Verrassend goede Otello onder leiding van George Singer Zwak debuut van met stuk van Het Vrije Toneel De Ghelderode Blijmoedige film, al is haar gelaat soms diep bedroefd Vandalisme in Ahoy-kantoren ZATERDAG 30 JANUARI 1960 5 Sheüprijs toegekend aan prof. J. Lever Eeuwfeest FVederik van Eeden op 3 april Cultuurprijs Hilversum Boekenweek wordt met galaconcert geopend De viering van het tweede Teisterhant-lustrum Expositie van teken - en schilderwerk in Santpoort „Fluffy neemt de leiding" Ir. V. van Gogh ridder Nederlandsche Leeuw Vakcentrales dringen aan op stakingswet Huidige rechtspraktijk wekt bezorgdheid Winkeldieveggen aangehouden „LES QUATRE CENTS COUPS" Haerlems Studenten Gildt viert 21-ste dies Letterkundige opdracht PC. Hooft prijs 1960 Examens DE NEDERLANDSE OPERA is er, spijts het vertrek van de chef-dirigent Peter Maag, die volgens plan Verdi's Otello zou voorbereiden en dirigeren, in geslaagd deze prachtige opera toch op de vastgestelde datum, namelijk gisteravond, voor het publiek te brengen, dank zij de gelukkige omstandigheid, dat zij George Singer van het Israeli Philharmonic Orchestra en gastdirigent van de Hamburgse Staatsopera, bereid gevonden heeft de taak van Maag in deze over te nemen. Dit is een gelukkige zet van de Nederlandse Opera gebleken. Direct al bij de aanvangsscène, die koor en orkest het vuur aan de schenen legt, ervoeren wij, dat er een temperamentrijke menner op de bok zat, die uit het materiaal wist te halen wat er inzit, alles in een stormachtige vaart, doch daarom niet minder kleurrijk en in evenwicht. En deze eerste indruk bleek achteraf beslissend te zijn geweest voor de totale vertolking van een der briljantste partituren van het opera-repertoire. Zelden heb ik het orkest van de Nederlandse Opera zo geacheveerd en tintenrijk gehoord; van piccolo tot contra bas was het een wedijver om Verdi op z'n best te dienen onder de nergens dralende stuwing van een chef die wat op zijn mensen bleek te hebben. En op de planken vond deze overtuigen de interpretatiegeest haar equivalent in de heldentenor Leonard Del Ferro, die van de Otello vocaal en speeltechnisch een ge weldige creatie maakte, alsmede in de so praan Angela Vercelli, die een verrukke lijke Desdemona te zien en te horen gaf. Del Ferro was ons bij de openingsvoorstel ling van het seizoen reeds opgevallen als een dominerende figuur, toen hij als Pal jas optrad en hiermee de avond goed maakte. Als Otello kon hij nu zijn volle maat geven met zijn stentorstem van no bel gehalte en een acteertalent dat deze tragische rol volkomen aangemeten is. Uiteraard denken wij bij deze volrijpe opera van Verdi terug aan de creatie van de hoofdfiguur door Raymond Vinay, toen deze op de middaghoogte van zijn vocale vermogens was; maar Del Ferro kan die vergelijking jchitterend doorstaan, al is zijn uitbeelding even anders en, Italiaans, wellicht meer in de geest van de schepper van deze partij. En wat Angela Vercelli vocaal vermag te presteren heb ik pas geleden nog aan gestipt naar aanleiding van haar vertol king van de gravin in Mozarts „Bruiloft van Figaro". Haar milde klank in het hoge register helpt niet weinig mee om het ka rakter te typeren van een onschuldige Desdemona en het weerloos slachtoffer van duivelse intriges. Maar ook in scènes vol dramatische bewogenheid verhoudt zij zich prachtig tot haar partner. Rudolf Knoll is als Jago wel niet de cy nische „marqué", die Scipio Colombo ons leerde kennen, maar hij heeft toch kwali teiten die niet gering zijn. Deze liggen vocaal meer in de gehuichelde zachte nuances (tweede akte) dan in het markante geluid, dat men van deze demon verwacht, vooral waar hij zijn honend „Credo" uit braakt Mimi Aarden gaf met haar donker timbre en temperamentvolle voordracht voortreffelijk gestalte aan de figuur van Emilia. Het kwartet in II, waarin de vier hierboven geciteerde personen in prach tige verhouding samenzongen, was een bij zonder knap staaltje van artistiek verant woorde ensemble-zang. De tenor Arjan Blanken zong de partij van de lichtzinnige Cassio gaaf en klank- schoon, doch als acteur doet hij nog on beholpen. Ook Piet van den Berg, als de Venetiaanse gezant kan nog steeds de ge wenste imponerende houding van een basse-noble niet vinden. Verder was er in de nevenrollen zeer te waarderen werk van Chris Reumer, Jos Borelli en Gé Genemans. Het Opera-koor handhaafde in zijn belangrijke taak zijn voortreffelijke reputatie. De montering geschiedde onder leiding van Frans Boerlage volgens de regievoor schriften van Herbert Graf en in de monu mentale decors van Cesare Cristini. Dus op dit punt niets nieuws; wat ook niet nodig is, want het werkt alles tezamen doeltreffend en effectrijk. Het was een Verdi-avond zonder „open doekjes" gelukkig bij een zo sluitend gebouwd geheel als deze opera is! maar niettemin een vertoning die verliep in een sfeer van hoogspanning, welke zich aan het slot ontlaadde in een ovationeel applaus. Ik herhaal: de Nederlandse Opera De in 1959 ingestelde „Koninklijke/Shell- prijs" is thans door de Hollandsche Maat schappij der Wetenschappen voor de eer ste maal toegekend, en wel aan prof. dr. J. Lever, hoogleraar aan de Vrije Uni versiteit te Amsterdam. De prijs van 10.000 is vrijdag in het hoofdgebouw van de KNPM in Den Haag aan de winnaar uit gereikt door ir. L. Schepers, directeur der maatschappij. Voor mededinging naar de „Koninklijke/ Shellprijs", die voor 1959 werd uitgeloofd voor een onderzoek op het gebied van de biologie, werden zes aanvragen ingezon den. De Hollandsche Maatschappij der We tenschappen te Haarlem, die op zich heeft genomen, de bestemming van de nieuwe ingestelde jaarlijkse prijs te bepalen, heeft na zorgvuldige overweging prof. Lever als winnaar aangewezen. Het originele onderzoekingswerk van de Amsterdamse hoogleraar heeft betrekking op het aanspoelingsmechanisme van schel pen uit de zee waarbij de zee selectief te werk zou gaan. Met het toegekende bedrag zal het onderzoek thans kunnen worden voortgezet en uitgebreid op groter schaal. Studenten aan de Vrije Universiteit in de biologie zullen hierbij betrokken worden. Bij het onderzoek zal gebruik worden gemaakt van nauwkeurig nagebootste schelpen van plastic, die, in felle kleuren uitgevoerd, na uitzetting in zee op het strand kunnen worden teruggevonden. De Koninklijke/Shellprijs heeft tot doel, onderzoekingen op verschillend weten schappelijk terrein mogelijk te maken. Zij zal in 1960 ten goede komen aan nog te verricnten onderzoek op het gebied der geologie. Op 3 april zal het honderd jaar geleden zijn dat dr. Frederik van Eeden, letterkun dige, te Haarlem werd geboren. Ter gele genheid van dit eeuwfeest organiseert het Frederik van Eedengenootschap een ten toonstelling, gewijd aan leven en werk van de dichter. Omdat Frederik van Eeden een belang rijk deel van zijn leven in de onmiddelijke omgeving van Hilversum heeft gewoond en gewerkt, zal de herdenking ook in Hil versum zijn. De expositie wordt eerst in Amsterdam gehouden; Hilversum is de tweede gemeente waar de expositie te be zichtigen zal zijn en wel in het Goois Mu seum van 5 tot 23 mei. heeft een verrassend goede zet gedaan met de leiding van Otello in handen te leggen van George Singer. Jos. de Klerk Angela Vercelli en Leonard del Ferro in Otello. B. en W. van Hilversum hebben de raad voorgesteld een Cultuurprijs Hilversum in te stellen. Het zal een prijs worden be staande uit een geldsom van 1000 en een oorkonde, ontworpen en gemaakt door een beeldend kunstenaar. De prijs zal een maal per jaar worden uitgereikt voor de schilder-, beeldhouw- of grafische kunst of voor gebonden kunst als toegepaste gra fiek, keramiek, edelsmeedwerk, fotogra fie en binnenhuisarchitectuur. Hieraan zijn dan nog toegevoegd de ar chitectuur, proza, biografie en essay, poë zie en toneelstukken, muziek als composi torische en als vertolkende schepping, ra dio, film en televisie. Een van deze facet ten komt slechts eenmaal in de tien jaren aan de beurt voor een prijs. B. en W. zijn voorts van de gedachte uit gegaan dat de prijs slechts kan worden toegekend aan kunstenaars, wier schep pingen mogen worden beschouwd als een verrijking van het Nederlandse cultuurpa troon. Ten einde het beoogde karakter van de cultuurprijs tot zijn recht te doen ko men, achten B. en W. het gewenst dat de ze prijs bij voorkeur wordt uitgereikt aan in Het Gooi wonende of werkende kunste naars, dan wel aan kunstenaars, die in hun werk door Het Gooi zijn geïnspireerd. VRIJDAGAVOND DEBUTEERDE in het Centraal Theater te Amsterdam een nieuw gezelschap, dat de naam „Het Vrije Toneel" in ons uitgaansleven heeft doen terugkeren. De artistieke en zakelijke lei der, Wim Burkunk, schrijft in het pro gramma: „Wij starten met de wetenschap dat wij op vele punten nog ver tekortschie ten. behalve in enthousiasme". Al spoedig tijdens de eerste voorstelling bleek, dat dit geen uiting is van kunstzinnige onvol daanheid, dat men veeleer hierin het be wijs moet zien van een amateuristisch ge brek aan zelfcritiek. Men voelt, in de zaal gezeten, een soort vage sympathie opwel len voor een dergelijke demonstratie van bijna aandoenlijke onbeholpenheid en veel zijdige overschatting van de eigen moge lijkheden. De criticus bewijst niemand een dienst door een onderneming te beoorde len op grond van bedoelingen, zolang de middelen ontbreken om die te realiseren. Trouwens, welke zijn die bedoelingen? Wim Burkunk die in Parijs gestudeerd heeft bij bekende regisseurs en mimekun stenaars zegt te streven naar een „théStre complet". In onze tijd beleeft men allerlei dringend noodzakelijke expe rimenten, doorgaans alleen ingegeven door verzet tegen het naturalisme, om zowel plastisch als poëtisch en muzikaal het to neel te verlevendigen teneinde het uitdruk king te kunnen laten geven aan wat er omgaat in en gebeurt met de mens in een veranderende wereld. Het zijn verkennin gen van nieuwe terreinen, hedendaagse oriëntaties met een verscherpt bewustzijn. „Het Vrije Toneel" echter (en de naam is daar in zekere zin al een aanwijzing van) heeft een romantisch ideaal van vroe ger verkozen. Dat blijkt ook uit het aan Baudelaire ontleende motto, waaronder men optreedt: „De dramatische kunst is een samentreffen van kunsten". Sympto matisch daarvoor is de keuze van het stuk, waarmee men zich aan het publiek kwam voorstellen, te weten de sprookjesachtige fantasmagorie „Christoffel Columbus" van Michel de Ghelderode, voor het eerst vertoond te Parijs in 1929 onder regie van Madame Autant-Lara. De voornamelijk in Frankrijk werkende Belgische auteur De Ghelderode is een typische avantgardist van tussen de bei de wereldoorlogen, wiens werken men ten onrechte heeft verzuimd in ons land te spelen toen het daar de tijd voor was. Nu is het te laat. Ze hebben ons weinig of niets meer te zeggen. Wie gevoelig is voor historisch parallelisme staat bevreemd te genover een verbeelding, waarin Colum bus verschijnt als een voortvluchtige dro mer, die het paradijs hoopt te vinden bui ten de grenzen der ruimte. Hij wil in dit spel niet Amerika ontdekken maar een „nieuwe wereld". Zijn onmaatschappelijk heid maakt hem tot een zwerver, zijn eras miaanse zotheid tot een dichter. De enige sensatie, die deze opvoering ons schonk, was de constatering van het onherroepe lijk verouderde van het modieuze van der tig jaar geleden, van de factoren waaruit deze transformatierevue werd samenge steld het expressionisme, het surrealis me, het nihilisme, het symbolisme, noem maar op. Het toneel van De Ghelderode is een manier van doen, niet van zijn. Nu moet hier direct aan worden toege voegd, dat de medewerkenden er niet in slaagden deze mede onder invloed van de film gegroeide „beeldende kunst" bevre digend waar te maken, al ware het slechts door een tekort aan scholing. Merkwaar dig in de regie was het negeren van de uitdrukkelijk voorgeschreven snelheid, die slechts incidenteel (met kreten en spron gen) werd bereikt. De gewenste illusie werd verder nogal verstoord door het goedkope van de aankleding, die overi gens veelbelovend van de fantasie van ont werper Hans Christiaan getuigde. Jochem Slothouwer componeerde en dirigeerde de net iets meer dan illustratieve muziek. De titelrol werd door Anton Kothuys althans welluidend vertolkt. Twee vrouwelijke als Wim Burkunk het zelf formuleerde: hadden de ondankbare taak om dansen te bedenken voor houterige benen. Maar zo als Wi mBurkunk het zelf formuleerde: alleen geestdrift rechtvaardigt de hoop, dat „Het Vrije Toneel" op den duur zal kunnen uitgroeien tot een volwaardig ge zelschap, in staat om vooral in de pro vincie werkend te voorzien in een wer kelijke behoefte.Overigens gelieve men te bedenken, dat een behoefte geschapen moet worden en dat zulks alleen kan ge beuren door iets te bieden dat hoe dan ook nodig is. David Koning Op 25 maart zal in het Concertgebouw te Amsterdam de 25e Boekenweek geopend worden met een gala-concert, te geven door het Concertgebouworkest onder lei ding van Bernard Haitink met medewer king van Peter Pears. Het programma zal bestaan uit Don Juan van Richard Strauss, Les Illumina tions van Benjamin Britten op tekst van Arthur Rimbaud (solist Peter Pears), en na de pauze de Hymne du Grand Meaulnes van Rudolf Escher en de 2e Suite Daphnis et Chloë van Maurice Ravel. Een program ma dus dat is afgestemd op de letterkunde van vroeger en later tijden. Na het concert zal het Schrijversbal plaatshebben in diverse ruimten van het Concertgebouw, waar onder andere zullen optreden: Conny Stuart en Cor Lemaire, het cabaret Tingel Tangel, het Haags Stu dentencabaret, The New Orlean Syncope- ters, het kwartet Sem Nijveen, het ensem ble Misja Mengelberg, Co van der Heide- Wijma en Ans Sterman, en het versterkt ensemble van Rita Dalvano. De ruimten van het Concertgebouw zul len versierd worden door Metten Koorn- stra. Ter gelegenheid van het tienjarig be staan van de Haarlemse sociëteit Teister- bant zal in de Vishal een expositie worden ingericht van werk van beeldende kunste naars, leden der sociëteit. Deze exposi tie, ingericht door de heren Chapon, Fun- ke en De Kat, wordt op zaterdag 13 fe bruari om vier uur 's middags geopend door de wethouder van Onderwijs en Kunstzaken te Haarlem, de heer D. J. A. Geluk. Op de avond van deze dag wordt in de Renaissance-zaal van het Frans Halsmu seum een diner bij kaarslicht voor de le den van de sociëteit gegeven. Als eregast zal de Vlaamse schrijver Herman Teir- linck aanzitten. Tijdens dit diner zullen nieuwe ere-leden en leden van verdiensten bekend worden gemaakt. Er zal een lustrum-concert worden ge geven door leden van de sociëteit waarbij werken uitgevoerd worden van leden-com ponisten: Hendrik Andriessen, Sas Bunge, Jan Mul, Wouter Paap, Pierre Verdonck en Paul Chr. van Westering. Tijdens dit concert, dat plaats heeft op woensdag 17 februari in de Tuinzaal van het Concertge bouw om 20 uur, zullen enkele speciaal aan Teisterbant opgedragen werken ten gehore worden gebracht. Burgemeester en wethouders zullen op deze avond de gasten zijn van Sociëteit Teisterbant. Het grote slotfeest wordt gegeven op za terdag 20 februari in de Vleeshal om half negen 's avonds. Dit bal-masqué zal wor den opgeluisterd door een parodistische „Heren-Modeshow" met teksten van Da vid Koning. Godfried Bomans, Jacques Moolenijzer, Jules Chapon en Frans Fun- ke zullen de leiding van deze „show" op zich nemen, waarbij het orkest van John van Helvoirt voor de muzikale omlijsting zorg draagt. De president van Teisterbant, de heer J. Brants Kzn., zal op 16 februari om 11 uur 's avonds over de zender Hilversum 1 een causerie houden, met als onderwerp: ..Tien jaar Teisterbant". Na afloop hier van zal men de toespraak kunnen beluis teren van Lodewijk van Deyssel bij de openingsplechtigheid op 10 maart 1950. Op woensdag 3 februari des middags om drie uur zal de officiële opening plaats hebben van de tentoonstelling van teken en schilderwerk vervaardigd door patiën ten van het Provinciaal ziekenhuis nabij Santpoort. Deze expositie wordt gehouden in de zaal Musis Sacrum op het terrein van het ziekenhuis en is tot en met 16 februari ge opend op iedere werkdag des avonds van 1921 uur, op zaterdag van 1416 uur en van 1921 uur en op zondag van 1012 uur, van 1416 uur en van 1921 uur. A mateurtoneel Ten gevolge van een plezierige samen werking tussen de leerlingen van het Tri- niteitscollege en die van het meisjesly ceum „Sancta Maria," konden deze week in de Haarlemse stadsschouwburg drie amusante opvoeringen worden gegeven van een gezellig mysterieblijspel. Het was „Fluffy neemt de leiding" door George Batson, een vrolijke griezelhistorie over een naïeve juffrouw uit een dorpsbiblio theek, die onverwacht tot eigenares van een afgelegen hotelletje wordt gepromo veerd. Buiten haar medeweten heeft hier echter een misdadige gangsterbende zijn intrek genomen, ten einde in dit bouwval lige onderkomen met succes een clandes tiene whiskeystokerij te exploiteren. Het is een verzameling zeer louche individuen. De gehele avond slepen ze nonchalant met lijken over het toneel en bewerken gillen de juffrouwen met spuitjes. Wellicht on nodig te vermelden, dat de stuntelige Fluf fy de strijd tegen dit overmachtig aantal schurken onversaagd durft aan te binden. Ten slotte gelukt het haar en nog het meest tot haar eigen verbazing het com plot in zijn geheel te ontmaskeren. Onder regie van pater J. Th. Westing o.e.s.a., die met deze voorstellingen blijk gaf ook op dit gebied van wanten te weten, hebben zijn scholieren dit toch lang niet eenvou dig te spelen stuk verrassend beter op de planken gebracht, dan men van dergelij ke ongeroutineerde krachten zou verwach ten. De voorbeeldige rolkennis werkte een verfrissend tempo in de hand en boven dien werd er naar een uitzonderlijke type ring gestreefd, hetgeen de specifieke sfeer voor een thriller vrij aardig binnen het bereik der spelers bracht Dat het deze scholieren niet in alle opzichten gelukte een dergelijke bende zware jongens volle dig reliëf te geven, kan hun onmogelijk kwalijk worden genomen. In ieder geval heeft alleen het streven de toch al niet geringe vrolijkheid in de zaal niet weinig verhoogd. Het bijzonder grote succes van deze voorstellingen moet echter voor tach tig percent worden toegeschreven aan de speelster van de titelrol. Zij wist deze Fluffy Pride op een bijzonder vermakelij ke wijze een argeloos-ontwapenende hou ding te geven, welke ze de gehele avond in stem, allure en gebaren kranig volhield. De lange spelerslijst maakt het onmoge lijk in dit kort bestek nog meer namen van medewerkers te vermelden. Tot ridder in de orde van de Nederland se Leeuw is benoemd ir. V. W. van Gogh, wonende te Laren (Nh.), die binnenkort 70 jaar wordt. De versierselen behorende bij deze onderscheiding, zijn de heer Van Gogh uitgereikt door mr. H. J. Reinink, directeur-generaal voor de Kunsten en voor de Buitenlandse Culturele Betrek kingen. Een man. idie waarschijnlijk dronken was, is 's nachts als een vandaal te keer gegaan in de kantoren van het Ahoy- complex te Rotterdam. Hij heeft totaal twintig ruiten vernield. Hij is buiten bij het directiekantoor begonnen. Met een stuk hout, dat is teruggevonden, sloeg hij daar de ruiten in. Daarna heeft hij zijn vernielzucht binnen botgevierd. Men neemt aan dat hij zich aan glas heeft ver wond. want er liep een spoor van bloed door de kantoren. Stoelen waren door het glas van tussenschotten geworpen, gor dijnen waren afgerukt en telefoontoestel len beschadigd. Boeken, waarin de ver huur van de zalen wordt aangetekend, on misbaar bij de exploitatie, werden buiten teruggevonden, doorweekt van de regen. De vandaal is nog niet gevonden. Enige rechterlijke uitspraken in de loop van 1958 in korte gedingen gewezen, heb ben bij de drie vakcentrales, het N.V.V„ de K.A.B. en het C.N.V. met klem de vraag aan de orde doen komen naar de plaats welke de werkstaking in onze rechtsorde inneemt. Sedert de publikatie van deze uitspraken is door deze drie vak centrales reeds meermalen getuigd van ernstige ongerustheid over het antwoord op die vraag, dat in deze uitspraken be sloten lag. Uit deze gemeenschappelijke verontrus ting is een overleg geboren tussen de be sturen van de vakcentrales over de wen selijkheid van een optreden van de wet gever teneinde aan de werkstaking de aan dit verschijnsel toekomende plaats in on ze rechtsorde uitdrukking te geven. In het arrest dat de Hoge Raad vrijdag 15 januari jongstleden heeft gewezen met betrekking tot de boycot van „panhonlib- co"-schepen in december 1958 zien de vak centrales de gegrondheid van hun onge rustheid bevestigd. Zij hebben zich daar om in een uitvoerig adres tot de minister raad gewend om de uitkomsten van het gezamenlijk beraad onder aandacht van de regering te brengen. In dit adres stellen de besturen van de drie vakcentrales voorop, dat zij de vraag of werkstaking in de Nederlandse rechts orde mogelijk behoort te zijn bevestigend beantwoorden. Dit antwoord steunt op hun overtuiging dat in een samenleving als de onze, waarin aan het overleg tussen de organisaties van werkgevers en werkne mers een primaire functie is toebedeeld bij de regeling van arbeidersverhoudingen ook uit het oogpunt van het algemeen be lang een redelijk machtsevenwicht tussen de beide georganiseerde groepen verze kerd dient te zijn. Alleen dan immers, al dus de vakcentrales, mag verwacht wor den, dat het georganiseerd overleg leidt tot het tot stand komen van regelingen op het terrein van de arbeidsverhoudingen, waarvoor de beide partners in dat over leg de verantwoordelijkheid kunnen dra gen en waarvan de inhoud door de aan die regelingen onderworpen werkgevers en werknemers beide als billijk en rede lijk kan worden aanvaard. Voor het bewaren van dat machtseven wicht tussen de organisaties van werkge vers en van werknemers- en daarmede dus voor een goed functioneren van het georganiseerd overleg moet, aldus het adres, de mogelijkheid van werkstaking als uiterste middel van actie voor de vak beweging van uitzonderlijke betekenis ge acht worden, maar dan moet een en an der ook bij de wet worden geregeld en vastgelegd met name dus: de legale basis moet gelegd worden voor een stakings recht, met nauwkeurige bepalingen om trent wat wel en wat niet geoorloofd is. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk op woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op donder dag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE Twee bezoeksters van een kledingma gazijn in de Haarlemse binnenstad zijn gisteren door de politie aangehouden na dat zij waren betrapt bij het stelen van twee overhemden. Beide dames, 30 en 32 jaar oud en zus ters van elkaar, waren afkomstig uit Am sterdam. De oudste bleek een goede be kende van de Amsterdamse politie te zijn. Zij heeft al zes vonnissen wegens winkel diefstallen achter de rug. De politie heeft haar ingesloten. Filmavond. De Rekkense inrichtin gen vertonen woensdagavond in gebouw „Rehoboth", Lisse, de film „Ontspoord", 's Middags wordt voor de jeugd „De ge heimzinnige wildstroper" vertoond. MET ZIJN FILM „Les quatre cents coups' heeft de Franse filmregisseur Jacques Truffaut, die tot dan toe niet in het vak zelf werkzaam was geweest, een indrukwekkend debuut gemaakt. Ik wil niet afdingen op zijn werkelijk grote be gaafdheid als filmkunstenaar, wanneer ik stel, dat zijn film alleen al daarom opvalt, omdat ze zo'n verademing van eerlijk en zuiver menselijk mededogen is temidden van de produkten der afval, der ontredde ring ener beschaving, der ontbinding der waarden. Misschien moet men de film kunst niet behandelen als een moralist. Dat is vroeger vaak de enige manier geweest, waarop men haar tegemoet trad. Toch komt men er niet onderuit de zaken zo te stellen. Te veelvuldig worden wij gecon fronteerd met ziekelijke afwijkingen, per versiteiten en lichtzinnige oppervlakkig heid om niet eens stil te staan bij de ge varen, welke zij behelzen. Een goed mora list heeft echter maar één tegenwicht: de goede film. Welnu, hier is ze dan. In plaats van te redetwisten over de toch al zo ge compliceerde uitingsvormen van de men selijke ziel belichaamd in de aangetaste structuur onzer maatschappij en de defor- mismen onzer cultuur heeft het veel meer zin een verschijning te signaleren, die de burger moed geeft en ook wie zich boven de burger verheven acht. Ik bedoel: een vorm van expressie, waarachter een door lijden gelouterde en door begrijpen geadelde levensovertuiging zich manifes teert, in het geval van „Les quatre cents coups", een film, die in feite de jeugdher inneringen samenvat van de maker Jacques Truffaut, die wat mij betreft geen film meer hoeft te maken als hij met deze zijn hart heeft uitgestort Hij geeft zichzelf, hij heeft ons wat te zeggen Hij verdiept zich in zichzelf, zijn levensomstandigheden, toen hij een jongen was, en hij observeert de jongen, die hij was, de ouders, die hij bezat zijn vriendje, zijn klasgenoten, zijn school. Het resultaat: geen verbitterd weer geven van een door emoties gekwelde ziel, die je voor het leven wel kunt afschrijven. Het einde van de film, waarin de jongen, ontvlucht uit het verbeteringsgesticht de zee inloopt en het filmbeeld stilstaat bij het gezicht van deze knaap, die weet dat hij niet meer verder kan, dat einde is zo bemoedigend, dat het alle triestheid over stemt Het is representatief voor de hele film, die dezelfde geest van blijmoedigheid ademt al is haar gelaat soms diep be droefd. Gelukkig dus dit keer geen „his- toire noire", geen sombere, nare, zwarte, uitzichtloze geschiedenis, geen sadisme en bedrog (Les cousins), geen jeugd, die cynis me als evangelie koestert (Les tricheurs) maar een jong, frank en vrij leven, gekooid, gekwetst onrechtvaardig behandeld, maar een leven, waarin de ziel stand houdt Men kan moed scheppen uit deze verbeelding van een verloren zaak. De jongen, die haar als de zijne moet ondergaan heeft een wil, die zich er boven verheft Wij, volwasse nen, kunnen eruit leren, dat wij heel wat minder problemen hebben dan deze knaap. We vinden onszelf echter groot We trek ken onze problemen dezelfde proporties aan. Het levensverhaal van de jongen uit „Les quatre cents coups" is een vingerwij zing. Zijn moed behoort de onze te wezen, zijn incasseringsvermogen de toetssteen, waarop wij onze houding ten opzichte van onszelf, van onze verantwoordelijkheid naar buiten wetten. NU BEN IK TOCH aan het moraliseren geslagen, maar hoe kan het anders als men wordt getroffen door de zuiverheid van een thema, dat zo wordt uitgewerkt. Wonder lijk, dat men zo vaak en zo echt kan lachen om een film, die gemakkelijk de tranen zou kunnen laten vloeien als de maker het had gewild. Maar hij wilde het niet. Hij keek immers in zichzelf. Hij keek terug met de wijsheid van een man, die ijdelheid van waarheid onderscheidt, die zijn jeugd niet overdenkt om zichzelf te idealiseren noch om medelijden op te roepen noch om wee moed te puren uit vergane waarachtigheid. Die eerlijke houding ten opzichte van hem zelf kreeg als het ware vorm in deze film, die Jacques Truffaut met ontwapenende directheid en visie op het meest essentiële maakte. We kunnen er natuurlijk aan voorbij lopen. Wie haar heeft gezien, houdt in zijn herinnering een glimlach over, de glimlach van het herkennen, de heroriën tering op het mooie, dat nog bestaat P. W. Franse Het Haerlems Studenten Gildt herdenkt deze week het feit, dat 21 jaar geleden de eerste vereniging in Haarlem voor spoor studenten werd opgericht. Op het pro gramma staan onder meer lezingen, door dr. A. Melchior op 2 februari te 20 uur in Brinkmann en door Ben Levi op 4 februari te 20 uur in de sociëteit aan de Kenau straat. Op vrijdag 5 februari om 20.30 uur zal de meesterdeken in de sociëteit de dies rede uitspreken, waarna de raedt receptie houdt. De viering wordt zaterdag besloten met het traditionele gildtbal. De staatssecretaris van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen mr. Y. Scholten heeft aan dr. M. F. E. van Bruggen te Breukelen opdracht verleend tot het schrijven van een studie over de invloed van het Duitse expressionisme op de Noordnederlandse poëzie van ongeveer 1916 tot ongeveer 1932. De staatsprijs voor Letterkunde (P. C. Hooft-prijs) voor 1960 zal worden toege kend aan een auteur op grond van een publikatie, behorende tot de categorie be schouwend proza, verschenen in het tijd vak van 1 juli 1957 tot 1 juli 1960, dan wel op grond van diens gehele oeuvre, ook wanneer dit niet alleen bestaat uit wer ken, behorende tot bedoelde categorie, mits er enig werk van zijn hand in die periode is gepubliceerd. Een jury is ingesteld die de staatssecre taris van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen bij de toekenning van de P. C. Hooft-prijs voor 1960 van advies zal die nen. In deze jury zijn benoemd tot lid en voorzitter: prof. dr. W. Asselbergs (Nij megen); tot leden prof. dr. N. A. Donker sloot (Amsterdam); prof. dr. P. Geyl (Utrecht); A. Kossmann (Rotterdam) en prof. dr. P. Minderaa (Leiden) en tot secre taris H. J. Michael (Den Haag). Amsterdam (gem. un.): Geslaagd voor het kandidaatsexamen economie J. C. Kroes (Badhoevedorp).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 5