiegers
Pleidooi van Spierenburg
voor de gezonde kracht
van groepsexpositie
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
9
F. Zwaanswijk
Regisseur Anton Sweers
onderscheiden
Vanavond jubileert Albert van Dalsum
met de hoofdrol in „Sauls Dood"
1.2.3.4.5
Amsterdamse essayprijzen
toegekend
Menschen itn Hotel
De duivel van de
Rode Cirkel
„Die Haerlemsche Musyckcamer
gaf „Soirée de Versailles"
„Slag om de VI'
Kinderendie niet gewenst
zijn
Opmars naar de galg
Some like it hot
The nun's story
Nathalie
Kort nieuws
Z TERDAG 21 NOVEMBER 1959
DE NEDERLANDSCHE OPERA gaat voort met herinstuderingen van het reper
toire der vorige directie voor het publiek te brengen. De opvoering van „Tosca",
drie weken geleden, was als zodanig een zeer aanvaardbare compensatie voor de
gestrande „Carmen". Deze vrijdagavond werd in de hoofdstedelijke Stadsschouwburg
een dergelijke hermontering van Verdi's „Ballo in maschera" geboden, namelijk in
de uiterlijke vorm, die de regisseur Herbert Graf er aan gaf voor de opvoeringen
tijdens het Holland Festival van 1958 en die mede bepaald werd door de decors en
kostuums van Dimitri Bouchène en de choreografie van Frangoise Adret. Van de
toenmalige bezetting bleven alleen gehandhaafd: Gré van Swol-Brouwenstijn, als
Amelia, Giuseppe Zampieri, als Gustaaf III van Zweden, en Gerard Groot, als een
der samenzweerders. In plaats van de markante barion Scipio Colombo trad nu
Rudolff Knoll op als Graaf Anckarström, Anny Delorie werd in de rol van de heks
Ulrica vervangen door Mimi Aarden, en de briljante creatie van de page-rol door
Eugenia Ratti werd omgeruild voor een optreden van Marilyn Tyler. Gee Smith
verving Guus Hoekman in de partij van het hoofd der samenzweerders, graaf
Ribbing, en ook de verdere nevenrollen waren anders bezet. Bovendien was nu
de muzikale leiding in handen van een andere dirigent, Ennio Gerelli.
GRé VAN SWOL-BROUWENSTIJN, die
sinds 1951, toen het „Gemaskerd Bal" bij
de Nederlandsche Opera geïntroduceerd
werd, de geweldige hoofdrol van het werk
op haar actief heeft, toonde zich nu ook
weer in haar volle kracht, en hierdoor
kwamen de sterkste gedeelten uit Verdi's
hybridische compositie, namelijk de scè
nes van Amelia in III en IV, op hoog uit
voeringspeil. Wat de creatie van Mimi
Aarden betreft, kreeg men de rasechte
melodramatiek te verwerken, die zo in
herent is aan het temperament en de
stemmiddelen van deze zangeres: een ge
boren Azucena, die sterke verwant
schappen vertoont met deze Ulrica.
Verder bleef de jongste bezetting nogal
opvallend onder de maat van de voor
gaande. Zelfs de mannelijke hoofdrol, de
Van Dalsum als Koning Saul in het
stuk „Sauls Dood" van Abel Herzberg
waarvan hedenavond de première in
Den Haag wordt gegeven.
Een onbegrijpelijk lot heeft de kerkelij
ke muziek van Johann Sebastian Bach na
de dood van haar schepper getroffen. Plot
seling werd aan haar taak in de protes
tantse eredienst een einde gemaakt. Ver
geten werd zij, jaren en jaren lang. De
renaissance van Bachs Mattheus Passie,
in 1829 door Felix Mendelssohn Bartholdy
tot stand gebracht, deed toch nog niet het
volle licht op de betekenis van de geeste
lijke muziek van Bach voor de kerk val
len. Heel langzaam aan is men begonnen
ook aan de Cantates van de grote cantor
aandacht te wijzen en eindelijk komt dan
met de herleving van de liturgische ge
dachte ook de herontdekking van de func
tie en de kunstzinnige waarde van Bachs
kerkmuziek.
In onze stad is het Haarlems Bach-en
semble onder leiding van de dirigent Geor
ge Robert een paar jaar geleden aan een
intensieve bestudering van de kerkcanta-
ten van Bach begonnen. Aan het respec
tabele aantal uitvoeringen, dat het en
semble sinds zijn vorming heeft gegeven,
werd vrijdagavond weer een nieuwe toe
gevoegd. Op het eerste van een reeks
concerten, die in. de Nieuwe Kerk ten bate
van het orgelfonds zullen worden gegeven
werden twee Cantates van Bach ten geho
re gebracht. Ik kan slechts de indrukken,
die de Cantate 131 kon geven, vermelden,
want tot mijn spijt moest ik er van afzien
ook de tweede cantate ..Das neugeborne
Kindelein" te horen, aangezien een ander
concert op deze avond eveneens mijn aan
dacht vroeg..
De uitvoering van de Cantate 131 werd
een bijzonder muzikaal genot. De koor
klank viel om zijn gaafheid en kleur zeer
te loven. Fraai klonk de koraal-cantus
firmus in de voordracht der sopranen. Ook
de alten konden zich bij een zelfde op
dracht onderscheiden, al had ik het klank
volume soms groter gewenst. De bas- en
tenorsoli werden uitgevoerd door muzika
le en behoorlijk geschoolde krachten. Een
woord van bijzondere lof mag zonder
voorbehoud gericht worden tot de solo-ho
boïst, die zijn schone melodische obligaat
partij met prachtige, expressieve toon
vertolkte, een toon, die zich voortreffelijk
vermengde met de klank van' strijkinstru
menten en clavecimbel.
Het optreden van het Bach-ensemble
werd afgewisseld door het optreden van
de organist Hendrik Lasschuit, die op het
uit het jaar 1523 stammende orgel Bux-
tehudes partita over „Auf meinen lieber
Gott" en de Fantasie in G van Johann Se
bastian Bach speelde. Deze orgelvoor
drachten werden een prachtig intermezzo.
Hoe heb ik in gedachten het besluit toege
juicht om het oude orgel van de bouwer
Jan van Covelen te doen restaureren! Voor
zover men daarmede gevorderd is, kan al
teruggezien worden op een succesrijke
arbeid. De muziek van Buxtehude en Bach
klonk nu, mede dank zij de uitnemende
registerkeuze, verrukkelijk in het transpa
rante lijnenspel der melodieën. Frappant
was hierbij de mooie versmelting van de
grondstemmen en de vulstemmen en bij
zonder schoon van werking was de klank
door de voortreffelijke intonatie der orgel
pijpen. Wat een geluk, dat dit orgel voor
de orgelstad Haarlem behouden bleef.
Advertentie
HELENA H. BEGEMANN
geeft U in haar instituut behandelingen vol
gens de laatste methode en met de modernste
apparatuur voor:
droge, vette, verslapte huid,
buste- en halsversteviging.
Preparaten zijn eveneens afzonderlijk ver
krijgbaar met advies voor nuttig en zuinig
gebruik
MIDDENLAAN 9 - HAARLEM-Z. - TEL. 34857
Aan de lekenspelregisseur Anton Sweers
medegedeeld dat de Paus hem heeft
-oemd tot ridder in de Orde van de II
Gregorius de Grote. De heer Sweers heeft
leze onderscheiding gekregen in verband
met zijn vendiensten voor het lekentoneel
in Nederland, in het bijzonder voor het
katholieke lekentoneel. Nog onlangs maak
te de heer Sweers een reis naar Suriname
en Curagao om de mogelijkheden van het
amateurtoneel in die gebieden te onder
zoeken.
De vijftigjarige toneelcarrière van de thans zeventigjarige acteur Albert van
Dalsum zal vanavond culmineren in een huldiging in de Koninklijke Schouwburg in
Den Haag, waar de première wordt gegeven van „Sauls Dood" van Abel J. Herzberg,
waarin Van Dalsum de hoofdrol vervult. Na afloop van de voorstelling, die door
Paul Steenbergen is geregisseerd, zal het portret dat de Haarlemse schilder Kees
Verwey in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
vervaardigde ter plaatsing in de Koninklijke Schouwburg worden overgedragen. In
het erecomité voor de huldiging hebben zitting Prins Bernhard en minister-president
prof. dr. J. E. de Quay en voorts onder anderen mr. J. M. L. Th. Cals en mr. IJ. Schol
ten, respectievelijk minister en staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, mr. H. J. Reinink, directeur-generaal voor de Kunsten en voor de Buiten
landse Culturele Betrekkingen, mr. H. A. M. T. Kolfschoten en mr. G. van Hall,
respectievelijk burgemeester van Den Haag en Amsterdam.
In een gesprek met de schilder Kees
Verwey deelde deze ons mee dat Van Dal
sum, op wiens verzoek het ministerie de
opdracht aan Verwey verstrekte, een bij
zonder prettig model was. „Hij heeft steeds
veel vertrouwen in me gehad en dat is de
grote stuwkracht voor de schilder", zei
Verwey. Van Dalsum. zelf een befaamd
decorontwerper, sprak graag over het mé
tier met-rijn portrettist en het gebeurde
regelmatig dat Van Dalsum, na een half
uur poseren in de salon van de schilder,
naar diens, atelier ging om zèll wat te
schilderen. „Hij ging dan om halftwaalf
naar boven en bleef daar tot zes uur schil
deren*. vertelt Verwey. Herhaaldelijk uit
te Van Dalsum het verlangen weer aan het
schilderen te gaan. „Hij lachte gauw en
graag", zegt Verwey, „het vfas een heel
prettig contact en portretteren is immers
een taak die van twee kanten uit vervuld
moet worden; Van Dalsum poseerde zeer
goed". Van Dalsum heeft ook de wens ge
uit eens in een rol geschilderd te worden.
Over het portretteren vertelde Kees
Verwey bijzonder boeiend. Onder meer zei
hij over de gelijkenis: „Als je de verhou
dingen schildert volgt de gelijkenis van
zelf". „Soms zeggen modellen wel: „Je
kijkt helemaal niet naar me", maar de
directe aanslag met de persoon is storend,
brengt je van je stuk. Er zijn teveel gege
vens rondom de persoon. Je kijkt als je
schildert net andersom dan als je gewoon
Advertentie
ANEGANG 44 A - TEL. 15725
Uw aangewezen adres voor
GERO luxe
kunstnijverheldsartlkelen
Onze muziekmedewerker Jos de Klerk
hoopt op 8 januari 1960 zijn vijfenzeventig
ste verjaardag te vieren. Om de bekende
Haarlemse toonkunstenaar te eren heeft
zich onder voorzitterschap van de wet
houder van Kunstzaken een stedelijke
commissie gevormd. Het ligt in het voor
nemen deze huldiging te doen plaats vin
den met een door het Noordhollands Phil-
harmonisch Orkest te geven concert,
waarin enkele composities van de jubila
ris zullen worden uitgevoerd. Bijzonder
heden hierover worden nog nader bekend
gemaakt. Secretaris van deze stedelijke
commissie van voorbereiding is de heer
P. Koen van het Bureau Culturele Zaken
te Haarlem.
Jos de Klerk werd in Merxcem bij Ant
werpen geboren. Reeds zeer jong legde
hij een onbetwistbare aanleg voor muziek
aan de dag en op vijftienjarige leeftijd
kwam hij op het Vlaamsch Conservato
rium in Antwerpen. De fluitist Theoph.
Anthoni, de baszanger Henry Fontaine,
de bekende Wagner-tenor Ernest van Dijk
en de Duitse componist Heinrich Zöller
zijn zijn voornaamste leraren geweest. Hij
speelde in orkesten, dirigeerde, compo
neerde en maakte ook carrière als liede
ren- en oratoriumzanger.
Aan het begin van de eerste wereldoor
log verliet Jos de Klerk zijn geboorteland
en vestigde zich in Haarlem.
Hij heeft sindsdien voor onze stad op
cultureel envooral muzikaal gebied on
schatbare verdiensten verworven, waar
van wij thans alleen noemen zijn initia
tief voor het orgelfestival.
kijkt". En over Van Dalsum: „Zijn tech
nische belangstelling voor mijn werk was
héél plezierig".
Over het portret van Van Dalsum heeft
onze medewerker voor beeldende kunst,
Bob Buys, onlangs zeer lovend geschreven.
Een kernachtige typering ervan heeft
Godfried Bomans onlangs gegeven: „Het
toont de macht van Van Dalsum_terwijl hij
er geen moeite voor doet".
Advertentie
De directie van het Bisschoppelijk Mu
seum is erin geslaagd een der zeldzame
sculpturen, voorstellende Maria die haar
kind. op een schaap laat rijden, te verwer
ven. De in hout gekapte voorstelling is uit
de kunsthandel aangekocht. Het is niet al
leen om de voorstelling, dat tot aankoop
werd besloten, doorslaggevend was de be
tekenis van de beeldengroep als kunst
werk. De figuren van Maria, het kind en
het schaapje zijn in een gesloten composi
tie tot een harmonisch geheel samenge
vat. Maria buigt zich enigszins naar het
kind, dat voor haar schrijlings op het
schaap gezeten is, en houdt het vast bij
zijn armpjes. Het kind kijkt op naar zijn
moeder en houdt zijn rechterhandje om-
hooggeheven, terwijl het dwars voor Ma
ria geplaatste schaap eveneens zijn kop
opheft. Zo ontstaat een nadrukkelijke, te
dere beweging van het kind naar zijn moe
der en omgekeerd. De vloeiende vormen,
vooral in de sierlijke plooienval van Ma
ria's geivaad, verhogen de indruk van be
valligheid die de anonieme kunstenaar
zijn figuren heeft willen meegeven. Beval
ligheid en zelfs lieftalligheid waren typi
sche eigenschappen van de kunst in de
achttiende eeuw, ook in de kerkelijke
kunst. Die karaktertrekken komen in deze
fraaie Madonna sterk tot hun recht. Het
beeld werd vervaardigd in het tweede
kivart der achttiende eeuw, vermoedelijk
in een Antwerps atelier.
tenor Giuseppe Zampieri, die twee jaar
geleden in karakteristieke Verdi-stijl, met
snikjes, portato's en al wat erbij hoort, de
opvoering van het „Gemaskerd Bal" mede
tot een groot succes hielp maken, kon zich
ditkeer op dit niveau niet handhaven. Ik
ben geneigd te veronderstellen dat zijn on
vastheid en onzuiver intoneren te wijten
was aan minder goede dispositie. Maar
met dat al kwam er ook van de ensembles
waarin hij betrokken was weinig fraais
terecht. Marilyn Tyler acteerde als steeds
zeer vlot, maar zij blijft nog steeds de
glans in haar stem missen, die de inter
pretatie van Eugenia Ratti zo opvallend
maakte en die ook Corry van Beckum bij
haar debuut in 1951 aan de page-rol wist
te geven. Alleen in de lyrische coupletten
tijdens de balscène verraste Marilyn Tyler
ons met een mooie prestatie.
AL KON ZIJ ons een Theo Baylé of een
Scipio Colombo in de rol van Anckarström
niet doen vergeten, was de vertolking van
Rudolff Knoll toch zeer prijzenswaardig;
vooral waar deze zanger met een mild
timbre de karaktereigenschap van trouw
dienaar van zijn vorst weer te geven had,
had hij fraaie momenten. Koor en ballet
waren tegen hun taak opgewassen en de
decors en kostuums van Bouchène bleken
nog ruim te voldoen. De spelregie toonde
echter nog de gebruikelijke onzekerheden
van nagenoeg iedere première, waaraan
trouwens ook de muzikale ensembles mank
gingen. Het „Gemaskerd Bal" is trouwens
een werk dat moeilijk in evenwicht kan
gebracht worden wegens een stijlver
menging die de uitersten raakt. Dat dit
echter tot de mogelijkheden behoort,
hebben vorige monteringen bewezen.
AFSTAND DOENDE van het traditio
nele gebruik om het werk ofwel in Boston
ofwel in Napels te laten spelen, houdt de
Nederlandsche Opera nu vast aan Stock
holm als plaats der handeling, zulks in
overeenstemming met de oorspronkelijke
bedoeling van de auteurs. Maar met gast
rollen raakt men daarbij wel eens in de
knoop en ik kan mij best indenken dat
een Italiaanse zanger liever de voornaam
„Renato" in de mond neemt dan de histo
rische naam „Anckarström".
Jos. de Klerk
De r.k. harmonie „Sint Bavo" in Haar
lem gaat ter gelegenheid van het veertig
jarig bestaan een grote actie voeren ter
vernieuwing van het instrumentarium. Er
heeft zich een actiecomité gevormd, dat
momenteel plannen hiervoor aan het ont
werpen is. Ongeveer vijftienduizend gul
den zal nodig zijn om de dertig jaar oude
instrumenten te kunnen vernieuwen.
Ondermeer zullen gezellige avonden en
concerten worden gegeven om het instru
mentenfonds te versterken. De harmonie
wil voorts volgend jaar een groots car
navalsfeest organiseren.
Evenals in het zuiden van het land zal
de carnavalsprins drie dagen regeren. Op
zaterdag 27 februari zal prins Damiatos I
met de raad van elf worden ingehaald.
Hij komt per trein aan en zal een grote
rondgang door de stad maken. In de stoet
rijden praalwagens mee; enkele muziek
korpsen zullen aan de intocht luister bij
zetten. Vermoedelijk zal de carnavalsprins
op het stadhuis de sleutels van de stad in
ontvangst nemen. Na de rijtoer door de
stad zal Damiatos I verder regeren op het
Prinsenhof.
Op dinsdag 1 maart is er 's avonds in
het Concertgebouw een gemaskerd bal,
met prijzen voor de beste kostuums, het
beste danspaar enz.
De Nederlandse sectie van de Associa
tion Internationale des Critiques d'art
heeft besloten voor 1959 de Prix de la Cri
tique toe te kennen aan prof. Jan Wiegers,
„om zijn verdienste als schilder, tekenaar
en graficus, en als blijk van waardering
voor de belangrijke bijdrage die zijn
oeuvre betekent voor de Nederlandse beel
dende kunst van deze eeuw".
B. en W. van Amsterdam hebben op ad
vies van de jury voor de essayprijzen-1959
der gemeente besloten een prijs van dui
zend gulden toe te kennen aan mevrouw
Jeanne van Schaik-VVilling voor haar bun
del dramatische kronieken onder de titel
„Na Afloop".
De heer R. Nieuwenhuys kreeg een prijs
van vijfhonderd gulden toegekend voor
zijn artikel in de jaargang 1957 van het
tweemaandelijks tijdschrift „Indonesië"
„De zaak van Lebak na honderd jaar."
Choreografie. Allan Carter heeft een
nieuwe choreografie gemaakt op een polka,
een mars en een wals van Johan Strauss
voor de balletten in „Die Fledermaus" van
de Nederlandse Opera. Leden van het Am
sterdams Ballet zullen deze choreografie
voor het eerst uitvoeren op zondag 22 no
vember om 13.30 uur.
(Studio). Deze goedgemaakte film is
een nieuwe bewerking van de bekende
roman van Vicky Baum en dus aangepast
aan moderne situaties en conflictsfeer.
Gelukkig vermijdt regisseur Gottfried
Reinhardt zwaar te tillen aan de klassieke
verhoudingen en contrasten en breekt hij
zijn scènes af op die momenten, waarop
zij boven hun macht verheven zouden
worden. Dat geldt vooral voor de affaire
tussen de pseudo-baron en fle danseres en
in mindere mate voor het „meisje"
Flamchen en de op haar verkikkerde direc
teur. Een bijzonder gaaf rolletje speelt
Heinz Rühmann, die heel wat meer kan
dan komiek zijn. De film krijgt geen kans
meer te zijn dan een gedegen stuk vak
manschap. Daarvoor is de stof toch te op
pervlakkig en blijft de fictie de boventoon
voeren.
(R o x y) Ditmaal blijven de roodhuiden,
de prairie en de cowboys wachten tot maan
dag. Eerst een film, waarin de misdaad
wordt gewroken door de gerechtigheid.
Een moordenaar denkt te staan boven de
wetten. Hij wordt driester en roekelozer
maar gaat ten onder aan eigen vermeende
superioriteit. Van maandag af „In handen
der roodhuiden", de zoveelste welkome va
riatie op een gegeven dat nog altijd boeit
sinds wij Karl* May lazen.
Uitbundige feesten zijn er gevierd in het
kasteel Versailles, het gerealiseerde
droombeeld van de Franse zonnekoning
Lodewijk de veertiende. Dagen en nachten
aaneen hielden zij de hovelingen en ge
nodigden binnen de muren van het kost
bare monumentale bouwwerk of in de
breed aangelegde tuinen er om heen. Op
die feesten werd ook voor muziekuitvoe
ringen een plaats ingeruimd en op de
„soirées musicales" speelde vaak 's ko-
nings favoriet, de kunstenaar Jean Bap-
tiste Lully met zijn orkest, de zogenaamde
„petits violons du roi".
Een bijzonder contact, dat de dirigent
van „die Haerlemsche Musyckcamer", An-
dré Kaart in de afgelopen zomer met „le
chateau de Versailles", zijn sfeer en zijn
Tentoonstelling K.Z.O.D. geopend
In het Museum Het Huis van Looy is gis
teravond de ledententoonstelling van
Kunst Zij Ons Doel geopend door de voor
zitter van dit genootschap, ,de heer Leen
Spierenburg. Deze sprak in Zijn openings
woord over een zekere landerigheid bij de
schilders om te exposeren, omdat er op
die tentoonstellingen „die zo langzamer
hand hun sociale achtergrond hebben ver
loren" niets wordt verkocht. „Men
gaat maar door met dagelijks dingen te
produceren, waarvan het steeds weer blijkt
dat de wereld er in wezen totaal geen be
hoefte aan heeft. Dit gedurende een flink
aantal jaren te ervaren is dodelijk voor de
werklust van de artiest", zei de heer Spie
renburg.
De heer Spierenburg verklaarde dat de
tijdgeest dit wel begrijpelijk maakt: „Ik
begrijp heus wel dat Cocteau, Sandberg,
Oma Moses, de Marisprijs, vader en zoon
en relletjes op het Rembrandtsplein met
door de overheid gesteunde jongetjes van
veertien jaar, die leuren met meester
werkjes, nieuws is.. Meer nieuws dan de
gemiddelde schilder met gemiddeld werk
in een gemiddelde provinciestad, maar
het is nieuws.
Tevoren had de heer Spierenburg ge
zegd dat de moderne mens steeds fellere
zinnenprikkels vraagt, steeds méér zout in
de aardappels wil. „Maar laten wij in
Godsnaam de aardappels niet vergeten",
riep hij uit. „Is het te veel gevraagd van
u om nu de sprong te maken van de aard
appels naar deze expositie, deze expositie,
op een gewone avond, van gewone schil
ders in een gewone Nederlandse stad"?
De heer Spierenburg riep de pers op om
het publiek op deze exposities van grote
groepen te wijzen, „waar het gemiddel
de uiteraard lager ligt dan op kleinere
groepstentoonstellingen die van het werk
van één schilder een sterker overzicht bie
den, maar waar juist in het samenzijn en
samengaan zo'n gezonde kracht kan lig
gen".
helaas niet meer ongerepte schoonheid
mocht ervaren, heeft hem er toe gebracht
het eerste concert, dat hij dit seizoen in
onze' stad met zijn orkest zou geven, te
wijden aan werken van Franse compo
nisten en de bezoekers van dit concert
„une soirée a Versailles" te brengen.
In de Renaissance-zaal van het Frans
Halsmuseum kwamen met deze intentie
vrijdagavond een suite voor twee hobo's
en strijkorkest van Lully tot uitvoering.
Ook was een Concert voor cembalo, fluit
en strijkorkest van Michel Corrette (1709
1795) op het programma geplaatst, van
welk concert Gertrude Maclaine de clave-
cimbelpartij zou vertolken. Het derde
werk, dat vóór de pauze tot uitvoering
zou komen, was de vierde Symfonie in c
van Antonio Mahaut (achttiende eeuw)
Van deze symfonie heb ik slechts de laat
ste twee delen kunnen horen, omdat ik
door de aandacht, die ik op deze avond
ook aan een ander concert moest geven,
tot mijn spijt pas laat aanwezig kon zijn.
Via de gesloten deur van de Renaissance-
zaal kreeg ik de indruk van ongecompli
ceerde muziek, maar met een zuivere muzi
kale waarde, die in de geladen uitvoering
door het strijkorkest bijzonder goed klonk.
ZANGSTUKKEN over minnende her
ders en herderinnen, wier liefdegevoelens
onbeantwoord bleven of bij nader inzien
door de betrokkenen werden geneutrali
seerd, waren in de achttiende eeuw overal
zeer geliefd. De sopraan Nelly Groenevelt
vertolkte met het strijkorkest een derge
lijke, van weemoed en teer verdriet ver
vulde muzikale ontboezeming van Jean
Philippe Rameau (16831764). De moderne
mens staat wat nuchterder tegenover deze
liefdes-situatie. Maar aan de bekoring van
Rameau's verfijnde, gracieuze, gevoelige
en rijk melodische muziek zal althans de
muzikaal gerichte toehoorder zich niet
kunnen onttrekken. En vooral niet wan
neer zij zo innemend, zo argeloos, zo aan
trekkelijk van stemklank en zo gaaf wordt
geschonken als Nelly Groenevelt en het
orkest met zijn dirigent dit vermochten.
Onbezorgd klonk aan het eind van het
concert de Symfonie in D van de Parijse
componist Simon le Due. Reeds in 1777
stierf Le Due, nog geen dertig jaar oud.
Hij had zich echter reeds als een der
beste representanten van de „moderne"
stijl, door Johann Stamitz ontwikkeld,
doen kennen en ook de symfonie in D, die
een verzorgde en vlotte vertolking ver
kreeg, is voor de tijd van haar ontstaan
volledig nieuw door haar typisch homo
foon karakter en door de sensibiliteit
(Andante), die van een gelijke intensiteit
bleek als de nagestreefde „Empfindsam-
keit" van de Duitse moderne richting in de
tweede helft der achttiende eeuw. De uit
voering werd terecht met langdurige
warme bijval beloond.
F. Zwaanswijk
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk up woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op donder
dag moeten afrekenen
DE ADMINISTRATIE
(Luxor) Medio 1943 was Hitler's eens
zo machtige „Luftwaffe" door de Gealli
eerde overmacht reeds vrijwel geliqui
deerd. De overwinning van de vrije we
reld scheen voor het grijpen te liggen, toen
de krijgsplannen plotseling een keer namen
door het verschijnen van de eerste V I's, de
vliegende bommen, waarmee de nazi's
hun vijanden en in de eerste plaats de
invasiebasis Engeland alsnog op de
knieën hoopte te dwingen. Aan twee een
voudige Poolse burgers een onderwij
zer en een horlogemaker uit Warschau
is het te danken dat deze opzet te elfder
ure schipbreuk leed. Als slavenarbeiders
wordt het tweetal met duizende lotgenoten
naar een werkkamp aan de Oostzee ge
stuurd waar zij, door veine en brutaliteit,
doordringen in de enorme fabrieken te
Peenemünde, waar Hitler's vreselijke
„verdelgingswapen" ontwikkeld wordt
Met hulp van de ondergrondse slagen zij
erin, hun ontdekkingen naar Londen te sei
nen, met het gevolg dat Peenemünde door
een bombardement van de R.A.F. van de
aardbodem weggevaagd wordt. In allerijl
richten de woedende nazi's daarna, buiten
het bereik van de Engelse bommenwer
pers, ergens diep in Polen een nieuwe
smidse voor hun V I's in, maar de zes
maanden vertraging die door de vernieti
ging van Peenemünde ontstaan zijn, ge
ven de geallieerden volop gelegenheid,
zich afdoende tegen het dodelijk gevaar
der vliegende bommen te wapenen. „Slag
om de V 1" is een eerlijke onopgesmukte
reconstructie van deze vermetele spionna-
gezaak, die de loop van de geschiedenis
beslissend beïnvloed heeft. Een uitermate
boeiende film!
(F r a n s H a 1 s). In deze film wordt stel
ling genomen tegen de harteloosheid,
waarmee in sommige huwelijken kinderen
worden bejegend, die dikwijls voor de fou
ten der ouders moeten boeten. Moeder
schap, zo betoogt men, is niet gelijk aan
moederliefde. Deze these wordt dan met
enige nadruk uitgewerkt, de motieven on
derzocht die tot de onnatuurlijke houding
leiden, de weg aangeduid naar een beter
lot. De melodramatiek is door de regie niet
altijd in toom gehouden, maar over het al
gemeen slaagt de film erin op ons gevoel
van bewogenheid een althans dramatisch
verantwoord beroep te doen, al worden
daarvoor dan ook vele bronnen aange
boord. Het „geval" zelf, dat als uitgangs
punt dient, wordt van alle kanten beke
ken met veel intéresse voor de gevaren
der verwording.
(Cinema P a la c e). De authenticiteit
is wel de kracht van deze film, die de mis
daden der nazi's onbarmhartig registreert
naar aanleiding van het proces van Neu
renberg. Een requisitoir, dat droeve her
inneringen wekt, doch tevens zeer leer
zaam is.
(Rembrandt). De vijfde week van
vertoning: een bewijs, dat de dwaze situa
ties, waarin men met deze film verzeilt,
een groot publiek kunnen aantrekken en
boeien.
(L i d o). Ook de bijzondere spelprestatie
van Audrey Hepburn in deze film wordt
met publieke belangstelling gehonoreerd.
Terecht. De film ontleent daaraan alleen
al haar betekenis.
(Minerva). Een luchtig gegeven, een
soort vrolijke thriller met Martine
Carol op haar best in de hoofdrol staat
tot en met zondag garant voor spanning
en ontspanning. De filmische kwaliteiten
zijn evenmin mis te verstaan. In de mati
nees het fascineerend verhaal van het
Tracy als filmacteur van het eerste plan
eekhoorntje „Perri". Maandag 'Spencer
in „De oude man en de zee", reeds eer
der door ons aanbevolen.
Ten geschenke. De Nederlandse
bioscopen hebben aan alle bioscoopkassa's
geschenkbonnen verkrijgbaar gesteld ter
waarde van 5,— en f 2.50, onderverdeeld
in coupons van f 1.25. die de mogelijkheid
bieden van "en avondip uit in een'bioscoop
naar een film en op een tijdstip naar
keuze. De geldigheidsduur van deze bon
nen is vrij lang: binnen een half iaar na de
dag van koop moeten ze worden ingewis
seld. pas daarna verliezen zij hun geldig
heid.