WENNEKER 3i°/< F. Domela Nieuwenhuis; apostel en halfgod van het Nederlandse socialisme WEKELIJKSE ESPERANTO-CURSUS Elfde les Bejaarden spelen toneel Wilt U JWUtmvq Ne tenew Nieuwe leider van Leger des Heils Friese Statenjacht is aan reparatie toe SPAAR VEILIG - SPAAR VOORDELIG NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ 9 Kerkelijk Leven Kerkelijk Nieuws extra zacht en belegen oude genever Slcen wil geschorste burgemeester houden mooie witte tanden hebben, gebruik dan IVOROL tand pasta rente tot f 30.000.- EXPOSITIE IN MUSEUM FODOR IN AMSTERDAM Domela in Beverwijk DONDERDAG 2 4 DECEMBER 1959 Een even voorbeeldig als succesvol ini tiatief op het gebied van vrijetijdsbeste ding door bejaarden is afkomstig van dr. Fred Eastman, een voormalig docent in biografie en toneel aan het Theologisch Seminarie van Chicago en thans woonach tig in een christelijk bejaardencentrum te Claremont in Californië. Toen professor Eastman en zijn vrouw in 1952 hun intrek hadden genomen in Pil grim Place te Claremont, een tehuis voor oud-predikanten, -zendelingen en andere kerkelijke werkers, vroeg men hem en en kele andere huisgenoten een kerstspel te organiseren. Zij namen die uitnodiging aan en dat is het begin geweest van een reeks opvoeringen door bejaarden van niet min der dan vijftig stukken, ten dele van be roemde toneelschrijvers zoals Wilder, Fry en Housman. Dat dit riskante initiatief bijzonder goed geslaagd is. is te danken aan het feit, dat de initiatiefnemer, die zijn huisgenoten op uiteraard zeer deskundige wijze regisseer de de gevaarlijkste klippen, waarop to neelopvoeringen van dilettanten (die bo vendien nog extra door hun leeftijd waren gehandicapt) gewoonlijk stranden, op vin dingrijke wijze heeft weten te omzeilen. Men zocht voor de bejaarde spelers dra matisch sterke, maar in tijdsduur korte stukken uit, in één bedrijf en van achttien tot dertig minuten. Voorts is het in Pilgrim Place niet nodig dat de bejaarde spelers hun stukken uit het hoofd ieren; zij zitten in een halve cir kel naar de zaal gewend op het toneel en lezen hun rol. De spelers die geacht wor den ,.op" te zijn. staan voor hun stoel, zij die ..off stage" zijn blijven zo lang rus tig zitten. Om decors, die ingewikkeld, kost baar en bij amateuruitvoeringen meestal niet goed zijn, te vermijden pleegt men tijdens de voorstelling slechts drie aan het plafond bevestigde sterke lampen op de spelers te richten. Wel zijn de spelers over eenkomstig hun rol gekostumeerd. In plaats van het halen en zakken van het doek staat de regisseur voor het toneel op. en geeft met het opheffen en neerla ten van zijn armen het begin en het einde van het stuk aan. Dank zij een gedegen voorbereiding elke nieuwe lezer ontvangt een stencil met „Ten suggestions for drama group read ers" en vele repetities zijn de opvoerin gen volgens deskundigen een groot succes geworden. Van de 250 tot 275 bejaarden hebben in de vijftig opgevoerde stukken sedert 1952 in totaal 110 personen 170 ver schillende rollen gespeeld. Hun gemiddel de leeftijd was 75 tot 80 jaar. De door gaans enerverende laatste tien minuten vóór de aanvang van de uitvoering plegen de spelers in gebed door te brengen. „De zwarte Billy Graham" Grote invloed gaat in Afrika uit van de vijftigjarige neger-evangelist Nicholas Bhengoe, die men „de zwarte Billy Gra ham" noemt. Bhengoe, kleinzoon van een Zoeloe-stam hoofd en zoon van een predikant op een lutherse zendingspost in Zoeloeland (het noordelijk deel van de provincie Natal), heeft gestudeerd in de Verenigde Staten en voorts de landen van Europa bereisd. Na een voorbijgaande neiging tot het mar xisme en het communisme keerde hij tot het christendom terug en trad als predi kant in dienst van een „Assembly of God", een beweging die aan de Pinkstergemeen ten verwant is. Verrassend is de „ontwapenende" in vloed die Bhengoe met zijn preken op zijn Afrikaanse toehoorders uitoefent. Hij streeft naar geestelijke opwekking en wil tot een christelijke levenswandel bekeren. Als gevolg van zijn invloedrijke activiteit bespeurt men vaak een aanzienlijke te ruggang van het aantal misdaden. Aan de aansporing tot zijn toehoorders: „Geeft uw wapens af en levert uzelf uit aan God," geeft men gewoonlijk onmid dellijk gevolg, zodat bij zijn bijeenkomsten vaak bergen van steek- en slagwapens worden opgestapeld. Ook gebeurt het, dat Afrikaanse jongelui grote hoeveelheden gestolen goederen bij hem afleveren. Eveneens is het voorgekomen, dat Bhen goe aan het slot van een meeting een man die men al sinds lang probeerde op te spo ren en aan te houden, naar de politie be geleidde. Bhengoe waarschuwt met bijzonder gro- Advertentie maand tampons het vertrouwde merk geen verband - geen gordel. Veilig hygiënisch. 10 tampons f. 1.20 Zonder inbreng systeem f.l.- Ned. Herv. Kerk Beroepen te Sloten (Fr.) A. F. Verheule, kand. te 's-Graveland. Aangenomen naar Hoogeveen (vac. dr. J. W. Beerekamp) M. van den Bosch te Nigtevecht, die bedankte voor Ommen. Bedankt voor Rhoon (2de pred.pl.) P. ITolst te Rotterdam-Charlois. Gercf. Kerken Beroepen te Soest C. M. van der Loo te Dordrecht te Wissenkerke W. F. Koelé, kand. te 's-Gravenhage. Beroepbaar: De classis Goes heeft, na gehouden samenspreking, besloten ds. F. van den Bos, tot voor kort predikant van de Geref. Kerk (Vrijgemaakt) te Goes, beroepbaar te stellen. Ds. v. d. Bos wil gaarne de kerken dienen en een eventueel beroep in overweging nemen. Zijn adres is Tulpstraat 76, Goes. Chr. Geref. Kerken Beroepen te Aalsmeer J. M. Visser te Dokkum. Bedankt voor Huizen (N.H.) B. Bijleveld te Noordeloos. Vrije Evang. Gemeenten Aangenomen naar Oude Pckcla D. J. van Wijck te Gouda. te nadruk voor een christendom, dat ten gevolge van de ongeloofwaardigheid van zijn aanhangers een „loze noot" dreigt te worden: „Wanneer de christenen in prak tijk brachten wat ze predikten, zouden er geen teleurstelling en geen vrees meer be staan." Anglicanen De Anglicaanse kerk van Engeland heeft een boek met statistische gegevens over haarzelf gepubliceerd. Daaruit blijkt dat de gemiddelde leeftijd van de 14.454 gees telijken 56 jaar is en de gemiddelde leef tijd voor bevestiging in het ambt 33. In het noorden van Engeland is er één gees telijke op elke 4.115 mensen en in het zui den één op elke 2.919. Ongeveer de helft der huwelijken in En geland wordt volgens het ritueel van de Anglicaanse kerk voltrokken en 66 per cent van de veertig miljoen inwoners van Engeland werden in die kerk gedoopt. Het aantal van hen die met Pasen aan het H. Avondmaal deelnamen (dit wordt als een fundamentele vereiste beschouwd voor het lidmaatschap der kerk) is in de laatste tien jaar geleidelijk toegenomen tot bijna twee en een half miljoen gemeen teleden. Minder gunstig is de medede ling, dat van de 26 miljoen gedoopten slechts negen miljoen als gemeenteleden zijn aangenomen en bevestigd. „De bre de kloof tussen hen die als lidmaten be vestigd zijn en diegenen onder hen die vol harden in trouw en gehoorzaamheid zal de kerk van Engeland nog moeten over bruggen," aldus de commentator op deze getallen. Advertentie i(ra 'CHlEDAM Hou*»» Commissioner R. Ahlberg, territoriaal leider van het Leger des Heils in Neder land, is door generaal Wilfred Kitching per 28 januari aangesteld tot territoriaal leider van het Leger des Heils in Zweden. Hij zal zich tezamen met zijn echtgenote in januari naar zijn nieuwe arbeidsterrein begeven. Kolonel W. F. Palstra Met ingang van dezelfde datum is tot territoriaal leider in Nederland aange steld kolonel W. F. Palstra, de huidige chefsecretaris. De Provinciale Staten van Friesland hebben de begroting voor 1960 aangeno men. Een post welke nogal wat besprekin gen uitlokte was die van f 22.000 voor re paratiekosten van het Statenjacht. Zes jaar geleden heeft het Friese be drijfsleven dit jacht een fraaie boeier aan het provinciaal bestuur aangeboden en dit heeft er bij officiële bezoeken en de ontvangst van relaties herhaaldelijk dank baar gebruik van gemaakt. Het is echt ge schikt om zoals gedeputeerde Hoogland opmerkte „mensen waarvan je iets ge- Haan moat hebben in een goede stemming te brengen". De statenleden bleken over tuigd te zijn van het nut van dit jacht, maar de heer Falkena (V.V.D.) vond het toch wel vreemd, dat voor deze boeier, die destijds voor 20.0dÓ te koop was, thans 22.000 moet worden uitgegeven. Gedeputeerde Hoogland (P.v.d.A.) ant woordde dat zes jaar geleden door deskun digen is verklaard dat de boeier in goede staat verkeerde. Dat is helaas niet waar gebleken. Het schip voldoet niet meer aan de eisen die er aan gesteld kunnen worden en een grondige reparatie zal noodzake lijk zijn. Men kan natuurlijk moeilijk zeg gen in hoeverre het jacht de tot nu toe be stede kosten heeft opgebracht, maar dat deze bijzonder gelukkige vorm van repre sentatie de provincie voordelen heeft ge bracht staat in ieder geval vast. Na deze uiteenzetting gaven de heer Falkena en ook de nadere statenleden hun goedkeuring aan de post. L=i Burgemeester. Tot burgemeester van Roosendaal en Nispen is benoemd de heer J. P. Godwaldt, met gelijktijdig eervol nntslag als burgemeester van Etten en Leur. De bevolking van de gemeente Sleen is het niet eens met de schorsing van zijn burgemeester. In het dorp zijn grote aan plakbiljetten opgehangen, waarop staat: „Wij willen onze burgemeester houden". De bevolking wil met deze geste sym pathie voor de burgemeester betuigen. Toen deze indertijd 25 jaar zijn ambt be kleedde, werd hem door de bevolking een overweldigende hulde gebracht. Er lopen geruchten in Sleen dat men een' „protestmars" naar Assen wil gaan ondernemen. Advertentie Advertentie Breng uw besparingen naar de N. H.M. Onze bank waarborgt u een veilige belegging. Wij zenden u op uw verzoek of bij ontvangst van de eerste storting van minimaal f 250.- een folder over deze spaar rekening. U kunt ook gireren op de post rekening van een onzer kantoren, onder vermel ding „spaarrekening". Kapitaal en open reserves f 126 miljoen FERDINAND DOMELA NIEUWENHUIS, een naam die voor talloze Nederlanders een begrip werd en dat voor de ouderen onder ons nog is; door velen veracht, gesmaad, belachelijk gemaakt, voor anderen een aanbeden, soms verafgode leider, een held voor wie men door het vuur ging, een man die de Nederlandse arbeiders klasse wist te bezielen zoals geen socialistisch leider voor noch na hem. Hoe treedt deze man ons thans vanuit zijn werken, de brieven, de foto's en de documenten, die in het Museum Fodor te Amsterdam zijn tentoongesteld, tegemoet? Een tentoon stelling over een mens, die zich voornamelijk schriftelijk en mondeling heeft uit gedrukt is altijd, in vergelijking tot exposities van bijvoorbeeld beeldende kunst, een hachelijke onderneming, omdat men een vrij gering contact krijgt met de levende mens achter alle uitgestalde zaken. Deze immers kan men dan slechts leren kennen door lezing en bestudering van de werken. Ook schuilt er in dit soort exposities een snobistisch gevaar, vooral wanneer men nog levende figuren als onderwerp kiest. Niets van dit alles echter op de Nieu- wenhuis-tentoonstelling. Enkele reusach tige foto's tonen ons deze grote Neder lander in al zijn volharding die vaak in koppigheid overging" in zijn stoere daad kracht die aan het onvoorstelbare grensde; in zijn koude ongenaakbare hartstocht voor de zaak die hij diende; in zijn be heersing, die ten dele een zekere gevoel loosheid verborg. Men ziet hem er als jong student in de theologie, met lang haar, een fijne intelligente kop; men ziet hem op gevorderde leeftijd met het hoofd van een apostel, gegroefd door de slagen die het leven en de strijd hem toebrachten. Het is de kop van een ziener, maar tevens van een mens, die verbeten en onplooibaar vecht voor een zaak. die door steeds min der mensen als de ware wordt gezien. Maar het was voor deze bijna-arrogante eenling onmogelijk ook maar het geringste scheutje water in zijn anarchistische wijn te doen en evenmin kon deze geboren leider andere leidinggevende krachten naast zich dulden. Zijn persoonlijk leven is van grote be tekenis geweest vooral op jeugdige leef tijd voor de ommekeer, die in zijn poli tieke en maatschappelijke visie plaats vond. Op 31 december 1846 werd Ferdinand ge boren alp zoon van dr. Domela Nieuwen huis, professor aan het Luthers Semina rium te Amsterdam. Ferdinand kiest, bij- lom antaü la sepa ili estas pretaj. Kune ili portas la pladojN. la telerojN. la saücu- joN kuj la mangilojN al la kuirejo. „Nu", diras Pacjo, „vi ankoraü havas iom da tempo por ludi en la gardeno aü sur la strato, sed unue Niko donu iom da terpomoj al Mopso. Intertempe mi kune kun la patrino purigos la mangilaroN kaj postekioN mi devas fari poste, Karlo?" „Rakonti, Pacjo, pripripri mu- soj aü kunikloj!" „Nu. ni vidos! Iru al la gardeno kaj ludu! Mi vokos viN, kiam ni estos pretaj, car ankaü Panjo satas aüdi la rakontoN". Iom post la sepa la tut a familio sidas en la cambro. En komforta sego sidas la patro kaj sur la dekstra genuo sidas Karlo, dum Niko trovis lokon sur la alia (klem toon!). La patrino sidas en alia komforta sego, kiam la patro komencas siaN rakon toN. J.^cobo estis malgranda knabo. Li havis ses jarojN kaj li logis en malgranda vila go. Vilago ne estas urbo. En la" urboj la domoj estas altaj kaj ili staras unu kon- traü la aliaj (klemtoon!), fenestro apud fenestro, pordo apud pordo ka; kune ili faras longajN stratojN. En vilago la do moj staras aparte kaj oni povas iri cirkaü preskaü ciu domo En vilaïo ankaü ne es tas multaj stratoj kaj en la stratoj vi vidas multajN arbojN kaj nur malmultajN kaj malgrandajN butikojN. Nu. en tia vilago logis Jakobo, la ses- jara knabo. Malantaü la domo estis gran- da gardeno kun muite da legomo kaj bel- koloraj floroj staris apud la domo. Taalregels 56. We kennen nu de getallen tot en met twaalf. Hier volgt de rest. dek tri dek kvar enz. dudek. tridek kvardek kvindekcent. cent unu cent du cent dek cent dudek cent naüdek naü ducent. mil (duizend) dekmi! centmil miliono. 1959 is dus mil naücent kvindek naü. 57. Naast de hoofdtelwoorden, die we nu kenn.?n, zijn er ook rangtelwoorden, die zeggen de hoeveelste we bedoelen. la unua (klemtoon!) tago de la 'jaro de eerste dag van het jaar. la tria domo en la strato. kioma horo estas? hoe laat is het? (eigenlijk: het hoeveelste uur is het?). 58. -ar- is een achtervoegsel, dat een aantal gelijksoortige dingen bijeenvoegt tot een nieuw begrip. mangi mangiloj (messen, vorken, le pels) mangilaro (eetgerei), sipo Siparo vloot. §afo schaap safaro een kudde schapen. 59. La patro komencas siaN rakontoN. Dat -sia- gebruiken we alleen bij li, si, gi en ili. Dat zal u duidelijk worden als u de volgende zinnetjes bekijkt. Mi legas en mia libro (dat is duidelijk en niet verkeerd te verstaan). Vi legas en via libro (dat is ook duide lijk). Li legas en lia libro. (Dat is niet duide lijk. want het kan zijn eigen boek zijn. maar ook dat van een andere -li-. Is nu het bock van hem zelf. dan zeggen we ter wille van de duidelijkheid: sia. Dus: li legas en sia libro. Let dus even goed op het verschil: La sinjorino sidas sur sia sego (haar eigen). La sinjorino sidas sur sia sego (die van een andere dame). Vertaling. Even voor zevenen zijn ze klaar. Samen dragen ze de schalen, de borden, de saus kom en het eetgerei naar de keuken. „Nu", zegt Vader, „hebben jullie nog even lijd om in de tuin of op straat te spelen, maar eerst moet Niko nog wat aardappels aan Mops geven. Intussen maak ik met moeder het eetgerei schoon en daarna wat moet ik daarna doen, Karei?" „Vertellen, Paps, overoverover muizen of konijnen!" „Nou, we zullen (wel eens) zien! Ga (maar) naar ae tuin en speel. Ik zal jullie (wel) roepen, als we klaar zijn, want ook Mams wil het verhaal graag horen". Even over zevenen zit de hele familie in de ka mer. Vader zit in een gemakkelijke stoel, op zijn rechter knie zit Karei, terwijl Niko plaats heeft gevonden op de andere. Moe der zit in een andere gemakkelijke stoel, als Vader zijn verhaal begint. Jakob was een kleine jongen. Hij was zes jaar oud en woonde in een klein dorp. Een dorp is geen stad. In de steden zijn de huizen hoog en ze staan tegen elkaar aan, venster naast venster, deur naast deur en samen maken ze lange straten. In een dorp staan de huizen apart en kan men om bijna ieder huis heen lopen. In een dorp ;ijn ook niet veel straten en in de straten zie je veel bomen en maar weinige en kleine winkels. Nu, in zo'n stad woonde Jakob, het zes jarige jongetje. Achter het huis was een grote tuin met veel groente en mooi ge kleurde bloemen stonden vlak bij het huis. Oefeningen. 38. Vertalen, wie loopt? wie lopen? wat ligt? wie ligt? ligt hij? wie zitten? wie vertelt? wie vertellen? vertelt vader? wat gebeurt? gebeurt het ongeluk? wie vallen? wat komt? wie komen? wat rijdt? wie rijdt? rijdt zij? rijden zij? 39. Vertalen. (Het kruisje waarschuwt, dat er een -n- ingevuld moet worden). Wie komt thuis? (richtings-nt). Vader gaat in een gemakkelijke stoel zitten. X Hij leest de krant. De krant is het avond blad. Moeder werkt in de keuken. Speelt Vader met de kinderen? Ja, hij loopt voor de kar. X Hij trekt beide jongens. X Wie drinkt thee? X Wie drinken limonade? Heeft Moeder veel werk in de keuken? Om half zes gaat moeder aan het werk (ge bruik hier -ek). Dc hond ligt in de mand en luistert. Laten we met de kar spelën. 40. Vertalen. Ik drink uit mijn glas. Jij drinkt uit jouw glas. Hij drinkt uit zijn eigen glas. Mijn zusje drinkt uit haar eigen glas. Karei drinkt uit zijn glas (van Niko). Moeder drinkt uit haar glas (van een vriendin). Zij drinken uit hun (eigen) glas (pas op: glazen). Ik zit in mijn kar. Wij zitten in onze' kar. Jullie zit in jullie kar. Hij zit in mijn kar. Het meisje zit in haar (eigen) kar. Niko zit in zijn (eigen) kar. Niko zit in zijn kar (van Karei). Zij zitten in hun karren (van een ander). 41. Zinnetjes maken. Wij geven het hoofdtelwoord en u maakt een zinnetje met het bijbehorende rangtelwoord. Net als in het voorbeeld. du la dua glaso da limonado staras sur la tablo. tri kvar kvin ses sep ok naü dek 42. Nogmaals de -N-. Leg het recept uit les 5 er maar naast. En la cambr- mi vidis la malgrand- Karl- sur la dekstr- genu- de la patr-. La du knabo- iras kun la patrin- al la kuirej- por trlnki glas- da limonad-. Kie iras la knab- kun la cilindr- capel- sur la kap-? La patrin- vidas la du knab- en angul- de la garden-. Leest u wel trouw uw verhaaltje en pro beert u het na te vertellen? na vanzelfsprekend de studie in de theo logie en preekt reeds op 22-jarige leeftijd te Harlingen. Hij behoort nog in zijn stu dententijd tot de „moderne richting" onder invloed van de lezing van Strauss en Feuerbach. Reeds te Harlingen kan men voortekenen zien van een ontwakend radi calisme, waardoor hij het herhaaldelijk aan de stok kreeg met de kerk. Domela spreekt van een door hem aangehangen humanisme, en hij meende dat de kerk tot eerste taak had het bevorderen van de materiële en geestelijke welvaart van de arbeidersklasse. In 1872 sterft zijn eerste vrouw, Johanna Lulofs, waarmee hij pas twee jaar in de echt verbonden was, in het kraambed. Reeds dan schrijft Nieuwen huis aan een vriend aan de goddelijke rechtvaardigheid te twijfelen. Deze twijfel zal in 1879 leiden tot de uittreding uit de kerk. Zo ergens, dan is hier de mens Domela op de tentoonstelling reëel aan wezig. Uit de geëxposeerde brieven kun nen wij de worsteling volgen, die tot deze vergaande stap voerde. Maar in zijn ge schrift: „Mijn afscheid van de Kerk" rept hij nog met geen woord van zijn nieuwe beginselen, ook al wezen vele van zijn preken in deze richting en al had hij in de winter van 1878 '79 in ..De Werkmans bode" zijn bekende „Sociale Brieven" ge publiceerd. Op 1 maart 1879 richtte hij het eerste socialistische orgaan „Recht voor Allen" op, daar „De Werkmansbode" lang zamerhand geheel in werkgevers-vaar water was gekomen. Veroordeling Vele moeilijkheden en persoonlijke te genslag de eerste drie vrouwen van Nieuwenhuis stierven allen in het kraam bed hebben hem getroffen. Vooral zijn veroordeling wegens majesteitsschennis ge pleegd in een artikel in „Recht voor Al len", lot een jaar gevangenisstraf treft hem zwaar. Het is niet zeker of het artikel nu wel of niet door Domela werd geschre ven, want niet iedereen accepteert dat Boelens. die zich aanmeldde als auteur van het anonieme artikel dat ook werkelijk is. De rechtzitting van 10 juni 1886 werd in „Recht voor Allen" op de volgende manier aangekondigd: „Anti-Sociaaldemokratischc Bond (goed gekeurd bij de wet van 18 April 1827, Stbl. no. 20) Groote Openbare Vergade ring cp Donderdag 10 Juni 1886. des mor gens ten tien ure, in het lokaal Vijver berg no. 3, te 's-Gravenhage. Onder werp: „Rood of Oranje? of Liefde en Eerbied op hoog bevel!" Sprekers: F Domela Nieuwenhuis en C. Croll. Entrée vrij. Beperkte diskussie." In 1888 wordt Domela eigenlijk con- tre-coeur gekozen als lid van de Tweede Kamer voor het kiesdistrict Schoterland. Hij zal maar drie jaar Kamerlid zijn en ontplooit daarin ook wel activiteit. Maar zijn kracht ligt niet in de parlementaire strijd. Men schuwt hem daar als de pest. De koning weigert de Staten-Generaal te openen als Domela daar aanwezig is! Al leen de anti-revolutionaire minister Keu- chenius toont meer waardering. Voor het parlementaire werk miste Domela het noodzakelijke zintuig en het lukte hem ook niet over de hoofden van Kamerleden en ministers heen tot het volk te spreken. Dit trouwens was Domela hoe vreemd het ook mag klinken helemaal niet in sterke mate gegund. Van zijn speeches, in einde loze reeksen gehouden, van zijn honder den artikelen en van zijn boeken gaat een bezielende kracht uit, maar zijn instelling is negativistisch, critisch en afbrekend. Zijn felle redevoeringen zijn uiterst ge schikt om de werkmansklasse uit haar doffe berusting en diepe ellende te doen Tijdens het pastoraat t>an Domela Nieuwenhuis te Beverwijk van 1871 '75 sprak hij zich niet alleen uit voor de onafhankelijkheid van de koloniën, maar hij stichtte ook een treekblad waarin hij deze opvatting en die op tal van andere gebieden publiceerde. Het weekblad „Kennemerland" richtte hy in 1873 in samenwerking met enkele middenstanders op, in concurrentie met een vanuit Krommenie verspreid blad Het Kanton Beverwijk". Hoewel de meeste stukken in „Kennemerland" niet ondertekend zijn is het wel zeker, dat Domela Nieuwenhuis het weekblad vrijwel in zijn eentje vulde. Uit dit or gaan is het thans nog verschijnende Dagblad voor Kennemerland geboren. Het affiche voor de expositie F. Dome la Nieuwenhuis in museum Fodor in Amsterdam. De thans in Frankrijk woonachtige Cesar Domela Nieuwen huis maakte, sterk geïnspireerd door de beginselen van de Stijlgroep, dit profiel van zijn vader in 1923. ontwaken; zij ontsteken dat stormachtig enthousiasme, dat tot misschien wel de felste Nederlandse betogingen der moder ne geschiedenis heeft geleid. Maar hij geeft zijn aanhangers weinig van een die per fundament, weinig wetenschappelijks mee. Niet omdat hij dat niet kon (hij bewerkte en populariseerde „Het Kapitaal" van Marx), maar omdat zijn karakter hem dwong tot ageren en omdat zijn overtui ging hem noopte een andere weg te gaan dan de sociaal-democratische. De breuk In 1897 volgt zijn breuk met de Socialis- tenbond en in 1898 legt hij de redactie van „Recht voor Allen" neer. Op.2 april verschijnt „De Vrije Socialist". Domela Nieuwenhuis blijft onbuigzaam en kiest de weg van het anarchisme. Hoeveel ver bittering. hoeveel strijd is hiervan het ge volg geweest. Van modern gezichtspunt uit heeft zijn houding liet socialisme in zekere zin in Nederland niet bevorderd. Vooral zijn koppige onthoudingspolitiek, waardoor duizenden niet deelnamen aan politieke actie noch verkiezingen, heeft de opkomst van het socialisme in strijdbare, georgani seerde vorm vertraagd. Dit neemt niet weg, dat de mens Domela Nieuwenhuis, zoals wij met hem kennis kunnen maken in Fodor, ons (opnieuw) overtuigt van de betekenis van deze felle, diep menselijke man, me door de kracht van zijn persoon lijkheid bij zijn felste tegenstanders nog respect afdwong. Dit bleek ook bij zijn uit vaart Ie Amsterdam op 22 november 1919 (nu dus ruim 40 jaar geleden), een der aan grijpendste gebeurtenissen uit de geschie denis van de Nederlandse arbeidersklasse, waarbij duizenden op de been waren om „hun" Domela de laatste eer te bewijzen. Toen waren de scherpste kanten van de tegenstellingen ook al afgesleten en de eer ste grote resultaten geboekt. Onder invloed van zijn werk zijn die sociale verbeterin gen gebracht, die voor talloze jongeren volkomen natuurlijke zaken zijn. Mogen zij op deze tentoonstelling ervaren hoeveel hiervoor geleden is. De tentoonstelling duurt tot 25 januari 1960. De tentoonstelling in Museum Fodor is georganiseerd door het Domela Nieuwen- huis-Fonds, dat in 1914 in het leven werd geroepen om Domela financieel te steunen. Na zijn overlijden werd het Fonds een Stichting om de nagelaten betrekkingen van Domela te helpen. Daartoe droegen ruim tienduizend arbeiders gedurende een jaar 10 ct. per week bij. Nadat mevrouw Domela Nieuwenhuis was overleden werd de rente van het kapitaal gebruikt voor een instelling ter nagedachtenis van Domela Nieuwenhuis. Deze instelling is de als museum ingerichte werkkamer van Domela met de bibliotheek en schriftelijke na latenschap. In het begin van de tweede wereldoorlog is het gehele kapitaal van het Fonds door mr. M. M. Rost van Ton ningen in beslag genomen. Dit kapitaal is na de oorlog slechts ten dele gerestitueerd, daar de Raad voor het Rechtsherstel van mening was dat alles legaal was toegegaan. Het Fonds is van mening dat aan hem geen recht is gedaan. Aan het eind van 1958 heeft het Fonds de bibliotheek en het ar chief in langdurig bruikleen afgestaan aan het Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam, waarvan een der kamers als museum is ingericht. W, Langevcld

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1959 | | pagina 9