VAN NIEL MacLeish' „J.B." fascinerend ondanks gebrek aan innerlijke bewogenheid „Kunst in het klein", tegelexpositie in het Frans Halsmuseum IS ortret y, een vijanl /|fj|fff "swisr e te DP ^^3 Jhr. dr. D. C. Roël groot off icier in de Huisorde van Oranje RENAULT Boldoot geschenken Boldoot Beter voorkomen dan genezen! Gérard Philipe begraven Renault „On the beach" ook voor vertoning naar Moskou vraag ze - geef ze MOgjAN DE TAPI''{KEVER jfeist n.cc ioek~-M coVr& l Jacht in voi ijtkever nu ooi; gesigp.^eer(^ ■TAPlJ vsn wollen stof rn yarmh'; Hoofddirecteur nam afscheid in Rijksmuseum „De Stem des Volks" te Amsterdam met „Le Roi David" van Honegger Nederlands Ballet Verbond in Amsterdam opgericht GARAGE „DEN HOUT" Fa. C. A. HARDEBELT Fa. FLINTERMAN MAANDAG 30 NOVEMBER 1959 ER ZIJN in de Verenigde Staten van Amerika nogal felle theologische dis cussies ontbrand en geruime tijd blijven voortwoeden naar aanleiding van het merkwaardige toneelstuk „J.B." van Archibald MacLeish, dat sinds kort in Nederland op het repertoire van „Theater" in Arnhem staat. Het is te ver wachten, dat ook hier de twistlievende schriftgeleerden zich niet onbetuigd zullqn laten. Bovendien zullen heel wat in beeldspraak verborgen wijsheden nader worden onderzocht en bij voldoende zuiverheid, verpakt in toepasselijke uitleg, doorgegeven aan belusten op een geestelijke tractatie. Maar in een kunst beschouwing moet men zich in de eerste plaats afvragen: wat is de artistieke waarde? Eerlijk gezegd sla ik die niet hoog aan. MacLeish schrijft ongewoon toneel, opzettelijk ongewoon maar fascinerend en met allure. Er is geen reden tot twijfel aan de oprechtheid van zijn dichterschap. Doch het resultaat is quasi-poëzie. VOLGT U MIJ naar de schouwburg nu in gedachten, straks in feite, want het vertoonde spel is boeiend en interessant genoeg. Het voordoek is weggenomen. Men ziet tegenover zich het interieur van een verlaten circustent, een suggestief bouw sel van Johan Greter, in schemerdonker. Twee venters, de een met snoepgoed, de ander met ballonnen, betreden de piste. Het zijn mislukte acteurs, die zich ver stouten in de rollen van God en de duivel het legendarische drama van de strijd om de ziel van een mens, die door alle denk bare rampen wordt getroffen en geteisterd, te beleven. Zij bewerkstelligen een trans positie naar het hedendaagse van het mysterieuze wijsheidsboek Job, waarvan de oudtestamentische titelheld met zijn aartsvaderlijke eigenschappen opnieuw zijn vroomheid door vreselijk en vleselijk lijden moet laten beproeven. Het is een eigenaardige kunstgreep, die door regis seur Robert de Vries in het programma wordt verdedigd met het argument: ieder mens kan zich met Job vereenzelvigen. Een verre stem van onzichtbare herkomst souffleert de gewenste bezieling om ermee door te gaan. Zo verschijnt de moderne Job in de wel varende gedaante van een doorgaans bij zijn initialen J. B. genoemde bankier, die dankbaar zijn geluk accepteert als loon naar rechtschapenheid. Merkwaardig ge noeg blijft het klassieke argument van de hoogmoed deze uitverkorene bevestigt in dagelijks gebed als het ware zijn deel genootschap in een verbond met God in de probleemstelling onuitgewerkt. Daar door echter laat zijn daaropvolgende val ons betrekkelijk onbewogen. Dat is niets nieuws. Er zijn in de christelijke littera tuur vrijwel of in het geheel geen voor beelden van werkelijke tragiek aan te wij zen, doofdat het streven naar het absolute in een gebroken wereld gericht is op vol komen afhankelijkheid van een boven persoonlijke macht en het perspectief der loutering opdoemt aan gene zijde van tijd en aardse werkelijkheid. Hoezeer men mogelijkerwijze ook onder de indruk komt van de met theatrale allure vertoonde kwellingen en vernederingen, van enig medelijden kan nauwelijks sprake zijn. Door de verplaatsing naar onze bestaans- periode is trouwens Job dezelfde niet meer. En daarmee is ook het aspect der in reli gieuze overwegingen belangwekkende „vergeldingscausaliteit" beslissend ver schoven, hetgeen door MacLeish tótaal ver onachtzaamd werd. HOE DAN OOK, door de vier grote pla gen van deze tijd oorlogsgeweld, ver keersongeluk, zedenmisdrijf en atoom bom verliest J. B. zijn vijf kinderen en zijn materieel bezit. Zijn vrouw verlaat hem als hij, overdekt met zweren, tussen het puin zijn God blijft prijzen. Tenslotte wordt hij aan geestelijke beproevingen onderworpen: drie troostredenaars, ver tegenwoordigend het historisch materia lisme, de dogmatische godsdienst en de psychologische analyse, kunnen hem met hun abstracte wijsheden geen uitkomst bieden. De schuldvraag blijft onopgelost. J. B. heeft geen inzicht in zijn eigen situa tie. Hij zoekt de oorzaak daarvan in het inzicht van een hogere macht en legt zich daarbij neer. Deze deugd der uiterste dee moed betekent zijn redding, hij accepteert zonder verder te vragen en dit waarachtige geloof doet hem in zijn volstrekte een zaamheid tenslotte de liefde herwinnen. Theatraal heb ik dit alles genoemd, in de barokke zin van het woord. Als zo danig kan men dit werk met koele waar dering prijzen. Men mist echter voort durend de dramatische bewogenheid, die door innerlijke spanning veroorzaakt kan worden. Deze arena, houdt MacLeish ons Advertentie De vele verrukkelijke preparaten worden gepresenteerd in attractieve geschenk verpakkingen. Sets, bevattende Cleansing Cream, Velva Cream en Skin-Tonic, onont beerlijk voor uw huidverzorging COSMETICA Grote Houtstraat 92 Tel. 12160 Op 17 december zal in achttien hoofd steden, waaronder Amsterdam en Moskou, een film over de wereld na een kernoor log in première gaan. De film is geba seerd op de roman „On the beach" van Nevil Shute. In het boek worden de ervaringen be schreven van een groepje mensen die in het zuiden van Australië leven, nadat het leven in de rest van de wereld en het noor delijk deel van Australië door kernbom men en radioactiviteit is vernietigd. De radioactiviteit verspreidt zich langzaam ïaar het zuidelijk halfrond totdat alle le ven op aarde wordt gedood. De president- firecteur van United Artists, Arthur B Krim, producer van de film, reisde ver leden week naar Moskou om dc film aan hooggeplaatste Russische functionarissen te laten zien. Dc film bleek zo in te slaan bij de Sovjets dat zij verzochten de film van Russische teksten te voorzien. Caro van Eyck en Hans Tiemeyer in „J.B." van Archibald MacLeish. voor, is de wereld. Maar wat heeft dat strijdtoneel van allegorische symboliek ons te zeggen? De rampen komen namelijk in dit geval niet rechtstreeks zoals in het prachtige bijbelboek van God, maar zijn navolgenderwijze bedacht. Niettemin moeten ze uiteindelijk zonder redeneren worden aanvaard. Is het nu een wonder van dichtkunst, dat deze ongerijmde situa tie zich toch niet als onhoudbaar aan ons voordoet? Nee want er is een factor in het geding, die met kunstgevoelige appre ciatie niets te maken heeft. „J.B." is een van die toneelstukken, waarvan men (zo als dat heet) iets mee naar huis kan nemen, zijnde een bevestigde herkenning van dat gene dat men eerst zelf mee naar de schouwburg heeft genomen. HET BOVENSTAANDE is maar een proeve van discussie, die door de ouder wets curieuze verbeelding wordt uitgelokt. Het is vooral een interessante aangelegen heid, die een menselijke dimensie krijgt door het spel met ontleende grootheden, dat door de acteurs voortreffelijk wordt geleverd. Debuterend als regisseur heeft Robert de Vries in de pakkende stijl van Amerikaans expressionisme met een forse greep op het werk de illustratieve elemen ten duidelijk belicht op hun plaats ge kregen. Een knappe prestatie. Daarbij kon hij beschikken over een goede bezetting. Hans Tiemeyer slaagde er door intense concentratie in de prestigewaarden van de titelrol bijeen te houden. Het is geen klei nering van zijn opmerkelijke creatie als ik de mening poneer, dat men zijn aandeel niet moet overschatten. Tiemeyer is een realistisch ingestelde acteur met een ge zonde dosis verstandig beheerde fantasie. Daardoor heeft hij weten te voorkomen dat deze monumentale figuur een holle grootheid werd. Zijn registerkeuze is ech ter vrij beperkt. Men kan zich het twisten met God in pathetischer toonaarden wen sen. De zich uit de aard der zaak op een ander niveau, dichter bij huis en hart be wegende echtgenote kreeg van Caro van Eyck de nerveus geladen accenten dei- vertwijfeling en de gebroken akkoorden der wanhoop. De authenticiteit, waartoe zij als enige in dit drama werd veroor deeld, heeft zij in de paar vlagen van haar verschijning treffend waargemaakt. De anderen treden vooral op als con trasterende raisonneurs, Hans Culeman en Jacquet Snoek als de woordvoerders van het satanische en het goddelijke principe. Piet van der Meulen, Henk Schaer en Ge rard Hartkamp van de ontoereikende we tenschap. Carl van der Plas en Maxim Hamel verrichten met bescheiden virtuosi teit hun taken als telkens andere bood schappers van nieuwe jobstijdingen. Victor van Vriesland heeft er als vertaler van de vrije verzen door tussen oud en nieuw be wegelijk woordgebruik kans toe gezien een litteraire eenheid in de behandeling van motieven van vroeger en nu tot stand te brengen. David Koning Advertentie Advertentie ONDER DE TITEL „Kunst in het klein" is zaterdag zonder enig ceremonieel in het Frans Halsmuseum te Haarlem een alleraardigste tentoonstelling geopend van Nederlandse tegels uit Rijksbezit. De Dienst voor 's Rijks verspreide kunstvoor werpen heeft onder leiding van haar inspecteur, de heer D. F. Lunsingh Scheurleer een zeer instructieve collectie samengesteld die een duidelijk beeld geeft van de herkomst, het wezen, en de toepassing van de terecht om hun schoonheid geprezen tegels. De verzameling is voor het grootste deel gemonteerd op een aantal prak tische borden, die in ieder willekeurige zaal neergezet kunnen worden. Acht van deze borden bevatten in zeer goed fotomateriaal gegevens omtrent de historie van de tegel en de techniek van het tegelbakken. De invloeden van de Spaans-Moorse ceramiek, of die van het Chinese porselein uit de Ming-periode op het Nederlandse tegeldecor, zowel als het voorkomen van de Franse „Lodewijkstijlen" geven een goede indruk van de achtergronden waartegen we de ontwikkeling van onze Neder landse tegelbakkerij moeten zien VAN EEN VIJFTAL vitrines zijn er vier gevuld met merkwaardige tegelsoorten, zoals bij voorbeeld die tegel met het jaar tal 1638, of die prachtige tegels met veel kleurige krijgslieden die zo zwierig zijn neergepenseeld. De vijfde vitrine toont onder meer een serie tegels in bewerking. Het is erg jammer dat deze tegels in ver band met de houdbaarheid gebakken zijn zoals ook zeer terecht in de catalogus is vermeld. Toch werkt het tentoongestelde materiaal in deze vitrine sterk misleidend voor al diegenen die de tentoonstelling zonder catalogus bezoeken, het is mijns inziens veel beter en eenvoudige kaart met deze mededeling in de vitrine te leg gen. De schoonheid van eei tegelwand komt het best tot zijn recht op de dertien bor den, waarop blokjes van vier of meer te gels zijn bevestigd. Uiteraard moest men zich bij de samenstelling van deze ten toonstelling een zekere beperking opleg gen om een overzichtelijk geheel te krij gen, het materiaal waaruit kon worden geput is namelijk zeer overvloedig. Juist deze beperking heeft tot gevolg dat we de gehele ontwikkeling van de Nederland se tegelbakkerij vanaf haar ontstaan in het midden van de zestiende eeuw tot haar ondergang in het midden van de ne gentiende eeuw op voortreffelijke wijze kunnen volgen. TOT DE FRAAISTE voortbrengeselen behoren de in de zogenaamde spaartech- niek uitgevoerde tegels uit de zestiende eeuw. Op een witte ondergrond zijn de omtrekken van gestileerde bladeren ge schilderd. waarna het fond met blauwe of gekleurde „verf" werd ingevuld. De blad- vormden werden dus in het wit uitge spaard, waarmee de naam van de tech niek verklaard wordt. Alle latere tegels vertonen een uitvoering in directe schildering, waarbij de motie ven direct in kleur op de witte ondergrond werden aangebracht. Deze laatste wijze van beschilderen biedt de tegelschilder veel meer mogelijkheden tot ontplooiing van zijn schilderkundige kwaliteiten. We zien dan ook een enorme vormenrijkdom ontstaan, die een weerspiegeling vormt van het bonte leven in de zeventiende eeuw. Het merendeel van de tentoongestelde tegels bestaat uit „normale" wandtegels, die in bijzonder grote aantallen werden geproduceerd. Bij deze tegels bevat ieder exemplaar tenminste een vierde deel van het tegeldessin, we kunnen van een doorlopende vlakversiering spreken, die aan alle wanden kon worden toegepast. DAARNAAST TREFFEN we een aantal tegeltableaus aan, die mij persoonlijk minder kunnen bekoren. Deze tableaus zijn te beschouwen als schilderingen die in een aantal vierkante stukken zijn geknipt, en vervolgens op tegels aangebracht. Zelfs de lijst van het „schilderij" werd erop geschilderd, en zo ontstond een object dat hoogstens merkwaardig genoemd mag worden. Merkwaardig dan om de aard van de voorstelling, die meestal leven en bedrijf van onze voorouders in beeld brengt. De wand wordt hierbij als het ware „doorbroken", en dat is strijdig met ge zonde opvattingen omtrent wanddecoratie. Als we ons realiseren welke grote delen van de wanden met tegels werden be kleed, wordt het ons duidelijk dat we alle meubels en gebruiksvoorwerpen tegen deze achtergrond moeten zien. En dan beseffen we dat de meest sfeer volle hoekjes uit ons prachtig Frans Hals museum mede aan de aanwezige tegel wanden hun cachet ontlenen. Al deze overwegingen maken een be zoek aan deze prettige tentoonstelling tot een feestlijk genieten van in de grond alle daagse dingen. De tentoonstelling duurt tot en met 10 januari 1960, en is geopend van 10-15 uur, 's zondags van 13-15 uur. Dingeman Korf Sr. ■feS-L'm6u's V OF WAT <jc£ T jjÊ tr££K 1 NIET TE VERWARREN TAntTf 8PiW?IT3I*ii^ W M. WAT DOE J| ERTECEl "f »»mi Huisvrouwen 40^ry Mneninvasie hcc*1 ^et °P *^r""urgenb,} Wicrc families voornen Een behandeling met EULAN bij de vervaardiging van textiel, biedt een afdoende bescherming zowel tegen tapijtkevers als tegen motten. De textielindustrie is volledig op de hoogte van de behandelingsvoorschriften. Els daarom bij alle produkten van wol of andere dierlijke vezels het EULAN-etiket! '.nS v«n ier [apijtkevers nel aan in vrijgezt Sm-lnnruj ro« larxril T Hl VTRMOf VG A it Kever versolt ui' A'dam op \Sppen, sl) Tapiitkever op mars •5 nOU(} ook (Van onze Amsterdamse redacteur) In de grote hal van de voorgalerij In het Rijksmuseum hebben zaterdagmiddagf een kleine duizend mensen, onder wie vele vooraanstaande autoriteiten en vrijwel all emuseumdirecteuren van ons land, afscheid genomen van de verleden week maandag 65 jaar geworden hoofddirecteur jhr. dr. D. C. Roëll. Tijdens de huldiging deelde de Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen, mee, dat Hare Majesteit uit waardering voor de talrijke door deze eerste museum directeur in den lande bewezen diensten hem heeft benoemd tot grootofficier in de huisorde van Oranje. Minister Cals roemde de goede smaak waarmee jhr. Roëll de vernieuwing van het Rijksmuseum heeft uitgevoerd. ,Door uw magische hand is dit museum geworden tot de trots van Nederland", aldus de minister, die tevens verklaarde dat hij diep onder de indruk was gekomen van de wonderlijke metamor fose van het Rijksmuseum nadat de hoofddirecteur er „met zijn toverstaf der dis tinctie" de restauratie had geleid. De minister zei, dat de regering buitenlandse staatshoofden met trots heeft rondgeleid doof dit museum. Mr. CALS onthulde een borstbeeld, dat door de kunstenares Charlotte van Pal- landt van de scheidende hoofddirecteur is gemaakt. Dr. Prinsen vertolkte de dank van de museumbezoeker, die dank zij de door jhr. Roëll geschapen sfeer de kunst heeft kunnen beleven. Amsterdams burge meester, mr. G. van Hall, schetste de be tekenis die jhr. Roëll voor de hoofdstad heeft gehad en nog steeds heeft. „Het Rijksmuseum is de grootste trekpleister van Amsterdam, mede door uw werk", al dus de burgemeester, die de zilveren me daille van de stad Amsterdam aanbood. Als voorzitter van het huldigingscomité deelde jhr. F. J. E. van Lennep mee, dat van zeshonderdtachtig vrienden van jhr. Roëll in binnen- en buitenland giften wa ren binnengekomen voor een passend af scheidsgeschenk. Namens hen bood hij een zilveren kan in empire-stijl aan, bene vens een enveloppe met inhoud ter finan ciering van een buitenlandse reis naar keuze. In zijn dankwoord zei de zichtbaar on der de indruk van deze huldiging zijnde jhr. Roëll dit geld te zullen bestemmen voor een museumreis door de Verenigde Staten. Minister Cals had tevoren gezegd, dat jhr. Roëll een man is van weinig woor den, maar van grote daden. Zelf zei hij: „De zonzijde van dit afscheid is, dat dit de laatste maal is, dat ik in het openbaar be hoef te spreken". En bescheiden merkte hij op: „In 1922 had ik de keuze uit twee aanbiedingen: directeur van het museum van Dordrecht of bediende in het Rijksmu seum. Ik koos het laatste. Had ik het niet gedaan dan zou ik vandaag afscheid heb ben genomen in Dordrecht, maar dankzij de wijze waarop de toenmalige directeur van het Rijksmuseum dr. F. Schmidt- Degener mij inspireerde, steun die ik later van vele zijden mocht, krijgen en de voor treffelijke staf van personeel voelde ik mij opgewassen tegen de taak het Rijksmu seum na de oorlog opnieuw in te richten". Hij zei bijzonder verheugd te zijn, dat de hoofddirectie nu in handen zal komen van dr. A. F. E. van Schendel. .Thr. Roëll deel de mee telegrafisch van de Stichting Open baar Kunstbezit te hebben vernomen, dat deze stichting ter gelegenheid van dit af scheid het rijksmuseum zal verrijken met een zolang ontbeerde apparatuur voor foto-lithografie en reproduktie. Zelf bood hij het- museum «en liturgische doos met broderie aan, wélke uit de vijftiende eeuw stamt. De commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prin sen, tooit jhr. dr. D. C. Roëll met de eretekenen behorend bij de onderschei ding van grootofficier in de Huisorde van Oranje. Met zijn sterk bezette „Stem des Volks" van Amsterdam gaf Antoon Krelage zon dagavond in het hoofdstedelijk Concert gebouw een uitvoering van Le Roi David", waarmee Arthur Honegger in 1921 een nieuw tijdvak inluidde voor het oratorium genre en welke compositie hem op slag beroemd maakte. Deze hoeksteen van het monument dat de componist op grandioze wijze bekroonde met zijn „Jeanne d'Arc au bücher", heeft na al die jaren zijn in dringende kracht en zijn jeugdige frisheid ongerept behouden. Dit werd ons zondag avond bevestigd door een interpretatie die, behoudens een beneden peil te achten prestatie van de recitant, bijzonder goede hoedanigheden had. TE LOVEN was vooral het aandeel van het koor met zijn lenige sopraan- en alt vleugels en zijn sonore mannenstemmen, het briljante kwinkeleren van Annette de la Bije, de suggestieve voordracht van Elisabeth Lugt. de orchestrale vertolking door het Noordhollands Philharmonisch Orkest alsmede de bezielde en correcte leiding van Antoon Krelage. De grote koor scène van deel II was wel zeer indruk wekkend, maar dit kan ook worden ge zegd van tal van andere fragmenten, bij voorbeeld van het koor van het berouw, van de naar authentieke gemeentezang strevende psalm-gedeelten en van de machtige climax van het slotkoor. Het was echt jammer dat de voorname muzikale indrukken steeds afgekoeld werden door de gesproken gedeelten van de verbindende tekst. Hiertoe is niet te rekenen het aan deel van Elisabeth Lugt, die ten minste, in een vlot en zuiver Frans, toonde hoe imponerend het gesproken woord met mu zikale begeleiding kan zijn. AAN HET WERK van Honegger was een vlotte en fris klinkende vertolking voorafgegaan van het „Te Deum" van Mo zart, waaraan ik in „Erbij" van verleden zaterdag een bespreking wijdde. Op gezag van de musicologen Wyzewa en Saint Foix heb ik het daar een werk uit Mozart's der tiende levensjaar genoemd. Nu ik het ech ter gehoord heb, ben ik van inzicht ver anderd en meen te mogen veronderstellen, dat het pas na zijn studies bij Padre Mar tini moet zijn ontstaan en hij dus zeven tien of achttien jaar moet geweest zijn Antoon Krelage voerde het werk uit in een bewerking van de Wener domkapel- meester Habet, die de oorspronkelijk zeer eenvoudige orkestratie aanmerkelijk uit breidde, wat, gezien de grote koorbezet ting en de zaalruimte, hier aanvaardbaar bleek. Verder werd ook een goede beurt gegeven aan de bescheiden Mis in G van RAMTUELLE (UPI) Gérard Philipe de gevierde jeune premier van zovele Franse films en toneelstukken, die woens dag op 37-jarige leeftijd aan een hartaan val overleed, is zaterdag in alle eenvoud in het Zuidfranse dorpje RamatUelle ter aarde besteld. Hij rust daar, gekleed in de cape die hij droeg in zijn succesrol, de „Cid" van Corneille, in een graf als alle andere op het dorpskerkhof. Vrienden heb ben er een kleine cypres en een mimosa geplant en het bedolven onder de bloe men. Tussen de talrijke bewonderaars uit geheel Frankrijk stonden veel boeren uit de streek die „m'sieur Gérard" ook kenden. In Parijs werd zaterdagavond een mi nuut stilte in acht genomen en in de en tree van het nationaal volkstheater wa ren zeven grote foto's opgesteld van de acteur in zijn succesrollen. Op een zondag in Krasnapolsky in Am sterdam gehouden vergadering hebben ongeveer zestig leraren en leraressen in klassiek ballet het „Nederlands Ballet Verbond" opgericht. De doelstellingen van dit verbond zijn: het uitbreiden van de vakkennis tot inter nationaal niveau, het geven van deskun dige voorlichting, het beschermen van het kind tegen ondeskundig balletonderwijs en het openen van de mogelijkheid voor de leden een certificaat te behalen, dat ten minste gelijkwaardig zal zijn aan de inter nationaal erkende elementaire examens in Klassiek ballet. Dit certificaat zal de hou der het recht geven zich „door het Ne derlands Ballet Verbond" erkend peda goog klassiek ballet te noemen. Het uitbreiden van de vakkennis wil men bereiken door onderling contact, het hou den van cursussen, 't bestuderen van vak litteratuur en het kennisnemen van lan delijke en buitenlandse balletexamens. Het voorlopig bestuur van het verbond bestaat uit: Maud Kool (Haarlem) voor zitster, Steffa Wine (Amsterdam) secre taresse. Peter Leoneff (Den Haag) penning meester, Eeke Thomee (Delft) en Dorothy Vasseur (Drunen) leden. Advertentie Incl verwarming 4490,- Voor Haarlem en omgeving Wagenweg 164-168. Haarlem. Tel. 12138-15056 Rijksstraatweg 249 Telefoon 57455 Zandvoortselaan 365 - Bentveld - Tel. 42212 Schubert, die ook in een aangedikte or chestrale bezetting werd verklankt, welke mij echter niet steeds verantwoord voor kwam. Het solokwartet, bestaande uit de sopraan Annette de la Bije, de alt Annie Hermes. de tenor Wiebe Drayer en de bas Otto Couperus leverde in dit werk een vol waardig aandeel. Jos. de Klerk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 9