ZILVEREN BOEKENWEEK Het geschenk „De Zalenman" van wie-weet-welke auteur De muze viert feest Chr. Leeflang boekverkoper met „missiegevoel" voor het propagandistische werk toet kind neemt het boek~enspëelt"en leest] ^HET BOEK IN UW LEVEN, UW LEVEN IN HET BOEK" msunwiiiiut ir i ii i i K,ui win /vra In 26 letters" fraaie jubileumuitgave Wat 'n vondst VAN NELLE's 98 ct De komende en gaande man 13 VRIJDAG 25 MAART 1960 Men moet in 't A-B-C seer wel geoefent wese i Alvorens men met cracht in eenigh boeck kan lesen Pagina uit „In 26 letters" HET GESCHENK dat uw boekverkoper u tijdens deze vijfentwintigste boekenweek zal aanbieden als u voor tenminste vijf gulden aan een boek of boeken besteedt heet „De zalenman" en het is met deze zalenman heel anders gesteld dan met zijn geestelijke moeder of vader; de zalenman kan ieder een zijn en zijn auteur is beslist één van de vierentwintig achter in het boekje met name genoemde deelnemers aan de novelleprijsvraag van de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek. Tot die deelnemers behoren ook de Plaarlemmers Barend Rijdes en Lizzy Sara May. Het gegeven van de bekroonde novelle is heel mooi. Een massamens komt, na een verkeersongeluk in de eenzaamheid van een ziekenkamer tot de ontdekking dat hij nooit echt geleefd heeft. Hij komt tot zelfontdekking en „de kracht van zijn verwondering" over die nieuwe wereld doet hem de ciood tegenhouden. Zijn omgeving, on kundig van deze geestelijke omwenteling en van de diepe zin die de weinige woorden van de patiënt er door krijgen, behandelt hem als een geval, een onpersoonlijke mens, en uit dat misverstand komt de tragiek voort dat hij naar de grote zaal wordt gebracht, terug naar de massaal georganiseerde situatie die hem steeds heeft verhinderd zichzelf te ontdekken. Hij sterft daar. Zijn zelf ontdekking wordt zijn ondergang. Het uitstel van leven, dat zijn zelfbevrijding hem schonk, maakt zijn dood tot een executie. DE ZALENMAN kan iedereen zijn wiens levensloop bepaald wordt door het ver toeven in „de zalen van school, fabriek, kantoor, kazerne, stadion, autobus, feest en inwoning, steeds begeleid door stem men, radio's en machinegebeuk". De zalen man is de georgani- iiim //=m. v ir kuiriii ir V I I li II II Mi I imiMtwuiii* 25* boekenweek seerde mens wiens leven in de collec tieve noemer opgaat, wiens persoonlijkheid model is van de or ganisatievorm waar in hij leeft, de gecon formeerde massa mens. Het zalenbe- grip is in de novelle symbool van het geleefd-worden. Uit de wijze waarop de auteur het gegeven heeft uitgewerkt blijkt dat hij zich te sterk heeft verstrikt in het pogen, de lezer de bedoe lingen van het gegeven vooral niet te laten missen. Op de eerste pagina al is het probleem gesteld: de veertigjarige Govert Barendse is, terugkerend van een voetbalwed strijd levensgevaarlijk gewond geraakt toen de bus, waarin hij zat, voor een optocht van padvinders moest uitwijken en vervolgens tegen een bus vol Rijnlandgangers botste. Uit al deze massaverschijnselen komt hij in een ziekenhuis terecht, waar hij alléén in een kamertje wordt gelegd om te sterven. Als hij bijkomt zegt hij, na de stilte en een zaamheid ervaren te hebben: „Ik Van massa naar eenzaamheid, van zaal naar kamer, ervaart hij voor het eerst zichzelf. DE VERDERE ONTWIKKELING van Govert is volgens de boekjes; een pagina verder zegt hij al „wie ben ik", op de dan volgende „wie ben jij" (tot een verpleeg ster), en vier pagina's verder „wij". En daar ligt die man dan in zijn kamertje, een „massamens, die nooit eerder zijn er varingen had gekeurd en zijn woorden als zelf, zij 't in slaap, had gevonden". Nu be gint het leven pas, de dood heeft weinig kans. Na zijn geboorte was hij zoals de auteur nadrukkelijk zegt „een mogelijke mens"; thans, na de veertigjarige slaap toestand, zoekt hij „de namen van het waarom en hoe en wie hij was". Hij zoekt het Leven. Een der vegen illustraties van de jonge begaafde tekenaar Peter Vos in „De Zalenman". De typografische verzorging van het boekje is van Aldert Witte. HEDENAVOND wordt de vijfentwintigste Boekenweek geopend, de jaarlijkse manifestatie van de goede zorgen van de Commissie voor de Collectieve Propaganda van net Nederlandse Boek, een commissie die weer behoort tot de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boek handels. De feestelijke opening bestaat dit jaar uit een galaconcert in het Concertgebouw te Amsterdam door het Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink met als solist Peter Pears. Minister Cals zal een openings woord spreken. Het concertprogramma bestaat uit Don Juan van Richard Strauss, Les Illuminations van Benjamin Britten op tekst van Arthur Rimbaud (solist Peter Pears), en na de pauze de Hymne du Grand Meaulnes van Rudolf Escher en de tweede suite Daphnis et Chloë van Ravel. Na dit litte raire muziekprogramma zal het schrijversbal plaats hebben in de door Metten Koornstra en consorten weer daverend versierde zalen van het Concertgebouw, waar onder anderen zullen optreden Conny Stuart en Cor Lemaire, het cabaret Tingel Tangel, het Haags Studentencabaret, The New Orleans Syncopaters. het kwartet Sem Nijveen, het ensemble Misja Mengelberg, Co van der Heide Wijma en Ans Sterman en het versterkt ensemble van Rita Dalvano. 99 Volgens de nu zilveren traditie is er weer een geschenk dat de boekverkopers hun klanten zullen aanbieden. Dit jaar Is het een novelle, De Zalenman geheten. De oplage bedraagt 175.000 exemplaren (vorig jaar 157.000). Het vijfde lustrum was aanleiding „Het feest" als onderwerp te kiezen van de gedichtenbundel die jaarlijks de Muzereeks vooral voor de jeugd wordt uitgegeven. De Muze viert Feest is het twaalfde deeltje in de serie en is samengesteld door Gerrit Borgers. De oplage is dit jaar met tweeduizend exemplaren verhoogd tot vijftigduizend. De bundel is bedoeld voor de jeugd van 14 tot ongeveer 20 jaar. De Boeken gids verschijnt dit jaar, met een kleurige feestelijke omslag, in 400.000 exemplaren. Het boekenweekaffiche is dit jaar ver vaardigd naar een ontwerp van Mart Kempers. Het wordt op 4000 plaatsen in het land op zuilen en borden geplakt om extra de aandacht te vestigen op deze vijfentwintigste Boekenweek. Men ziet, de cijfers s'tijjren, maar het feestelijkste hebben we tot het laatst bewaard: het jubileumboek „In 26 letters", dat voor 2,50 verkrijgbaar is op een bon die bij het Boekenweekgeschenk wordt uitgereikt. Bij alle redenen die er al zijn om de C.P.N.B. voor haar activiteiten te huldigen is „In 26 letters" een feestelijk monument, dat elke boekenminnaar zal verheugen. tll~UUIB7/JIIIV Ff A ^1 II I I li FIF inn m —\vi ii' //sin. ïi ir ïiuii'i ir I I I II II II MA UIWMlV/ilUltV 25' boekenweek Cartoon van Yrrah uit „In 26 letters" MET TUSSENKOPJES drukt de auteur haar of zijn bedoelingen nog even dóór: De stilte (de ik-ontdekking), De lavende (de Ander), De zalen (de Massa), De na men (het Leven), De Priesters (Religie), Het brood (de Waarheid), Geen bezoek (het Huwelijk), De hamer (de Kameraadschap) en De twijfel. Die twijfel komt in Goverts nieuwe leven als hij een oude. verbitterde verpleegster zijn grote ontdekking mee deelt: „Zuster, ik ben nooit eerder alleen geweest". „Wees blij", zegt het mens. Dat zaait de twijfel in de patiënt, wiens greep op de dood vermindert. Is zijn levens geluk, het nieuwverworvene, gerechtvaar digd? In de helderheid van zijn eenzaam heid wordt hij rijp voor het volgende sta dium: „Samen", zegt hij. De dienstdoende arts denkt dat deze massamens daarmee bedoelt „op zaal te willen". Aldus ge schiedt. Govert sterft op zaal. De tragiek van Goverts menswording is dus dat hij er geen recht op lijkt te hebben. Men be grijpt hem slechts voorzover zijn woorden uitgesleten betekenissen hebben, géén per soonlijke waarde. Zo was het al toen hij in het ziekenhuis bijkwam en vroeg: „wie ben ik" en men antwoordde: ..In het ziekenhuis", want men vraagt nooit „wie" maar „waar". HET BEZWAAR dat men tegen „De zalenman" kan hebben is dat de novelle vrijwel geheel is geschreven als illustratie van bedoelingen. Er is geen natuurlijke dwingende noodzaak voor het zalensym- bool bijvoorbeeld. Men kan immers op de zelfde wijze als in „De zalenman" is ge schied, het zalensymbool tegengesteld toegespitst gebruiken als illustratie voor de stelling, dat het ongedwongen samen zijn de mens verheft en uit zijn eenzaam heid verlost; men moet het dan wat in de richting van bijvoorbeeld carnaval schrij ven of Boekenbal, Volksuniversiteit of Nut van 't Algemeen, amateurtoneel of zang vereniging. Bovendien heeft de auteur de nadrukkelijkheid van de methode nog ver sterkt door geen kans ongebruikt te laten de lezer door de tekst heen toe te spreken; er worden éénentwintig zalen met name genoemd, verdeeld over Govert (die ook nog iedereen kan zijn, zoals de auteur suggereert), een verpleegster, een arts en Goverts vrouw. De gedachtenparallellen van Govert, als'een dominee naast zijn bed het Onze Vader bidt, zijn onaan nemelijk geforceerd en bedacht. Uit litte rair oogpunt bezien is deze novelle, on danks het mooie gegeven, dan ook niet geslaagd te noemen. En op een andere be naderingswijze maakt zij geen aanspraak. Ton Neelissen „In 26 letters" heet de jubileumuitgave, waarmee de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels haar vijfentwintigste boekenweek zinvol viert, want hoe kan men die boekhandelbelan- gen beter bevorderen dan door het boek zelf te laten spreken, door een biografie van het boek. Drs. Eldert Willems heeft zich, bijgestaan door Paul Brand jr., dr. J. Hulsker, C. J. Kelk, J. A. G. Kok, Chr. Leeflang, G. Lubberhuizen en W. J. Schouten, er toe gezet het leven van het boek in beeld te brengen en hij heeft dat gedaan op de enig mogelijke manier: als minnaar van het boek. Hij heeft uiteraard wel een schema moeten kiezen, beginnend bij de geboorte van het boek en eindigend met een visie van Dan Lacey op de toe komst waarin het boek zijn volle waarde zal behouden ondanks de tot in de per fectie gespecialiseerde mogelijkheden voor registratie, organisatie en overbrenging van gegevens; maar binnen dat schema illustreert hij met persoonlijk gekozen details, voorkeuren en hebbelijkheden, die aan de biografie die verrassende grillig heid geven welke overtuigt van haar echt heid. Meer dan die echtheid was niet nodig en kón ook niet, want het leven van Het Boek is het leven zelf. Een knappe vondst is daarom de ondertitel: „Het boek in uw leven, uw leven in het boek". Om dit evenwicht heenzwaaiend biedt Eldert Willems beurtelings een kijk op en uit het boek, een lenige afwisseling van ob jectiviteit en subjectiviteit. Hans Barvelink gaf „In 26 letters" (méér zijn er namelijk niet in het alfa bet) een stoutmoedige typografische ver zorging, die al blijkt van de omslag, waar op een fraaie kleurenreproduktie van de Lybische Sibylle (detail van de plafond schildering van Michelangelo in de Six tijnse kapel), een letterconstructie van Geoffroy Tory (Parijs, 1592) en een detail uit de Gutenbergbijbel van circa 1455 staan afgebeeld. Wat de inhoud van het boek betreft nemen wij de samenvatting door C.P.N.B. over: „Boeken leiden een leven, zoals ook mensen doen: ze worden geboren, ze werken, ze helpen, ze onderrichten, ze krijgen allerlei menselijke eigen schappen: ze kunnen mild en goed zijn, maar ook boosaardig, ze zijn dromerig, kritisch, eerlijk, vol leugens, vol waarheid, ze leiden een leven in het leven van de mens. De mens, op zijn beurt, heeft van jongsaf met het boek te maken. Het leert hem. een voudige voorwerpen namen geven Advertentie Met één VanNelle's groot formaat theebuiltje zet u 'n héle pot krach tige „Afternoon" thee voor nog geen vijf cent! In 'n paar minuten bent u er klaar mee. Zó gemakkelijk, zo modern proper. Geurige, krachtige „Afternoon" thee van Van Nelle, die overal in Nederland zo „in trek" isl Afternoon' theebuiltjes (groot formaat) doos van 20 stuks door middel van prenten; met letters en cijfers maakt hij kennis door het boek; hij verkent mensheid en wereld, en hun veelbewogen geschiedenis per boek; hij leest over liefde, godsdienst, politiek; hij verwerft zich bekwaam heid in zijn vak, zijn gehele leven is doortrokken van het boek. Niemand ontkomt eraan; ieders leven wordt er voortdurend door bepaald." Men vindt deze indeling terug in de aanduidingen in het boek: Boeken worden geboren; leren; ontdekken de wereld; be zingen de liefde; gaan aan het werk; zijn een monument der beschaving; vormen een staat; breiden hun produktie uit; heb ben hun zwarte bladzijden; helpen de mensen; weerspiegelen het leven; maken de balans op; vergaan; triomferen. De wijze waarop de samenstellers deze karaktertrekken van het boek illustreren met beelden en citaten is voortreffelijk. Natuurlijk had het ook anders gekund en dan had het ook voortreffelijk kunnen zijn. Er hadden andere citaten gekozen kunnen worden, andere honderden foto's en tekeningen, zelfs een andere indeling was mogelijk geweest. Hét boek over het Boek is nu eenmaal onmogelijk. „In 26 letters" is geslaagd omdat het voor élke boekenliefhebber iets verrassends bevat, een citaat, beeld, woord of cijfer. Iets van de gading van welke-boekenminnaar-dan- ook is in dit boek, dat daarom met nog meer recht de ondertitel voert: het boek in uw leven, uw leven in het boek. Dat bij de lijst van instellingen, die aan de totstandkoming van het boek mee werkten, niet de Stichting Museum En schedé te Haarlem staat vermeld, met haar unieke typografische verzameling, maakt het begrijpelijk dat in „In 26 let ters" evenveel eer aan Gutenberg als aan Coster wordt gegund. In Haarlem weet men wel beter te doen. Boekenliefhebbers in de Oudemanhuis- poort te Amsterdam. Op de achtergrond de universiteilstuin. (foto uit „In 26 letters") „De Muze viert feest" is de twaalfde uitgave in de Muze-reeks en zij doet het met bravoure, ingetogenheid, weemoed, peinzend, afgezonderd, uitdagend, kortom: de Muze kent alle kanten van het feest en Gerrit Borgers heeft met veel goede smaak haar afgevaardigden gekozen uit Neder lands en Vlaanderens dichter skorps. Bor gers' persoonlijke smaak blijkt als enige formule voor deze bloemlezing uitste kend te voldoen, al is de leeftijdsgrens van 14 tot 20 jaar thans wel enigszins ruim, want de bundel vergt niet alleen een grotere poëziebelezenheid dan de vorige Muze-boekjes, maar ook een verder ontwikkeld begrip dan de leeftijds begrenzing van 14 tot 20 jaar doet ver onderstellen. Uit de keuze van dichters blijkt geen be paalde voorkeur in de smaak van de sa mensteller, die dus uitsluitend het feest de doorslag heeft laten geven. Bij de feest vierders treft men onder anderen aan nisuHiwïiiii* Ff a I I H lit 1IIFI W W/-//S1U V tr fciiuui if I I li II II ma HlWWHftlltliv 25' boekenweek Remco Campert, Van Ostayen, Polet en Kouwenaar, Nijhoff, Bloem, Leopold, Ach terberg en Burssens, Jacobus van Looy, Kloos, Perk en Gorter, Van Focquenbroch, Joan Albert Ban, J. J. Starter en een ano niem zestiende-eeuws dichter van een drinklied. Het is een aardige bundel en vooral de verzamelaars van de Muze-reeks zullen de feestvierende muze niet willen missen. Hoe aardig het litterair-historisch ook is dat Borgers het Kers-liedt van de Haar lemse begijnenvader en aartspriester Joan Albert Ban (15981644) in de bundel heeft opgenomen, het valt door zijn zuiver reli gieuze inslag enigszins buiten het feest, zoals het in de rest van de bundel gevierd wordt. Maar men kan dit gedicht ook als het ikonenhoekje in de feestzaal beschou wen en dan kan Borgers' ruimtelijke zin niet anders dan geprezen worden. Deze lof geldt ook de ditmaal met bijzondere zorg samengestelde lijst van gegevens over de in de bundel opgenomen dichters. De illustraties van J. H. Kuiper zijn niet be koorlijk. Zij hebben het epaterende van tekeningen van Lucebert zonder diens ge voeligheid. Ook is Kuipers typografie te nadrukkelijk. ,!K HEB ME VAAK AFGEVRAAGD, WAAR BEMOEIEN WE ONS MEE' lll-Mtlirf/llllf rr A "*1 ii I I li in 11171 III *-\MI III" //Sill. 1! \w Biiivi ir i I 1 II II II MA MlllFMM/iUlll» 25' boekenweek DE VOORZITTER van de Commissie voor de Propaganda van het Nederlandse Boek (C.P.N.B.), instrument van de Ver eeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels, de heer Chr. Leeflang te Utrecht, heeft in zijn dertigjarige praktijk als directeur van de n.v. Boekhandel Broese te Utrecht de storm achtige ontwikkeling der laatste decennia mee helpen stimu leren. Aan de vooravond van het 25-jarig bestaan van de boekenweek vroegen wij welke volgens hem de reden is, dat het boek in al zijn verschijningsvormen zoveel meer belang stelling heeft dan vóór de oorlog. „De verbetering en verlenging van het onderwijs, heeft hierin een grote rol gespeeld", luidt zijn antwoord. De Boekenweek begon in 1930 eenvoudig. Als een Boekendag. Een voorloper van de eerste „zevendaagse" in 1932. In de oorlogsjaren was er geen Boekenweek. Toch zijn het indirect deze jaren geweest zo vertelt de heer Leeflang die de grote stoot hebben gegeven. Want in de oorlog heeft, men het boek „ontdekt". „Men" wilde lezen (wat kon men anders doen?) en er waren nauwelijks boeken. De leeshonger uit 1945 is tot op heden niet gestild, menen wijEr verschijnen in Nederland per jaar 8000 uitgaven (nieuwe titels en herdrukken). NA 1945 NAM ook de C.P.N.B. zijn hoge vlucht. Het werd een bureau met twee directeuren en een staf van medewerkers. De Boekenweek groeide uit tot een gebeurtenis, die werd gerugge- steund door propaganda voor het boek gedurende het gehele jaar. Er kwam een boekengids, een geschenk, een kinderboe kengids (Kleine Vuurtoren). Men ging sa menwerken met de leeszalen en instituten, welke nauw met boek en litteratuur zijn verbonden. De jongste telg ontsproten uit dit veelomvattende werk is de Kinder boekenweek. Toen de heer Leeflang na de middelbare school bij de laatste telg uit het boek verkopersgeslacht Broese in dienst trad kon hij niet weten, dat hij na luttele jaren deze zou opvolgen, om naar eigen inzicht en oordeel op relatief zeer jonge leeftijd een boekhandel te drijven. „Ik had me nooit aangetrokken gevoeld tot de „reclame" van het boek. Een boek is er om gelezen te worden, rustig en uit vrije wil en naar vrije keuze. Ik heb me vaak afgevraagd: waar bemoeien we ons mee? Als de mensen zonder boeken zich ge lukkig voelen, waarom ze er dan met de neus opdrukken. Er bleef tenslotte iets over dat men een missiegevoel zou kunnen noemen om mij toch te zetten tot het propagandistische werk. Want zegt de heer Leeflang het geheim van het boeken verkopersvak is, dat zij die het bedrijven fanatisch op het boek gesteld zijn. Wie geen liefhebber is zo houdt hij steevast nieuwkomend personeel voor ga liever in auto's, suiker of ik-weet-niet-wat. Maar niet in boeken!" DOCH UITSLUITEND met de zuivere liefde voor het boek komt de boekverkoper er ook niet. Het vak, aldus de heer Leef lang, zou niets zijn indien al die culturele activiteit niet bestond. Te verzuimen in het boek ook de koopmanswaar te zien zou echter betekenen, dat men de grond onder de ideële aspecten van het ambacht uitgraaft. Ons beroep is zo'n merkwaardige mengeling van cultuur en commercie, dat de boekverkoper bijna voortdurend in een conflictsituatie leeft. Je doet hetgeen je meent dat je culturele taak is hoe onzakelijk dit mag lijken, zelfs zijn! en tegelijk dien je ervoor te zorgen dat de zake lijke „rest" functioneert. Bij een uitgave bijvoorbeeld, die de trots is van uitgever en handelaar maar waarbij de prijs de kosten niet dekt kijkt de commerciële helft van het Janushoofd van de boekverkoper bedenkelijk. DE HEER LEEFLANG is er vóór om allerlei redenen, maar vraagt zich wél af of het zonder meer is toe te juichen dat men voor een appel en een ei het prachtigste litteraire en culturele bezit kan kopen. Vijftig jaar geleden kocht men een boek, vooral als jongere, vaak na veel financiële opofferingen. Zo'n boek werd gelezen en herlezen. De schepping van de auteur werd geestelijk eigendom van de lezer. Is dit nu met name bij pockets die bovendien het lezen en herlezen nauwelijks zullen 'overleven, nog het geval? Zullen de tienduizenden pockets die waanzinnige hoeveelheid boekjes waar blijven ze? niet vaak een meer materieel, 'dan geestelijk bezit worden van de kopers? De heer Leeflang maakt een handgebaar van „ik Dit jaar is de heer Leeflang voor het laatst voorzitter van de C.P.N.B. Enige tientallen jaren heeft hij voor het boek in de bres gestaan. Hij zal geen „testament" nalaten. „Wanneer ik niet duidelijk een doel kon stellen met hetgeen ik deed, dan behoef ik het ook niet in enkele woorden aan het slot van het iverk te zeggen." Toch is er een boek verschenen dat voor een testament van de heer Leeflang zou kunnen doorgaan. Het jubileumboek van deze Boekenweek 1960, getiteld „In 26 letters", dat voor de inderdaad zeer lage prijs van 2,50 verkrijgbaar is op een bon, die bij het Boekenweekgeschenk wordt uitgereikt. De foto toont rechts de aftredende voorzitter van het C.P.N.B., de heer Chr. Leeflang, en links zijn opvolger G. Lubberhuizen, die thans vice-voorzitter is. weet het niet". Het is bovendien funest een eerste druk als pocket te laten verschijnen. We lopen het risico dat zo'n boek er straks eenvoudig niet meer is, omdat het niet kan worden ingebonden. Omdat het niet duurzaam isomdat biblio theken het vaak niet kopen. Toch heeft het pocketboek voor velen de weg naar de boekhandel geplaveid. IN DE MER a BOIRE van boeken heeft de heer Leeflang geen favorieten, tenminste hij wil ze niet verraden. „Ik zou oneerlijk zijn want morgen lees ik iets nieuws en ben daar dan weer geestdriftig over", zegt hij. Tijd om te lezen in en over boeken heeft hij overigens weinig. En dan zijn er nog zoveel dingen die nem belang inboezemen. Film, toneel, muziek, alle vormen van kunst, kortom alles wat rondom hem gebeur' interesseert hem. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 13