HYBRIDISEREN: een botanisch gokspel
met weinig kansen en vele nieten
MEER DAM TWAALF MILJOEN
PRIJSCOURANTEN PER JAAR
CATALOGUE
FLEUIS,
BLOEMBOLLENBEDRIJF STAAT NOG EEN
GROOTSE ONTWIKKELING TE WACHTEN
DONDERDAG 24 MAART 1960
29
I 6 J O J J
Bloembollencultuur
in cijfers
i
DE KONINKLIJKE Algemeene Vereeniving voor Bloembollencultuur heeft
een belangrijke staat van dienst in de honderd jaren van haar bestaan. Het is,
wanneer ik het verzoek van de redactie van Haarlems Dagblad bezie, niet mijn
taak om deze staat van dienst te schetsen. Wel moet ik erop wijzen dat de af
gelopen eeuw een tijdvak geweest is van een stormachtige ontwikkeling op
allen ei gebied, ook op economisch terrein. Dit heeft de vereniging en naar
leiding vaak voor moeilijke beslissingen geplaatst. Bij deze beslissingen moest
steeds rekening worden gehouden met wijzigingen in de maatschappelijke ont
wikkeling en het economisch bestel.
HET HONDERDJARIG bestaan wordt
gevierd in een tijd, waarin nieuwe ontwik
kelingen welhaast van revolutionair ka
rakter zijn. Ik denk in dit verband niet
alleen aan onze Nederlandse verhoudin
gen, waarin bijv. de publiekrechterlijke
bedrijfsorganisatie groeiende is. Zonder
enige twijfel zal de vereniging deze ont
wikkeling begrijpen en hierin een belang
rijke taak vinden. Ik denk echter vooral
aan de ontwikkeling in de wereld, die wij
toch zo moeten zien, dat zich veel grotere
gebieden vooral op economisch terrein
aan het vormen zijn. Dit is een gevolg
van de voortschrijding van de techniek,
waardoor het vormen van grotere econo
mische eenheden een noodzaak is gewor-
DOOR DR. A. J. VER II AGE t
voorzitter Produkschap voor
Siergewassen
van de nieuwigheid haast geen aandacht
wordt geschonken. De kweker kan een re
clamecampagne ontketenen om de nieu
we tulp onder de vakgenoten populair te
maken, ook kan de kweker de nieuwe bol
len reserveren voor zijn eigen afnemers.
ALS ER MEER dan drieduizend tulpe
namen zijn, wordt het natuurlijk moeilijk
steeds nieuwe te bedenken. Want bij de
bloemen zijn al zoveel koningen en konin
ginnen, prinsen en prinsessen, schoonhe
den en andere beroemdheden, dat het heel
wat gepeins vraagt om een naam voor de
nieuweling te verzinnen. Is de kweker fan
tasierijk en origineel dan kost dit hem na
tuurlijk weinig hoofdbrekens. Maar hij
loopt wel kans dat hij in zijn fantasie te ver
is gegaan en de naam geen goedkeuring
krijgt. Iedere nieuwe naam moet namelijk
worden ingediend bij de nomenclatuur
commissie, die de „burgerlijke stand"
van het bollenvak bijhoudt. Deze commis
sie heeft een open oog voor de maatschap
pelijke rangorde. Daarom krijgt een tulp
eerder de naam van bij voorbeeld Doris
Day dan van Prins Bernhard.
Die naamgeving is soms toch merkwaar
dig. Alfred van Sprang, zwervend radio
verslaggever, is voor eeuwig verbonden
aan een tulp. Maar nergens ziet men in het
voorjaar een „Willem Drees" op het veld
bloeien en in de lentewind staan wiegelen.
Dr. Drees zal er trouwens waarschijnlijk
nooit moeite voor hebben gedaan. Zulks in
tegenstelling tot de mensen, die menen dat
de wereld er maar bedenkelijk aan toe is,
als hun naam niet aan een bloem wordt
verbonden. Om toch maar die bedenkelij
ke toestand op te heffen, proberen deze
mensen kwekers van hun grootheid te
overtuigen. Een hoogst enkele keer hebben
ze hiermee succes. Meestal denkt de kwe
ker het eerst aan een hem populaire naam'.
En daarom vindt men misschien zoveel
„madames" en „beauties" op de velden.
De Engelse namen voeren de boventoon
en dat is, gezien het afzetgebied, wel be
grijpelijk.
BIJ DE BEOORDELING van bollen en
bloemen worden voor de leek volkomen
onbegrijpelijke vaktermen gebruikt. Zo
verhandelt men: Lady Hamilton droog,
schoon en goed in de huid. Of: Een Kroon
prinses met een gespleten kroontje. Om
een mutatie in de kleur aan te geven, wordt
bijvoorbeeld gesproken van: Een verlopen
Prins van Oostenrijk.
Al die koninginnen, prinsen en schoon
heden kunnen zich soms jaren achtereen
als een goed handelsprodukt op de markt
handhaven. Zoals Zomerschoon, een tulp
uit 1620, die nog steeds wordt gevraagd.
Anderen verdwijnen geruisloos, door ziek
ten of verdrongen door nieuwere variëtei
ten.
Bij het botanische „gokspel" worden ja
renlang Utopia's nagejaagd. Alexander
Dumas heeft er zelfs een boek aan gewijd:
De Zwarte Tulp. Nog nimmer echter heeft
een kweker een geheel zwarte tulp te voor
schijn kunnen toveren. Of men hierin ooit
zal slagen, is het geheim van de natuur.
Want de natuur blijft de mens ook bij
intensief wetenschappelijk onderzoek
steeds weer voor raadsels stellen. Geluk
kig voor de vakmensen, voor wie 't hybri-
diseren een boeiend en avontuurlijk spel
is. Een spel met vele verliezers. De spaar
zame winnaars kunnen meestal met hun
„goede gok" best tevreden zijn
„Keukenhof" is tussen de bloeiende
velden een trekpleister geworden, die
het toeristische seizoen heeft ver
vroegd. Ver in de omgeving van de
bollenstreek ondervindt men de gun
stige gevolgen van de bollendrukte.
HET KAN GEBEUREN dat iemand
op een morgen in voor- of najaar een
fleurige prijskrant mei een overvloed
aan bloemenfoto's in zijn brievenbus
aantreft. Die „iemand" kan dan in ons
land wonen. Maar ook bijvoorbeeld in
EngelandDuitsland, België of Frank
rijk. De afzender is in de meeste ge
vallen een van de bloembollenhande-
laren uit bollenstreek of Kennetnerland.
Hij biedt zijn relaties in binnen- en
buitenland een keur van bloembollen en
-knollen voor huis en tuin aan. Zo'n
prijskrant blijft, tussen de vele reclame-
foldertjes, meestal niet ongezien. Want
vooral op dames oefenen de kleurrijke
pagina's met dé vele afbeeldingen van
bloemen een sterke aantrekkingskracht
uil. Dikwijls heeft zo'n prijskiant dan
ook een bestelling als resultaat.
HET BOLLENVAK bestedt ieder jaar
duizenden guldens aan de zgn. onpersoon
lijke reclame. De kwekers en exporteurs
hebben er, begrijpelijk, best wat voor over.
Want zij moeten het van de buitenlandse
markt hebben. En het is hun dus wat
waard om de naam van de Nederlartdse
bloembol in het buitenland te propageren.
Dat doen zij door bijv. tulpenkoninginnen
toernees door de Verenigde Staten te laten
maken, door affiches in stations en adver
tenties in grote bladen.
IS DIE ONPERSOONLIJKE reclame
voor het bollenvak zeer waardevol, van
grote betekenis is ook de reclame, die de
afzonderlijke bedrijven voeren.
Natuurlijk proberen zij met hun prijs-
kranten zoveel mogelijk bollen af te
zetten. Maar die prijskranten zijn toch
ook van onschatbare waarde voor het ge
hele bollenvak. Zij dragen er mede toe bij
om de buitenlandse markt goed te stem
men. Die prijskranten zijn afkomstig van
detailbollenhandelaren, die zich recht
streeks tot het grote publiek wenden. Ge
zamenlijk sturen zij een enorm aantal ca
talogi de deur uit. Naar schatting verstu
ren de Nederlandse detailbollenhandela
ren ieder jaar zo'n twaalf tot vijftien mil
joen prijskranten. Slechts één miljoen
hiervan blijft in eigen land. De andere ca
talogi belanden voornamelijk in Engeland
en Duitsland. De meeste firma's verzenden
twee keer perjaar een catalogus. Dus gaan
er zowel in het voor- als in het najaar zo'n
zes miljoen prijskranten de deur uit.
Wie zo'n catalogus ontvangt, vraagt zich
misschien even af: hoe komt zo'n firma
aan mijn naam? Maar dat is natuurlijk
geen probleem. De detaillisten kunnen op
alle mogelijke manieren in het bezit van
de adressen komen: zij zoeken telefoon-
en adresboeken af, onderhouden contacten
met buitenlandse firma's, roepen de me
dewerking in van adressenbureaus enz.
DE PRIJSKRANTEN zijn soms bijzon
der mooi uitgevoerd. Want de detailisten
weten dat de eerste indruk die de catalo
gus maakt, heel belangrijk is. Vele prijs
kranten worden in het buitenland ge
drukt. De Nederlandse drukkers zijn
dikwijls niet in staat om in een zeer
korte termijn een grote order uit te voe
ren. De prijskranten worden ondermeer
in Zwitserland, befaamd om zijn grafisch
vakmanschap, gedrukt. In snel tempo
moeten de catalogi van de persen rollen,
want de bollenhandel is nu eenmaal aan
pri jsschommelingen onderhevig.
De belangrijkste Nederlandse detaillis
ten hebben zich verenigd in de Bond van
Detailbollenhandelaren, die aan het einde
van dit jaar een kwart eeuw bestaat.
Het komt nog wel eens zij het in
steeds mindere mate voor dat mensen
die rechtstreeks bollen hebben besteld,
bedrogen uitkomen.
Zij krijgen slechte bollen, of geheel andere
dan de bestelde. Dergelijke onbehoorlijke
praktijken doen het bollenvak natuurlijk
geen goed. En daarom drukt de bond zijn
leden op het hart de verplichtingen altijd
na te komen, het publiek waar voor zijn
geld te geven en het vertrouwen van de
klant nimmer te beschamen. De bond
streeft naar een eerlijke en betrouwbare
handel. Komen er desondanks soms onbe
hoorlijke praktijken voor, dan zijn die
meestal niet te wijten aan een van de le
den, maar aan een niet-aangesloten,
soms minder bona-fide handelaar. Ook dan
den om de levensstandaard van de bevol
king aanzienlijk te kunnen vergroten. Ook
politieke factoren spelen hierbij een rol.
Dit alles toont aan, dat ook deze ontwik
keling niet is tegen te houden en dat het
bloembollenbedrijf zich aan deze ontwik
keling zal moeten aanpassen om een
grondslag te scheppen voor een verdere
groei.
Op het ogenblik constateren wij de vor
ming van grote blocs in de wereld, die
toch ook weer een nauwer contact ook
in hun handel zullen gaan onderhouden.
Wanneer ik hierbij denk aan het Ameri
kaanse bloc, het Aziatisch-Afrikaanse bloc
het Sovjetbloc, dan is het haast niet te be
grijpen, dat de vorming van een Europese
eenheid op economisch gebied zich op dit
moment nog beperkt tot zes landen. Deze
zes landen zijn op zichzelf uiterst belang
rijk en hebben een inwonertal dat verge
lijkbaar is met dat van de Verenigde Sta
ten van Amerika en van de Sovjet-Unie.
Zeven andere Europese landen hebben
een Vrijhandelszone gevormd. Het zal als
een noodzakelijkheid moeten worden ge
zien dat deze „zes" en „zeven" zich ook
weer op een of andere wijze verstaan. Op
dit moment moeten wij echter met deze
ontwikkeling rekening houden, wanneer
wij de toekomst van het bloembollenbe
drijf willen bezien.
34 percent van de bloembollenexport
gaat naar de landen van de Europese Eco
nomische Gemeenschap. Volgens het ver
drag zullen contingenten en invoerrech
ten geleidelijk verdwijnen, zodat na een
overgangsperiode binnen dit kleine Euro
pa een vrije goederenruil mogelijk zal
zijn. Wanneer die toestand zal zijn be
reikt, zullen heel wat vraagstukken door
de beoefenaren van het bloembollenvak
moeten zijn overwonnen. In het zuiden
van dit kleine Europa liggen landen, die
onder veel gunstiger klimatologische om
standigheden goedkope snijbloemen, met
name anjers, op de Europese markten
kunnen brengen. Tot nu toe zijn afgesne
den tulpen en narcissen, ook hyacinten en
tulpen in pot, de goedkope bloemen in de
winter geweest.
Sterke concurrentie
Hier zal men sterke concurrentie gaan
ondervinden, maar dat zal allerminst be
tekenen dat de bolbloemen een sterk ver
minderde vraag zullen ontmoeten. Wan
neer wij erin slagen om door een geza
menlijke propaganda het bloemengebruik
in alle Europese landen op te voeren en
de mogelijkheden hiertoe zijn ongetwij
feld aanwezig dan zullen bolbloemen
ook in belangrijke mate gevraagd worden
daar de Europeanen in het algemeen een
tè sterke uniformiteit op esthetisch ge
bied verfoeien. Hoe in de afzet van snij
bloemen de verhoudingen precies zullen
komen te liggen is niet te voorspellen,
maar voor overdreven pessimisme is naar
mijn gevoelen geen reden, wanneer bol
bloemen op een juiste wijze onder de aan
dacht van het publiek worden gebracht.
In dat kleine Europa liggen er voor de
bloembollenafzet gunstige mogelijkheden.
Steeds meer gaat men bloembollen ge
bruiken voor beplanting in tuinen en par
ken. Het zijn nu eenmaal in onze bloemen
wereld de voorjaarsboden. Een stijgen
de koopkracht, een kortere werkweek en
afwisseling van de eentonige arbeid met
wat de natuur biedt, dit alles zijn redenen
om groot vertrouwen te hebben in de mo
gelijkheid om in stijgende mate bloembol
len voor tuinbeplanting te gaan leveren.
De afzet binnen het kleine Europa kan
over het geheel genomen naar mijn ge-
DES PLUS BELLES
DES
C O M M F
A C I N T H E S,
T U L I P E S,
R/iNONCULE S%
ji NE M ONE S, ffc,
Qu'oo tiouve 1 vciidrc chez
DIRK DUURMAN F1LS,
Fleuriites i Htrlcm en Hellende,
Pour 1'Annie Hei
KB. Lei Mt 'n AsCn ff Septtmbre font Ie plu: propt t
peur Irnmperitr lei Oignem.
Ook in vroeger tijden werden aan buiten
landse relaties prijskranten verzonden.
probeert de bond de kwestie tussen ver
koper en koper tot ieders goeddunken te
regelen.
UITERAARD tot tevredenheid van de
detailbollenhandelaren worden er ieder
jaar steeds meer bloembollen verkocht;
een gevolg van de groeiende welvaart.
Voor een vergroting van de omzet moet
echter veel moeite worden gedaan. Voor
de detaillisten betekent dit dat zij met
nóg meer en nóg mooier prijskranten het
publiek in de verleiding moeten brengen
bloembollen te kopen.
voelen dan ook optimistisch worden be
oordeeld. Vanzelfsprekend zal het bloem
bollenbedrijf zich aan deze ontwikkeling
moeten aanpassen. De verkoop aan parti
culieren zal sortimentswijziging en veran
dering in de verkoopmethoden meebren
gen. Voor de verkoop op de Amerikaanse
markt hebben deze problemen eigenlijk al
hun oplossing gevonden. Daarom zal dit
het bloembollenbedrijf, dat zo elastisch in
zijn gedachtengang is, zeker geen moei
lijkheden bieden.
Men zal zich ook moeten realiseren dat
stelsels van minimumexportprijzen, mis
schien ook van produktiebeheersing, aan
deze ontwikkeling moeten worden aange
past. In Europa zullen wij gaan naar een
Europese marktoi'dening. Het zal wel heel
wat gedachtenwisseling ook bij het bloem
bollenbedrijf vereisen om deze aanpassing
tot stand te brengen. Maar ook hier zal
het bloembollenbedrijf de juiste oplossing
in een ontwikkeling van jaren weten te
kiezen.
In de overgangsperiode dienen wy voor
zichtig te zijn. Het agrarische bedrijf
brengt hier juist de moeilijkheden en het
verdrag voor de Europese Unie geeft voor
deze produkten de mogelijkheden van ex
tra bescherming aan de grenzen. Den
ken wij alleen maar aan de mogelijkheid
van minimum-importprijzen, die in dit
verdrag is voorzien. Dit betekent dat wij
geen maatregelen zullen moeten gaan af
breken zonder overleg met onze buiten
landse afnemers. Zowel door de vrije or
ganisaties als door de publiekrechtelijke
lichamen wordt dit overleg nu al gepleegd
en onze Koninklijke Algemene Vereniging
speelt daarin ook een grote rol. Wanneer
wij hier de zegswijze volgen, dat voor
zichtigheid de moeder van de porcelein-
kast is, zullen wij ook deze overgangspe
riode zonder bijzondere moeilijkheden
kunnen doorkomen.
Nu nog de verhouding tot de derde lan
den. Het grootste deel van onze bloem
bollenexport is op deze landen gericht.
Dr. A. J. Verhage
Wanneer een bloc-vorming in de wereld
zou gaan betekenen, dat iedere eenheid
veel groter wordt, maar dat de bescher
ming aan de grenzen van die eenheden
wordt versterkt, zal dit voor het bloembol
lenbedrijf zonder twijfel nadelig zijn. In
de huidige wereldontwikkeling is dit nau
welijks aan te nemen, ook al lijkt het op
dit moment alsof E.E.G. en Vrijhandels
zone dergelijke moeilijkheden zouden kun
nen gaan veroorzaken. De taak van het
bloembollenbedrijf is om invloed aan te
wenden op de regelingen, teneinde split
sing tussen de beschermde economische
eenheden te voorkomen. Gelukkig staat
de Nederlandse regering nu al op dit
standpunt.
Belangrijke kansen
Op iets langere termijn gezien lijkt mij
een dergelijke ontwikkeling zo ingaan te
gen wat de wereld nodig heeft, dat zij
toch wel zeer onwaarschijnlijk moet wor
den geacht. En dan heeft het bloembollen
bedrijf ook in de landen buiten de huidi
ge Europese eenheid nog belangrijke kan
sen. In die landen bestaat er nog altijd
vrees voor onderbieding van de markt. De
situatie op handelspolitiek terrein van de
dertiger jaren is nog lang niet vergeten.
Hiertegen zullen wij ons moeten wapenen
door maatregelen, die nu al bestaan of die
in de toekomst getroffen moeten worden,
in gemeenschappelijk beraad te behouden
of tot stand te brengen, teneinde afweren
de handelspolitiek in de derde landen te
voorkomen.
Dit stelt ons voor de moeilijke opgave,
dat wij ten aanzien van de Europese markt
zoveel mogelijk maatregelen overboord
zullen moeten gaan gooien, die wij in het
belang van onze export naar derde landen
in de huidige of in een andere vorm zul
len moeten behouden. Bij het oplossen van
deze vraagstukken zal grote eenheid ge
boden zijn. Bij het eeuwfeest van „Bloem
bollencultuur" moge ik dan de hoop uit
spreken dat, ook al zal in de toekomst de
gedachtenwisseling wel weer eens hard
zijn, oplossingen worden gevonden die het
juiste midden weten te benaderen. Dit
eeuwfeest bi-engt ons in herinnering dat
dit in het verleden gelukt is en geeft ons
alle vertrouwen dat dit ook in de toekomst
zal lukken. Het bloembollenbedrijf staat
dan nog een grootse ontwikkeling te wach
ten.
Oppervlakte
Export
hectare
guldens
1860
300
1.000.000
1910
4000
12.000.000
1930
9000
46.000.000
1933
7500
19.000.000
1934
7500
22.250.000
1946
5550
54.500.000
1950
5850
113.800.000
1959
7100
200.000.000
Rechts: De tulp in haar oudste vorm,
de tulipa chrysantha. Door vele ver
edelingen heeft de tulp ook andere
vormen gekregen.
Links: Een van de nieuwste tulpen:
Lefeber's Romantique.
DE LEIDSE HOOGLERAAR Carolus
Clusius komt de eer toe zo'n vier
honderd jaar geleden de tulp in
ons land te hebben geïntrodu
ceerd. De groei van de tulpenteelt
en de ontwikkeling van de gehele
bloembollencultuur zouden on
denkbaar zijn geweest zonder het
wetenschappelijk onderzoek en
het werk van bekwame vakmen
sen. Dagelijks zitten geleerden
ziekten van de bollen te bestude
ren en wapens tegen hun kwalen
te vergaren. En in de praktijk span
nen kwekers zich in ter verbetering
van de bollen,,kraam". Ervaren vak
mensen zijn met stoïcijns geduld
op jacht naar nieuwigheden. Dank
zij hun arbeid worden jaar op jaar
nieuwe namen toegevoegd aan de
reeds lange lijst van variëteiten.
De nuchtere vermeldingen van
de namen vertellen echter niets van
de vele teleurstellingen die de
zoekers naar nieuwigheden, de
hybridisateurs, steeds weer moe
ten incasseren.
HET HYBRIDISEREN of kruisen om
nieuwe variëteiten te winnen wordt in het
bollenvak voornamelijk de laatste vijftig
jaar welbewust toegepast. Vooral de on
derzoekingen van dr. W. E. de Mol zijn
hiervoor van betekenis geweest. Vaak ont
staat een nieuwe variëteit door het spel
van de natuur, zonder dat de mens van
invloed is geweest. Kan een kweker van
zo'n nieuwigheid profiteren, dan heeft hij
uiteraard een prachtig buitenkansje, dat
hem-niet gauw weer in de schoot zal wor
den 'geworpen. Maar deze „verlopingen"
doen zich slechts sporadisch voor. En een
kweker kan er echt niet op gaan zitten
wachten. Het kruisen moge dan welbe
wust gebeuren, het is een „gok"spel met
weinig kansen. Een spel dat gedegen vak
kennis, een grote dosis geluk en veel ge
duld vereist. Na een aantal jaren kan pas
worden gezien, of een kruising kans van
slagen biedt. Is dit het geval, dan is de
hybridisateur zoals de man van de ver
edelingen heet er nog niet. Want dan
moet hij zich nog veel moeite getroosten
om de nieuwe aanwinst op de markt te
brengen. Ook dit lukt niet altijd. En daar
om kan het voorkomen dat een geslaag
de kruising pas na jaren voldoende aftrek
krijgt.
De leek kent voornamelijk rode, rose,
witte, gele of gevlamde tulpen. Maar voor
de vakman is de zaak wel wat gecompli
ceerder. Er bestaan namelijk ruim drie
duizend variëteiten tulpen. En geregeld
komen er nog nieuwe namen bij. Zoals
in 1958, toen er achttien nieuwe namen aan
de zgn. nomenclatuurlijst werden toege
voegd.
HET WINNEN van nieuwigheden lijkt
heel simpel te beginnen. Als de bloem van
een. bol rijp is, brengt de hybridisateur
met. een penseeltje wat stuifmeel op de
stamper over. Als het zaad van deze
bloem is gewonnen, wordt het later in pot
ten of kistjes uitgezaaid en deze worden
buiten ingegraven. De eerste bolletjes zijn
vaak nog kleiner dan de kop van een lu
cifer. Geruime tijd gaat er overheen eer
men de resultaten kan beoordelen. Na on
geveer vijf jaar kan de vakman vaststel
len of zijn veredelingswerk geslaagd is.
DE NIEUWE variëteit moet aan tal van
voorwaarden voldoen, wil zij kans van
slagen maken. De eisen van thans ver
schillen sterk van die van vroeger; zij lig
gen anders en dat maakt het voor de hy
bridisateurs niet gemakkelijk. De bollen
moeten een goed weerstandsvermogen te
gen ziekten hebben. Zij moeten tegen een
stootje kunnen, want anders zouden zij bij
diverse behandelingen in de schuur en bij
het transport schade oplopen. Zeer be
langrijk zijn uiteraard kleur en vorm van
de nieuwe bloem. De houdbaarheid van
de bloem, de sterkte van de stengel enz.
zijn mede van belang.
Kan een nieuwe tulp aan alle eisen be
antwoorden, dan brengt de kweker haai
>p een van de wekelijkse keuringen in hei
'laarlemse Krelagehuis, waar ze wordt
onderworpen aan het oordeel van een des
kundige commissie, die voor de nieuwig
heden getuigschriften verleent. Van hei
keuringsrapport zal het mede afhangen
of de nieuwe variëteit als handelsartikel
een succes wordt. Soms worden onmiddel
lijk al hoge bedragen geboden, maar ook
kan het gebeuren dat aan het verschijnen