Haarlemse industrie heeft te
kampen met personeelsgebrek
Contact met Rusland
-OP EN OM HET BINNENHOF
Het vorig jaar kenmerkte zich
door hersteld vertrouwen en
betrekkelijke zekerheid
Vragen in Kamer over
exportprijs gladiolen
Echtpaar verdacht van
brandstichting
Spit, Spierpijn
B -y-i
IJ
ZATERDAG 9 JANUARI 1960
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
11
Rede voorzitter K. v. K. voor Haarlem en omstreken
Oor gezocht
Nieuwe beschouwing van
Rotterdamse Blaak
Woningbouzvproblemen spelen belangrijke rol
Voor goede en
duurrmme vloeren
EDELHOUT
vloeren
Kerkelijk Leven
maand tampons
geen verband - geen gordel.
Veilig - hygiënisch.
10 tampons
f. 1.20
Zonder
inbreng
systeem
f.1.-
i
In de Gravenzaal van het Haarlems Stadhuis heeft de voorzitter der Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, de heer B. F. Enschedé,
gisteravond de traditionele jaarrede gehouden, waarbij tal van prominenten uit de
kringen der overheid, de loco-burgemeester van Haarlem, de heer D. J. A. Geluk,
en burgemeesters van omliggende gemeenten alsmede vele vertegenwoordigers van
handel en industrie aanwezig waren. Nadat de voorzitter de aanwezigen hartelijk
welkom had geheten, ging hy nader in op de taak van de K. v. K. in de tegenwoor
dige tijd. Men onderscheidt twee hoofdterreinen, namelyk de bevordering van de
belangen van het regionale bedryfsleven en het uitvoeren van bepaalde op het
bedryfsleven gerichte wetteiyke voorschriften. Het instellen van Iandeiyke organen,
zoals de S.E.R., de P.B.O. en dergeiyke heeft het werk der Kamers meer in het by-
zonder gericht op kwesties van regionale aard, die echter zeker niet van geringere
praktische betekenis zyn, zoals het wegennet, industrieterreinen, vakonderwijs enz.
De Kamers zijn ook uitermate ge
schikt om te worden ingeschakeld bij
het uitvoeren van overheidsvoorschrif
ten, zo zei de heer Enschedé. Dit blijkt in
het bijzonder bij de uitvoering van de
Vestigingswet Bedrijven en de Winkel
sluitingswet. In dit verband pleitte spre
ker voor een nauwer federatief verband
van de verschillende middenstandsorga
nisaties.
Ten aanzien van de handelsvoorlichting
merkte spreker op, dat de Kamer haar
taak nog niet efficiënt genoeg verricht.
„Onze Kamer zal zich echter binnenkort
tot de groothandel, de industrie en het
ambacht richten met het verzoek een
kort overzicht te verstrekken van de door
hen gefabriceerde dan wel verhandelde
produkten. Daarmee zal de karthoteek
gecompleteerd worden, die onze handels-
De opnieuw gekozen voorzitter van de
Haarlemse Kamer van Koophandel en
Fabrieken, de heer B. F. Enschedé.
voorlichting aan het bedrijfsleven zeer
ten goede zal komen", zo stelde de heer
Enschedé vast.
De ontwikkeling heeft meegebracht dat
er naar een grotere samenwerking tus
sen de verschillende Kamers gestreefd
dient te worden. Naast een grotere con
centratie op regionale problemen is im
mers ook een ruimere aandacht voor de
nationale en internationale ontwikkeling
noodzakelijk. In het district van onze Ka
mer, aldus de heer Enschedé zijn vele be
langrijke ontwikkelingen gaande of op
handen. In dit verband noemde hij het
Streekplan IJmond-Noord. „Spreekt men
over de belangen van de IJmond, dan
spreekt men over specifiek Amsterdamse
belangen". De voorzitter wees erop, dat
de K.v.K. in het bijzonder moet waken
voor de belangen van de kleinere onder
nemers. immers hier spreekt juist bij uit
stek het regionale belang. De Kamer kan
verder coördinerend optreden tussen de
verschillende gemeenten. Een tweede be
langrijke kwestie noemde spreker het
streekplan Zuid-Kennemerland.
De heer Enschedé uitte zijn verheugenis
over de uitvoering van het wegennet rond
Haarlem voor wat betreft het noord-zuid
verkeer. Over de toekomst van het oost
west verkeer was hij echter minder tevre
den. Als de geprojecteerde snelverkeers-
weg Amsterdam-Zandvoort door Aerden-
hout wordt gelegd, zal veel natuurschoon
verloren gaan. Spreker hoopte dat het
plan de Ranitz zal worden uitgevoerd,
waaraan niet de genoemde bezwaren kle
ven.
In de Waarderpolder hebben zich thans
30 industrieën gevestigd. Wanneer de aan
grenzende terreinen ook bouwrijp zijn ge
maakt en de toegangswegen met evenveel
kracht worden aangelegd als thans het ge
val is, dan zal blijken dat voor Haarlem
als industriestad een nieuw tijdperk van
bloei is aangebroken. Dit zal vooral het ge
val zijn als de huisvestingsvoorzieningen
verruimd kunnen worden, zo vervolgde de
heer Enschedé.
Voor wat betreft de Europese samen
werking, merkte spreker op, dat er in in
dustriële kringen ongerustheid bestaat
over de versnelde uitvoering van het
Euromarkt-verdrag volgens het zo
genaamde plan Wigny. „Niet ten onrech
te wordt gevreesd, dat de nadelen welke
een gevolg van de Euromarkt zullen zijn,
vooral zullen neerkomen op de kleine en
middelgrote bedrijven al hoopt men door
fusie deze nadelen te verminderen."
Het gevaar bestaat dat de grondstoffen-
prijzen zullen stijgeft tengevolge van het
hogere E.E.G.-buitentarief, waardoor on
ze concurrentiepositie voor afgewerkte
produkten op buitenlandse markten zal
worden verzwakt. Door versnelde tot
standkoming van de Euromarkt zouden de
banden met derde landen kunnen worden
verzwakt, hetgeen voor onze belangen na
delig is. Nu de Kleine Vrijhandelszone is
opgericht moet, naar de mening van de
heer Enschedé, met grote voorzichtigheid
te werk worden gegaan, om de kans op een
grote vrijhandelsassociatie niet af te snij
den.
Spreker meende dat het afgelopen jaar
gekenmerkt wordt door hersteld vertrou
wen en betrekkelijke zekerheid. In poli
tiek opzicht kan van een rustpoze in het
oost-west conflict gesproken worden. Op
economisch terrein kan men een stijging
van het welvaartspeil en een krachtig her
stel over de gehele linie constateren. Er
liggen grote mogelijkheden tot expansie in
de onderontwikkelde gebieden en het is
dringend geboden, aldus spreker, om hulp
te verlenen aan de daar woonachtige vol
keren. Of Nederland het gunstige beeld
van 1959 ook in het nu begonnen jaar zal
vertonen is geheel afhankelijk van het sla
gen van de vrijere loonpolitiek, zo besloot
de heer Enschedé zijn rede.
Samenstelling bestuur
In de vergadering van de Kamer van
Koophandel voor Haarlem en omstreken
is de heer B. F. Enschedé opnieuw tot
voorzitter gekozen. De heren Th. S. J.
Hooy en J. J. Jurrissen zijn weer gekozen
tot onder-voorzitters.
Nadat de heer Enschedé in de Graven-
zaal zijn nieuwjaarsrede had uitgespro
ken heeft de loco-burgemeester van Haar
lem, de heer D. J. A. Geluk, nog het woord
gevoerd en mede namens de gemeentebe
sturen uit het district de beste wensen ge
uit voor 1960.
Prins Bernhard heeft in zijn functie
van inspecteur-generaal van de Ko
ninklijke Landmacht in Hilversum het
studiecentrum voor militair leider
schap geopend. Fier tekent de Prins
het gastenboek. Naast hem de direc
teur van het studiecentrum, kolonel
C. B. M. Wichers.
STOCKHOLM (Reuter) De politie ln
Aengelholm in Zweden heeft volgens pers
berichten naar een oor moeten zoeken, dat
bij een verkeersongeluk was afgerukt Het
slachtoffer lag reeds op de operatietafel
toen de chirurg de politie alarmeerde om
het ontbrekende oor te zoeken. Het moest
binnen enkele minuten gevonden worden
omdat het anders bevroren zou zijn. Een
politie-auto met loeiende sirene ging naar
de plaats van het ongeluk. Deze tocht had
het beoogde succes en de chirurg kon de
patiënt verder behandelen. Over de afloop
van het ingrijpen is nog niets bekend.
Het vroegere beursplein te Rotterdam
de naam is inmiddels naar een ander
plein overgeheveld en de daaraan gren
zende Blaak zijn sinds de verwoesting in
1940 vergeten. Het bankgebouw van Mees
was door het vuur gespaard gebleven,
maar voorts was er niets anders, dat aan
de vroegere glorie herinnerde dan het
beursstation, dat nu station Blaak heet.
Na jaren verrezen aan de zuidzijde drie
andere bankgebouwen, maar de noord
kant bleef een wildernis, waar enkele put
ten er nog aan herinneren, dat daar diepe
kelders zijn geweest. Nu gaat daar ver
andering in komen. De vergunning is ver
leend voor het neerzetten van een groot
pand, dat 50.000 kubieke meter inhoud
krijgt en de zetel zal worden van een
aantal samenwerkende verzekerings
maatschappijen. Het gebouw krijgt veer
tien verdiepingen.
De verschillende bedrijfsafdelingen en
aangesloten bedrijven in de metaalindus
trie in Haarlem en omstreken hebben in
1959 volbelast gewerkt. De buizengieterij
vormt hierop echter een uitzondering, zo
vermeldt het „overzicht van de gang van
zaken bij het bedrijfsleven", uitgebracht
door de Kamer van Koophandel en Fa
brieken te Haarlem. De afdeling draad
industrie heeft in vergelijking met 1958
een produktieverhoging met 20 pet. kun
nen boeken, de electrodenfabriek zelfs
met 35 pet.
De scheeps- en machinebouw hadden
evenals vele andere bedrijfstakken met
gebrek aan goede werkkrachten te kam
pen. Ook moeilijkheden in de huisvesting
spelen hierbij een rol van betekenis. Er is
in de metaalindustrie sprake van een nieu
we expansieperiode, de Euromarkt zet de
ze nijverheid echter voor grote moeilijk
heden. Immers ongeveer 70 pet. van de
produktie wordt in het binnenland afge
zet en het overzicht zegt verder „dat de
ondernemers in deze bedrijfstak voors
hands gaarne zouden kunnen rekenen op
bescherming van regeringszijde tegen im
port van goederen uit het buitenland".
De grafische industrie
In deze branche kampte men met een
groot tekort aan geschoold personeel, zo
wel als van hulpkrachten. De concurren
tie blijft zwaar in binnen- en buitenland.
De toepassing van verbeterde werkmetho
den eist vaak grote investeringen en de
nieuwe loonronde baart deze industrie zor
gen. Daarbij komt nog. dat in 1960 begon
nen zal worden met de invoering van de
47-urige werkweek. „In de bevordering
der arbeidsproduktiviteit voor deze ar
beidstijdverkorting gelooft men in het ge
heel niet", zo meent een der in Haarlem
gevestigde grafische bedrijven. Van door
berekening der hogere kosten in de prij
zen kan vrijwel geen sprake zijn.
De papierindustrie kon in 1959 weer op
normaal niveau draaien.
De chemische industrie
De export van petroleumprodukten ls
in het afgelopen jaar verder gestegen en
een grotere spreiding in de afzet is ver
kregen. Ook de binnenlandse omzet nam
aanmerkelijk toe. - - -
In de pharmaceutische Industrie zijn de
resultaten het vorig jaar zeer bevredigend
geweest. De concurrentie op de grondstof-
fenmarkt is toegenomen, waardoor prijs
verlagingen volgden.
Het bouwbedrijf
In het bouwbedrijf is de personeels-
schaarste bijzonder groot. De bedrijven
hebben een te grote capaciteit, die zij in
het buitenland trachten te benutten. De
kalkzandsteenindustrie ondervond nog de
gevolgen van de bestedingsbeperking,
maar in de tweede helft van 1959 werd
de orderportefeuille dikker.
Bloembollen en granen
Het bloembollenbedrijf had weer een
grotere export dan in 1958. De 200 miljoen
gulden werd nu aanmerkelijk overschre
den en er was zelfs sprake van tekorten
aan bepaalde soorten. Daarom werden de
teeltrechten met 5 pet. vergroot; het is
echter de vraag of dit voldoende zal zijn
om aan de verwachte grotere vraag te
voldoen.
Voor de graanhandel was 1959 een goed
jaar. In het overzicht wordt het betreurd
dat in het stelsel van variabele import
heffingen geen wijziging is gekomen. Dit
Advertentie
MA ADI FM ZIJLSTRAAT 9b
M A AK Lcnrl mtf.; 20340
systeem leidt er toe dat de importeurs
kunnen verdienen aan de importheffing,
wat ons land veel geld kost. Ook voor za
den was 1959 bijzonder voorspoedig. Ech
ter had de goede oogst, die met geringe
kosten kon worden binnengehaald, geen
invloed op de prijzen, daar de producenten
gewend aan een hoog prijspeil extra
winsten wilden incasseren.- Volgens het
overzicht leidde dit ertoe dat „verbouwers
hun oude marlden, zonder slag of stoot ca
deau hebben gedaan aan nieuwe concur
renten. De conclusie moet dan ook zijn dat
de teelt en de export van Nederlandse fij
ne zaden en peulvruchten gevaar gaat lo
pen".
Verkeer en vervoer
Bij het interlocale vervoer viel een stij
ging van 1 percent te constateren, zo meldt
het overzicht, daarbij speelde vooral het
vervoer naar het strand een belangrijke
rol. Een andere in het district van de
K. v. K. gevestigde vervoeronderneming
meldt een omzetstijging van 5.6 percent,
terwijl de exploitatiekosten slechts met
0.2 percent toenamen. Dit bedrijf boekte
een bevredigend resultaat.
Ook de luchthaven Schiphol profiteerde
in 1959 in belangrijke mate van de stijging
van het luchtvervoer. Het passagiersver
voer steeg met ongeveer 15 percent, het
goederenvervoer met 25 percent en be
reikte 38 1 t miljoen kilogram. Het post
vervoer bereikte 4.4 miljoen kg of 26 per
cent meer dan in 1958.
Het hotelwezen had mede onder invloed
van de fraaie zomer over het algemeen
een bijzonder goed jaar gehad, vooral de
bedrijven in Zandvoort.
De strengste vorst sedert jaren ten spijt,
heeft een overweldigend aantal gemeente
leden meer dan tweeduizend kerkgan
gers de enige Baptistenkerk van Mos
kou gevuld om een pleidooi voor de een
heid der christenen te horen uit de mond
van onze landgenoot, dr. W. A. Visser 't
Hooft, secretaris-generaal van de Wereld
raad van Kerken. Met zijn toespraak, die
twintig minuten duurde, deed hij een be
roep op de aanwezigen om te bidden voor
„een eenheid die in dienst wil staan van
vrede en beter wederzijds begrip." Vol
gens de verslagen bracht deze boodschap
bij vele kerkgangers de tranen in de ogen.
Naderhand hadden dr. Visser 't Hooft en
andere leden van de vyf man tellende
delegatie van de Wereldraad, die ln de
cember gedurende een paar weken met
Russische kerken kennis maakte, een ge
sprek van een uur met Russische Baptis
tenleiders. De delegatie van de Wereld
raad was tijdens het verblijf in de USSR
gast van het Moskouse Patriarchaat der
Russische orthodoxe kerk.
Na aankomst op het vliegveld van Ge-
nève heeft dr. Visser 't Hooft bij zijn te
rugkeer uit Rusland „nauwere betrekkin
gen" voorspeld tussen kerken in de Sovjet-
Unie en de Wereldraad van Kerken. Hij
voegde er aan toe, dat er geen officiële
onderhandelingen waren geweest met het
Moskouse Patriarchaat of met de Luthera
nen en Baptisten met wie de delegatie ook
had gesproken. Niettemin, zo zei hij, is de
toekomst van onze contacten voortdurend
het voornaamste onderwerp van onze dis
cussie geweest. „Het kenningsmakings-
proces, begonnen op de bijeenkomst van
vertegenwoordigers van de Wereldraad
van Kerken en de kerk van Moskou, ge
houden in augustus 1958 te Utrecht, zal
leiden tot meer bezoeken en wederzijdse
inlichtingen. Wij zijn nog steeds in een
periode, waarin we elkaar beter gaan be
grijpen."
De delegatie is overal met grote harte
lijkheid ontvangen. Naast gesprekken in
het hoofdkwartier te Moskou, had de
groep deelgenomen aan verschillende
kerkdiensten, waar de delegatieleden het
woord hebben gevoegd en werden toege
sproken. De secretaris-generaal vertelde,
dat het welkom van de gemeenteleden
„overweldigend vriendelijk" was geweest
en dat de delegatie was begroet met „ge
zangen, welkomstkreten, zwaaien van zak
doeken en betoon van vreugde omdat men
samen was met christenen van andere
kerken."
Dr. Visser 't Hooft noemde de situatie
van de kerk in Rusland zeer gecompli
ceerd. Elk ogenblik existeert de kerk in
een communistisch land in een situatie
die helemaal niet christelijk is, maar ge
baseerd op een geheel andere ideologie.
Bovendien is daar actieve anti-religieuze
propaganda. Gegeven deze welbekende
feiten kwamen we onder de indruk van
alles wat deze kerk is en doet. Er is een
zeer intensief geestelijk leven gaande, een
vast geloof en een fijn ontwikkelde en in
drukwekkende eredienst. De kerken waren
vol en niet alleen voor ons bezoek, maar
elke zondag en op vele plaatsen ook op
weekdagen. Er werken aan de theosofische
academies vele studenten, maar verzoeken
-•m toelating-wordeir-afgewezen-als de
kandidaten niet voldoen aan de vereiste
normen om priester le worden.
Een tweede lid van de delegatie, die
namens de Wereldraad Rusland bezocht,
dr. O Frederick Nolde, directeur van de
commissie van de kerken, inzake inter
nationale zaken, wees er met nadruk op
dat het bezoek geen politieke bedoelingen
had Niettemin is het een feit, zo vervolg
de hij, dat wij persoonlijk betrekkingen
hebben aangeknoopt in een sfeer van
warme vriendschap en op de grondslag
van gemeenschappelijk christelijk geloof.
Dit is op zichzelf al een belangrijke bij
drage tot betere internationale betrekkin
gen, aldus dr. Nolde. Hij zei, dat er in
formele betrekkingen waren geweest met
kerkelijke leiders en bij enkele gelegen
heden met overheidsfunctionarissen van
de Raad voor Godsdienstige Zaken over
actuele internationale vraagstukken, met
inbegrip van de ontwapening.
„Wij hebben met nadruk gezegd dat het
niet genoeg is te verklaren dat we voor
vrede zijn en tegen oorlog. Het is nood
zakelijk de oorzaken van de oorlog bij de
wortel uit te roeien en militaire conflicten
op beperkte schaal te voorkomen of te be
ëindigen. omdat deze het gevaar in zich
dragen dat ze groter worden. Ook hebben
we gezegd, dat het niet voldoende is om
Max Huber overleden
Aan het hoofdredactionele verzoek in
deze rubriek de op nieuwjaarsdag over
leden oud-president van het Permanente
Hof van Internationale Justitie, profes
sor dr. Max Huber, te herdenken geef ik
gaarne gevolg. Tussen deze grote Zwit
ser, kenner en tegelijk toegewijd dienaar
van het volkenrecht als bijkans geen an
der in de jongste halve eeuw, én de Ne
derlandse volksvertegenwoordiging heeft,
begrijpelijkerwijze, niet enige directe
band bestaan. Zeker, zijn brede belang
stelling, ook voor allerlei verschijnselen,
gebeurtenissen, toestanden enz. in Ne
derland, waar hij een aantal jaren ge
woond en gewerkt heeft, ging mede uit
naar wat er zo nu en dan gaande was in
het Nederlandse Parlement. Doch dat
kan nog niet bepaald rechtvaardigen om
op deze plaats de nagedachtenis van Hu
ber te eren. Daarvoor bestaat echter wel
enige aanleiding, als men bedenkt, hoe tel
kens, wanneer de Staten-Generaal zich in
verband met het buitenlands beleid on
der anderen met vragen van internatio
naal recht hebben bezig te houden, al
licht ook het doen en laten van het hoog
ste internationale rechtscollege, het in het
Vredespaleis zetelende Internationale Ge
rechtshof, onderwerp van overdenking en
eventueel zelfs van discussie pleegt uit te
maken. Nu een man is heengegaan, die
tot de allerbeste krachten heeft behoord
van het door de Volkenbond in het leven
geroepen Hof, dat in 1922 begon te werken
en dat de onmiddellijke voorganger is ge
weest van het Internationale Gerechtshof,
het rechterlijk orgaan van de Verenigde
Naties, is het zeker niet overbodig in het
kort stil te staan bij wat Huber op het ge
bied van het internationale recht gedu
rende zijn lang en werkzaam leven op
28 december jl. was hij 85 geworden
was en deed. Na te Lausanne, Berlijn en
Zürich gestudeerd te hebben, doceerde hij
van 1902 tot 1921 aan diezelfde universi
teit in zijn geboortestad, Zwitsers staats
recht en volkenrecht. Hij was echter meer
dan een op die gebieden hooggeleerd pro
fessor. Ook met betrekking tot de prak
tijk van het internationale recht gaf hij al
spoedig blijk van zijn bijzondere gaven.
Dit niet slechts als gedelegeerde van zijn
land op verschillende internationale bij
eenkomsten, in welk verband ik de twee
de Haagse vredesconferentie (1907) noem
en voorts de Parijse vredesconferentie
(de „neutralen", zoals o.m. Zwitserland
zijn toen gehoord in verband met het vast
te stellen Handvest van de Volkenbond)
maar bovendien trad hij een tijdlang op
als juridisch adviseur van het Zwitserse
ministerie van Buitenlandse Zaken, daar
het „Politieke Departement" geheten. Al
deze werkzaamheden vormden voor hem
geen beletsel in verschillende belangrij
ke publikaties blijken van zijn kunnen en
kennen op het terrein van het volkenrecht
aan de dag te leggen. Daarbij toonde hij
in het bijzonder mede een open oog voor
de sociologische zijde van internationale
rechtsproblemen en verhoudingen te be
zitten. Voor hem was zijn diepe protes
tante (evangelisch)-godsdienstige over
tuiging een krachtige steun in zijn ijveren
voor de internationale rechts- en vredes-
gedachte. In 1922 kreeg hij zitting in het
Permanente Hof van Internationale Jus
titie. Dat heeft van zijn talenten in aan
merkelijke mate goede vruchten kunnen
plukken, van zijn ernstige overgave aan
zijn taak tevens. Van 1925 tot 1928 was hij,
die toen in die functie onze landgenoot
Loder opvolgde, president van het Hof.
In 1930 gaf hij er de voorkeur aan zich
niet voor herkiezing tot rechter in het
Vredespaleis beschikbaar te stellen. Daar
mee kwam overigens aan zijn internatio
nale arbied nog geenszins een einde. Im
mers meer dan 15 jaar lang. tot 1945 toe.
is hij toen president van de Internationale
Rode-Kruisorganisatie geweest en ook op
die post toonde hij zich gedragen door het
oprechte verlangen de internationale sa
menleving op de grondslagen van recht
en menselijkheid te dienen. Huber verenig
de in zich een bijzondere combinatie van
wetenschapszin en werkelijkheidsbesef.
Aldus heeft hij als praktisch idealist op
niet genoeg te loven wijze aan de volke-
rensameleving zijn beste krachten gege
ven. Wat hij deed, was af.
Zo is het dus bv. alleszins verklaar
baar, dat zijn scheidsrechterlijke beslis
sing in het geschil tussen Nederland en de
Verenigde Staten van Amerika over de
vraag aan wie dezer twee landen de souve-
reiniteit toekwam over het eiland Miangas
(in 1928 maakte Huber als alleenuitspraak
doend arbiter uit, dat Nederland de sou-
vereiniteit bezat, die thans bij Indonesië
berust), uit een oogpunt van historisch-
volkenrechtelijke arbitrage naam ver
wierf als een klassiek te noemen mees
terwerk op dit gebied. Deze grote van geest
was een hoogst eenvoudige man, die nooit
zichzelf zocht, doch wien het louter om de
goede zaak te doen was. Voor Nederland
koesterde hij warme sympathie, hetgeen
onder meer tot uiting kwam in zijn met
succes bekroond streven om onze taal te
kunnen beheersen. Wat hij en in Den Haag
op zijn hoge post, en elders gedaan heeft,
getuigde steeds van scherp inzicht, van
heilige ernst en toewijding, van de nobele
geest, die in hem huisde. Met Zwitserland
leed gans de internationale gemeenschap
door Huber's heengaan een ernstig verlies,
dat alle reden biedt tot dankbaar geden
ken van het vele goed en schone door hem
aan de samenleving geschonken.
Minister en Kamercommissie
Na het bovenstaande is het wel een hele
overgang, wanneer ik thans met een enkel
woord tot iets op het gebied van het recht
kom, dat helaas niet bepaald bijster verhe
ven te achten valt. Ik doel hier op de on
verkwikkelijke geschiedenis van de on
rechtmatige censuur in Nieuw-Guinea. In
tussen behoef ik, althans op dit ogenblik,
bij het vele onverkwikkelijke, dat zich te
dien opzichte heeft voorgedaan niet nader
stil te staan. Gelijk reeds bekend is ge
worden, zal trouwens onze regering tot
enige hoogst nodige maatregelen over
gaan naar aanleiding van wat er daar zo
al gaande is geweest. Bij gelegenheid zal
men op het Binnenhof over een en ander
nog wel eens een hartig woordje in het
midden hebben te brengen. Inmiddels
heeft de minister er mijns inziens goed
aangedaan zich tijdig met de vaste com
missie van de Tweede Kamer voor Nieuw-
Guinëa-zaken in verbinding te stellen in
verband met de van overheidswege te
treffen maatregelen. Veelal blijkt men ten
onzent er prijs op te stellen vooral te on
derstrepen, dat de Kamer zich in het bij
zonder dient bezig te houden met haar ar
beid als een deel van de wetgevende
macht en dat het niet op haar weg ligt „op
de stoel van de regering" te gaan zitten.
Intussen komt aan de volksvertegenwoor
diging ook het recht toe, ja heeft zij de
plicht, de overheid ter zake van het beleid,
dat deze voert, te controleren. En daarom
is het, dunkt me, heel verstandig, als in
bepaalde gevallen de overheid (derhalve
bv. een minister) te voren met een Ka
mercommissie bijeenkomt, eer zij tot ze
kere beleidsdaden overgaat. Er zijn er
wel, die nog altijd menen, dat zulk een
gang van zaken uit den boze zou zijn, want
al te dicht zou komen bij een „mede-rege
ren" van de zijde der Kamer of van een
harer commissies. Het pleit voor het wijs
inzicht van minister Toxopeus, dat hij
zich niet heeft laten weerhouden, uit be
duchtheid straks een dergelijke kritiek te
horen te krijgen, over een zo belangrijke
kwestie als de censuuraangelegenheid op
het juiste ogenblik met de desbetreffende
Kamercommissie in contact te zijn getre
den.
Dr. E. can Raalte
onafhankelijkheid voor koloniale volken
te vragen, omdat er niet-koloniale volken
zijn die onder een vreemd juk leven en
aan wie het niet wordt toegestaan om met
vrije en algemene verkiezingen hun eigen
regering en ambtsdragers te kiezen."
Dr. Nolde zei, dat meer contacten nodig
zullen zijn om op dergelijke punten tot
overeenstemming te geraken en dat de
kerken de vrijheid moeten hebben om de
bereikte overeenkomsten in het openbaar
tot uitdrukking te brengen. Dit te doen
vereist de voortgaande ontwikkeling en
verdere vermindering van de internatio
nale spanningen. De delegatie, aldus dr.
Nolde, had in de gesprekken de nadruk
gelegd op de stelling van de Wereldraad,
dat er vrijheid moet zijn om tot construc
tieve posities te geraken en om de rege
ringen aan critiek te onderwerpen wan
neer ze vrede, rechtvaardigheid en vrij
heid bedreigen.
Tegenvoeter
De International Council of Christian
Churches (I.C.C.C.), de wereldraad van de
zich noemende bijbelgetrouwe kerken,
deelt mee, dat thans ook in Nederland ge
tracht zal worden geld in te zamelen voor
de nood van de presbyteriaanse kerk in
Korea, die is uitgetreden uit de Wereld
raad van Kerken en daardoor alle finan
ciële steun verloor van de grote Ameri
kaanse kerken.
Deze uittreding geschiedde, zo deelt de
I.C.C.C. mee, „wegens verontrusting der
Koreanen over de samenwerking van de
Wereldraad met communisten en commu
nisten-vrienden."
De oproep tot steun is ondertekend door
een twintigtal theologen uit de gerefor
meerde gezindte, zoals prof dr. G. Ch.
Aalders, ds. J. W. Kersten, ds. P. J. Mie-
tes, prof. dr. B. J. Oosterhoff, prof. J. J.
van der Schuit, prof. dr. J. Severijn, prof.
dr. C. Veenhof en prof dr. S. U. Zuidema.
Advertentie
het vertrouwde merk
m
Het Tweede-Kamerlid de heer Vredeling
(P.v.d_A.) heeft aan de minister van
Landbouw en Visserij de volgende schrif
telijke vragen gesteld:
1. Kan de minister mededelen, door wie,
aan de hand van welke maatstaven en op
welke wijze de minimumexportprijs voor
gladiolen wordt vastgesteld?
2. Hoe verhoudt zich deze minimumex
portprijs tot de telersprijs op de veiling,
resp. tot de prijs, waarvoor de telers de
gladiolenbollen op contract leveren aan
de exporteurs? Acht de minister deze ver
houding bevredigend? Kan, desnoods bij
benadering, worden aangegeven wat het
aandeel is van de contractteelt van gla
diolen in de totale teelt?
3. Kunnen de tegenwoordige minimum
exportprijzen het voor de Nederlandse gla-
diolenteelt nadelige effect hebben, dat de
teelt in andere landen wordt aangemoe
digd. resp. dat importlanden hun import
behoefte in andere landen gaan dekken?
4. Op welke wijze denkt de minister een
redelijke verhouding tussen telersprijs en
minimumexportprijs te kunnen bevorde
ren? Is de minister bereid daartoe van
de hem ten dienste staande middelen ge
bruik te maken om tot een verlaging van
de huidige minimumexportprijs te ko
men? Acht hij het gewenst en mogelijk
om, in analogie met soortgelijke regelin
gen voor andere bloembollenteelten, te
komen tot een systeem van minimumte-
lersprijzen voor gladiolen?
In Roosendaal is een echtpaar, verdacht
van brandstichting in zijn woning aan de
Fortuinstraat, in verzekerde bewaring ge
steld. De brand ontstond in de nacht van
zondag op maandag. Het echtpaar had het
huis gekocht en sinds enkele maanden be
trokken. De zolderverdieping ging geheel
en de benedenverdieping gedeeltelijk ver
loren. Omdat in het huis tijdens blussings-
werkzaamheden een sterke petroleum
lucht werd waargenomen stelden de poli
tie en de brandweer direct een onderzoek
in naar de oorzaak van de brand.
Gebleken is, dat de brand is ontstaan
in een kast onder de trap die de enige ver
binding vormde tussen beide etages. De
trap was geheel verkoold. Het echtpaar
zou wakker zijn geworden door een ster
ke rooklucht, maar het werd bijzonder
vreemd gevonden, dat het echtpaar met
het zoontje volledig gekleed uit de bran
dende woning kwam, terwijl buren in
nachtgewaad kwamen kijken. Tevens viel
het op, dat er vrijwel geen meubilair in
de woning stond. Een verhoor leverde di
verse tegenstrijdigheden op. Het bleek,
dat het meubilair was opgeslagen bij de
ouders van de man. Zijn verklaring daar
voor was volgens de politie niet erg aan
nemelijk. Het huis van het echtpaar was
behoorlijk verzekerd naar een deskundi
ge meedeelde was er zelfs sprake van
overwaarde. Het echtpaar blijft hardnek
kig ontkennen de brand te hebben ge
sticht
Advertentie
en reumatische pijnen
wrijft U eveneens weg met