Liechtenstein, paradijs der belastingbetalers Goudse glazen, hoogtepunt van 16e eeuwse glasschilderkunst ET MEMORIAL DAY IS VOOR AMERIKA DE ZOMER BEGONNEN Waar toeristen een overbodige luxe zijn ZATERDAG 11 JUNI 1960 Erbij PAGINA DRIE AVONTUREN' EN DETECTIVER OMANS LEI EN GRIFFEL IN WEST-DUITSLAND NOG.... HEEL NORMAAL VRAAGT U ZELF NU EENS aan de Nederlanders, die in de Sint Goedele in Brussel bij voorkeur de „Saint Gudule" de gebrandschilderde ramen staan te bewon deren of ze ooit in hun leven de „Goudse Glazen" zagen. In negen van de tien ge vallen krijgt u een ontkennend antwoord en u moet zelfs niet verwonderd kijken als men u vraagt: „Goudse glazen? Is dat net zoiets als Leerdammer glazen?" En toch hoeven we om rust en ontspanning te zoeken of om te kunnen genieten van de meesterwerken van onze voorouders niet honderden of zelfs duizenden kilome ters af te leggen. Waar de spoor- en autowegen uit het westen samenvloeien tot een machtige verkeersader naar het oosten ligt Gouda. Het is een van die ty pische stadjes van ons land, die hier en zelfs ver buiten onze grenzen geen intro ductie nodig hebben. Het middeleeuwse stadhuis en de Waag, daterend uit 1667, zijn reeds het richtpunt van duizenden foto lenzen geweest. De kaarsen en pijpen van Gouda zijn wereldberoemd, om van de kaas uit deze stad maar niet eens te spreken. Maar Gouda heeft nog meer be roemdheden binnen zijn poorten. Vlak achter het stadhuis, bijna geheel inge bouwd, ligt de St.. Janskerk. De „boeren- kathedraal" heeft men de vroeger katho lieke, thans hervormde kerk eens gek scherend genoemd. Toch klinkt in deze kenschets een stille bewondering voor dit machtige, laat-gotische bouwwerk waarbij de Renaissance echter om de hoek komt kijken. De St. Jan behoort tot de grootste kerken van Europa. Dit is echter niet de reden waarom wij thans aandacht aan de ze kerk besteden. De oudste glasschilde ringen die Nederland bezit, zijn in deze kerk. Zij dateren uit de zestiende eeuw. Dat juist de Sint Janskerk te Gouda met tweeënzestig glazen uit deze periode omgetoverd is tot een tempel van licht en kleur, is niet toevallig. IN 1552 BRANDDE de, toen nog katho lieke, kerk geheel af. Onmiddellijk werd met de heropbouw een begin gemaakt en tevens werd alles in het werk gesteld om het heiligdom op te sieren met gebrand schilderde ramen. Toen de kerk in her vormde handen overging zette men dit werk voort. Uit de eerste periode stammen ongeveer veertig glazen. Het verval van de glasschilderkunst, dat reeds in de ze ventiende eeuw begint, deed de glazen er niet beter op worden. Vernielingen door stormen en dergelijke konden niet meer hersteld worden. Het duurde tot 1901 eer de glazen tegelijk met het kerkgebouw ge heel werden gerestaureerd door het ate lier ,,'t Prinsenhof" te Delft onder de be kwame leiding van ir. J. L. Schouten. Mr. A. A. J. Rijksen, voorzitter van de Stich ting Fonds Goudse Glazen, welke stichting thans over dit kostelijke bezit waakt en de studie en bekendmaking van de schil deringen bevordert, vertelde ons, dat de ze restauratie van 1901 tot 1936 zo vak kundig kon geschieden omdat van vrijwel alle glazen de „cartons", de werktekenin gen op ware grootte, bewaard zijn ge bleven. Dit eveneens unieke bezit is thans in de safe van een bank veilig opgebor gen. OOK DE TWINTIGSTE eeuw is lussen de glazen in de St. Janskerk te Gouda vertenwooi digd. Toen ons land in 1945 van de onderdrukking bevrijd werd, werd de behoefte gevoeld om de blijdschap hier over in een glasschildering tot uitdrukking te brengen. Rechts van de hoofdingang, slechts enkele meters verwijderd van een ander „bevrijdingsglas", namelijk „Het ontzet van Leiden", heeft het een plaats gekregen. Links: Een detail van glas 25. Willem van Oranje, de vader des vaderlands, staart,u fronsend aan. (Foto - Stichting Fonds Goudse Glazen) Rechts: De zon speelt door het gekleur de glas en tovert de BoerenkathedraaV om tot een spel van licht en kleur. Deze doorkijk in een van de zijbeuken toont slechts enkele van de in totaal vieren zestig glazen. (Foto: Rijksdienst v. d. Monumentenzorg). De Limburgse glazenier Charles Eyck, heeft dit glas vervaardigd. Het resultaat van zijn werk is een waar monument ge worden van één der donkerste perioden uit onze geschiedenis. Beelden van neer- suizende vliegtuigen, razzia's, de ellende van de concentratiekampen, de Jodenver volging, bombardementen en verwoestin gen omzomen een triomfantelijk stoet juichende kinderen, in-gelukkige mensen en boven dit alles uit is er het fiere rood, wit en blauw. DE ST. JAN toont ons het hoogtepunt van de zestiende-ceuwse glasschilder kunst in Europa. Vierenzestig (tot 10 me ter hoge) ramen vullen de ronde bogen. Om te kunnen genieten van de meester werken van onze voorouders behoeven we waarlijk geen duizenden kilometers af te leggen. (Van onze correspondent in Washington) MEN BESEFT DAT in Europa mis schien niet zo, maar Amerika is een land met veel traditie. Het jaar is in etappen verdeeld door populaire feestdagen, die alle hun eigen sfeer en eigen gebruiken hebben. Dank zij die dagen weet men precies waar men aan toe is. In Amerika begint de zomer na Memorial Day. Hoe lang de zomer duurt? Precies tot Labor Day, de eerste maandag in September. Van nu af aan kunnen mannen 's avonds een wit smoking-jasje dragen, maar na Labor Day is dat weer taboe. Ook vrouwen kunnen zich, wat de mode betreft, tussen Memorial en Labor Day speciale dingen veroorloven, maar zelfs in de zomermaan den blijft het ijs van de mode glad voor een man en daar laat ik me dus maar niet over uit. Trouwens, juist op die zo- merfeestdagen. waar ik het over hebben wil, is de mode niet erg belangrijk. Niets behoort zozeer bij de sfeer van de zomer feesten als de gezins-picknick en wie bij zulk een gelegenheid aan mode denkt, be grijpt niets van picknicken. OFFICIEEL HEBBEN die zomergedenk- dagen hun bijzondere betekenis: op 30 mei herdenkt men hen, die in oorlogen voor Amerika gesneuveld zijn, op 4 juli herdenkt men de ondertekening van de akte van onafhankelijkheid en de eerste maandag in september is Amerika's Dag van de Arbeid, speciaal een dag voor de monstraties van vakverenigingen. Toch is het aantal van hen,die op die dagen gelegenheidsspeeches houden en zelfs het aantal van hen.die ernaar gaan luisteren, betrekkelijk gering. De meeste Amerikanen maken van die dagen gebruik om de natuur in te trekken, vooral wan neer deze dagen met een zaterdag en zon dag een lang week-end vormen. Dit jaar heeft men geen klagen: de zomer van 1960 levert drie van zulke kleine vakanties op. Toch moet men de Amerikanen weer niet al te zeer benijden: Hemelvaartsdag gaat hier ongemerkt voorbij en een twee de Paas- of tweede Pinksterdag kent men hier niet. DE FEDERALE REGERING, maar ook de regering van diverse deelstaten, heb ben er goed voor gezorgd, dat gezinnen, die 's zomers naar buiten willen trekken voor een picknick, een plezierige tijd kun nen hebben. Dit land kent veel nationale en kleinere staatsparken, waar men in een prachtige omgeving stevige tafels en banken heeft geplaatst Bij die tafels vindt men steevast een kleine stenen stookplaats voor een kampvuur, meestal zijn er op zulk een terrein enige water kranen en dikwijls treft men op zulk een picknickplaats verscheidene stapels brand hout aan, keurig gehakt en zo maar voor het wegnemen. Vrijwel nooit behoeft men voor het gebruik van een picknick of kampeerplaats iets te betalen. De sociale zorg is niet altijd even best in dit land, maar voor hen, die graag buiten eten, wordt goed gezorgd. Iemand, die kersvers uit Europa komt zal zulk een Amerikaanse picknick mis schien een beetje erg geciviliseerd vinden. Waarom bij voorbeeld eet men van een tafel en waarom zit men niet in het gras? Daar is toch wel een goede reden voor: poison-ivy is een veel voorkomende ge mene plant. Die veel mensen een heel ver- velende, fel-jeukende uitslag bezorgt. En slangen komen hier ook meer voor dan in Europa. MIJZELF DOET HET nog altijd over dreven aan, dat de meeste Amerikaanse gezinnen de houten kampeertafel altijd be dekken met een keurig plastic tafelkleed. Erg hygiënisch misschien, maar nogal stads. In kwaliteit behoeft de maaltijd bui len beslist niet onder te doen voor een goed maal thuis. De auto's hier zijn groot en een stationwagon kan nog meer vervoeren. In speciale ijskastjes wordt het vlees overgebracht en worden de dranken koel gehouden. Ook het ijs voor het des sert, nog steeds heel populair in Amerika, behoeft buiten niet te ontbreken. Maar het beste van zo'n maaltijd buiten blijft toch de biefstuk, in een speciale tang ge roosterd boven een flink houtvuur. Het is in een ommezien gebeurd. Even dicht schroeien is het beste. Niets is zo lekker als een „steak", die naar houtrook smaakt. Wat men daarbij moet drinken? „Melk" zegt een Amerikaan, maar wie uit Euro pa komt zal de voorkeur geven aan een flesje rode wijn. „OPERATIE ATLANTIS" door Henri Verlies, uit het Frans Operation Atlan- tide" vertaald door Jean A. Schalekamp (Maraboe-pocket, J. M. Meulenhoff, Am sterdam). Evenals in het vorige boekje bedrijft Bob Morane heldendaden, ditmaal om aan de mysterieuze machten van het in de At lantische Oceaan verzonken Atlantis te ontkomen. „MR. STANLEY, journalist en ontdek kingsreiziger" door Michel Duino, vertaald door Louis Knuvelder. Maraboe-pocket, J. M. Meulenhoff, Amsterdam). Een levensbeschrijving van Henry Mor ton Stanley, journalist bij de New York Herald, die de in Afrika verdwenen zende ling Livingstone opspoorde. „OASE K" door Henri Vernes, uit het Frans „Oasis K ne repond plus" vertaald door Trudy de By (Maraboe-boek, J. M. Meulenhoff, Amsterdam). Bob Morane trotseert een leger robots, hij brengt klaarheid in de zaak van het verdwijnen van talloze jongemannen uit diverse Europese steden. De robots zijn willoze slachtoffers van een geleerde, die door een injectie bepaalde zenuwcentra kan doden. „HET GLAZEN DORP" door Ellery Queen, uit het Amerikaans „The glass village" vertaald door R. W. Th. Löbler (Prisma-boek, Het Spectrum, Utrecht/Ant werpen). Ex-majoor John Shinn weet klaarheid te brengen in een moordzaak, waaraan een Poolse zwerver schuldig wordt geacht, die door twaalf gezworenen berecht zal wor den. „DE GROTE BANKROOF" door John Brophy, uit het Engels „The day they robbed the Bank of England" vertaald door B. J. Eenhoorn (Elsevier-pocket, Else vier, Amsterdam). Via een riool weten drie mannen, na zeer zorgvuldige voorbereidingen, de Bank of England binnen te dringen voor de grootste kraak die zij zich denken kunnen. (Van onze correspondent in Bonn) TOEN WE EEN JAAR geleden van een grote naar een kleine Westduitse stad verhuisden, betekende dat een revolutie voor onze toen achtjarige dochter: ze kwam namelijk thuis met de opdracht een „Tafel und Griffel" te kopen. Een lei en een griffel! En toen onze vijfjarige zoon begin mei voor het eerst naar de „grote" school ging het schooljaar begint in Duits land in mei moest hij de eerste letters leren op een echte, een zwarte, een har de lei.... Met de tong uit griffel in het dagelijks leven een moderne arts beweerde dat op de scholen wel eens de wetten der machines het dagelijks tempo zouden kunnen voor schrijven. Het kind. dat leert schrijven op een lei zo ging de arts verder leert veel meer zonder angst, dan een kind met pen en inkt. zijn „niet- kunnen" verdragen. Hij kan immers direct het fou te uitvegen! Maar het kind, dat met pen en potlood di rect in een echt schrift leert schrijven, wordt ge dwongen het foute beeld te laten staan: hij houdt het vast en geraakt in moei- wuster door. Voorts be hoort in de zwakke hand van een kind een schrijf- apparaat, dat zonder al te veel druk resultaten laat zien. Daarom gebruikt men op vele Skandinavische scholen geen griffel en lei, ook geen pen of potlood, maar penselen, verf en gro te vellen papier. Maar dat kan in West-Duitsland niet, dat is te duuren daar om beveelt de leraar een potlood en een stuk papier aan. Het ouderwetse gedoe van lei en griffel is hem een gruwel. Zij behoren niet in deze tijd. Men neme als volwassenen, zegt hij tenslotte, zélf eens een OP WEG VAN ZURICH naar Innsbruck staat men plotseling voor een houten tunneltje, dat als brug over de Rijn fungeert een Rijn, die smal en vies is, en een tunneltje, waardoor men alleen op eigen gevaar kan rijden. Maar men kan dat risico gerust nemen, want er is geen gevaar en aan de andere kant staat men in een oase van rust, een paradijs voor belasting betalers. Het zelfstandige vorstendom Liechtenstein, nog geen 160 vierkante kilometer groot, nauwelijks 15.000 inwoners maar een zelfstandige staat, een ongeschonden land. een der aantrekkelijkste vakantieoorden in het gehele Alpengebied. Hij, die deze zomer dwars door Duitsland, Zwitserland of Oosten rijk naar de hitte van Italië wil rennen dat hij na Zürich „IK DOOK NAAR SCHATTEN" door linksaf buige of vóór Innsbruck rechtsaf. Want in de hoofdstad Harry E. Rieseberg, uit het Engels „I dive TT 14 for treasure vertaald door M. G. Roos Vaduz - een dorp van 3000 inwoners - en in Schaan vindt (Eisevier_pocket> Elsevier, Amsterdam). men eerder het geluk dan in Rimini of Napels. Na het tunnel- De auteur, een Amerikaans marine- bruggetje over de Rijn voert een fraaie weg door een imposant officier, heeft in zeven jaar voor ander dal naar Vaduz, met op de achtergrond de Alpen; hoge bergen half miljoen dollar waarde schatten uit n ,oc-n gezonken schepen naar boven gebracht. In als de Falknis (2560 meter), de Naafkopf (2o,0) en de Grauspitze archieven verzamelde hij gegevens over (2600). Vóór hem: Vaduz. Een proper dorp met een reeks toe- 463 met kostbaarheden gevulde wrakken. ristenwinkels, die behoren aan een echte baron de baron Boeiend beschrijft hij zijn ervaringen als Von Falz-Fein. Hoog boven de nette huizen het kasteel van diepzeeduiker. vorst Franz Joseph II, wiens schilderijenverzameling tot de beste ter wereld behoort... 1800 kunstwerken van onder anderen Rembrandt, Frans Hals en Da Vinei. IN VADUZ IS GEEN speelbank. Er heerst ook geen aan de oppervlakte tre dende politieke onenigheid. Er heerst de volmaakte rust die haastige, op Italië be luste toeristen verveling noemen en waar van maar weinigen willen en kunnen pro fiteren. Tenslotte is Liechtenstein er ook niet op uit om horden onrustige toeristen aan te trekken. Hier komen toeristen vaak alleen maar om een ansicht te kopen en er een echte Liechtensteinse postzegel op te plakken en daarna vort, de bergen in, de hitte tegemoet. HOE KAN DIT lilliputterstaatje Liech tenstein in deze tijd van raketten en ruimtevaart nog bestaan? Reeds in 1712 ontstond het begin van dit vorstendom. Het behoorde later tot Rijn- en Duitse bond. Het was tot 1918 met Oostenrijk via een tolunie verbonden. Het is thans een tijd de laatste soldaat van de in 1870 op geheven Liechtensteinse armee. „WEER VERDWIJNT EEN ATOOM GELEERDE" door W. H. van Eemlandt (Antilope-rèeks, Het Wereldvenster, Baarn). De vierde druk van deze speurdersroman met commissaris Van Houthem als de rustige, nooit uit zijn evenwicht te brengen constitutionele monarchie. Van 1921 af is laatjes, die doen vermoeden, dat zich hier rekenmachines, maar ook kunstgebit ten komt men niet elke dag tegen. En klinkende felkleurige reclames om Liech- poimeman7*ee7 met Verkwikkende'nuch- tenstein te bezoeken, ziet men ook niet terheid beschreven menselijke speurder, iedere dag. Want de welvaart is hier wel zo hoog en constant hoort men te Va- duz zeggen „dat we stromen toeristen niet nodig hebben." Wie komt, is welkom, „MOORD IN DUPLO" door Mignon G. koopt postzegels (een belangrijke bron Eberhart, uit het Engels „Another man's van staatsinkomsten), drinkt een glaasje murder" vertaald door J. M. H. van Hey- goede rode wijn en rijdt door. Slechts en- cop ten Ham-Frowein (Prisma-boek, Het kelen willen het geluk van nabij meema- Spectrum, Utrecht/Antwerpen). ken en blijven. Als Nederlander is men Een detectiveroman, spelend in het me- DE VORST is een man, die er uitziet in dat geval goed beschermd: immers, renrijke gebied van Florida waar rechter als Rainier van Monaco. Deze monarch ons land, België en Zweden zijn de enige Malcolm vermoord wordt. De vermoede- moet bepaald rijk zijn, maar of hij de staten, die in Vaduz consulaire vertegen- lijke dader is een neef. De moordenaar is rijkste man in het land is? Weliswaar woordigers hebben. dus een ander, kloppen de paradijsverhalen, dat er in Liechtenstein geen belasting betaald hoeft - te worden, niet helemaal. Maar er lig gen ten westen van Vaduz prachtige vil de mond kalkt hij daar nu op, via zijn griffel, de eer ste klinkers: met een kracht alsof de letters dwars door de lei moeten! IN BEPAALDE deelsta ten van de Westduitse Bondsrepubliek zijn griffel en lei die in Nederland, zelfs voor vele thans al veertigjarigen onbekende schrijfwerktuigen zijn heel gewoon. Er is echter wel een felle discussie aan de gang over de voor- en nadelen van deze in onze ogen toch ietwat verouder de leermiddelen. Uit een onlangs gevoerde discussie, waarbij men voornamelijk de ouders van jonge kin deren aan het woord liet, bleek het volgende: een voorstander van lei en lijkheden. Daarbij wordt dan een zelfcontrole vereist, die een kind van zes of zeven jaar niet bezit. De arts kreeg steun van een huismoeder, die vond dat de kinderen met lei en grif fel een veel beter hand schrift krijgen dan andere kinderen. EEN LERAAR van een middelbare school is daar fel tegen in gegaan. Ten eerste, zei hij, geeft het niets, absoluut niets dat een klein kind fouten maakt. Laat dat kind toch fouten maken. Als het over een paar maanden lezen kan, bladert het met ple zier in zijn schrift terug en ziet het hoe het vroeger ging. Het ziet de vooruit gang, het wordt er zelfbe- griffel in de hand en pro- bere daarmee eens vloeiend een zin te schrijven: kra kend en piepend en gierend komen de letters op de lei. MAAR ONZE ZOON van zes en onze dochter van tien jaar, die het volgend jaar naar een middelbare school gaat, zij schrijven voort met lei en griffel, sponsdoosje en lapje. Op en af, krakend en piepend, de kleine vingertjes blauw aanlopend van het drukken op de griffel. Ot en Sien in vele delen van de o zo mo derne Bondsrepubliek moe ten het namelijk nog zon der pen en inkt doen. Zij zullen later, zo lijkt het af en toe wel. in één ruk overgaan van de griffel op de schrijfmachine. het land „verloofd" met Zwitserland via een tolunie, waarbij Zwitserland de douanerechten heft, en aan Liechtenstein ieder jaar een bepaald bedrag uitbetaalt (dat bijna 90 percent van alle staatsin komsten uitmaakt). Maar behalve poste rijen, douane en munteenheid (de Zwitser se frank), is er een reële grens aan de gemeenzaamheid tussen Vadus en Bern. In Vaduz kan men de mensen horen zeg gen: „Ons verstand is naar Zwitserland gekeerd, ons hart naar Wenen.." De po litiek van Liechtenstein is een ernstige zaak. Franz Joseph de tweede moge een absoluut vetorecht over alle zaken heb ben, hij heeft er nog nooii gebruik van gemaakt. Behalve toen de Nazi's hier hun spelletje trachten te spelen. Onder hem gaat het heel grondwettelijk toe: iedere vier jaar verkiezingen, waarbij het vijf tien ieden tellende parlement wordt ge kozen; twee ministers, twee politieke par tijen de conservatieven (de „zwarten") en de liberalen (de „roden"); twee kran- een reeks rijke lieden heeft gevestigd, die de lage belastingtarieven met plezier heb ben aanschouwd. Die tarieven zijn laag: gemiddeld 5 percent van het inkomen, maximaal 10 percent. Maar om staatsbur ger van Liechtenstein te worden, moet men heel wat relaties inschakelen. Prin cipieel heeft Liechtenstein de deur voor alle immigranten gesloten. Principieel maar in dit gelukkige landje betekent dit dat er altijd wel een gaatje gevonden kan worden. Men eist, dat een kandidaat immigrant 60 jaar oud is, een flink ver mogen bezit, een invloedrijke voorspraak heeft. Maar waar Liechtenstein een land is, waar bijna 10.000 kleine vennootschap pen door buitenlanders zijn gesticht om financiële redenen, om hoge belastingen in andere staten te omzeilen daar zal men bepaald wel eens een oog dicht knij pen voor aanmelders, die op het geld na niet aan alle eisen voldoen. ZO LIGT IN het hart van Europa, in- ten; nog geen zeventig ambtenaren, on- geklemd tussen Zwitserland en Oosten der wie twaalf politiemannen; geen leger, zelfs geen ex-soldaat meer van het negen- tiende-eeuwse Liechtensteinse leger, want twintig jaar geleden stierf op hoge leef- rijk, dit gelukkige land aan de Rijn. De rood-blauwe kleuren op de vele auto's ziet men nauwelijks buiten de grenzen. De produkten van de industrie van dit land

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 17