Haarlemse industrie heeft te kampen met personeelsgebrek Contact met Rusland -OP EN OM HET BINNENHOF Het vorig jaar kenmerkte zich door hersteld vertrouwen en betrekkelijke zekerheid Vragen in Kamer over exportprijs gladiolen Echtpaar verdacht van brandstichting Spit, Spierpijn B -y-i IJ ZATERDAG 9 JANUARI 1960 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 11 Rede voorzitter K. v. K. voor Haarlem en omstreken Oor gezocht Nieuwe beschouwing van Rotterdamse Blaak Woningbouzvproblemen spelen belangrijke rol Voor goede en duurrmme vloeren EDELHOUT vloeren Kerkelijk Leven maand tampons geen verband - geen gordel. Veilig - hygiënisch. 10 tampons f. 1.20 Zonder inbreng systeem f.1.- i In de Gravenzaal van het Haarlems Stadhuis heeft de voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, de heer B. F. Enschedé, gisteravond de traditionele jaarrede gehouden, waarbij tal van prominenten uit de kringen der overheid, de loco-burgemeester van Haarlem, de heer D. J. A. Geluk, en burgemeesters van omliggende gemeenten alsmede vele vertegenwoordigers van handel en industrie aanwezig waren. Nadat de voorzitter de aanwezigen hartelijk welkom had geheten, ging hy nader in op de taak van de K. v. K. in de tegenwoor dige tijd. Men onderscheidt twee hoofdterreinen, namelyk de bevordering van de belangen van het regionale bedryfsleven en het uitvoeren van bepaalde op het bedryfsleven gerichte wetteiyke voorschriften. Het instellen van Iandeiyke organen, zoals de S.E.R., de P.B.O. en dergeiyke heeft het werk der Kamers meer in het by- zonder gericht op kwesties van regionale aard, die echter zeker niet van geringere praktische betekenis zyn, zoals het wegennet, industrieterreinen, vakonderwijs enz. De Kamers zijn ook uitermate ge schikt om te worden ingeschakeld bij het uitvoeren van overheidsvoorschrif ten, zo zei de heer Enschedé. Dit blijkt in het bijzonder bij de uitvoering van de Vestigingswet Bedrijven en de Winkel sluitingswet. In dit verband pleitte spre ker voor een nauwer federatief verband van de verschillende middenstandsorga nisaties. Ten aanzien van de handelsvoorlichting merkte spreker op, dat de Kamer haar taak nog niet efficiënt genoeg verricht. „Onze Kamer zal zich echter binnenkort tot de groothandel, de industrie en het ambacht richten met het verzoek een kort overzicht te verstrekken van de door hen gefabriceerde dan wel verhandelde produkten. Daarmee zal de karthoteek gecompleteerd worden, die onze handels- De opnieuw gekozen voorzitter van de Haarlemse Kamer van Koophandel en Fabrieken, de heer B. F. Enschedé. voorlichting aan het bedrijfsleven zeer ten goede zal komen", zo stelde de heer Enschedé vast. De ontwikkeling heeft meegebracht dat er naar een grotere samenwerking tus sen de verschillende Kamers gestreefd dient te worden. Naast een grotere con centratie op regionale problemen is im mers ook een ruimere aandacht voor de nationale en internationale ontwikkeling noodzakelijk. In het district van onze Ka mer, aldus de heer Enschedé zijn vele be langrijke ontwikkelingen gaande of op handen. In dit verband noemde hij het Streekplan IJmond-Noord. „Spreekt men over de belangen van de IJmond, dan spreekt men over specifiek Amsterdamse belangen". De voorzitter wees erop, dat de K.v.K. in het bijzonder moet waken voor de belangen van de kleinere onder nemers. immers hier spreekt juist bij uit stek het regionale belang. De Kamer kan verder coördinerend optreden tussen de verschillende gemeenten. Een tweede be langrijke kwestie noemde spreker het streekplan Zuid-Kennemerland. De heer Enschedé uitte zijn verheugenis over de uitvoering van het wegennet rond Haarlem voor wat betreft het noord-zuid verkeer. Over de toekomst van het oost west verkeer was hij echter minder tevre den. Als de geprojecteerde snelverkeers- weg Amsterdam-Zandvoort door Aerden- hout wordt gelegd, zal veel natuurschoon verloren gaan. Spreker hoopte dat het plan de Ranitz zal worden uitgevoerd, waaraan niet de genoemde bezwaren kle ven. In de Waarderpolder hebben zich thans 30 industrieën gevestigd. Wanneer de aan grenzende terreinen ook bouwrijp zijn ge maakt en de toegangswegen met evenveel kracht worden aangelegd als thans het ge val is, dan zal blijken dat voor Haarlem als industriestad een nieuw tijdperk van bloei is aangebroken. Dit zal vooral het ge val zijn als de huisvestingsvoorzieningen verruimd kunnen worden, zo vervolgde de heer Enschedé. Voor wat betreft de Europese samen werking, merkte spreker op, dat er in in dustriële kringen ongerustheid bestaat over de versnelde uitvoering van het Euromarkt-verdrag volgens het zo genaamde plan Wigny. „Niet ten onrech te wordt gevreesd, dat de nadelen welke een gevolg van de Euromarkt zullen zijn, vooral zullen neerkomen op de kleine en middelgrote bedrijven al hoopt men door fusie deze nadelen te verminderen." Het gevaar bestaat dat de grondstoffen- prijzen zullen stijgeft tengevolge van het hogere E.E.G.-buitentarief, waardoor on ze concurrentiepositie voor afgewerkte produkten op buitenlandse markten zal worden verzwakt. Door versnelde tot standkoming van de Euromarkt zouden de banden met derde landen kunnen worden verzwakt, hetgeen voor onze belangen na delig is. Nu de Kleine Vrijhandelszone is opgericht moet, naar de mening van de heer Enschedé, met grote voorzichtigheid te werk worden gegaan, om de kans op een grote vrijhandelsassociatie niet af te snij den. Spreker meende dat het afgelopen jaar gekenmerkt wordt door hersteld vertrou wen en betrekkelijke zekerheid. In poli tiek opzicht kan van een rustpoze in het oost-west conflict gesproken worden. Op economisch terrein kan men een stijging van het welvaartspeil en een krachtig her stel over de gehele linie constateren. Er liggen grote mogelijkheden tot expansie in de onderontwikkelde gebieden en het is dringend geboden, aldus spreker, om hulp te verlenen aan de daar woonachtige vol keren. Of Nederland het gunstige beeld van 1959 ook in het nu begonnen jaar zal vertonen is geheel afhankelijk van het sla gen van de vrijere loonpolitiek, zo besloot de heer Enschedé zijn rede. Samenstelling bestuur In de vergadering van de Kamer van Koophandel voor Haarlem en omstreken is de heer B. F. Enschedé opnieuw tot voorzitter gekozen. De heren Th. S. J. Hooy en J. J. Jurrissen zijn weer gekozen tot onder-voorzitters. Nadat de heer Enschedé in de Graven- zaal zijn nieuwjaarsrede had uitgespro ken heeft de loco-burgemeester van Haar lem, de heer D. J. A. Geluk, nog het woord gevoerd en mede namens de gemeentebe sturen uit het district de beste wensen ge uit voor 1960. Prins Bernhard heeft in zijn functie van inspecteur-generaal van de Ko ninklijke Landmacht in Hilversum het studiecentrum voor militair leider schap geopend. Fier tekent de Prins het gastenboek. Naast hem de direc teur van het studiecentrum, kolonel C. B. M. Wichers. STOCKHOLM (Reuter) De politie ln Aengelholm in Zweden heeft volgens pers berichten naar een oor moeten zoeken, dat bij een verkeersongeluk was afgerukt Het slachtoffer lag reeds op de operatietafel toen de chirurg de politie alarmeerde om het ontbrekende oor te zoeken. Het moest binnen enkele minuten gevonden worden omdat het anders bevroren zou zijn. Een politie-auto met loeiende sirene ging naar de plaats van het ongeluk. Deze tocht had het beoogde succes en de chirurg kon de patiënt verder behandelen. Over de afloop van het ingrijpen is nog niets bekend. Het vroegere beursplein te Rotterdam de naam is inmiddels naar een ander plein overgeheveld en de daaraan gren zende Blaak zijn sinds de verwoesting in 1940 vergeten. Het bankgebouw van Mees was door het vuur gespaard gebleven, maar voorts was er niets anders, dat aan de vroegere glorie herinnerde dan het beursstation, dat nu station Blaak heet. Na jaren verrezen aan de zuidzijde drie andere bankgebouwen, maar de noord kant bleef een wildernis, waar enkele put ten er nog aan herinneren, dat daar diepe kelders zijn geweest. Nu gaat daar ver andering in komen. De vergunning is ver leend voor het neerzetten van een groot pand, dat 50.000 kubieke meter inhoud krijgt en de zetel zal worden van een aantal samenwerkende verzekerings maatschappijen. Het gebouw krijgt veer tien verdiepingen. De verschillende bedrijfsafdelingen en aangesloten bedrijven in de metaalindus trie in Haarlem en omstreken hebben in 1959 volbelast gewerkt. De buizengieterij vormt hierop echter een uitzondering, zo vermeldt het „overzicht van de gang van zaken bij het bedrijfsleven", uitgebracht door de Kamer van Koophandel en Fa brieken te Haarlem. De afdeling draad industrie heeft in vergelijking met 1958 een produktieverhoging met 20 pet. kun nen boeken, de electrodenfabriek zelfs met 35 pet. De scheeps- en machinebouw hadden evenals vele andere bedrijfstakken met gebrek aan goede werkkrachten te kam pen. Ook moeilijkheden in de huisvesting spelen hierbij een rol van betekenis. Er is in de metaalindustrie sprake van een nieu we expansieperiode, de Euromarkt zet de ze nijverheid echter voor grote moeilijk heden. Immers ongeveer 70 pet. van de produktie wordt in het binnenland afge zet en het overzicht zegt verder „dat de ondernemers in deze bedrijfstak voors hands gaarne zouden kunnen rekenen op bescherming van regeringszijde tegen im port van goederen uit het buitenland". De grafische industrie In deze branche kampte men met een groot tekort aan geschoold personeel, zo wel als van hulpkrachten. De concurren tie blijft zwaar in binnen- en buitenland. De toepassing van verbeterde werkmetho den eist vaak grote investeringen en de nieuwe loonronde baart deze industrie zor gen. Daarbij komt nog. dat in 1960 begon nen zal worden met de invoering van de 47-urige werkweek. „In de bevordering der arbeidsproduktiviteit voor deze ar beidstijdverkorting gelooft men in het ge heel niet", zo meent een der in Haarlem gevestigde grafische bedrijven. Van door berekening der hogere kosten in de prij zen kan vrijwel geen sprake zijn. De papierindustrie kon in 1959 weer op normaal niveau draaien. De chemische industrie De export van petroleumprodukten ls in het afgelopen jaar verder gestegen en een grotere spreiding in de afzet is ver kregen. Ook de binnenlandse omzet nam aanmerkelijk toe. - - - In de pharmaceutische Industrie zijn de resultaten het vorig jaar zeer bevredigend geweest. De concurrentie op de grondstof- fenmarkt is toegenomen, waardoor prijs verlagingen volgden. Het bouwbedrijf In het bouwbedrijf is de personeels- schaarste bijzonder groot. De bedrijven hebben een te grote capaciteit, die zij in het buitenland trachten te benutten. De kalkzandsteenindustrie ondervond nog de gevolgen van de bestedingsbeperking, maar in de tweede helft van 1959 werd de orderportefeuille dikker. Bloembollen en granen Het bloembollenbedrijf had weer een grotere export dan in 1958. De 200 miljoen gulden werd nu aanmerkelijk overschre den en er was zelfs sprake van tekorten aan bepaalde soorten. Daarom werden de teeltrechten met 5 pet. vergroot; het is echter de vraag of dit voldoende zal zijn om aan de verwachte grotere vraag te voldoen. Voor de graanhandel was 1959 een goed jaar. In het overzicht wordt het betreurd dat in het stelsel van variabele import heffingen geen wijziging is gekomen. Dit Advertentie MA ADI FM ZIJLSTRAAT 9b M A AK Lcnrl mtf.; 20340 systeem leidt er toe dat de importeurs kunnen verdienen aan de importheffing, wat ons land veel geld kost. Ook voor za den was 1959 bijzonder voorspoedig. Ech ter had de goede oogst, die met geringe kosten kon worden binnengehaald, geen invloed op de prijzen, daar de producenten gewend aan een hoog prijspeil extra winsten wilden incasseren.- Volgens het overzicht leidde dit ertoe dat „verbouwers hun oude marlden, zonder slag of stoot ca deau hebben gedaan aan nieuwe concur renten. De conclusie moet dan ook zijn dat de teelt en de export van Nederlandse fij ne zaden en peulvruchten gevaar gaat lo pen". Verkeer en vervoer Bij het interlocale vervoer viel een stij ging van 1 percent te constateren, zo meldt het overzicht, daarbij speelde vooral het vervoer naar het strand een belangrijke rol. Een andere in het district van de K. v. K. gevestigde vervoeronderneming meldt een omzetstijging van 5.6 percent, terwijl de exploitatiekosten slechts met 0.2 percent toenamen. Dit bedrijf boekte een bevredigend resultaat. Ook de luchthaven Schiphol profiteerde in 1959 in belangrijke mate van de stijging van het luchtvervoer. Het passagiersver voer steeg met ongeveer 15 percent, het goederenvervoer met 25 percent en be reikte 38 1 t miljoen kilogram. Het post vervoer bereikte 4.4 miljoen kg of 26 per cent meer dan in 1958. Het hotelwezen had mede onder invloed van de fraaie zomer over het algemeen een bijzonder goed jaar gehad, vooral de bedrijven in Zandvoort. De strengste vorst sedert jaren ten spijt, heeft een overweldigend aantal gemeente leden meer dan tweeduizend kerkgan gers de enige Baptistenkerk van Mos kou gevuld om een pleidooi voor de een heid der christenen te horen uit de mond van onze landgenoot, dr. W. A. Visser 't Hooft, secretaris-generaal van de Wereld raad van Kerken. Met zijn toespraak, die twintig minuten duurde, deed hij een be roep op de aanwezigen om te bidden voor „een eenheid die in dienst wil staan van vrede en beter wederzijds begrip." Vol gens de verslagen bracht deze boodschap bij vele kerkgangers de tranen in de ogen. Naderhand hadden dr. Visser 't Hooft en andere leden van de vyf man tellende delegatie van de Wereldraad, die ln de cember gedurende een paar weken met Russische kerken kennis maakte, een ge sprek van een uur met Russische Baptis tenleiders. De delegatie van de Wereld raad was tijdens het verblijf in de USSR gast van het Moskouse Patriarchaat der Russische orthodoxe kerk. Na aankomst op het vliegveld van Ge- nève heeft dr. Visser 't Hooft bij zijn te rugkeer uit Rusland „nauwere betrekkin gen" voorspeld tussen kerken in de Sovjet- Unie en de Wereldraad van Kerken. Hij voegde er aan toe, dat er geen officiële onderhandelingen waren geweest met het Moskouse Patriarchaat of met de Luthera nen en Baptisten met wie de delegatie ook had gesproken. Niettemin, zo zei hij, is de toekomst van onze contacten voortdurend het voornaamste onderwerp van onze dis cussie geweest. „Het kenningsmakings- proces, begonnen op de bijeenkomst van vertegenwoordigers van de Wereldraad van Kerken en de kerk van Moskou, ge houden in augustus 1958 te Utrecht, zal leiden tot meer bezoeken en wederzijdse inlichtingen. Wij zijn nog steeds in een periode, waarin we elkaar beter gaan be grijpen." De delegatie is overal met grote harte lijkheid ontvangen. Naast gesprekken in het hoofdkwartier te Moskou, had de groep deelgenomen aan verschillende kerkdiensten, waar de delegatieleden het woord hebben gevoegd en werden toege sproken. De secretaris-generaal vertelde, dat het welkom van de gemeenteleden „overweldigend vriendelijk" was geweest en dat de delegatie was begroet met „ge zangen, welkomstkreten, zwaaien van zak doeken en betoon van vreugde omdat men samen was met christenen van andere kerken." Dr. Visser 't Hooft noemde de situatie van de kerk in Rusland zeer gecompli ceerd. Elk ogenblik existeert de kerk in een communistisch land in een situatie die helemaal niet christelijk is, maar ge baseerd op een geheel andere ideologie. Bovendien is daar actieve anti-religieuze propaganda. Gegeven deze welbekende feiten kwamen we onder de indruk van alles wat deze kerk is en doet. Er is een zeer intensief geestelijk leven gaande, een vast geloof en een fijn ontwikkelde en in drukwekkende eredienst. De kerken waren vol en niet alleen voor ons bezoek, maar elke zondag en op vele plaatsen ook op weekdagen. Er werken aan de theosofische academies vele studenten, maar verzoeken -•m toelating-wordeir-afgewezen-als de kandidaten niet voldoen aan de vereiste normen om priester le worden. Een tweede lid van de delegatie, die namens de Wereldraad Rusland bezocht, dr. O Frederick Nolde, directeur van de commissie van de kerken, inzake inter nationale zaken, wees er met nadruk op dat het bezoek geen politieke bedoelingen had Niettemin is het een feit, zo vervolg de hij, dat wij persoonlijk betrekkingen hebben aangeknoopt in een sfeer van warme vriendschap en op de grondslag van gemeenschappelijk christelijk geloof. Dit is op zichzelf al een belangrijke bij drage tot betere internationale betrekkin gen, aldus dr. Nolde. Hij zei, dat er in formele betrekkingen waren geweest met kerkelijke leiders en bij enkele gelegen heden met overheidsfunctionarissen van de Raad voor Godsdienstige Zaken over actuele internationale vraagstukken, met inbegrip van de ontwapening. „Wij hebben met nadruk gezegd dat het niet genoeg is te verklaren dat we voor vrede zijn en tegen oorlog. Het is nood zakelijk de oorzaken van de oorlog bij de wortel uit te roeien en militaire conflicten op beperkte schaal te voorkomen of te be ëindigen. omdat deze het gevaar in zich dragen dat ze groter worden. Ook hebben we gezegd, dat het niet voldoende is om Max Huber overleden Aan het hoofdredactionele verzoek in deze rubriek de op nieuwjaarsdag over leden oud-president van het Permanente Hof van Internationale Justitie, profes sor dr. Max Huber, te herdenken geef ik gaarne gevolg. Tussen deze grote Zwit ser, kenner en tegelijk toegewijd dienaar van het volkenrecht als bijkans geen an der in de jongste halve eeuw, én de Ne derlandse volksvertegenwoordiging heeft, begrijpelijkerwijze, niet enige directe band bestaan. Zeker, zijn brede belang stelling, ook voor allerlei verschijnselen, gebeurtenissen, toestanden enz. in Ne derland, waar hij een aantal jaren ge woond en gewerkt heeft, ging mede uit naar wat er zo nu en dan gaande was in het Nederlandse Parlement. Doch dat kan nog niet bepaald rechtvaardigen om op deze plaats de nagedachtenis van Hu ber te eren. Daarvoor bestaat echter wel enige aanleiding, als men bedenkt, hoe tel kens, wanneer de Staten-Generaal zich in verband met het buitenlands beleid on der anderen met vragen van internatio naal recht hebben bezig te houden, al licht ook het doen en laten van het hoog ste internationale rechtscollege, het in het Vredespaleis zetelende Internationale Ge rechtshof, onderwerp van overdenking en eventueel zelfs van discussie pleegt uit te maken. Nu een man is heengegaan, die tot de allerbeste krachten heeft behoord van het door de Volkenbond in het leven geroepen Hof, dat in 1922 begon te werken en dat de onmiddellijke voorganger is ge weest van het Internationale Gerechtshof, het rechterlijk orgaan van de Verenigde Naties, is het zeker niet overbodig in het kort stil te staan bij wat Huber op het ge bied van het internationale recht gedu rende zijn lang en werkzaam leven op 28 december jl. was hij 85 geworden was en deed. Na te Lausanne, Berlijn en Zürich gestudeerd te hebben, doceerde hij van 1902 tot 1921 aan diezelfde universi teit in zijn geboortestad, Zwitsers staats recht en volkenrecht. Hij was echter meer dan een op die gebieden hooggeleerd pro fessor. Ook met betrekking tot de prak tijk van het internationale recht gaf hij al spoedig blijk van zijn bijzondere gaven. Dit niet slechts als gedelegeerde van zijn land op verschillende internationale bij eenkomsten, in welk verband ik de twee de Haagse vredesconferentie (1907) noem en voorts de Parijse vredesconferentie (de „neutralen", zoals o.m. Zwitserland zijn toen gehoord in verband met het vast te stellen Handvest van de Volkenbond) maar bovendien trad hij een tijdlang op als juridisch adviseur van het Zwitserse ministerie van Buitenlandse Zaken, daar het „Politieke Departement" geheten. Al deze werkzaamheden vormden voor hem geen beletsel in verschillende belangrij ke publikaties blijken van zijn kunnen en kennen op het terrein van het volkenrecht aan de dag te leggen. Daarbij toonde hij in het bijzonder mede een open oog voor de sociologische zijde van internationale rechtsproblemen en verhoudingen te be zitten. Voor hem was zijn diepe protes tante (evangelisch)-godsdienstige over tuiging een krachtige steun in zijn ijveren voor de internationale rechts- en vredes- gedachte. In 1922 kreeg hij zitting in het Permanente Hof van Internationale Jus titie. Dat heeft van zijn talenten in aan merkelijke mate goede vruchten kunnen plukken, van zijn ernstige overgave aan zijn taak tevens. Van 1925 tot 1928 was hij, die toen in die functie onze landgenoot Loder opvolgde, president van het Hof. In 1930 gaf hij er de voorkeur aan zich niet voor herkiezing tot rechter in het Vredespaleis beschikbaar te stellen. Daar mee kwam overigens aan zijn internatio nale arbied nog geenszins een einde. Im mers meer dan 15 jaar lang. tot 1945 toe. is hij toen president van de Internationale Rode-Kruisorganisatie geweest en ook op die post toonde hij zich gedragen door het oprechte verlangen de internationale sa menleving op de grondslagen van recht en menselijkheid te dienen. Huber verenig de in zich een bijzondere combinatie van wetenschapszin en werkelijkheidsbesef. Aldus heeft hij als praktisch idealist op niet genoeg te loven wijze aan de volke- rensameleving zijn beste krachten gege ven. Wat hij deed, was af. Zo is het dus bv. alleszins verklaar baar, dat zijn scheidsrechterlijke beslis sing in het geschil tussen Nederland en de Verenigde Staten van Amerika over de vraag aan wie dezer twee landen de souve- reiniteit toekwam over het eiland Miangas (in 1928 maakte Huber als alleenuitspraak doend arbiter uit, dat Nederland de sou- vereiniteit bezat, die thans bij Indonesië berust), uit een oogpunt van historisch- volkenrechtelijke arbitrage naam ver wierf als een klassiek te noemen mees terwerk op dit gebied. Deze grote van geest was een hoogst eenvoudige man, die nooit zichzelf zocht, doch wien het louter om de goede zaak te doen was. Voor Nederland koesterde hij warme sympathie, hetgeen onder meer tot uiting kwam in zijn met succes bekroond streven om onze taal te kunnen beheersen. Wat hij en in Den Haag op zijn hoge post, en elders gedaan heeft, getuigde steeds van scherp inzicht, van heilige ernst en toewijding, van de nobele geest, die in hem huisde. Met Zwitserland leed gans de internationale gemeenschap door Huber's heengaan een ernstig verlies, dat alle reden biedt tot dankbaar geden ken van het vele goed en schone door hem aan de samenleving geschonken. Minister en Kamercommissie Na het bovenstaande is het wel een hele overgang, wanneer ik thans met een enkel woord tot iets op het gebied van het recht kom, dat helaas niet bepaald bijster verhe ven te achten valt. Ik doel hier op de on verkwikkelijke geschiedenis van de on rechtmatige censuur in Nieuw-Guinea. In tussen behoef ik, althans op dit ogenblik, bij het vele onverkwikkelijke, dat zich te dien opzichte heeft voorgedaan niet nader stil te staan. Gelijk reeds bekend is ge worden, zal trouwens onze regering tot enige hoogst nodige maatregelen over gaan naar aanleiding van wat er daar zo al gaande is geweest. Bij gelegenheid zal men op het Binnenhof over een en ander nog wel eens een hartig woordje in het midden hebben te brengen. Inmiddels heeft de minister er mijns inziens goed aangedaan zich tijdig met de vaste com missie van de Tweede Kamer voor Nieuw- Guinëa-zaken in verbinding te stellen in verband met de van overheidswege te treffen maatregelen. Veelal blijkt men ten onzent er prijs op te stellen vooral te on derstrepen, dat de Kamer zich in het bij zonder dient bezig te houden met haar ar beid als een deel van de wetgevende macht en dat het niet op haar weg ligt „op de stoel van de regering" te gaan zitten. Intussen komt aan de volksvertegenwoor diging ook het recht toe, ja heeft zij de plicht, de overheid ter zake van het beleid, dat deze voert, te controleren. En daarom is het, dunkt me, heel verstandig, als in bepaalde gevallen de overheid (derhalve bv. een minister) te voren met een Ka mercommissie bijeenkomt, eer zij tot ze kere beleidsdaden overgaat. Er zijn er wel, die nog altijd menen, dat zulk een gang van zaken uit den boze zou zijn, want al te dicht zou komen bij een „mede-rege ren" van de zijde der Kamer of van een harer commissies. Het pleit voor het wijs inzicht van minister Toxopeus, dat hij zich niet heeft laten weerhouden, uit be duchtheid straks een dergelijke kritiek te horen te krijgen, over een zo belangrijke kwestie als de censuuraangelegenheid op het juiste ogenblik met de desbetreffende Kamercommissie in contact te zijn getre den. Dr. E. can Raalte onafhankelijkheid voor koloniale volken te vragen, omdat er niet-koloniale volken zijn die onder een vreemd juk leven en aan wie het niet wordt toegestaan om met vrije en algemene verkiezingen hun eigen regering en ambtsdragers te kiezen." Dr. Nolde zei, dat meer contacten nodig zullen zijn om op dergelijke punten tot overeenstemming te geraken en dat de kerken de vrijheid moeten hebben om de bereikte overeenkomsten in het openbaar tot uitdrukking te brengen. Dit te doen vereist de voortgaande ontwikkeling en verdere vermindering van de internatio nale spanningen. De delegatie, aldus dr. Nolde, had in de gesprekken de nadruk gelegd op de stelling van de Wereldraad, dat er vrijheid moet zijn om tot construc tieve posities te geraken en om de rege ringen aan critiek te onderwerpen wan neer ze vrede, rechtvaardigheid en vrij heid bedreigen. Tegenvoeter De International Council of Christian Churches (I.C.C.C.), de wereldraad van de zich noemende bijbelgetrouwe kerken, deelt mee, dat thans ook in Nederland ge tracht zal worden geld in te zamelen voor de nood van de presbyteriaanse kerk in Korea, die is uitgetreden uit de Wereld raad van Kerken en daardoor alle finan ciële steun verloor van de grote Ameri kaanse kerken. Deze uittreding geschiedde, zo deelt de I.C.C.C. mee, „wegens verontrusting der Koreanen over de samenwerking van de Wereldraad met communisten en commu nisten-vrienden." De oproep tot steun is ondertekend door een twintigtal theologen uit de gerefor meerde gezindte, zoals prof dr. G. Ch. Aalders, ds. J. W. Kersten, ds. P. J. Mie- tes, prof. dr. B. J. Oosterhoff, prof. J. J. van der Schuit, prof. dr. J. Severijn, prof. dr. C. Veenhof en prof dr. S. U. Zuidema. Advertentie het vertrouwde merk m Het Tweede-Kamerlid de heer Vredeling (P.v.d_A.) heeft aan de minister van Landbouw en Visserij de volgende schrif telijke vragen gesteld: 1. Kan de minister mededelen, door wie, aan de hand van welke maatstaven en op welke wijze de minimumexportprijs voor gladiolen wordt vastgesteld? 2. Hoe verhoudt zich deze minimumex portprijs tot de telersprijs op de veiling, resp. tot de prijs, waarvoor de telers de gladiolenbollen op contract leveren aan de exporteurs? Acht de minister deze ver houding bevredigend? Kan, desnoods bij benadering, worden aangegeven wat het aandeel is van de contractteelt van gla diolen in de totale teelt? 3. Kunnen de tegenwoordige minimum exportprijzen het voor de Nederlandse gla- diolenteelt nadelige effect hebben, dat de teelt in andere landen wordt aangemoe digd. resp. dat importlanden hun import behoefte in andere landen gaan dekken? 4. Op welke wijze denkt de minister een redelijke verhouding tussen telersprijs en minimumexportprijs te kunnen bevorde ren? Is de minister bereid daartoe van de hem ten dienste staande middelen ge bruik te maken om tot een verlaging van de huidige minimumexportprijs te ko men? Acht hij het gewenst en mogelijk om, in analogie met soortgelijke regelin gen voor andere bloembollenteelten, te komen tot een systeem van minimumte- lersprijzen voor gladiolen? In Roosendaal is een echtpaar, verdacht van brandstichting in zijn woning aan de Fortuinstraat, in verzekerde bewaring ge steld. De brand ontstond in de nacht van zondag op maandag. Het echtpaar had het huis gekocht en sinds enkele maanden be trokken. De zolderverdieping ging geheel en de benedenverdieping gedeeltelijk ver loren. Omdat in het huis tijdens blussings- werkzaamheden een sterke petroleum lucht werd waargenomen stelden de poli tie en de brandweer direct een onderzoek in naar de oorzaak van de brand. Gebleken is, dat de brand is ontstaan in een kast onder de trap die de enige ver binding vormde tussen beide etages. De trap was geheel verkoold. Het echtpaar zou wakker zijn geworden door een ster ke rooklucht, maar het werd bijzonder vreemd gevonden, dat het echtpaar met het zoontje volledig gekleed uit de bran dende woning kwam, terwijl buren in nachtgewaad kwamen kijken. Tevens viel het op, dat er vrijwel geen meubilair in de woning stond. Een verhoor leverde di verse tegenstrijdigheden op. Het bleek, dat het meubilair was opgeslagen bij de ouders van de man. Zijn verklaring daar voor was volgens de politie niet erg aan nemelijk. Het huis van het echtpaar was behoorlijk verzekerd naar een deskundi ge meedeelde was er zelfs sprake van overwaarde. Het echtpaar blijft hardnek kig ontkennen de brand te hebben ge sticht Advertentie en reumatische pijnen wrijft U eveneens weg met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 11