Solisten van het Bolsjoi Ballet met een gevarieerd programma in Den Haag TAXI 13000 Renault Dauphine Het Concertgebouworkest in het nieuwe seizoen Expositie van nagelaten nieuw werk van Jan Wiegers Zomerexpositie in Rijksmuseum SLOT DEFECT? Expositie in de Vishal van werk van Kees Verwey De negen Muzen GARAGE DEN HOUT Vereniging Haerlem geeft kerkinterieur van Van Vliet in bruikleen aan Grote Kerk 5 MET KLEURRIJKE BEGELEIDING DOOR HET N.PH.O Eerste zomerconcert van het N.Ph.O. Expositie van ontwerpen voor Auschwitz-monument „DE SLEUTELSPECIALIST" Amsterdams Ballet treedt op in Kiel BELEGGINGSPROBLEMEN "INTERUNIE" Parkstraat 30 - Den Haag Gedrukt in Nederland A TERDAG 11 JUNI 1960 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT NA JAREN VAN VERGEEFS wachten kan het Neder landse publiek dan eindelijk kennis maken met een bloem lezing uit het repertoire van het fameuze ballet van het Bolsjoi of Grote Theater in Moskou, waarvan een aantal solisten in het Haagse Gebouw voor Kunsten en Wetenschap pen na de première van gisteravond nog twee uitvoeringen geeft. Draagsters en dragers van internationaal beroemde namen als Oelanova, die trouwens onlangs haar carrière heeft besloten, Plisetskaja, Lepisjinskaja, Doedinskaja, Lapa- oeri of Fadéitsjev nemen weliswaar aan dit korte bezoek niet deel, maar bij die der thans optredenden zijn er toch enkele met een ook tot hier doorgedrongen klank. Vooral voor wie nog geen voorstellingen in een onzer buurlanden heeft bijgewoond, bestaat dus een interessante gelegenheid om met eigen ogen waar te nemen hoe de danskunst zich ontwikkelde in het land, van waaruit een halve eeuw geleden de sensationele wederopbloei van het Europese ballet begon. In ieder geval kan men een veelzijdige indruk krijgen van het prestatieniveau, al moet men daarbij natuurlijk wel be denken dat de Russische dansers hun uitzonderlijke kwali teiten vooral bewijzen in de vertolkingen van rolfiguren, dat hun lyrische hoedanigheden doorlopend verbonden zijn met hoe dan ook gedramatiseerde aanleidingen. Men kan dat ook nu, in deze revue van vijftien korte fragmenten, duidelijk merken aan de hier cn daar zuiver pantomimisch aangevulde typeringen in enkele duetten uit het romantische standaard- repertoire. En om nog een algemene conclusie voorop te stellen: zelfs voor wie het nog niet wist zal duidelijk worden, dat onder het communistische bewind de nagestreefde ver nieuwingen beperkt zijn gebleven tot veranderingen van de onderwerpen der scenario's. HET PROGRAMMA kan worden onder verdeeld in drie afdelingen: korte bedrij ven uit choreografische scheppingen van de laatste tijd, spectaculaire passages uit herziene werken van het vierde kwartaal van de vorige eeuw en enigszins gestileer de volksdansen. Het was om het zacht te zeggen merkwaardig, dat de bijvalsbetui gingen van de toeschouwers van vrijdag avond steeds langer en luider werden, naarmate de vertoning sterker de kant van het variété uitging, hetgeen in zekere zin symptomatisch mag worden geacht voor een snobistische mentaliteit. Hoe kan het anders worden verklaard, dat men juichte en stampte na de solovariaties van Nina Timofevja in de pas-de-deux uit „Don Quichotte" op muziek van Min- kus, die men in dezelfde zaal herhaalde lijk met veel meer raffinement en beheer sing door .Joan Cadzow (bij het Neder lands Ballet) of door Lupe Serrano (bij het American Ballet Theatre) voorgedraaid kon hebben gezien? Maar let wel: het was deze zelfde ballerina, die in het ada gio uit de tweede akte van „Het Zwanen- meer" als eerste optredende voor een prachtig hoogtepunt zorgde, eveneens met Boris Khokhlov als een niet alleen bij zonder bekwame maar ook het gewenste tegenspel leverende - partner. Zowel qua technische virtuositeit als pure schoonheid van lijnenspel hebben de Westeuropese of Amerikaanse solisten een verre voorsprong op hun Russische zusters in de daarginds bepaald ouderwets bedreven kunst. De ver fijning bij de laatsten blijkt vooral uit de volmaakte uitwerking der omzettingen van verantwoord gevoel in harmonische beweging. DE MANNELIJKE DANSERS onder scheiden zich door hun natuurlijke virili teit en de daarbij behorende vaak tot sier lijk pathos gesublimeerde kracht. Aan de acrobatiek van de Chinese opera verwant waren de fenomenale sprongen van Geor- gui Farmanjantz in een Russische dans uit „Taras Boelba" in een zetting van Zakharova, waarvan zelfs een gedeelte gebisseerd moest worden. Weinig elegant maar zeer energiek is deze demi-caractè- re-danser in een duet (met Margarita Smirnova) uit „Vlam van Parijs" van Vai- nonen, een felle creatie die velen reeds uit de bioscoop zullen kennen. Choreogra fisch zijn de solistische partijen in dit van opzet revolutionaire werk allesbehal ve interessant: traditionele aaneenschake lingen van passen en sprongen met stere otiepe preparaties. Opmerkelijk is verder vooral het aandeel van Gleb Evdokimov, die in zijn aandeel in het duet „De Blau we Vogel" een gave eenheid van „karak teristieke" versieringen en „klassieke" pa tronen liet bewonderen, jammer genoeg met Nina Fedorova als onvoldoende me- dwerkster. TERECHT WORDEN bij de toeschrij vingen steeds de componisten het eerst genoemd, want over het algemeen consta teert men dat ook de choreografen hun werk vooral vertolkend opvatten, niet al leen omdat zij voorgeschreven bedoelingen interpreteren maar ook omdat zij muzi kale gesteldheden plastisch pogen te ver talen. Een typerend en hartelijk gewaar deerd toonbeeld daarvan is „Melodie" van Gluck Messerer, zoals de titel reeds zegt: vloeiende uitdrukking van gesuggereerd gevoelsleven, waarin men Irina Tikho- mirnova kon aanschouwen, een ballerina van de op Oelanova gevolgde generatie. In onze ogen tot kitsch verschoten neo- klassicisme met Griekse worstelaars en lchtgewichtheffers wordt in Moskou blij kens een fragment uit „Spartacus" van de volksdanskampioen Moissejev nog steeds als edelaardige kunst gehuldigd. Men had graag gezien, dat er van de liftvermogens van een Alexander Begak een aantrekkelijker gebruik was gemaakt. Leonid Zjdanov liet charmant gespeelde mogelijkheden in dat opzicht in „Het ge bochelde paardje" van Alexander Ra- Advertentie Het eerste Zomerconcert van het Noord hollands Philharmonisch Orkest heeft plaats op donderdag 16 juni. Het concert, dat onder leiding staat van Marinus Adam. wordt geopend met de Ouverture Oberon van Weber. De pianiste Hedy Schneider is vervolgens soliste in het Pianoconcert van Schumann. Het concert wordt besloten met een uitvoering van de Symfonie no. 6 „Pathétique" van Tsjaikofski. Hedy Schneider studeerde te Budapest. In 1946 ontving zij de Grand Prix op het concours „Marguerite Long-Jacques Thi- baud" te Parijs. Zij speelde in Oostenrijk, Frankrijk, Nederland (o.a. voor de radio), Zuid-frika etc. Zij werd tevens onder scheiden met de „Pro Arte" en „Franz Liszt "-prijs. Sinds 1957 woont zij in Neder land. doensky uitkomen (in een zonder nadere toelichting overigens volstrekt onbegrijpe lijke geschiedenis). Een bepaald fascine rende verrassing is een rijkgeschakeerde en markant geaccentueerde zigeunerdans door Tamara Varmalova. VOOR DE VOLLEDIGHEID moet nog opgemerkt worden dat er ook een paar meer of minder plezierige folkloristische nummers in dit slechts door een pauze onderbroken divertissement zijn opgeno men. Al met al is het aan geen twijfel onderhevig, dat men ten aanzien van het Russische ballet alleen met artistieke nor men kan oordelen als het gaat om avond vullende werken, althans complete drama tiseringen in een vanouds bekende en be proefde stijl. In het tweede deel van deze avond ontaardde deze populaire staalkaart snel maar zeker in een soms ontstellende banaliteit ten behoeve van de ontelbare leden der uitgaande gemeente met een grove smaak. Onder de kennelijk vurig inspirerende aanvoering van de dirigent Georgui Sjemtsjoesjin haalde het Noord hollands Philharmonisch Orkest een weel de van klanken en kleuren uit vermoede lijk tot voor kort op de lessenaars onbe kende partituren. David Koning - jfp':;-. V k ip^w Gleb Evdokimov als de Jiar Ali in de Fontein van Baktsjisarai". mik In het Amsterdams gemeentelijk mu seum „Fodor" is vrijdagmiddag een ex positie geopend van foto's en een maquet te van het door een internationale jury onder voorzitterschap van de Engelse beeldhouwer Henry Moore, bekroonde ontwerp voor een monument op het ter rein van het voormalige concentratie kamp Auschwitz. De opening werd onder anderen bijgewoond door een vertegen woordiger van de Poolse ambassadeur in ons land en de Italiaanse architecten Ju lio Lafuente en Tomaso Valle, die deel uit maken van de groep van twaalf beeld houwers en architecten uit Polen, Duits land en Italië, welke tezamen het ont werp hebben gemaakt. Het plan van de ontwerpers is om een deel (ter grootte van ongeveer anderhalf bij één kilometer van het kampterrein met hetgeen daar nog opstaat, in zijn ge heel tot monument te maken. Op dit stuk grond liggen de rails, waarover de goede renwagons met gevangenen tot vlak voor het crematorium reden. Rond de brok stukken daarvan zou een groot platform worden gemaakt. Op de rails zouden drie entwintig betonblokken in de vorm van wagons, onderling verbonden door ijzeren sculpturen worden geplaatst, symbolise rende de gevangenen uit drieentwintig landen die in Auschwitz om het leven zijn gebracht. Over dit als monument geprojecteerde stuk kampterrein wil men een grote dia gonaal lopende naar het platform leiden de weg aanleggen, eindigend bij de poort, waarvoor ter afsluiting een muur is ge dacht. Het Nederlandse lid der interna tionale jury, de heer .T. Bakema, deelde in zijn toelichting op de expositie mede, dat nog niet is bepaald welke vorm uit eindelijk het geprojecteerde monument zal krijgen. Op de tot 4 juli durende expo sitie worden ook enkele der Nederlandse inzendingen voor de in 1957 uitgeschreven prijsvraag voor een monument getoond en voorts een paar foto's van het kamp zoals het er indertijd heeft uitgezien. Advertentie Advertentie Lange Veerstraat 10 - Haarlem - Tel. 11493 De beeldhouwer Mari Andriessen zal 22 juli in de Vishal te Haarlem een ere- expositie van werken van de zestigjarige Kees Verwey openen. De expositie duurt tot 5 september en omvat schilderijen, aquarellen en tekeningen uit alle perioden van het oeuvre van de kunstenaar. Het Amsterdam Ballet, onder directie van Mascha ter Weeme en Frits Basart, zal ter gelegenheid van de Kieler Woche in het Stadt-Theater te Kiel op zondag 19 juni een opvoering geven. Het uit te voe ren programma zal de volgende balletten omvatten: Straatspelletje (Walter Gore Jacques Ibert), Pas de Trois (uit de le akte van het Zwanenmeer) (P. I. Tsjaikofski M. Petipa), Kringloop (Elgart en Albertine Robert Kaesen), Pas de Quatre (Cesare PugniKeith Lester), Macedonische kolo „Kitka" (volksmuziekBoris Tonin), varia ties op een thema van Haydn (Johannes BrahmsJohan Verdoner). Advertentie Voor iets lekkers naar JOS DEKKERS „De BESTE CROQUETTEN van Haarlem" Kruisweg 29-31. Telefoon 21647 Gedurende het seizoen 1960/61 zullen be halve Bernard Haitink en Eugcn .lochum nog vier gastdirigenlcn voor het Amster damse Concertgebouworkest staan. De be noeming tot eerste dirigent van de bei de genoemden is geschied per 1961. Zij hebben dus niet of nauwelijks deel gehad in de samenstelling van de programma's en dragen ook slechts verantwoordelijk heid voor de concerten die zij zelf lei den. Voor het hierna volgende seizoen zal de programma-opbouw eenvoudiger zijn en niet, of aanzienlijk minder, be- invloed door voorkeuren van dirigenten van elders. Dit heeft het bestuur van het Amsterdamse Concertgebouworkest mede gedeeld tijdens een persconferentie waarin zij „de partituur van het komende sei zoen op de lessenaars van de pers heeft gelegd". Gastdirigenten zijn Pierre Monteux. Ge orge Zeil, Jean Fournet en Hans Rosbaud. De solisten die voor de eerste maal met het orkest zullen optreden zijn: Steven Staryk (viool), de voor kort benoemde concertmeester, Madeleine Franssen (vi ool), Mstislaw Rostropowitsj (vioolcel) en Eva Maria Rogner (zang). Van de Ne derlandse werken komen de cursief gedrukte voor de eerste maal met het Concertgebouworkest tot uitvoering: Ba- KUNSTHANDEL SANTEE LANDWEER exposeert tot 1 juli aquarellen van Jan Wiegers. Te Haarlem in het Huis van Looy heeft de Hollandse Aquarellistenkring Jan Wiegers herdacht met een weluitgezoehte reeks werken. Mijn eerste reactie op Wiegers' expositie bij Santee Landweer was dat ik bij alle waardering voor Wiegers' aquarelleer- en tekenkunst toch nog niet wist dat zijn werk zo mooi was als het me nu voorkomt. Grotendeels is het werk hier van Wiegers' allerlaatste jaren, werk van een wijs man, die zich teruggetrokken had uit vele voor ons culturele leven belang rijke functies en zich naast zijn vormend werk aan de Rijksakademie voorbereidde op de tijd dat hij pensioen zou genieten en zich eindelijk dan alleen aan zijn kunst zou wijden. Het is spijtig dat Wiegers zelf deze tentoonstelling niet meer mocht zien. Want hij had veel achtergehouden voor die tijd. Het hier vertoonde is grotendeels nieuw en dus voor het schilderkunst minnende publiek een belangrijk evenement. Belangrijk is dit werk door de rust schenkende zekerheid waarmee het ge maakt werd. Exposities als deze en die van Mari Andriessen doen ons weer even her ademen. Zelfs van enkele van Wiegers' hier vertoonde zaken van een meer expressio nistisch karakter en uit een vroeger tijd gaat rust uit. Ik waardeer nogal hoog zekere Friese landschappen uit een be paalde tijd van Benner, maar die ene gouache naar een Gronings landschap van Wiegers is mij toch liever om de rust gevende stelligheid, waarmee Wiegers zo iets voordraagt. Van Wiegers heb ik al meerdere malen mogen schrijven, dat hij zo'n bewondering koesterde voor oude Chinese schilderkunst. Maar zijn penseeltekening uit de Dolo mieten en die van de Mythen bij Brunner zijn levender dan de toch te zeer forma listische kunst, die ik in het Haags Ge meentemuseum mocht ontmoeten. Vooral de laatste tekening roept een vergelijken op door een het landschap dominerende rots, die herinnert aan die rotsen, waar voor bij die oude Chinezen tekenvoorbeel den bestonden. Wiegers' expositie illu streert het gevoel van afstand, waarvan ik in mijn schrijven over die belangrijke ex positie van Chinese schilderkunst in Den Haag mocht getuigen. Eigenlijk zou men zo'n expositie wéér moeten zien, na die van Wiegers, westers middelaar tussen die verre kunst en ons, genoten te hebben. Wiegers is om zijn gezondheid veel in het bergland geweest en heeft dit als wei nig anderen mogen bezingen met zijn werk. Een prachtig voorbeeld daarvan is een pure aquarel uit de omgeving van Landquart. In Nederland vond hij land schappen met enig reliëf op Ameland. Die van het Schelpenpad heeft dan ook iets van een berglandschap. Maar wetende dat het om de duinen gaat, voelt men toch ook wel weer het Nederlandse landschap daarin. Temeer door de vele andere aqua rellen cn penseeltekeningen van Ameland en ook Drente. En in een tekening van West-Friesland zijn we wel zo thuis door de grote plaats die de hemel inneemt in dit landschap. Met zo'n tekening wijst Wiegers de Nederlandse schilder toch een weg om het in eigen omgeving te kunnen vinden. Want te weinig ontmoet men, ge schilderd op een voor ons hoog peil, dat Nederlandse landschap. Deze expositie onderstreept nog eens mijn mening dal Wiegers toch eigenlijk in wezen geen expressionist was. Hij leunde meer aan tegen een beweging, die van zijn tijd was. En hij had ook veel te danken aan zijn ontmoetingen met expressionis tische collega's. Ik heb Wiegers bij zijn overlijden onder meer als trouw mogen schetsen. Zijn uiten in expressionistische zin verleende hem ook wel contact met kringen, waarin belangen konden liggen voor een harde werker, die een moeilijke tijd gekend heeft. Waarbij dan moet ge zegd worden, dat Wiegers iets zocht zon der buigingen te maken. De op de maat schappij ingestelde figuur, en-Wiegers was dat, poogt antwoord te geven op verlan gens, die op een gegeven moment bestaan. Naar mijn gevoel ontmoet men op deze expositie dan de zuivere Wiegers. Op de zelfde wijze zou men hem in uitgezochte schilderijen kunnen ontmoeten. Wel geloof ik dat de aquarel het middel is dat de kunstenaar het zuiverst tekent. De tech niek laat dwingen in richtingen, die niet geheel de eigen zijn, moeilijk toe. Men noemde deze expositie er een van aquarellen. Maar er zijn dus gouaches en penseeltekeningen. Het zwart en het grijs van deze penseeltekeningen hebben echter vaak de betekenis van kleur. Cézanne wees Wiegers deze wijze van uitdrukken, waar bij het blanke papier zo'n grote rol speelt: die lege plekken, waarop iets gaat ge beuren door de plaatsen, waar het penseel het papier wél raakte. Bob Buys dings, „Largo en Allegro". Flothuis, „sym fonische muziek", Ketting „Symfonie", Landré, „Caleidoscopio", De Leeuw, „Mou- vements Retrogrades", Orthel, „Piccola Sinfonia", Pijper, „Derde Symphonie". Van de hedendaagse (niet-Nederlandse) muziek bevat het programma de cur sief gedrukte voor de eerste maal Bar- tok, „Danssuite", derde pianoconcert en tweede rapsodie voor viool, Bex-g, drie orkeststukken", Boulez, „improvisations sur Mallarmé, Hartmann derde symfo nie, Hindemith, symfonie Mathis der Ma ler cn cello-concert, Martin, Petite Sym fonie Concertante, Vioolconcert, Milhaud, Suite Protée, Sjostakowitsj, violoncello- concert. Het orkest zet de Mahler-herdenking, die in het aanstaande Holland-Festival be gint, voort met het enige jeugdwerk dal Mahler later nog erkende, „Das klagende Lied". Dit dateert van 1880. De eerste uitvoering was in 1901 in Wenen. Op 29 januari 1961 zal het toonkunstkoor dit werk met het orkest onder Hans Rosbaud ten gehore brengen. Het laatste abonnementsconcert, aan de vooravond van het vertrek van het orkest voor de tweemaandse tournee door Ame rika (op 8 april 1961), wordt gedirigeerd door F.ugen Jochum (op 5) en Bernard Haitink (op 6 april). Twee orkesten onder drie dirigenten zetten met vijf concerten de traditionele Bcethovencyclus voort: twee concerten door het Radio-Philharmonisch Orkest on der Jean Fournet en Erich Leinsdorf en drie concerten door het Residentie Orkest onder Willem van Otterloo. Voor Beetho- vens pianoconcerten in de gehele cyclus is één pianist Claudio Arrau, gecontrac teerd. De abonnementsprijzen zijn „nog steeds" onveranderd. De zondagmiddagconcerten zullen het komende seizoen een kwartier vroeger, kwart over twee, beginnen. Met één „Interunle" koopt U een aandeel in 300 zorgvuldig geselecteerde binnen- en buitenlandse fondsen. Inlichtingen hij iedere haul en commissionair N.V. INTERNATIONALE BELEGGINGS UNIE (Van onze Amsterdamse redacteur) Voor ieder die is geïnteresseerd in de drukkunst in Nederland bevat de zomertentoonstelling in het Rijks museum te Amsterdam, die vandaag is geopend, een schat aan interessante gegevens. „Gedrukt in Nederland vijf eeuwen letter, beeld en band" heet de expositie die ons geen ant woord geeft op de vraag of Coster dan wel Gutenberg de boekdrukkunst heeft uitgevonden, maar wel zeer duidelijk een beeld geeft van de vooraanstaande rol die de Nederland se drukkers sinds eeuwen in de we reld spelen. Uit de eerste tijd van de „mechanisch geschreven" boeken vindt men hier kopij uit 1472 van Ketelaar en De Leempt uit Utrecht de oudst bekende kopij ter wereld. Een aparte afdeling laat zien hoe het beeld, aanvankelijk dus de houtsnede, werd sa mengevoegd met de tekst. De documenten tonen welke de verhouding was tussen kopij en druk en de daarbij behorende correctie van drukproeven. Interessant is hier de geschreven en gedrukte teksten van Hooft, Vondel en Huygens te zien. Via beelden van de ontwikkeling van illustratie- en bindwerk komt men tot de afdeling nieuwsbladen. In de collectie weerspiegelt zich de ontplooiing van de grafische techniek en van de grafische kunst en men ziet de opkomst van gra- fisch-estetische beginselen van het gebruik van koppen, van opmaak en lay-out, van de illustratie in de pers en van de adverten tie. Meesterschap en smaak ontdekt men bij de letterontwerpen. Reeds in de zeven tiende eeuw was Amsterdam hei letter- centrum van Europa en tot de dag van vandaag speelt het in dit opzicht een be langrijke rol. Een door de Haarlemmer S. L. Hartz voor de Linotype ontworpen nieuwe boekletter, de Juliana, vormt een bijzondere attractie in deze afdeling. „Gedrukt in Nederland" biedt nog on eindig veel meer. De bindprocédés, de groei naar koperdiepdruk, de steendruk, de ont wikkeling van advertenties cn affiches cn de kleurendruk, welke laatste Nederland een-internationale faam heeft bezorgd. Dc tentoonstelling is tot en met 11 september Advertentie Oude Vlaamse meesters. Op 15 juni zal met een serie toneelvoorstellingen in Antwerpen het eerste „Festival van Vlaan deren" worden geopend. Een van de meest spectaculaire onderdelen van deze mani festatie, waaraan de vier Vlaamse provin cies zullen deelnemen, zal een unieke ten toonstelling in Brugge zijn, waar een 150 kostbare schiledrijen van oude Vlaamse meesters bijeengebracht zullen worden. Een tachtigtal daarvan zijn in bruikleen afge staan door Amerikaanse musea en parti culieren en zijn thans met een Amerikaan se torpedobootjager op weg naar België. Deze collectie, met werken van Van Eyck, Rogier van der Weyden, Peter Christus, Huga van der Goes en Jeroen Bosch is ver zekerd voor 350 miljoen Belgische frank. Marianne Monnikendam, die de vori ge week een stipendium voor dansstudie kreeg voor de zomercursus te New London in Amerika, heeft thans een rijksbeurs van 2500 gekregen ter voortzetting van de studie aan de Juilliard School te New York. Van haar vader, de componist Ma- rius Monnikendam, zal op het congres van Amerikaanse organisten en orgelbouwers weer het Concerto voor orgel en strijk orkest worden uitgevoerd op 23 januari ter gelegenheid van de ingebruikneming van het nieuwe orgel in de concertzaal te Philadelphia. Advertentie Nauwelijks te geloven, maar wij willen het u bewijzen: Geruisloos en trekken als een 6-cyl. Brandstofverbruik 1 1 op 17 km. Zeer lage afschrijving. Op achterportieren spec, bevei liging voor kinderen. Demonstr. z. enige verpl. Prijs: ƒ5650.— Hoofdagentschap Telefoon 12138 Tijdens de algemene ledenvergadering van de Vereniging Haerlem heeft de voor zitter, jhr. mr. C. C. van Valkenburg, gis teren in de Renaissancezaal van het Frans Halsmuseum het onlangs door de vereni ging aangekochte schilderij van Hendrick Cornelisz. van Vliet (1611-1675) in langdu rig bruikleen ter plaatsing in de Grote of Sint Bavokerk, aangeboden aan de pre sident-kerkvoogd van de hervormde ge meente, de heer H. F. van Marselis Hart- sinck. Deze aanvaardde de bruiklening met woorden van dank, waarin hij tevens betrok de steun die de hervormde gemeen te al enige malen van de Vereniging Haer lem heeft ontvangen. De presidenl-kcrk- Het door de Vereniging Haarlem aan gekochte BAVO-interieur van Hen drick Cornelisz van Vliet, dat in lang durig bruikleen is afgestaan aan de kerkvoogden van de Nederlands Her vormde Gemeente te Haarlem, ter plaatsing in de Grote of Sint Bavokerk. M:~g. W..•.\v<«MN-;v,v.sw voogd gewaagde van de zware taak het cultuurmonument te beheren, waarin de kerkvoogden eigenlijk slechts twee goede vrienden hebben, die steeds bereid bleken de helpende hand te bicden: de vereni ging Haerlem en de Grafische Inrichting Joh. Enschedé en Zn. De spreker zegde de Vereniging Haerlem toe het schilderij, dat het interieur van de Grote of Sint Bavokerk voorstelt, te doen plaatsen op de door de Vereniging gewenste plek in de kerk en er goede zorg voor te dragen. Voorzitter Van Valkenburg had tevoren gereleveerd hoe de aankoop van het schil derij tot stand was gekomen. Gemeente secretaris mr. H. E. Phaff ter ver gadering aanwezig had het schilderij, dat in Engels bezit is geweest, aangetrof fen in de kunsthandel en polste de Ver eniging Haerlem over de mogelijkheden 't kunstwerk voor Haarlem te behouden. Ne gentien leden van „Haerlem" bleken on middellijk bereid belangrijke bijdragen voor de aankoop te leveren, waarna op verzoeken om bijdragen van de gemeen te Haarlem en de provinciale overheid gunstige antwoorden werden ontvangen; van de laatstgenoemde omdat zoals wij reeds uitvoerig hebben bericht het Co mité Zomerpostzegels een bijdrage kon leveren uit het provinciale aankoopfonds voor beeldende kunst. Het voor de aan koop benodigde bedrag is voor de helft geleverd door de Vereniging Haerlem, voor een kwart door de gemeente Haar lem en een kwart door het Comité Zomer postzegels, dat gisteren ter vergadering was vertegenwoordigd door de heer Eg- gink. Odat „in onze eigen Hoofdwacht" al dus de voorzitter de ruimte te klein en de bezichtigingsmogelijkheid te gering was hebben we besloten 't kunstwerk in bruik leen af te staan aan de kerkvoogden der Nederlands Hervormde Gemeente te Haar lem. De voorzitter besprak vervolgens de mogelijke geschiedenis van het gedenkte ken, dat op het schilderij nogal promi nent op de pilaar in de voorgrond voor komt. Het is een gedenkteken dat wellicht de Haarlemse Agatha van Hoorn voor haar man, de in Ostende gesneuvelde of ficier Nicolaas van de Leur, heeft laten vervaardigen. Zijn stoffelijk overschot werd gebalsemd en in Haarlem begraven. Agatha van Hoorn is later hertrouwd met de Haarlemse burgemeester Van de Walle, die na de dood van zijn echtgenote haar liet bijzetten in het graf van haar eerste man en op het gedenkteken ook aan haar gewijde regels liet aanbrengen. Vervolgens hield de heer H. P. Baard, directeur van het Frans Halsmuseum een causerie met lichtbeelden, waarin hij de ontwikkeling van vijf eeuwen kerkinteri eur-schilderkunst besprak om te komen tot een toetsing aan, en plaatsing in. deze ontwikkeling van het werk van Hendrick Cornelisz. van Vliet. Gezien het gevorderde uur moest de heer Baard dit veel sneller doen dan aanvankelijk in zijn voornemen had gelegen, maar het aplaus, dat zijn voordracht beloonde, toonde aan dat de causerie haar doel niet temin met glans had bereikt. De voorzit ter dankte de heer Baard en bood me vrouw Baard een geschenk aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 5