Hedendaagse muziek door de leden
van Toonkunstenaars Vereeniging
Haarlemse première van
Mijnheer Die en Die
De Haagse
Comedie met premières
van Shaw en Anouilh
PETER OOSTHOEK WINT CONCOURS
VOOR JONGE TONELISTEN
Engels harmoniekorps
treedt op in Haarlem
Universiteiten in Zuid-
Afrik a moeten open
voor niet blanken"
4
Multatuli herdacht
Prof. Van Winter
PAUL STEENBERGEN IN DRIE ROLLEN
Lucrezia Bori overleden
Je Maintiendrai in
Het Prinsenhof te Delft
MAANDAG 16 MEI 1960
Paul Steenbergen in „De Honderd
Dagen" van Anouilh als van boven
naar onder de oude Napoleon en
Lodewijk XVIII, en in het stuk „De
man van het noodlot" van Shaw als
de jonge Napoleon.
Voor de pauze kreeg men in het „denk
beeldige hoofdstuk uit de geschiedenis"
onder de titel „The man of destiny" Na
poleon door Bernard Shaw in de ne
gentiger jaren van de vorige eeuw voor
en naar de acteur Richard Mansfield ge
modelleerd te zien als zesentwintigja
rige generaal, aan de vooravond van zijn
roem, kort na zijn eerste grote overwin
ning. Frans van der Lingen maakte een
nieuwe vertaling, die hij „De man van
het noodlot" noemde en vervulde in de
vertoning zelf de rol van de ijdeldomme
luitenant met verve en humor. Betreffen
de zijn kwaliteiten als regisseur weet ik
nog even weinig als voorheen. Weliswaar
kwam de tekst snedig en met vaart over
het voetlicht, maar dat kon mij toch niet
verzoenen met de in wezen ongeschikte
bezetting. Shaw beschouwde zijn spel zelf
als „nauwelijks meer dan een bravoure-
stuk ter demonstratie van virtuositeit".
Nu is virtuositeit zeker niet het eerste
waaraan men bij Paul Steenbergen denkt.
Men kan natuurlijk zijn vermogen tot het
leveren van drie sterk uiteenlopende type-
ingen op één avond wel zo aanduiden,
maar per slot van rekening ging het in
eerste instantie om zijn bijdrage binnen
de beslotenheid van deze spitsvondige ba
dinage (met een paar compromitterende en
strategisch belangrijke brieven als inzet).
Het was heel moeilijk in zijn jeugdige hel
denrol van veroveraar met grof geschut
te geloven.
Ket pleit stellig voor het talent van Car-
la Dura, dat zij zich als de ook in haar
krijgslisten zeer vrouwelijke „onbekende
dame" tegen deze formidabele, zij het
dan in dit geval misplaatste acteur opge
wassen toonde, zeker na de overwinning
op haar aanvankelijke nervositeit. Over het
hier vereiste technische raffinement be
schikt zij nog niet. Toch was het een be
trekkelijk veelbelovend begin op de Ne
derlandse planken van een actrice, die
een paar jaar geleden van de Amsterdam
se Toneelschool werd gestuurd wegens
gebrek aan vertrouwen in haar begaafd
heid en die zich, hierdoor gelukkig niet
ontmoedigd, sindsdien in de Studio Char
les Dullin en bij Georges Vitaly in Parijs
de nodige vakbekwaamheid heeft eigen
gemaakt. Hep van Delft ontwierp een pit
toresk decor, het terras met wijnranken
van een kleine herberg in Tavazzano,
waarvan Joris Diels in boerenslimme ne
derigheid de goedgemutste eigenaar mocht
zijn.
Anouilh
Paul Steenbergen revancheerde zich vol
komen in „La foire d'empoigne" van Jean
Anouilh. welke tragikomedie de met veel
gepraat gerekte tweede helft van de avond
vulde. De oorspronkelijke titel is niet
gemakkelijk te vertalen „acheter a la
foire d'empoigne" is argot voor stelen
maar heeft betrekking op het verwisselen
van bezitter van de troon van Frankrijk
en de rol van diplomatieke diefjesmaat
IN DE BOVENZAAL van het Gemeentelijk Concertgebouw te Haarlem werd zater
dagavond door leden van de Koninklijke Nederlandsche Toonkunstenaars-Vereeni-
ging. afdeling Haarlem, een concert gegeven dat gewijd was aan hedendaagse muziek.
Ongeveer zestig muziekliefhebbers woonden de uitvoering die over het algemeen op
een goed niveau stond, bij. Het was alleen wel te betreuren dat de executanten slechts
de beschikking hadden over de oude vleugel die gebruikt wordt op de repetities van
het orkest dat hier zijn werkruimte heeft. Dit tamelijk afgespeelde instrument bewijst
voor dergelijke doeleinden nog goede diensten maar is onvoldoende om als solo- of
begeleidingsinstrument te fungeren op een avond als deze. Naar ik vernam moet men
de oorzaak zoeken bij de geringe kasmiddelen waarover de Haarlemse afdeling van
bovengenoemde vereniging beschikt. De vraag of men het gestelde doel dan niet
voorbijschoot zal ik hier onbeantwoord laten.
daarbij van Fouché, hertog van Otranto,
als hoedanig Frans van oer Lingen een
opmerkelijke typering van geslepen boos-
aardighcia in veranderlijke onmisbaarheid
liet waarderen. Jean Denis Malclès bouw
de een theater in het theater, met daarin
weer een fagade met verschillende achter
gronden, het toneel van de politieke strijd
om de macht, die naar de tot uitgangs
punt gekozen stelling van de spotzieke
schrijver het leven tot een vertoning maakt
en de mensen tot het vervullen van ma-
rionettenrollen dwingt. Joris Diels hand
haafde als regisseur het beeld van satiri
sche poppenkast met wat traag verlopen
de consequentie.
Anouilh heeft trouwens in zijn hernieuw
de verbittering om het lachwekkende treur
spel van Frankrijk wel heel veel woorden
nodig gehad om een bekende geschiede
nis af te wikkelen, vooral in onderdelen.
Machtige corruptie en maatschappelijke
hypocrisie zijn weer de voornaamste the
ma's in deze gemoderniseerde historie, in
een uitstekend klinkende vertaling van
mevrouw H. Albach-Tielrooy als „De hon
derd dagen" onze niet gemakkelijk vol
te houden attentie vragend. Na de plai-
santerie van Shaw was dit een inderdaad
verwante dichterlijke vrijheid van een
slechtgeluimde geest. Met zwartgallige
humor heeft Anouilh hel beginsel der ont
luistering van heroïeke mythologie voort
gezet, waarbij men het moet betreuren dat
hij meer aandacht besteedde aan de in
vloed van persoonlijke omstandigheden op
het lot van de wereld, zoals hij het Fouché
schamper laat zeggen, dan op de drogleu-
zen der speculanten in idealisme.
Hoe dit zij, hij heeft Paul Steenbergen
de dankbaar aangegrepen gelegenheid ge
boden tot het met kleur en schaduwtoet-
sen invullen van twee scherp geschetste
portretten: de vermoeide keizer, die alleen
nog naar een opzienbarende sortie ver
langt als hij beseft dat zijn rol is uitge
speeld, opgevolgd door de vadsige koning
met zijn goedmoedig verstand van hope
loze zaken. Achteraf bezien moet men er
kennen, dat het toch wel zin heeft gehad,
dat Paul Steenbergen ook de jonge Napo
leon vertolkte, omdat daardoor te sterker
uitkwam hoezeer Anouilh als teleurgestel
de romanticus de rivaliserende voortzet
ter van Shaws rationeel realisme met ka
rikaturale middelen wil zijn. Joris Diels
belichaamde zelf als maarschalk Ney de
militaire dommekracht. Cas Baas liep nog
te zoeken naar de gewenste manier om
de dweepzucht van een geestelijk onvol
wassen officier effect te verlenen. Het
was merkwaardig om te zien hoe enkele
mijner omzittenden na afloop van deze
première uit een diepe slaap ontwaakten
om zich hardhandig aan te sluiten bij het
applaus der geestdriftigen.
Guus Hermus, Sigrid Koetse en Lucas Wensing in „Mijnheer Die en Die".
99
Dames in een stoffenwinkel heb ik wel
eens horen zeggen: het is aardig goed, maar
een beetje flütterig. Wat dat precies be
tekent weet ik niet, in het woordenboek
van de Nederlandse taal komt de uitdruk
king trouwens niet voor maar hoe dan
ook, de term lijkt mij uiterst geschikt om
het toneslstiik „Meneer Die en Die" te ken
schetsen, dat dit weekeinde door Ensem
blein de Haarlemse Schouwburg twee
keer werd vertoond. Het programma ver
meldt, dat dit een komische thriller van
Gabriël Aroüt naar een gegeven van Roger
MacDougall en Ted Allan zou zijn, maar
dit is niet helemaal volledig, want, de En
gelse dramaturgen maakten op hun beurt
van een verhaal van Roy Vickers gebruik.
Als „Gog et Magog" heeft dit pseudo-
d.etectivestuk (zoals het daar werd aange
kondigd) in het Théatre de la Michodière
te Parijs veel succes geboekt.
De intrige is even banaal als ingenieus.
Julian Fanshaw, mislukt als schilder,
geenszins erkend als componist, vriend
schappelijk geduld als echtgenoot en ge
minacht als schoonzoon, geeft zich bedrie-
gelijk uit voor zijn eigen dubbelganger.
Herhaaldelijk verschijnt hij als David
Het programma was voor een aanzien
lijk gedeelte aan landgenoten gewijd. Men
hoorde twee liederen op Zuid-Afrikaanse
teksten, van Ernest W. Mulder, in leven
hoofdleraar theorie aan het Amsterdams
Conservatorium. Een af en toe bijna spits-
vondig-aandoend gebruik van chromatiek
in de begeleiding maakte het de zangeres,
mevrouw Ans Wiersema, niet gemakkelijk.
Zij kweet zich echter goed van haar taak
en wist de vele valkuilen die de intonatie
in deze liederen stelt te omzeilen. Ver
volgens bracht zij het publiek in kennis
met vijf liederen van de in 1952 overle
den componiste Henriette Bosmans, alle
op Franse tekst. De steeds logische, niet
aan het woordritme „geplakte" melodie
lijn, de gevoelige verwerking van de Fran
se tongval en de overtuigende formele af
ronding die in ieder lied in overeenstem
ming met de sfeer te bewonderen viel,
deed de vraag rijzen waarom men deze
liederen zo betrekkelijk zelden te horen
krijgt. Des te meer kon men de zange
res dankbaar zijn dat zij de gelegenheid
bood van deze verfijnde, maar niet over-
gecultiveerde liedkunst kennis te nemen.
Een Sonate voor cello en piano van Henk
Badings, uit 1935 daterend, schonk geen
impressies die een nieuw licht werpen op
het inmiskenbaar talent van deze uiterst
produktieve componist. In deze vroege so
nate staat hij al ten voeten uit getekend,
met alle eigenaardigheden en beperkingen
die de door hem gemaakte materiaalkeuze
met zich mee brengen, zonder dat men
(mijns inziens) van een eigen stijl kan
•spreken. Wèl van een eigen manier, het
geen men ook weer niet al te deprecië
rend moet opvatten. Met genoegen hoorde
men de tweede solo-celliste van ons or
kest, Hendrika Hoekstra, in de solo-partij.
Het programma was geopend door de
voorzitter van de afdeling, de heer Henk
van Eeuwijk, die zich een begaafd pianist
toonde in zijn vertolking van drie Etudes
van Debussy die, in 1916 gecomponeerd,
het onbetwistbaar hoogtepunt van de avond
vormden. Zoals de lezer reeds gemerkt
zal hebben, werd men uitgenodigd het be
grip „hedendaags" in de aankondiging in
ruime zin te interpreteren. Ook Serge
Prokofjef is sinds zeven jaar al niet meer
in het rijk der levenden; hetgeen overi
gens niet wil zeggen dat daarom zijn werk
niet hedendaags zou kunnen zijn. Men
hoorde van hem, gespeeld door het zeer
capabele duo Carolien en Norbert van der
Heiden, een Sonate voor twee violen die
bij eerste aanhoren een nogal stekelige,
weinig bekorende indruk maakte. Met
aanmerkelijk meer genoegen kon men
luisteren naar een Sonate voor piano vier
handig van Hindemith. wiens eertijds zo
uitdagend geachte klankentaai nu al weer
speels en gemoedelijk geworden is. Prima
uitvoering door het duo Ans Bouter
Miep van Luin, die tevens de avond beslo
ten met „Kermesse a Charleroi" van Gé-
za Frid. een uitsmijter, en nogal een goed
kope: met hedendaags had dit vluggertje
helemaal niets, en met muziek nog min
der te maken.
Aan de aanvang van de avond waren de
aanwezigen welkom geheten door de heer
Louk Nelissen; aan het slot sprak de
heer Henk Gort, lid van het hoofdbestuur
der K.N.T.V. een kort woord van dank
tot alle deelnemers. Onder hen noemde
ik nog niet de pianiste Hélène André de
la Porte, die de zangeres Ans Wiersema
begeleidde.
Sas Bunge
WEEKABONNEMENTEN
dlen*n uiterlijk op woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op donder
dag moeten afrekenen.
DS ADMINISTRATIE
Voor jonge toneelspelers van beiderlei
kunne, die de leeftijd van achtentwintig
jaar nog niet hebben bereikt, maar die
reeds in een beroepsgezelschap dan wel
voor radio of televisie zijn opgetreden, is
in de loop van de vorige week door de
afdeling Amsterdam van het Nederlands
Toneelverbond en het Internationaal Cul
tureel Centrum wederom een concours
gehouden. Na de voorronden werden zes
van de ruim twintig deelnemers toegela
ten tot de finale, die met een uur ver
traging (waarvan een gedeelte door de
pianist Enrico Neckhcim met muziek ge
vuld werd) zaterdagmiddag in hel Nieu
we de la Martheater onder grote belang
stelling plaats had. Omstreeks zes uur
werd eindelijk de uitslag bekend ge
maakt: zowel het rapport van de jury als
een stemming onder de toeschouwers we
zen Peter Oosthoek (lid van de Neder
landse Comcdie) als eerste prijswinnaar
aan.
De kandidaten dienden een tweeledige
opgave te vervullen: de vertoning (in wan
delkostuum, zonder decors en requisieten)
van korte spelfragmenten uit werken van
het klassieke en het hedendaagse reper
toire. Bovendien werd hun de gelegenheid
geboden de totaalindruk desgewenst te
versterken met een conférence, een chan
son of een pantomime. Het was toege
staan de medewerking van een partner
bij de vertolking van een gekozen scène in
te roepen. Als woordvoerder van de jury
kon Ferd. Sterneberg na afloop gewagen
van grote voldoening betreffende het „bui
tengewoon behoorlijke niveau" van de
prestaties der finalisten, van wie enkelen
slechts een uiterst geringe meerderheid in
punten boven andere gegadigden hadden.
Daartegenover stond, dat er ook inschrij
vingen waren geweest van mogelijke ta
lenten die speculatief en ambitieus zich
presenteerden naar wat zij kennelijk zou
den willen en misschien kunnen worden.
De door het Prins Bernhardi'onds beschik
baar gestelde bekroning met duizend gul
den werd door Guus Oster als bestuurs
lid uitgereikt aan Peter Oosthoek, die met
de monoloog van Jacques uit de tweede
akte van „As you like it" van Shake
speare en de voordracht van „Over de
schadelijkheid van tabak" van Tsjechov
twee inderdaad uitmuntende beurten ge
maakt had, waarin de gewenste geest en
bezieling samengingen met een gave be
heersing van de techniek.
Ook de winnaar van de tweede prijs,
een door de gemeente Amsterdam ge
schonken bedrag van vijfhonderd gulden,
wist zich te onderscheiden door even mar
kante als fijnzinnige bewijzen van per
soonlijkheid: Ramses Shaffy, die samen
met Joop Admiraal een korte scène uit
„Lorenzaccio" van De Musset speelde en
vervolgens met weloverwogen emotie een
beste gaf. Met een voortreffelijk liedje
van eigen maaksel (zowel de muziek als
de Engelse tekst) bewees hij verder zijn
artistieke veelzijdigheid. De jury had veel
waardering voor deze keuze, maar had
enkele aanmerkingen op de uitvoeringen,
speciaal op de dictie. Een voorbeeldige
versbehandeling liet Trins Snijders van
het Rotterdams Toneel horen in een al
leenspraak uit „Jephta" van Vondel,
waarbij de gedemonstreerde gevoeligheid
zich ook meedeelde aan de karakterbeel-
ding het was alleen jammer, dat de
lichaamsplastiek hierbij enigszins ten ach
ter bleef. Zeer sterk was ook de beken
tenisscène uit „La Sauvage" van Anouilh.
die er zeker toe heeft bijgedragen dat aan
haar de derde prijs werd toegekend: drie
honderd gulden, afkomstig uit de kas van
het Nederlands Toneelverbond.
De rangschikking der overige drie deel
nemers aan de finale werd niet bekend
gemaakt. Mij heeft bijzonder de beelden
de bewogenheid in de zeggingskracht van
Arthur Boni, thans deel uitmakend van de
toneelgroep Arena en voor het volgende
seizoen verbonden aan de Nederlandse Co-
medie, in Arents relaas uit de „Gysbreght
van Aemstel" gefrappeerd. Jules Croiset
die met Ineke Brinkman een te lange
episode uit „Die Kinder" van Hermann
Bahr speelde en met weinig demagogi
sche nuancering het begin van Antonius'
toespraak uit de forumscène van „Julius
Caesar" van Shakespeare liet horen
had met „De Erepoort" van Carmiggelt
als amusante toegift het meeste succes.
Hans Croiset liet ons, daarbij zeer goed
bijgestaan door Hans Boswinkel, met een
gedeelte uit „Thomas Backet" van Jean
Anouilh kennismaken, welk nieuwe stuk
door de Haagse Comedie op het reper
toire is genomen.
De verrichtingen werden beoordeeld
door de volgende regisseurs, acteurs en
actrices in alfabetische volgorde: Han
Bentz van den Berg. Caro van Eyck, Ri
chard Flink. Karl Gutmann, Elise Hoo-
mans. Kommer Kleyn, Bob de Lange, Ton
Lutz, Ank van der Moer, Loudi Nijhoff,
Guus Oster, Egbert van Paridon, Carel
Rijken, Ferd. Sterneberg, Jan Teulings en
Robert de Vries.
Opstelwedstrijd. Aan de tentoonstel
ling Nomade van het Noorden in het Mu
seum voor Land- en Volkenkunde te Rot
terdam over de Lappen hebben de Ko
ninklijke Zweedse Spoorwegen, het Zweeds
Instituut en de Zweedse Vereniging voor
Vreemdelingenverkeer een opstelwedstrijd
verbonden. De inzenders worden verdeeld
in drie leeftijdsgroepen, 13-14 jaar, 15-16
jaar en 17-18 jaar. Als eerste prijs voor
ieder der groepen wordt beschikbaar ge
steld een reis NederlandLapland met een
verblijf in Lapland en een kort oponthoud
in Stockholm en Gothenburg voor de duur
monoloog uit „Bobbeltje" van Roussin ten van twee weken.
Fanshaw, zijn tweelingbroer, de fabel ver
spreidend dat deze niet vier uur na zijn
geboorte gestorven zou zijn. doch verwis
seld met het overleden kind van een an
dere moeder. In deze gedaante manifes
teert hij een karakter dat aan alle wens
dromen beantwoordt: hij herovert zijn
vrouw als een hartstochtelijk minnaar, hij
wint de genegenheid van zijn schoonmoe
der als vlotte charmeur, hij overtuigt
bevrijd van zijn remmingen zijn uitge
ver van zijn muzikale capaciteiten, hij ver
werft als brutale oplichter de vriendschap
van zijn zuinige oom en hij trekt de aan
dacht van een hoofdinspecteur van politie
als toekomstige moordenaai-. De identici-
teit met het aangenomen wezen is zo vol
komen, dat hij geleidelijk door zijn levens
genoten in staat wordt gesteld zich de
bruikbare kwaliteiten van zijn gefanta
seerde alter ego eigen te makenHet
spel, beurtelings kinderachtig en pikant,
heeft nog een pointe, die volgens het recht
der traditie niet verraden mag worden.
Nieuw is dit alles overigens niet: de grond
slagen voor deze persoonsverwisselingen
werden al meer dan twintig eeuwen gele
den door de blijspeldichter Plautus in zijn
..Menaechmi" en „Amphilruo" gelegd. Én
om met Ionesco te spreken: de noviteiten
zijn meer dan wetenschappelijk verant
woord, namelijk kwasi-wetenschappelijk,
dat wil zeggen afkomstig van tot populari
teit verouderde psychologie. De naar zijn
mening enige werkelijk bijzonder aardige
scène (maar ook hier kunnen voorbeelden
worden aangewezen, zoals „Bobbeltje" van
Roussin) is de monoloog van de titelheld,
waarin deze het publiek deelgenoot maakt
van zijn geraffineerde opzet.
Zo is het willens en weten ondanks
de tweevoudigheid van de hoofdpersoon
een niemendalletje gebleven, door Luc Lutz
met vaart en gevoel voor vrolijkheid gere
gisseerd. De keuze van dit ingewikkelde
verzinsel werd gerechtvaardigd door de
aanwezigheid op de planken van Guus
I-Iermus, die op vermakelijke wijze het pu
bliek bezig hield met de problematiek der
vereenzelviging in de verdubbeling van
wat door anderen als realiteit werd gezien.
Voor fijnproevers werd aldus de relativi
teit der transformatietheorie bewezen.
Sigrid Koetse had als mevrouw Fanshaw
een kostelijke scène als de door haar eigen
man bedrogen vrouw en trok verder in
haar temperamentrijk gespeelde rol de aan
dacht door haar fraaie toiletten, zoals een
snedige Loudi Nijhoff dat deed door mo
dieuze pruiken en agressieve welbe
spraaktheid. Als gast vervulde Jan van Ees
de taak een onaangename despoot van het
zakenleven stem en gestalte te geven. De
wijze, waarop Lucas Wensing zijn zoveel
ste ondervrager speelde, had een door sta
tistici gemakkelijk te bewijzen betrouw
baarheid. Chris Baal kreeg als de opstan
dige ondergeschikte een verdiend applaus
Het geheel voltrok zich in decors van Met
ten Koornstra en een vertaling van Alfred
Pleiter, maar het zou vermoedelijk weinig
hebben uitgemaakt als er in plaats van de
laatste andere namen zouden hebben ge
staan.
David Koning
Donderdagavond krijgen de liefhebbers
van virtuoze blaasmuziek uit Haarlem en
omstreken gelegenheid het optreden in de
Gemeentelijke Concertzaal te beluisteren
van de beroemde Engelse „Munn Fel-
ton Band". Dit, in 1933 gestichte fabrieks-
korps, heeft zich tot wereldkampioen op
gewerkt; het won in open kampioenschap
te Manchester de gouden beker (waarde
20.000), werd nationaal kampioen met
het veroveren van de „Royal Trophy" te
Londen, en ten slotte triomfeerde de
Band in 1957 voor de tweede keer in drie
jaar op de nationale kampioenswedstrijd
in de Royal Hall, en wel met „Variations
for Brass" van Vaughan Williams. Sinds
8 mei vertoeft de „Munn Felton Band"
op tournee in ons land. Haarlem zal dan
donderdag de twaalfde plaats zijn waar
het korps concerteert. Op het uitvoerige
programma vinden wij, naast hedendaag
se muziek, ook algemeen bekende num
mers van Offenbach. Suppé en Rcssini
(Balletmuziek uit „Wilhelm Teil").
De oud algemeen rijksarchivaris jhr. dr.
D. P. M. Graswinckel opende zaterdag
middag de tentoonstelling „Je Maintien-
drai", die tot 15 augustus in het Stedelijk
museum „Het Prinsenhof" te Delft wordt
gehouden ter gelegenheid van het feit, dat
het Oranje Nassaumuseum van Den Haag
naar Delft is overgebracht. De collectie
van dit museum, vertelde de directeur van
het Prinsenhof drs. D. H. G. Bolten, is
een voortreffelijk uitgangspunt voor expo
sities, welke op ons Koningshuis betrek
king hebben. Nu, voor de eerste maal, is
zij gebruikt als uitgangspunt voor deze
tentoonstelling, die betrekking heeft op het
huis van Oranje met de Friese tak, waar
van onze vorstin een telg is.
De heer Bolten deelde ons mee, dat hij
gemeend heeft zich te moeten beperken
tot het persoonlijke element van de fami
lie: haar portretten en enige van haar
persoonlijke bezittingen, benevens gebeur
tenissen uit het familieleven. De Koningin
heeft uit haar bezit verscheidene schilde
rijen en voorwerpen afgestaan om deze
tentoonstelling te completeren en verder
droegen musea uit binnen- en buitenland
het hunne bij.
In verband met de honderdste verjaar
dag van de Max Havelaar hebben me
vrouw Roelfsema-Tenge en Henri A. Ett
van het Multatulimuseum zaterdag na
mens het Multatuli-genootschap een krans
gelegd bij het monument op Westerveld,
waar de urnen met de as van Multatuli
en zijn vrouw worden bewaard. Deze kor
te, sobere plechtigheid werd bijgewoond
door een deputatie van het Multatuli-ge
nootschap. Prof. dr. G. Stuiveling, voor
zitter van het genootschap, sprak enkele
herdenkingswoorden.
Het Multatuli-genootschap bestond ca-
terdag een halve eeuw. Dit feit werd her
dacht met een receptie van het jubileren
de bestuur in De Waag te Amsterdam na
de opening aldaar van de tentoonstelling
„Honderd jaar Max Havelaar" door wet
houder mr. A. de Roos van Amsterdam.
In het Instituut voor de Tropen in Am
sterdam werd 's avonds een Max Have-
laar-herdenking gehouden. De voorzitter
van het Multatuli-genootschap, prof. dr.
G. Stuiveling, sprak de herdenkingsrede
uit.
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Op vrij vex-rassende wijze heeft prof.
jhr. di-. P. J. van Winter zich zaterdag
middag op een vergadering der Neder-
lands-Zuid-Al'rikaanse Vei-eniging te Am
sterdam uitgelaten over de apartheidspro
blemen in Zuid-Afrika. „Het isolement
waarin blanken en niet-blanken vei*keren,
mag niet blijven voortduren", zo zei hij.
„Velen zijn van mening dat de regering
alles maar moet regelen, maar men ver-
geet, dat er tot dusver te veel is getracht
het probleem met wetten en voorschrif
ten aan te pakken". En voorts: „De uni-
vei'siteiten zouden moeten wox-den open
gesteld voor niet-blanken".
Prof. jhr. Van Winter. hooglei"aar in ge
schiedenis aan de rijksuniversiteit te Gro
ningen en hoofdbestuurslid van de Ne
derlands-Zuid-Afrikaanse vereniging, ver-
ving zaterdag zijn zieke Groningse colle
ga prof. dr. B. Gemser.
Hij ging diep in op de geschiedenis van
de laatste halve eeuw, een geschiedenis
waarin het rassenvraagstuk een belang
rijke rol heeft gespeeld. Dit pi-obleem is
overigens in Zuid-Afrika steeds moeilij
ker geworden, aldus spreker-, die onder
meer wees op de toenemende verstedelij
king 47 pet. van de bevolking is in de
steden samengetrokken, te weten 84 pet.
van de blanken en 70 pet. van de kleur
lingen. De zogenaamde verzwarting van
de steden heeft, velen beangstigd. Immers
wat percentage betreft vormen de blan
ken een steeds geringer wordend deel van
de totale bevolking (thans circa 20 pet.).
„Er wordt gezegd dat de verhoudingen
in Zuid-Afrika de toets der christelijke
ethiek niet kunnen doorstaan", aldus prof.
Van Winter. „Ik voel geen vrijheid zo
hoog van de toren te blazen, waar wij
allen altijd en overal falen en gefaald heb
ben, in het naleven van de hoogste gebo
den, en elke tijd en elk volk de nadruk
weer anders leggen bij wat onder de christe
lijke boodschap wordt begrepen. Ik weet,
dat in Zuid-Afrika velen eerlijk proberen,
hun christelijke verantwoordelijkheid te
di-agen, en dat zij daarbij van even ernsti
ge pogingen van anderen vex-schillen. In die
strijd der geesten, ook in de kringen der
Afrikaandei-s, zie ik een bemoedigend te
ken".
Erepenning
Tijdens de vei'gadering werd meege
deeld dat de ex-e-penning van de Neder
lands-Zuid-Afrikaanse Vereniging is toe
gekend aan prof. Pont, hooglei-aar in hef
Romeinse recht aan de universiteit van
Pretoria. Prof. Pont is Nedei'lander van
geboorte. Hij studeerde rechten te Utrecht
waar zijn vader hoogleraar was. Na vol
tooiing van zijn studie vertrok hij naar
de Unie. De ere-penning is hem verleend
omdat hij zich jaren achtereen heeft be
ijverd om de goede verstandhouding tus
sen Zuid-Afrika en Nederland te bevorde
ren.
Lucrezia Bori, operazangeres van
Spaanse afkomst, is zaterdag op 72-jari-
ge leeftijd te New York overleden. Zij
was vele jaren één der vooraanstaande
sopranen van de Metropolitan Opera te
New York. Zij trok zich in 1936 terug.
De zangeres behoorde tot de oud
ste families van Spanje en heette oor
spronkelijk Lucrezia Borgia Gonzalez de
Rianebo, dezelfde familie waaruit een
paus en kax-dinalen zijn voortgekomen. Zij
veranderde haar naam, aangezien zij de
eerste uit haar familie was die een car-
rière op het toneel ambieerde. Zij trad op
in bijna alle bekende opera's in de we
reld, Parijs, Milaan, Monte Carlo, Buenos
Aires en San Francisco. Zij maakte haar
debuut in de opera van Rome in 1908.
Haar debuut in New York maakte zij als
Manon in „Manon Lescaut".
OM ALLERLEI REDENEN leek de zaterdag in de Koninklijke Schouwburg
plaatsgehad hebbende première van de Haagse Comedie een interessante aan
gelegenheid te zullen worden. Onder het motto ..Tweemaal Napoleon" stonden
er eenakters van Shaw en Anouilh geafficheerd, beide met Paul Steenbergen in de
titelrol, die tevens in het spel van laatstgenoemde auteur als Lodewijk de Acht
tiende zou optreden. Voor de pauze kon men bovendien Frans van der Lingens
capaciteiten in een ongekende hoedanigheid beoordelen, namelijk door zijn werk
als regisseur. In het programma las men voorts de naam van een nieuwe actrice,
Carla Dura, die in het tableau de la troupe voor het volgende seizoen is op
genomen. Al met al redenen genoeg om bij de theaterliefhebbcr verwachtingen
op te roepen, die voor velen al kwam er na afloop dan ook veel applaus niet
in vervulling zijn gegaan.