Voor de Stille Armen
Volgende vijf jaar beslissend of
Nederland genoeg heeft gedaan
Statuut vertolkt streven tegen
despotisme en voor integratie
Oud en Nieuw
<~Praatótoel
r en
Melkbezorgers klimmen
teveel trappen
Nederlandse delegatie
naar NAVO-overleg
Knoop
dit in
uw oor!
DONDERDAG 10 DECEMBER 1959
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
3
Vijf jaar Statuut voor het
Koninkrijk der
Nederlanden
Zeven slachtoffers van
sneeuw en ijs in Zweden
Onderzoek wijst uit:
Gevolmachtigde minister van Suriname:
Vertegenwoordiger van de Antillen:
v:
VAN NELLE's
Afternoon
theebuiltjes
98 ct
Interview met mr. Luns
in Japans blad
In de afgelopen weken bent u, lezers van
Haarlems Dagblad, vanaf deze plaats reeds
enige malen opmerkzaam gemaakt op de
inzameling voor de stille armen. Moet ik
daaruit afleiden, dat u nu wel alles van
deze actie afweet, en dat het niet nodig
zou zijn opnieuw uw aandacht te vragen?
Wel, ondanks het regelmatig stijgen van
de „thermometer" geloof ik, dat een her
haald beroep geenszins overbodig mag
heten. De sociale voorzieningen zijn welis
waar heel wat gunstiger dan vroeger
maar dat wil nog niet zeggen, dat daar
mede alle moeilijkheden zijn opgelost.
Want wie uwer heeft in zijn gezin nooit
te maken gehad met de onvoorziene om
standigheden? En hoe kleiner het inko
men, des te zwaarder wegen de financiële
consequenties van deze tegenslagen. Dan
kan het voorkomen, dat met Kerstmis zelfs
het geringste bedrag ontbreekt om het ge
zin iets méér te geven dan het hoogst
noodzakelijke.
Velen Uwer hebben zo juist het Sint
Nicolaasfeest gevierd, en zij bereiden de
Kerstdagen reeds voor. Gaat u, dankbaar
voor de vreugde en de warmte, die in deze
weken uw deel'zijn, dan in gedachten eens
staan naast hen, die dapper en „stil" en
vaak heel eenzaam onder moeilijke om
standigheden de decembermaand door
moeten komen. En moge u dan het gebaar
vinden, dat de „thermometer" opnieuw met
sprongen doet stijgen!
M. D. EIGKHOLZ-DE WIJS
secretaresse U.V.V.
afd. Haarlem, Bloemendaal en
Heemstede.
lie verantwoording
L. K. 50.—; N. C. J. S. 50.—; Dr. X.
f 50.—; A. M. N.—V. 30.—; W. B. 25.—;
Bridgeavond D.Sch. 25.Mr. G. C. J.
de M. T. 25.—; P. F. 25.—; „B" 20.—;
M. Th. W. 20.—; N. S.—D. 15.—; J. C.
W. 15.—; Mej. M. R. A. A. G. C. 12.50;
G. A. G. 10.—; N. N. 10.—; A. P. T.
10.—; P. B. 10.—; A. P. B. M. 10.—;
A. H. 10.—; H. M. V. Zonen 10.—;
J. T. K. 10.—; IJ. A. 10.—; M. S. 10.—;
N. N. 10.—; W. C. B. e. Zn. 10.—; H. H.
10.—; G. A. R.—Ph. f 10.—; B. W. L.
10.—; J. Z.—K. f 10.—: H. J. M. W.
10.—; Mr. R. M. B. 10.—; L. J. v. M.
f 10.—; C. A. 7.—; Th. de V. 5.—; G.
B. 5.—; N. J. de M. 5.—; A. S. 5.—;
N. T.—M. 5.—; L. v. d. M. 5.—; Lau
rens Coster 5.—; S. H. H. 5.—; G. C. IJ.
5.—; J. de C. 5.—; P. T. S. 3.—;
Mej. N. J. K. 3.—; A. E. de B.—B. 2.50;
Carla 2.50; J. A. L. 2.50; J. T.—W. 2.50;
A. H. 2.50; Dames V. 2.50; M. A. 2.50;
W. v. d. B. 2.50; A. P. U. Jr. 1.75; J. S.
1.50; Mevr. G. J. S.—Z. M. 10.—; Mevr.
A. G. Ch. L. D.—H. 2.50; Dr. J. P. W. A.
v. B. H. 10.—; H. D. G. en Mevr. G. M.
G.—K. 2.50; E. C. 2.50; S. B. 2.50; C.
B. 1.—; Beertje 3.—; C. S. 2.50; P. R.
5.—; P. K. f 1.—; N. N. 5.—; W. H. K.
2.50; W. H. M. 2.50; Huize Parkzicht
20.—; L G. KI. 5.—; W. D. E. 2.50;
de R. 2.50; M. J. F. 2.50; W. J. O. 10.—;
T. v. B. 2.50; J. C. K. 1.—; H. O. D.
25.—; Mevr. H. V. 1.—; Fam. G. 15.—;
van der H.J. 1.50; Mevr. O. B. 5.
Mej. J. B. 10.—; Gebr. B. 50.—; Cirkel
1 10.Mevr. J. B. 2.50; Hansje en Les
lie 2.—; J. B. Czn. 10.—; C. E. 2.50;
Mevr. M.—R. 2.50; No. 13 10.—; Mw.
E. K. v. M. f 2.50; Eliane 5.—; E. L.
10.—; C. M. R. F. 10.—; Mw. D. D.
2.50.
Dagtotaal 914.25.
In het geheel is thans verantwoord een
bedrag van f 12820.25.
Giften kunnen worden afgegeven aan
nize kantoren Grote Houtstraat 93, Flo-
esstraat 1, Haarlem en Lange Nieuwstraat
127, IJmuiden of worden overgeschreven
op postgiro 273107 ten name van Haarlems
Dagblad/Opr. Haarl. Crt., onder de vermel
ding „Voor de Stille Armen". Vermeldt
vooral onder welke aanduiding de verant
woording moet plaats hebben (volle naam,
initialen, pseudoniem enz.)
Op 15 december is het vijf jaar ge
leden, dat het Statuut voor het Konink
rijk der Nederlanden plechtig werd af
gekondigd. Nederland, Suriname en de
Nederlandse Antillen verklaarden uit
vrije wil een nieuwe rechtsorde te aan
vaarden, waarin zij de eigen belangen
zelfstandig behartigen, op voet van ge
lijkwaardigheid de gemeenschappelijke
belangen verzorgen en wederkerig bij
stand verlenen.
Sindsdien wordt zowel in Suriname
als op de Nederlandse Antillen „Sta-
tuutdag" of „Koninkrijksdag" als een
nationale feestdag gevierd en dit jaar
nog wat uitbundiger dan anders we
gens het voltooide eerste lustrum. In
Nederland leeft de Statuut-gedachte
blijkbaar minder. De herdenkingen van
de 15de december beperken zich dan
ook tot een paar bijeenkomsten van de
vereniging „Oost en west". Wij meen
den er goed aan te doen, nu het Statuut
een voldoende aantal jaren heeft ge
werkt om een eerste indruk van de
doeltreffendheid van de nieuwe rechts
orde te verkrijgen, de mening te vragen
van de beide Gevolmachtigde ministers
van Suriname en de Antillen in Neder
land. Mr. dr. R. H. die de Suri
naamse belangen behartigt, verklaarde
zich daartoe gaarne bereid; de ver
tegenwoordiger van de Nederlandse
Antillen, de heer W. F. M. Lampe,
bleek wegens drukke werkzaamheden
verhinderd. In zijn plaats stond de di
recteur van zijn kabinet, tevens zijn
plaatsvervanger, mr. N. Debrot, onze
Haagse redacteur te woord.
STOCKHOLM (UPI) Sneeuw en ijs
hebben in Zweden tot dusver zeven men-
-enlevens gekost. De koudegolf heeft het
zwaartepunt nu verplaatst naar Midden-
Zweden.
In zuidelijk Zweden zijn verscheidene
dorpen geïsoleerd door sneeuwdriften, die
op enkele grote verkeerswegen een hoogte
van vijf meter bereikten. Met alle kracht
wordt gewerkt aan het vrijmaken van deze
wegen. Op het eiland Oeland zijn verschei
dene dorpen van de buitenwereld afgesne
den en heeft men helikopters moeten inzet
ten om de voorziening met levensmiddelen
gaande te houden.
De visaanvoer voor Zweden stagneert
doordat ongeveer zestig vissersboten voor
de storm in Noorse havens gevlucht zijn.
Hun vangsten, totaal geraamd op een
waarde van 160.000 Zweedse kronen, be
gint al te bederven. De vissersboten bij
na allemaal Zweedse mogen hun vangst
niet per auto of trein naar Zweden sturen,
omdat dit bij de wet in Noorwegen ver
boden is. Het ziet er naar uit, dat de vang
sten zullen verrotten.
Melkbezorgers klimmen per dag gemid
deld 920 tot 2008 treden op. Dit laatste
aantal betekent een klim van 340 meter,
hoger dan de Eifeltoren. Een melkbezor
ger die in Portiekwoningen met vier woon
lagen maar weinig klanten bedient, moet
een prestatie leveren, die volgens de in
West-Europa gangbare norm te zwaar is.
Aldus de conclusie van een oriënterend
onderzoek, dat het Nederlands Instituut
voor Praeventieve Geneeskunde te Leiden
op verzoek van het Bedrijfschap Détail-
handel in melk en zuivelprodukten heeft
ingesteld.
Bij zeven melkbezorgers van uiteenlo
pende leeftijden werd een analyse ge
maakt van hun verrichtingen over een vol
ledige werkdag.
De tijdens de proeven meegedragen last
bedroeg 19,8 kg. Het totaal door een bezor
ger per dag bediende aantal klanten va
rieerde in de onderzochte gevallen van 125
tot 194. Per portiek werden. 2 tot 7 gezin
nen, verdeeld over vier woonlagen, be
diend.
De opzet dwong tot sterke beperking
van het onderzoek. De resultaten zijn dus
niet maatgevend te achten voor alle va
riaties van melkbezorging in de hoge
bouw.
Het Bedrijfschap beraadt zich over de
vraag of een nader onderzoek naar even
tuele mogelijkheden tot verlichting van
het werk van de melkbezorging zal wor
den ingesteld.
De Nederlandse delegatie naar de confe
rentie van NAVO-ministers, die op 15 en
16 december wordt gehouden, zal onder
leiding staan van dr. H. R. van Houten,
staatssecretaris van Buitenlandse Zaken.
Voorts maken deel uit van de delegatie de
ministers van Defensie en van Financiën,
ir. S. H. Visser en prof. dr. J. Zijlstra, en
de staatssecretarissen van Oorlog en Ma
rine, de heren M. R. H. Calmeijer en
P. J. S. de Jong. Aan de Nederlandse
delegatie is verder een aantal adviseurs
toegevoegd.
fVan onze Haagse redacteur)
„Wat denkt u van het Statuut? Een
merkwaardige vraag eigenlijk. Stel je
voor, dat men aan een Nederlander eens
vroeg wat hij van de Grondwet denkt!"
De milde ironie waarmee mr. dr. R. H.
Pos op onze vraag reageert is kenmer
kend voor de critische afstand welke deze
gevolmachtigde minister van Suriname
neemt tot de vraagstukken welke hem
aangaan. Niettemin bleek hij gaarne be
reid tot een gesprek, ook al is zijn tijd be
perkt: het Surinaamse ministerie aan de
Alexander Gogelweg gonst inderdaad
van bedrijvigheid.
Minister Pos corrigeert al dadelijk een
vaak voorkomend misverstand. Het Sta
tuut omvat meer dan de bevestiging van
de interne autonomie van Suriname en de
Nederlandse Antillen. De preambule van
het Statuut gewaagt ook van de voet van
gelijkwaardigheid waarop de gemeen
schappelijke belangen verzorgd zullen
worden en van de wederkerigheid waar
mee de drie rijksdelen elkaar bijstand zul
len verlenen.
„Dergelijke omschrijvingen worden
niet van de ene dag op de andere levende
werkelijkheid voor de gehele bevolking,
ginds niet en hier ook niet. Zo'n formule
als „op voet van gelijkheid" dringt pas
langzaam in zijn volle betekenis door. Zij
wil onder meer zeggen, dat de regering
van Nederland niet identiek is met de re
gering van het Koninkrijk der Nederlan
den". zegt minister Pos.
De beide Gevolmachtigde ministers
hebben in dat rijkskabinet een belangrij
ke stem. Zij kunnen bijvoorbeeld verkla
ren, dat een voorgenomen maatregel hun
land zo ernstig zal benadelen, dat het
daaraan niet gebonden wil zijn. „Tenzij de
verbondenheid van het land in het konink
rijk zich daartegen verzet", volgt er on
middellijk op en het is duidelijk dat die be
perking aanleiding geeft tot verschillen
van inzicht en interpretatie. Daarin wordt
voorzien door het „intern appel", een
overleg tussen m.' \ister-president, twee
ministers, de Gevolmachtigde minister,
die nog versterking krijgt in de vorm van
een door zijn regering aan te wijzen minis
ter of bijzonder gemachtigde.
Zulk een „intern appel" is in de afgelo
pen vijf jaren inderdaad een keer voorge
komen. Misschien moet men de klemtoon
anders leggen en zeggen: het is één keer
voorgekomen.
Daarmee zijn de waarborgen voor de
rijksdelen in de West, dat hun stem ge
hoord kan worden, niet uitgeput. De Ge
volmachtigde minister kan ontwerpen
van rijkswet in de Eerste en Tweede
Kamer toelichten en indien hij tegen zo'n
voorstel is, kan hij de Kamer verzoeken de
stemming tot de volgende vergadering
aan te houden. Bovendien moet zo'n voor
stel ten minste drie vijfden der uitge
brachte stemmen behalen om te worden
aangenomen.
Dan is er de „wederkerigheid" in de bij
stand. Uiteraard is die reciprociteit in
economisch opzicht thans voor Suriname
nog niet bereikbaar, maar men mag in
Nederland nooit vergeten, dat Suriname
evenals de Antillen in de oorlogsjaren de
zaak van het Koninkrijk in de mate van
het mogelijke hebben gediend.
Thans helpt Nederland Suriname zijn
achterstand in ontwikkeling in te lopen.
Het doet dat onder meer door de financië
le steun aan de uitvoering van het Tienja
ren-plan, dat 250 miljoen (Nederlandse)
guldens kost, waarin Nederland voor een
derde deel bijdraagt in de vorm van een
lening, terwijl het ook een derde deel heeft
geschonken. Met de verwezenlijking van
dat plan is men nu op de helft.
„Het is nog te vroeg om te kunnen be
oordelen of Nederland in de vijf afgelopen
jaren inderdaad genoeg heeft gedaan,
voor de beantwoording van die vraag zul
len de volgende vijf jaren beslissend zijn",
zo zegt minister Pos. En hij verduidelijkt:
„Het gaat daarbij niet alleen om de om
vang van de financiële hulp welke door de
Nederlandse regering wordt verleend. Sa
men met het door Suriname te dragen
aandeel maakt het Tienjarenplan vooral
de verbetering van de infra-structuur van
het land mogejijk: het wegennet, de wa
terbeheersing, en al die andere zaken wel
ke tot de outillage van een land behoren.
Maar op al die inspanningen behoort een
reactie te volgen, waardoor de outillage
inderdaad zin krijgt. Zij moet gebruikt
worden en het is aan het Nederlandse be
drijfsleven om het werkelijke antwoord op
de resultaten van het Tienjaren-plan te
geven door zich zakelijk voor Suriname te
interesseren".
De Gevolmachtigde minister van Suri
name is daarom verheugd over de geest
drift van de industriële missie welke kort
geleden van een bezoek aan zijn land te
rugkeerde. De Amerikanen zijn trouwens
de Nederlanders reeds lang voorgegaan
Mr. dr. R. H. Pos
door hoopvolle verwachtingen omtrent de
levenskracht van Suriname in daden om
te zetten. Brachten zij voor de oorlog de
bauxietwinning tot ontplooiing, thans
maakt hun ruime manier van zaken doen
de verwezenlijking van het Brokopondo-
plan mogelijk.
Resumerend verklaart minister Pos:
„Wij hebben reden om met voldoening op
de eerste vijf jaren van het Statuut terug
te zien. Dat men in Paramaribo, evenals
in de Antillen, een samenspraak met Ne
derland over een verduidelijking en de uit
voering van sommige artikelen gewenst
acht, doet aan die algemene constatering
niet af". En dat is voor de man die een be
langrijk aandeel in de totstandkoming van
het Statuut had op zichzelf reeds reden tot
vreugde.
Mr. N. Debrot
(Van onze Haagse redacteur)
„Voor mij vormt het Statuut vooral de
uitdrukking en weerspiegeling van het
streven in de hedendaagse wereld om door
middel van federatieve banden despotis
me en desintegratie te voorkomen. Men
kan een parallel trekken tussen de grond
gedachte van het Statuut en die van de
Verenigde Naties, welke eveneens, naar
ik vertrouw, de overbrugging vormen tus
sen de oude, conservatieve en de nieuwe,
revolutionaire wereld".
Aldus formuleert de directeur van het
kabinet van de gevolmachtigde minister
van de Nederlandse Antillen, tevens diens
plaatsvervanger, mr. N. Debrot, zijn prin
cipiële waardering van het Statuut. De
omstandigheid dat men in de West een
gesprek met Nederland over de interpre
tatie van sommige artikelen verandert,
doet daaraan, zo min als voor de gevol
machtigd minister van Suriname, niets af.
„Het is volkomen normaal, dat een aantal
aan de conferentietafel met de beste be
doelingen opgestelde artikelen in de prak
tijk verduidelijking behoeven. Dat geldt
bij voorbeeld voor het artikel dat gaat
over toelating en uitzetting van Neder
landers en voor de samenhang van een
enkel punt uit het Statuut met het regle
ment voor de gouverneur", zo zegt mr.
Debrot, die op een opmerking onzerzijds
over de werking van de interne autonomie
der Antillen antwoordt: „Men kan wel zeg
gen, dat we er politiek nog niet rijp voor
zijn, maar de gehele wereld moet haar rijp
heid nog vinden!" En over de in het Sta
tuut verankerde gelijkwaardigheid der
rijksdelen zegt deze levendige en geesti
ge jurist en diplomaat, die ook nog medi
cus is hij oefende geruime tijd in Am
sterdam een dokterspraktijk uit en in
zijn vrije tijd een algemeen gewaardeerd
litterator is: „Die gelijkwaardigheid is er
inderdaad, maar daarom is er nog geen
gelijkheid: daarvoor is het potentieel van
de drie gebieden te verschillend".
Intussen blijkt men op de Antillen wel
voldaan over de wijze waarop Nederland
zijn hoger potentieel ten behoeve van de
wederkerige bijstand wil gebruiken. De
beide Antillaanse ministers Yrousquin en
Krom, die dezer dagen na een gesprek met
de Nederlandse regering naar hun land te
rugkeerden, kunnen daarvan getuigen. Zij
hebben een waardevolle toezegging gekre
gen omtrent Nederlandse bereidheid om
op dezelfde manier zoals ook bij het Suri
naamse Tien-jarenplan geschiedt ontwik
kelingsplannen te stimuleren ter verbre
ding van de welvaartsbasis van de in eco
nomisch opzicht zo kwetsbare Antillen met
name voor de toeristische ontplooiing van
Bonaire en de Bovenwindse eilanden.
Daarnaast zullen grotere, meer omvatten
de ontwikkelingsplannen worden uitge
werkt, waarbij de medewerking van Ne
derland vooral in vakkennis en in vesti
ging van bedrijven nontbeerlijk zal
zijn. Mr. Debrot gewaagt in dit opzicht van
de mogelijkheden van de aloëplant, die de
basis zou kunnen worden van een genees
middel tegen de gevolgen van radio-acti
viteit. En voorts zijn er ruime kansen voor
de petrochemische industrie.
Op onze opmerking, dat het toch eigen
lijk een wonder is, dat een gemeenschap
van slechts tweehonderdduizend zielen te
midden van twee machtige cultuurgebie
den het Latjjnse en het Angelsaksische
waarvan het bovendien economisch af
hankelijk is nog zoveel prijs stelt op ban
den met het ver verwijderde en relatief
onbelangrijke Nederland, reageert mr.
Debrot: „Voor ons vertegenwoordigt Ne
derland ook het democratische stelsel,
waardoor bij ons vrijheid en verdraag
zaamheid kunnen heersen temidden van
een vaak dictatoriale omgeving. En de Ne
derlandse levensstijl heeft zijn merkteken
ook op de Antillen achtergelaten. Dat be
speurt men bij voorbeeld in het werk van
de niet in het Nederlands publicerende An
tillaanse auteur John de Pool, dat toch de
zelfde intieme sfeer uitdrukt welke karak
teristiek is voor de Nederlandse littera
tuur". Wij spreken ook over de invloed
van de Nederlandse bouwstijl op de ar
chitectuur van Curacao, waarover prof.
dr. M. Ozinga dank zij de Sticusa juist
zo'n voortreffelijk boek heeft gepubli
ceerd. Maar dan breekt de telefoon het
onderhoud af. De viering van Statuutdag
en de onthulling van de eigen vlag der An
tillen, door Antillanen ontworpen, bren
gen nogal wat beslommeringen met zich.
Al was het slechts omdat mr. Debrot een
nauwkeurige geometrische beschrijving
opstelt van het dundoek, dat op voortref
felijke wijze zowel de band met Nederland
als van de zes eilanden onderling symbo
liseert.
Van de week kon ik op een
morgen de deur niet uit van
wege een opgezette wang. Ik
meldde dat plichtsgetrouw aan
de administratieve instantie
van ons blad, die onmiddellijk
reageerde met: „Probeer het
dan door het raam". Waaruit
bleek dat een eenvoudige, on
opgesmukte mededeling zelfs
tot misverstanden kan leiden,
al is zij een en al letterlijk
heid zonder dubbele wanden.
De letterlijkheid van een
voudige mededelingen is dus,
evenzeer als de bloemrijkste
taal, vaak zo dubbelzinnig als
Max Tailleur en daarom vraag
ik mij af wat ons eigenlijk
weerhoudt, in onze spreektaal
de prachtige symbolen en beel
den te gebruiken, die in onze
van inspiratie knetterende
geest opkomen.
Geen enkel woord is letter
lijk. Het heeft altijd weer bij
betekenissen en diverse asso
ciatiemogelijkheden, afhanke
lijk van de melodie der stem,
de gezichtsuitdrukking van de
spreker, de gebaren, de accen
ten, de pauzes tussen de woor
den en de wijze van intonatie.
Vandaar, dat woordenboeken
zulke povere pogingen zijn om
het onderste te halen uit een
kan, waar geen bodem inzit.
Met andere woorden: er zijn
altijd weer andere woorden te
maken uit dezelfde woorden.
Betekenissen en bedoelingen
komen in een ontelbare va
riëteit tevoorschijn uit een
simpel rijtje letters, die tot
een woord aaneengevoegd zijn.
Wanneer men dit beseft, kan
men bevroeden dat ieder van
ons zijn taak tot taalverrijking
schromelijk verwaarloost,
wanneer hij niet op geregelde
tijden zelf nieuwe woorden
maakt. Hij, die zich strikt
houdt aan de voorraad welke
hij in woordenboeken aan
treft, doet niet anders dan als
een sultan met veertig vrou
wen, die steeds met een en
dezelfde uit wandelen gaat.
Negenendertig schoonheden
blijven op die wijze voor de
wereld verborgen en sterven
langzaam een dood van ver
getelheid, met het idee dat zij
voor niets op de wereld zijn
geweest.
Laat ons dat met onze schat
der moedertaal nooit over
komen. Laat ons spreken en
schrijven met de inspiratie
onzer taaitoverkunst, die ons
allen gegeven is. En het is
tamelijk eenvoudig. Er zijn
voorbeelden te over en
daaruit doen we dan vandaag
een bescheiden keuze.
Wanneer ge vertelt dat ge
op een avond te laat zijt thuis
gekomen, waardoor ge ge
noodzaakt waart op uw sok
ken de trap op te gaan ten
einde de huisgenoten niet te
storen, kunt ge zeggen: „Ik
sloop muisstil de trap op."
Maar hoe sterker geboeid zal
uw gehoor luisteren, wanneer
ge zegt „Ik trapte als op
sieren naar boven." Voelt ge
het verschil?
„Trappen" inplaats van „de
trap op" dat is beeldrijker
en navranter. „Als op eieren"
schildert de oneindige voor
zichtigheid zo direct, zo visueel
bijna, dat het tafereel als het
ware gaat leven voor het
geestesoog.
„Zij keek zo schichtig, dat
het leek alsof ze bang was te
worden aangerand," hoorde ik
hens iemand zeggen over een
pril en vroom meisje, dat voor
het eerst in een danszaal
kwam. Dat was een nare om
schrijving een spottende
bovendien, die geen rekening
hield met het feit dat het voor
een onbedorven kind een héél
ding is, plotseling temidden
van het wufte gedoe te ver
keren.
Beter ware het geweest te
zeggen: „Zij trok een gezichtje
als een nonnetje aan het
zomerstrand." Nietwaar? Daar
hoeft verder niet over uitge
weid te worden. Daarin zit de
fragiliteit der deugd vriende
lijk omschreven, en wordt de
ongereptheid eerbiedig gecon
stateerd.
Wie een varken ziet lopen,
kan zeggen dat het sjokt of
dribbelt of ploetert in de mod
der. Doch een schrijver heeft
eens de binnenkomst van een
varken in zijn hok als volgt
omschreven en dat was een
schilderijtje van woorden:
„Het varken kwam als op de
toppen van vier vingers bin-
nengedrenteld."
Wanneer men een vrouw
bedrijvig bezig ziet in keuken
en kamer, met de schort voor
en de haren in de hoogte van
de haast, kan men zeggen dat
ze het druk heeft. Doch hoe
plat en koud klinkt dat, in
vergelijking met: „Zij hebbelt
en drebbelt door het huis met
alles los en vast."
Een auto repareren noemt
men in vakkringen „sleute
len". Dat is een prachtig beeld,
waarin alles zit opgesloten
wat een liefhebber van de
techniek aan zijn vehikel kan
doen en laten. Sterk verwant
daarmee is de omschrijving
van iemand, die met veel
gedoe en vertier de indruk
maakt dat hij werkt, doch in
werkelijkheid niets presteert.
Zo iemand „dreutelt".
Men moet eens opletten
hoeveel woorden men zelf
maken kan van deze stam
vorm. Woorden die onmiddel
lijk duidelijk maken wat men
bedoelt, ofschoon zij niet be
staan volgens de woorden
boeken.
Wat dunkt u van deze zin:
„Het oude moedertje sneu-
telde door haar armelijke
kamertje, bleef een poos bij
haar naaimandje staan keu
telen en preutelde toen haar
keukentje binnen, waar iets
op het gasstel stond te zeute-
len. Vervolgens haalde zij met
veel gebreutel haar zakdoek
te voorschijn, sneuferde erin
en liet zich langzaam en treu-
telend in haar armstoel kneu
teren."
Ziet u al dat gebreutel niet
glashelder voor uw sneukei
gebeuren?
Een andere, ook zeer dank
bare stamvorm is „oesem". Hij
zal ongetwijfeld na vandaag
zeer in zwang komen. De be
tekenis van de zin wint sterk
aan navrantie door een be
heerst en doelmatig gebruik
ervan.
„Met een appelbloesem op
haar boezem begaf de dame
zich in het gedroesem van het
feest. Een goesem van een
jaar of twintig keek haar met
loeseme blik aan, doch zij
wierp het hoofd in de nek en
zei verachtelijk: „Noezem."
Later zat zij met een vriende
lijke heer op een canapé te
moesemen. Tenslotte werd ze
er tamelijk poesem van, zodat
ze bij zichzelf dacht: „Nu
wordt het tijd om naar huis
te gaan. Ik ken mezelf, dus:
geen geproesem. Ik droes 'm."
Binnenkort wordt het Oude-
iaar. En aangezien daarop een
nieuw jaar pleegt te volgen,
zouden wij Nederlanders 1960
kunnen ingaan met het stel
lige voornemen, onze droge,
houterige wijze van spreken
te herzien en voor de dag te
komen met onze eigen taai
bloesems. In het begin zal er
hier en daar misschien iets
van mislukken doch ik ge
loof vast dat op den duur een
welige groei van onze woor
denschat het gevolg zal zijn.
Misschien kunt u allen al
vast beginnen met op Oude
jaarsavond uw dierbaren eens
flink en hartelijk te knelle-
fikken onder het van sterren
pikkerende uitzwerk-
sel.
de
Geschenkbon
Het is boeiend de ontwikkeling van al
les, op elk terrein des dagelijksen levens,
te volgen. Oók die van de kleinigheden,
de op zich zelf onbetekenende dingen, want
die bepalen de gewoonten en gebruiken
der mensen en drukken dus hun merkte
ken op het dagelijkse beeld van onze sa
menleving.
Zo zult u hebben opgemerkt, dat de ge
schenkbon steeds meer in zwang komt.
Vroeger hadden particuliere zaken, indivi
duele winkels, die reeds te koop; juist de
laatste weken zijn de gezamenlijke gram
mofoonplatenzaken en de bioscopen erbij
gekomen.
Zodra een paar schapen over de dam
zijn volgt de gehele kudde en u zult er nu
wel zeker van kunnen zijn dat andere bran
ches zullen volgen. Waarom geen banket
bakkersbon, waarop u in het gehele land
bij iedere bakker, uw halfpondje janha
gel kunt krijgen? Wanneer volgen de si
garenwinkels? En zo gaat u maar door. Op
een restaurantbon uw biefstuk van Harlin-
gen tot Heerlen. Op een kruideniersbon
uw leeftocht van Zwolle tot Zijpe. Let u
maar eens op. Zo zal het gaan. En mis
schien zal het nóg verder gaan: op uw
tandartsbon kunt u zich van Maastricht
tot Medemblik in 't ivoor doen boren. En
waarom geen operatieknipkaart, geldig bij
alle vaderlandse chirurgen?
Eigenlijk zijn al deze cadeaubonnen niet
anders dan een vriendélijk-verkapte gift
in-geld. Iemand een tientje sturen met de
mededeling: „koop hier maar een boek
voor", of een briefje van duizend, „laat
je blindedarm er maar eens op mijn kos
ten uithalen", dat staat misschien een
beetje grof. Maar in feite komt het er toch
wel op neer. Of u tegen iemand zegt: „als
je naar de bioscoop gaat, dan krijg je
van mij de centen", of dat u hem zo'n bios-
bon geeft daar zit weinig verschil in.
In ieder geval zijn al die bonnen geen
attente cadeaus. Zij zijn een bewijs
van de gemakzuchtigheid van de schen
ker: „ik vond het te veel moeite om per
soonlijk iets te gaan uitzoeken, dat past
bij je persoonlijkheid en je voorkeur
hier is een bon in je pet en zoek het nu
zelf maar uit".
De zaak bevindt zich nog pas in een be
ginstadium. Zij zal zich langzaam maar
zeker ontwikkelen tot een situatie, waarin
alleen nog maar bonnen heen en weer
gaan.
Zodra het zover is, komt het Centrale
Verzendhuis van Alles; een enorm pak
huis, dat de winkels overbodig maakt.
Een kerstboom behangen met bonnen
van allerlei vorm en kleur.
Dat kan trouwens schattig zijn om te
zien.
Elias
Advertentie
Met 1 Van Nelle's „Afternoon"
theebuiltje (groot formaat) zet u
minstens 5 koppen krachtige, geu
rige thee. 'n Hele pot vol voor nog
geen 5 centDat is dus minder
dan 1 cent per kop!
Thee zetten met „Afternoon* thee
builtjes is ideaalSnel, gemak
kelijk èn.... proper! Doe 't ook!
Bestel ze direct:
{groot formaat)
doos van 20 stuks
De minister van Buitenlandse Zaken,
mr. Luns, heeft in Den Haag een interview
toegestaan aan een verslaggever van het
in de Engelse taal verschijnende Japanse
blad „Asahi Evening News", welk inter
view gisteren is gepubliceerd. De minister
heeft hierin onder meer gezegd dat Neder
land onder geen enkele omstandigheid de
kwestie Nieuw-Guinea met Indonesië zal
bespreken. Hij zei dat hij dit standpunt zou
handhaven wat de Indonesiërs ten aanzien
van dit gebied ook voor stappen zouden
willen ondernemen. Hij herhaalde het Ne
derlandse standpunt dat als de tijd daar
voor rijp is de bevolking van Nieuw-Gui
nea het recht zou worden gegeven om voor
onafhankelijkheid te kiezen, voor associa
tie met Nederland of associatie met Indo
nesië. Maar hiervoor is geen bepaalde tijd
vastgesteld.
Minister Luns zei dat de Nederlanders
het als hun morele plicht beschouwden Ne
derlands Nieuw-Guinea niet af te staan
voordat zijn ontwikkeling veel verder is
dan nu het geval is.
Minister Luns verklaarde ook, dat de
betrekkingen van Nederland met commu
nistische China „uitermate onbevredi
gend" waren. Hij zei dat de erkenning van
de regering van Peking niet de resultaten
had opgeleverd die men ervan had ver
wacht.