Horen en zien
Misdaad om een erfenis
Fa. B. ENGELENBERG
PANDA EN DE TROETELTROEP
AVONTUREN VAN EEN HOND
YDO EN DE DRAAK
oclt ió het
zo
Tentoonstelling in
Groningen geopend
MAANDAG 22 FEBRUARI 1960
5
radio televisie
AANKONDIGINGEN EN
NABESCHOUWINGEN
Veeg uit de pan
Vrees voor discriminatie
Joodse componisten
Een mis van Rossini
ONBEKEND WERK
VAN BEETHOVEN
GEVONDEN
Oorsprong
der dingen
V.
Stromingen in heden
daagse schilderkunst
N.TS. gaat deel van
Cinetone-stodio's huren
Kerkelijk Nieuws
ROMAN VAN
JANE
ENGLAND
De radio geelt dinsdag
T elevisieprogramma
OFFICIëlE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
4. „Mejuffrouw Emïlie Petronella Pan
da heeft bepaald, dat haar erfgenaam de
zorg op zich neemt voor haar.eh.
troetels", vervolgde de notaris. „Onder
troetels verstaat zij troeteldieren en zo
danige beschermelingetjes, die zij in huis
had en liefderijk verzorgde". „Troeteldie
ren. herhaalde Panda, „Is dat.dat
paard er soms een van?" „Zeer juist",
antwoordde de notaris. „En als uitvoer
der van haar testament moet ik er op toe
zien, dat U dit paard, zomede de ande
re. eh.troetels liefderijk verzorgt en
gelukkig maakt. „Tjongezei Pan
da, terwijl hij het paard nakeek, dat ach
ter Jolliepop aan in de keuken verdween.
„Dat zal niet meevallen! Ik.Hij brak
verschrikt af, toen uit de keuken het ge
raas en gerinkel van brekend vaatwerk
klonk, vermengd met opgewonden kreten
van Jolliepop. Gevolgd door de notaris
snelde hij de keuken in, waar Jolliepop te
midden van vele scherven tegen het paard
tekeer ging. „Uw knecht mag wel wat be
leefder tegen het paard zijn", merkte de
notaris op. „Het dier is heel gevoelig en
het voelt zich ongelukkig, wanneer het
niet met respect behandeld wordt".
Nog steeds zal de grote meerderheid
van televisiekijkers haar minste genoegen
beleven aan die uitzendingen, welke het
amusantst pretenderen te zijn. Ook deze
zaterdagavond vermocht het show-pro
gramma niet zonder taaie kantjes uit de
oven te komen. De AVRO-weekendshow
bleek geen mager verzamelingetje van en
kele goede en meer ondermaatse presta
ties te zijn, dat inderdaad de allure van
„zorgeloosheid" bezat, als hoedanig het
dan ook was aangekondigd doch een
zorgeloosheid die meer op de samenstel
ling dan op het effekt sloeg.
Johnny Kraaykamp had de op zichzelf
niet onaardige gedachte gehad, de televi
sie-criticus van de krant een veeg uit de
pan te geven, naar aanleiding blijkbaar
van minder gunstige beoordelingen in het
recente verleden. Wanneer hij die veeg op
een briljante of zelfs maar geestige ma
nier had gegeven, zou de criticus sportief
genoeg geweest zijn om dat openlijk te ap
preciëren. Doch het zouteloze dialoogje
dat hij daartoe had bedacht, stelde de cri-
tiek onmiddellijk weer in het gelijk. Jam
mer voor Johnny, maar het was nu een
maal zo. Ook in het verder verloop van de
show haalde hij de titel niet, die hij zich
zelf geeft, namelijk die van komiek. Hij is
noch conferencier, noch komiek, noch
„zanger van het levenslied". Wat dan
wel? Clown, dachten we. Hij zou een goe
de clown kunnen zijn. En op zeker moment
leek het erop, dat hij die roeping zou hono
reren. Doch na een goed begin van zijn
clownsnummer verzandde hij weer in het
levenslied en het werd wéér niets. Het
komt ons voor dat Nederland behoefte
heeft aan een komisch televisie-talent, dat
de mogelijkheden van dit veelbelovende
medium onderkent, toepast en beheerst.
Maar tot op heden heeft zich dat nog niet
aangediend.
Een uitstekend nummer in de show werd
geleverd door de equilibrist Santos, een
Belg met een wonderbaarlijk gevoel voor
evenwichtigheid in moeilijke situaties.
Harold Nicholas uit de mislukte musical
„Free and Easy" bewees met zijn ove
rigens iets te lang gerekte optreden dat
de mislukking van Free and Easy zeker
niet aan hem te wijten is. En Corrie Brok
ken was als vanouds: buitenlandse liedjes
met veel verve en charme, doch nét iets
te Hollands, voorgebracht. Een niet realis
tische imitatie van Al Jolson door Kris van
de Velden en 'n bevredigende dans-entou-
rage van de Girls zijn tenslotte ook nog het
vermelden waard.
Veel interessanter en vakkundiger was
het voorprogramma op deze zaterdag
avond. Zonder schmink en voetlicht kwam
Connie Stuart op visite bij Mies Bouhuijs
en het werd een ongedwongen, interessant
babbeltje over alles en nog wat. Een goed
programma-onderdeel, met menselijke
trekjes en levensechte franje. En dan
„Flits", een verzameling boeiende onder
werpen in het kort en zonder kennelijke
binding, doch frank en helder, zonder tier
lantijnen opgediend. Onderwerpen die de
moeite van kennisneming waard zijn en
genoeg belang hebben om onder de loep
te worden genomen.
Wat de zondag betreft: evenals zater
dag zorgde de N.T.S. voor reportage uit
Squaw Valley met goed Nederlands
nieuws van de Olympische ijsresultaten.
De V.P.R.O. kwam met een aanvaard
baar, doch enigszins teveel als een epos
klinkende biografie van Charles De Gaulle
tegen de achtergrond van Europese ge
beurtenissen. Verder was het een tamelijk
lijzige boel, uitgezonderd het praatje van
prof. dr. L. J. van Holk „achter de schrijf
tafel", dat een vrijmoedig getuigenis van
levenszekerheid werd. Zowel „De verlo
ren wereld der Kalahari" als het Kunst
programma" gaf minder dan beloofd
werd, niet zozeer naar onderwerp dan wel
naar uitvoering. Vooral het temerige be
zoekje van zeker baardig persoon aan het
atelier van de beeldhouwer Carel Kneul-
man werkte op de geeuwspieren.
Eurovisie, onvolprezen poort naar de
buitenwereld, zorgde voor een dansfes-
tijn uit München, waar de wereldkam
pioenen ballroomdansen van de vloer kwa
men. En dan tenslotte: Sport in Beeld,
dat steeds meer aan actualiteit, beknopt
heid en informatieve waarde voor de
sportliefhebber wint.
Beeldschermer
De Duitse dirigent Otto Klemperer
heeft, blijkens een bericht in de Observer,
de vereniging van Duitse componisten en
muziekleraren in een brief discriminatie
verweten van Joodse componisten. Klem
perer geeft uiting aan zijn diepe veront
waardiging over het weglaten van de ge
boortedagen van Mendelssohn (1809) en
Mahler (1860) uit de V.D.T.M.-almanak
voor 1959-1960. De dirigent schrijft dat dit
feit hem herinnert aan de praktijken van
het nazi-regime, en eindigt zijn brief sar
castisch „met de ware nazi-groet: heil
Hitier".
Giachino Rossini is na de, althans voor
de Parijse muziekrecensenten glorieuze
première van zijn grandopéra „Guillaume
Teil" in de maande augustus van het
jaar 1829 tot aan zijn dood vrijwel niet
meer als componist in de openbaarheid
getreden. Hij was nog geen achtendertig
jaar, toen hij zich terugtrok. Het voor
naamste werk van zijn hand, dat in de ja
ren tot aan zijn overlijden op 13 novem
ber 1868 verscheen, was een „Stabat Ma
ter". Enkele koorwerken werden nog be
kend van de vele composities, die hij
schreef, van welke slechts ingewijde rela
ties van de componist op de hoogte wa
ren. Onder deze werken bevond zich een
„Messe solennelle" voor solisten, koor met
begeleiding van een „physharmonica" (een
soort harmonium) en twee „pianofortes".
In de intimiteit der salons van de graaf
Pillet-Will te Parijs kwam deze mis op
14 maart 1864 tot eerste uitvoering in de
genoemde bezetting.
Rossini heeft met het schrijven van de
„Messe solennelle" nimmer aan een li
turgische bestemming gedacht. Hij com
poneerde het werk voor zijn genoegen en
noemde het wat sarcastisch „helaas de
laatste zonde van mijn ouderdom". En
toen hij de mis later georchestreerd had
zette hij op de bewerking in dezelfde geest
„Petite messe solennelle, orchestrée par
le singe de Pesaro", waarbij hij van zijn
bijnaam „de zwaan van Pesaro" een va
riant maakte met te schrijven „de aap
van Pesaro".
Een kerkelijk werk is Rossini's mis al
lerminst geworden. Daarvan was ook de
componist overtuigd, die zelf heel goed
wist dat zijn kracht op het terrein van de
opera buffa lag.
Maar de luisteraars die zondagmiddag de
radio-uitvoering van de mis hoorden, die
de K.R.O. uitzond, zullen te midden van in
derdaad opera-achtige gedeelten van het
werk met verbazing de indrukken hebben
ervaren van het bijzonder fraaie „Christe
eleison" uit het „Kyrie", een fragment in
zijn a capella-uitvoering een haast Pales
tijnse schoonheid ontplooide, die volkomen
zou harmoniëren met de liturgie van de
eredienst Voorwaar een raadselachtige
„Christe eleison", wanneer men het voor
het doorgronden van het wezen van de
kunstenaar Rossini in het geding zou wil
len brengen. Al even merkwaardig is de
vrij omvangrijke orgel-solo met haar con-
trapunctische strengheid, welke zo ver af
staat van de bewogen opera-stijl der overi
ge mis-gedeelten met hun warme, weelde
rige melodieën en harmonieën, hier getui
gend van Rossini's isolement van de mu
zikale vernieuwingen, die zich in Euro
pa na 1850 aan het voltrekken waren.
Om de muziek met haar essentiële waar
de te ondergaan, was het nodig om over
de vaak moeilijk te aanvaarden afstand
tussen tekstgedachte en de daarvoor ge
vonden klankentaai heen te stappen. Maar
dan kon men ruimschoots genieten van
de sonore koorklank, die het Omroepkoor
ontwikkelde en van het geladen spel van
het Omroep-orkest, dat onder de stuwen
de leiding van de dirigent Alfredo Simo-
netto, de door Rossini geïnstrumenteer
de orkestpartij in handen had. De prach
tige stem van de sopraansoliste Marilyn
Tyler was een verrukking voor het oor.
De alt Marianne Rader gaf, behoudens een
te veel aanzetten van de expressie, vol
doening met haar donkere stem en ook de
tenor Alexander Young en de bariton Os-
valdo Petricciuolo waren op de hoogte van
hun taak.
Golfbreker
Bij het sorteren van documenten in ar
chieven van Moskou zijn onbekende wer
ken van Beethoven gevonden, daterend uit
1802—1803, zo meldt Tass. Het 168 pagina's
tellend manuscript, dat in druk zal ver
schijnen. was op een veiling in 1827 door
een onbekend Russisch musicus gekocht
en naar Rusland overgebracht. Later werd
het verkocht aan de bekende Russische
musicus Viliergorski, maar veertig jaar
later werd het manuscript uit het oog ver
loren.
REEDS vrij vroeg begint in iedere be
schaving behoefte te ontstaan aan kennis
omtrent de oorsprong der dingen. Vragen
doemen op als: wie was het eerste ouder
paar, waaruit tenslotte onze grootouders,
onze ouders en wijzelf zijn voortgekomen?
Waar komt onze stam vandaan, en waar
om ia deze zo verschillend van de stammen
die aan de andere zijde van het gebergte
wonen? Hoe verkregen wij
onze gebruiken, die zo ver
schillend zijn van die van an
dere stammen, enz. Het ant
woord op dergelijke vragen
wordt gegeven in de vorm die
wij mythe noemen. Werkelijke
historie in de betekenis die
wij aan dat woord hechten,
kan dit nog niet genoemd worden. Op de
mythe volgt de overlevering van de her
innering aan al dan niet roemruchte daden
van voorouders of stamgenoten, of aan
lotgevallen van de stam. In deze overleve
ringen liggen de historische kernen vaak
ingebed in tal van verdichtingen, zodat
ook hier nog moeilijk van historie kan
worden gesproken. Daarvan is pas sprake
wanneer de geschiedenis bij kuituurvolken
het karakter van een zelfstandige weten
schap aanneemt.
Het spreekt vanzelf, dat het menselijk
verleden, of althans datgene wat van het
verleden bekend is, zich niet zó maar tot
geschiedenis kristalliseert. Daarvoor is een
samenleving nodig, die de oprechte wil
heeft het verleden te leren kennen. Dan
wordt niet de hele stof van het verleden
voorzover deze kenbaar is gerepro
duceerd en tot onsamenhangend en onge
ordend geheel bijeengeveegd, maar men
zal trachten uit de kenbare feiten juist die
te kiezen, die een begrijpelijk beeld en een
samenhang van het geheel geven.
Onder de grote kuituurvolken bij wie
de beoefening van de geschiedenis het ka
rakter van een zelfstandige wetenschap
aanneemt, moeten vooral de Grieken, Chi
nezen en Arabieren worden genoemd. Voor
de ontwikkeling van de geschiedschrijving
van de westerse wereld is
uiteraard de Griekse geschied
vorsing en daarbij aanslui
tend die van de Romeinen
van het hoogste belang ge
weest. De overwinning van
het Christendom in het Ro
meinse keizerrijk had o.m.
tot gevolg, dat de belang
stelling in de bijzonderheden van de ge
schiedenis van de heidense staat en de
heidense volken daalde. Aan de andere
kant voelden de christelijke opvolgers van
het Romeinse rijk behoefte een samen
hang vast te stellen tussen de Grieks-
Romeinse en de bijbelse geschiedenis, in
welke laatste die van de Babyloniërs, As-
syriërs en Perzen mede was begrepen.
Voor de late christelijke oudheid is de
geschiedenis daardoor vooral wereldge
schiedenis, zij het dan dat deze uitsluitend
kon worden gezien en gewaardeerd als
omlijsting, waarin zich het aardse deel van
de heilsgeschiedenis afspeelt.
Tot in onze tijd zijn de gevolgen hiervan
bij sommige leken merkbaar.
Daarover een volgende keer.
H. Pétillon
(Nadruk verboden)
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Groningen, mr. W. A. Offerhaus,
heetf zaterdagmiddag in 't Groninger mu
seum in aanwezigheid van vele genodig
den en autoriteiten, onder wie diverse
burgemeesters, leden van Gedeputeerde
Staten, musici en schilders, de tentoon
stelling „Keerpunten in de Nederlandse
schilderkunst" (1920-1960) geopend. Deze
tentoonstelling, die een indruk geeft van
de voornaamste stromingen in de voor- en
naoorlogse schilderkunst, wordt tot en
27 maart in het Groninger museum en in
gebouw Pictura gehouden. De expositie is
georganiseerd in samenwerking met het
stedelijk Van Abbe museum te Eindho
ven.
De directeur van het Groninger mu
seum, de heer W. Jos de Gruyter, wees er
op, dat men beter had kunnen spreken van
„wendingen" dan van keerpunten.
In een inleiding trok de heer de Gruyter
enkele algemene lijnen van overeenkomst
tussen de schilderkunst en de muziek. De
muziekontwikkeling berust op de ontwik
keling van de harmonie. Wat dissonerend
is opgezet kan consonerend worden onder
gaan in later tijden, de grenzen van het
moderne verschuiven door de tijden heen
naar voren. Dit is ook toe te passen op
schilderkunst, maar dan moet men in de
plaats van aan tonen aan kleuren denken.
De middag werd opgeluisterd door een
strijkkwartet bestaande uit leden van de
Groninger Orkest Vereniging. Uitgevoerd
werden drie delen uit het strijkkwartet
van Luctor Ponse en twee delen uit het
strijkkwartet van Sas Bunge.
Hoewel de besprekingen nog niet tot een
definitief resultaat hebben geleid, mag
zo vernemen wij van welingelichte zijde
als vaststaand worden aangenomen dat de
Nederlandse Televisie Stichting een deel
van de Cinetone-studio's in Duivendrecht
zal gaan gebruiken voor het verzorgen van
t.v.-uitzendingen. De huur van deze stu
dio's zal worden beëindigd, wanneer de
plannen voor de bouw van een complex
gebouwen in Hilversum gerealiseerd zul
len zijn. De t.v.-secties van de omroepver
enigingen hebben al enige jaren met ruim
tegebrek te kampen.
Vooral voor de opvoering van t.v.-spe-
len van enige omvang bieden de Cinetone
studio's grote mogelijkheden, mede dank
zij de technische outillage.
Het ligt in de bedoeling enkele nu nog
over de andere studio's in Bussum ver
spreide diensten in Duivendrecht te con
centreren.
Ned. Herv. Kerk
Bedankt voor Oudshoorn (vac. A. J. Jo-
rissen): H. A. van Slooten te Onstwedde.
Chr. Geref. Kerken
Bedankt voor Maassluis: D. Slagboom te
's Gravenzande.
Geref. Gemeenten
Bedankt voor Wageningen (2d beroep):
C. Hegeman te Genemuiden.
74—75. Terwijl Ydo daar dus binnen de stadspoort z'n uiterste best deed en voor
z'n draak pleitte, zat het dier buiten de muur te wachten.
De draak begreep niet, waar z'n nieuwe vriendje bleef; hij snuffelde ongeduldig en
keek naar de vreemde mensen daarginds, of z'n baasje soms daarbij was.
Maar hij zag alleen maar vreemde gezichten, Ydo was er niet bij. De draak werd
ongeduldig, toen ongerust en verdrietigwaar bleef de baas nou toch? Hij zou toch
niet in de steek gelaten worden?
Opeens werd het de draak te machtig... hij stak z'n kop m de lucht, opende zn ge
weldige bek en toen klonk 'n oorverdovende jammerkreet
55)
De hand, die de pols van Isabelle vasthield werd los
ser en Isabelle hief het hoofd op. Onder de zonnebrand
van haar huid zag zij doodsbleek en haar ogen waren
wijd opengesperd.
Met half verstikte stem fluisterde zij: O, tante Ca
rey, tante Carey!
Maar met die afschuwelijke grimas als het ware op
haar gezicht geëtst bleef mevrouw Timball stil liggen.
Haar ogen waren glazig en zonder enige uitdrukking.
Alleen de moeilijke ademhaling duidde aan, dat zij nog
leefde.
Rob, Rob, Rob! hijgde Isabelle en strompelde
overeind. Zij rende de hut uit en vloog met Bully op
haar hielen snikkend naar de schuur. De tranen stroom
den langs haar gezicht en dropen op haar kleren. Zij
stormde de schuur binnen, waar Rob bezig was met het
uitgeven van de rantsoenen en de armen om zijn schou
ders slaande, klemde zij zich aan hem vast als een
kind, dat doodsbang is voor het alleen zijn in een donker
vertrek.
VIJFENTWINTIGSTE HOOFDSTUK
Rob kwam de hut binnen, waar zijn moeder lag. De
kaars brandde nog rustig en de oude vrouw lag doodstil
zonder zich van hem, of van wat dan ook bewust te
zijn. Hij stond aan het voeteneind van het bed naar haar
te kijken, zich afvragend, of zij hem herkende. Hij wist
dat Isabelle achter hem stond, stak een hand uit en trok
haar naar voren.
Ik zal een dokter moeten zien te krijgen, Isabelle,
fluisterde hij. Wat is er gebeurd?
Zijik denk, dat zij een beroerte gehad heeft,
fluisterde Isabelle terug.
Ik zal zien, of ik een paar kaffers kan krijgen, die
onmiddellijk naar Kantani kunnen gaan, zei Rob.
M'Chimbi kan desnoods de muildieren wel rijden.
Ze hebben er een hekel aan om bij nacht te rijden, maar
ditmaal zullen ze wel moeten.
Zij zullen bij nacht niet gaan, zei Isabelle. Je zult
zelf moeten gaan, Rob. Ik kan het wel klaarspelen, zo
lang jij weg bent.
Ik kan je hier niet alleen laten, zei Rob. Hij keek
naar de vloer naast het bed en zag de revolver liggen.
Hé, zei hij, wat doet die daar?
Dat weet ik niet, zei Isabelle, misschien heeft zij
die wel altijd bij zich gehouden voor een onverwachte
gebeurtenis.
Hij keek naar buiten.
De maan komt op, zei hij. Als we geen regen of
bewolking krijgen, zal de weg zo gemakkelijk te volgen
zijn als iets. Ik kan op de merrie naar Kantani gaan en
binnen drie uur, zeg uiterlijk vier, terug zijn.
Ze keken nog even naar de gestalte op het bed en ver
lieten toen de hut. Zoals Rob gezegd had, kwam de
maan op en toonde zich als een rode sikkel boven de
duisternis van de voor hem liggende bosjes.
Uit de negerverblijven klonk het geluid van de tam
tam.
Ze denken dat moeder zal sterven, zei Rob, en
daarom slaan ze op hun tamtams. Dat deden ze ook in
de nacht, dat mijn vader stierf. Verder herinner ik mij
daar niet veel van, maar dit wel.
Ik denk, dat het een beroerte is, zei Isabelle op on
derdrukte toon.
Ik voel er niet veel voor je hier achter te laten, zei
Rob met doffe stem.
O, ik ben hier heus veilig Rob. Stuur M'Chimbi en
M'Bwaladan maar hierheen. Die kunnen dan in de keu
ken de wacht houden. Daar kunnen ze het vuur aanhou
den, voor het geval ik iets nodig mocht hebben. Ik ben
hier heus veilig, Rob.
Zij klemde haar vuisten in elkaar en staarde naar de
rode rand van de maan, die langzaam omhoog kwam.
Nooit zou Rob weten, wat zijn moeder getracht had te
doen; nooit, nooit, nooit! Het kwam er niet op aan, dat
zij doodsbenauwd was met die oude vrouw hier alleen
gelaten te worden. Ze zou blijven. En ze zou het Rob
nooit laten weten.
Als het een beroerte is, zei Rob twijfelend, ge
loof ik niet, dat je veel kunt doen. Het enige, wat je doen
kunt, is een dokter halen.
Hij vroeg zich af of hij Isabelle nu vertellen moest,
wat er gebeurd was. Misschien zou dat ook verklaren
waarom zijn moeder een beroerte gekregen had. Hij
wilde het Isabelle maar al te graag vertellen, maar ten
slotte waren zijn lippen tot morgen verzegeld. Zijn moe
der had hem gevraagd tot de volgende dag te wachten en
het was niet meer dan billijk, dat hij zich daaraan
hield nu hij er eenmaal in had toegestemd. Hij wist niet
veel van dergelijke dingen, maar zijn moeder was mis
schien stervende.
Ik ben hier heus wel veilig, herhaalde Isabelle.
Goed dan, zei Rob en zich omdraaiend ging hij nog
even de kamer van zijn moeder binnen. Naast het bed
bleef hij staan. Hij raakte de koude hand van zijn moe
der aan en staarde verdrietig naar haar vertrokken ge
zicht
Ik zal het haar niet voor morgen vertellen, moeder,
zei hij zacht. Ik ga nu hulp halen en zal die mee te
rugbrengen. U moet mij vertrouwen, moeder.
De uitdrukking in haar ogen veranderde in het geheel
niet. Niets scheen in haar te veranderen, maar hij
hoopte, dat zij het verstaan had en dat dit haar mis
schien enigszins zou hebben gerustgesteld.
Hij ging de hut uit en zijn handen aan zijn mond
zettend, riep hij de kaffers.
Ik zal de merrie zadelen, zei Isabelle en ging weg
naar de stal.
Daar binnen hing de zoetige lucht van hooi en de
warme geur van de paarden. In de box er naast stonden
de muildieren, die snoven en stampten, toen zij binnen
kwam. Zij bracht de merrie naar buiten en het dier
schuivelde zenuwachtig en hinnikte, alsof het regen rook.
Sta stil, zei Isabelle, toen zij het zadel er op gooide
en de singels aanhaalde. Kom, mompelde zij en leid
de het paard naar de boerderij. Twee inlanders ston
den te praten met Rob.
Ik heb het er helemaal niet op begrepen jou hier
alleen te laten, zei deze.
Isabelle legde de hand op zijn arm.
Maak je niet ongerust. Rob, zei ze. Er zal mij
heus niets gebeuren.
Het gaat misschien regenen, zei Rob, de maan
ls gesluierd. Maar wat er ook gebeurt, ik kom op de
een of andere manier terug en breng de dokter mee.
Dat beloof ik je, Isa.
Ik zal wel voor je moeder zorgen, zei Isabelle
kalm en ook voor de rest. Je kunt nu beter gaan.
Houd de merrie even vast, zei hij opeens. Ik
wil nog even naar moeder kijken. Ik wou, dat ze wat
tegen mij zei.
Hij ging nogmaals de hut in, maar zijn moeder lag
daar doodstil.
Moeder! zei hij. Moeder! Maar er kwam geen
enkel teken, dat zij hem gehoord had. Met een diepe
zucht liep hij de hut weer uit.
Zij ziet er erg jong uit, dacht hij. En hardop liet
hij er op volgen: Ik houd van je, Isabelle, ik houd
zoveel van je!
Haar gezicht werd stralend en haar mond verzachtte
zich tot een lach.
O, Rob, ik houd ook zoveel van jou! zei ze.
Het volgend ogenblik waren zijn armen om haar slan
ke figuurtje heengeslagen en klemden zij zich aan el
kaar vast. Het paard schrok even en deed een pas opzij,
terwijl de hond aan hun hielen snuffelde.
Nu is er niets dat er meer op aankomt, fluisterde
Isabelle niets meer in de gehele wereld.
Dat dacht je maar, zei Rob moeilijk en trok zich
terug van haar vandaan. Ik ben een ellendeling,
Isabelle.
Bedoel je, dat het toch Julie is? vroeg Isabelle
met een vaag stemmetje. Je zei, dat je niet met
haar ging trouwen.
Dat doe ik ook niet, zei Rob, ik ga met niemand
trouwen. Met niemand. Het spijt me, Isabelle... maar
ik ben een schurk geweest. Ik had geen recht je te
kussen.
O, dat is wel goed, zei Isabelle met luide maar
wat onzekere stem dat is wel goed, Rob. We doen
allemaal dwaze dingen, als we in de war gebracht zijn.
Maar nu dat voorbij is, zou je toch maar beter naar
Kantani kunnen vertrekken.
Hij keek haar even aan, aarzelde en deed toen enige
stappen in de richting van de merrie. De teugel grijpend,
slingerde hij zich in het zadel. Hij zette zijn hielen in de
flanken en vertrok in galop langs de door de maan be
schenen weg. (Wordt vervolgd)
HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO.
8.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15
Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen
teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij
ding. 9.55 Een boek voor het geestelijk leven,
lezing. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00
Lichte muz. 11.15 Voor de zieken. 12.00 Hammond
orgel en zang. 12.20 Regeringsuitz.: Landb.rubr.
12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Zang en piano.
13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 1320 Lichte
muz. 13.55 Koersen. 14.00 Kamermuz. 14.40 School
radio. 15.00 Voor de vrouw. 15.30 Pianorecital.
16.00 Van alle breedtegraden, praatje. 16.15 Gram.
16.30 Voor de jeugd. 17.20 De dierenwereld en wij,
lezing. 17.30 Voor de jeugd. 18.00 Nieuws. 18.15
Pianospel. 18.30 Lichte muz. 19.00 Voor de kleu
ters. 19.05 Paris vous parle. 19.10 Radiowedstrijd.
19.50 Journ. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevarieerd progr.
22.00 Sopraan en piano. 22.30 Nieuws en koersen.
22.40 Kamermuz. 23.00 Eenzaamheid, het woorde
loos verdriet van duizenden, praatje. 23.15 Gram.
23.55 - 24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00-24.00 KRO.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd.
7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00
Nieuws. 8.18 Gram. 6.50 Voor de huisvrouw. 9 40
Schoolradio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Licht
baken. lezing. 10.25 Gram. 11.00 Voor de vrouw.
11.30 Gram. 11.50 Volaan.. vooruit, praatje. 12.00
Middagklok - noodklok. 12.03 Gram. 12.30 Land
en tuinb.meded 12.33 Lichte muz. 12 50 Act. 13.00
Nieuws. 13.15 15 Jaar geleden, praatje. 1320 Pla-
tennieuws. 13 35 Strijkorkest. 14.00 Gram. 14 05
Schoolradio. 14.35 Voor de plattelandsvrouwen.
14 45 Gevar. progr. 1550 Gram. 16.00 Voor de zie
ken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de kinderen. 17.40
Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Nieuw-Guinea-
kroniek, door mr. di. H. J. Roethof. 18.00 Lichte
muz. 18.30 Strcekhalfuur. 19.00 Nieuws. 1910 Act.
1925 Memojandum. 19 30 Gram. 20.00 S.U.S.-actie.
21.00 Gram. 21.00 Gram. 21.15 Promenade-orkest
en sol. 22.00 Gram. 22.15 Olympische Winterspelen
1960. 22.30 Nieuws. 22.40 Gezin en huwelijk, lezing.
22.50 Filmmuziek. 23.10 Gram. 23.55—24.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m.
12.00 Gram. 12.15 Pianospel. 12.30 Weerber. 12.35
Pianospel. 12.52 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Ka
mermuziek. 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.00
Koersen. 16.06 Duitse les. 16.21 Gram. 16.30 Lichte
muz. 17.00 Nieuws en weerber. 17 10 Kamerkoren.
17.40 Boekbcspr. 17.50 Voor de jeugd. 18.20 Voor
de soldaten. 18.50 Sportkron. 19.00 Nieuws. 19.40
Gram. 19.50 Praatje. 20.00 Voor de vrouw. 21.00
Giam. 22.00 Nieuws en weerber. 22.15 Kamermuz.
22.55—23.00 Nieuws.
VOOR DINSDAG
19.00 Olympische Winterspelen 1960. 20 00
Journaal en weeroverzicht. VARA:
NTS:
Speelfilm.
20 20-21.50
Advertentie
Doelstraat 19 - Haariem Tel. 15232
KWASTEN-PENSELEN