raxra
REVUE
Tweemaal Tennessee Williams
bij toneelgroep Puck
N.O.G. met de Dollarprinses
De negen Muzen
Amerikaanse violiste Anka Maria
Moraven speelde in Renaissancezaal
„De ramp van Naarden"
op oud schilderij ontdekt
Man van toen
VRIJDAG 11 MAART 1960
Symbool van honderd jaren vakmanschap
Russische visie op
Pasternak
Engelse grafiek in Boymans
Man van nu...
Dat een baby zonder mond-maag ver
binding wordt geboren, komt - ge
lukkig - maar héél zelden voor. Maar,
dat moderne chirurgen dan nog in
staat zijn, voor zulk een, ten honger
dood gedoemd kindje een goed func
tionerende slokdarm te produceren,
dat grenst wel aan het wonderbaar
lijke! U kunt hiervan getuige zijn,
De volgende week in
EEN BLAD WAAR PIT IN ZIT!
RX RevuePostbus 497, Amsterdam
Muzikale Speurtochten
in Haarlems Historie
door
3os. de Klerk
Een bundel van los. de Klerk's muziek
historische artikelen, die vroeger In
onze bladen zijn gepubliceerd. 80 Blad
zijden, geheel op kunstdrukpapier, ver
lucht met 20 illustraties, gekartonneerd
Prijs 0.75
Verkrijgbaar aan de kantoren van ons
blad en bij het Concertbureau Alphe-
naar, Kruisweg 49, Haarlem.
Advertentie
Parijse première. Het eerste toneel
stuk van Frangoise Sagan, „Kasteel in
Zweden", heeft gisteravond zijn Parijse
première beleefd. Te oordelen naar het ap
plaus was deze première, die onder meer
werd bijgewoond door Ali Khan, de voor
malige Franse minister van Voorlichting
Roger Frey, modekoning Yves Saint-Lau
rent, toneelschrijver Jean Anouilh en film
producer Anatole Litvak, een succes. Het
stuk, dat al eerder buiten Parijs was opge
voerd, werd in het Théatre De Latelier ge
bracht door André Barsacq. De schrijfster
woonde de voorstelling bij en werd na af
loop door velen gecomplimenteerd.
Veiling bij Sotheby. Op 29 juni zullen
bij Sotheby's in Londen de laatste schilde
rijen uit het bezit van de legendarische
familie Duveen geveild worden. De bijna
zeventig doeken van moderne meesters
waren het eigendom van wijlen Ernest
Duveen, die in december 1959 stierf. Hij
was de broer van de handelaar en ver
zamelaar Lord Duveen. De collectie omvat
een portret van Modigliani, een sneeuw-
gezicht van Monet, een vrouwenportret
van Mary Cassatt, de tuin van de artiest
van Bonnard, een felgekleurd bloemenstil-
leven van Chagall, een landschap van De
Stael. een bosgezicht van Segonzac, een
Renoir en een Degas.
De toneelgroep „Puck" heeft de op
voeringsrechten van een der nieuwste
stukken van Tennessee Williams ver
worven. Donderdag verscheen „Sudden
ly, last summer.onder de titel „Ver
leden zomer" op de planken van het
Centraal Theater in de vertaling van
Walter Kous, de regisseur. Men kon daar
bij kennismaken met het werk van een
nieuwe decorontwerper, Herman Gol
flijn, dat bij het opgaan van het doek
(eerder kon het niet) door enkele toe
schouwers geestdriftig werd begroet.
Tijdens de voorstelling was er veel ge
kuch en gekraak, na afloop langdurig
applaus.
Tennessee Williams voelt zich blijkbaar
gelukkig bij de gedachte, dat wie eens
een dichter werd genoemd altijd een dich
ter blijft. De dramaturg van het gezel
schap, Hans Roduin, vindt dat ook. Hij
heeft ter inleiding in het programma on
der meer de volgende waardering laten
afdrukken: „Williams moet choqueren.
Een getuigenis zou overbodige luxe zijn,
zij ontbreekt dan ook. Onthulling is hem
genoeg. De realiteit verschijnt bij hem in
overspannen randfiguren, vastgeworteld
of totaal ontworteld in een overspannen
samenleving: de zuidelijke staten". Nu is
het naar mijn mening zo, dat zijn eerste
grote successen met „Glazen speel
goed" en „Tramlijn Begeerte" vooral
werden behaald dankzij de schokwerking
van het gedurfde op een doorgaans ver
borgen gebied (letterlijk en figuurlijk: de
zelfkant van de samenleving in New Or
leans en de even duistere uithoeken van
de ziel). Hij verving de analyse van het
psychologische door demonstratie van het
pathologische. Dat was zijn goed recht,
dat hem aanvankelijk de reputatie van
eert indringende persoonlijkheid verschaf
te. Maar al spoedig ging hij de weg van
alle romantiek: om aan de verwachtingen
van het publiek te beantwoorden moest
hij steeds sterkere verhalen opdissen,
krassere sensaties aandragen, grovere
prikkels verschaffen. Kon hij eerst reke
nen op de verrassing van het ongewone,
thans moet hij zijn toevlucht nemen tot
het abnormale (in de zin van het ver
ziekte). Het poëtische daarbij is dat hij
in retorische beeldspraak stijlbloemen
van burgerlijke schoonheid laat ontluiken
op een bodem van zwoele verrotheid.
In dit geval is de „natuurlijkheid" niet
verlengd tot het bovennatuurlijke, zoals
de romantische ti'aditie het wil, maar tot
het tegennatuurlijke. De onzichtbare
(want voor hef begin van het stuk reeds
vermoorde) hoofdpersoon Sebastian Vena-
ble maakt door de bekentenis van zijn
nicht een postume loutering door in
dier voege dat zijn vuile was door het sop
van tranen der nabestaanden wordt ge
haald. Zijn familie deformeert zijn nage
dachtenis tot een mythe, waarin hij als
een heilige strever naar volmaaktheid kan
blijven voortleven. Door toepassing van
een narco-analyse op de gezellin van
zijn laatste reis komt echter de waar
heid aan het licht: hij was een decaden
te estheet, een immoralist. In de doorwer
king van dit thema heeft Tennessee Wil
liams in verhevigde mate dezelfde ele
menten als in vorige stukken gebruikt: de
moederbinding, de homoseksualiteit, het
oerwoudmotief. Zoals de badkamer uit
..Tramlijn Begeerte" werd uitgebreid tot
Atlantische Oceaan, zijn in „Verleden zo
mer" alle symbolische motieven hier
monsterlijk gezwollen. Hoewel toegegeven
moet worden dat hij voor het bereiken
van sterke scènes effectieve toneeltaai
voorschrijft, is het alleen dramatisch in
overdrachtelijke trant. Het bestaat im
mers in feite uit twee lange verhalen:
een bijna een half uur durende uiteenzet
ting in een slechts enkele keren onder
broken monoloog en een kunstmatig uit
gelokt (door een medische injectie gesti
muleerd) relaas aan het slot. Het karak
ter van de man, waar alles om draait,
Op een dinsdagavond gehouden lezing
voor studenten in de universiteit van Oslo,
heeft de Russische auteur Michael Sjolo-
ehev gezegd, dat hij Nobelprijswinnar Bo
ris Pasternak niet beschouwt als een be
langrijk poëet in de hedendaagse Russische
litteratuur. Wel noemde Sjolochov Paster
nak's vertalingen van, onder andere
Shakespeare, „van onschatbare waarde".
„Men heeft mij gevraagd naar het be
weerde gebrek aan vrijheid voor de Rus
sische litterator", aldus Sjolochov, „Ik ge
loof dat het beste antwoord hierop is het
'"eit van een voortdurend debat in de Sov-
:et-Unie over vele aspecten van litteratuur
m schone kunsten!"
De auteur pleitte voor meer vertalingen
an werk uit het buitenland in het Rus-
isch. Hij zag hoop voor een verbetering
■an de huidige situatie in de naaste toe-
omst. De Westelijke wereld zou volgens
Jjolochov meer te weten moeten komen
wer de moderne Russische verhaal- en
-lichtkunst. Sjolochov's bezoek aan Oslo
viel samen met de première van een film,
die is gemaakt naar zijn epos over de Don
kozakken.
Lady Godiva mèt kleren. Autoriteiten
van het gemeentemuseum van Coventry
in Engeland hebben geen belangstelling
voor een portret van Lady Godiva met
kleren aan. Een dergelijke voorstelling van
de middeleeuwse vrouw zou volgens hen
het publiek kunnen „schokken". „Wij wen
sen de legende geen geweld aan te doen",
aldus de directie. Lady Godiva verdiende
haar legendarische faam door een rit op
een paard in Coventry met niets om zich
te bedekken dan haar weelderige blonde
Schenkingen. Mevrouw Beata Miest-
chaninoff te New York, heeft aan de ge
meente Arnhem tot plaatsing in het ge
meentemuseum, aangeboden een kunst
werk, vervaardigd door wijlen haar echt
genoot, de in Rusland geboren beeldhou
wer Oscar Miestchaninoff, die een groot
deel van zijn leven in Parijs werkzaam is
geweest. Het kunstwerk is een ongeveer
vijfendertig cm hoge bronzen mannenkop.
Ook zijn aan de gemeente twee schilde
rijen ten geschenke aangeboden van de
schilder Dick Ket (1902-1940). Deze schen
king wordt een waardevolle aanvulling
geacht op, de zich reeds in' het gemeente
museum bevindende, collectie van vijf
schilderijen van deze schilder.
Cultuurgoederen. De regering der
Nederlandse Antillen heeft een besluit af
gekondigd, inhoudende een verbod van
uitvoer van goederen van archeologische
of andere cultuur-historische waarde, ten
zij daartoe dispensatie is verleend door de
minister van Cultuur en Opvoeding. Het
primaire doel van dit landsbesluit is
zo zegt de minister op de Antillen te
behouden wat van belang is voor de ar
cheologie van het land. Veel van onver
vangbare waarde is in het verleden reeds
naar elders verdwenen.
In de Renaissance-zaal van het Frans
Halsmuseum werd voor dertig toehoorders
een kamermuziekavond gegeven door de
Amerikaanse violiste Anka-Marie Mo
raven, begeleid door de pianist Kees Stein-
roth. Het is opmerkelijk hoe weinig be
langstelling er bestaat voor de door het
Haarlems Comité voor Kamermuziek ge
organiseerde avonden. Wellicht verdient
het aanbeveling deze concerten te ver
plaatsen naar de tuinzaal van het Ge
meentelijk Concertgebouw die sinds de
restauratie van hel interieur een zeer aan
trekkelijke omgeving geworden is voor het
beluisteren van kamermuziek; de akoe
stiek is er beter dan in hetmuseum en
bovendien beschikt men er over aange
namere stoelen. Dat met een dergelijke
verhuizing het probleem opgelost zou zijn,
wil ik echter ook niet beweren.
De violiste Anka-Marie Moraven opende
haar programma met een Sonate van de
achttiende-eeuwse Italiaan Francesco Ve-
racini. Hier bleek al direct dat zij over een
zeer ontwikkelde techniek beschikt en
tevens eigenlijk alles mist wat een instru
mentale voordracht tot een muzikale ge
beurtenis kan maken. Haar toon is groot,
het passagewerk gaaf, de violiste kent het
gehele repertoire van streek-mogelijk-
heden. Nu staat er natuurlijk nergens ge
schreven dat een instrumentalist per se
bewogen moet spelen, warm, ontroerend
of wat men maar wil. Men kan zich zeer
goed voorstellen dat iemand musiceert
met een superieure distantie die op zich
zelf, mits perfect beheerst, indrukwekkend
kan zijn. Daarvoor echter ontbreekt het
de violiste aan allure, haar spel is daar
voor te academisch, zij speelt viool zo goed
als een muzikaal begaafd mens het kan
leren. En dat maakt het bijwonen van zo'n
avond eigenlijk tot een bijster ongenoege-
lijke zaak.
„Poème" van Chausson was in deze fri
gide voordx-acht een naargeestig zeurderig
stuk. Het was trouwens een bijzonder on
dankbare opgave voor de pianist om de
transcriptie van de orkestpartij er met zijn
eigen kleur uit te krijgen; het gelukte Kees
Streinroth redelijk wel, waarvoor de vio
liste hem wel wat duidelijker in het ap
plaus had mogen betrekken. De Sonate in
A. opus 100, van Bi-ahms miste zowel het
„amabile" als het „grazioso" die hier zo
nadrukkelijk zijn voorgeschreven. Ook de
pianist schoot hier tekort in klankverschei
denheid en zijn linkerhand sprak in de bas
dikwijls niet goed aan.
Een Sonate van de in 1924 geboren Ame
rikaan James Beale completeerde dit pro
gramma. Een onproblematisch stuk, ge
schreven in het openliggende tonale con
trapunt a la Strawinsky dat men in Ame
rika veel aantreft (Copland). Geen slechte
muziek, maar van een soort die men ook
weer gauw vergeten is.
Jonge begaafde violisten als Anka-Marie
Moraven hebben wij in Nederland ook, en
sommigen met een meer ontwikkelde mu
zikaliteit. Het ware misschien juister ge
weest indien men één van hen de gelegen
heid had geboden op deze avond te con
certeren en aldus podium-ervaring op te
doen.
Sas Bun ge
In het prentenkabinet van het museum
Boymans-Van Beuningen wordt tot 28
maart een tentoonstelling gehouden, geti
teld „Edwai-d Gordon Craig en Engelse
grafiek van zijn tijd".
Deze tentoonstelling is gearrangeerd
naar aanleiding van een belangrije schen
king door de heer Jacob Mees van hout
sneden door deze Engelse meester, die als
grote vernieuwer van het theaterdecor
aan het eind van de vorige eeuw be
schouwd kan wox-den. Zijn werk bestaat
vooral uit toneel-figuren en scènes, maar
bevat ook een reeks geestige, gekleurde
houtsneden voor een boek van kinder
speelgoed. Van de overige kunstenaars
moet in de allereerste plaats Seymour
Haden genoemd worden, de grootste En
gelse etser-, die in zijn landschappen soms
de stemmigheid van een Rembi-andt-ets
zeer nabij komt. Verder vindt men etsen
en litho's van de Amerikaan James Mc
Neill Whistlei-, die wel eens met Rem
brandt op één lijn is geplaatst. Behalve het
werk van Craig, Haden en Whistier vindt
men nog litho's, gravures en etsen van
een groot aantal meesters, van Calvert en
Samuel Palmer tot Mac.Laughlan en
Austin.
Diny Sprock, Hennie Orri en Ellen de
Thouars in „Verleden zomer" van Ten
nessee Williams.
leert men alleen kennen uit een naver
telde situatie. Voor de andere figuren kan
nauwelijks iemand belangstelling hebben.
Een prestigewaarde poogt Tennessee Wil
liams aan zijn wei-ken te geven door de
invloed van zijn voorbeelden (Shakespea
re, Sofokles, Dostojewski, Dickens) merk
baar te laten doorschemei-en. Als men
dit keer ondanks alles toch een genie wil
begroeten, kan men zijn hoed afnemen
voor André Gide.
Walter Kous heeft alle mogelijke en
onmogelijke moeite gedaan om de wel
sprekendheid van de auteur tot gelding
te laten komen en ondei-vond daarbij ten
dele voorti-effelijke medewerking van de
twee voornaamste spreekbuizen van de
woordenstromen, te weten Nell Knoop als
de krampachtig haar illusies in stand hou
dende moeder en Henny Orri als de i-eis-
genote met weei-zinwekkende herinnerin
gen. De laatstgenoemde leverde een be
trekkelijk uitmuntende prestatie door bij
alle vei-warringen en duizelingen een door
dringende heldei-heid van toon te bewaren
en met terugwerkende kracht emotionele
bewogenheid te suggereren. Eric van In-
gen vei-vult de rol van engelachtige dok-
ter, die het geneesmiddel toedient.
Als toegift kreeg men na de pauze „De
liefdesbrief van Lord Byron" door de
zelfde Amerikaanse schrijver, een niet
onaai-dige éénakter, maar toch niet van
het formaat dat bij voorbeeld Thornton
Wilder in een soortgelijk genre wist te
bereiken. Het navei'tellen van deze nostal-
gieke zedeschets met een anekdotisch ka
rakter zou verraad van de lichte pointe
meebrengen en daarom moet worden vol
staan met de mededeling dat Sara Hey-
blom, Mai-ianne van Waveren, Ellen de
Thouars en Eric van Ingen niets hebben
nagelaten om de belangstelling levendig
te houden.
David Korting
Uitvoering Mattheus Passie. Onder
auspiciën der Zuid-Nederlandse Bachstich-
tig zal woensdag 23 maart in de St. Maar
tenskerk te Zaltbommel voor de 19de maal
de Mattheus Passie worden uitgevoerd. De
medewerkende koren zijn: het Koninklijk
Zaltbommels Mannenkoor, het dameskoor
Excelsior, het Brabants Kamerkoor en het
Tilburgs Kamerkoor en het jongenskoor
Soli Deo Gloria uit Tilburg. De solisten
zijn: Annette de la Bije sopraan, Aafje
Hei.inis alt, A. van Grinsven tenor, David
Hollestelle bas, Leo Ketelaars bas en Lau
rens van der Werf voor de kleine baspar
tijen. Het orkest is het Rotterdams Kamer
orkest met zeven instrumentale solisten.
Advertentie
Bij restauratiewerkzaamheden van his
torische schilderijen van de hand van
Naardense schilders en deel uitmakend
van de inventaris van het Naardense raad-
huis, is gebleken dat een uit 1670 afkom
stig schilderij ivas overgeschilderd. On
der de verf bleek zich een interessant iverk
te bevinden van een tot nu toe onbekend
schilder. Mogelijk heeft men hier te doen
mei een schilderij, voorstellende de ramp
van Naarden in 1572, van een schilder uit
die tijd. Het is de weergave van Naarden
met tot nu toe onbekende gegevens. Het
huidige schilderij, waaronder zich het
oude bevindt, is geschilderd in het begin
van de 17de eeuw.
De restauratie van de schilderijen werd
uitgevoerd door de Haagse restaurateur,
de heer N. van Bohemen. Men heeft ad
vies gevraagd aan de rijksinspecteur van
roerende monumenten, de heer D. F. van
Lunsingh Scheurleer, die de raad gaf het
oude schildei-ij bloot te leggen. De burge
meester van Naai-den, de heer N. Cramer
gaf een nadere toelichting op de vondst.
Bij het restaureren in 1949 van het raad
huis heeft men een aantal oude schilde
rijen gevonden, die men ter restauratie
heeft gegeven. Het werk, waar het thans
om gaat dateert vermoedelijk van 1601.
Het is thans voor een kwart ontdaan van
een korrelige verflaag en men heeft, reeds
nu een detaillering gekregen van onbeken
de bijzonderheden van één van de oudste
vestingwerken van ons land. Het blijkt na
melijk, dat Naarden in vroeger jaren om
geven was door vaste hoge muren in ver
band met wijngaarden. Een verhaal, dat
men wel eens eerder had gehoord, maar
waarvan men nooit de waarheid heeft kun
nen achterhalen. Thans is dit verhaal be
vestigd, door het blootleggen van dit ori
ginele schilderij. Er kwamen op dit schil
derij drie molens en een ruiterfiguur te
voorschijn, maar men kan nu nog niet zeg
gen of het huidige fort Oud Molen aan de
ze molens zijn naam zou hebben ontleend.
Men heeft nu voor het eerst een, door
een tijdgenoot vervaardigd, beeld gekre
gen van de uitmoording van Naarden door
de Spanjaarden. Het schilderij moet ver
vaardigd zijn in 1617, zestien jaar nadat
men begonnen was met de bouw van het
huidige raadhuis. De gemeente heeft
thans opdracht gegeven het schilderij te
ontdoen van de huidige schildering.
Ruim een halve eeuw geleden werd te
Wenen de eei-ste opvoering gegeven van de
operette „Die Dollarprinzessin" van Leo
Fall. De operette had succes en omstreeks
het jaar 1925 beleefde zij haar zesduizend-
ste vertoning. In onze tijd is het theater
stuk niet meer zo in trek; een opvoering
ervan behoort althans tot de zeer zeldzame
gebeurtenissen en daarover behoeft men
waarlijk niet te treuren. Een natuurlijk
selectie-proces, dat met feilloze zekerheid
het kaf afzondert van het koren, heeft ook
deze operette met haar matige grappigheid
en haar goedkope, profanerende en kwet
sende „aardigheden" op de achtergrond ge
drongen. De muziek, die nu en dan wel
verdienstelijk klinkt, heeft de operette niet
kunnen redden van de devaluatie. En
evenmin heeft de opvoering, die het Nieuw
Operette Gezelschap donderdagavond in de
Stadsschouwburg te Haarlem van „De Dol
larprinses" gaf, aangetoond, dat het waar-
deringslot van de operette onrechtvaardig
of onverdiend genoemd moet worden.
De muziek van Leo Fall is niet zo gecom
pliceerd, maar nochtans stelt zij haar eisen
en, omdat het muzikale element in deze
operette naar verhouding in veel groter
mate vertegenwoordigd is dan het gespro
ken woord, wordt het voldoen aan die
eisen éen dwingende noodzakelijkheid.
Op het punt der muzikale verzorging is
de opvoering te kort geschoten. Het kan
zijn, dat de koren en de solisten te weinig
aandacht schonken aan de aanwijzingen van
de dirigent Matthijs Vos. Maar zijn direc
tie gaf toch ook vaak de indruk van een
te trage reactie op het verloop van de
koorzang en op de interpretatie van de
„solisten". Vele inzetten waren onzeker en
talrijk waren de ritmische ongelijkheden.
Onder deze omstandigheden kon het bege
leidende Haarlems Operette Orkest ook
weinig beginnen, de eenheid was in dit
anders zo hechte, ingespeelde en gerouti-
neex-de ensemble dikwijls zoek en van
enige inhoud van zijn spel was uiteraard
geen sprake. Men zal zich ten aanzien van
de muzikale uitvoeringsfactor bij N.O.G.
ernstig moeten gaan beraden.
Er werd door de verschillende vertolkers
der rollen vei-dienstelijk gespeeld. Leni
Cramer typeerde met natuurlijke vlotheid
de Dollarprinses Alice en kon daarbij ook
een goede zangstem laten horen. Sympa
thiek en charmant was Tini Kok als Daisy
Gray, ook in haar zingen. Ton Vreeswijk
maakte van de miljonair John Conder een
Amerikaan, die meer aan het gelukkige
toeval, dan aan zijn intelligentie zijn rijk
dom te danken had. Theo Jansma gaf een
goede, zelfs logische uitbeelding van Fredy
Wehrburg en van Friedl' Ahrendt zag men
een vlotte lenige typering van baron Von
Schlick. To Klein was als de circusartieste
Olga een bewust katje, dat niet zonder een
extra stel handschoenen aangepakt moest
worden en verder werden er nog kleinere
rollen naar vermogen gebracht en werd
er door een ballet gedanst. De prima-bal
lerina onderscheidde zich met de danser
Jan van Hemert in een sierlijke duo-dans.
P. Zwaanswijk
in de Gouden Eeuw geschilderd door Frans Hals.
Een kerel niet karakter en zwierige smaak.
Een man om met plezier naar te kijken!
Niet zo baardig, maar even
aardig. Een man, die graag met
enige zwier van goede dingen
geniet. Van een uitstekende
sigaar... van Senators „Gulden
Eeuw"! Want een man met
karakter, kiest de sigaar die
hem waardig is. Dat is „Gulden
Eeuw"... een sigaar om met
plezier te roken!