WELDOENERS DER MENSHEID Hi I ■■iI RUSSISCHE GELEERDEN HELPEN DOOFSTOMMEN EN BLINDEN MET ELEKTRONISCHE APPARATUUR Mil Wekelijks toegevoegd aan alle edities van Haarlems Dagblad/Oprechte Haarleinsche Courant en IJmuider Courant i Kl 1IH w» mmm WBÊmkmmmmÊMm mm i wmm WÊBwÊiwwi ÊCfwMMÊk Wmmmmm ER ZIJN OP ONZE AARDE ongeveer tien miljoen blinden, dus evenveel als er Nederlanders. Met nauwkeurigheid is het aantal niet vast te stellen: men legt in de verschillende landen niet dezelfde maatstaven aan bij de beoordeling of iemand blind dan wel in hoge mate slecht ziend is en bovendien zijn er staten die het aantal hunner blinden niet of onvoldoende hebben geregistreerd. Hoeveel blinden er bij voorbeeld in China, India en Egypte zijn, staat niet vast. In globale cijfers kan evenwel worden vastgesteld dat van elk duizendtal mensen Z/ het gezichtsvermogen missen. Betrekt men de leeftijd erbij, dan blijken van honderdduizend kinderen onder de vijf jaar er slechts zeven niet te kunnen zien. Het is nog niet heel lang geleden dat men alle blinden en zeer-slecht-zienden beschouwde als nutteloze leden der gemeenschap, als non-valeurs in elke samenleving. En deze wijze van beschouwing stak al gunstig af bij die der achttiende eeuw, waar in blinden en andere gehandicapten tot vermaak van het publiek wer den geëxploiteerd op kermissen en markten, waar zij, soms in kooien opgesloten, met elkaar moesten vechten, dansen of musiceren op geïmproviseerde instrumenten die slechts wanklanken konden voort brengen. Om die ongelukkigen heen stond een botte menigte, die schaterde van het lachen om de dwaze capriolen van blinden, kreupe len, gebochelden.... De grote veranderingen in de opvattingen om trent blinden zijn te danken aan twee hunner: aan Louis Braille in de negentiende eeuw, aan Helen Keiler in de onze. Braille schonk de blinden hun eigen schrift, Helen Keiler gaf hun vertrouwen mee. LOUIS BRAILLE, zoon van een eenvoudige zadel maker in Coupray, werd op driejarige leeftijd tenge volge van een ongeval blind. Op voorspraak van de dorpspastoor die wat in de intelligente jongen zag, werd hij, toen hij twaalf was, toegelaten tot de school voor blinden te Parijs. Dat was in die jaren wij zijn dan in 1820 de enige school ter wereld, waar men poogde blinde kinderen iets te leren en hun ook op hoogst primitieve wijze de kunst van het lezen trachtte bij te brengen. Men werkte met opgeplakte letters en met reliëfdruk. Braille is het grootste deel van zijn leven aan deze school gebleven, eerst als leerling, later als leraar. Zonder ophouden bleef hij zoeken naar een betere leesmethode en zoals het zo dikwijls gaat, bracht een toevallige omstandigheid de oplossing van het probleem. In de Militaire Spectator had een zekere kapitein Barbier een artikel geschreven over wat hij noemde: n a c h t s c h r i f t. Uitgaande van de gedachte dat het tijdens een oorlog noodzakelijk kon zijn solda ten in de voorste linies gedurende de nacht bevelen te geven waarvan zij kennis zouden kunnen nemen zon der licht te maken, ontwierp hij een eenvoudig stelsel van bevelen die weergegeven werden door indrukken, met een bot voorwerp gemaakt in een stuk stevig pa pier. Zo beduidde één punt: voorwaarts; twee punten gaven het bevel: terugtrekken weer. Wat Braille, aan wie een vriend dit artikel had voor gelezen, plotseling als een ontdekking van de aller grootste betekenis trof, was dat Barbier er van had afgezien te trachten met zijn „nachtschrift" letters na te bootsen. Bij hem was de combinatie van punten niet anders dan een symbool. Op deze ge dachte bouwde Louis Braille zijn schrift op: iedere klank wordt weergegeven door enige verhoginkjes die betast kunnen worden. Hij ging uit van twee vertikale rijtjes van drie punten elk en baseerde daarop zijn Helen Keiler (links) en miss Sullivan alfabet, dat nóg in gebruik is, en waarin thans gehele reeksen van boeken zijn en worden overgezet. BRAILLE WAS EEN Fransman en zijn schrift is dus gebaseerd op de Franse klanktekens. Het kostte niet bijzonder veel moeite het aan te passen aan andere Europese talen, maar de complicaties werden ernstig, toen ook in Azië en Afrika belangstelling voor het Braille-schrift ontstond. In 1949 verzocht de regering van India, een land met meer dan twee miljoen blinden, aan Unesco een Braille-schrift te ontwerpen dat voor zijn vele landstalen toepasbaar was. Een commissie onder voorzitterschap van de blinde Sir Clutha Mac kenzie heeft deze taak op zich genomen. Het bleek weldra dat het vooral de zendelingen en missionarissen waren die onwillens verwarring hadden veroor zaakt. Veelal geïsoleerd werkend hadden zij, de een op deze. de andere weer op andere wijze, het Braille schrift gebruikt om er de taal in over te zetten, die in hun gebied werd gesproken. Er zijn evenwel Indiase talen die vijfenvijftig, ja zelfs vijfenzestig lettertekens hebben en zo ontstonden allerlei verschillende syste men. Pas toen onder leiding van Sir Mackenzie Indiase blinden die drie, vier of vijf Indiase talen kenden, bij het werk werden ingeschakeld slaagde men er in een uniform Braille-systëem te ontwerpen dat voor alle Indiase talen bruikbaar is. Nog groter waren de moeilijkheden in China met zijn ideografisch schrift dat vijftigduizend verschillen de „karakters" telt. De oplossing bleek hier te zijn dat men geen lettertekens maar lettergrepen door Braiiletekens ging weergeven. En ook voor de compli catie dat sommige Oosterse talen van rechts naar links, andere van links naar rechts worden gelezen, is ten slotte een oplossing gevonden: uiteindelijk bleek iedere staat bereid de oorspronkelijke leesrichting van Braille, van links naar rechts, te aanvaarden. Helen Keiler haar ,,de sleutel- op .het leven" _is. Het is onjuist te denken, dat iemand die noch zich noch horen kan. in eeuwige verveling HET IS MOEILIJK te zeggen of de be- zijn, maar ook vasthoudend, doorzettend en die in nog sterker mate gehandicapt was tekenis van Braille door die van Helen wilskrachtig. Deze.: karaktereigenschappen .dan zijzelf, kon bereiken. Zonder te,zien Keiler wordt overschaduwd. Helen Keiler, maakten het haar mogelijk te leren spre- en zonder te horen leeft Helen Keiler, zou die overmorgen, op 27 juni, haar tachtigste ken toen ze tien jaar oud was, een jonge- men kunnen zeggen, als een normale moet leven. Mark Twain, een van Helen's - -js. .-u' -v. -•vrienden, heeft deze opvatting eens kern achtig en tvpisch-Amerikaans weerspro ken. „Vervelend?" riep hij uit, „dacht u dat 'olind-zijn vervelend is? Dan vergist u aangelegenheid, dal verzeker ik u. Als u de zienden? mij niet gelooft, stap dan eens in een stik donkere nacht aan de verkeerde kant uw verjaardag viert, heeft in materiële zin meisjesinternaat te bezoeken en zelfs als vrouw. Wat betékent blindheid? vraagt zij. haar lotgenoten niets geschonken. Des te twintigjarige ingeschreven te worden in Wat betekent doofheid? Zijn wij niet allen groter is evenwel haar psychische invloed, een „college". Nadat ze haar studiën cum blind en doof voor de zaken der eeuwig- Evenals Braille heeft zij korte tijd kunnen laude had voltooid, is Helen Keiler zien heid? Men zegt dat ik mij de wereld niet zien. Zij was een volkomen normale, ja gaan toeleggen op schrijven en op het hou- kan voorstellen, zoals ze werkelijk is. Ik zich deerlijk. Blind-zijn is een opwindende vrolijke baby die op haar eerste verjaardagden van lezingen en "net is daardoor dat vraag echter: hééft ooit iemand de wer- al aardig kon lopen en zelfs al een beetje zij aanspraak mag maken op de genegen- k e 1 ij k e wereld gekend? begon te praten heid en dankbaarheid van duizenden en Toen zij negentien maanden oud was, nogmaals duizenden harer lotgenoten. In WAT HELEN KELLER tot voortduren- bed uit, terwijl het huis in brand staat en kreeg zij een hersenziekte die zowel haar de eerste plaats ervoeren zij wat iemand de steun is, is haar optimisme,' dat voor probeer dan de deur te vinden." gezichtsvermogen als haar gehoor vernie tigde. Niet alleen dat alles om haar heen volkomen duister was, van dat ogenblik heerste in haar leven ook een eeuwige, diepte stilte. Het' is begrijpelijk dat het levenslustige en levenskrachtige kind deze belemmeringen slechts met de uiterste moeite en de grootste inspanning overwon. Toen miss Sullivan in haar leven kwam Helen was toen zeven jaar vond zij een weerbarstig, ongenaakbaar en onhandel baar meisje, ten prooi aan wilde scènes waarin zij rauwe kreten slaakte, schopte en krabde en een gevaar voor haar om- Helen Keiler heeft de opwindende sen satie beleefd dat zij die deur heeft gevon den, niet slechts voor zichzelf, maar voor alle blinden. Het is de deur van het zelf bewustzijn. Toen het stoffelijk overschot van Louis Braille in 1952, honderd jaar na zijn dood, werd overgebracht van het dorpskerkje in Coüpvray naar het Pan theon in Parijs waar Frankrijks grootste zonen rusten, heeft Helen Keiler daar het woord gevoerd. Zij zeide: In naam van alle blinden in de gehele wereld dank ik u uil de grond van mijn hart, dat gij de trots hebt willen erkennen van hen die weigeren zich te onderwerpen aan hun lot. De blinden dezer wereld vra gen immers slechts dit: dat hun de gelegen heid wordt geboden hun capaciteiten te tonen en deel te nemen- aan het volle-leven hunner ziende broeders. De werken des lichts hebben in Frankrijk steeds een warm voorvechter gevonden, Frankrijk, het land umar Louis Braille is geboren, waar hij heeft gewerkt. Kunnen ïüij zijn nagedach tenis op schoner wijze eren dan door zijn ideaal na te streven van broederschap tus sen de blinden en van samenwerking met ZO SPRAK HELEN KELLER op 22 juni 1952. Dat was haar boodschap aan haar broeders en zusters in alle delen van de ZOALS HELEN KELLER, ondanks verschrikkelijke lichamelijke stoornissen toch geving en voor zichzelf vormde. Miss Sul- a(m volle ieVen kon deelnemen, zo doel de Russin Olga Skorokhodova volwaardig livan vond de weg naar Helens hart via ,ÜGr;c a/s psychologe aan een instituut te Moskou. Olga was pas vijf jaar toen zij haar verstand. Zij lekende met de vinger paar gezichtsvermogen verloor en doof werd als gevolg van een longziekte. De letters in de palm van de kinderhand en gelegenheden waar zij behandeld kon worden waren toen nog schaars hel was kort liet haar voorwerpen betasten, welker na Eerste Wereldoorlog en het kind verloor langzamerhand eveneens haar naam zi.i op die wijze spelde. Dit spelletje Spraajc Haar gevoel voor evenwicht was gestoord; zonder hulp kon zij onmogelijk beviel Helen blijkbaar, al begreep zij er wancleien. Onlangs ontmoette ik Olga Skorokhodova in haar flat in een woonwijk in aanvankelijk de bedoeling niet van. Maar een voorstad vajr Moskou. Ik maakte kennis met een vriendelijk uitziende vrouw op zekere dag, toen Miss Sullivan Helen s van middelbare leeftijd. Haar gladde kastanjebruin haar was in het midden geschei- linkerhandje onder stromend water hield den en vastgebonden met een fluwelen lint. Zij was gekleed in een vrolijk bedrukte en in het rechterhandje de letters w-a-t-e-r jurj. ^y praatten ongedwongen door middel van haar secretaris Yadviga Kotyrlo, lekende, brak plotseling in de kindei her- die mijn vragen overbracht in de taal der doofstommen. „Ik heb heel lang eenzaa.m genen het begrip door: alles heeft een gei^d", zei Olga Skorokhodova met een rustige stem. „Velen hebben het misplacmte naam. Van dat ogenblik af groeide Helens jy^e 'dat er altijd voor mij gezorgd moet worden. Maar ik heb altijd getracht om de woordvoorraad met ongelooflijke snelheid, dingen zelf te doen. mijn kamer'in orde te brengen, het eten klaar te maken, de was Zij bleek niet slechts zeer intelligent te tg '{oen en mijn fclerén te verstellen. Ik kan vlugger een draad in een naald steken dan Yadviga". Slechts wanneer ik veel werk heb vraag ik iemand om mij te helpen met het huishouden". OLGA IS ALS PSYCHOLOGE verbon den aan het Instituut voor Invaliditeits wetenschappen van de Russische Acade mie voor Pedagogie. Zij is nu het derde deel aan het schrijven van een boek. dat getiteld is „Hoe ik de wereld bespeur en mij haar voorstel"; de twee eerder ver schenen delen zijn reeds vertaald en in verscheidene landen uitgegeven. In deze werken verklaart zij hoe de wereld zoals wij haar kennen, eveneens toegankelijk is voor de verbeelding en het begrip van hen, die blind en doofstom zijn. Haar kamer vormt het bewijs hiervan. Zij is te verge lijken zowel met een studiekamer, als met een soort vertrek voor beeldhouwkunst. De boekenplanken zijn gevuld met werken van Poesjkin, Lermontov, Gorki, Goethe, Shakespeare, Mark Twain en Ibsen, zowel als met een stapel nieuwe kranten en tijd schriften. En overal op d" boekenkast en op de boekenplanken staan borstbeelden van schrijvers als Tolstoi, Nekrassov, Gor ki', Majakofski en allerlei soorten porse leinen figuurtjes. Toen zij mijn verbazing opmerkte, zei Yadviga Kotyrlo: „Olga Skorokhodova leest graag. Zij is erg goed op de hoogte van de Russische litteratuur en de klasieke schrijvers uit het buiten land. In de dertiger jaren onderhield Olga Skorokhodova een regelmatige correspon dentie met Gorki en zijn brieven aan haar zijn bewaard gebleven. In één van deze, gedateerd 3 januari 1933 schreef hij: „Uw brief is uitzonderlijk goed en het is één van die grote wonderen, die de menselijke geest kan bewerkstelligen. Het feit, dat u, beroofd van spreek", gehoor- en gezichts vermogen. nochtans de gelegenheid is ge geven kennis te nemen van de vormén- en ideeënwereld, is in mijn ogen van zeer grote betekenis". OLGA SKOROKHODOVA houdt vaak lezingen over de psychologie van blinde en doofstomme mensen en hierin bestrijdt Prof. Ivan Sokoljanski en Olga Sko rokhodova spreken met elkaar via de, in het Instituut voor Invaliditeits wetenschap te Moskou ontwikkelde „teletactor". (Foto links) Olga Skorokhodova is er op gesteld haar woning helder te houden. (Rechts) zij de legende, dat deze mensen in een ge heel andere wereld leven. Na een derge lijke inleiding wordt zij gewoonlijk met vragen bestormd. „Ik wist dat ik slechts als gevolg van mijn ontmoetingen met andere mensen een normaal leven zou kunnen leiden. Ik lijd in het geheel niet door het feit, dat ik horen noch zien kan. Ik weet dat er rondom mij een leven van opbouw en schepping gaande is en ik wens ook met de andereen in de pas te blijven. Ik wil mij nuttig maken en de gebeurte nissen in ons land en in het buitenland bijhouden. Ik wil mij goed kleden en ik wil op een prettige manier mijn tijd door brengen, met goede vrienden. Niets men selijks is men vreemd". Olga Skorokhodova heeft een grote correspondentiekring en zij ontvangt brieven uit alle delen van de Sovjet-Unie en het buitenland en iedere brief wordt beantwoord. „Ik wil zoveel mogelijk doen voor de mensen, die mij het volle leven hebben teruggegeven. In het bijzonder ben ik veel verschuldigd aan mijn beste leraar en vriend, prof. Ivan Sokoljanski". PROF. SOKOLJANSKI, die nu over de zeventig is, heeft zijn gehele leven gewijd aan de ontwikkeling van methoden van instructie voor blinden en doofstommen. Hij begon zijn onderwijzende praktijk in 1910, toen hij verbonden werd aan een school voor doofstommen. In 1930 stichtte hij in Charkov het Instituut voor Invalidi teitswetenschappen en daarvan werd hij de eerste directeur. In 1947 werd een speciaal laboratorium aan de Academie voor Pedagogie ingericht. Prof. Sokoljanski werkt daar nog steeds, telkens zijn eigen onderwijs- en opvoedingssysteem voor kinderen, die verstoken zijn van het ge hoor-, gezicht- en spreekvermogen. ver beterend. „In andere landen legt hij uit begint het werk met blinden en doof stommen met pogingen om hen mondeling te laten praten. Maar ik geloof, en dat. is reeds in talrijke gevallen bevestigd, dat dit onderwijs behoort te beginnen met de ont wikkeling van het begripsvermogen en aanpassing van de houding ten opzichte van de omgeving. Er moet hen geleerd worden voorwerpen en mensen te herken nen en om zichzelf te helpen. Dat vormt de grondslag het moeilijkste en meest be slissende aspect van ons werk met hen". Pas nadat het gedragspatroon van de leer- wereld: ook wij blinden kunnen ontvan kelijk zijn voor de schoonheid van het leven, ook wij kunnen genieten en vrolijk zijn. Immers, wij zijn niet minderwaardig. Wij kunnen deel hebben aan veel wat de wereld mooier en het leven rijker maakt, wanneer wij zelf de barrière tussen de zienden en ons willen afbreken en de ge vangenis van het isolement willen ver laten, wanneer wij volwaardig willen zijn. Het is deze boodschap die de betekenis van Helen Keiler vormt. Thans, nu zij tachtig jaar wordt, organiseert men in Amerika een „Helen Keiler Kruistocht voor de Blinden", waarvoor 1% miljoen dollar beschikbaar is gesteld, een kruis tocht die stoffelijke doeleinden nastreeft, maar die gedragen wordt door de geest yap haar aan'-wie .en blinden én zienden "zovéél .dah'kVvëfschulcLigd'-Zijn. P. H. Schroder Een aantal gegevens voor dit artikel is ontleend aan het juni-nurnmer van The Unesco Courier. ling is aangepast en hij doelmatig met voorwerpen kan omgaan, gaat men het mondelinge spreken onderwijzen. Dit gebeurt volgens verscheidene metho den, allereerst met een gebarensysteem, met behulp waarvan een 'concrete grafi sche contactmogelijkheid wordt ontwik keld waarin ieder gebaar een woord in houdt. Voorts een vingersysteem met be hulp waarvan het spraakalfabet wordt ge vormd en een woordenvoorraad wordt ontwikkeld. Dit is voor de blinde en doof stomme het voornaamste contact met zijn omgeving.) Ten derde een geschreven sy steem, dat. is gebaseerd op het Braille- systeem, maar dan aangepast aan de Rus sische taal. Ten vierde: een dactylografi- sch systeem, waarbij in het gewone Russi sche alfabet woorden worden geschreven in de palm van de hand. Als de leerlingen deze spreekvormen meester zijn, wordt hun onderwezen om eenvoudige bood schappen samen te stellen met de woorden en teksten die zij hebben geleerd. Bij het vorderen in de grammatica krijgen de leer lingen steeds moeilijker teksten. Zodra zij de boodschappen kunnen lezen, die door hun leraar geschreven zijn, moeten de leerlingen zelf teksten gaan samenstellen, waarbij zij dezelfde structurele vormen ge bruiken. In het algemeen verlopen er twee jaren voordat de blinde en doofstomme de grammatica beheerst. Hierna kan hun het mondelinge spreken bijgebracht worden, dat geen enkele bijzondere moeilijkheid oplevert, maar wel veel praktisch werk vergt. IN HET INSTITUUT voor Invaliditeits wetenschappen hebben prof. Sokoljenski en zijn collega's verscheidene instrumen ten ontwikkeld, die de leerlingen behulp zaam zijn bij het leren spreken en lezen. Het meest belangwekkende is de machine die het voor blinde mensen mogelijk maakt gewoon gedrukte boeken en kranten te lezen. Er zijn twee manieren om te lezen: door geluid, voor hen, die goed horen (overeenkomend met de methode, die door Tyurin ontwikkeld is) en door het tast- systeem, dat ontwikkeld is door prof. So koljenski voor diegenen die niet alleen blind, maar ook doof zijn en waarbij de tekst wordt „gelezen" met behulp van de vingers. Nog een instrument dat vermaard heid heeft verworven, is de „tactileceptor", die leerlingen in staat stelt een normale snelheid van spreken te verwerven. Een derde apparaat, eveneens gebaseerd op het tastsysteem, is de „teletactor", een telefoon voor blinden en doofstommen; ook zijn reeds resultaten geboekt met de „radio- tactor", een draadloze verbinding over lan ge afstand. Al deze elektronische appara ten werken op het principe van een foto- eltktrische cel. Deze methoden en appara ten en het geduldige, toegewijde werk van de onderwijzers maken het voor de leer lingen mogelijk na hun studiejaren aan het normale leven volledig deel te nemen. Sergei Kukharenko.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 17