Solisten van het Bolsjoi Ballet met een
gevarieerd programma in Den Haag
TAXI 13000
Renault Dauphine
Het Concertgebouworkest in
het nieuwe seizoen
Expositie van nagelaten nieuw
werk van Jan Wiegers
Zomerexpositie
in Rijksmuseum
SLOT DEFECT?
Expositie in de Vishal van
werk van Kees Verwey
De negen Muzen
GARAGE DEN HOUT
Vereniging Haerlem geeft kerkinterieur van
Van Vliet in bruikleen aan Grote Kerk
5
MET KLEURRIJKE BEGELEIDING DOOR HET N.PH.O
Eerste zomerconcert
van het N.Ph.O.
Expositie van ontwerpen
voor Auschwitz-monument
„DE SLEUTELSPECIALIST"
Amsterdams Ballet
treedt op in Kiel
BELEGGINGSPROBLEMEN
"INTERUNIE" Parkstraat 30 - Den Haag
Gedrukt in Nederland
A TERDAG 11 JUNI 1960
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
NA JAREN VAN VERGEEFS wachten kan het Neder
landse publiek dan eindelijk kennis maken met een bloem
lezing uit het repertoire van het fameuze ballet van het
Bolsjoi of Grote Theater in Moskou, waarvan een aantal
solisten in het Haagse Gebouw voor Kunsten en Wetenschap
pen na de première van gisteravond nog twee uitvoeringen
geeft. Draagsters en dragers van internationaal beroemde
namen als Oelanova, die trouwens onlangs haar carrière
heeft besloten, Plisetskaja, Lepisjinskaja, Doedinskaja, Lapa-
oeri of Fadéitsjev nemen weliswaar aan dit korte bezoek
niet deel, maar bij die der thans optredenden zijn er toch
enkele met een ook tot hier doorgedrongen klank. Vooral
voor wie nog geen voorstellingen in een onzer buurlanden
heeft bijgewoond, bestaat dus een interessante gelegenheid
om met eigen ogen waar te nemen hoe de danskunst zich
ontwikkelde in het land, van waaruit een halve eeuw geleden
de sensationele wederopbloei van het Europese ballet begon.
In ieder geval kan men een veelzijdige indruk krijgen van
het prestatieniveau, al moet men daarbij natuurlijk wel be
denken dat de Russische dansers hun uitzonderlijke kwali
teiten vooral bewijzen in de vertolkingen van rolfiguren, dat
hun lyrische hoedanigheden doorlopend verbonden zijn met
hoe dan ook gedramatiseerde aanleidingen. Men kan dat ook
nu, in deze revue van vijftien korte fragmenten, duidelijk
merken aan de hier cn daar zuiver pantomimisch aangevulde
typeringen in enkele duetten uit het romantische standaard-
repertoire. En om nog een algemene conclusie voorop te
stellen: zelfs voor wie het nog niet wist zal duidelijk worden,
dat onder het communistische bewind de nagestreefde ver
nieuwingen beperkt zijn gebleven tot veranderingen van de
onderwerpen der scenario's.
HET PROGRAMMA kan worden onder
verdeeld in drie afdelingen: korte bedrij
ven uit choreografische scheppingen van
de laatste tijd, spectaculaire passages uit
herziene werken van het vierde kwartaal
van de vorige eeuw en enigszins gestileer
de volksdansen. Het was om het zacht te
zeggen merkwaardig, dat de bijvalsbetui
gingen van de toeschouwers van vrijdag
avond steeds langer en luider werden,
naarmate de vertoning sterker de kant
van het variété uitging, hetgeen in zekere
zin symptomatisch mag worden geacht
voor een snobistische mentaliteit. Hoe kan
het anders worden verklaard, dat men
juichte en stampte na de solovariaties
van Nina Timofevja in de pas-de-deux
uit „Don Quichotte" op muziek van Min-
kus, die men in dezelfde zaal herhaalde
lijk met veel meer raffinement en beheer
sing door .Joan Cadzow (bij het Neder
lands Ballet) of door Lupe Serrano (bij
het American Ballet Theatre) voorgedraaid
kon hebben gezien? Maar let wel: het
was deze zelfde ballerina, die in het ada
gio uit de tweede akte van „Het Zwanen-
meer" als eerste optredende voor een
prachtig hoogtepunt zorgde, eveneens met
Boris Khokhlov als een niet alleen bij
zonder bekwame maar ook het gewenste
tegenspel leverende - partner. Zowel qua
technische virtuositeit als pure schoonheid
van lijnenspel hebben de Westeuropese of
Amerikaanse solisten een verre voorsprong
op hun Russische zusters in de daarginds
bepaald ouderwets bedreven kunst. De ver
fijning bij de laatsten blijkt vooral uit
de volmaakte uitwerking der omzettingen
van verantwoord gevoel in harmonische
beweging.
DE MANNELIJKE DANSERS onder
scheiden zich door hun natuurlijke virili
teit en de daarbij behorende vaak tot sier
lijk pathos gesublimeerde kracht. Aan de
acrobatiek van de Chinese opera verwant
waren de fenomenale sprongen van Geor-
gui Farmanjantz in een Russische dans
uit „Taras Boelba" in een zetting van
Zakharova, waarvan zelfs een gedeelte
gebisseerd moest worden. Weinig elegant
maar zeer energiek is deze demi-caractè-
re-danser in een duet (met Margarita
Smirnova) uit „Vlam van Parijs" van Vai-
nonen, een felle creatie die velen reeds
uit de bioscoop zullen kennen. Choreogra
fisch zijn de solistische partijen in dit
van opzet revolutionaire werk allesbehal
ve interessant: traditionele aaneenschake
lingen van passen en sprongen met stere
otiepe preparaties. Opmerkelijk is verder
vooral het aandeel van Gleb Evdokimov,
die in zijn aandeel in het duet „De Blau
we Vogel" een gave eenheid van „karak
teristieke" versieringen en „klassieke" pa
tronen liet bewonderen, jammer genoeg
met Nina Fedorova als onvoldoende me-
dwerkster.
TERECHT WORDEN bij de toeschrij
vingen steeds de componisten het eerst
genoemd, want over het algemeen consta
teert men dat ook de choreografen hun
werk vooral vertolkend opvatten, niet al
leen omdat zij voorgeschreven bedoelingen
interpreteren maar ook omdat zij muzi
kale gesteldheden plastisch pogen te ver
talen. Een typerend en hartelijk gewaar
deerd toonbeeld daarvan is „Melodie" van
Gluck Messerer, zoals de titel reeds zegt:
vloeiende uitdrukking van gesuggereerd
gevoelsleven, waarin men Irina Tikho-
mirnova kon aanschouwen, een ballerina
van de op Oelanova gevolgde generatie.
In onze ogen tot kitsch verschoten neo-
klassicisme met Griekse worstelaars en
lchtgewichtheffers wordt in Moskou blij
kens een fragment uit „Spartacus" van
de volksdanskampioen Moissejev nog
steeds als edelaardige kunst gehuldigd.
Men had graag gezien, dat er van de
liftvermogens van een Alexander Begak
een aantrekkelijker gebruik was gemaakt.
Leonid Zjdanov liet charmant gespeelde
mogelijkheden in dat opzicht in „Het ge
bochelde paardje" van Alexander Ra-
Advertentie
Het eerste Zomerconcert van het Noord
hollands Philharmonisch Orkest heeft
plaats op donderdag 16 juni. Het concert,
dat onder leiding staat van Marinus Adam.
wordt geopend met de Ouverture Oberon
van Weber. De pianiste Hedy Schneider is
vervolgens soliste in het Pianoconcert van
Schumann. Het concert wordt besloten met
een uitvoering van de Symfonie no. 6
„Pathétique" van Tsjaikofski.
Hedy Schneider studeerde te Budapest.
In 1946 ontving zij de Grand Prix op het
concours „Marguerite Long-Jacques Thi-
baud" te Parijs. Zij speelde in Oostenrijk,
Frankrijk, Nederland (o.a. voor de radio),
Zuid-frika etc. Zij werd tevens onder
scheiden met de „Pro Arte" en „Franz
Liszt "-prijs. Sinds 1957 woont zij in Neder
land.
doensky uitkomen (in een zonder nadere
toelichting overigens volstrekt onbegrijpe
lijke geschiedenis). Een bepaald fascine
rende verrassing is een rijkgeschakeerde
en markant geaccentueerde zigeunerdans
door Tamara Varmalova.
VOOR DE VOLLEDIGHEID moet nog
opgemerkt worden dat er ook een paar
meer of minder plezierige folkloristische
nummers in dit slechts door een pauze
onderbroken divertissement zijn opgeno
men. Al met al is het aan geen twijfel
onderhevig, dat men ten aanzien van het
Russische ballet alleen met artistieke nor
men kan oordelen als het gaat om avond
vullende werken, althans complete drama
tiseringen in een vanouds bekende en be
proefde stijl. In het tweede deel van deze
avond ontaardde deze populaire staalkaart
snel maar zeker in een soms ontstellende
banaliteit ten behoeve van de ontelbare
leden der uitgaande gemeente met een
grove smaak. Onder de kennelijk vurig
inspirerende aanvoering van de dirigent
Georgui Sjemtsjoesjin haalde het Noord
hollands Philharmonisch Orkest een weel
de van klanken en kleuren uit vermoede
lijk tot voor kort op de lessenaars onbe
kende partituren.
David Koning
-
jfp':;-. V
k ip^w
Gleb Evdokimov als de Jiar Ali in de
Fontein van Baktsjisarai".
mik
In het Amsterdams gemeentelijk mu
seum „Fodor" is vrijdagmiddag een ex
positie geopend van foto's en een maquet
te van het door een internationale jury
onder voorzitterschap van de Engelse
beeldhouwer Henry Moore, bekroonde
ontwerp voor een monument op het ter
rein van het voormalige concentratie
kamp Auschwitz. De opening werd onder
anderen bijgewoond door een vertegen
woordiger van de Poolse ambassadeur in
ons land en de Italiaanse architecten Ju
lio Lafuente en Tomaso Valle, die deel
uit maken van de groep van twaalf beeld
houwers en architecten uit Polen, Duits
land en Italië, welke tezamen het ont
werp hebben gemaakt.
Het plan van de ontwerpers is om een
deel (ter grootte van ongeveer anderhalf
bij één kilometer van het kampterrein
met hetgeen daar nog opstaat, in zijn ge
heel tot monument te maken. Op dit stuk
grond liggen de rails, waarover de goede
renwagons met gevangenen tot vlak voor
het crematorium reden. Rond de brok
stukken daarvan zou een groot platform
worden gemaakt. Op de rails zouden drie
entwintig betonblokken in de vorm van
wagons, onderling verbonden door ijzeren
sculpturen worden geplaatst, symbolise
rende de gevangenen uit drieentwintig
landen die in Auschwitz om het leven zijn
gebracht.
Over dit als monument geprojecteerde
stuk kampterrein wil men een grote dia
gonaal lopende naar het platform leiden
de weg aanleggen, eindigend bij de poort,
waarvoor ter afsluiting een muur is ge
dacht. Het Nederlandse lid der interna
tionale jury, de heer .T. Bakema, deelde
in zijn toelichting op de expositie mede,
dat nog niet is bepaald welke vorm uit
eindelijk het geprojecteerde monument
zal krijgen. Op de tot 4 juli durende expo
sitie worden ook enkele der Nederlandse
inzendingen voor de in 1957 uitgeschreven
prijsvraag voor een monument getoond
en voorts een paar foto's van het kamp
zoals het er indertijd heeft uitgezien.
Advertentie
Advertentie
Lange Veerstraat 10 - Haarlem - Tel. 11493
De beeldhouwer Mari Andriessen zal
22 juli in de Vishal te Haarlem een ere-
expositie van werken van de zestigjarige
Kees Verwey openen. De expositie duurt
tot 5 september en omvat schilderijen,
aquarellen en tekeningen uit alle perioden
van het oeuvre van de kunstenaar.
Het Amsterdam Ballet, onder directie
van Mascha ter Weeme en Frits Basart,
zal ter gelegenheid van de Kieler Woche
in het Stadt-Theater te Kiel op zondag 19
juni een opvoering geven. Het uit te voe
ren programma zal de volgende balletten
omvatten: Straatspelletje (Walter Gore
Jacques Ibert), Pas de Trois (uit de le akte
van het Zwanenmeer) (P. I. Tsjaikofski
M. Petipa), Kringloop (Elgart en Albertine
Robert Kaesen), Pas de Quatre (Cesare
PugniKeith Lester), Macedonische kolo
„Kitka" (volksmuziekBoris Tonin), varia
ties op een thema van Haydn (Johannes
BrahmsJohan Verdoner).
Advertentie
Voor iets lekkers naar JOS DEKKERS
„De BESTE CROQUETTEN van Haarlem"
Kruisweg 29-31. Telefoon 21647
Gedurende het seizoen 1960/61 zullen be
halve Bernard Haitink en Eugcn .lochum
nog vier gastdirigenlcn voor het Amster
damse Concertgebouworkest staan. De be
noeming tot eerste dirigent van de bei
de genoemden is geschied per 1961. Zij
hebben dus niet of nauwelijks deel gehad
in de samenstelling van de programma's
en dragen ook slechts verantwoordelijk
heid voor de concerten die zij zelf lei
den. Voor het hierna volgende seizoen
zal de programma-opbouw eenvoudiger
zijn en niet, of aanzienlijk minder, be-
invloed door voorkeuren van dirigenten
van elders. Dit heeft het bestuur van het
Amsterdamse Concertgebouworkest mede
gedeeld tijdens een persconferentie waarin
zij „de partituur van het komende sei
zoen op de lessenaars van de pers heeft
gelegd".
Gastdirigenten zijn Pierre Monteux. Ge
orge Zeil, Jean Fournet en Hans Rosbaud.
De solisten die voor de eerste maal met
het orkest zullen optreden zijn: Steven
Staryk (viool), de voor kort benoemde
concertmeester, Madeleine Franssen (vi
ool), Mstislaw Rostropowitsj (vioolcel) en
Eva Maria Rogner (zang). Van de Ne
derlandse werken komen de cursief
gedrukte voor de eerste maal met het
Concertgebouworkest tot uitvoering: Ba-
KUNSTHANDEL SANTEE LANDWEER exposeert tot 1 juli aquarellen van Jan
Wiegers. Te Haarlem in het Huis van Looy heeft de Hollandse Aquarellistenkring
Jan Wiegers herdacht met een weluitgezoehte reeks werken. Mijn eerste reactie op
Wiegers' expositie bij Santee Landweer was dat ik bij alle waardering voor Wiegers'
aquarelleer- en tekenkunst toch nog niet wist dat zijn werk zo mooi was als het me
nu voorkomt. Grotendeels is het werk hier van Wiegers' allerlaatste jaren, werk van
een wijs man, die zich teruggetrokken had uit vele voor ons culturele leven belang
rijke functies en zich naast zijn vormend werk aan de Rijksakademie voorbereidde
op de tijd dat hij pensioen zou genieten en zich eindelijk dan alleen aan zijn kunst
zou wijden. Het is spijtig dat Wiegers zelf deze tentoonstelling niet meer mocht zien.
Want hij had veel achtergehouden voor die tijd. Het hier vertoonde is grotendeels
nieuw en dus voor het schilderkunst minnende publiek een belangrijk evenement.
Belangrijk is dit werk door de rust
schenkende zekerheid waarmee het ge
maakt werd. Exposities als deze en die van
Mari Andriessen doen ons weer even her
ademen. Zelfs van enkele van Wiegers' hier
vertoonde zaken van een meer expressio
nistisch karakter en uit een vroeger tijd
gaat rust uit. Ik waardeer nogal hoog
zekere Friese landschappen uit een be
paalde tijd van Benner, maar die ene
gouache naar een Gronings landschap van
Wiegers is mij toch liever om de rust
gevende stelligheid, waarmee Wiegers zo
iets voordraagt.
Van Wiegers heb ik al meerdere malen
mogen schrijven, dat hij zo'n bewondering
koesterde voor oude Chinese schilderkunst.
Maar zijn penseeltekening uit de Dolo
mieten en die van de Mythen bij Brunner
zijn levender dan de toch te zeer forma
listische kunst, die ik in het Haags Ge
meentemuseum mocht ontmoeten. Vooral
de laatste tekening roept een vergelijken
op door een het landschap dominerende
rots, die herinnert aan die rotsen, waar
voor bij die oude Chinezen tekenvoorbeel
den bestonden. Wiegers' expositie illu
streert het gevoel van afstand, waarvan ik
in mijn schrijven over die belangrijke ex
positie van Chinese schilderkunst in Den
Haag mocht getuigen. Eigenlijk zou men
zo'n expositie wéér moeten zien, na die
van Wiegers, westers middelaar tussen die
verre kunst en ons, genoten te hebben.
Wiegers is om zijn gezondheid veel in
het bergland geweest en heeft dit als wei
nig anderen mogen bezingen met zijn
werk. Een prachtig voorbeeld daarvan is
een pure aquarel uit de omgeving van
Landquart. In Nederland vond hij land
schappen met enig reliëf op Ameland. Die
van het Schelpenpad heeft dan ook iets
van een berglandschap. Maar wetende dat
het om de duinen gaat, voelt men toch
ook wel weer het Nederlandse landschap
daarin. Temeer door de vele andere aqua
rellen cn penseeltekeningen van Ameland
en ook Drente. En in een tekening van
West-Friesland zijn we wel zo thuis door
de grote plaats die de hemel inneemt in
dit landschap. Met zo'n tekening wijst
Wiegers de Nederlandse schilder toch een
weg om het in eigen omgeving te kunnen
vinden. Want te weinig ontmoet men, ge
schilderd op een voor ons hoog peil, dat
Nederlandse landschap.
Deze expositie onderstreept nog eens
mijn mening dal Wiegers toch eigenlijk in
wezen geen expressionist was. Hij leunde
meer aan tegen een beweging, die van zijn
tijd was. En hij had ook veel te danken
aan zijn ontmoetingen met expressionis
tische collega's. Ik heb Wiegers bij zijn
overlijden onder meer als trouw mogen
schetsen. Zijn uiten in expressionistische
zin verleende hem ook wel contact met
kringen, waarin belangen konden liggen
voor een harde werker, die een moeilijke
tijd gekend heeft. Waarbij dan moet ge
zegd worden, dat Wiegers iets zocht zon
der buigingen te maken. De op de maat
schappij ingestelde figuur, en-Wiegers was
dat, poogt antwoord te geven op verlan
gens, die op een gegeven moment bestaan.
Naar mijn gevoel ontmoet men op deze
expositie dan de zuivere Wiegers. Op de
zelfde wijze zou men hem in uitgezochte
schilderijen kunnen ontmoeten. Wel geloof
ik dat de aquarel het middel is dat de
kunstenaar het zuiverst tekent. De tech
niek laat dwingen in richtingen, die niet
geheel de eigen zijn, moeilijk toe.
Men noemde deze expositie er een van
aquarellen. Maar er zijn dus gouaches en
penseeltekeningen. Het zwart en het grijs
van deze penseeltekeningen hebben echter
vaak de betekenis van kleur. Cézanne wees
Wiegers deze wijze van uitdrukken, waar
bij het blanke papier zo'n grote rol speelt:
die lege plekken, waarop iets gaat ge
beuren door de plaatsen, waar het penseel
het papier wél raakte.
Bob Buys
dings, „Largo en Allegro". Flothuis, „sym
fonische muziek", Ketting „Symfonie",
Landré, „Caleidoscopio", De Leeuw, „Mou-
vements Retrogrades", Orthel, „Piccola
Sinfonia", Pijper, „Derde Symphonie".
Van de hedendaagse (niet-Nederlandse)
muziek bevat het programma de cur
sief gedrukte voor de eerste maal Bar-
tok, „Danssuite", derde pianoconcert en
tweede rapsodie voor viool, Bex-g, drie
orkeststukken", Boulez, „improvisations
sur Mallarmé, Hartmann derde symfo
nie, Hindemith, symfonie Mathis der Ma
ler cn cello-concert, Martin, Petite Sym
fonie Concertante, Vioolconcert, Milhaud,
Suite Protée, Sjostakowitsj, violoncello-
concert.
Het orkest zet de Mahler-herdenking, die
in het aanstaande Holland-Festival be
gint, voort met het enige jeugdwerk dal
Mahler later nog erkende, „Das klagende
Lied". Dit dateert van 1880. De eerste
uitvoering was in 1901 in Wenen. Op 29
januari 1961 zal het toonkunstkoor dit werk
met het orkest onder Hans Rosbaud ten
gehore brengen.
Het laatste abonnementsconcert, aan de
vooravond van het vertrek van het orkest
voor de tweemaandse tournee door Ame
rika (op 8 april 1961), wordt gedirigeerd
door F.ugen Jochum (op 5) en Bernard
Haitink (op 6 april).
Twee orkesten onder drie dirigenten
zetten met vijf concerten de traditionele
Bcethovencyclus voort: twee concerten
door het Radio-Philharmonisch Orkest on
der Jean Fournet en Erich Leinsdorf en
drie concerten door het Residentie Orkest
onder Willem van Otterloo. Voor Beetho-
vens pianoconcerten in de gehele cyclus
is één pianist Claudio Arrau, gecontrac
teerd.
De abonnementsprijzen zijn „nog steeds"
onveranderd. De zondagmiddagconcerten
zullen het komende seizoen een kwartier
vroeger, kwart over twee, beginnen.
Met één „Interunle" koopt U een aandeel in 300
zorgvuldig geselecteerde binnen- en buitenlandse
fondsen.
Inlichtingen hij iedere haul en commissionair
N.V. INTERNATIONALE BELEGGINGS UNIE
(Van onze Amsterdamse redacteur)
Voor ieder die is geïnteresseerd in
de drukkunst in Nederland bevat de
zomertentoonstelling in het Rijks
museum te Amsterdam, die vandaag
is geopend, een schat aan interessante
gegevens. „Gedrukt in Nederland
vijf eeuwen letter, beeld en band"
heet de expositie die ons geen ant
woord geeft op de vraag of Coster
dan wel Gutenberg de boekdrukkunst
heeft uitgevonden, maar wel zeer
duidelijk een beeld geeft van de
vooraanstaande rol die de Nederland
se drukkers sinds eeuwen in de we
reld spelen.
Uit de eerste tijd van de „mechanisch
geschreven" boeken vindt men hier kopij uit
1472 van Ketelaar en De Leempt uit Utrecht
de oudst bekende kopij ter wereld. Een
aparte afdeling laat zien hoe het beeld,
aanvankelijk dus de houtsnede, werd sa
mengevoegd met de tekst. De documenten
tonen welke de verhouding was tussen
kopij en druk en de daarbij behorende
correctie van drukproeven. Interessant is
hier de geschreven en gedrukte teksten
van Hooft, Vondel en Huygens te zien.
Via beelden van de ontwikkeling van
illustratie- en bindwerk komt men tot de
afdeling nieuwsbladen. In de collectie
weerspiegelt zich de ontplooiing van de
grafische techniek en van de grafische
kunst en men ziet de opkomst van gra-
fisch-estetische beginselen van het gebruik
van koppen, van opmaak en lay-out, van de
illustratie in de pers en van de adverten
tie.
Meesterschap en smaak ontdekt men bij
de letterontwerpen. Reeds in de zeven
tiende eeuw was Amsterdam hei letter-
centrum van Europa en tot de dag van
vandaag speelt het in dit opzicht een be
langrijke rol. Een door de Haarlemmer S.
L. Hartz voor de Linotype ontworpen
nieuwe boekletter, de Juliana, vormt een
bijzondere attractie in deze afdeling.
„Gedrukt in Nederland" biedt nog on
eindig veel meer. De bindprocédés, de groei
naar koperdiepdruk, de steendruk, de ont
wikkeling van advertenties cn affiches cn
de kleurendruk, welke laatste Nederland
een-internationale faam heeft bezorgd. Dc
tentoonstelling is tot en met 11 september
Advertentie
Oude Vlaamse meesters. Op 15 juni
zal met een serie toneelvoorstellingen in
Antwerpen het eerste „Festival van Vlaan
deren" worden geopend. Een van de meest
spectaculaire onderdelen van deze mani
festatie, waaraan de vier Vlaamse provin
cies zullen deelnemen, zal een unieke ten
toonstelling in Brugge zijn, waar een 150
kostbare schiledrijen van oude Vlaamse
meesters bijeengebracht zullen worden. Een
tachtigtal daarvan zijn in bruikleen afge
staan door Amerikaanse musea en parti
culieren en zijn thans met een Amerikaan
se torpedobootjager op weg naar België.
Deze collectie, met werken van Van Eyck,
Rogier van der Weyden, Peter Christus,
Huga van der Goes en Jeroen Bosch is ver
zekerd voor 350 miljoen Belgische frank.
Marianne Monnikendam, die de vori
ge week een stipendium voor dansstudie
kreeg voor de zomercursus te New London
in Amerika, heeft thans een rijksbeurs
van 2500 gekregen ter voortzetting van
de studie aan de Juilliard School te New
York. Van haar vader, de componist Ma-
rius Monnikendam, zal op het congres van
Amerikaanse organisten en orgelbouwers
weer het Concerto voor orgel en strijk
orkest worden uitgevoerd op 23 januari
ter gelegenheid van de ingebruikneming
van het nieuwe orgel in de concertzaal te
Philadelphia.
Advertentie
Nauwelijks te geloven,
maar wij willen het u bewijzen:
Geruisloos en trekken als een
6-cyl. Brandstofverbruik 1 1 op
17 km. Zeer lage afschrijving.
Op achterportieren spec, bevei
liging voor kinderen. Demonstr.
z. enige verpl.
Prijs: ƒ5650.—
Hoofdagentschap
Telefoon 12138
Tijdens de algemene ledenvergadering
van de Vereniging Haerlem heeft de voor
zitter, jhr. mr. C. C. van Valkenburg, gis
teren in de Renaissancezaal van het Frans
Halsmuseum het onlangs door de vereni
ging aangekochte schilderij van Hendrick
Cornelisz. van Vliet (1611-1675) in langdu
rig bruikleen ter plaatsing in de Grote
of Sint Bavokerk, aangeboden aan de pre
sident-kerkvoogd van de hervormde ge
meente, de heer H. F. van Marselis Hart-
sinck. Deze aanvaardde de bruiklening
met woorden van dank, waarin hij tevens
betrok de steun die de hervormde gemeen
te al enige malen van de Vereniging Haer
lem heeft ontvangen. De presidenl-kcrk-
Het door de Vereniging Haarlem aan
gekochte BAVO-interieur van Hen
drick Cornelisz van Vliet, dat in lang
durig bruikleen is afgestaan aan de
kerkvoogden van de Nederlands Her
vormde Gemeente te Haarlem, ter
plaatsing in de Grote of Sint Bavokerk.
M:~g.
W..•.\v<«MN-;v,v.sw
voogd gewaagde van de zware taak het
cultuurmonument te beheren, waarin de
kerkvoogden eigenlijk slechts twee goede
vrienden hebben, die steeds bereid bleken
de helpende hand te bicden: de vereni
ging Haerlem en de Grafische Inrichting
Joh. Enschedé en Zn. De spreker zegde
de Vereniging Haerlem toe het schilderij,
dat het interieur van de Grote of Sint
Bavokerk voorstelt, te doen plaatsen op
de door de Vereniging gewenste plek in
de kerk en er goede zorg voor te dragen.
Voorzitter Van Valkenburg had tevoren
gereleveerd hoe de aankoop van het schil
derij tot stand was gekomen. Gemeente
secretaris mr. H. E. Phaff ter ver
gadering aanwezig had het schilderij,
dat in Engels bezit is geweest, aangetrof
fen in de kunsthandel en polste de Ver
eniging Haerlem over de mogelijkheden 't
kunstwerk voor Haarlem te behouden. Ne
gentien leden van „Haerlem" bleken on
middellijk bereid belangrijke bijdragen
voor de aankoop te leveren, waarna op
verzoeken om bijdragen van de gemeen
te Haarlem en de provinciale overheid
gunstige antwoorden werden ontvangen;
van de laatstgenoemde omdat zoals wij
reeds uitvoerig hebben bericht het Co
mité Zomerpostzegels een bijdrage kon
leveren uit het provinciale aankoopfonds
voor beeldende kunst. Het voor de aan
koop benodigde bedrag is voor de helft
geleverd door de Vereniging Haerlem,
voor een kwart door de gemeente Haar
lem en een kwart door het Comité Zomer
postzegels, dat gisteren ter vergadering
was vertegenwoordigd door de heer Eg-
gink.
Odat „in onze eigen Hoofdwacht" al
dus de voorzitter de ruimte te klein en
de bezichtigingsmogelijkheid te gering was
hebben we besloten 't kunstwerk in bruik
leen af te staan aan de kerkvoogden der
Nederlands Hervormde Gemeente te Haar
lem. De voorzitter besprak vervolgens de
mogelijke geschiedenis van het gedenkte
ken, dat op het schilderij nogal promi
nent op de pilaar in de voorgrond voor
komt. Het is een gedenkteken dat wellicht
de Haarlemse Agatha van Hoorn voor
haar man, de in Ostende gesneuvelde of
ficier Nicolaas van de Leur, heeft laten
vervaardigen. Zijn stoffelijk overschot
werd gebalsemd en in Haarlem begraven.
Agatha van Hoorn is later hertrouwd met
de Haarlemse burgemeester Van de Walle,
die na de dood van zijn echtgenote haar
liet bijzetten in het graf van haar eerste
man en op het gedenkteken ook aan haar
gewijde regels liet aanbrengen.
Vervolgens hield de heer H. P. Baard,
directeur van het Frans Halsmuseum een
causerie met lichtbeelden, waarin hij de
ontwikkeling van vijf eeuwen kerkinteri
eur-schilderkunst besprak om te komen
tot een toetsing aan, en plaatsing in.
deze ontwikkeling van het werk van
Hendrick Cornelisz. van Vliet. Gezien het
gevorderde uur moest de heer Baard dit
veel sneller doen dan aanvankelijk in
zijn voornemen had gelegen, maar het
aplaus, dat zijn voordracht beloonde,
toonde aan dat de causerie haar doel niet
temin met glans had bereikt. De voorzit
ter dankte de heer Baard en bood me
vrouw Baard een geschenk aan.