Hedendaagse muziek door de leden van Toonkunstenaars Vereeniging Haarlemse première van Mijnheer Die en Die De Haagse Comedie met premières van Shaw en Anouilh PETER OOSTHOEK WINT CONCOURS VOOR JONGE TONELISTEN Engels harmoniekorps treedt op in Haarlem Universiteiten in Zuid- Afrik a moeten open voor niet blanken" 4 Multatuli herdacht Prof. Van Winter PAUL STEENBERGEN IN DRIE ROLLEN Lucrezia Bori overleden Je Maintiendrai in Het Prinsenhof te Delft MAANDAG 16 MEI 1960 Paul Steenbergen in „De Honderd Dagen" van Anouilh als van boven naar onder de oude Napoleon en Lodewijk XVIII, en in het stuk „De man van het noodlot" van Shaw als de jonge Napoleon. Voor de pauze kreeg men in het „denk beeldige hoofdstuk uit de geschiedenis" onder de titel „The man of destiny" Na poleon door Bernard Shaw in de ne gentiger jaren van de vorige eeuw voor en naar de acteur Richard Mansfield ge modelleerd te zien als zesentwintigja rige generaal, aan de vooravond van zijn roem, kort na zijn eerste grote overwin ning. Frans van der Lingen maakte een nieuwe vertaling, die hij „De man van het noodlot" noemde en vervulde in de vertoning zelf de rol van de ijdeldomme luitenant met verve en humor. Betreffen de zijn kwaliteiten als regisseur weet ik nog even weinig als voorheen. Weliswaar kwam de tekst snedig en met vaart over het voetlicht, maar dat kon mij toch niet verzoenen met de in wezen ongeschikte bezetting. Shaw beschouwde zijn spel zelf als „nauwelijks meer dan een bravoure- stuk ter demonstratie van virtuositeit". Nu is virtuositeit zeker niet het eerste waaraan men bij Paul Steenbergen denkt. Men kan natuurlijk zijn vermogen tot het leveren van drie sterk uiteenlopende type- ingen op één avond wel zo aanduiden, maar per slot van rekening ging het in eerste instantie om zijn bijdrage binnen de beslotenheid van deze spitsvondige ba dinage (met een paar compromitterende en strategisch belangrijke brieven als inzet). Het was heel moeilijk in zijn jeugdige hel denrol van veroveraar met grof geschut te geloven. Ket pleit stellig voor het talent van Car- la Dura, dat zij zich als de ook in haar krijgslisten zeer vrouwelijke „onbekende dame" tegen deze formidabele, zij het dan in dit geval misplaatste acteur opge wassen toonde, zeker na de overwinning op haar aanvankelijke nervositeit. Over het hier vereiste technische raffinement be schikt zij nog niet. Toch was het een be trekkelijk veelbelovend begin op de Ne derlandse planken van een actrice, die een paar jaar geleden van de Amsterdam se Toneelschool werd gestuurd wegens gebrek aan vertrouwen in haar begaafd heid en die zich, hierdoor gelukkig niet ontmoedigd, sindsdien in de Studio Char les Dullin en bij Georges Vitaly in Parijs de nodige vakbekwaamheid heeft eigen gemaakt. Hep van Delft ontwierp een pit toresk decor, het terras met wijnranken van een kleine herberg in Tavazzano, waarvan Joris Diels in boerenslimme ne derigheid de goedgemutste eigenaar mocht zijn. Anouilh Paul Steenbergen revancheerde zich vol komen in „La foire d'empoigne" van Jean Anouilh. welke tragikomedie de met veel gepraat gerekte tweede helft van de avond vulde. De oorspronkelijke titel is niet gemakkelijk te vertalen „acheter a la foire d'empoigne" is argot voor stelen maar heeft betrekking op het verwisselen van bezitter van de troon van Frankrijk en de rol van diplomatieke diefjesmaat IN DE BOVENZAAL van het Gemeentelijk Concertgebouw te Haarlem werd zater dagavond door leden van de Koninklijke Nederlandsche Toonkunstenaars-Vereeni- ging. afdeling Haarlem, een concert gegeven dat gewijd was aan hedendaagse muziek. Ongeveer zestig muziekliefhebbers woonden de uitvoering die over het algemeen op een goed niveau stond, bij. Het was alleen wel te betreuren dat de executanten slechts de beschikking hadden over de oude vleugel die gebruikt wordt op de repetities van het orkest dat hier zijn werkruimte heeft. Dit tamelijk afgespeelde instrument bewijst voor dergelijke doeleinden nog goede diensten maar is onvoldoende om als solo- of begeleidingsinstrument te fungeren op een avond als deze. Naar ik vernam moet men de oorzaak zoeken bij de geringe kasmiddelen waarover de Haarlemse afdeling van bovengenoemde vereniging beschikt. De vraag of men het gestelde doel dan niet voorbijschoot zal ik hier onbeantwoord laten. daarbij van Fouché, hertog van Otranto, als hoedanig Frans van oer Lingen een opmerkelijke typering van geslepen boos- aardighcia in veranderlijke onmisbaarheid liet waarderen. Jean Denis Malclès bouw de een theater in het theater, met daarin weer een fagade met verschillende achter gronden, het toneel van de politieke strijd om de macht, die naar de tot uitgangs punt gekozen stelling van de spotzieke schrijver het leven tot een vertoning maakt en de mensen tot het vervullen van ma- rionettenrollen dwingt. Joris Diels hand haafde als regisseur het beeld van satiri sche poppenkast met wat traag verlopen de consequentie. Anouilh heeft trouwens in zijn hernieuw de verbittering om het lachwekkende treur spel van Frankrijk wel heel veel woorden nodig gehad om een bekende geschiede nis af te wikkelen, vooral in onderdelen. Machtige corruptie en maatschappelijke hypocrisie zijn weer de voornaamste the ma's in deze gemoderniseerde historie, in een uitstekend klinkende vertaling van mevrouw H. Albach-Tielrooy als „De hon derd dagen" onze niet gemakkelijk vol te houden attentie vragend. Na de plai- santerie van Shaw was dit een inderdaad verwante dichterlijke vrijheid van een slechtgeluimde geest. Met zwartgallige humor heeft Anouilh hel beginsel der ont luistering van heroïeke mythologie voort gezet, waarbij men het moet betreuren dat hij meer aandacht besteedde aan de in vloed van persoonlijke omstandigheden op het lot van de wereld, zoals hij het Fouché schamper laat zeggen, dan op de drogleu- zen der speculanten in idealisme. Hoe dit zij, hij heeft Paul Steenbergen de dankbaar aangegrepen gelegenheid ge boden tot het met kleur en schaduwtoet- sen invullen van twee scherp geschetste portretten: de vermoeide keizer, die alleen nog naar een opzienbarende sortie ver langt als hij beseft dat zijn rol is uitge speeld, opgevolgd door de vadsige koning met zijn goedmoedig verstand van hope loze zaken. Achteraf bezien moet men er kennen, dat het toch wel zin heeft gehad, dat Paul Steenbergen ook de jonge Napo leon vertolkte, omdat daardoor te sterker uitkwam hoezeer Anouilh als teleurgestel de romanticus de rivaliserende voortzet ter van Shaws rationeel realisme met ka rikaturale middelen wil zijn. Joris Diels belichaamde zelf als maarschalk Ney de militaire dommekracht. Cas Baas liep nog te zoeken naar de gewenste manier om de dweepzucht van een geestelijk onvol wassen officier effect te verlenen. Het was merkwaardig om te zien hoe enkele mijner omzittenden na afloop van deze première uit een diepe slaap ontwaakten om zich hardhandig aan te sluiten bij het applaus der geestdriftigen. Guus Hermus, Sigrid Koetse en Lucas Wensing in „Mijnheer Die en Die". 99 Dames in een stoffenwinkel heb ik wel eens horen zeggen: het is aardig goed, maar een beetje flütterig. Wat dat precies be tekent weet ik niet, in het woordenboek van de Nederlandse taal komt de uitdruk king trouwens niet voor maar hoe dan ook, de term lijkt mij uiterst geschikt om het toneslstiik „Meneer Die en Die" te ken schetsen, dat dit weekeinde door Ensem blein de Haarlemse Schouwburg twee keer werd vertoond. Het programma ver meldt, dat dit een komische thriller van Gabriël Aroüt naar een gegeven van Roger MacDougall en Ted Allan zou zijn, maar dit is niet helemaal volledig, want, de En gelse dramaturgen maakten op hun beurt van een verhaal van Roy Vickers gebruik. Als „Gog et Magog" heeft dit pseudo- d.etectivestuk (zoals het daar werd aange kondigd) in het Théatre de la Michodière te Parijs veel succes geboekt. De intrige is even banaal als ingenieus. Julian Fanshaw, mislukt als schilder, geenszins erkend als componist, vriend schappelijk geduld als echtgenoot en ge minacht als schoonzoon, geeft zich bedrie- gelijk uit voor zijn eigen dubbelganger. Herhaaldelijk verschijnt hij als David Het programma was voor een aanzien lijk gedeelte aan landgenoten gewijd. Men hoorde twee liederen op Zuid-Afrikaanse teksten, van Ernest W. Mulder, in leven hoofdleraar theorie aan het Amsterdams Conservatorium. Een af en toe bijna spits- vondig-aandoend gebruik van chromatiek in de begeleiding maakte het de zangeres, mevrouw Ans Wiersema, niet gemakkelijk. Zij kweet zich echter goed van haar taak en wist de vele valkuilen die de intonatie in deze liederen stelt te omzeilen. Ver volgens bracht zij het publiek in kennis met vijf liederen van de in 1952 overle den componiste Henriette Bosmans, alle op Franse tekst. De steeds logische, niet aan het woordritme „geplakte" melodie lijn, de gevoelige verwerking van de Fran se tongval en de overtuigende formele af ronding die in ieder lied in overeenstem ming met de sfeer te bewonderen viel, deed de vraag rijzen waarom men deze liederen zo betrekkelijk zelden te horen krijgt. Des te meer kon men de zange res dankbaar zijn dat zij de gelegenheid bood van deze verfijnde, maar niet over- gecultiveerde liedkunst kennis te nemen. Een Sonate voor cello en piano van Henk Badings, uit 1935 daterend, schonk geen impressies die een nieuw licht werpen op het inmiskenbaar talent van deze uiterst produktieve componist. In deze vroege so nate staat hij al ten voeten uit getekend, met alle eigenaardigheden en beperkingen die de door hem gemaakte materiaalkeuze met zich mee brengen, zonder dat men (mijns inziens) van een eigen stijl kan •spreken. Wèl van een eigen manier, het geen men ook weer niet al te deprecië rend moet opvatten. Met genoegen hoorde men de tweede solo-celliste van ons or kest, Hendrika Hoekstra, in de solo-partij. Het programma was geopend door de voorzitter van de afdeling, de heer Henk van Eeuwijk, die zich een begaafd pianist toonde in zijn vertolking van drie Etudes van Debussy die, in 1916 gecomponeerd, het onbetwistbaar hoogtepunt van de avond vormden. Zoals de lezer reeds gemerkt zal hebben, werd men uitgenodigd het be grip „hedendaags" in de aankondiging in ruime zin te interpreteren. Ook Serge Prokofjef is sinds zeven jaar al niet meer in het rijk der levenden; hetgeen overi gens niet wil zeggen dat daarom zijn werk niet hedendaags zou kunnen zijn. Men hoorde van hem, gespeeld door het zeer capabele duo Carolien en Norbert van der Heiden, een Sonate voor twee violen die bij eerste aanhoren een nogal stekelige, weinig bekorende indruk maakte. Met aanmerkelijk meer genoegen kon men luisteren naar een Sonate voor piano vier handig van Hindemith. wiens eertijds zo uitdagend geachte klankentaai nu al weer speels en gemoedelijk geworden is. Prima uitvoering door het duo Ans Bouter Miep van Luin, die tevens de avond beslo ten met „Kermesse a Charleroi" van Gé- za Frid. een uitsmijter, en nogal een goed kope: met hedendaags had dit vluggertje helemaal niets, en met muziek nog min der te maken. Aan de aanvang van de avond waren de aanwezigen welkom geheten door de heer Louk Nelissen; aan het slot sprak de heer Henk Gort, lid van het hoofdbestuur der K.N.T.V. een kort woord van dank tot alle deelnemers. Onder hen noemde ik nog niet de pianiste Hélène André de la Porte, die de zangeres Ans Wiersema begeleidde. Sas Bunge WEEKABONNEMENTEN dlen*n uiterlijk op woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op donder dag moeten afrekenen. DS ADMINISTRATIE Voor jonge toneelspelers van beiderlei kunne, die de leeftijd van achtentwintig jaar nog niet hebben bereikt, maar die reeds in een beroepsgezelschap dan wel voor radio of televisie zijn opgetreden, is in de loop van de vorige week door de afdeling Amsterdam van het Nederlands Toneelverbond en het Internationaal Cul tureel Centrum wederom een concours gehouden. Na de voorronden werden zes van de ruim twintig deelnemers toegela ten tot de finale, die met een uur ver traging (waarvan een gedeelte door de pianist Enrico Neckhcim met muziek ge vuld werd) zaterdagmiddag in hel Nieu we de la Martheater onder grote belang stelling plaats had. Omstreeks zes uur werd eindelijk de uitslag bekend ge maakt: zowel het rapport van de jury als een stemming onder de toeschouwers we zen Peter Oosthoek (lid van de Neder landse Comcdie) als eerste prijswinnaar aan. De kandidaten dienden een tweeledige opgave te vervullen: de vertoning (in wan delkostuum, zonder decors en requisieten) van korte spelfragmenten uit werken van het klassieke en het hedendaagse reper toire. Bovendien werd hun de gelegenheid geboden de totaalindruk desgewenst te versterken met een conférence, een chan son of een pantomime. Het was toege staan de medewerking van een partner bij de vertolking van een gekozen scène in te roepen. Als woordvoerder van de jury kon Ferd. Sterneberg na afloop gewagen van grote voldoening betreffende het „bui tengewoon behoorlijke niveau" van de prestaties der finalisten, van wie enkelen slechts een uiterst geringe meerderheid in punten boven andere gegadigden hadden. Daartegenover stond, dat er ook inschrij vingen waren geweest van mogelijke ta lenten die speculatief en ambitieus zich presenteerden naar wat zij kennelijk zou den willen en misschien kunnen worden. De door het Prins Bernhardi'onds beschik baar gestelde bekroning met duizend gul den werd door Guus Oster als bestuurs lid uitgereikt aan Peter Oosthoek, die met de monoloog van Jacques uit de tweede akte van „As you like it" van Shake speare en de voordracht van „Over de schadelijkheid van tabak" van Tsjechov twee inderdaad uitmuntende beurten ge maakt had, waarin de gewenste geest en bezieling samengingen met een gave be heersing van de techniek. Ook de winnaar van de tweede prijs, een door de gemeente Amsterdam ge schonken bedrag van vijfhonderd gulden, wist zich te onderscheiden door even mar kante als fijnzinnige bewijzen van per soonlijkheid: Ramses Shaffy, die samen met Joop Admiraal een korte scène uit „Lorenzaccio" van De Musset speelde en vervolgens met weloverwogen emotie een beste gaf. Met een voortreffelijk liedje van eigen maaksel (zowel de muziek als de Engelse tekst) bewees hij verder zijn artistieke veelzijdigheid. De jury had veel waardering voor deze keuze, maar had enkele aanmerkingen op de uitvoeringen, speciaal op de dictie. Een voorbeeldige versbehandeling liet Trins Snijders van het Rotterdams Toneel horen in een al leenspraak uit „Jephta" van Vondel, waarbij de gedemonstreerde gevoeligheid zich ook meedeelde aan de karakterbeel- ding het was alleen jammer, dat de lichaamsplastiek hierbij enigszins ten ach ter bleef. Zeer sterk was ook de beken tenisscène uit „La Sauvage" van Anouilh. die er zeker toe heeft bijgedragen dat aan haar de derde prijs werd toegekend: drie honderd gulden, afkomstig uit de kas van het Nederlands Toneelverbond. De rangschikking der overige drie deel nemers aan de finale werd niet bekend gemaakt. Mij heeft bijzonder de beelden de bewogenheid in de zeggingskracht van Arthur Boni, thans deel uitmakend van de toneelgroep Arena en voor het volgende seizoen verbonden aan de Nederlandse Co- medie, in Arents relaas uit de „Gysbreght van Aemstel" gefrappeerd. Jules Croiset die met Ineke Brinkman een te lange episode uit „Die Kinder" van Hermann Bahr speelde en met weinig demagogi sche nuancering het begin van Antonius' toespraak uit de forumscène van „Julius Caesar" van Shakespeare liet horen had met „De Erepoort" van Carmiggelt als amusante toegift het meeste succes. Hans Croiset liet ons, daarbij zeer goed bijgestaan door Hans Boswinkel, met een gedeelte uit „Thomas Backet" van Jean Anouilh kennismaken, welk nieuwe stuk door de Haagse Comedie op het reper toire is genomen. De verrichtingen werden beoordeeld door de volgende regisseurs, acteurs en actrices in alfabetische volgorde: Han Bentz van den Berg. Caro van Eyck, Ri chard Flink. Karl Gutmann, Elise Hoo- mans. Kommer Kleyn, Bob de Lange, Ton Lutz, Ank van der Moer, Loudi Nijhoff, Guus Oster, Egbert van Paridon, Carel Rijken, Ferd. Sterneberg, Jan Teulings en Robert de Vries. Opstelwedstrijd. Aan de tentoonstel ling Nomade van het Noorden in het Mu seum voor Land- en Volkenkunde te Rot terdam over de Lappen hebben de Ko ninklijke Zweedse Spoorwegen, het Zweeds Instituut en de Zweedse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer een opstelwedstrijd verbonden. De inzenders worden verdeeld in drie leeftijdsgroepen, 13-14 jaar, 15-16 jaar en 17-18 jaar. Als eerste prijs voor ieder der groepen wordt beschikbaar ge steld een reis NederlandLapland met een verblijf in Lapland en een kort oponthoud in Stockholm en Gothenburg voor de duur monoloog uit „Bobbeltje" van Roussin ten van twee weken. Fanshaw, zijn tweelingbroer, de fabel ver spreidend dat deze niet vier uur na zijn geboorte gestorven zou zijn. doch verwis seld met het overleden kind van een an dere moeder. In deze gedaante manifes teert hij een karakter dat aan alle wens dromen beantwoordt: hij herovert zijn vrouw als een hartstochtelijk minnaar, hij wint de genegenheid van zijn schoonmoe der als vlotte charmeur, hij overtuigt bevrijd van zijn remmingen zijn uitge ver van zijn muzikale capaciteiten, hij ver werft als brutale oplichter de vriendschap van zijn zuinige oom en hij trekt de aan dacht van een hoofdinspecteur van politie als toekomstige moordenaai-. De identici- teit met het aangenomen wezen is zo vol komen, dat hij geleidelijk door zijn levens genoten in staat wordt gesteld zich de bruikbare kwaliteiten van zijn gefanta seerde alter ego eigen te makenHet spel, beurtelings kinderachtig en pikant, heeft nog een pointe, die volgens het recht der traditie niet verraden mag worden. Nieuw is dit alles overigens niet: de grond slagen voor deze persoonsverwisselingen werden al meer dan twintig eeuwen gele den door de blijspeldichter Plautus in zijn ..Menaechmi" en „Amphilruo" gelegd. Én om met Ionesco te spreken: de noviteiten zijn meer dan wetenschappelijk verant woord, namelijk kwasi-wetenschappelijk, dat wil zeggen afkomstig van tot populari teit verouderde psychologie. De naar zijn mening enige werkelijk bijzonder aardige scène (maar ook hier kunnen voorbeelden worden aangewezen, zoals „Bobbeltje" van Roussin) is de monoloog van de titelheld, waarin deze het publiek deelgenoot maakt van zijn geraffineerde opzet. Zo is het willens en weten ondanks de tweevoudigheid van de hoofdpersoon een niemendalletje gebleven, door Luc Lutz met vaart en gevoel voor vrolijkheid gere gisseerd. De keuze van dit ingewikkelde verzinsel werd gerechtvaardigd door de aanwezigheid op de planken van Guus I-Iermus, die op vermakelijke wijze het pu bliek bezig hield met de problematiek der vereenzelviging in de verdubbeling van wat door anderen als realiteit werd gezien. Voor fijnproevers werd aldus de relativi teit der transformatietheorie bewezen. Sigrid Koetse had als mevrouw Fanshaw een kostelijke scène als de door haar eigen man bedrogen vrouw en trok verder in haar temperamentrijk gespeelde rol de aan dacht door haar fraaie toiletten, zoals een snedige Loudi Nijhoff dat deed door mo dieuze pruiken en agressieve welbe spraaktheid. Als gast vervulde Jan van Ees de taak een onaangename despoot van het zakenleven stem en gestalte te geven. De wijze, waarop Lucas Wensing zijn zoveel ste ondervrager speelde, had een door sta tistici gemakkelijk te bewijzen betrouw baarheid. Chris Baal kreeg als de opstan dige ondergeschikte een verdiend applaus Het geheel voltrok zich in decors van Met ten Koornstra en een vertaling van Alfred Pleiter, maar het zou vermoedelijk weinig hebben uitgemaakt als er in plaats van de laatste andere namen zouden hebben ge staan. David Koning Donderdagavond krijgen de liefhebbers van virtuoze blaasmuziek uit Haarlem en omstreken gelegenheid het optreden in de Gemeentelijke Concertzaal te beluisteren van de beroemde Engelse „Munn Fel- ton Band". Dit, in 1933 gestichte fabrieks- korps, heeft zich tot wereldkampioen op gewerkt; het won in open kampioenschap te Manchester de gouden beker (waarde 20.000), werd nationaal kampioen met het veroveren van de „Royal Trophy" te Londen, en ten slotte triomfeerde de Band in 1957 voor de tweede keer in drie jaar op de nationale kampioenswedstrijd in de Royal Hall, en wel met „Variations for Brass" van Vaughan Williams. Sinds 8 mei vertoeft de „Munn Felton Band" op tournee in ons land. Haarlem zal dan donderdag de twaalfde plaats zijn waar het korps concerteert. Op het uitvoerige programma vinden wij, naast hedendaag se muziek, ook algemeen bekende num mers van Offenbach. Suppé en Rcssini (Balletmuziek uit „Wilhelm Teil"). De oud algemeen rijksarchivaris jhr. dr. D. P. M. Graswinckel opende zaterdag middag de tentoonstelling „Je Maintien- drai", die tot 15 augustus in het Stedelijk museum „Het Prinsenhof" te Delft wordt gehouden ter gelegenheid van het feit, dat het Oranje Nassaumuseum van Den Haag naar Delft is overgebracht. De collectie van dit museum, vertelde de directeur van het Prinsenhof drs. D. H. G. Bolten, is een voortreffelijk uitgangspunt voor expo sities, welke op ons Koningshuis betrek king hebben. Nu, voor de eerste maal, is zij gebruikt als uitgangspunt voor deze tentoonstelling, die betrekking heeft op het huis van Oranje met de Friese tak, waar van onze vorstin een telg is. De heer Bolten deelde ons mee, dat hij gemeend heeft zich te moeten beperken tot het persoonlijke element van de fami lie: haar portretten en enige van haar persoonlijke bezittingen, benevens gebeur tenissen uit het familieleven. De Koningin heeft uit haar bezit verscheidene schilde rijen en voorwerpen afgestaan om deze tentoonstelling te completeren en verder droegen musea uit binnen- en buitenland het hunne bij. In verband met de honderdste verjaar dag van de Max Havelaar hebben me vrouw Roelfsema-Tenge en Henri A. Ett van het Multatulimuseum zaterdag na mens het Multatuli-genootschap een krans gelegd bij het monument op Westerveld, waar de urnen met de as van Multatuli en zijn vrouw worden bewaard. Deze kor te, sobere plechtigheid werd bijgewoond door een deputatie van het Multatuli-ge nootschap. Prof. dr. G. Stuiveling, voor zitter van het genootschap, sprak enkele herdenkingswoorden. Het Multatuli-genootschap bestond ca- terdag een halve eeuw. Dit feit werd her dacht met een receptie van het jubileren de bestuur in De Waag te Amsterdam na de opening aldaar van de tentoonstelling „Honderd jaar Max Havelaar" door wet houder mr. A. de Roos van Amsterdam. In het Instituut voor de Tropen in Am sterdam werd 's avonds een Max Have- laar-herdenking gehouden. De voorzitter van het Multatuli-genootschap, prof. dr. G. Stuiveling, sprak de herdenkingsrede uit. (Van onze Amsterdamse redacteur) Op vrij vex-rassende wijze heeft prof. jhr. di-. P. J. van Winter zich zaterdag middag op een vergadering der Neder- lands-Zuid-Al'rikaanse Vei-eniging te Am sterdam uitgelaten over de apartheidspro blemen in Zuid-Afrika. „Het isolement waarin blanken en niet-blanken vei*keren, mag niet blijven voortduren", zo zei hij. „Velen zijn van mening dat de regering alles maar moet regelen, maar men ver- geet, dat er tot dusver te veel is getracht het probleem met wetten en voorschrif ten aan te pakken". En voorts: „De uni- vei'siteiten zouden moeten wox-den open gesteld voor niet-blanken". Prof. jhr. Van Winter. hooglei"aar in ge schiedenis aan de rijksuniversiteit te Gro ningen en hoofdbestuurslid van de Ne derlands-Zuid-Afrikaanse vereniging, ver- ving zaterdag zijn zieke Groningse colle ga prof. dr. B. Gemser. Hij ging diep in op de geschiedenis van de laatste halve eeuw, een geschiedenis waarin het rassenvraagstuk een belang rijke rol heeft gespeeld. Dit pi-obleem is overigens in Zuid-Afrika steeds moeilij ker geworden, aldus spreker-, die onder meer wees op de toenemende verstedelij king 47 pet. van de bevolking is in de steden samengetrokken, te weten 84 pet. van de blanken en 70 pet. van de kleur lingen. De zogenaamde verzwarting van de steden heeft, velen beangstigd. Immers wat percentage betreft vormen de blan ken een steeds geringer wordend deel van de totale bevolking (thans circa 20 pet.). „Er wordt gezegd dat de verhoudingen in Zuid-Afrika de toets der christelijke ethiek niet kunnen doorstaan", aldus prof. Van Winter. „Ik voel geen vrijheid zo hoog van de toren te blazen, waar wij allen altijd en overal falen en gefaald heb ben, in het naleven van de hoogste gebo den, en elke tijd en elk volk de nadruk weer anders leggen bij wat onder de christe lijke boodschap wordt begrepen. Ik weet, dat in Zuid-Afrika velen eerlijk proberen, hun christelijke verantwoordelijkheid te di-agen, en dat zij daarbij van even ernsti ge pogingen van anderen vex-schillen. In die strijd der geesten, ook in de kringen der Afrikaandei-s, zie ik een bemoedigend te ken". Erepenning Tijdens de vei'gadering werd meege deeld dat de ex-e-penning van de Neder lands-Zuid-Afrikaanse Vereniging is toe gekend aan prof. Pont, hooglei-aar in hef Romeinse recht aan de universiteit van Pretoria. Prof. Pont is Nedei'lander van geboorte. Hij studeerde rechten te Utrecht waar zijn vader hoogleraar was. Na vol tooiing van zijn studie vertrok hij naar de Unie. De ere-penning is hem verleend omdat hij zich jaren achtereen heeft be ijverd om de goede verstandhouding tus sen Zuid-Afrika en Nederland te bevorde ren. Lucrezia Bori, operazangeres van Spaanse afkomst, is zaterdag op 72-jari- ge leeftijd te New York overleden. Zij was vele jaren één der vooraanstaande sopranen van de Metropolitan Opera te New York. Zij trok zich in 1936 terug. De zangeres behoorde tot de oud ste families van Spanje en heette oor spronkelijk Lucrezia Borgia Gonzalez de Rianebo, dezelfde familie waaruit een paus en kax-dinalen zijn voortgekomen. Zij veranderde haar naam, aangezien zij de eerste uit haar familie was die een car- rière op het toneel ambieerde. Zij trad op in bijna alle bekende opera's in de we reld, Parijs, Milaan, Monte Carlo, Buenos Aires en San Francisco. Zij maakte haar debuut in de opera van Rome in 1908. Haar debuut in New York maakte zij als Manon in „Manon Lescaut". OM ALLERLEI REDENEN leek de zaterdag in de Koninklijke Schouwburg plaatsgehad hebbende première van de Haagse Comedie een interessante aan gelegenheid te zullen worden. Onder het motto ..Tweemaal Napoleon" stonden er eenakters van Shaw en Anouilh geafficheerd, beide met Paul Steenbergen in de titelrol, die tevens in het spel van laatstgenoemde auteur als Lodewijk de Acht tiende zou optreden. Voor de pauze kon men bovendien Frans van der Lingens capaciteiten in een ongekende hoedanigheid beoordelen, namelijk door zijn werk als regisseur. In het programma las men voorts de naam van een nieuwe actrice, Carla Dura, die in het tableau de la troupe voor het volgende seizoen is op genomen. Al met al redenen genoeg om bij de theaterliefhebbcr verwachtingen op te roepen, die voor velen al kwam er na afloop dan ook veel applaus niet in vervulling zijn gegaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 4