VAN NIEL
MacLeish' „J.B." fascinerend ondanks
gebrek aan innerlijke bewogenheid
„Kunst in het klein", tegelexpositie
in het Frans Halsmuseum
IS
ortret y,
een vijanl
/|fj|fff
"swisr
e te
DP
^^3
Jhr. dr. D. C. Roël groot off icier
in de Huisorde van Oranje
RENAULT
Boldoot
geschenken
Boldoot
Beter voorkomen
dan genezen!
Gérard Philipe
begraven
Renault
„On the beach" ook voor
vertoning naar Moskou
vraag ze - geef ze
MOgjAN DE TAPI''{KEVER
jfeist n.cc
ioek~-M coVr&
l
Jacht in voi
ijtkever nu ooi;
gesigp.^eer(^
■TAPlJ
vsn wollen stof rn yarmh';
Hoofddirecteur nam afscheid in Rijksmuseum
„De Stem des Volks" te Amsterdam met
„Le Roi David" van Honegger
Nederlands Ballet Verbond
in Amsterdam opgericht
GARAGE „DEN HOUT"
Fa. C. A. HARDEBELT
Fa. FLINTERMAN
MAANDAG 30 NOVEMBER 1959
ER ZIJN in de Verenigde Staten van Amerika nogal felle theologische dis
cussies ontbrand en geruime tijd blijven voortwoeden naar aanleiding van het
merkwaardige toneelstuk „J.B." van Archibald MacLeish, dat sinds kort in
Nederland op het repertoire van „Theater" in Arnhem staat. Het is te ver
wachten, dat ook hier de twistlievende schriftgeleerden zich niet onbetuigd
zullqn laten. Bovendien zullen heel wat in beeldspraak verborgen wijsheden
nader worden onderzocht en bij voldoende zuiverheid, verpakt in toepasselijke
uitleg, doorgegeven aan belusten op een geestelijke tractatie. Maar in een kunst
beschouwing moet men zich in de eerste plaats afvragen: wat is de artistieke
waarde? Eerlijk gezegd sla ik die niet hoog aan. MacLeish schrijft ongewoon
toneel, opzettelijk ongewoon maar fascinerend en met allure. Er is geen reden
tot twijfel aan de oprechtheid van zijn dichterschap. Doch het resultaat is
quasi-poëzie.
VOLGT U MIJ naar de schouwburg
nu in gedachten, straks in feite, want het
vertoonde spel is boeiend en interessant
genoeg. Het voordoek is weggenomen. Men
ziet tegenover zich het interieur van een
verlaten circustent, een suggestief bouw
sel van Johan Greter, in schemerdonker.
Twee venters, de een met snoepgoed, de
ander met ballonnen, betreden de piste.
Het zijn mislukte acteurs, die zich ver
stouten in de rollen van God en de duivel
het legendarische drama van de strijd om
de ziel van een mens, die door alle denk
bare rampen wordt getroffen en geteisterd,
te beleven. Zij bewerkstelligen een trans
positie naar het hedendaagse van het
mysterieuze wijsheidsboek Job, waarvan
de oudtestamentische titelheld met zijn
aartsvaderlijke eigenschappen opnieuw
zijn vroomheid door vreselijk en vleselijk
lijden moet laten beproeven. Het is een
eigenaardige kunstgreep, die door regis
seur Robert de Vries in het programma
wordt verdedigd met het argument: ieder
mens kan zich met Job vereenzelvigen.
Een verre stem van onzichtbare herkomst
souffleert de gewenste bezieling om ermee
door te gaan.
Zo verschijnt de moderne Job in de wel
varende gedaante van een doorgaans bij
zijn initialen J. B. genoemde bankier, die
dankbaar zijn geluk accepteert als loon
naar rechtschapenheid. Merkwaardig ge
noeg blijft het klassieke argument van de
hoogmoed deze uitverkorene bevestigt
in dagelijks gebed als het ware zijn deel
genootschap in een verbond met God in
de probleemstelling onuitgewerkt. Daar
door echter laat zijn daaropvolgende val
ons betrekkelijk onbewogen. Dat is niets
nieuws. Er zijn in de christelijke littera
tuur vrijwel of in het geheel geen voor
beelden van werkelijke tragiek aan te wij
zen, doofdat het streven naar het absolute
in een gebroken wereld gericht is op vol
komen afhankelijkheid van een boven
persoonlijke macht en het perspectief der
loutering opdoemt aan gene zijde van tijd
en aardse werkelijkheid. Hoezeer men
mogelijkerwijze ook onder de indruk komt
van de met theatrale allure vertoonde
kwellingen en vernederingen, van enig
medelijden kan nauwelijks sprake zijn.
Door de verplaatsing naar onze bestaans-
periode is trouwens Job dezelfde niet meer.
En daarmee is ook het aspect der in reli
gieuze overwegingen belangwekkende
„vergeldingscausaliteit" beslissend ver
schoven, hetgeen door MacLeish tótaal ver
onachtzaamd werd.
HOE DAN OOK, door de vier grote pla
gen van deze tijd oorlogsgeweld, ver
keersongeluk, zedenmisdrijf en atoom
bom verliest J. B. zijn vijf kinderen en
zijn materieel bezit. Zijn vrouw verlaat
hem als hij, overdekt met zweren, tussen
het puin zijn God blijft prijzen. Tenslotte
wordt hij aan geestelijke beproevingen
onderworpen: drie troostredenaars, ver
tegenwoordigend het historisch materia
lisme, de dogmatische godsdienst en de
psychologische analyse, kunnen hem met
hun abstracte wijsheden geen uitkomst
bieden. De schuldvraag blijft onopgelost.
J. B. heeft geen inzicht in zijn eigen situa
tie. Hij zoekt de oorzaak daarvan in het
inzicht van een hogere macht en legt zich
daarbij neer. Deze deugd der uiterste dee
moed betekent zijn redding, hij accepteert
zonder verder te vragen en dit waarachtige
geloof doet hem in zijn volstrekte een
zaamheid tenslotte de liefde herwinnen.
Theatraal heb ik dit alles genoemd, in
de barokke zin van het woord. Als zo
danig kan men dit werk met koele waar
dering prijzen. Men mist echter voort
durend de dramatische bewogenheid, die
door innerlijke spanning veroorzaakt kan
worden. Deze arena, houdt MacLeish ons
Advertentie
De vele verrukkelijke preparaten
worden gepresenteerd in attractieve
geschenk verpakkingen.
Sets, bevattende Cleansing Cream,
Velva Cream en Skin-Tonic, onont
beerlijk voor uw huidverzorging
COSMETICA
Grote Houtstraat 92 Tel. 12160
Op 17 december zal in achttien hoofd
steden, waaronder Amsterdam en Moskou,
een film over de wereld na een kernoor
log in première gaan. De film is geba
seerd op de roman „On the beach" van
Nevil Shute.
In het boek worden de ervaringen be
schreven van een groepje mensen die in
het zuiden van Australië leven, nadat het
leven in de rest van de wereld en het noor
delijk deel van Australië door kernbom
men en radioactiviteit is vernietigd. De
radioactiviteit verspreidt zich langzaam
ïaar het zuidelijk halfrond totdat alle le
ven op aarde wordt gedood. De president-
firecteur van United Artists, Arthur B
Krim, producer van de film, reisde ver
leden week naar Moskou om dc film aan
hooggeplaatste Russische functionarissen
te laten zien. Dc film bleek zo in te slaan
bij de Sovjets dat zij verzochten de film
van Russische teksten te voorzien.
Caro van Eyck en Hans Tiemeyer in
„J.B." van Archibald MacLeish.
voor, is de wereld. Maar wat heeft dat
strijdtoneel van allegorische symboliek
ons te zeggen? De rampen komen namelijk
in dit geval niet rechtstreeks zoals in
het prachtige bijbelboek van God, maar
zijn navolgenderwijze bedacht. Niettemin
moeten ze uiteindelijk zonder redeneren
worden aanvaard. Is het nu een wonder
van dichtkunst, dat deze ongerijmde situa
tie zich toch niet als onhoudbaar aan ons
voordoet? Nee want er is een factor in
het geding, die met kunstgevoelige appre
ciatie niets te maken heeft. „J.B." is een
van die toneelstukken, waarvan men (zo
als dat heet) iets mee naar huis kan nemen,
zijnde een bevestigde herkenning van dat
gene dat men eerst zelf mee naar de
schouwburg heeft genomen.
HET BOVENSTAANDE is maar een
proeve van discussie, die door de ouder
wets curieuze verbeelding wordt uitgelokt.
Het is vooral een interessante aangelegen
heid, die een menselijke dimensie krijgt
door het spel met ontleende grootheden,
dat door de acteurs voortreffelijk wordt
geleverd. Debuterend als regisseur heeft
Robert de Vries in de pakkende stijl van
Amerikaans expressionisme met een forse
greep op het werk de illustratieve elemen
ten duidelijk belicht op hun plaats ge
kregen. Een knappe prestatie. Daarbij kon
hij beschikken over een goede bezetting.
Hans Tiemeyer slaagde er door intense
concentratie in de prestigewaarden van de
titelrol bijeen te houden. Het is geen klei
nering van zijn opmerkelijke creatie als ik
de mening poneer, dat men zijn aandeel
niet moet overschatten. Tiemeyer is een
realistisch ingestelde acteur met een ge
zonde dosis verstandig beheerde fantasie.
Daardoor heeft hij weten te voorkomen
dat deze monumentale figuur een holle
grootheid werd. Zijn registerkeuze is ech
ter vrij beperkt. Men kan zich het twisten
met God in pathetischer toonaarden wen
sen. De zich uit de aard der zaak op een
ander niveau, dichter bij huis en hart be
wegende echtgenote kreeg van Caro van
Eyck de nerveus geladen accenten dei-
vertwijfeling en de gebroken akkoorden
der wanhoop. De authenticiteit, waartoe
zij als enige in dit drama werd veroor
deeld, heeft zij in de paar vlagen van haar
verschijning treffend waargemaakt.
De anderen treden vooral op als con
trasterende raisonneurs, Hans Culeman en
Jacquet Snoek als de woordvoerders van
het satanische en het goddelijke principe.
Piet van der Meulen, Henk Schaer en Ge
rard Hartkamp van de ontoereikende we
tenschap. Carl van der Plas en Maxim
Hamel verrichten met bescheiden virtuosi
teit hun taken als telkens andere bood
schappers van nieuwe jobstijdingen. Victor
van Vriesland heeft er als vertaler van de
vrije verzen door tussen oud en nieuw be
wegelijk woordgebruik kans toe gezien een
litteraire eenheid in de behandeling van
motieven van vroeger en nu tot stand te
brengen.
David Koning
Advertentie
Advertentie
ONDER DE TITEL „Kunst in het klein" is zaterdag zonder enig ceremonieel in
het Frans Halsmuseum te Haarlem een alleraardigste tentoonstelling geopend van
Nederlandse tegels uit Rijksbezit. De Dienst voor 's Rijks verspreide kunstvoor
werpen heeft onder leiding van haar inspecteur, de heer D. F. Lunsingh Scheurleer
een zeer instructieve collectie samengesteld die een duidelijk beeld geeft van de
herkomst, het wezen, en de toepassing van de terecht om hun schoonheid geprezen
tegels. De verzameling is voor het grootste deel gemonteerd op een aantal prak
tische borden, die in ieder willekeurige zaal neergezet kunnen worden. Acht van
deze borden bevatten in zeer goed fotomateriaal gegevens omtrent de historie van
de tegel en de techniek van het tegelbakken. De invloeden van de Spaans-Moorse
ceramiek, of die van het Chinese porselein uit de Ming-periode op het Nederlandse
tegeldecor, zowel als het voorkomen van de Franse „Lodewijkstijlen" geven een
goede indruk van de achtergronden waartegen we de ontwikkeling van onze Neder
landse tegelbakkerij moeten zien
VAN EEN VIJFTAL vitrines zijn er vier
gevuld met merkwaardige tegelsoorten,
zoals bij voorbeeld die tegel met het jaar
tal 1638, of die prachtige tegels met veel
kleurige krijgslieden die zo zwierig zijn
neergepenseeld. De vijfde vitrine toont
onder meer een serie tegels in bewerking.
Het is erg jammer dat deze tegels in ver
band met de houdbaarheid gebakken zijn
zoals ook zeer terecht in de catalogus is
vermeld. Toch werkt het tentoongestelde
materiaal in deze vitrine sterk misleidend
voor al diegenen die de tentoonstelling
zonder catalogus bezoeken, het is mijns
inziens veel beter en eenvoudige kaart
met deze mededeling in de vitrine te leg
gen.
De schoonheid van eei tegelwand komt
het best tot zijn recht op de dertien bor
den, waarop blokjes van vier of meer te
gels zijn bevestigd. Uiteraard moest men
zich bij de samenstelling van deze ten
toonstelling een zekere beperking opleg
gen om een overzichtelijk geheel te krij
gen, het materiaal waaruit kon worden
geput is namelijk zeer overvloedig. Juist
deze beperking heeft tot gevolg dat we
de gehele ontwikkeling van de Nederland
se tegelbakkerij vanaf haar ontstaan in
het midden van de zestiende eeuw tot
haar ondergang in het midden van de ne
gentiende eeuw op voortreffelijke wijze
kunnen volgen.
TOT DE FRAAISTE voortbrengeselen
behoren de in de zogenaamde spaartech-
niek uitgevoerde tegels uit de zestiende
eeuw. Op een witte ondergrond zijn de
omtrekken van gestileerde bladeren ge
schilderd. waarna het fond met blauwe of
gekleurde „verf" werd ingevuld. De blad-
vormden werden dus in het wit uitge
spaard, waarmee de naam van de tech
niek verklaard wordt.
Alle latere tegels vertonen een uitvoering
in directe schildering, waarbij de motie
ven direct in kleur op de witte ondergrond
werden aangebracht. Deze laatste wijze
van beschilderen biedt de tegelschilder
veel meer mogelijkheden tot ontplooiing
van zijn schilderkundige kwaliteiten. We
zien dan ook een enorme vormenrijkdom
ontstaan, die een weerspiegeling vormt
van het bonte leven in de zeventiende
eeuw.
Het merendeel van de tentoongestelde
tegels bestaat uit „normale" wandtegels,
die in bijzonder grote aantallen werden
geproduceerd. Bij deze tegels bevat
ieder exemplaar tenminste een vierde
deel van het tegeldessin, we kunnen van
een doorlopende vlakversiering spreken,
die aan alle wanden kon worden toegepast.
DAARNAAST TREFFEN we een aantal
tegeltableaus aan, die mij persoonlijk
minder kunnen bekoren. Deze tableaus
zijn te beschouwen als schilderingen die in
een aantal vierkante stukken zijn geknipt,
en vervolgens op tegels aangebracht. Zelfs
de lijst van het „schilderij" werd erop
geschilderd, en zo ontstond een object dat
hoogstens merkwaardig genoemd mag
worden. Merkwaardig dan om de aard
van de voorstelling, die meestal leven en
bedrijf van onze voorouders in beeld
brengt. De wand wordt hierbij als het ware
„doorbroken", en dat is strijdig met ge
zonde opvattingen omtrent wanddecoratie.
Als we ons realiseren welke grote delen
van de wanden met tegels werden be
kleed, wordt het ons duidelijk dat we alle
meubels en gebruiksvoorwerpen tegen
deze achtergrond moeten zien.
En dan beseffen we dat de meest sfeer
volle hoekjes uit ons prachtig Frans Hals
museum mede aan de aanwezige tegel
wanden hun cachet ontlenen.
Al deze overwegingen maken een be
zoek aan deze prettige tentoonstelling tot
een feestlijk genieten van in de grond alle
daagse dingen. De tentoonstelling duurt tot
en met 10 januari 1960, en is geopend van
10-15 uur, 's zondags van 13-15 uur.
Dingeman Korf Sr.
■feS-L'm6u's V OF WAT
<jc£
T jjÊ
tr££K 1
NIET TE
VERWARREN
TAntTf
8PiW?IT3I*ii^
W M.
WAT DOE J|
ERTECEl
"f »»mi
Huisvrouwen 40^ry
Mneninvasie hcc*1 ^et °P
*^r""urgenb,} Wicrc families voornen
Een behandeling
met EULAN
bij de vervaardiging
van textiel, biedt een
afdoende bescherming
zowel tegen tapijtkevers
als tegen motten.
De textielindustrie
is volledig op de hoogte
van de behandelingsvoorschriften.
Els daarom bij alle produkten
van wol of andere
dierlijke vezels het
EULAN-etiket!
'.nS v«n
ier
[apijtkevers nel
aan in vrijgezt
Sm-lnnruj ro« larxril
T Hl VTRMOf VG A it
Kever versolt
ui'
A'dam op \Sppen, sl)
Tapiitkever op mars
•5 nOU(} ook
(Van onze Amsterdamse redacteur)
In de grote hal van de voorgalerij In het Rijksmuseum hebben zaterdagmiddagf
een kleine duizend mensen, onder wie vele vooraanstaande autoriteiten en vrijwel
all emuseumdirecteuren van ons land, afscheid genomen van de verleden week
maandag 65 jaar geworden hoofddirecteur jhr. dr. D. C. Roëll. Tijdens de huldiging
deelde de Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen,
mee, dat Hare Majesteit uit waardering voor de talrijke door deze eerste museum
directeur in den lande bewezen diensten hem heeft benoemd tot grootofficier in
de huisorde van Oranje. Minister Cals roemde de goede smaak waarmee jhr. Roëll
de vernieuwing van het Rijksmuseum heeft uitgevoerd. ,Door uw magische hand
is dit museum geworden tot de trots van Nederland", aldus de minister, die tevens
verklaarde dat hij diep onder de indruk was gekomen van de wonderlijke metamor
fose van het Rijksmuseum nadat de hoofddirecteur er „met zijn toverstaf der dis
tinctie" de restauratie had geleid. De minister zei, dat de regering buitenlandse
staatshoofden met trots heeft rondgeleid doof dit museum.
Mr. CALS onthulde een borstbeeld, dat
door de kunstenares Charlotte van Pal-
landt van de scheidende hoofddirecteur is
gemaakt. Dr. Prinsen vertolkte de dank
van de museumbezoeker, die dank zij de
door jhr. Roëll geschapen sfeer de kunst
heeft kunnen beleven. Amsterdams burge
meester, mr. G. van Hall, schetste de be
tekenis die jhr. Roëll voor de hoofdstad
heeft gehad en nog steeds heeft. „Het
Rijksmuseum is de grootste trekpleister
van Amsterdam, mede door uw werk", al
dus de burgemeester, die de zilveren me
daille van de stad Amsterdam aanbood.
Als voorzitter van het huldigingscomité
deelde jhr. F. J. E. van Lennep mee, dat
van zeshonderdtachtig vrienden van jhr.
Roëll in binnen- en buitenland giften wa
ren binnengekomen voor een passend af
scheidsgeschenk. Namens hen bood hij
een zilveren kan in empire-stijl aan, bene
vens een enveloppe met inhoud ter finan
ciering van een buitenlandse reis naar
keuze.
In zijn dankwoord zei de zichtbaar on
der de indruk van deze huldiging zijnde
jhr. Roëll dit geld te zullen bestemmen
voor een museumreis door de Verenigde
Staten. Minister Cals had tevoren gezegd,
dat jhr. Roëll een man is van weinig woor
den, maar van grote daden. Zelf zei hij:
„De zonzijde van dit afscheid is, dat dit de
laatste maal is, dat ik in het openbaar be
hoef te spreken". En bescheiden merkte
hij op: „In 1922 had ik de keuze uit twee
aanbiedingen: directeur van het museum
van Dordrecht of bediende in het Rijksmu
seum. Ik koos het laatste. Had ik het niet
gedaan dan zou ik vandaag afscheid heb
ben genomen in Dordrecht, maar dankzij
de wijze waarop de toenmalige directeur
van het Rijksmuseum dr. F. Schmidt-
Degener mij inspireerde, steun die ik later
van vele zijden mocht, krijgen en de voor
treffelijke staf van personeel voelde ik mij
opgewassen tegen de taak het Rijksmu
seum na de oorlog opnieuw in te richten".
Hij zei bijzonder verheugd te zijn, dat de
hoofddirectie nu in handen zal komen van
dr. A. F. E. van Schendel. .Thr. Roëll deel
de mee telegrafisch van de Stichting Open
baar Kunstbezit te hebben vernomen, dat
deze stichting ter gelegenheid van dit af
scheid het rijksmuseum zal verrijken met
een zolang ontbeerde apparatuur voor
foto-lithografie en reproduktie. Zelf bood
hij het- museum «en liturgische doos met
broderie aan, wélke uit de vijftiende eeuw
stamt.
De commissaris der Koningin in de
provincie Noordholland, dr. M. J. Prin
sen, tooit jhr. dr. D. C. Roëll met de
eretekenen behorend bij de onderschei
ding van grootofficier in de Huisorde
van Oranje.
Met zijn sterk bezette „Stem des Volks"
van Amsterdam gaf Antoon Krelage zon
dagavond in het hoofdstedelijk Concert
gebouw een uitvoering van Le Roi David",
waarmee Arthur Honegger in 1921 een
nieuw tijdvak inluidde voor het oratorium
genre en welke compositie hem op slag
beroemd maakte. Deze hoeksteen van het
monument dat de componist op grandioze
wijze bekroonde met zijn „Jeanne d'Arc
au bücher", heeft na al die jaren zijn in
dringende kracht en zijn jeugdige frisheid
ongerept behouden. Dit werd ons zondag
avond bevestigd door een interpretatie die,
behoudens een beneden peil te achten
prestatie van de recitant, bijzonder goede
hoedanigheden had.
TE LOVEN was vooral het aandeel van
het koor met zijn lenige sopraan- en alt
vleugels en zijn sonore mannenstemmen,
het briljante kwinkeleren van Annette de
la Bije, de suggestieve voordracht van
Elisabeth Lugt. de orchestrale vertolking
door het Noordhollands Philharmonisch
Orkest alsmede de bezielde en correcte
leiding van Antoon Krelage. De grote koor
scène van deel II was wel zeer indruk
wekkend, maar dit kan ook worden ge
zegd van tal van andere fragmenten, bij
voorbeeld van het koor van het berouw,
van de naar authentieke gemeentezang
strevende psalm-gedeelten en van de
machtige climax van het slotkoor. Het was
echt jammer dat de voorname muzikale
indrukken steeds afgekoeld werden door
de gesproken gedeelten van de verbindende
tekst. Hiertoe is niet te rekenen het aan
deel van Elisabeth Lugt, die ten minste,
in een vlot en zuiver Frans, toonde hoe
imponerend het gesproken woord met mu
zikale begeleiding kan zijn.
AAN HET WERK van Honegger was
een vlotte en fris klinkende vertolking
voorafgegaan van het „Te Deum" van Mo
zart, waaraan ik in „Erbij" van verleden
zaterdag een bespreking wijdde. Op gezag
van de musicologen Wyzewa en Saint Foix
heb ik het daar een werk uit Mozart's der
tiende levensjaar genoemd. Nu ik het ech
ter gehoord heb, ben ik van inzicht ver
anderd en meen te mogen veronderstellen,
dat het pas na zijn studies bij Padre Mar
tini moet zijn ontstaan en hij dus zeven
tien of achttien jaar moet geweest zijn
Antoon Krelage voerde het werk uit in
een bewerking van de Wener domkapel-
meester Habet, die de oorspronkelijk zeer
eenvoudige orkestratie aanmerkelijk uit
breidde, wat, gezien de grote koorbezet
ting en de zaalruimte, hier aanvaardbaar
bleek. Verder werd ook een goede beurt
gegeven aan de bescheiden Mis in G van
RAMTUELLE (UPI) Gérard Philipe
de gevierde jeune premier van zovele
Franse films en toneelstukken, die woens
dag op 37-jarige leeftijd aan een hartaan
val overleed, is zaterdag in alle eenvoud
in het Zuidfranse dorpje RamatUelle ter
aarde besteld. Hij rust daar, gekleed in
de cape die hij droeg in zijn succesrol, de
„Cid" van Corneille, in een graf als alle
andere op het dorpskerkhof. Vrienden heb
ben er een kleine cypres en een mimosa
geplant en het bedolven onder de bloe
men. Tussen de talrijke bewonderaars uit
geheel Frankrijk stonden veel boeren uit de
streek die „m'sieur Gérard" ook kenden.
In Parijs werd zaterdagavond een mi
nuut stilte in acht genomen en in de en
tree van het nationaal volkstheater wa
ren zeven grote foto's opgesteld van de
acteur in zijn succesrollen.
Op een zondag in Krasnapolsky in Am
sterdam gehouden vergadering hebben
ongeveer zestig leraren en leraressen in
klassiek ballet het „Nederlands Ballet
Verbond" opgericht.
De doelstellingen van dit verbond zijn:
het uitbreiden van de vakkennis tot inter
nationaal niveau, het geven van deskun
dige voorlichting, het beschermen van het
kind tegen ondeskundig balletonderwijs en
het openen van de mogelijkheid voor de
leden een certificaat te behalen, dat ten
minste gelijkwaardig zal zijn aan de inter
nationaal erkende elementaire examens in
Klassiek ballet. Dit certificaat zal de hou
der het recht geven zich „door het Ne
derlands Ballet Verbond" erkend peda
goog klassiek ballet te noemen.
Het uitbreiden van de vakkennis wil men
bereiken door onderling contact, het hou
den van cursussen, 't bestuderen van vak
litteratuur en het kennisnemen van lan
delijke en buitenlandse balletexamens.
Het voorlopig bestuur van het verbond
bestaat uit: Maud Kool (Haarlem) voor
zitster, Steffa Wine (Amsterdam) secre
taresse. Peter Leoneff (Den Haag) penning
meester, Eeke Thomee (Delft) en Dorothy
Vasseur (Drunen) leden.
Advertentie
Incl verwarming 4490,-
Voor Haarlem en omgeving
Wagenweg 164-168. Haarlem. Tel. 12138-15056
Rijksstraatweg 249 Telefoon 57455
Zandvoortselaan 365 - Bentveld - Tel. 42212
Schubert, die ook in een aangedikte or
chestrale bezetting werd verklankt, welke
mij echter niet steeds verantwoord voor
kwam. Het solokwartet, bestaande uit de
sopraan Annette de la Bije, de alt Annie
Hermes. de tenor Wiebe Drayer en de bas
Otto Couperus leverde in dit werk een vol
waardig aandeel.
Jos. de Klerk