Neo-
Silvikrin
„WIE HET EERST LACHT..." van Lionel
Hale bij het Rotterdams Toneel
Piano-avond door Leendert Huges
De beeldhouwer Willem Reyers, schakel
tussen figuratieven en non-figuratieven
epeda slapen
Koningin bezocht
Ede en Wageningen
Minister Beerman naar
Suriname vertrokken
De negen Muzen
Postkoets naar
Turkije
4
HIER HOORT HAART
Begin direct met
Musikalischer Frühling
in Salzburg
HERDENKINGSEXPOSITIE IN ARNHEM
DINSDAG 2 2 MAART 1960
IN DRAMATURGISCHE HANDBOEKEN wordt het blijspel
veelal onderscheiden in twee soorten: de karakterkomedie en
de situatiekomedie. Uiteraard is een dergelijke theoretische in
deling praktisch onhoudbaar, want men kan de eigenaardig
heden van een bepaald karakter nu eenmaal niet anders aan
tonen dan door middel van reacties op speciaal gearrangeerde
situaties, zoals aan de andere kant menselijke wezens zich bij
welke samenloop van omstandigheden dan ook gedragen krach
tens hun innerlijke gesteldheid. Niettemin en al is tenslotte
alleen interessant de kwestie van goed of slecht kan men ver
schillen erkennen van uitgangspunt en bedoeling, tussen bij
voorbeeld het lachwekkend hekelen van manieren van zijn en
manieren van doen. De Engelsen echter hebben ter bevrediging
van de behoefte aan humor in de onzekerheid van de dertiger
jaren nog een derde genre uitgevonden en tot voortdurende po
pulariteit gebracht. De personen daarin kunnen geconfronteerd
worden met nóg zulke wonderlijke verschijningsvormen van
werkelijkheid, zij komen de daardoor veroorzaakte afwijkingen
van hun gewoonten met behoud van alle traditionele deugden
te boven. Het daarmee samenhangende gebrek aan handeling
wordt, doorgaans gecamoufleerd door een waas van sentimen
taliteit. Tot deze tamme categorie behoort ook „Gilt and ginger
bread" van Lionel Hale, dat onder de nergens op slaande titel
„Wie het eerst lachtzaterdagavond voor het eerst door het
Rotterdams Toneel in ons land werd vertoond ten overstaan van
een goedlachs publiek.
Het Rotterdams Toneel heeft al meer een merkwaardige voor
keur getoond voor stukken, waarin commerciële potentaten de
hoofdrollen vervullen. Het is mogelijk dat men zich daarbij laat
leiden door het bijgeloof aan daarmee geassocieerde dynamiek.
Het kan ook zijn dat men meent, dat het eigen auditorium zich
extra zal vermaken omdat het gezond verstand van zulke zaken
heeft. Hoe dit zij, het gaat in dit geval om een grenzeloos ge
waagde speculatie in effecten, waarbij een potentiële bedrieger
tenslotte bedrogen wordt. Terwijl de bij deze transactie be
trokkenen op de afloop van een expeditie naar Patagonië zitten
of staan of lopen te wachten, proberen zij afleiding voor de
zenuwslopende spanning te vinden in avonturen op het amou
reuze vlak, die precies zo onschuldig zijn als men van dergelijke
vervelende mensen kan verwachten. Bij dat alles dat bij ge
brek aan enige pretentie niets is gebleven kan men zich
overigens af en toe amuseren om geestige of pikante opmer
kingen, die evengoed in ieder ander decor door welke andere
draagster van modieuze toiletten dan ook gezegd of niet gezegd
hadden kunnen worden. Zoals meestal in dergelijke gevallen
blijkt de auteur reeds in de bedrijven voor de pauze al zijn
lachkruit verschoten te hebben en komen daarna de beproefde
kluchtigheden de vrolijkheid handhaven. Het zegt wel iets dat
niet de voornaamste rolfiguren maar wel een deurwaarder en
een verhuizer voor hun optreden met een „open doekje" werden
beloond. Sacco van de Made en Peter Aryans verdienden met
hun typeringen van dwaze levensechtheid deze hulde overigens
ten volle.
Enny Meunier speelde de liefderijke vrouw van veei-tig jaren
met komische finesse en geraffineerde elegantie, maar haalde
net niet de lichte toon van beheerste overdrijving. Stellig heeft
Ann Hasekamp, haar vrouwelijke tegenvoetster in dit geval,
meer natuurlijke affiniteit met deze artificiële stijl. Haar grote
scene in de tweede acte, waarin zij haar partner in een badi
nerend gesprek over de mogelijkheid van een intieme verhou
ding steeds een treffende slag voor blijft, is een hoogtepunt van
deze voorstelling geworden al waren het louter opgepoetste
Pim Dikkers, Enny Meunier en Ann Hasekamp in
eerst Lachtvan Lionel Hale.
.Wie het
gemeenplaatsen die er schitterden. Pim Dikkers (kennelijk niet
geheel gedisponeerd) had als de hoofdpersoon misschien iets
meer afstand" tussen het slachtofferlijke en het triomfantelijke
in acht kunnen nemen, zoals met name Cees Laseur zijn leer
meester zou hebben gedaan. Als regisseur verleende hij de
vertoning ritme en kleur. Van de andere medewerkenden moet
John Lanting als de misplaatste mijningenieur het eerst worden
genoemd. André van den Heuvel, Adolf Rijkens en Trins Snij
ders verrichtten hun bescheiden opdrachten met de gewenste
vakkundigheid. Alfred Pleiter zorgde voor een slagvaardige
Nederlandse tekst, Hep van Delft voor een riant decor en een
groot aantal couturiers leverde kostbare bijdragen om te maken
dat men met plezier een paar uur bleef zitten kijken naar wat
men evengoed in een paar minuten had kunnen horen.
David Koning
Oprichting van een
Teilhard de Chardin
Genootschap
OVERTUIGEND dat de figuur van Teil
hard de Chardin een werkelijk internatio
nale en algemene menselijke betekenis be
zit, die boven alle staatkundige en ideolo-
tische grenzen uitreikt, heeft een groep
bewonderaars van deze grote geleerde en
denker een genootschap opgericht, dat zich
ten doel stelt, in aansluiting bij het te Pa
rijs gevestigde „Amis de Pierre Teilhard
de Chardin", ook in de Beneluxlanden de
studie van zijn werken en de verspreiding
van zijn ideeën te bevorderen (Brussel
4 januari 1960).
Teilhard de Chardin, die op 10 april 1955
te New York overleed, was in de eerste
plaats een geoloog en paleontoloog, die
door zijn opzoekingen en studies op be
langrijke wijze onze inzichten in de ge
schiedenis van het leven heeft verrijkt en
onder zijn vakgenoten een zeer groot ge
zag genoot. Bovendien was hij een <jenker
die ons een nieuwe kijk op de werelcl
heeft geschonken. Zijn geschriften over de
plaats van de mens in de kosmos, over de
structuur van de toekomst en over de taak
die wij in deze nieuwe wereld te vervul
len hebben, behoren tot de belangrijkste
geschriften van onze eeuw en oefenen nu
reeds in brede kringen een diepgaande in
vloed uit. Van zijn inzichten gaat een gro
te bezieling uit, die aanspoort tot vertrou
wen in het leven en tot eensgezinde samen
werking onder alle volkeren.
Onze stichters-beheerders van het Teil
hard de Chardin-genootschap zijn de he
ren prof. Fernand Collin (Leuven), prof.
Ralf von Koenigswald (Utrecht), graaf de
Launoit, Maurice Lambilliotte, Herman
Robiliart. Ernest-John Solvay en dr. Ber
nard Delfgaauw (Haarlem). Verder werd
een beperkt wei-kcomité voorzien onder
leiding van P. dr. N. M. Wildiers.
Personen die tot dit genootschap wen
sen toe te treden kunnen hiervoor alle in
lichtingen krijgen op het secretariaat van
de vereniging: Opperstraat 80, Brussel 5
(mevr. Dominique de Wespin - tel.
48.76.11).
Koningin Juliana heeft vandaag een be
zoek gebracht aan Ede en Wageningen. In
Ede bezichtigde zij de streekwerkplaats
voor minder valide arbeidskrachten. In de
aula van de Landbouwhogeschool te Wage
ningen werd haar het eerste exemplaar
aangeboden van het boek „de vluchtende
mens, symbool der samenleving?". Dit
werk kwam tot stand ter gelegenheid van
het vijfde lustrum van de Wageningse stu
dentenvereniging „Unitas Studiosorum Va-
dae" en het belicht in tal van artikelen
de vele facetten van het vluchtelingen
probleem.
Des middags bezocht de Koningin het
Nederlands Scheepsbouwkundig proefsta
tion te Wageningen. De directeur, prof.
dr. ir. W. P. A. van Lammeren, zette
opzet, doel en inrichting van het station
uiteen. Het heeft thans de beschikking
over drie tanks. Het oudste bassin voor
onderzoek in stil en diep water, het bassin
voor het onderzoek van scheepsmodellen
in golven. Het complex laboratoria be
hoort tot de best uitgeruste ter wereld.
De opdrachten komen voor zestig percent
uit het buitenland. De zeegangstank is
de eerste en tot dusver de enige waarin
de werkelijke omstandigheden op zee kun
nen worden nagebootst.
De Koningin bezichtigde de werkplaats,
waar scheepsmodellen van paraffine wor
den vervaardigd. Hier stonden ook enkele
houten modellen, zoals in de zeegangstank
worden gebruikt.
In de cavitatietunnel bevond zich een
super-caviterende schroef voor zeer snel
varende schepen (meer dan 50 knopen).
De Koningin maakte in het binnenvaart-
laboratorium een rit op de sleepwagen
mee. Het koninklijk bezoek werd besloten
met een demonstratie van het model van
een snelzeevrachtschip in de zeegangs
tank. De golfopwekker kwam in beweging
en de Koningin maakte ook met de sleep
wagen in dit bassin een vaart.
VOOR EEN VRIJ TALRIJK publiek gaf
de Haarlemse pianist Leendert Huges
maandagavond in de turnzaal van het Ge
meentelijk Concertgebouw te Haarlem een
recital. De inzet van zijn programma, met
het bekende Andante con variazioni in
van Haydn, was veelbelovend en getuigde
van een juist gevoel voor de details in de
technische afwerking. De talrijke variaties
waarin figuratiewerk en ornamenten zo
gemakkelijk tot verdoezelingen en on
nauwkeurigheden leiden, vonden in Huges
Advertentie
Herstel uw haargroei! Begin er
terstond mee. Voedt uw haar via
de wortels met Neo-Silvikrin, de
enige biologische haarvoeding,
die alle 18 opbouwstoffen voor
het haar bevat in overeenstem
ming met de leer van Sir Fred.
Hopkins, Nobelprijswinnaar voor
Chemie. Reeds miljoenen men
sen over de gehele wereld her
wonnen hun jeugdig uiterlijk,
levensgeluk en zelfvertrouwen
na een succesvolle kuur met
Neo-Silvikrin. Kuurflacon f 7,60.
Kuurflacon f 7.60
Voor de
dagelijkse
haarverzorging
is er Silvikrin-
Lolion (met
of zonder vel)
f 1.70 -f3.30
Van 26 mei tot 6 juni heeft te Salzburg
opnieuw de „Musikalischer Frühling
plaats. Op het programma van deze mu
zikale lente staan acht kamerconcerten,
twee orkestconcerten, drie kerkelijke con
certen en twee opera-avonden in de his
torische kastelen, kerken en tuinen, als
ook op de vesting Hohensalzburg. De ar
tistieke leiding is in handen van Wilhelm
Stross. Tot de uitvoerenden behoren onder
anderen: dr. Bernhard Paumgartner, Jo
sef Messner, de strijkkwartetten Löwen-
guth, Koeckert en Stross, de Prager Bla-
serprofessoren, Jörg Demus, en talrijke
bekende ensembles en solisten. Dit „klei
ne festival" is ook dit jaar gewijd aan de
Weense Klassieken. Het brengt de muziek
in harmonie met de atmosfeer van de Mo-
zartstad. Bezoekers van de „Musikalischer
Frühling" in Salzburg worden uitgeno
digd, voorzover zij zelf kamermuziek uit
oefenen, hun instrumenten mee te bren
gen, aangezien er gelegenheid zal bestaan
tot gezamenlijk musiceren in de zalen van
de Salzburgse residentie.
Gedurende de „Salzburger Schlosskon-
zerte" (Salzburgse paleisconcerten) wel
ke vanaf mei tot september plaats hebben
worden in 1960 alle dertig strijkkwartetten
van Mozart uitgevoerd.
Tot 10 april is in Arnhems Gemeentemuseum een tentoonstelling te zien van het
werk van de beeldhouwer Willem L. Reijers (1910-1958). Reijers werd te Arnhem
geboren. Hij maakte onder meer voor zijn geboortestad de Phoenix, die men daar in
de stationshal ontmoet. Deze vogel Phoenix is voor Reijers' kunst een kenmerkend
voorbeeld vooral door het idee. Reijers laat de vogel niet herrijzen uit zijn as maal
ais wedergeboren zich verheffen op de poten van de op zijn rug liggende oude vogel,
die dus leven geeft aan de nieuwe. Het symboliseren van een gedachte staat sterk
voorop in zijn werk, waarbij hij zocht naar nieuwe ideeën of voorheen nog onver
werkte ideeën. Bij het voorbereiden van deze tentoonstelling ontmoette de heer A.
de Lorm, directeur van het Gemeentemuseum, het initiatief van een groep vrienden
en bewonderaars van Reijers tot het samenstellen van een boekje over deze te jong
gestorven kunstenaar. Zijn collega en kunstcriticus Marius van Beek heeft zich hier
vooral voor ingezet. Zijn bijdrage aan dit werkje is een van de meest sympathieke
door de eenvoud, waarmee Van Beek Reijers' portret tekende. Uitvoerig wordt door
dr. J. H. M. van der Marck op het werk ingegaan. Deze vermoedt dat Reijers zich
meer en meer nog in „abstracte richting" ontwikkeld zou hebben. Terecht gebruikte
dr. Van der Marck aanhalingstekens want waarlijk abstract zou ook volgens mij
Reijers werk nooit geworden zijn. Te zeer toch was Reijers gericht op duidelijkheid
van zeggen, op verstaanbaarheid. Zijn beste werk is misschien wel het oorlogsmonu
ment voor Zijpersluis, een duidelijk verstaanbaar teken. Ik citeer dr. Van der Marck
(ook als aanbeveling nog eens voor het boekje): „Elementaire beeldspraak: een hand,
een kruis, een duif en dit alles krachtig en gesloten weergegeven. Bescherming voor
de vredesduif en een waarschuwing voor ieder die dit teken kan lezen: „Stop het
nutteloze bloedvergieten, want waar dit kruis staat geplant heeft reeds het bloed
van onschuldigen gevloeid"."
Verstaanbaarheid en zuiver plastisch
slagen lijkt in Reijers' werk samen te gaan
als bij geen ander. Waar het resultaat
minder fraai werd dan gehoopt is hij min
der duidelijk. Het verkeersmonument
voor Groningen symboliseert het gedwon
gen vaart minderen van het motorisch
verkeer bij het ingaan van de stad. De
bedoelingen kennende ziet men die sym
bolisering direct. Maar zonder dat? Deze
plastiek, in brons gegoten, had mogelijk
meer gedaan wanneer hij gecreëerd was
met aaneengelaste reeds bestaande rade
ren. Het had in ieder geval in Reijers'
aard gelegen verder in deze richting te
zoeken.
Reijers vertoonde vroeg aanleg voor te
kenen. Hij werd echter eex-st in de handel
te werk gesteld. Het moet niet plezierig
voor hem geweest zijn. Hij komt tot het
tekenen van karikaturen en denkt ook aan
het reclametekenen. De aanleg tot het
eerste lezen we nog uit een getekend zelf
portret, waarbij gezegd moet worden dat
zijn bijzondere kop zich ook weer uitste
kend leende tot een karikatuur. Deste-
meer respect komt dan ook toe aan het
portret dat zijn collega Couzijn van Reijers
maakte, die het te gemakkelijk karika-
Het oorlogsgedenkteken dat Willem
Reijers voor Vorden maakte: treurende
vrouw met vlag halfstok (in Vaurion-
steen gehakt).
turale wist te vermijden. Men ontmoet dit
portret op de tentoonstelling, waar ook
Reijers' portret naar Couzijn te zien is.
Na scholing op de Grosvenor School of
Modern Art te Londen gaat Reijers les ne
men bij Fernand Léger te Parijs. Enige
schilderijen verraden de leermeester, die
hij eigenlijk later als beeldhouwer toch
meer evenaart wanneer men denkt aan
beider zin tot het allereenvoudigst sym
boliseren van ideeën. Hij trekt per ezel
wagentje naar Zuid-Frankrijk, tekent en
aquarelleert daar. De resultaten worden
bij de kunsthandel Santee Landweer ge-
exposeerd. Ik kan me echter deze tentoon
stelling niet meer herinneren. Het komt
me voor dat Reijers met dergelijk werk
ook niet ten volle overtuigend was. Dat
werd hij echter direct met zijn beeldhouw
kunst, waartoe hij zich onder leiding van
Zadkine voorbereidde. Hoezeer ook onder
invloed van Zadkine, altijd boeide mij
Reijers „Beeldhouwer", die we in de tuin
van Santee Landweers vorige behuizing
steeds konden zien. Daar trof men nog een
plastiek, die vertelt van de andere rich
ting, die Reijers, met het uitbreken van
de oorlog terug in Nederland, insloeg.
Eerstgenoemd beeld is trouwens nog in
bezit van deze kunsthandel en mogelijk
dus na de expositie daar weer te ontmoe
ten. Van invloed is dan in Nederland ge
weest John Raedecker. Toch mag men in
vloeden in Reijers' werk niet als te gel
dend zien. Daartoe was hij veel te eigen.
Misschien dat hij met enkele zaken het
dichtst nog bij Lipchitz staat.
Voor een groter publiek begon Reijers
direct na de oorlog te gelden. Amsterdam
kreeg van hem in de Schreyerstoren een
reliëf, een gevelsteen geplaatst ter herden
king van de eerste scheepvaart naar Oost-
Indië. Na het monument voor Zijpersluis
deed de „Man van Vught" Reijers' naam
meer klank krijgen. Het ontwerp werd
niet uitgevoerd en er zijn er, die vermoe-
Willem Reyers, gefotografeerd door
Lucebert. Deze foto staat op de om
slag van de fraai uitgevoerde uitgave
ter gelegenheid van de herdenkings
expositie.
den dat het zo ook beter is. Mogelijk heb
ben zij gelijk, maar toch geeft het mij
een gevoel van spijt dat dit zo indrukwek
kende teken nergens zijn waarschuwing
laat gelden. Het is een voor Reijers typisch
werk: niet schoonheid, maar duidelijk
heid stond hem allereerst voor. Gebrek
aan duidelijkheid werd hem wel verwe
ten in zijn voor Rotterdam bestemde mo
nument voor de Nederlandse koopvaardij,
waarvoor de jury hem overigens de eer
ste prijs toekende. Eerlijk gezegd zag ik
het ook pas toen ik op de hoogte gesteld
was van Reijei-s' bedoelingen. Achteraf
blijkt het me duidelijk als weinig andere
zaken. Reijers opende onze ogen voor
eigenlijk eenvoudige dingen; als een uit
vinder. En het is daarom, dat hij in de
ontwikkeling van de Nederlandse beeld
houwkunst van belang was en van nog zo
groot belang had kunnen zijn. Heeft zijn
„Jacob en de Engel" niet vele anderen be
wogen hetzelfde idee aan te pakken? An-
derer bedoelingen leerde men in ieder ge
val zien door op Reijers' werk terug te
kijken. Hij verklaarde veel.
Schoon kon zijn werk zeker ook zijn. Het
monument van Zijpersluis blijft misschien
het mooiste. Maar hoe fraai is ook zijn
ajourreliëf van het Amsterdamse Stede
lijk Museum en zijn balkonhek van het
Provinciehuis te Arnhem, wanneer we dat
even los van de architectuur zien. Het
werd Reijers niet gegeven op pi-oblemen
terug te komen. Het zou ook de vraag kun
nen zijn of hij dat gedaan had. Mogelijk
was het hem voldoende te weten dat hij
tot een ideale oplossing in staat zou zijn.
Hij heeft in ieder geval anderen wegen
aangewezen.
Bob Buijs
een nauwgezet executant die bovendien
veel aandacht besteed had aan de frasering
en de talrijke kleine nuances in aanslag
en sterktegraad die zo'n stuk moeten uit
heffen boven het peil van een plichtmatig
huldeblijk aan een klassiek meester.
Iets minder gelukkig leek hij mij in de
Sonate in c k.v. 457 van Mozart. Men kreeg
de indruk van een zeker tekort aan kracht,
niet te verwarren met fysieke expansie
want die komt hier niet aan de orde,
maar eerder de kracht die beheersing is en
die ook in het fijnste passagewerk, de
meest subtiele overgangen (zoals met name
het tweede deel van deze Sonate er enkele
bevat), nog verrassingen weet te bereiden.
Typerend leek mij dat de toon in het zach
te register niet voldoende (en een enkele
maal in het geheel niet) aansprak, waar
door de uitvoering een nogal vlakke, neu
trale indruk achterliet. Wel bleek uit deze
Sonate, evenals trouwens uit het gehele
programma, dat de pianist werkt op een
fond van een stevig ontwikkeld, betrouw
baar technisch kunnen. Dit geeft ook de
toehoorder een „safe" gevoel, wat in ieder
geval' bijzonder--prettig is, T -
Het was daarbrh .des te meer te betreu
ren dat de concertgever Schubert's „Valses
Nobles" op het programma had geplaatst,
want deze weemoedig-opgewekte keten
van walsjes, vruchten van het improvisa
tie-talent waarvan de goedige mislukte
hulponderwijzer in zijn vriendenkring gul
placht uit te delen, vragen om een ander
temperament. Men miste bij Huges te zeer
de losheid, de soepele gratie die er hier
toch wel echt bij horen.
Zijn hoogste troef speelde hij na de pau
ze uit met de Variaties en Fuga over een
thema van Handel, een van de kapitale
variatie-werken die Brahms voor piano
geschreven heeft (het andere, eveneens
virtuoze, opus in dit genre is op een thema
van Paganini gebaseerd). Het uiterst weer
barstige werk dal meer dan een half uur
pianospelen aan één stuk door vergt en
de meest uiteenlopende technische en mu
zikale opgaven stelt, wist hij voortdurend
duidelijk reliëf te geven.
Ook traden hier voor het eerst ritmische
spanningen aan het licht die men tot nu
toe enigszins had moeten missen. Met op
merkelijk uithoudingsvermogen, en dit niet
alleen in instrumentaal-technische zin, be
reikte hij na de vijfentwintig variaties de
fuga en wist met dit massieve brok Syfo-
nie het werk en zijn voordracht waardig
te bekronen. Een prestatie die een enthou
siast applaus uitlokte, waarvoor de pianist
dankte met een fraai gespeelde toegift: een
Sarabande, eveneens van Brahms.
Sas Bun ge
Minister mr. W. Beerman van Justitie
is uit Curagao naar Paramaribo vertrok
ken, waar hij zijn besprekingen over o.a.
de rechterlijke machten in het koninkrijk
zal voortzetten.
De minister heeft de kwestie van cas
satie voor straf- en civiele zaken op de
Antillen besproken en heeft het verzoek
ontvangen een en ander zo mogelijk te
bespoedigen. De besprekingen betroffen
ook nieuwe wettelijke regeling ter bescher
ming tegen incidenten, als de pamfletten-
affaire.
Minister Beerman is na zijn bezoek aan
de Antillen tot de conclusie gekomen, dat
voor Nederlandse rechters, die recht spre
ken op de Antillen, een vereiste is dat zij
kennis hebben van de landstaal.
De minister zou zaterdag een ontmoe
ting hebben gehad met de Curagaose op
positie. De oppositieleden hadden hun
standpunt over de Algemene Maatregel
van Rijksbestuur en het ingrijpen in de
Curagaose gezagscrisis willen uiteenzet
ten. Minister Beerman was bereid dit aan
te horen, doch stelde voor dit te doen in
gezelschap van de directeur van het ka
binet van de gouverneur, mr. Hooghoudt.
Van het gesprek is niets gekomen, omdat
de oppositie kennelijk „onder vier ogen"
met de minister had willen spreken.
De vyftig beste. In het Singer Museum
te Laren wordt ter gelegenheid van de
25ste boekenweek een tentoonstelling van
de best verzorgde 50 boeken van 1958 en
van journalistieke, illustratieve en vrije
tekeningen van Eppo Doeve gehouden. De
opening zal geschieden op zaterdag 26
maart met een inleiding van de heer Chr.
Leeflang, voorzitter van de Commissie
voor de Collectieve Propaganda van het
Nederlandse Bok. De tentoonstelling
blijft geopend tot en met 24 april.
Lector filmkunst. Aan de Jan van
Eijck Academie te Maastricht zullen, te
beginnen met het nieuwe studiejaar in
september, ook colleges worden gegeven
over filmkunst en film-esthetiek. Als lec
tor is hiervoor benoemd pater J. Dirkse
S.C.J., directeur der Katholieke Film Aca
demie i.o. te Sittard.
Nagelaten werk. Het laatste werk van
de componist Sergei Prokofjef, die in 1953
overleed, is in Moskou voor het eerst uit
gevoerd. Het is een onvoltooide compositie,
een concertino voor cello en orkest.
Casals en Spanje. De wereldberoem
de Spaanse cellist Pablo Casals heeft her
haald dat hij niet zal optreden in landen
die diplomatieke betrekkingen onderhou
den met het regime van Franco. Casals
week na het aan de macht komen van
Franco uit naar Prades, in de Franse Py
reneeën, en woont thans in Puerto Rico.
In 1958 trad hij bij hoge uitzondering op
in een programma dat door de Verenigde
Naties werd verzorgd.
EIckerlyc-opvoeringen. Evenals vorige
jaren zullen als onderdeel van het Hol
land Festival ook dit jaar door de Neder
landse Comedie een zestal opvoeringen te
Delft worden gegeven van het middeleeuw
se spel „Elckerlyc". De opvoeringsdata zijn
vastgesteld voor 16, 17, 18, 23, 24 en 25
juni.
Concerttournee. Het Radio Filharmo
nisch Orkest zal van 22 april tot en met
7 mei een concerttournee door Italië ma
ken en concerteren in Rome (2 x), Milaan,
Turijn, Brescia, Reggio Emilia, Livorno,
Sulmona, Parma, Verona en Bari. Er zul
len werken worden uitgevoerd van onder
anderen de Nederlandse componisten Henk
Badings, Hans Henkemans, Guillaume
Landré en Johan Wagenaar.
Meubelveiling. In de zalen van Chris
tie's te Londen is een veiling gehouden van
Frans antiek meubilair, die een record
bedrag van 101.960 pond (1.084.850) gulden
heeft opgebracht. Antiquairs uit New
York, Parijs en Londen vochten om de
prachtige stukken meubilair uit de Franse
glansperiodes. De hoogste prijs, van 13.650
pond (145.230 gulden) werd betaald voor
een Louis Quinze tafel van ongeveer 82
cm hoog en 32 cm in diameter.
Kossuth-prijs. De Hongaarse regering
heeft haar hoogste litteraire prijs, de Kos-
suth-prijs, voor de tweede maal verleend
aan Joszef Darvas, die onlangs gekozen is
tot voorzitter van de bond van Hongaarse
auteurs en die minister van Cultuur is ge
weest. De bekende essayist Aurel Karpati
ontving de tweede litteraire Kossuth-prijs.
Darvas is een middelmatig auteur, maar
zijn houding tegen de „contrarevolutie"
heeft hem al heel wat eerbetoon opge
leverd. Tot vorig jaar was hij lid van de
Hongalarse boerenpartij.
Advertentie
Advertentie
Wagemans Van Tuinen NV Fabrikante van Artifort meubelen en Epeda matrassen
Vanmorgen om vijf uur is uit Den 1-Iaag
het transport vertrokken waarmee de
„Floriade-postkoets" naar de startplaats,
Istanbul, vervoerd wordt voor een 3400
kilometer lange prestatierit. Met deze rit
wordt hei feit herdacht dat 400 jaar gele
den de eerste tulp uit Turkije naar ons
land kwam.
Er was nog niets te horen van hoornge
schal of zweepgeklap. Het transport be
staat uit een service-wagen, een tankwa
gen en een drietal glanzend rood-witte op
leggers van de firma Piet van der Touw
uit Den 1-Iaag. In een van de opleggers
kreeg de postkoets een plaatsje samen met
een viertal paarden, in een andere werd
het haver geladen en stonden zes paarden
in speciaal gebouwde slaap- en rustboxen.
De laatste oplegger tenslotte is ingericht
als slaap- en keukenwagen.
Aan de tocht nemen deel drie koetsiers,
1 kok, acht chauffeurs, één chauffeur-
paarden verzorger, een journalist en niet
te vergeten de „heer De Busbecq". Aan
materiaal gaat mee: 160 hoefijzers, 70 zak
ken haver, 40 balen hooi, zakken lijnmeel
en reserve materiaal om elke reparatie
mogelijk te maken. Met een gemiddelde
snelheid van 50 a 60 km per uur hoopt
technisch leider Joop van der Touw zijn
transport op de avond van de 27ste maart
in Istanbul te hebben. Het vertrek uit deze
havenstad zal de 30ste met veel feestver-
toon plaatshebben. Meisjes in oude kleder
dracht en een afdeling van de legendari
sche janisaren in traditioneel uniform zul
len de geel-zwarte koets tot de stadsmuren
begeleiden en daar begint dan de presta
tierit welke de koets met een gemiddelde
snelheid van 7 a 8 kilometer per uur naar
het einddoel, Rotterdam, zal voeren,
waar men 39 dagen later hoopt aan te
komen.