Twee mannenkoren in de Gem. Concertzaal bij van Haren Paasfestijn Jazz at the Phill larmonic-Concert Pure lijnen, één en al schoonheid Minister Luns naar Bonn Drie doden in het verkeer Drie agenten gewond Taxichauffeur beroofd ^Brieweit aan de redactie MAANDAG 11 APRIL 1 960 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Hoge Commissaris van Z.-Afrika in Den Haag Een lente pumpje met mo dern halfhoog hakje. In ge broken wit 10 75 Italiaans flatje. Hee! modern. In gebroken wit 13.75 Een gracieuze pump. Een paasverrassing in vele mode kleuren 21,75 i Iialcn in het gehele land, waaronder: Jcverwijk: Brcestraat 66 riaarlem: Gen. Cronjéstr. 70, Gr. Houtstr. 64 Umuiden: Lange Nieuwstraat 477 - 481 Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag heeft bevestigd dat de minister van Buiten landse Zaken, mr. J. M. A. H. Luns, als voorzitter van de groep die op de Atlanti sche economische conferentie in januari te Parijs werd belast met het bestuderen van Europese handelsproblemen, woensdag naar Bonn zal gaan, waar hij zal worden ontvangen door de Duitse bondskanselier, dr. Adenauer. Minister Luns zal verder de ministers van Economische Zaken en van Financiën, dr. Erhard en Etzel, ontmoeten. De gesprekken die minister Luns te Bonn gaat voeren, gaan voornamelijk over de „zes" en de „zeven". In de nacht van zaterdag op zondag is een personenauto, bestuurd door de 43-ja- rige Amerikaanse zeeman Cummins, op de rijksweg Lochem-Zutphen nabij Warns- veld tegen twee bomen gebotst. De in Vlaardingen domicilie houdende heer Cummins kwam daarbij om het leven. In de auto zaten voorts mej. Margareth A. Ross en de heren Robinson en Torran ce, die allen deel uitmaken van het Ame rikaanse leger. Beide eerstgenoemden werden zwaar, de heer Torrance licht ge wond. Allen zijn overgebracht naar het al gemeen ziekenhuis te Zutphen. Het gezel schap was op weg van Bremen naar Vlaardingen. De auto werd totaal ver nield. Op de Haarlemmerweg te Amsterdam is de 56-jarige bromfietser Gh. van Gijn tengevolge van een aanrijding om het le ven gekomen. Op het ogenblik dat de heer Van Gijn uitweek voor een wielrijder kwam hij met zijn stuur in aanraking met een hem achterop rijdende personenauto. Hij kwam daarbij te vallen. In bewuste loze toestand en met een bloedende hoofd wonde werd de man naar het Wilhelmina- gasthuis vervoerd, waar hij enkele uren later overleed. De 58-jarige G. Jacobs uit Venlo, is met zijn bromfiets aldaar tegen een auto ge botst. Hij werd daarbij zo ernstig gewond, dat hij kort na het ongeval overleed. Naar wij vernemen vertoeft de Zuid- afrikaanse Hoge Commissaris in Londen, dr. Van Rijn, thans voor een privé-bezoek bij de ambassadeur van Zuid-Afrika in Nederland, dr. F, C. Geldenhuys, die, zoals zaterdag gemeld is, de diplomatieke dienst verlaten zal. Hoe lang het bezoek zal duren is niet bekend. (Van onze jazz-medewerker) Het tweede Jazz at the Philharmonic con cert van Norman Granz heeft men azter- dagnacht in Scheveningen of Amsterdam kunnen bijwonen. Zoals men langzamer hand van deze concerten gewend is stond ook nu het gebodene op hoog niveau. Het concert begon met het beroemde Oscar Peterson Trio, waarin Ray Brown (bas) en Ed Thigpen (drums) voor een prach tige ondersteuning van deze pianist zorg den. Peterson heeft zich geheel hersteld van de inzinking die zijn spel enige jaren geleden kenmerkte. Hetwas toen vlak, hoqwel virtuoos. Ook nu is de virtuositeit nog steeds een zeer belangrijke element van Petersons kunnen, maar met name in bij voorbeeld Gershwins „It ain't necessari ly so" toonde hij zich een onvervalst jazz-musicus, die deze uit de opera Porgy and Bess zo bekende melodie meer jazz- karakter gaf dan Gershwin zelf er ooit aan heeft verleend. Daarbij is de rhapso- sodische, lichtvoetige stijl van Peterson, pittig swingend, een waar genot. Drummer Ed Thigpen viel op door „driftig", bijna bezeten spel; zijn dribbe lende brushes zijn interludes met de handen; zijn gesluierd spel met vibrafoon sticks vormden een prachtige achter grond zowel bij Peterson als bij Stan Getz, die vervolgens optrad. Het gebruik van een triangel konden wij maar matig waar deren; maar steeds meer n iet-negroïde elementen dringen immers de moderne jazz binnen, zowel wat instrumenten als melodie en ritmen betreft. Ook bassist Ray Brown, die in prachti ge harmonie met Thigpen speelde gaf enige uitzonderlijke soli te beste, met name op strijkbas. De bas kreeg daardoor een typisch cello-karakter, waarbij drum en piano voor ritmische begeleiding zorg den. Het spel van Stan Getz, aarzelend, zacht, sprankelend en toch glashelder is type rend voor de moderne jazz. Naast Miles Davis, die later op de avond optrad, is hij de voornaamste vernieuwer. Zijn „The thrill is gone" was een vertolking die de sfeer van de zo diep betreurde Billy Holi day dicht bij bracht. In Pame's Tune, op gedragen aan zijn jongste dochter, deed hij sterk denken aan Paul Desmond, waarbij hij zich eveneens op Bach inspireerde. Eigenlijk jammer want Getz is op zijn best wanneer hij zich aan zijn eigen stijl houdt zoals in „Out of nowhere". Zijn soli, met alleen een hier en daar accen tuerende drum, zoals in „Gone with the wind", tonen hem van zijn beste kant. De Zweedse pianist Jan Johanson kon ons niet bekoren. Zijn spel was glad en me rendeels routine. Na de pauze werden wij vergast op de koele heldere, diep melancholieke toon van Miles Davis trompet. Zijn muziek geeft de problematiek van de moderne mens misschien wel het beste weer. De verlatenheid, de eenzaamheid in een grote stad, de voortdurende dreiging van een nieuwe oorlog, de volslagen hopeloosheid van ieder menselijk streven, dat alles valt bij Davis te beluisteren. Hij speelt met lange melodische lijnen, wat minder vi brato dan Gillespie, met wie hij toonaan gevend is voor alle moderne jazz-trompet- tisten. De tweede belangrijke figuur in het Miles Davis Quintet is de tenor-saxofonist John Coltrane, een navolger van Sonny Rollins, die echter zijn spel een zeer per soonlijk cachet weet te geven. Zijn im provisaties zijn zeer cerebraal, evenals die van Davis, en gebaseerd op lang aange houden enkele tonen, hier en daar afge wisseld met razend snelle melodische lij nen. Bassist Paul Chambers en drummer James Cobb pasten volkomen in de sfeer door deze twee melodiegevers opgeroepen. Dat kon minder gezegd worden van pia nist Wynton Kelly die conventioneel speel de. Drie Amsterdamse politieagenten zijn zaterdagmiddag gewond geraakt bij een vechtpartij op het Spui. Zij poogden een spontane demonstratie van jongeren tegen de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika te ontbinden. Omstreeks vier uur marcheerde een honderdtal jongeren over het Spui. Zij droegen spandoeken mee met leuzen tegen de apartheidspolitiek in Zuid-Afrika. Zes agenten van het bureau Singel probeerden de vermoedelijke leider van de demon stranten, de 29-jarige R. J. W., te bewegen de stoet te ontbinden, omdat hij geen ver gunning van de politie kon tonen. De man trachtte weg te rennen, waarop een van de agenten hem probeerde te grijpen. De agent struikelde. Daarop ontstond een handgemeen tussen een aantal agenten en de demonstrerende jongeren. Een agent bezeerde zijn knie, een andere liep ver wondingen op aan een wang, terwijl de derde agent een blauw oog kreeg. Deze laatste politieman mist voorts een tand en werd ook aan zijn neus gewond. Drie demonstranten, te weten de 29- jarige R. J. W„ de 22-jarige J. F. L. en de 19-jarige mej. E. S. H. K. werden mee genomen naar het bureau. Er is proces verbaal tegen hen opgemaakt, omdat zij onder meer de politie in de uitoefening van haar plicht hebben belemmerd. - In de bossen bij Oosterbeek hebben twee passagiers van een taxi in de nacht van zaterdag op zondag de taxichauffeur H. Timmermans uit Venlo na een hevige vechtpartij van zijn auto beroofd, waarmee zij in volle vaart wegreden. De chauffeur liep slechts onbetekenende verwondingen op. De autodieven, een man en een vrouw, die in Venlo in de taxi gestapt waren, zijn op dit ogenblik nog steeds spoorloos, even als de gestolen auto. (Verkort weergegeven) Tanchclyn en der spiegclmcnsch. In 1922 was ik toevallig in Leipzig en woonde daar een der eerste opvoeringen bij van Franz Werfel's „Der Spiegel- mensch". Dit aangrijpend toneelstuk han delt over een diep religieus mens, een reformator, die krankzinnig wordt en dan zich zelf tot God verklaart en zich als zodanig laat aanbidden. Daarom valt het mij op dat geen der vele toneelkritieken over Mulisch' „Tanchelyn" die mij onder ogen kwamen, een parallel getrokken heeft met „Der Spiegelmensch", terwijl toch overduidelijk is, dat Mulisch hetzelfde on derwerp op verwante wijze uitwerkt. Blijkbaar is het werk van Werfel hier niet bekend geweest of geheel vegeten. Mulisch heeft overigens groot gelijk door er op te wijzen, dat hij geen historisch stuk bedoeld heeft, want zowel zijn werk als dat van Werfel is geïnspireerd op de leer en het leven van Nietzsche de pro feet die hoge ernst maakte met de reli gie, tot de slotsom kwam, dat God dood was en krankzinnig werd toen over hem de zalige rust kwam, de euphorie, waarin hij zijn eigen vergoddelijking be leefde. Om geen misverstand te wekken wil ik vaststellen, dat ik er geen ogenblik aan denk dat Mulisch zijn thema van Werfel overgenomen zou hebben. Ik ben er van overtuigd, dat hij Werfel's werk niét ge kend heeft omdat het voor de hand ligt, dat wanneer geen der toneelcritici er van blijk geeft „Der Spiegelmensch" te ken nen, een jonge man als Mulisch evenmin Werfel's werk gekend heeft. Intussen blijft het onderwerp: Nietzsche op het toneel zeer de moeite waard. EGBERT SMEEDES Dierenliefde. Het is mij een behoefte de redactie van Haarlems Dagblad te be danken voor het door haar gepubliceerde artikel over mej. Van Poelgeest. Ondanks het feit, dat deze vrouw onder de moeilijkste omstandigheden leeft, ver zorgt zij een zeer groot aantal door haar van de straat opgeraapte zwerfdieren. Het spreekt vanzelf, dat Dierenbescherming niet alle ellende in de wereld van het dier kan lenigen. Daarom moeten wij voor de mensen, die met grote toewijding het aan vullende" werk doen, wel bijzondere hoog achting hebben. Thans is er voor mej. Van Poelgeest hulp op komst. Maar deze hulp was waarschijnlijk achterwege gebleven, indien niet de aandacht op de noden van deze dierenvriendin was gevestigd. PIET VINCENT. Het P.T.T.-koor was eveneens na de pauze op zijn best. Men kon respect krijgen voor de durf om het „Magnificat" van Os car van Heuvel uit te voeren. In elk geval kon het dienst .doen als een stap in de richting van programmavernieuwing. Psalm 83 (84) van N. H. Andriessen en „Nachtgesang im Walde" van Franz Schu bert hadden enkele goede kwaliteiten in de vertolking, maar van een samenvatten de en muzikaal verantwoorde opbouw kon nog niet gesproken worden. Zoals gezegd, het beste en eigenlijk het verrassende kwam in de tweede helft van het concert. Inderdaad is het woord: verrassend hier op zijn plaats, vooral bij de overweging, dat het hier ging om de zang van een koor, dat voor zijn samenstelling aangewezen is op de daadwerkelijke muzikale belangstel ling uit de beperkte kring van het over heidsbedrijf. Daarom kon men bewonde ring krijgen voor deze groep P.T.T.-man- nen, die zo overtuigend, zo vast en met welluidende klank en ook met spannende voordracht „De Postiljon" van Andries de Braai, „het stuivende zand" van Kees Kef en „Am Adriatischen Meer" van J. Gotovac tot uitvoering brachten. Voor instrumentale intermezzi zorgde op dit concert de organist Bomhard Stein- voort. Hij speelde met vlotte techniek en met goede registratie, voor zover althans de korte kennismaking met het orgel hem in staat stelde, het koraal met de variaties uit Mendelssohns 6de Orgelsonate en de Toccato van Hendrik Andriessen, een werk dat eigenlijk om een nog groter ruimtewerking vraagt dan de gemeentelijke Concertzaal vermag te bieden. Bijzonder goed klonken daarentegen de Dialoog en de Toccato uit „tien orgelwerken" van Al- bert de Klerk. En als een sympathieke ver ering van zijn leermeester Jacob Bijster speelde Bernhard Steinvoort de Tweede Orgelsonate van de in 1958 overleden Haarlemse organist en componist. De solist toonde zich met de eigen klankentaai van dit openhartige, evenwichtige werk uit stekend vertrouwd, zodat zijn muzikale vertolking indruk kon maken. Bernhard Steinvoort had op dit concert ook nog een beperkte taak als begeleider van de koren. Ook de pianiste Emmy van Eden moet ge noemd worden om haar begeleidende steun voor het Duitse koor bij de uitvoering van de werken van Schubert. P. Zwaanswijk Palingen. Tweehonderdduizend Ne derlandse palingen die naar Oostenrijk zijn vervoerd om het meer van Neusiedl aan de Oostenrijks-Hongaarse grens rp- nieuw te bevolken, hebben zich volkomen aan de nieuwe omstandigheden aangepast, aldus wordt uit Wenen gemeld. Leuke vlotte ballerina met grappige strikgarnering. In geel en gebroken wit 13,75 Het Haarlemse P.T.T.-mannenkoor ontving op zijn Voorjaarsconcert, dat zaterdagavond in de gemeentelijke Con certzaal te Haarlem werd gegeven, de Mannergesangverein 1S95 „Solingen- Wald" als gast. Elk koor kwam met een eigen programma, maar voor de uit voering van twee werken: „Trösterin Musik" van Anton Bruckner en de „Hymne an die Musik" van Lachner ver enigden beide verenigingen zich tot een groot ensemble, dat met overtuigende bewogenheid zijn dankbaarheid, liefde en eerbied voor de toonkunst uitzong. Ultra moderne derby mo lière in de nieuwste kleur „misty-green" 23.75 Verrassend soepele heren- loafer. Aparte snit. In river- green leder 19.75 De dirigent van de Haarlemse post mannen, de heer P. J. Potgieser, leidde de uitvoering van het werk van Bruckner in een vertolkingstrant, die expressieve dy namische schakeringen beoogde. Uiteraard kon men na het betrekkelijk korte voorbe reidende contact, dat beide koren mochten hebben niet verwachten, dat aan alle eisen van klankeenheid voldaan zou worden. Maar de intentie van de uitvoering, die iedere muzikaal voelende toehoorder uit het hart gegrepen was, werd ondanks die klankonvolkomenheden toch wel duidelijk. Minder kwetsbaar ten aanzien van. de dynamiek was de Hymne van Lachner. De dirigent van het Duitse koor, de heer A. Forstmann, kon de uitvoering, die aan het slot van het concert werd gegeven, een machtige bekroning van de avond doen worden. Bij zijn zelfstandig optreden liet het mannenkoor „Solingen-Wald" zich kennen als een ensemble, dat de lieder- tafeltradities in de goede zin hoog houdt. Men kon althans in de zang van het koor niet de overdreven voordrachts-accenten horen, die de liedertafelstijl zo dikwijls een slechte naam bezorgd hebben. Wel bleef men met werkjes als „Türmenlied", „Biete die Stirn", „Rheinisches Fuhrmannslied", „O, du schoner Rosengarten" en „Der Zecher" in repertoire-sfeer van die stijl, waarin volksliedelementen ook vaak op genomen werden. Een afzonderlijke plaats namen „Der Gondelfahrer" en „Gott meine Zuversicht" van Franz Schubert in het pro gramma van dit koor in. „Der Gondel fahrer" klonk ongetwijfeld het beste van deze twee werken, ritmisch vlot en licht van toon. Ten dele kon dit trouwens ook van het andere werk van Schubert gezegd worden, maar de bewerking voor mannen koor kon de oorspronkelijke zetting voor vrouwenstemmen toch niet doen vergeten. In het bijzonder heeft men toch wel kun nen genieten van de uitvoering van drie werkjes, die na de pauze werden gezongen en die troffen door gelijkmatige verzorgde klank en vlotte, gevoelige en, zoals in „Der Zecher" door levendige voordracht. Voortreffelijke spijkerloze heren derby molière. In zwart en prachtig sahara- beige 24.75 Ook in jongensmaten 31-35 36-39 17.75 19.75

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 4