Verrassend goede Otello onder
leiding van George Singer
Zwak debuut van
met stuk van
Het Vrije Toneel
De Ghelderode
Blijmoedige film, al is haar
gelaat soms diep bedroefd
Vandalisme in
Ahoy-kantoren
ZATERDAG 30 JANUARI 1960
5
Sheüprijs toegekend
aan prof. J. Lever
Eeuwfeest FVederik van
Eeden op 3 april
Cultuurprijs Hilversum
Boekenweek wordt met
galaconcert geopend
De viering van het tweede
Teisterhant-lustrum
Expositie van teken - en
schilderwerk in Santpoort
„Fluffy neemt de leiding"
Ir. V. van Gogh ridder
Nederlandsche Leeuw
Vakcentrales dringen
aan op stakingswet
Huidige rechtspraktijk
wekt bezorgdheid
Winkeldieveggen
aangehouden
„LES QUATRE CENTS COUPS"
Haerlems Studenten Gildt
viert 21-ste dies
Letterkundige opdracht
PC. Hooft prijs 1960
Examens
DE NEDERLANDSE OPERA is er, spijts het vertrek van de chef-dirigent Peter
Maag, die volgens plan Verdi's Otello zou voorbereiden en dirigeren, in geslaagd
deze prachtige opera toch op de vastgestelde datum, namelijk gisteravond, voor het
publiek te brengen, dank zij de gelukkige omstandigheid, dat zij George Singer van
het Israeli Philharmonic Orchestra en gastdirigent van de Hamburgse Staatsopera,
bereid gevonden heeft de taak van Maag in deze over te nemen. Dit is een gelukkige
zet van de Nederlandse Opera gebleken. Direct al bij de aanvangsscène, die koor
en orkest het vuur aan de schenen legt, ervoeren wij, dat er een temperamentrijke
menner op de bok zat, die uit het materiaal wist te halen wat er inzit, alles in een
stormachtige vaart, doch daarom niet minder kleurrijk en in evenwicht. En deze
eerste indruk bleek achteraf beslissend te zijn geweest voor de totale vertolking van
een der briljantste partituren van het opera-repertoire. Zelden heb ik het orkest van
de Nederlandse Opera zo geacheveerd en tintenrijk gehoord; van piccolo tot contra
bas was het een wedijver om Verdi op z'n best te dienen onder de nergens dralende
stuwing van een chef die wat op zijn mensen bleek te hebben.
En op de planken vond deze overtuigen
de interpretatiegeest haar equivalent in
de heldentenor Leonard Del Ferro, die van
de Otello vocaal en speeltechnisch een ge
weldige creatie maakte, alsmede in de so
praan Angela Vercelli, die een verrukke
lijke Desdemona te zien en te horen gaf.
Del Ferro was ons bij de openingsvoorstel
ling van het seizoen reeds opgevallen als
een dominerende figuur, toen hij als Pal
jas optrad en hiermee de avond goed
maakte. Als Otello kon hij nu zijn volle
maat geven met zijn stentorstem van no
bel gehalte en een acteertalent dat deze
tragische rol volkomen aangemeten is.
Uiteraard denken wij bij deze volrijpe
opera van Verdi terug aan de creatie van
de hoofdfiguur door Raymond Vinay, toen
deze op de middaghoogte van zijn vocale
vermogens was; maar Del Ferro kan die
vergelijking jchitterend doorstaan, al is
zijn uitbeelding even anders en, Italiaans,
wellicht meer in de geest van de schepper
van deze partij.
En wat Angela Vercelli vocaal vermag
te presteren heb ik pas geleden nog aan
gestipt naar aanleiding van haar vertol
king van de gravin in Mozarts „Bruiloft
van Figaro". Haar milde klank in het hoge
register helpt niet weinig mee om het ka
rakter te typeren van een onschuldige
Desdemona en het weerloos slachtoffer
van duivelse intriges. Maar ook in scènes
vol dramatische bewogenheid verhoudt zij
zich prachtig tot haar partner.
Rudolf Knoll is als Jago wel niet de cy
nische „marqué", die Scipio Colombo ons
leerde kennen, maar hij heeft toch kwali
teiten die niet gering zijn. Deze liggen
vocaal meer in de gehuichelde zachte
nuances (tweede akte) dan in het markante
geluid, dat men van deze demon verwacht,
vooral waar hij zijn honend „Credo" uit
braakt
Mimi Aarden gaf met haar donker
timbre en temperamentvolle voordracht
voortreffelijk gestalte aan de figuur van
Emilia. Het kwartet in II, waarin de vier
hierboven geciteerde personen in prach
tige verhouding samenzongen, was een bij
zonder knap staaltje van artistiek verant
woorde ensemble-zang.
De tenor Arjan Blanken zong de partij
van de lichtzinnige Cassio gaaf en klank-
schoon, doch als acteur doet hij nog on
beholpen. Ook Piet van den Berg, als de
Venetiaanse gezant kan nog steeds de ge
wenste imponerende houding van een
basse-noble niet vinden. Verder was er
in de nevenrollen zeer te waarderen werk
van Chris Reumer, Jos Borelli en Gé
Genemans. Het Opera-koor handhaafde in
zijn belangrijke taak zijn voortreffelijke
reputatie.
De montering geschiedde onder leiding
van Frans Boerlage volgens de regievoor
schriften van Herbert Graf en in de monu
mentale decors van Cesare Cristini. Dus
op dit punt niets nieuws; wat ook niet
nodig is, want het werkt alles tezamen
doeltreffend en effectrijk.
Het was een Verdi-avond zonder „open
doekjes" gelukkig bij een zo sluitend
gebouwd geheel als deze opera is! maar
niettemin een vertoning die verliep in een
sfeer van hoogspanning, welke zich aan
het slot ontlaadde in een ovationeel
applaus. Ik herhaal: de Nederlandse Opera
De in 1959 ingestelde „Koninklijke/Shell-
prijs" is thans door de Hollandsche Maat
schappij der Wetenschappen voor de eer
ste maal toegekend, en wel aan prof. dr.
J. Lever, hoogleraar aan de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam. De prijs van
10.000 is vrijdag in het hoofdgebouw van
de KNPM in Den Haag aan de winnaar uit
gereikt door ir. L. Schepers, directeur der
maatschappij.
Voor mededinging naar de „Koninklijke/
Shellprijs", die voor 1959 werd uitgeloofd
voor een onderzoek op het gebied van de
biologie, werden zes aanvragen ingezon
den. De Hollandsche Maatschappij der We
tenschappen te Haarlem, die op zich heeft
genomen, de bestemming van de nieuwe
ingestelde jaarlijkse prijs te bepalen, heeft
na zorgvuldige overweging prof. Lever als
winnaar aangewezen.
Het originele onderzoekingswerk van de
Amsterdamse hoogleraar heeft betrekking
op het aanspoelingsmechanisme van schel
pen uit de zee waarbij de zee selectief te
werk zou gaan. Met het toegekende bedrag
zal het onderzoek thans kunnen worden
voortgezet en uitgebreid op groter schaal.
Studenten aan de Vrije Universiteit in de
biologie zullen hierbij betrokken worden.
Bij het onderzoek zal gebruik worden
gemaakt van nauwkeurig nagebootste
schelpen van plastic, die, in felle kleuren
uitgevoerd, na uitzetting in zee op het
strand kunnen worden teruggevonden.
De Koninklijke/Shellprijs heeft tot doel,
onderzoekingen op verschillend weten
schappelijk terrein mogelijk te maken. Zij
zal in 1960 ten goede komen aan nog te
verricnten onderzoek op het gebied der
geologie.
Op 3 april zal het honderd jaar geleden
zijn dat dr. Frederik van Eeden, letterkun
dige, te Haarlem werd geboren. Ter gele
genheid van dit eeuwfeest organiseert het
Frederik van Eedengenootschap een ten
toonstelling, gewijd aan leven en werk van
de dichter.
Omdat Frederik van Eeden een belang
rijk deel van zijn leven in de onmiddelijke
omgeving van Hilversum heeft gewoond
en gewerkt, zal de herdenking ook in Hil
versum zijn. De expositie wordt eerst in
Amsterdam gehouden; Hilversum is de
tweede gemeente waar de expositie te be
zichtigen zal zijn en wel in het Goois Mu
seum van 5 tot 23 mei.
heeft een verrassend goede zet gedaan met
de leiding van Otello in handen te leggen
van George Singer.
Jos. de Klerk
Angela Vercelli en Leonard del Ferro
in Otello.
B. en W. van Hilversum hebben de raad
voorgesteld een Cultuurprijs Hilversum in
te stellen. Het zal een prijs worden be
staande uit een geldsom van 1000 en een
oorkonde, ontworpen en gemaakt door
een beeldend kunstenaar. De prijs zal een
maal per jaar worden uitgereikt voor de
schilder-, beeldhouw- of grafische kunst of
voor gebonden kunst als toegepaste gra
fiek, keramiek, edelsmeedwerk, fotogra
fie en binnenhuisarchitectuur.
Hieraan zijn dan nog toegevoegd de ar
chitectuur, proza, biografie en essay, poë
zie en toneelstukken, muziek als composi
torische en als vertolkende schepping, ra
dio, film en televisie. Een van deze facet
ten komt slechts eenmaal in de tien jaren
aan de beurt voor een prijs.
B. en W. zijn voorts van de gedachte uit
gegaan dat de prijs slechts kan worden
toegekend aan kunstenaars, wier schep
pingen mogen worden beschouwd als een
verrijking van het Nederlandse cultuurpa
troon. Ten einde het beoogde karakter van
de cultuurprijs tot zijn recht te doen ko
men, achten B. en W. het gewenst dat de
ze prijs bij voorkeur wordt uitgereikt aan
in Het Gooi wonende of werkende kunste
naars, dan wel aan kunstenaars, die in
hun werk door Het Gooi zijn geïnspireerd.
VRIJDAGAVOND DEBUTEERDE in
het Centraal Theater te Amsterdam een
nieuw gezelschap, dat de naam „Het Vrije
Toneel" in ons uitgaansleven heeft doen
terugkeren. De artistieke en zakelijke lei
der, Wim Burkunk, schrijft in het pro
gramma: „Wij starten met de wetenschap
dat wij op vele punten nog ver tekortschie
ten. behalve in enthousiasme". Al spoedig
tijdens de eerste voorstelling bleek, dat
dit geen uiting is van kunstzinnige onvol
daanheid, dat men veeleer hierin het be
wijs moet zien van een amateuristisch ge
brek aan zelfcritiek. Men voelt, in de zaal
gezeten, een soort vage sympathie opwel
len voor een dergelijke demonstratie van
bijna aandoenlijke onbeholpenheid en veel
zijdige overschatting van de eigen moge
lijkheden. De criticus bewijst niemand een
dienst door een onderneming te beoorde
len op grond van bedoelingen, zolang de
middelen ontbreken om die te realiseren.
Trouwens, welke zijn die bedoelingen?
Wim Burkunk die in Parijs gestudeerd
heeft bij bekende regisseurs en mimekun
stenaars zegt te streven naar een
„théStre complet". In onze tijd beleeft
men allerlei dringend noodzakelijke expe
rimenten, doorgaans alleen ingegeven door
verzet tegen het naturalisme, om zowel
plastisch als poëtisch en muzikaal het to
neel te verlevendigen teneinde het uitdruk
king te kunnen laten geven aan wat er
omgaat in en gebeurt met de mens in een
veranderende wereld. Het zijn verkennin
gen van nieuwe terreinen, hedendaagse
oriëntaties met een verscherpt bewustzijn.
„Het Vrije Toneel" echter (en de naam
is daar in zekere zin al een aanwijzing
van) heeft een romantisch ideaal van vroe
ger verkozen. Dat blijkt ook uit het aan
Baudelaire ontleende motto, waaronder
men optreedt: „De dramatische kunst is
een samentreffen van kunsten". Sympto
matisch daarvoor is de keuze van het stuk,
waarmee men zich aan het publiek kwam
voorstellen, te weten de sprookjesachtige
fantasmagorie „Christoffel Columbus"
van Michel de Ghelderode, voor het eerst
vertoond te Parijs in 1929 onder regie van
Madame Autant-Lara.
De voornamelijk in Frankrijk werkende
Belgische auteur De Ghelderode is een
typische avantgardist van tussen de bei
de wereldoorlogen, wiens werken men ten
onrechte heeft verzuimd in ons land te
spelen toen het daar de tijd voor was. Nu
is het te laat. Ze hebben ons weinig of
niets meer te zeggen. Wie gevoelig is voor
historisch parallelisme staat bevreemd te
genover een verbeelding, waarin Colum
bus verschijnt als een voortvluchtige dro
mer, die het paradijs hoopt te vinden bui
ten de grenzen der ruimte. Hij wil in dit
spel niet Amerika ontdekken maar een
„nieuwe wereld". Zijn onmaatschappelijk
heid maakt hem tot een zwerver, zijn eras
miaanse zotheid tot een dichter. De enige
sensatie, die deze opvoering ons schonk,
was de constatering van het onherroepe
lijk verouderde van het modieuze van der
tig jaar geleden, van de factoren waaruit
deze transformatierevue werd samenge
steld het expressionisme, het surrealis
me, het nihilisme, het symbolisme, noem
maar op. Het toneel van De Ghelderode
is een manier van doen, niet van zijn.
Nu moet hier direct aan worden toege
voegd, dat de medewerkenden er niet in
slaagden deze mede onder invloed van de
film gegroeide „beeldende kunst" bevre
digend waar te maken, al ware het slechts
door een tekort aan scholing. Merkwaar
dig in de regie was het negeren van de
uitdrukkelijk voorgeschreven snelheid, die
slechts incidenteel (met kreten en spron
gen) werd bereikt. De gewenste illusie
werd verder nogal verstoord door het
goedkope van de aankleding, die overi
gens veelbelovend van de fantasie van ont
werper Hans Christiaan getuigde. Jochem
Slothouwer componeerde en dirigeerde de
net iets meer dan illustratieve muziek. De
titelrol werd door Anton Kothuys althans
welluidend vertolkt. Twee vrouwelijke
als Wim Burkunk het zelf formuleerde:
hadden de ondankbare taak om dansen te
bedenken voor houterige benen. Maar zo
als Wi mBurkunk het zelf formuleerde:
alleen geestdrift rechtvaardigt de hoop,
dat „Het Vrije Toneel" op den duur zal
kunnen uitgroeien tot een volwaardig ge
zelschap, in staat om vooral in de pro
vincie werkend te voorzien in een wer
kelijke behoefte.Overigens gelieve men
te bedenken, dat een behoefte geschapen
moet worden en dat zulks alleen kan ge
beuren door iets te bieden dat hoe dan
ook nodig is.
David Koning
Op 25 maart zal in het Concertgebouw te
Amsterdam de 25e Boekenweek geopend
worden met een gala-concert, te geven
door het Concertgebouworkest onder lei
ding van Bernard Haitink met medewer
king van Peter Pears.
Het programma zal bestaan uit Don
Juan van Richard Strauss, Les Illumina
tions van Benjamin Britten op tekst van
Arthur Rimbaud (solist Peter Pears), en na
de pauze de Hymne du Grand Meaulnes
van Rudolf Escher en de 2e Suite Daphnis
et Chloë van Maurice Ravel. Een program
ma dus dat is afgestemd op de letterkunde
van vroeger en later tijden.
Na het concert zal het Schrijversbal
plaatshebben in diverse ruimten van het
Concertgebouw, waar onder andere zullen
optreden: Conny Stuart en Cor Lemaire,
het cabaret Tingel Tangel, het Haags Stu
dentencabaret, The New Orlean Syncope-
ters, het kwartet Sem Nijveen, het ensem
ble Misja Mengelberg, Co van der Heide-
Wijma en Ans Sterman, en het versterkt
ensemble van Rita Dalvano.
De ruimten van het Concertgebouw zul
len versierd worden door Metten Koorn-
stra.
Ter gelegenheid van het tienjarig be
staan van de Haarlemse sociëteit Teister-
bant zal in de Vishal een expositie worden
ingericht van werk van beeldende kunste
naars, leden der sociëteit. Deze exposi
tie, ingericht door de heren Chapon, Fun-
ke en De Kat, wordt op zaterdag 13 fe
bruari om vier uur 's middags geopend
door de wethouder van Onderwijs en
Kunstzaken te Haarlem, de heer D. J. A.
Geluk.
Op de avond van deze dag wordt in de
Renaissance-zaal van het Frans Halsmu
seum een diner bij kaarslicht voor de le
den van de sociëteit gegeven. Als eregast
zal de Vlaamse schrijver Herman Teir-
linck aanzitten. Tijdens dit diner zullen
nieuwe ere-leden en leden van verdiensten
bekend worden gemaakt.
Er zal een lustrum-concert worden ge
geven door leden van de sociëteit waarbij
werken uitgevoerd worden van leden-com
ponisten: Hendrik Andriessen, Sas Bunge,
Jan Mul, Wouter Paap, Pierre Verdonck
en Paul Chr. van Westering. Tijdens dit
concert, dat plaats heeft op woensdag 17
februari in de Tuinzaal van het Concertge
bouw om 20 uur, zullen enkele speciaal
aan Teisterbant opgedragen werken ten
gehore worden gebracht. Burgemeester
en wethouders zullen op deze avond de
gasten zijn van Sociëteit Teisterbant.
Het grote slotfeest wordt gegeven op za
terdag 20 februari in de Vleeshal om half
negen 's avonds. Dit bal-masqué zal wor
den opgeluisterd door een parodistische
„Heren-Modeshow" met teksten van Da
vid Koning. Godfried Bomans, Jacques
Moolenijzer, Jules Chapon en Frans Fun-
ke zullen de leiding van deze „show" op
zich nemen, waarbij het orkest van John
van Helvoirt voor de muzikale omlijsting
zorg draagt.
De president van Teisterbant, de heer
J. Brants Kzn., zal op 16 februari om 11
uur 's avonds over de zender Hilversum
1 een causerie houden, met als onderwerp:
..Tien jaar Teisterbant". Na afloop hier
van zal men de toespraak kunnen beluis
teren van Lodewijk van Deyssel bij de
openingsplechtigheid op 10 maart 1950.
Op woensdag 3 februari des middags om
drie uur zal de officiële opening plaats
hebben van de tentoonstelling van teken
en schilderwerk vervaardigd door patiën
ten van het Provinciaal ziekenhuis nabij
Santpoort.
Deze expositie wordt gehouden in de
zaal Musis Sacrum op het terrein van het
ziekenhuis en is tot en met 16 februari ge
opend op iedere werkdag des avonds van
1921 uur, op zaterdag van 1416 uur en
van 1921 uur en op zondag van 1012
uur, van 1416 uur en van 1921 uur.
A mateurtoneel
Ten gevolge van een plezierige samen
werking tussen de leerlingen van het Tri-
niteitscollege en die van het meisjesly
ceum „Sancta Maria," konden deze week
in de Haarlemse stadsschouwburg drie
amusante opvoeringen worden gegeven
van een gezellig mysterieblijspel. Het was
„Fluffy neemt de leiding" door George
Batson, een vrolijke griezelhistorie over
een naïeve juffrouw uit een dorpsbiblio
theek, die onverwacht tot eigenares van
een afgelegen hotelletje wordt gepromo
veerd. Buiten haar medeweten heeft hier
echter een misdadige gangsterbende zijn
intrek genomen, ten einde in dit bouwval
lige onderkomen met succes een clandes
tiene whiskeystokerij te exploiteren. Het
is een verzameling zeer louche individuen.
De gehele avond slepen ze nonchalant met
lijken over het toneel en bewerken gillen
de juffrouwen met spuitjes. Wellicht on
nodig te vermelden, dat de stuntelige Fluf
fy de strijd tegen dit overmachtig aantal
schurken onversaagd durft aan te binden.
Ten slotte gelukt het haar en nog het
meest tot haar eigen verbazing het com
plot in zijn geheel te ontmaskeren. Onder
regie van pater J. Th. Westing o.e.s.a.,
die met deze voorstellingen blijk gaf ook
op dit gebied van wanten te weten, hebben
zijn scholieren dit toch lang niet eenvou
dig te spelen stuk verrassend beter op de
planken gebracht, dan men van dergelij
ke ongeroutineerde krachten zou verwach
ten. De voorbeeldige rolkennis werkte een
verfrissend tempo in de hand en boven
dien werd er naar een uitzonderlijke type
ring gestreefd, hetgeen de specifieke sfeer
voor een thriller vrij aardig binnen het
bereik der spelers bracht Dat het deze
scholieren niet in alle opzichten gelukte
een dergelijke bende zware jongens volle
dig reliëf te geven, kan hun onmogelijk
kwalijk worden genomen. In ieder geval
heeft alleen het streven de toch al niet
geringe vrolijkheid in de zaal niet weinig
verhoogd. Het bijzonder grote succes van
deze voorstellingen moet echter voor tach
tig percent worden toegeschreven aan de
speelster van de titelrol. Zij wist deze
Fluffy Pride op een bijzonder vermakelij
ke wijze een argeloos-ontwapenende hou
ding te geven, welke ze de gehele avond
in stem, allure en gebaren kranig volhield.
De lange spelerslijst maakt het onmoge
lijk in dit kort bestek nog meer namen
van medewerkers te vermelden.
Tot ridder in de orde van de Nederland
se Leeuw is benoemd ir. V. W. van Gogh,
wonende te Laren (Nh.), die binnenkort
70 jaar wordt. De versierselen behorende
bij deze onderscheiding, zijn de heer Van
Gogh uitgereikt door mr. H. J. Reinink,
directeur-generaal voor de Kunsten en
voor de Buitenlandse Culturele Betrek
kingen.
Een man. idie waarschijnlijk dronken
was, is 's nachts als een vandaal te keer
gegaan in de kantoren van het Ahoy-
complex te Rotterdam. Hij heeft totaal
twintig ruiten vernield. Hij is buiten bij
het directiekantoor begonnen. Met een
stuk hout, dat is teruggevonden, sloeg hij
daar de ruiten in. Daarna heeft hij zijn
vernielzucht binnen botgevierd. Men
neemt aan dat hij zich aan glas heeft ver
wond. want er liep een spoor van bloed
door de kantoren. Stoelen waren door het
glas van tussenschotten geworpen, gor
dijnen waren afgerukt en telefoontoestel
len beschadigd. Boeken, waarin de ver
huur van de zalen wordt aangetekend, on
misbaar bij de exploitatie, werden buiten
teruggevonden, doorweekt van de regen.
De vandaal is nog niet gevonden.
Enige rechterlijke uitspraken in de loop
van 1958 in korte gedingen gewezen, heb
ben bij de drie vakcentrales, het N.V.V„
de K.A.B. en het C.N.V. met klem de
vraag aan de orde doen komen naar de
plaats welke de werkstaking in onze
rechtsorde inneemt. Sedert de publikatie
van deze uitspraken is door deze drie vak
centrales reeds meermalen getuigd van
ernstige ongerustheid over het antwoord
op die vraag, dat in deze uitspraken be
sloten lag.
Uit deze gemeenschappelijke verontrus
ting is een overleg geboren tussen de be
sturen van de vakcentrales over de wen
selijkheid van een optreden van de wet
gever teneinde aan de werkstaking de aan
dit verschijnsel toekomende plaats in on
ze rechtsorde uitdrukking te geven.
In het arrest dat de Hoge Raad vrijdag
15 januari jongstleden heeft gewezen met
betrekking tot de boycot van „panhonlib-
co"-schepen in december 1958 zien de vak
centrales de gegrondheid van hun onge
rustheid bevestigd. Zij hebben zich daar
om in een uitvoerig adres tot de minister
raad gewend om de uitkomsten van het
gezamenlijk beraad onder aandacht van
de regering te brengen.
In dit adres stellen de besturen van de
drie vakcentrales voorop, dat zij de vraag
of werkstaking in de Nederlandse rechts
orde mogelijk behoort te zijn bevestigend
beantwoorden. Dit antwoord steunt op hun
overtuiging dat in een samenleving als de
onze, waarin aan het overleg tussen de
organisaties van werkgevers en werkne
mers een primaire functie is toebedeeld
bij de regeling van arbeidersverhoudingen
ook uit het oogpunt van het algemeen be
lang een redelijk machtsevenwicht tussen
de beide georganiseerde groepen verze
kerd dient te zijn. Alleen dan immers, al
dus de vakcentrales, mag verwacht wor
den, dat het georganiseerd overleg leidt
tot het tot stand komen van regelingen op
het terrein van de arbeidsverhoudingen,
waarvoor de beide partners in dat over
leg de verantwoordelijkheid kunnen dra
gen en waarvan de inhoud door de aan
die regelingen onderworpen werkgevers
en werknemers beide als billijk en rede
lijk kan worden aanvaard.
Voor het bewaren van dat machtseven
wicht tussen de organisaties van werkge
vers en van werknemers- en daarmede
dus voor een goed functioneren van het
georganiseerd overleg moet, aldus het
adres, de mogelijkheid van werkstaking
als uiterste middel van actie voor de vak
beweging van uitzonderlijke betekenis ge
acht worden, maar dan moet een en an
der ook bij de wet worden geregeld en
vastgelegd met name dus: de legale basis
moet gelegd worden voor een stakings
recht, met nauwkeurige bepalingen om
trent wat wel en wat niet geoorloofd is.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
Twee bezoeksters van een kledingma
gazijn in de Haarlemse binnenstad zijn
gisteren door de politie aangehouden na
dat zij waren betrapt bij het stelen van
twee overhemden.
Beide dames, 30 en 32 jaar oud en zus
ters van elkaar, waren afkomstig uit Am
sterdam. De oudste bleek een goede be
kende van de Amsterdamse politie te zijn.
Zij heeft al zes vonnissen wegens winkel
diefstallen achter de rug. De politie heeft
haar ingesloten.
Filmavond. De Rekkense inrichtin
gen vertonen woensdagavond in gebouw
„Rehoboth", Lisse, de film „Ontspoord",
's Middags wordt voor de jeugd „De ge
heimzinnige wildstroper" vertoond.
MET ZIJN FILM „Les quatre cents
coups' heeft de Franse filmregisseur
Jacques Truffaut, die tot dan toe niet in
het vak zelf werkzaam was geweest, een
indrukwekkend debuut gemaakt. Ik wil
niet afdingen op zijn werkelijk grote be
gaafdheid als filmkunstenaar, wanneer ik
stel, dat zijn film alleen al daarom opvalt,
omdat ze zo'n verademing van eerlijk en
zuiver menselijk mededogen is temidden
van de produkten der afval, der ontredde
ring ener beschaving, der ontbinding der
waarden. Misschien moet men de film
kunst niet behandelen als een moralist. Dat
is vroeger vaak de enige manier geweest,
waarop men haar tegemoet trad. Toch
komt men er niet onderuit de zaken zo te
stellen. Te veelvuldig worden wij gecon
fronteerd met ziekelijke afwijkingen, per
versiteiten en lichtzinnige oppervlakkig
heid om niet eens stil te staan bij de ge
varen, welke zij behelzen. Een goed mora
list heeft echter maar één tegenwicht: de
goede film. Welnu, hier is ze dan. In plaats
van te redetwisten over de toch al zo ge
compliceerde uitingsvormen van de men
selijke ziel belichaamd in de aangetaste
structuur onzer maatschappij en de defor-
mismen onzer cultuur heeft het veel
meer zin een verschijning te signaleren, die
de burger moed geeft en ook wie zich
boven de burger verheven acht. Ik bedoel:
een vorm van expressie, waarachter een
door lijden gelouterde en door begrijpen
geadelde levensovertuiging zich manifes
teert, in het geval van „Les quatre cents
coups", een film, die in feite de jeugdher
inneringen samenvat van de maker Jacques
Truffaut, die wat mij betreft geen film
meer hoeft te maken als hij met deze zijn
hart heeft uitgestort Hij geeft zichzelf, hij
heeft ons wat te zeggen Hij verdiept zich
in zichzelf, zijn levensomstandigheden,
toen hij een jongen was, en hij observeert
de jongen, die hij was, de ouders, die hij
bezat zijn vriendje, zijn klasgenoten, zijn
school. Het resultaat: geen verbitterd weer
geven van een door emoties gekwelde ziel,
die je voor het leven wel kunt afschrijven.
Het einde van de film, waarin de jongen,
ontvlucht uit het verbeteringsgesticht de
zee inloopt en het filmbeeld stilstaat bij
het gezicht van deze knaap, die weet dat
hij niet meer verder kan, dat einde is zo
bemoedigend, dat het alle triestheid over
stemt Het is representatief voor de hele
film, die dezelfde geest van blijmoedigheid
ademt al is haar gelaat soms diep be
droefd. Gelukkig dus dit keer geen „his-
toire noire", geen sombere, nare, zwarte,
uitzichtloze geschiedenis, geen sadisme en
bedrog (Les cousins), geen jeugd, die cynis
me als evangelie koestert (Les tricheurs)
maar een jong, frank en vrij leven, gekooid,
gekwetst onrechtvaardig behandeld, maar
een leven, waarin de ziel stand houdt Men
kan moed scheppen uit deze verbeelding
van een verloren zaak. De jongen, die haar
als de zijne moet ondergaan heeft een wil,
die zich er boven verheft Wij, volwasse
nen, kunnen eruit leren, dat wij heel wat
minder problemen hebben dan deze knaap.
We vinden onszelf echter groot We trek
ken onze problemen dezelfde proporties
aan. Het levensverhaal van de jongen uit
„Les quatre cents coups" is een vingerwij
zing. Zijn moed behoort de onze te wezen,
zijn incasseringsvermogen de toetssteen,
waarop wij onze houding ten opzichte van
onszelf, van onze verantwoordelijkheid
naar buiten wetten.
NU BEN IK TOCH aan het moraliseren
geslagen, maar hoe kan het anders als men
wordt getroffen door de zuiverheid van een
thema, dat zo wordt uitgewerkt. Wonder
lijk, dat men zo vaak en zo echt kan lachen
om een film, die gemakkelijk de tranen zou
kunnen laten vloeien als de maker het had
gewild. Maar hij wilde het niet. Hij keek
immers in zichzelf. Hij keek terug met de
wijsheid van een man, die ijdelheid van
waarheid onderscheidt, die zijn jeugd niet
overdenkt om zichzelf te idealiseren noch
om medelijden op te roepen noch om wee
moed te puren uit vergane waarachtigheid.
Die eerlijke houding ten opzichte van hem
zelf kreeg als het ware vorm in deze film,
die Jacques Truffaut met ontwapenende
directheid en visie op het meest essentiële
maakte. We kunnen er natuurlijk aan
voorbij lopen. Wie haar heeft gezien, houdt
in zijn herinnering een glimlach over, de
glimlach van het herkennen, de heroriën
tering op het mooie, dat nog bestaat
P. W. Franse
Het Haerlems Studenten Gildt herdenkt
deze week het feit, dat 21 jaar geleden de
eerste vereniging in Haarlem voor spoor
studenten werd opgericht. Op het pro
gramma staan onder meer lezingen, door
dr. A. Melchior op 2 februari te 20 uur in
Brinkmann en door Ben Levi op 4 februari
te 20 uur in de sociëteit aan de Kenau
straat.
Op vrijdag 5 februari om 20.30 uur zal
de meesterdeken in de sociëteit de dies
rede uitspreken, waarna de raedt receptie
houdt. De viering wordt zaterdag besloten
met het traditionele gildtbal.
De staatssecretaris van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen mr. Y. Scholten
heeft aan dr. M. F. E. van Bruggen te
Breukelen opdracht verleend tot het
schrijven van een studie over de invloed
van het Duitse expressionisme op de
Noordnederlandse poëzie van ongeveer
1916 tot ongeveer 1932.
De staatsprijs voor Letterkunde (P. C.
Hooft-prijs) voor 1960 zal worden toege
kend aan een auteur op grond van een
publikatie, behorende tot de categorie be
schouwend proza, verschenen in het tijd
vak van 1 juli 1957 tot 1 juli 1960, dan wel
op grond van diens gehele oeuvre, ook
wanneer dit niet alleen bestaat uit wer
ken, behorende tot bedoelde categorie,
mits er enig werk van zijn hand in die
periode is gepubliceerd.
Een jury is ingesteld die de staatssecre
taris van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen bij de toekenning van de P. C.
Hooft-prijs voor 1960 van advies zal die
nen. In deze jury zijn benoemd tot lid en
voorzitter: prof. dr. W. Asselbergs (Nij
megen); tot leden prof. dr. N. A. Donker
sloot (Amsterdam); prof. dr. P. Geyl
(Utrecht); A. Kossmann (Rotterdam) en
prof. dr. P. Minderaa (Leiden) en tot secre
taris H. J. Michael (Den Haag).
Amsterdam (gem. un.): Geslaagd voor
het kandidaatsexamen economie J. C.
Kroes (Badhoevedorp).