Horen en zien Misdaad om een erfenis Ombudsmann r Aantal bankovervallen neemt in Amerika onrustbarend toe Panda en de meester^diïplomaat Toch ió het zo Ydo en de Draak Avonturen van een hond radio televisie AANKONDIGINGEN EN NABESCHOUWINGEN Gemiddelde maat De radio geelt dinsdag 7 e\evi*'phrogramma Kröller Müller-museum breidt beeldenpark uit Vertraagd ceremonieel Landbouw vroeger V. Koningin woonde opvoering bij van in Utrecht ROMAN VAN JANE ENGLAND Snufjes Foefjes MAANDAG 25 JANUARI 1960 45. Sheik Ali Bin Oli keek even naar de rij auto's, waar de geheime agenten van Nummer Een zich achter verscholen. „Zo", zei hij „dus ge hebt me deze bar- barenwagens gebracht, om als doelwit bij schietoefeningen te dienen?" „Heel juist, voortreffelijke sheik", antwoordde Num mer Een, „het heeft me reeds lang ver driet gedaan, dat men uw tenten volprop te met deze nietswaardige voertuigen. En toen het mij ter ore kwam, dat er een transportvliegtuig vol van deze benzine monsters naar u onderweg was, vond ik het tijd om in te grijpen". „Wat?!" riep de sheik verblekend, „een vliegtuig vol?!" „Ik begrijp uw wanhoop", sprak Nummer Een met fluwelen stem, „de tijd is geko men, om een eind te maken aan deze toe stand. Verdedig de ruimte in uw tenten, schiet op alle auto's die naderen! Daarom, o voortreffelijke sheik, bied ik u deze auto's als doelwit en oefenmateriaal voor uw schutters". Sheik Ali Bin Oli vernauw de zijn ogen tot kleine speeltjes. „Een uit muntend voorstel", sprak hij langzaam. „Vraag uw mannen, om zich van de auto's te verwijderen, opdat wij dadelijk met de schietoefeningen kunnen beginnen". Num mer Een ging naar zijn geheime agenten, die zich nog steeds achter de auto's ver borgen hielden. En even later verwijder den allen zich haastig uit de buurt van de ten ondergang gedoemde voertuigen. „Een mooi doelwit", zei Sheik Ali Bin Oli, „wij moeten ons niet alleen oefenen op auto's, maar ook op degenen, die ze brengen De „Weekend Show" bracht zaterdag niet het amusement van de bovenste plank, dat de kijkers er geduldig van blij ven verwachten. Johnny Kraaykamp slaagde er niet in, de toon te vinden die pu- b':ek en kijkers had kunnen doen meetril len en ofschoon het bonte programma en- kr'e zeer goede nummers telde, zoals de Tillman Brothers en de trompet-acroba ten Hop en Kleen, kon het geheel toch niet boven de tamelijk laag liggende gemiddel de maat uitkomen. Interessant was het aan de show voor afgaande verzamelnieuws, gepresenteerd door Gerard Trebert, dat ten aanzien van het komende Europese songfestival een verrassing bracht: namelijk de open baring dat de organisatoren van fes tival en met name Piet te Nuyl niet overtuigd zijn van de enorme belangrijk heid ervan en daarom liever niet teveel ophef van dit evenement zien gemaakt. Dat is een goed teken, omdat het zin voor de realiteit verraadt. De N.C.R.V. kwam zondagavond voor de dag met een voortreffelijk programma. Gedurfd was het experiment een aantal mensen de vraag te stellen of zij geloofden in een God en welke plaats de Kerk in hun leven innam. De antwoorden waren verrassend eerlijk en tegenstrijdig, vooral die der jongeren vielen op. Naar de mo tieven moest men soms raden, maar de openhartigheid was weldoend. Het filmpje van Rob Mariouw Smit en Dick van Bom mel over het land van Elia muntte uit door de fraaie en zinvolle behandeling van de Bijbelse stof geplaatst tegenover een aantal jeugdindrukken, die direct op de actualiteit aansloten. Ook de hierop volgende docu mentaire over het lot van pleegouders en pleegkinderen verrastte door de sobere di rectheid en de zuivere behandeling van de problematiek. Compleet met de dagsluiting was dit tenminste een programma, dat niveau bezat, een getuigenis tevens, waar van men, ongeacht geestesrichting, geïnte resseerd kennis van wilde nemen. Beeldschermer HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7 50 Dagopening AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9 00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwijd. 855 Een boek voor het geestelijk leven, lezing. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Piano spel. 11.15 Voor de zieken. 12.00 Orgelspel. 12.20 Regeringsuitz.: Landbouwrubriek. 12.30 Land- en tuin meded. 12.33 Lichte muz. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 13.20 Theaterork. cn soliste. 13.55 B-ursber 14.00 Instrum trio. 14.30 Gram. 14.40 Fc'uoolradio. 15 00 Voor de vrouw. 15.30 Piano a r a re mains 16.00 In alle staten.., lezing. 16.15 Gram. 16.30 Voor de jeugd. 17 20 De dierenwereld i v :j, lezing. 17.30 Voor de jeugd. 18.00 Nieuws. t".15 Pianospel 18.30 Lichte muziek. 19.00 Voor de 1 -uters. 19 05 Paris vous parle. 19.10 Radiowedstr. 50 Act. 20 00 Nieuws. 20.05 Gevar. progr. 22.00 ?ir,ermuz. 22.30 Nieuws en koersen 22.40 Even rc tuilen, hoorsp. 23.30 Gram. 23 55—24.00 Nieuws. I VBRSUM II 298 m. 7.00-24.00 KRO. CRO 7 00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jet'Pd. 7 40 Gram. 7.45 Morgengebed en overwe- -f». 8 00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.50 Voor de huisvr. 0 ;o Schoolradio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Lichtbaken, lezing 1025 Gram. 11.00 Voor de vrouw. 11 30 Gram. 11.50 Volaan vooruit, lezing. 12 00 Middagklok - noodklok. 12.03 Lichte muziek. 12 30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Chansons. 1250 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 Vijftien jaar geleden, le zing. 13.20 Platennieuws. 13.30 Lichte muz. 14 00 Gram. 14.05 Schoolradio. 14.35 Voor de plattelands vrouwen. 14.45 Gevarieerd progr. 15.50 Gram. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Nieuw- Guinea-kroniek, door mr. dr. H. Roethof. 18.00 Lichte muz. 18.20 Gram. 18.30 Tegelen. dorp van de Passiespelen, klankb. 19.00 Nieuws. 19.10 Act. 19 25 Memorandum 19.30 Gram 20 30 Cello en piano 20.30 Radio-Filharm ork koor. vocaal en semble en sol. 22.25 Boekbespr. 22.30 Nieuws. 22.40 Even schuilen, stereofonisch hoorsp. 23.30 Orkest muziek en gitaar. 23.55 —24.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Gram 12.15 Pianospel. 12.30 Weerber 12 35 Pianospel. 12.52 Koersen. 13 00 Nieuws. 13.15 Gram. 13.30 Gram. 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.00 Koersen. 16.06 Duitse les. 16.21 Gram. 16.30 Ork - eonc. 17 00 Nieuws. 17.10 Pianorecital 17.40 Boek bespr 17.50 Voor de jeugd. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Sportkron. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram. 19.50 Praatje 20 00 Voor de vrouw 2100 Kamermuziek. 2145 Gram 22 00 Nieuws. 22 15 Meesterwerken van de Italiaanse Vocale Polyfonie. 22.55 23 00 Nieuws. VOOR DINSDAG NTS: 20 00 Journ. en weeroverzicht. NCRV: 20 20 Wetenschappelijke film. 20.35—22.15 Speelfilm. Hot beeldenpark van het Rijksmuseum "'röller-Müller op de Hoge Veluwe wordt uitgebreid tot een oppervlakte van vier hectare Men hoopt het plan reeds deze zomer uit te voeren. Bij het Kröller-Mül- ler museum is reeds een aantal beelden geplaatst, waaronder van Wenckebach, Mascherini, Bourdelle, Permeke, Rodin, Radecker en Lipchitz. Voor de uitzending „Wilde Vaart" van hedenavond in het VARA-programma is Enny Mols de Leeuwe als gast uit genodigd. Enny Mols de Leeuwe en Steye van Brandenburg tijdens de repetitie. OSLO (NTB) De Noorse regering heeft een wetsontwerp goedgekeurd betreffende de aanstelling van een functionaris die het publiek moet helpen beschermen tegen ex cessen van de bureaucratie Deze functio naris, de „ombudsmann" (gevolmachtigd vertegenwoordiger) zoals een dergelijke functionaris in Denemarken, Zweden en Finland heet, zou om de vier jaar, na elke parlementsverkiezing, door het par lement benoemd moeten worden. De „Om budsmann" kan geen gerechtelijke acties voeren maar hij moet rapporten uitbren gen over gevallen van verkeerd optreden van administratieve organen of ambtena ren. Degene die met de klacht voor de dag is gekomen kan dan op grond van dat rapport zijn geval zelf ter tafel brengen. PORTSMOUTH (UPI) Het was een van die ongelukjes waarvan de royal navy bij voorkeur niet rept. Aan boord van de mijnenveger „Sheraton" stonden de valreepgasten klaar, in uitgaanstenue. Vier bootslieden en twee officieren. Het wachten was op Lord Carrington, First Lord of the Admiralty, die een bezoek aan boord zou brengen. Televisiecame ra's, de mannen van het filmjournaal, persfotografen en de mensen van de Brit- de Britse marinevoorlichtingsdienst ston den klaar, en luitenant-ter-zee eerste klas se George King, commandant van de „Sheraton", stond aan dek, de hand op het gevest van de eresabel. Er verscheen en man in blauw uniform op de kade. Hij stapte bruusk op de val reep af. Toen hij die betrad werd „front naar de valreep" gecommandeerd. De bemanning van de mijnenveger sprong in de houding, en salueerde. De bootslieden gaven op hun bootsmanfluitjes het eerbe wijs dat „overfluiten" wordt genoemd. En toen stapte P.D. Nairne, ambtenaar bij het ministerie van marine, beduusd aan boord. De man schrok zich een hoed je- Het is naderhand allemaal uitgezocht. Nairne had inbreuk gemaakt op het proto col, door eerder aan boord te komen dan zijn hoge chef. Nairne was de burger- secretaris van Lord Carrington. Zijn baas heeft een ietwat vertraagd ceremonieel welkom gekregen. Het mooiste is dat alles pas uitkwam toen Nairne na een rondgang over het schip alweer op de kade stond, en de echte First lord of the Admiralty kwam opda gen. DE vraag, hoe de mens er toe is ge komen kuituurgewassen te gaan telen, is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Bij de Tsjoektsjin, een tot de Palaeo-Siberiërs behorend volk dat geen landbouw kent, heeft Maurizio geconstateerd dat allerlei gewassen in grote massa's rond de tenten van dit volk van jagers en verzamelaars groeien. Het ligt dus voor de hand, dat van de planten die hier in de loop der tijden werden ver zameld, wortels of zaden zijn gemorst en dat deze rond de nederzettingen hebben wortel- geschoten. Wil een lid van het volk der Tsjoektsjin een be paalde plant hebben, dan zal hij dus eerst eens rond de tenten kijken, of de door hem gewenste soort daar aanwezig is. Uit dit verschijnsel kan de gedachte zijn geboren, dat het toch wel veel handiger is de planten op een daarvoor geschikte plaats bijeen te zetten, dan ze te moeten verzamelen uit de wijde omtrek. Op een iets verdere trap van ontwikke ling staat het verschijnsel dat nog niet zo lang geleden in Noord-Amerika kon wor den waargenomen. Daar plachten Indianen verwilderde rijst op bepaalde, daarvoor geschikt geachte plaatsen uit te zaaien, zonder zich verder om het gewas te be kommeren. Was de oogsttijd genaderd, dan trokken zij naar die plek toe om letterlijk en figuurlijk de vruchten van hun werk te plukken. Tot de werkelijke akkerbouw kan deze werkwijze nog niet worden gerekend. We zouden hoogstens kunnen zeggen, dat de voedselverzamelaars er voor gezorgd heb ben dat een bepaalde plant ergens in grote hoeveelheden aanwezig is, zodat het ver zamelen minder moeite en inspanning eist Toen de mens, op welke wijze dan ook, er toe gekomen was op daarvoor uitge kozen grond gewassen te planten, deze te verzorgen en zich de oogst daarvan toe te eigenen, was het tijdperk van de werke lijke vaste nederzettingen toch nog niet begonnen. Want van landbouw in de wer kelijke betekenis van het woord was in het begin nog geen sprake. De b omen en boomstobben die moeilijk te verwijderen wa ren uit het kaalgehakte en -gebrande bos, bleven een voudig staan en grote keien en rotsblokken bleven liggen waar zij lagen. Aan werke- lijke bewerking van de grond met ploeg en eg kunnen we in deze begin periode nog niet denken, want het enige instrument is dezelfde graafstok die de vrouw want zij doet het akkerwerk! bij haar inzameltochten vergezelde. (Al leen bij het kaalhakken en afbranden van de bosgrond mogen we mannelijke hulp verwachten). De akkertjes leverden dan ook weinig op en de gewassen werden her haaldelijk door onkruid overwoekerd. Een kundig man heeft eens uitgerekend, dat de grootste nederzetting in zo'n beginperiode niet veel meer dan 200 mensen kan heb ben geteld. Was de grond uitgeput, dan brak het „dorp" weer op om te trachten ergens anders een nieuw bestaan te vinden. Maar na een lange periode kwam dan toch eindelijk de revolutie die het begin van de stedenbeschaving inluidde. Daarover een volgende keer. H. Pétillon (Nadruk verboden (Van onze correspondent in de V.S.) Het maandblad „Fortune" heeft cij fers gepubliceerd waaruit blijkt, dat het aantal bankovervallen in de Verenigde Staten sedert het jaar 1943 opzienbarend is toegenomen. Slechts 24 in 1943 en niet minder dan 346 in het afgelopen jaar. Dat 2627. Ydo liep uren door, tot hij weer bij de dorpen kwam waaruit de bevolking was gevlucht. Oef... wat was het hier toch akelig stil. Hij keek in 't rond en voelde zich toch eigenlijk niet op z'n gemak. Maar hij ging het dorp binnen en vond daar nog de huizen leeg en stil. Er was geen geluid, want het vee en de kippen waren door de boeren meegenomen op hun vlucht. En toch kan ik maar niet geloven, dat die draak werkelijk bestaat! mompelde Ydo. Ik denk, dat ze gedroomd hebbenhet kan toch haast niet waar zijn! Koningin Juliana woonde zaterdagavond in de Utrechtse Stadsschouwburg de voor stelling van J. B. (Job) door het gezelschap Theater bij. De Koningin was in gezel schap van de burgemeester, jhr. C. J. A. de Ranitz en diens echtgenote. Dit was een van de geregelde bezoeken, welke de Ko ningin de laatste tijd aan de Stadsschouw burg te Utrecht brengt. TWAALFDE HOOFDSTUK Rob zat in de Kantani Club aan de bar. Hij zat op een hoge kruk met een elleboog op de bar en de kin in een hand gesteund. Hij zag er erg jong en erg dronken en onaangenaam uit. Hij dronk whisky. Hij had tegen zichzelf gezegd, dat het hem niet schelen kon en dat hij in Kantani zou blijven, tot hij hoorde of Baxter dood was of niet. Julie kon niet van de farm wegkomen; dat was wel zeker. Het was hem nog maar net gelukt om die kleine rivier over te komen. Peanut was gewend aan het doorwaden van gezwollen rivieren. Hij zou teruggaan en met Julie argumenteren, zodra hij wist. hoe het er met Baxter voor stond. Burgoyne had Baxter opgepikt. Dat wist hij in ieder geval, omdat Isabelle dat van een van de kaffers gehoord had. Bur goyne was er langs gekomen, had Baxter gevonden en hem naar zijn eigen farm teruggereden. Maar of hij leefde of niet, was iets, wat hem volkomen onbekend was. Enfin, dacht Rob, als hij inderdaad dood is, zal ik het gauw genoeg weten. Hij voelde zich ziek en ellendig en opstandig. Als Julie nu maar sportief was geweest. Maar zij was moeilijk geweest van het eerste ogenblik af, dat zij op de farm gekomen was. Het enige, wat zij verlangde was zoiets als bij de Ferndales, met veel comfort en geld. Het was niet zijn fout, dat hij geen geld had of dat de farm er zo beestachtig uitzag. Het was de fout van zijn moeder. Zij had het leven volko men voor hem bedorven. Als Julie werkelijk van hem gehouden had, zou zij toch wel gezien hebben, dat het zijn schuld-niet was en zou zij wat door de vingers heb ben gezien. En die ellendige Baxter! Wat had hij er ten slotte mee te maken. En zelfs al was hij (Rob) zonder dat Julie er van wist bij de Ferndales op bezoek ge weestnou dan was dat de fout van Julie. Zij was met haar eeuwige gezeur over werk zo afschuwelijk vervelend geweest. Zij was met Baxter weggelopen en had hem in deze moeilijkheden gestort. Enfin, ieder hof zou toch sympathie hebben voor een man, die probeerde het meisje, waar hij van hield te behouden. Zijn geest ging op iets anders over en hij glimlachte sarcastisch. Misschien zou Baxter wel begrijpen, dat hij een dwaas zou zijn. als hij een klacht indiende. Misschien was hij alleen maar licht gewond en zou hij als een bemoeizuchtige gluiper worden beschouwd. Dit idee luchtte Rob wat op en hij keek uitdagend de bar rond. Er stonden twee hem bekende farmers. Zij dronken bier en spraken over zaken. Hij was niet erg op hen ge steld. Mevrouw Leatherhead zat in een rieten stoel en praatte met Leslie Fane, de directeur van de mijn. Zij had een lange sigarettenpijp en beschikte over een erg luide lach. Als zij lachte, gingen haar ogen de bar rond om te genieten van eventueel door haar opgewekte be wondering. Zij was zowat veertig jaar dacht Rob met afkeer en moest toch beter weten. Hoe was het mogelijk dat Fane zich nog met haar bezighield? Die doorgewin terde oude tang, dacht hij. Nog één. zei hij tegen de barman, die even aarzel de en toen op eerbiedige toon zei: Spijt me, meneer Timballmaar het is voldoende geweest. Het spijt me, meneer. Hij was een klein rimpelig mannetje met een weinigje kafferbloed in de aderen. Hij had een gedienstige en toch ook weer enigszins agressieve manier van doen. Wat zullen we nu hebben! zei Rob op luide toon Doe niet zo gek, jij oude Hottentot! De barman bleef stilstaan en er viel een doodse stilte. Niemand zei ooit iets tegen oude Tom over zijn niet ge heel zuivere afstamming. Zoiets dééd men niet. Ze waardeerden Tom als een markante figuur. Mevrouw Heatherhead riep: Schaam je! Rob stond op. Hij had ineens de overtuiging in zijn binnenste, dat hij op dat moment niet populair was. Een overtuiging, die hij nog nooit eerder had gehad. Mevrouw Leatherhead wuifde met haar sigaretten pijpje heen en weer en grinnikte, waarbij zij een stel grote witte tanden liet zien. Leslie Fane stond op. De twee farmers bewogen zich niet, maar onderbraken hun gesprek. Tom doet zijn plicht, zei een van de farmers op een wat lijzige toon. Mevrouw Leatherhead lachte weer. Verkoop nog wat meer vee Rob en betaal je reke ningen. Jij behoort aan Tom je excuses te maken. Ik denk er niet aan, zei Rob. De secretaris van de club kwam in de bar. Hij had gehoord, dat er harder dan gewoonlijk werd gesproken. Hij was een wat verlegen man, die een hekel had aan ruzies. Maar hij had een zeker plichtsgevoel, dat hem de nodige moed verschafte. Zijn blonde en spaarzame haren waren zorgvuldig over de kale plek op zijn hoofd gekamd en zijn blauwe ogen hadden een ietwat wa terige uitdrukking. Timball, zei hij, wat moet dat allemaal? Mevrouw Leatherhead barstte in luid gelach uit. Rob probeert zich ten houding te geven, zei zij. Tom had zich omgekeerd en stond glazen af te wrijven. Wat drommel, zei Rob, betekent dat, dat je die halfbloed-barman van je instrueert om leden te bele digen? Tom keerde zich om. Zijn gerimpelde gezicht had een kwaadaardige uitdrukking en de geelachtige tint ervan was duidelijk te zien. Zijn lippen krulden als bij een nijdige hond terug. Hij smeet het glas, dat hij in de hand had naar Rob en sprong met aapachtige snel heid over de bar heen en wierp zich op Timball. De twee farmers vergaten hun zaken en herinnerden zich alleen, dat zij blanken waren. Een van hen greep Tom in zijn nekvel en rukte hem van Rob vandaan, terwijl de ander er in een half gebukte houding bij stond, als een bokser, die voorbereid is op mogelijke herrie. Leslie Lane stond op en zette een ontevreden gezicht. Maar mevrouw Leatherhead bleef in haar stoel zitten roken. Zij had altijd wel geweten, zei zij bij zichzelf, dat Rob niet deugde. Er was trouwens ook nog dat zonderlinge verhaal over dat nichtje; dat meisje, dat ze op de farm hielden. De mensen zeiden, dat in werkelijkheid de helft van de farm van haar was, maar dat Rob en de oude vrouw het ingepikt hadden. Daar moest iemand toch eens wat aan doen, dacht zij. Ze zouden dat meisje wel uit de weg kunnen ruimen en dan zou nog niemand ook maar iets wijzer zijn. Houd jij je gemak, zei de farmer tegen Tom en trok hem mee naar een andere kamer. Timball. begon de secretaris. werkelijk Tim ballVoor hij verder kon gaan klonk er een andere stem: Maak u niet druk. Ik zou Timball wel eens even willen spreken. Rob keerde zich om en zag een lange man met wat gebogen schouders op zich toekomen. Hij had een grote neus en een gebruind gezicht en droeg de uniform van sergeant der politie. Het werd Rob een beetje wee om het hart, maar hij grinnikte een beetje uitdagend. Zo, ga dan maar mee, zei de sergeant botweg en wachtte, dat Rob hem voor zou gaan uit de bar. Wat zou hij uitgespookt hebben? vroeg mevrouw Leatherhead, die altijd begerig was naar sensatie. Joost mag het weten, zei de farmer, die Tom uit de bar had gebracht en die nu terugkwam. Mevrouw Leatherhead begon met Fane over de Tim- balls te praten. Isabelle Timball was een nicht van de oude man. die overleden was en men geloofde, dat hij haar de halve farm had nagelaten. Maar niemand zag het meisje ooit en het was allemaal erg vreemd. (Wordt vervolgd) is bijna vijftien keer zo veel. De Verenig de Staten hebben een hoogtepunt gehad in dergelijke overvallen omstreeks 1935. Toen is de federale recherche (F.B.I.), zich ernstig met dit probleem gaan be moeien en met succes. Thans echter heerst er weer een indrukwekkende hausse in dit soort overvallen. Het karakter daarvan is evenwel zeer veranderd. Niet langer zijn het gemas kerde boeven die zwaar bewapend en voorzien van vakinstrumenten gezamen lijk zulk een overval doen. Thans zijn het veelal „amateurs", die in hun eentje naar een loket toestappen en dreigend met een revolver of met bijtend vocht de man of juffrouw achter dat loket bevelen snel de nodige bankbiljetten te overhan digen. Geen bank verwacht van de mensen achter de loketten, dat zij hun leven ris keren bij zulk een overval en deze ama teurboeven hebben dan ook groot succes. Vier van de vijf worden niet gepakt en dat moedigt anderen aan. Alleen ama teurs, die overgaan tot de beroepsklasse, lopen op den duur gewoonlijk tegen de lamp. Maar het kan lang duren. Dat zag men bij voorbeeld in het geval van een jongeman, die in Californië in achttien maanden tijd veertien overvallen pleegde. Zijn optreden begon meer en meer vakwerk te worden. Hij had wat aan toneelspel gedaan en wist daardoor iets af van grimeren. Voor hij een overval ging doen, maakte hij zich wat ouder en schminkte zich een snorretje. Aldus ver momd, stapte hij op een loket toe. Dan overhandigde hij aan de man of juffrouw daarachter een briefje waarop duidelijk te lezen stond „Wees kalm, dan zal ik niet schieten. Geef me je biljetten van 20, 10 en 5". Verder liet hij op discrete wijze een speelgoedrevolver zien, gedeeltelijk in een sok verborgen. Toen men hem ein delijk te pakken kreeg, werd hij tot vijf tien jaar veroordeeld, maar als hij zich goed gedraagt kan hij na vier jaar weer worden vrijgelaten. Heel zwaar zijn de straffen in deze gevallen meestal niet De rechter zou meer kunnen doen, maar ook de banken zouden wat meer op hun qui vive kunnen zijn. Technisch zijn de Amerikanen heel goed bij machte om allerlei ingenieuze apparaten op te stellen waardoor de ladelichters in de val zouden lopen. Men kan de bediende achter het loket in staat stellen, een verborgen- knop in te drukken, waardoor er, geluidloos, een alarmstelsel in werking treedt Wan neer die bediende dat met een voetbewe ging kan doen, behoeft de oplichter niets te bemerken. Tevens kan de lokettist op die manier een foto- of filmtoestel in wer king stellen waarmee de misdadiger wordt gefotografeerd zonder dat hij het merkt. Enkele uren later kan de televisie in iedere huiskamer de overval vertonen en de kans is groet, dat iemand dan de op lichters ergens zal herkennen. Helaas nemen niet veel banken dergelijke voor zorgsmaatregelen. Zij zijn tegen zulke overvallen verzekerd en de assurantie maatschappijen laten hen evenveel beta len of zij moderne afweerapparaten heb ben of niet. Menselijke intelligentie en flinkheid kunnen vaak nog effectiever zijn dan al die moderne apparatuur. De oplichter heeft doorgaans precies de gang van zaken uit gedacht, zoals hij die wenst. Loopt er ech ter ook maar het minste spaak, dan raakt hij vaak in paniek. Dikwijls is het al vol doende, dat een waker in het bankgebouw op een verdacht uitziend personage toe treedt met de vraag „Kan ik u misschien helpen", om die man of vrouw het hazen pad te doen kiezen. Wanneer ziet men er in de ogen van zo'n waker verdacht uit?: wanneer men een donkere bril draagt, nerveus doet en een zak in de hand heeft waarin men hoopt de bankbiljetten te kun nen meenemen. Maar ja, dat die waker niet terstond arg waan heeft wanneer een zwangere vrouw op het loket toestapt of een respectabel uitziend zakenman, dat kan men zich be grijpen. En ook zulke figuren behoorden tot de oplichters der laatste jaren. De man of vrouw achter het loket kan echter ook nog wel meer doen dan op een alarmknop drukken. De lokettiste die toen haar een dreigbrief onder de neus werd geduwd laconiek vroeg „is dat een grapje?" deed alleen daardoor al de oplichter de benen nemen. Zo heel gauw zal een overvaller trouwens niet schieten. Wat kan hij ermee winnen? 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 7