Nederlands Danstheater met twee balletten van Cramér Mozaïekschilder Ant. Molkenboer in Haarlem overleden De nationale Frederik van Eeden-herdenking I960 Het Nederlands Ballet in de Stadsschouwburg Otto Ackermann in Bern overleden DONDERDAG 10 MAART 1960 15 Werk van Modigliani op zolder weggehangen „In t Goede Uur Bernine Stuart Engelse, lof voor Jaap Spigt en Frans Bruggen Amerikaanse critiek op Oberammergau Ho/lands Strijkkwartet terug uit Amerika WITTE TANDEN DROPiiilliiil!!li|:iSyU:HHU:::::=»=™ begin van dit jaar door het Nederlands Ballet in Monte Carlo ten doop gehouden AL ELE KEREL1 heb ik mogen opmerken, dat Galerie Espace een Zóveel betere keuze maak! dan het geval i.s bij de samenstellers van tentoon stellingen in musea. Het bestaan van een gezonde kunsthandel eist dan ook meer zorg. Men is verantwoordelijk voor een eigen zaak, men verliest gemakkelijker een naam; men houdt mogelijk ook meer van schilderijen en beeldhouwwerken als men een voor Nederland zo moeilijke zaak aangaat. Verstandig is het een eigen gezicht te vertonen. Bij een bepaalde gerichtheid moet. verder in de eerste plaats op kwaliteit gekozen worden. Men moet immers de eigen waar kunnen verdedigen? En dat liefst, van harte. Te zeer is hier in Nederland het. beslaan van enkele kunsthandels afhankelijk van de verhuur van expositieruimte en dat brengt met zich mee dat de leiding van hetokken zaken niet altijd achter het geëxposeerde kan staan, liet is voorts belangrijk ook dat de kunsthandelaar zelf kiest omdat, de kunstenaar soms last. heeft van een zeker gebrek aan afstand tot het eigen werk, zeker wanneer het net uit zijn handen kwam. Zij had een te lange hals „Zij had een te lange hals wat de lach lust van ieder opwekte en daarom heb ik haar jarenlang op mijn zolder bewaard", zo verklaarde Stephen Harrison, eigenaar van een schilderij met de signatuur Modigliani, getiteld „Portret van een meisje". Het doek zal op 29 juni op de veiling van Sotheby in Londen verkocht worden. De directeur van dit veilinghuis, Wilson, schat het schilderij op 60.000 gul den. De eigenaar had het 25 jaar geleden voor nog geen duizend gulden verkocht. Milly Gramberg en Jaap Flier in Balada PortugueSa. lijk met een élan alsof deze kinderlijke spelsymbiose 'n opzienbarende noviteit is geeft bij het. maken van zijn keuze uit. drie huwbare dochters de voorkeur aan de ge rijpte gratie van hun moeder, die in zijn vrijage van harte meegaat, voor welke schending van de eerbaarheid hij door de beledigde jonge vrouwen met de dood wordt gestraft. De diverse aspectveran deringen voltrekken zich op muziek van Maurice Ravel met de bestudeerde regel maat van saaie schoonheid, waaraan ten hoogste alleen iets schilderachtigs is te beleven. Als bijzonder kenmerk zou ik weinig meer dan het veelvoudig draaien op de platte voet weten te vermelden. Van de medewerkenden onderscheidde Han- nie van Leeuwen zich als de weduwe met uit ingetogenheid bevrijdende passie door een fraai geprofileerde plastiek. Franz Deckwitz ontwierp de aankleding en had vooral een gelukkige hand bij het vervaar digen van de hoofdtooi. VAN DEZELFDE CHOREOGRAAF, die hiervoor pianomuziek van Domenico Scar latti gebruikte, kregen de toeschouwers „Truffaldino" als vrolijke finale voorge speeld. Dit. is een nogal flauwe aardig heid met veel hopsaheisa van standaard figuren uit de commedia dell'arte, waarin Willy de la Bye en Charles Czarny voort varend als gangmakers optreden. Als pan tomimische oefenstof in typeringskunst heeft een dergelijk ouderwets divertis sement misschien enige zin, maar overi gens lijkt het meer voor het onvolwassen publiek van „Scapino" geschikt. Intussen is het Nederlands Danstheater druk bezig andere nieuwe aanwinsten voor vertoning gereed te maken: vrijdag wordt in Am sterdam de première van „Rooms" door de Amerikaanse Anna Sokolow gegeven en op 31 maart houdt in Scheveningen de ar tistieke leider Benjamin Harkarvy zijn „Primavera" ten doop. David Koning De nationale manifestatie wordt geor ganiseerd door een comité, dat is inge steld door het vijfentwintig jaar oude Fre- derik van Eedengenootschap, dat door dr. Nico van Suchtclen is opgericht en tot doel heeft de uitgebreide nalatenschap te ordenen en catalogiseren en door bij eenkomsten en publikaties de herinnering aan de schrijver te verlevendigen en te verdiepen. Na dr. Van Suchtelen is prof. Asselbergs voorzitter geweest van het ge nootschap, dat thans geleid wordt door dr. H. W. van Tricht uit Eindhoven. De laatstgenoemde is voorzitter van het Na tionaal comité Frederik van Eeden-her denking, waarin verder zitting hebben K. van de Put. Antwerpen (secretaris): Pe ter van Eeden, Amsterdam (vice-secrc- taris); ing. H. van Eeden. Soestdi.jk (pen ningmeester); en als leden: dr. P. .1. Meertens, Amsterdam: Wim J. Simons, Amsterdam: Gerrit Borgers, Den Haag: Joh. M. Coffeng, Amsterdam; dr. M. E. Kluit, Amsterdam en G. Zijlstra, Hilver sum. In het ere-comité hebben zitting minis ter Cals, zijn Belgische collega Ch. Mou- reaux, de Belgische gevolmachtigde mi nister voor culturele betrkekingen, J. Kuypers, staatssecretaris mr. Y Scholten, mr, H. J. Reinink, dr. M. J. Prinsen, mr. G. van Hall, mr. O. P. F. M. Cremers, .1. C. Haspels (burgemeester van Bus- sum), prof. dr. Martin Buber, Upton Sin clair en prof. dr. L. E. J. Brouwer. Voorts is er een comité van aanbeveling waarin meer dan honderdtwintig personen zitting hebben genomen. In dit herdenkingsjaar zullen op vele middelbare scholen lezingen over Frede rik van Eeden worden gehouden. Op 3 april zal via de radio een door Bernard Verhoeven geschreven klankbeeld worden uitgezonden. Voorts zal De Kleine Johan nes in drie hoorspelafleveringen worden uitgezonden. Er komt een speciale uitga ve van het Frederik van Eeden Genoot schap, volgend jaar zal door dr. Van Tricht en drs. H. Prick de briefwisseling tussen Van Eeden en Van Deyssel in het licht worden gegeven. Deze maand nog verschijnt een uitgave van De Beuk met caricaturen van Van Eeden en spotgedichten op hem; eveneens bij De Beuk verschijnt een boekje van Wim Simons over Van Eedens Amerikaan se reizen, onder de titel van een zijner to neelstukken „Het Paleis van Circe", waarin Van Eeden de Amerikaanse socie ty hekelde. Bij Desclóe. De Brouwer ver schijnt een door Wim Simons geschreven biografie van Van Eeden. De expositie zal, na in Haarlem gehou den te zijn, naar Leiden of Rotterdam, en vervolgens naar Eindhoven, Hasselt en Antwerpen overgebracht worden. De op zet van de expositie is Van Eeden „in al zijn kracht en veelzijdigheid" te tonen. De expositie is in vijf perioden verdeeld: jeugd en studiejaren; de psychiatrische praktijk te Amsterdam; de Waldenperio de: de Amerikaanse reizen en tenslotte de huldiging bij de zeventigste verjaardag van Van Eeden. Het Genootschap is doende de uitgave van Van Eedens verzamelde werken voor te bereiden in tien a twaalf delen van elk achthonderd pagina's. Subsidie van het Rijk is aangevraagd. Het is pas bij Espace, dat ik enige ge negenheid voor het werk van Appel begon te koesteren. En ik zag nog niet een mij zo overtuigend schilderij van hem als zijn „Koeien in polder," dat met. verscheide ne andere aanwinsten van deze kunsthan del tot 20 maart geëxposeerd wordt. Even denkt men aan Benners Friese land schappen, voor mij het beste dat deze fi guur tot nu toe maakte. De vergelijking valt ten voordele van Appel uit. Dit werk versterkt mij in mijn overtuiging dat Ap pel van invloed op Benner geweest is. Het is een zeer Hollands schilderij en het ge tuigt van dat gezonde gevoel voor kleur, dat onze tjalkschippers wel eigen was. Naar vorm is dit werk ook krachtig als deze zo zeldzaam geworden schepen. Het pleit ook weer voor Appel, dat hij dit even oudere schilderij niet graag losliet. Het be wijst dat hij maar niet „aanrotzooit" en zich wel degelijk bezinnen moet op eigen kwaliteiten, al zal zijn gedrevenheid hem wel eens een belemmering daarin zijn. Deze aanwinst ondersteunt dus weer eens te meer mijn geloof in Espace, ook al voel ik niet altijd met alles hier con tact. Zeer dicht bij het mij zo overtuigen de schilderij van Appel komen een twee tal andere ook even oudere werken van hem. Ik geloof het goed voorzichtig te zijn met het beoordelen van een recenter doek van zijn hand. Moeilijker is mij het con tact te vinden met werk van Alechinsky, die wel evolueerde, maar wiens composi ties zoals die van vele tijdgenoten te druk zijn. Men kan hieruit, een louter persoon lijke voorkeur lezen. Te druk ook was me een en ander van' Jorn, maar het dwingt me meer tot kijken dan diens louter ,,ta- chistische" werk, dal ik op de expositie der vitalisten ontmoette. In zijn hierver- toonde werk heeft hij duidelijk iets te ver tellen. Van de voor Groningen in aantal beperkte expositie „Keerpunten" kon overgenomen worden een fijnzinnig schil derij van Nanninga. Van Corneille genoot, ik het meest een gouache van of in de geest van zijn laatste tentoonstelling bij Ëspace. Mogelijk dat. na mijn bezoek aan Espace nog een werk van hem is aange komen. „IN 'T GOEDE UUR" zijn dan deze maand etsen te zien van de door mij al zo aanbevolen jonge kunstenaar Henk Huig. Wie het werk van Veldhoen hier ge noten mocht hebben mag ook deze expo sitie niet missen. Beide kunstenaars staan dicht bij elkaar. Zorgvuldigheid is een van hun kwaliteiten. Huig moet dat al heel vroeg vertoond hebben. Die zorgvuldigheid wordt ook bij hem nergens een angstige. Zin voor het de tail staat in geen enkel ding het uiten van zijn gevoel voor ruimte in de weg. Wan neer in een zeker door Huig gezien stads deel juist enige beslotenheid typisch voor de sfeer is, dan benadrukt hij die beslo tenheid nog door de ruimte er boven, in de lucht, die achter de gevels door gaat. Gelijk vele jongeren vertoont Huig de enigszins romantische voorkeur voor de randen, de even rommelige en ook ka le melancholieke randen van de grote stad. Maar in zijn overgave aan de een zaamheid daar is hij nooit sentimenteel. De behandeling van de stof is een be heerste. Het soms zelfs dramatische ka rakter van zijn prenten getuigt van een echte visie. Uiterlijke effecten zijn Huig vreemd. Hij misbruikt zijn techniek niet.. Misschien dat deze jongere minder moeite met zijn tijd heeft dan zovelen die zich op eigentijdse vormgeving bezinnen en experimenteren om bij of zelfs voor te zijn. Wat betreft 'zijn componeren in zwart grijs en wit is hij even „modern" te noe men als sommige abstracte grafici. Zijn onderwerpen staan een zeer eigen beheer sing van het gegeven vlak niet in de weg. Bij die onderwerpen vindt men dan de genoemde rand van de stad. Amsterdam, hetzij in het nieuwe West of nog in het oude: men ontmoet zijn prenten van ge slachte dieren in het abattoir, van plek ken in de duinen, waar ook Veldhoen werkte, van de Deltawerken en een enkel naakt en portret. AAN DE H.W. MESDAGLAAN 17 te Heemstede exposeert tot. 21 maart Berni- ne Stuart „moderne aquarellen". Moet ik in deze aankondiging een waarschuwing misschien lezen aan hen. die niet zo op „modern" gesteld zijn? Waarom ook be zoekers aan een particulier huis verlegen te maken met iets, dat men niet zocht. Uw verslaggever kent die verlegenheid. Zijn voorkeuren of het tegendeel daarvan, zijn altijd duidelijker wanneer het kunst geldt, waarbij enige afstand mogelijk is. (Var onze correspondent in Londen) Het duo Frans Brüggen. blokfluit en Jaap Spigt, clavecimbel heeft in de Wig more Hall in Londen, waar het in de win- terserie van Nederlandse concerten optrad, "en groot succes geboekt. Jaap Spigt moest op het. laatste ogenblik invallen voor Janny an Wering, die door ziekte Verhinderd was naar Engeland te gaan. De „Times" is geestdriftig over Brüggens ■pel en schrijft dat het een genot was te 'uisteren naar de door hem ten gehore ge- •rachte. in Engeland tot nu toe nooit uit voerde oud-Nederlandse variaties van "ocob van Eyck op John Dowland s prach- gen lied „I saw my lady weep". De „Daily Telegraph" noemt: Brüggen misschien wel de beste blokfluitspeler van -ze tijd"! Dé critici, op dit concert aanwezig, had hjkbaar de speciale mededeling niet be- eikt, dat Janny van Wering niet aanwezig kon zijn, met als merkwaardig gevolg, dat zij Jaap Spigt betitelden als „de heer" Janny van Wering, zodat Spigts naam helemaal achterwege bleef.... Serge Lifar's jongste ballet „Othello' en bij die gelegenheid door David Ko ning in dit blad besproken heeft gister avond zijn Haarlemse première beleefd, in een goed-bezette Stadsschouwburgzaal. Voor mij was het de eerste kennismaking met deze nieuwe aanwinst van het Neder- Leider van Keulse Opera Woensdag is de Zwitserse dirigent Otto Ackermann in zijn woning te Bern over leden. Hij was 51. Hij leed aan een ern stige ziekte. Ackermann is in Boekarest geboren. Toen hij achttien jaar was, werd hij be noemd tot dirigent van de Opera in Düs- seldorf en vijf jaar later werd hij eerste dirigent van de Opera in Brno. Sedert 1935 leidde hij het orkest van de opera van Bern. Ackermann heeft in Italië, Frank rijk en Spanje geconcerteerd. Van 1947 tot 1953 was hij ook eerste dirigent van de staatsopera le Wenen en sedert 1953 „ge- neralmusikdirektor" van de opera in Keu len. Ackerman heeft veel opera's en con certen geleid voor de radio in Oostenrijk, Italië, Zwitserland, België en Frankrijk. „De passiespelen van Oberammergau hebben een antisemitisch karakter en de organisator, Georg Johann Lang, is een oud-nazi", aldus prof. Robert V. Davis, hoogleraar aan de Columbia University van New York. Prof. Davis schreef dit. in „Commen tary", een maandblad van het Amerikaan se Joodse comité. Lang. die de spelen sinds 1922 organiseert, was één van de eerste nazi's van Oberammergau. Hij heeft tot zijn verdediging aangevoerd, dat hij lid van de nazi-partij werd „om in staat te kunnen zijn mijn werk voor de spelen voort te zetten....". Hij ontkende, dat de passiespelen antisemitisch zijn. „Zij wer den geschreven door rooms-katholieke priesters en de abt van het klooster Ettal heeft vorig jaar nog de teksten van 1815 en I860 doorgenomen". In mei beginnen voor de 35ste maal sinds 1634 de eerste opvoeringen. lands Balletrepertoire, een kennismaking die nogal wat vragen opwierp. De belang rijkste daarvan luidt, hoe de befaamde choreograaf inspiratie heeft kunnen putten uit de kleurloze, onbeduidende muziek die Maurice Thirier voor dit ballet schreef, muziek die niet slechts gespeend bleek te zijn van vrijwel alles wat naar een eigen stijl of karakter zweemt, maar soms zelfs ronduit kitscherig aandoet. Voor deze ene keer was de geringe begeleiding door de twee „huispianisten" van het Nederlands Ballet dan ook eerder een voordeel dan een handicap, want bij een volledig orkest volume zou de trivialiteit van deze mu ziek zich stellig nog veel hinderlijker op gedrongen hebben. Othello is stellig niet een van Lifar's sterkste werken. De opbouw is weinig harmonisch of evenwichtig en wat vooral stoort is de geringe gevoelsbinding tussen de solistische verrichtingen en die van het corps de ballet. Het laatste vervult voornamelijk de rol van een decoratieve randverseiring, zonder dat. er van veel functioneel verband met het dramatische (of zo men wil: melodramatische) gebeu ren sprake is. Hachelijk en weinig toepas selijk zijn ook de gedanste proloogjes der soldaten en hovelingen op het voortoneel aan het begin van de twee laatste acten, waarin bovendien de „feestelijke" kos tuums der hofdames gazen dansjurkjes in limonadekleuren rijkelijk carnava lesk aandeden. Van de voornaamste solis ten wordt aan de andere kant fysiek en mentaal het uiterste geëist, met vaak geen ander doel dan een zo volledig mogelijke demonstratie te geven van geacheveerd technisch kunnen. Soms echter, zoals in de minnerazernij- solo van Jago (Peter Reilly) wordt het briljante vuurwerk van hoge sprongen, ra zendsnelle wendingen en andere bijna- acrobatische krachttoeren ineens een ob sederende uitbeelding van hartstochten en oerinstincten en dan herkent men de duivelskunstenaar Lifar weer. Er was spanning, en er viel toch zeer veel te ge nieten in het boeiende spel van lijnen en bewegingen, met Sonja van Beers als een etherisch-onschuldige Desdemona en Bil ly Wilson als een in zijn wraaklust en wanhoop geweldige Othello. De avond werd geopend met een gave, nu volkomen ingedanste Giselle van Perrot-Adam, met een nieuwe, alleszins bevredigende bezet ting der solopartijenJoan Cadzow als een tragisch-irreële Giselle, Leonie Kramer als een kil-schitterende Williskoningin en Poter Appel als een extatische Albrecht. Hoogtepunt van de avond was de Suite en Blanc, van Lifar-Lalo, naar mijn gevoel nog altijd een der beste en feestelijkste werken in het répertoire van dit ensemble. Uitblinkers waren hier .Joan Cadzow, Ro bert Morrow en Peter Reilly in de pas-de- trois, Irene de Vós in Variation. Andrea Jungen als La Cigarette, alsmede Sonja van Beers en Peter Appel in de befaamde pas- de-deux aan het slot. Herman Croesen Sonja. van Beers en Peter Appel in de pas-de-deux uit Serge Lifar's „Suite en blanc" tijdens de uitvoering van het Nederlands Ballet in de Haarlemse schouwburg. In de afgelopen nacht iè in de Maria- stichting te Haarlem op 87-jarige leeftijd overleden de kunstschilder Ant. H. J. Mol kenboer. De heer Molkenboer, Leeu warder van geboorte, ging reeds vroeg naar Amsterdam, waar zijn vader tot di recteur van de Rijksnormaalschool voor tekenonderwijs benoemd werd. In Am sterdam bezocht hij de HBS, de Normaal school en de Rijksacademie voor Beelden de Kunsten. Daarna zette hij zijn studies voort aan de Academie Julian te Parijs en de Students League te New York. Zijn eerste grote werk was „Mencelijn", een sprookje, dat aanleiding werd hem te belasten met de artistieke verzorging van lustrumfeesten te Utrecht, Leiden, Gronin gen en Delft. In Amerika ontwierp de overledene wandschilderingen evenals in Hamburg en Los Angeles. Na zijn terugkeer vestigde hij zich eerst in Amsterdam, vervolgens in Den Haag en tenslotte in Haarlem. In ons land werden hem wandschilderingen opgedragen in het St. Franciscus gast huis te Rotterdam en het AVRO-gebouw te Amsterdam. Later ging Ant. Molken boer zich toeleggen op mozaïek. In die techniek voerde hij onder meer werken uit in de kerk van St. Antonius abt te Sche veningen. in het seminarie te Warmond, De in de afgelopen nacht overleden m.ozaïekschilder Ant. Molkenboer bij het gedenk-mozaïek, dat hij vervaar digde ter nagedachtenis aan prof. Jos. Alberdingk Thym. in het gebouw van de Rotterdamse Lloyd te Den Haag, in de St. Magdalenakerk te Amsterdam en in de kerk te Beverwijk. Lange tijd is voorts een wapen-mozaïek van de kunstenaar Molkenboer het middel punt geweest van de bloemenhulde, die aan de Dreef te Haarlem gebracht werd ter ere van de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Voorts vervaardigde Ant. Molkenboer in de laatste jaren van zijn leven nog mozaïeken voor de r.-k. kerk te Monni kendam, voor de basiliek St. Bavo in Haar lem terwijl ook zijn „Gysbreght van Aem- stel"-mozaïek in de Amsterdamse stads schouwburg niet onvermeld mag blijven. De heer Molkenboer werd in 1950 door de Franse regering benoemd tot ridder in het Legioen van Eer als erkenning voor zijn werken in en voor Frankrijk. Voor beelden hiervan zijn het Franse oorlogs monument te Kapelle in Zeeland en de koormozaïeken „Le tombeau de St. Fran cois de Sales" te Annecy. De nationale Frederik van Eeden-hcrdenking vangt op zaterdag 2 april op drie april is het honderd jaar geleden dat de schrijver te Haarlem geboren werd in het Stedelijk Museum te Amsterdam aan met een bijeenkomst, tijdens welke prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs en prof. dr. G. Stuiveling het woord zullen voeren res pectievelijk over De hoofdmotieven in het letterkundig werk van Frederik van Eeden, en Frederik van Eeden en De Nieuwe Gids. De avond tevoren zal de wet houder voor Kunstzaken te Amsterdam, mr. A. de Roos, dan de herdenkingsexpositie geopend hebben in het museum Willet-Holthuysen te Amsterdam. Deze expositie zal zoals wij reeds bericht hebben van 27 mei tot 27 juni in het Huis Van Looy te Haarlem te bezichtigen zijn, waar zij wordt gehouden onder auspiciën van de Vereniging Haerlem, de Stichting Het Huis Van Looy en de sociëteit Teisterbant. Van 6 tot 24 mei is de tentoonstelling in Hilversum. Op woensdagmiddag 6 april is er een kranslegging bij het beeldje „De Kleine Johannes" aan de Kom van Biegel te Bussum. 's Avonds is er een herdenkingsbijeenkomst te Bussum, waar dr. Arnold Saalborn een rede zal houden en enige gedichten van Van Eeden zullen worden voorgedragen. Dr. Saalborn zal ook in Haarlem spreken en wel over de relatie Haarlem-Van Eeden. Aan de expositie in Haarlem zal een aantal documenten worder toegevoegd die de vriendschap tussen Van Eeden en Jacobus van Looy betreffen. „Koeien in polder" van Karei Appel Wanneer door gebrek aan afstand het oor delen moeilijk wordt, is het zaak te speu ren naar achter de resultaten schuilende vermogens om langs schilderkunstige weg iets te zeggen. Men verlangt dan in ieder geval een beheersing van de tech niek van het neerzetten van de verf. Zelfs wil ik erkennen dat met het toeval nog wel wat te doen valt in die zin. dat uit het toeval mogelijk iets geboren kan wor den. Mogelijk gaat Bernine Stuart uit van de wel meer geuite opvatting dat een aquarel moet ontstaan met veel water, met veel wassen en plassen. Dan nog ver toont zij niet de beheersing van het ma teriaal, die schilders uit de Flaagse school aan de dag legden. Want zij wisten de ef fecten precies daar te verkrijgen, waar zij die wensten. En verder geloof ik hele maal niet in die voorwaarde. Men kan di recter op hel doel afgaan. Gezien haar minder gewassen aquarellen beschikt Ber nine Stuart echter niet over de middelen daartoe. Ik neem namelijk aan dat zij iets goeds wil vertellen, maar acht de resul taten rondweg lelijk om te zien. Bob Buys Het Hollands Strijkkwartet is van een grote tournee door de Verenigde Staten en Canada teruggekeerd. Het kwartet, be staande uit Paul Godwin, Nap de Klijn. Jaap Schroder en Carel van Leeuwen Boomkamp heeft gedurende twee maan den 46 uitvoeringen gegeven. De programma's waren zeer gevari eerd zo verklaarde Nap de Klijn zij bestonden uit werken van Beethoven. Mo zart. Schubert, Ravel, Havdn en Mendels sohn. maar ook Nederlandse componisten als Flothuis en Pijper zijn aan bod geko men: en verder nog Hindemith en vele an deren. Het Hollands Strijkkwartet zal wel licht in de herfst van het volgend jaar op nieuw naar Amerika vertrekken. ..Dan echter onder de naam „Het Nederlands Strijkkwartet", zei Nap de Klijn, „want van nu af willen we het woord Hollands voor onze naam niet meer horen". OP DE AVOND dat het Nederlandse Ballet de eerste uitvoering in Haarlem gaf van „Othello" door Serge Lifa'L waar van de creatie tc Monte Carlo heeft plaats gehad, bracht het Nederlands Dansthea ter in de Rotterdamse Schouwburg als no viteit. „Balada Portuguesa" van Ivo Cra mér voor het voetlicht. Het laatstgenoem de ensemble werkt ongetwijfeld bijzon der hard. Dat blijkt reeds uit het feit dat het repertoire van deze in september be gonnen groep behalve een vijftal duetten aan het einde van deze maand twaalf ba- letten zal omvatten, waarvan- men de meeste gedurende de rest van deze week in het theater Carré te Amsterdam kan leren kennen. Het blijkt verder uil de ver zorging der voorstellingen, die getuigen van gedisciplineerde animo, ook bij de voorbereiding. Maar de artistieke resulta ten dragen nog weinig bij tot. verzoening met de afscheiding van het gezelschap van mevrouw Sonia Gaskell, dat zich op een veel hoger en interessanter niveau met een aanzienlijk ruimer perspectief be weegt. Neem nu alleen onze eerste balle rina, Marianna Hilarides: wat doet zij anders dan het enerzijds vervullen van betrekkelijk ondergeschikte rollen (welke gedwongen bescheidenheid op zichzelf geen kwaad kan) en het demonstreren in de ene pas-de-deux na de andere dat haar technische capaciteiten er beslist niet op vooruitgaan? Waarbij men dan moet be denken, dal zij onder de voor de bloei van haar talent noodzakelijke hoede van haar leermeesteres in de grootste Europese cultuurcentrums in meesterwerken van vroegere en hedendaagse choreografie haar edelste vermogens zou kunnen heb ben laten schitteren. DOCH GENOEG HIEROVER, want het behoort tot. de taak van de criticus om een voorstelling op haar eigen mérites te be oordelen. De bovengenoemde „Portugese ballade" is kenmerkend voor de in Zwe den nagestreefde synthese van expressi viteit in de trant van Kurt Jooss en de in academische traditie gevormde bewe- gingsmiddelen. Zoals de titel aangeeft, ligt er een lyrisch uit een dramatische situa tie ontwikkeld verhaal aan ten grondslag. Een Cavalier (hij verschijnt in de gedaan te van Jaap Flier als man en paard tege- Advertentie

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 15