ONDER DE SAHARA AANGEBOORDE ZEEËN MAKEN AGRARISCHE CULTUUR IN WOESTIJN MOGELIJK „H© Gouden Toeter" waarmee de reeimmem&n de politicus maakt lp. HET KUSTGEBIED HEEFT DE MEESTE ZONNESCHIJN, MAAR IN HET BINNENLAND IS HET WARMER IN GEZELSCHAP VAN EEN FRANSE GEO LOOG LIEP IK TOT OVER MIJN ENKELS WEGZAKKEND DOOR HET HETE, BR AN - PENDE ZAND VAN EEN ONMETELIJKE WOES TIJN, DE SAHARA. HET ZAND STRIEMDE ONZE GEZICHTEN EN DE BEWONERS VAN- DE WOESTIJN ZEGGEN IN ZO N GEVAL. DAT DE „WOESTÏJNGF.ESTEN" VERTOORND ZIJN- OP DE MENS. LANGE TIJD LIEPEN WIJ MOEIZAAM VOORT ZONDER IF.TS TEGEN EL KAAR TE ZEGGEN. TOTDAT MIJN METGEZEL OPEENS STIL BLEEF STAAN EN I)E STILTE VERBRAK. „WEET JE, DAT WIJ HIER BOVEN WATER LOPEN?" IK WAS VERBIJSTERD. WIJ WAREN SLECHTS MET ONS TWEE-EN EN MIJLEN IN DE OM TREK WAS GEEN LEVENDE ZIEL TE ONT DEKKEN EN OP DAT MOMENT REALISEERDE IK MIJ OPEENS, DAT IK WEL EENS GEHOORD HAD DAT EUROPEANEN, DIE LANGER DAN ONGEVEER TWEE JAAR ACHTEREEN IN EEN M OESTIJN WONEN, NOG AL EENS „WOESTIJN WAANZIN" KRIJGEN. MIJN METGEZEL HAD MM JUIST BIJ HET BEGIN VAN ONZE TOCHT VERTELD, DAT HIJ AL RUIM DRIE JAAR IN DE WOESTIJN BIVAKKEERDE EN ER ZICH BEST OP ZIJN GEMAK VOELDE. IK GELOOFDE DAN OOK NIET ZO HEEL VF.EL VAN ZIJN NADERE UITLEG EN SLOEG DEM TIJDENS ONZE VERDERE TOCHT MET EEN ZEKERE ARGWAAN GADE. MIJN MET GEZEL VERTELDE MIJ ECHTER HEEL OPGE WEKT, DAT ONDER DE ZANDDUINEN EN- ONDER DE DOOR DE ZON VERBLEEKTE EN- VERKLEURDE ROTSEN EN STENEN EEN GROOT „MEER" MOEST LIGGEN MET FRIS, HELDER WATER. DIT WATER ZOU F.R AL DUIZENDEN JAREN AANWEZIG ZIJN EN IN FEITE HET WATERRESERVOIR VORMEN VAN- DE ALBIENNE-VLAKTE. HET KLONK WEL ALLEMAAL aanne melijk, maar ik geloofde er toch niet zo heel veel van en zelfs toen ik zijn ver haal had gebruikt voor een artikel in mijn krant, geloofde ik nog in het geheel niet in zijn beweringen. Dat moet ook een zeer vooraanstaande Engelse krant zijn opgevallen, want die schreef tenminste naar aanleiding van mijn verhaal: „Dit verhaal is ongetwijfeld de grootste journa listieke blunder (canard), die men zich maar denken kan. Het kan dan ook slechts verteld worden door een man, die het ook maar van horen zeggen heeft...." Dit alles is nu tien jaar geleden en speel de zich af in de tijd, dat ik voor de eer ste keer door de Unesco werd uitgestuurd om een reis te maken dwars door de woestijnen van de wereld. Nu tien jaar later is de „canard" waarover The Times het toen had, door de feiten gelogenstraft. Franse ingenieurs hebben aangetoond, dat er diep onder de grond van de Sahara in derdaad waterbronnen zijn en bij Zelfana, ongeveer 400 mijl ten oosten van Colomb Bechar hebben zij een bron aangeboord, die met zulk een kracht spoot, dat de straal wel dertig meter hoog was! Nu is Zelfana dan ook een welvarende oase, die in de korte tijd van tien jaar door het menselijk vernuft tot stand kwam. KORTGELEDEN BEN IK opnieuw in de Sahara geweest en daar heb ik met eigen ogen gezien hoe het water, dat zo'n zevenduizend jaar lang onder de grond werd vastgehouden, thans gebruikt wordt om oude, bestaande oasen, van de onder gang door een verdorrende droogte te red den. Dit is gebeurd met Ouargla, een oase die twaalf mij] lang is cn tweeëneenhalve mijl breed en ernstig bedreigd werd dooi de droogte. Reeds was een kwart van de ongeveer één miljoen dadelpalmen verlo ren gegaan en waren de afweermaatrege- len tegen de kruipende zandduinen nutte- De leider van een afdeling voor hulp aan om rassenkwesties vervolgde personen, van de Evangelische gemeente in Stuttgart, de eerwaarde heer Majer-Leonard heeft in vier jaar een belangwekkende bibliotheek opgebouwddie vijfhonderdvijftig boeken van en over Joden bevat, en onder meer de Joodse geschiedenis, de vervolging ge durende het Nazi-regime en het anti semitisme behandelen. In deze bibliotheek zijn scholen en jeugdorganisaties bijzonder geïnteresseerd. De heer Majer-Leonard hoopt dat zijn idee navolging zal vinden in andere Duitse steden, zodat men behalve de „best-seller" „Het dagboek van Anne „Frank", meer Joodse litteratuur zal lezen. loos gebleken, toen Franse waterbouwkun digen de oase te hulp schoten. De Arabische landeigenaren (caids) had den gepoogd hun bomen te beschermen door in de beddingen van de wadi een waterloop waarin alleen in de schaarse perioden van grote watrval water staat bomen te planten. Het had niet geholpen, evenmin als de eigen irrigatie-px-ojecten, die zij hadden aangelegd. Integendeel zelfs. De irrigatie had er slechts toe ge leid, dat het zoutgehalte van de grond, waarin de bomen stonden in korte tijd zó was gestegen, dat de dadelbomen lang zaam maar zeker vergiftigd werden en stierven. In deze oase is thans op een diepte van 105 meter een waterbron aangeboord. Dit heldere, zoutloze water van de Albicnne viakte is de redding van Ouargla gewor den, maar het kostte meer dan één mil joen frank om het water naar boven te brengen. De bron was zo krachtig, dat de straal in het begin zelfs achthonderd meter hoog spoot, maar zelfs nu de straal is inge toomd spuit het water nog met zo'n gro te kracht door de buizen heen, dat het op eigen kracht doordringt in het gehele ge bied van de oase. Er is nu voldoende water in Ouargla om de oude palmen-beplanting te be vloeien, maar tevens is het mogelijk ge bleken het teveel aan zout in de grond rondom de oase weg te spuiten, waardoor nieuwe aanplant mogelijk bleek. Maar niet alleen dadelbomen, zelfs groenten en gra nen worden thans verbouwd op grond in de oase. waar tien jaar geleden nog slechts zand te bespeuren was. VIJFTIG MI.JL VAN OUARGLA ligt Hassi Messaoud. Tien jaar geleden schreef ik de vertaling van deze Arabische naam „gezegende bron" in mijn opschrijfboekje cn daarnaast de notitie, dat op dertig voet diepte water was aangeboord. Has si Messaoud was geen oase in de ware zin van het woord: het was meer een drinkplaats voor dc karavanen op de weg van Touggourt naar Fort Lallemand. Nu is zelfs de waterbron droog, maar uit achtenveertig oliebronnen stroomt de olie thans in pijpleidingen naar Bougie aan de Algerijnse kust. De oliewinning zou misschien onmoge lijk zijn geweest, als er onder de grond niet het waterreservoir van het Albienne Gebergte was geweest. Op ruim driedui zend voet stootten de olicboorders op wa ter, in plaats van olie. Maar achteraf bleek de aardolie elfduizend voet diep te zitten en zonder het water van het Al bienne Gebergte zou er geen koelwater aan wezig zijn geweest om zo diep te boren. Twee zwembaden zorgen voor de nodige ontspanning van de zevenduizend werklie den. die in de Algerijnse olievelden werk zaam zijn. Turbinepompen zorgen voor een verkoelend „watërgordijn" in de hui zen, omdat een normale lucht-verversing door de enorme droogte van de atmosfeer niet mogelijk is. Dit alles is slechts moge lijk door het waterreservoir van het Al- bienne Gebergte, dat zich van het Atlas gebergte naar het oosten onder Tunesië door naar Libye uitstrekt, zich naar het westen onder Marokko voortzet tot in Mauritania en naar het zuiden om en voor bij het Tademait gebergte loopt. De diepte, waarop het water gevonden wordt, vari eert nogal, maar de poreuze lagen zijn 1600 tot 3300 voet dik. DUIZENDEN JAREN achtereen is het water hier verzameld. Dit proces begon reeds lang voordat de Sahara een woes tijn was, zoals wij die nu kennen, maar het waterreservoir is ook regelmatig bij gevuld uit tenminste één bron. die ons bekend is. Deze ligt in het zuidelijke ge deelte van het Atlas-gebergte, waar het water uit de grond omhoog spuit en zich verbreidt over een oppervlakte van tien duizend vierkante mijl. De werking van deze bron lijkt op het systeem van een trechter. Het regenwater en het water dat. van de bergen afvloeit wordt door de aard oppervlakte geabsorbeerd. Zo wordt naar schatting één miljard kubieke meter water per jaar opgevangen, maar dat is een voorzichtige schatting. De Ouargla-bron geeft ongeveer 85 mil joen kubieke meter water per jaar en er zijn reeds tien van dergelijke bronnen in de Sahara, die in totaal bijna de gehele toevoer van de regenval in het Atlasge bergte voor hun rekening nemen. Hieruit blijkt dus wel hoe voorzichtig die raming van één miljard kubieke meter w,ater is. Bij het onttrekken van water aan de tien bronnen in de Sahara wordt zeer nauw keurig rekening gehouden met de toevoer van het nieuwe water uit het Atlas-geberg te. Maar waarom zou men zich zorgen maken over de toevoer van water, wan neer het mogelijk is de enorme hoeveel heden water, die in ontelbare eeuwen zijn verzameld aan te spreken? Het antwoord op die vraag luidt, dat een dergelijke han delwijze bijzonder roekeloos en zorgeloos zou zijn, zolang men niet meer weet dan nu over het waterbekken. Want niemand kan voorspellen wat er zou gebeuren als de waterspiegel zou dalen, nog afgezien van dc vraag, als het bekken erdoor uit geput zou raken. IN TANEXROUFT, in het hart" van 'd"e Sahara, ligt een gebied dat bedekt is met kiezelstenen en steen-slag, dat er werke lijk troosteloos uitziet. De bodemonderzoe- Franse geologen ontdekten in de Sahara platina, diamanten, nikkel en koper. Met behulp van helikopters onderzoeken zij de woestijn en keren aan het einde van de dag terug naar hun kamp, zie foto. ivaar een vliegtuig éénmaal in de iveek nieuwe voorraden brengt. 1 Y; AXXMZMX pp; 1 -L'>•-' xxx XXA-A XV- MMXXX- z,.. A'. -AA. A A'A zxm AXXiXXxx xmz xxxxxxx. u - Y ;:u XX 'Xxxr |i|l ui— I "MM -\ m H wëm m fWM. wwW' f iü !'- f A""' - z'IIKtfp jé%4ËlËêmË I -■ WmËÈËËmÊlÊÊMËm kers hebben echter ontdekt, dat onder deze mantel van stenen zich 'een laag fos siele aarde bevindt, die door de stenen ge durende zevenduizend jaar is beschermd tegen zon en wind. In deze aarde zijn pol len en planten uit het Middellandse zee gebied aangetroffen, die aantonen, dat voordat de Sahara uitdroogde, er hier een weelderige plantengroei heeft geheerst. Is het daarom zo vreemd, dat men gaat denken aan Let scheppen van weidegron den in het midden van de Sahara? Wel- Diep onder deze uitgestrekte en oneindige, droge vlakte in de Sahara, bevinden zich zeeën. neen, maar om die droom tot werkelijk heid te doen worden, zullen de hydrologen hun kennis omtrent het waterbudget van het Atlas-gebergte en het Albienne-meer verder moeten ontwikkelen. Die tijd zal eens komen! Ritchie Colder ENIGE WEKEN GELEDEN vonden alle Nederlandse Parlementsleden een kleine attentie van de Amster damse uitgever H. J. Paris in hun brievenbus, waarmee sommigen misschien minder in hun schik zijn geweest, terwijl anderen wellicht op een idee zijn gebracht, hoewel dat niet te hopen is en ook weinig waarschijnlijk lijkt. De verrassing was een boek van 200 pagina's precies, met een opvallend stofom slag, waarop wij een met de hoed zwaaiende man aantreffen, die uit een toeter geblazen wordt door een gebrilde figuur, die overigens wat op de achtergrond blijft. Tegen een fond van wolkekrabbers wap peren tal van pamfletten en met leuzen voorziene papiertjes door de lucht, en de opzet is duidelijk: dit boek gaat over politiek en meer in het bijzonder over een verkie zing. Het is de verkiezing van 1960 in de Verenigde Staten van Ame rika. John G. Schneider schreef een boek over de reclame in de poli tieke strijd onder de titel „De Gou den Toeter" en hij laat er hard op blazen ook. Hard blazen is moeilijk wanneer men het instrument niet beheerst, het wordt dan vaak vals. Maar de reclameman Blade Reade is een meester op de toeter, hij is juist in staat door hard te blazen de valsheid te maskeren. Het spel lijkt daardoor volkomen eerlijk en helder. I-IENRY CLAY ADAMS, gouverneur van Kansas, onbeduidend politicus, met een eerbiedwaardig buikje, met een zilvergrij ze lok in zijn haar, met een aardig voor komen en een huilerige sympathie voor de boerenstand, gehuwd met een lieve, zedige en ietwat domme vrouw, is „het produkt" dat Blade Reade zal gaan ver kopen. Verkopen zoals hij tandpasta of nylonkousen aanprijst en met „verborgen verleiders" de bevolking en vooral de vrouwen alle mogelijke artikelen, van lipsticks tot haarspeldjes, tracht te ver kopen. De geraffineerdste methoden zijn daartoe nog niet goed genoeg en waar het gaat om een politieke reclamecampag ne, moet naar een geheel nieuw arsenaal van ideeën en trucs worden omgezien. Geen politieke ideeën wel te verstaan, -geen grote plannen voor de buitenlandse poli tiek, geen sleun-de-arme-boeren-gedachten, geen ideologie die met elan aan het pu bliek wordt gebracht, immers Henry Clay Adams, de republikeinse kandidaat, is een massa, een goed als ieder ander, dat ver kocht moet worden aan een publiek, be slaande uit grotendeels niet in de werke lijke problemen geïnteresseerde lieden. Er moet dus gespeeld worden op het pri mitieve sentiment, op de goedkope humor en dc c-envoudige instincten, eigenschappen waar men in dc reclame meestal op af gaat. Wat spreekt het meest aan in 1960? Volgens deze meester van het reclamevak: een baby. Zelpha Adams, de vrouw van do kandidaat, wordt in verwachting ver klaard, door het geniale reclamebrein van Blade Reade. De baby is dus nog niet géboren, maar heel Amerika kan mee verwachten en met andere woorden in de ze vorm wordt het kind in de politieke reclame gebracht in de commerciële reclame is het al reeds lang. De baby wordt de kern van de actie die voor Adams gevoerd wordt en de hele campag ne wordt er des le walgelijker om. „STEL U GERUST, lieve lezer ook in Nederland hebben de reclamemensen bij de laatste verkiezingen al een veel belangrijker rol gespeeld, dan ooit te voren en als de tekenen niet bedriegen, was dit nog maar een aarzelend begin. Waar gaan wij heen?" Zo klinkt de alarmeren de tekst op de flap van het Nederlandse boek, daar door de uitgever op aangebracht. Als we de zaken nuchter en objectief be schouwen, dan gaan we niet zo heel ver heen. Inderdaad wordt er ook in Neder land door reclamemensen in de politieke propaganda gewerkt. Wie denkt er niet aan het. visitekaartje van dr. Willem Drees, dat we een paar jaar geleden op de ochtend van de verkiezingsdag in onze brievenbus vonden, of aan de dure pro paganda van een bepaalde partij. Maar zou de invloed van deze methoden nu van kiezingsuitslagen? Zolang er geen weten schappelijk onderzoek is gedaan, valt er niets met zekerheid te zeggen, maar wij wezenlijke invloed zijn geweest op de ver mogen aannemen dat de invloed niet bij zonder groot moet zijn geweest. Uit en quêtes die in Engeland en Amerika zijn gehouden naar de invloed van bij voor beeld persartikelen op de politieke keuze is gebleken dat deze uiterst gering is. Zo lezen bijvoorbeeld tal van Engelse Labour- kiezers dagelijks uiterst conservatieve kranten, zonder dat dit enige invloed op het bepalen van hun keuze uitoefent. Met de reclame zal het bij de democratische vol keren van oudsher wel niet veel anders zijn. Men went nergens zo gauw aan als aan de voortdurende leuzen en er moeten er daarom steeds nieuwe komen. Propa- ganda-Abteilungen a la Gocbbels doen het hier in Nederland beslist niet, daarvoor is al het opgesmukte, verfraaide en opge- blazene in Nederland veel te gauw be lachelijk en teruggebracht tot het niveau van de keukentafel, waarop de flauwe, maar eerlijke, boterhammenworst al ligt te wachten IN DUITSLAND maken reclamecampag nes misschien meer kans. De laatste Aden- auer-campagne zou honderd miljoen Duit se marken gekost hebben, keurig bijeen gebracht door de industrie en wat die van 1961 zal gaan kosten; we durven et- geen slag naar te slaan. Daar kan de socialistische oppositie, die het van de bij dragen van haar leden moet hebben, nooit tegenop. Als alle partijen in gelijke mate met reclamebureaus gaan werken, dan neutraliseren de krachten elkaar en is het effect minimaal. In Noorwegen heeft men daarvoor een keurige afspraak gemaakt; geen der partijen zal meer aan propagan da besteden dan 20 miljoen kronen per jaar. Zo'n regeling komt de kleurrijkheid (Van onze weerkundige medewerker) WANNEER WIJ EEN ZOMER heb ben zoals die van verleden jaar dan is het zomer- en vakantiewecr overal even mooi. Nu zijn dergelijke zomers in ons landje aan de zee zeldzaam want gaan wij van de normaalcijfers uit dan is er geen reden om bar enthousiast over onze zomers tc zijn. De een geeft in zijn va kantie, uit weerkundig oogpunt, voor keur aan de zee de ander aan de bossen en het binnenland waar het, volgens hun redenering warmer is. In werkelijkheid heeft zowel het hele kustgebied waartoe ook de Waddeneilanden behoren iets vóór, maar in bepaalde gevallen, bij zo genaamde „westcirculaties" wint het bos rijke gebied van Oost- en Zuid-Neder land het. LANGS HET GEHELE STRAND mag men het grootste aantal uren zonneschijn verwachten. Dit is gebleken uit een groot aantal jaren van welke het K.N.M.I. met zonneschijnautogrammen registratie van de zonne-uren heeft verricht. Gedurende de drie zomermaanden juni, juli en augus tus krijgt Den Helder gemiddeld 656 uren zon, Vlissingen 649, De Bilt 608, Maas tricht 581 cn Groningen 576 uren. Dit komt omdat er in perioden met onstabiele lucht door verwarming boven land meer bewol king ontstaat dan boven het nog koele zeewater. Het strand heeft dus wat het aantal uren zonneschijn betreft een be langrijke voorsprong. Ook de kans op on weer is daar kleiner. In de drie zomer maanden komen er langs de kust gemid- en de politieke meningsvorming, die ze ker in de propaganda meespeelt niet ten goede. En saaier dan een Nederlandse verkiezingsstrijd kan men zich de zaken nu al niet voorstellen; als er dus wat leven* in de brouwerij komt doordat de een of andere partij eens wat grootscheeps gaat aanpakken dan is dat nog niet eens zo betreurenswaardig. Wat anders is het effect van dergelijke gerichte campagnes in politiek gezien jon ge landen, zoals de meeste die thans hun onafhankelijkheid verkrijgen. Hier valt voor reclamebereaus veel te doen, maar zij zullen de politieke volwassenwording van de bevolking niet bevorderen, wel kun nen zij een „gladde jongen" aan de macht helpen. HOE HET OOK ZIJ, het is goed om de manipulaties van de reclamemensen die zich in de politiek hebben begeven in het oog te houden. Het is gewenst zulke bu reaus dezelfde publiciteit te geven, als zij aan hun adepten verlenen. Laat de volle schijnwerper van de openbare mening op de intriges en trucs schijnen die achter de schone schijn verborgen zijn, dan blijkt de baby van mevrouw Adams een schijn- zwangerschap en politiek een enorme flop te zijn. Boeken als deze Gouden Toeter hebben de functie dat zij ons de gevaren van de methoden aan het licht brengen. Zij zijn daarom toch waardevol, ondanks de niet erg beste keiharde-kwajongensach- tige-zakenmansstijl waarin het boek ge schreven is. Niet helemaal echt zal men zeggen, zowel van de manier waarop Schneider zijn figuren laat spreken, als van de hele verkiezingscampagne. Maar daar om niettemin de moeite waard. W. Langeveld deld twaalf tot veertien onweersdagen voor tegen vijftien tot zeventien in het midden en oosten van ons land en onge veer twintig in het zuidoosten van ons land. Logisch is het dat er dan gemid deld, vooral als gevolg van het grotere aantal buien, in de zomer in het binnen land meer regen valt dan langs de kust; langs de kust ongeveer 180 mm. in juni, juli en augustus, in het oostelijke deel van ons land ruim 200 mm. DE TEMPERATUUR echter valt ten gunste van het binnenland uit. In zeer warme zomers is het in het oosten en zuiden vaak „te warm" en aan het strand heerlijk maar.gemiddeld per zomer is dit aantal warme dagen vrij klein want nogmaals wij mogen niet afgaan op de warme en stabiele zomer van 1959 maar wij dienen van de normaalcijfers uit te gaan. Nu is de keuze van de plaats waar men zijn vakantie doorbrengt zeer persoonlijk, maar uit klimatologisch oog punt uden wij bij stabiel en warm zo merweer de voorkeur aan het strand ge ven, in perioden met onstabiel weer en daarmee gepaard gaande zuidwestelijke tot westelijke winden aan het bosrijkere binnenland. Als voorbeeld zullen wij ons nog de zomerse pinksterdagen herinneren. Vooral pinksterzondag was het met 28 C. zeer warm met als gevolg veel bezoekers aan zwembaden en aan het strand. Dins dag na Pinksteren was er een zogenaam de westcirculatie met een vrij krachtige westenwind maar.zonnig weer. Er was langs het strand weinig drukte. Wel was het zonnig maar door de krachtige wind bij 15 a 16 graden te koel. In het oosten en zuiden van ons land was de lucht dooi de zon al verwarmd tot ruim 20 graden en. ook was de wind verder landinwaarts minder sterk, hetgeen bij aanvoer van koe lere lucht een niet onbelangrijk winstpunt mag worden genoemd. WANNEER HET DE HELE DAG regent is het overal, sta ons deze vakantieuit drukking toe, „pet". Wie zoveel mogelijk warme zogenaamde zomerse dagen (kwik boven 25 C) wil meepikken gaat naar een vakantieoord dat niet in de kustprovincies ligt. Twente, Drente, de Achterhoek, de Veluwe, Oost-Brabant en Limburg krijgen de meeste zomerse dagen. In de drie zo mermaanden gemiddeld achttien tot twee entwintig tegen langs onze kust vijf tot negen zomerse dagen. Dit betekent dat men, met deze normaalcijfers als uit gangspunt, toch wel tot de „boffers" mag worden gerekend wanneer men in zijn vakantie ergens aan zee zomerweer treft zoals bij voorbeeld op Pinksterzondag met temperaturen boven 25 C. RESUMEREND mag worden gezegd dat zowel het strand als het bosrijke binnen land zijn, weerkundig gezien, voor- en na delen heeft. Treft men een periode met koele westenwinden dan zal het ondanks zonnige perioden prettiger toeven zijn in het binnenland. Ligt er een lage-drukge- bied boven Duitsland met boven ons land veel onstabiele lucht dan zal men in het binnenland veel regen- en onweersbuien treffen op tijden dat het aan het strand nog zonnig en redelijk weer is. Dit alles betekent wel dat wanneer de helft van uw vakantie, zowel aan zee of in het binnen land doorgebracht, droog en zonnig is ge weest er al geen reden tot klagen mag zijn. Het Nederlandse klimaat is in de zo mer nu eenmaal niet beter al komen er gelukkig ook gunstige uitschieters voor waarbij men zijn regenjas" en aan zee ook zijn „zuidwester" rustig thuis kan laten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 13