Horen en zien Misdaad om een erfenis Fa. B. ENGELENBERG PANDA EN DE TROETELTROEP AVONTUREN VAN EEN HOND YDO EN DE DRAAK oclt ió het zo Tentoonstelling in Groningen geopend MAANDAG 22 FEBRUARI 1960 5 radio televisie AANKONDIGINGEN EN NABESCHOUWINGEN Veeg uit de pan Vrees voor discriminatie Joodse componisten Een mis van Rossini ONBEKEND WERK VAN BEETHOVEN GEVONDEN Oorsprong der dingen V. Stromingen in heden daagse schilderkunst N.TS. gaat deel van Cinetone-stodio's huren Kerkelijk Nieuws ROMAN VAN JANE ENGLAND De radio geelt dinsdag T elevisieprogramma OFFICIëlE VERKOOP SIKKENS LAKKEN 4. „Mejuffrouw Emïlie Petronella Pan da heeft bepaald, dat haar erfgenaam de zorg op zich neemt voor haar.eh. troetels", vervolgde de notaris. „Onder troetels verstaat zij troeteldieren en zo danige beschermelingetjes, die zij in huis had en liefderijk verzorgde". „Troeteldie ren. herhaalde Panda, „Is dat.dat paard er soms een van?" „Zeer juist", antwoordde de notaris. „En als uitvoer der van haar testament moet ik er op toe zien, dat U dit paard, zomede de ande re. eh.troetels liefderijk verzorgt en gelukkig maakt. „Tjongezei Pan da, terwijl hij het paard nakeek, dat ach ter Jolliepop aan in de keuken verdween. „Dat zal niet meevallen! Ik.Hij brak verschrikt af, toen uit de keuken het ge raas en gerinkel van brekend vaatwerk klonk, vermengd met opgewonden kreten van Jolliepop. Gevolgd door de notaris snelde hij de keuken in, waar Jolliepop te midden van vele scherven tegen het paard tekeer ging. „Uw knecht mag wel wat be leefder tegen het paard zijn", merkte de notaris op. „Het dier is heel gevoelig en het voelt zich ongelukkig, wanneer het niet met respect behandeld wordt". Nog steeds zal de grote meerderheid van televisiekijkers haar minste genoegen beleven aan die uitzendingen, welke het amusantst pretenderen te zijn. Ook deze zaterdagavond vermocht het show-pro gramma niet zonder taaie kantjes uit de oven te komen. De AVRO-weekendshow bleek geen mager verzamelingetje van en kele goede en meer ondermaatse presta ties te zijn, dat inderdaad de allure van „zorgeloosheid" bezat, als hoedanig het dan ook was aangekondigd doch een zorgeloosheid die meer op de samenstel ling dan op het effekt sloeg. Johnny Kraaykamp had de op zichzelf niet onaardige gedachte gehad, de televi sie-criticus van de krant een veeg uit de pan te geven, naar aanleiding blijkbaar van minder gunstige beoordelingen in het recente verleden. Wanneer hij die veeg op een briljante of zelfs maar geestige ma nier had gegeven, zou de criticus sportief genoeg geweest zijn om dat openlijk te ap preciëren. Doch het zouteloze dialoogje dat hij daartoe had bedacht, stelde de cri- tiek onmiddellijk weer in het gelijk. Jam mer voor Johnny, maar het was nu een maal zo. Ook in het verder verloop van de show haalde hij de titel niet, die hij zich zelf geeft, namelijk die van komiek. Hij is noch conferencier, noch komiek, noch „zanger van het levenslied". Wat dan wel? Clown, dachten we. Hij zou een goe de clown kunnen zijn. En op zeker moment leek het erop, dat hij die roeping zou hono reren. Doch na een goed begin van zijn clownsnummer verzandde hij weer in het levenslied en het werd wéér niets. Het komt ons voor dat Nederland behoefte heeft aan een komisch televisie-talent, dat de mogelijkheden van dit veelbelovende medium onderkent, toepast en beheerst. Maar tot op heden heeft zich dat nog niet aangediend. Een uitstekend nummer in de show werd geleverd door de equilibrist Santos, een Belg met een wonderbaarlijk gevoel voor evenwichtigheid in moeilijke situaties. Harold Nicholas uit de mislukte musical „Free and Easy" bewees met zijn ove rigens iets te lang gerekte optreden dat de mislukking van Free and Easy zeker niet aan hem te wijten is. En Corrie Brok ken was als vanouds: buitenlandse liedjes met veel verve en charme, doch nét iets te Hollands, voorgebracht. Een niet realis tische imitatie van Al Jolson door Kris van de Velden en 'n bevredigende dans-entou- rage van de Girls zijn tenslotte ook nog het vermelden waard. Veel interessanter en vakkundiger was het voorprogramma op deze zaterdag avond. Zonder schmink en voetlicht kwam Connie Stuart op visite bij Mies Bouhuijs en het werd een ongedwongen, interessant babbeltje over alles en nog wat. Een goed programma-onderdeel, met menselijke trekjes en levensechte franje. En dan „Flits", een verzameling boeiende onder werpen in het kort en zonder kennelijke binding, doch frank en helder, zonder tier lantijnen opgediend. Onderwerpen die de moeite van kennisneming waard zijn en genoeg belang hebben om onder de loep te worden genomen. Wat de zondag betreft: evenals zater dag zorgde de N.T.S. voor reportage uit Squaw Valley met goed Nederlands nieuws van de Olympische ijsresultaten. De V.P.R.O. kwam met een aanvaard baar, doch enigszins teveel als een epos klinkende biografie van Charles De Gaulle tegen de achtergrond van Europese ge beurtenissen. Verder was het een tamelijk lijzige boel, uitgezonderd het praatje van prof. dr. L. J. van Holk „achter de schrijf tafel", dat een vrijmoedig getuigenis van levenszekerheid werd. Zowel „De verlo ren wereld der Kalahari" als het Kunst programma" gaf minder dan beloofd werd, niet zozeer naar onderwerp dan wel naar uitvoering. Vooral het temerige be zoekje van zeker baardig persoon aan het atelier van de beeldhouwer Carel Kneul- man werkte op de geeuwspieren. Eurovisie, onvolprezen poort naar de buitenwereld, zorgde voor een dansfes- tijn uit München, waar de wereldkam pioenen ballroomdansen van de vloer kwa men. En dan tenslotte: Sport in Beeld, dat steeds meer aan actualiteit, beknopt heid en informatieve waarde voor de sportliefhebber wint. Beeldschermer De Duitse dirigent Otto Klemperer heeft, blijkens een bericht in de Observer, de vereniging van Duitse componisten en muziekleraren in een brief discriminatie verweten van Joodse componisten. Klem perer geeft uiting aan zijn diepe veront waardiging over het weglaten van de ge boortedagen van Mendelssohn (1809) en Mahler (1860) uit de V.D.T.M.-almanak voor 1959-1960. De dirigent schrijft dat dit feit hem herinnert aan de praktijken van het nazi-regime, en eindigt zijn brief sar castisch „met de ware nazi-groet: heil Hitier". Giachino Rossini is na de, althans voor de Parijse muziekrecensenten glorieuze première van zijn grandopéra „Guillaume Teil" in de maande augustus van het jaar 1829 tot aan zijn dood vrijwel niet meer als componist in de openbaarheid getreden. Hij was nog geen achtendertig jaar, toen hij zich terugtrok. Het voor naamste werk van zijn hand, dat in de ja ren tot aan zijn overlijden op 13 novem ber 1868 verscheen, was een „Stabat Ma ter". Enkele koorwerken werden nog be kend van de vele composities, die hij schreef, van welke slechts ingewijde rela ties van de componist op de hoogte wa ren. Onder deze werken bevond zich een „Messe solennelle" voor solisten, koor met begeleiding van een „physharmonica" (een soort harmonium) en twee „pianofortes". In de intimiteit der salons van de graaf Pillet-Will te Parijs kwam deze mis op 14 maart 1864 tot eerste uitvoering in de genoemde bezetting. Rossini heeft met het schrijven van de „Messe solennelle" nimmer aan een li turgische bestemming gedacht. Hij com poneerde het werk voor zijn genoegen en noemde het wat sarcastisch „helaas de laatste zonde van mijn ouderdom". En toen hij de mis later georchestreerd had zette hij op de bewerking in dezelfde geest „Petite messe solennelle, orchestrée par le singe de Pesaro", waarbij hij van zijn bijnaam „de zwaan van Pesaro" een va riant maakte met te schrijven „de aap van Pesaro". Een kerkelijk werk is Rossini's mis al lerminst geworden. Daarvan was ook de componist overtuigd, die zelf heel goed wist dat zijn kracht op het terrein van de opera buffa lag. Maar de luisteraars die zondagmiddag de radio-uitvoering van de mis hoorden, die de K.R.O. uitzond, zullen te midden van in derdaad opera-achtige gedeelten van het werk met verbazing de indrukken hebben ervaren van het bijzonder fraaie „Christe eleison" uit het „Kyrie", een fragment in zijn a capella-uitvoering een haast Pales tijnse schoonheid ontplooide, die volkomen zou harmoniëren met de liturgie van de eredienst Voorwaar een raadselachtige „Christe eleison", wanneer men het voor het doorgronden van het wezen van de kunstenaar Rossini in het geding zou wil len brengen. Al even merkwaardig is de vrij omvangrijke orgel-solo met haar con- trapunctische strengheid, welke zo ver af staat van de bewogen opera-stijl der overi ge mis-gedeelten met hun warme, weelde rige melodieën en harmonieën, hier getui gend van Rossini's isolement van de mu zikale vernieuwingen, die zich in Euro pa na 1850 aan het voltrekken waren. Om de muziek met haar essentiële waar de te ondergaan, was het nodig om over de vaak moeilijk te aanvaarden afstand tussen tekstgedachte en de daarvoor ge vonden klankentaai heen te stappen. Maar dan kon men ruimschoots genieten van de sonore koorklank, die het Omroepkoor ontwikkelde en van het geladen spel van het Omroep-orkest, dat onder de stuwen de leiding van de dirigent Alfredo Simo- netto, de door Rossini geïnstrumenteer de orkestpartij in handen had. De prach tige stem van de sopraansoliste Marilyn Tyler was een verrukking voor het oor. De alt Marianne Rader gaf, behoudens een te veel aanzetten van de expressie, vol doening met haar donkere stem en ook de tenor Alexander Young en de bariton Os- valdo Petricciuolo waren op de hoogte van hun taak. Golfbreker Bij het sorteren van documenten in ar chieven van Moskou zijn onbekende wer ken van Beethoven gevonden, daterend uit 1802—1803, zo meldt Tass. Het 168 pagina's tellend manuscript, dat in druk zal ver schijnen. was op een veiling in 1827 door een onbekend Russisch musicus gekocht en naar Rusland overgebracht. Later werd het verkocht aan de bekende Russische musicus Viliergorski, maar veertig jaar later werd het manuscript uit het oog ver loren. REEDS vrij vroeg begint in iedere be schaving behoefte te ontstaan aan kennis omtrent de oorsprong der dingen. Vragen doemen op als: wie was het eerste ouder paar, waaruit tenslotte onze grootouders, onze ouders en wijzelf zijn voortgekomen? Waar komt onze stam vandaan, en waar om ia deze zo verschillend van de stammen die aan de andere zijde van het gebergte wonen? Hoe verkregen wij onze gebruiken, die zo ver schillend zijn van die van an dere stammen, enz. Het ant woord op dergelijke vragen wordt gegeven in de vorm die wij mythe noemen. Werkelijke historie in de betekenis die wij aan dat woord hechten, kan dit nog niet genoemd worden. Op de mythe volgt de overlevering van de her innering aan al dan niet roemruchte daden van voorouders of stamgenoten, of aan lotgevallen van de stam. In deze overleve ringen liggen de historische kernen vaak ingebed in tal van verdichtingen, zodat ook hier nog moeilijk van historie kan worden gesproken. Daarvan is pas sprake wanneer de geschiedenis bij kuituurvolken het karakter van een zelfstandige weten schap aanneemt. Het spreekt vanzelf, dat het menselijk verleden, of althans datgene wat van het verleden bekend is, zich niet zó maar tot geschiedenis kristalliseert. Daarvoor is een samenleving nodig, die de oprechte wil heeft het verleden te leren kennen. Dan wordt niet de hele stof van het verleden voorzover deze kenbaar is gerepro duceerd en tot onsamenhangend en onge ordend geheel bijeengeveegd, maar men zal trachten uit de kenbare feiten juist die te kiezen, die een begrijpelijk beeld en een samenhang van het geheel geven. Onder de grote kuituurvolken bij wie de beoefening van de geschiedenis het ka rakter van een zelfstandige wetenschap aanneemt, moeten vooral de Grieken, Chi nezen en Arabieren worden genoemd. Voor de ontwikkeling van de geschiedschrijving van de westerse wereld is uiteraard de Griekse geschied vorsing en daarbij aanslui tend die van de Romeinen van het hoogste belang ge weest. De overwinning van het Christendom in het Ro meinse keizerrijk had o.m. tot gevolg, dat de belang stelling in de bijzonderheden van de ge schiedenis van de heidense staat en de heidense volken daalde. Aan de andere kant voelden de christelijke opvolgers van het Romeinse rijk behoefte een samen hang vast te stellen tussen de Grieks- Romeinse en de bijbelse geschiedenis, in welke laatste die van de Babyloniërs, As- syriërs en Perzen mede was begrepen. Voor de late christelijke oudheid is de geschiedenis daardoor vooral wereldge schiedenis, zij het dan dat deze uitsluitend kon worden gezien en gewaardeerd als omlijsting, waarin zich het aardse deel van de heilsgeschiedenis afspeelt. Tot in onze tijd zijn de gevolgen hiervan bij sommige leken merkbaar. Daarover een volgende keer. H. Pétillon (Nadruk verboden) De Commissaris der Koningin in de pro vincie Groningen, mr. W. A. Offerhaus, heetf zaterdagmiddag in 't Groninger mu seum in aanwezigheid van vele genodig den en autoriteiten, onder wie diverse burgemeesters, leden van Gedeputeerde Staten, musici en schilders, de tentoon stelling „Keerpunten in de Nederlandse schilderkunst" (1920-1960) geopend. Deze tentoonstelling, die een indruk geeft van de voornaamste stromingen in de voor- en naoorlogse schilderkunst, wordt tot en 27 maart in het Groninger museum en in gebouw Pictura gehouden. De expositie is georganiseerd in samenwerking met het stedelijk Van Abbe museum te Eindho ven. De directeur van het Groninger mu seum, de heer W. Jos de Gruyter, wees er op, dat men beter had kunnen spreken van „wendingen" dan van keerpunten. In een inleiding trok de heer de Gruyter enkele algemene lijnen van overeenkomst tussen de schilderkunst en de muziek. De muziekontwikkeling berust op de ontwik keling van de harmonie. Wat dissonerend is opgezet kan consonerend worden onder gaan in later tijden, de grenzen van het moderne verschuiven door de tijden heen naar voren. Dit is ook toe te passen op schilderkunst, maar dan moet men in de plaats van aan tonen aan kleuren denken. De middag werd opgeluisterd door een strijkkwartet bestaande uit leden van de Groninger Orkest Vereniging. Uitgevoerd werden drie delen uit het strijkkwartet van Luctor Ponse en twee delen uit het strijkkwartet van Sas Bunge. Hoewel de besprekingen nog niet tot een definitief resultaat hebben geleid, mag zo vernemen wij van welingelichte zijde als vaststaand worden aangenomen dat de Nederlandse Televisie Stichting een deel van de Cinetone-studio's in Duivendrecht zal gaan gebruiken voor het verzorgen van t.v.-uitzendingen. De huur van deze stu dio's zal worden beëindigd, wanneer de plannen voor de bouw van een complex gebouwen in Hilversum gerealiseerd zul len zijn. De t.v.-secties van de omroepver enigingen hebben al enige jaren met ruim tegebrek te kampen. Vooral voor de opvoering van t.v.-spe- len van enige omvang bieden de Cinetone studio's grote mogelijkheden, mede dank zij de technische outillage. Het ligt in de bedoeling enkele nu nog over de andere studio's in Bussum ver spreide diensten in Duivendrecht te con centreren. Ned. Herv. Kerk Bedankt voor Oudshoorn (vac. A. J. Jo- rissen): H. A. van Slooten te Onstwedde. Chr. Geref. Kerken Bedankt voor Maassluis: D. Slagboom te 's Gravenzande. Geref. Gemeenten Bedankt voor Wageningen (2d beroep): C. Hegeman te Genemuiden. 74—75. Terwijl Ydo daar dus binnen de stadspoort z'n uiterste best deed en voor z'n draak pleitte, zat het dier buiten de muur te wachten. De draak begreep niet, waar z'n nieuwe vriendje bleef; hij snuffelde ongeduldig en keek naar de vreemde mensen daarginds, of z'n baasje soms daarbij was. Maar hij zag alleen maar vreemde gezichten, Ydo was er niet bij. De draak werd ongeduldig, toen ongerust en verdrietigwaar bleef de baas nou toch? Hij zou toch niet in de steek gelaten worden? Opeens werd het de draak te machtig... hij stak z'n kop m de lucht, opende zn ge weldige bek en toen klonk 'n oorverdovende jammerkreet 55) De hand, die de pols van Isabelle vasthield werd los ser en Isabelle hief het hoofd op. Onder de zonnebrand van haar huid zag zij doodsbleek en haar ogen waren wijd opengesperd. Met half verstikte stem fluisterde zij: O, tante Ca rey, tante Carey! Maar met die afschuwelijke grimas als het ware op haar gezicht geëtst bleef mevrouw Timball stil liggen. Haar ogen waren glazig en zonder enige uitdrukking. Alleen de moeilijke ademhaling duidde aan, dat zij nog leefde. Rob, Rob, Rob! hijgde Isabelle en strompelde overeind. Zij rende de hut uit en vloog met Bully op haar hielen snikkend naar de schuur. De tranen stroom den langs haar gezicht en dropen op haar kleren. Zij stormde de schuur binnen, waar Rob bezig was met het uitgeven van de rantsoenen en de armen om zijn schou ders slaande, klemde zij zich aan hem vast als een kind, dat doodsbang is voor het alleen zijn in een donker vertrek. VIJFENTWINTIGSTE HOOFDSTUK Rob kwam de hut binnen, waar zijn moeder lag. De kaars brandde nog rustig en de oude vrouw lag doodstil zonder zich van hem, of van wat dan ook bewust te zijn. Hij stond aan het voeteneind van het bed naar haar te kijken, zich afvragend, of zij hem herkende. Hij wist dat Isabelle achter hem stond, stak een hand uit en trok haar naar voren. Ik zal een dokter moeten zien te krijgen, Isabelle, fluisterde hij. Wat is er gebeurd? Zijik denk, dat zij een beroerte gehad heeft, fluisterde Isabelle terug. Ik zal zien, of ik een paar kaffers kan krijgen, die onmiddellijk naar Kantani kunnen gaan, zei Rob. M'Chimbi kan desnoods de muildieren wel rijden. Ze hebben er een hekel aan om bij nacht te rijden, maar ditmaal zullen ze wel moeten. Zij zullen bij nacht niet gaan, zei Isabelle. Je zult zelf moeten gaan, Rob. Ik kan het wel klaarspelen, zo lang jij weg bent. Ik kan je hier niet alleen laten, zei Rob. Hij keek naar de vloer naast het bed en zag de revolver liggen. Hé, zei hij, wat doet die daar? Dat weet ik niet, zei Isabelle, misschien heeft zij die wel altijd bij zich gehouden voor een onverwachte gebeurtenis. Hij keek naar buiten. De maan komt op, zei hij. Als we geen regen of bewolking krijgen, zal de weg zo gemakkelijk te volgen zijn als iets. Ik kan op de merrie naar Kantani gaan en binnen drie uur, zeg uiterlijk vier, terug zijn. Ze keken nog even naar de gestalte op het bed en ver lieten toen de hut. Zoals Rob gezegd had, kwam de maan op en toonde zich als een rode sikkel boven de duisternis van de voor hem liggende bosjes. Uit de negerverblijven klonk het geluid van de tam tam. Ze denken dat moeder zal sterven, zei Rob, en daarom slaan ze op hun tamtams. Dat deden ze ook in de nacht, dat mijn vader stierf. Verder herinner ik mij daar niet veel van, maar dit wel. Ik denk, dat het een beroerte is, zei Isabelle op on derdrukte toon. Ik voel er niet veel voor je hier achter te laten, zei Rob met doffe stem. O, ik ben hier heus veilig Rob. Stuur M'Chimbi en M'Bwaladan maar hierheen. Die kunnen dan in de keu ken de wacht houden. Daar kunnen ze het vuur aanhou den, voor het geval ik iets nodig mocht hebben. Ik ben hier heus veilig, Rob. Zij klemde haar vuisten in elkaar en staarde naar de rode rand van de maan, die langzaam omhoog kwam. Nooit zou Rob weten, wat zijn moeder getracht had te doen; nooit, nooit, nooit! Het kwam er niet op aan, dat zij doodsbenauwd was met die oude vrouw hier alleen gelaten te worden. Ze zou blijven. En ze zou het Rob nooit laten weten. Als het een beroerte is, zei Rob twijfelend, ge loof ik niet, dat je veel kunt doen. Het enige, wat je doen kunt, is een dokter halen. Hij vroeg zich af of hij Isabelle nu vertellen moest, wat er gebeurd was. Misschien zou dat ook verklaren waarom zijn moeder een beroerte gekregen had. Hij wilde het Isabelle maar al te graag vertellen, maar ten slotte waren zijn lippen tot morgen verzegeld. Zijn moe der had hem gevraagd tot de volgende dag te wachten en het was niet meer dan billijk, dat hij zich daaraan hield nu hij er eenmaal in had toegestemd. Hij wist niet veel van dergelijke dingen, maar zijn moeder was mis schien stervende. Ik ben hier heus wel veilig, herhaalde Isabelle. Goed dan, zei Rob en zich omdraaiend ging hij nog even de kamer van zijn moeder binnen. Naast het bed bleef hij staan. Hij raakte de koude hand van zijn moe der aan en staarde verdrietig naar haar vertrokken ge zicht Ik zal het haar niet voor morgen vertellen, moeder, zei hij zacht. Ik ga nu hulp halen en zal die mee te rugbrengen. U moet mij vertrouwen, moeder. De uitdrukking in haar ogen veranderde in het geheel niet. Niets scheen in haar te veranderen, maar hij hoopte, dat zij het verstaan had en dat dit haar mis schien enigszins zou hebben gerustgesteld. Hij ging de hut uit en zijn handen aan zijn mond zettend, riep hij de kaffers. Ik zal de merrie zadelen, zei Isabelle en ging weg naar de stal. Daar binnen hing de zoetige lucht van hooi en de warme geur van de paarden. In de box er naast stonden de muildieren, die snoven en stampten, toen zij binnen kwam. Zij bracht de merrie naar buiten en het dier schuivelde zenuwachtig en hinnikte, alsof het regen rook. Sta stil, zei Isabelle, toen zij het zadel er op gooide en de singels aanhaalde. Kom, mompelde zij en leid de het paard naar de boerderij. Twee inlanders ston den te praten met Rob. Ik heb het er helemaal niet op begrepen jou hier alleen te laten, zei deze. Isabelle legde de hand op zijn arm. Maak je niet ongerust. Rob, zei ze. Er zal mij heus niets gebeuren. Het gaat misschien regenen, zei Rob, de maan ls gesluierd. Maar wat er ook gebeurt, ik kom op de een of andere manier terug en breng de dokter mee. Dat beloof ik je, Isa. Ik zal wel voor je moeder zorgen, zei Isabelle kalm en ook voor de rest. Je kunt nu beter gaan. Houd de merrie even vast, zei hij opeens. Ik wil nog even naar moeder kijken. Ik wou, dat ze wat tegen mij zei. Hij ging nogmaals de hut in, maar zijn moeder lag daar doodstil. Moeder! zei hij. Moeder! Maar er kwam geen enkel teken, dat zij hem gehoord had. Met een diepe zucht liep hij de hut weer uit. Zij ziet er erg jong uit, dacht hij. En hardop liet hij er op volgen: Ik houd van je, Isabelle, ik houd zoveel van je! Haar gezicht werd stralend en haar mond verzachtte zich tot een lach. O, Rob, ik houd ook zoveel van jou! zei ze. Het volgend ogenblik waren zijn armen om haar slan ke figuurtje heengeslagen en klemden zij zich aan el kaar vast. Het paard schrok even en deed een pas opzij, terwijl de hond aan hun hielen snuffelde. Nu is er niets dat er meer op aankomt, fluisterde Isabelle niets meer in de gehele wereld. Dat dacht je maar, zei Rob moeilijk en trok zich terug van haar vandaan. Ik ben een ellendeling, Isabelle. Bedoel je, dat het toch Julie is? vroeg Isabelle met een vaag stemmetje. Je zei, dat je niet met haar ging trouwen. Dat doe ik ook niet, zei Rob, ik ga met niemand trouwen. Met niemand. Het spijt me, Isabelle... maar ik ben een schurk geweest. Ik had geen recht je te kussen. O, dat is wel goed, zei Isabelle met luide maar wat onzekere stem dat is wel goed, Rob. We doen allemaal dwaze dingen, als we in de war gebracht zijn. Maar nu dat voorbij is, zou je toch maar beter naar Kantani kunnen vertrekken. Hij keek haar even aan, aarzelde en deed toen enige stappen in de richting van de merrie. De teugel grijpend, slingerde hij zich in het zadel. Hij zette zijn hielen in de flanken en vertrok in galop langs de door de maan be schenen weg. (Wordt vervolgd) HILVERSUM I. 402 m. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gymnastiek. 7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Gymn. voor de vrouw. 9.10 De groen teman. 9.15 Gram. 9.35 Waterst. 9.40 Morgenwij ding. 9.55 Een boek voor het geestelijk leven, lezing. 10.00 Gram. 10.50 Voor de kleuters. 11.00 Lichte muz. 11.15 Voor de zieken. 12.00 Hammond orgel en zang. 12.20 Regeringsuitz.: Landb.rubr. 12.30 Land- en tuinb.meded. 12.33 Zang en piano. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. of gram. 1320 Lichte muz. 13.55 Koersen. 14.00 Kamermuz. 14.40 School radio. 15.00 Voor de vrouw. 15.30 Pianorecital. 16.00 Van alle breedtegraden, praatje. 16.15 Gram. 16.30 Voor de jeugd. 17.20 De dierenwereld en wij, lezing. 17.30 Voor de jeugd. 18.00 Nieuws. 18.15 Pianospel. 18.30 Lichte muz. 19.00 Voor de kleu ters. 19.05 Paris vous parle. 19.10 Radiowedstrijd. 19.50 Journ. 20.00 Nieuws. 20.05 Gevarieerd progr. 22.00 Sopraan en piano. 22.30 Nieuws en koersen. 22.40 Kamermuz. 23.00 Eenzaamheid, het woorde loos verdriet van duizenden, praatje. 23.15 Gram. 23.55 - 24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 7.00-24.00 KRO. KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gram. 7.30 Voor de jeugd. 7.40 Gram. 7.45 Morgengebed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 6.50 Voor de huisvrouw. 9 40 Schoolradio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Licht baken. lezing. 10.25 Gram. 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Gram. 11.50 Volaan.. vooruit, praatje. 12.00 Middagklok - noodklok. 12.03 Gram. 12.30 Land en tuinb.meded 12.33 Lichte muz. 12 50 Act. 13.00 Nieuws. 13.15 15 Jaar geleden, praatje. 1320 Pla- tennieuws. 13 35 Strijkorkest. 14.00 Gram. 14 05 Schoolradio. 14.35 Voor de plattelandsvrouwen. 14 45 Gevar. progr. 1550 Gram. 16.00 Voor de zie ken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de kinderen. 17.40 Beursber. 17.45 Regeringsuitz.: Nieuw-Guinea- kroniek, door mr. di. H. J. Roethof. 18.00 Lichte muz. 18.30 Strcekhalfuur. 19.00 Nieuws. 1910 Act. 1925 Memojandum. 19 30 Gram. 20.00 S.U.S.-actie. 21.00 Gram. 21.00 Gram. 21.15 Promenade-orkest en sol. 22.00 Gram. 22.15 Olympische Winterspelen 1960. 22.30 Nieuws. 22.40 Gezin en huwelijk, lezing. 22.50 Filmmuziek. 23.10 Gram. 23.55—24.00 Nieuws. BRUSSEL. 324 m. 12.00 Gram. 12.15 Pianospel. 12.30 Weerber. 12.35 Pianospel. 12.52 Koersen. 13.00 Nieuws. 13.15 Ka mermuziek. 14.00 Schoolradio. 15.45 Gram. 16.00 Koersen. 16.06 Duitse les. 16.21 Gram. 16.30 Lichte muz. 17.00 Nieuws en weerber. 17 10 Kamerkoren. 17.40 Boekbcspr. 17.50 Voor de jeugd. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Sportkron. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram. 19.50 Praatje. 20.00 Voor de vrouw. 21.00 Giam. 22.00 Nieuws en weerber. 22.15 Kamermuz. 22.55—23.00 Nieuws. VOOR DINSDAG 19.00 Olympische Winterspelen 1960. 20 00 Journaal en weeroverzicht. VARA: NTS: Speelfilm. 20 20-21.50 Advertentie Doelstraat 19 - Haariem Tel. 15232 KWASTEN-PENSELEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 5