Een plank vol boeken over bouw en wonen „De weerstaanbare opkomst van Arturo Ui" van Brecht in het Theater der Naties Studie van pionier van moderne bouw en fraaie pockets van standaardwerken Erbij PAGINA TWEE De oceaanbodem is rijk aan mineralen Brandweer Raadsel ZATERDAG 2 5 JUNI 196 0 HET IS EEN VERHEUGEND TEKEN, dat de talrijke boeken en boek jes, met bouwen en wonen tot on derwerp of uitgangspunt, welke tegenwoordig het licht zien meest al zoveel belangstelling trekken, dat een herdruk de moeite en kos ten loont. De onlangs bij Van Hol- kema en Warendorf te Amsterdam verschenen tweede druk van de studie van wijlen Koen Limperg „NAAR WARMER WONINGEN" heeft echter een veel verder rei kende betekenis dan het voldoen aan een gebleken behoefte. Prof. ir. 3. H. van den Broek herinnert er in zijn voorwoord aan, dat Limperg dat boek in 1936 op achtentwintig jarige leeftijd schreef. Het ontstond in een tijd toen de progressieve architecten zich reeds hadden ge oriënteerd op de aanvaarding van nieuwe maatschappelijke verhou dingen en een daarmee samenhan gende industriële bouwproduktie als basis voor de architectuur. Lim perg had in die door de CIAM- groep (Internationale congressen van moderne architectuur) een werkzaam aandeel. Het ging erom op wetenschappelijke grondslag tot een analyse te komen van de eisen welke aan het woonhuis worden gesteld en de verwezen lijking daarvan in een efficiënte techniek. Limperg schreef vele ar tikelen over het verband tussen na tuurwetenschappen en bouwkun de en ontwikkelde zijn inzichten in de praktijk als mede-grondlegger van een complex proefwoningen in Rotterdam, waarin grote aan dacht werd besteed aan klimaats invloeden en geluidshinder. DE THANS VERSCHENEN herdruk is veel meer dan een eerbewijs aan de grote architect, die op 1 juli 1943 door de Duit sers werd gefusilleerd wegens zijn deelne ming aan de overval op het bevolkings register te Amsterdam. Zij vormt vooral de bevestiging van de juistheid van Lim- pergs visie. Een deel van zijn in 1936 ge publiceerd programma is in vervulling ge gaan, zoals de door de overheid gesteun de maatschappelijke onderzoekingen naar het warmte-isolerend vermogen van mo derne bouwsamenstellingen; de richtlijnen met minimumeisen aan het warmte-isole rend vermogen van wand-, vloer- en dak samenstellingen zijn inderdaad verschenen en men is thans ook in Nederland een flink eind gevorderd met de onderzoekin gen op het gebied van warmte-isolatie van bouwconstructies. De nieuwe uitgave van „Naar warmer woningen" is vooral te danken aan vele ongenoemde mede werkers van het Technisch Natuurweten schappelijk Onderzoek (T.N.O.). Welis waar kon de oorspronkelijke opzet nog als Eetzaal in een laat-achttiende-eeuios he renhuis te Parijs. (Uit „Het Meubel", Phoenix-pockets). De kathedraal van Durham. Illustratie uit „Geschiedenis van de bouwkunst in Europa (Donker-pockets). juist worden aanvaard, maar het werk heeft enerzijds een breder wetenschappe lijk karakter gekregen, terwijl anderzijds de praktische bruikbaarheid werd ge handhaafd door de voorbeelden op de in deze tijd gangbare materialen en construc ties af te stemmen. Een -wellicht overbodige waarschu wing tot slot: het gaat hier om een stu dieboek voor de vakman, niet om een po pulariserende uitgave voor de leek. Eigentijdse historie IN HET BOEK VAN DE ARCHITECT- publicist J. J. Vriend „REFLEXEN, NE DERLANDS BOUWEN NA 1945" (Mous- sault, Amsterdam) zijn een aantal artike len gebundeld, welke in de afgelopen vijf tien jaar in ,.De Groene" verschenen. Zij vormen bij herlezing een dikwijls amusan te terugblik op de nogal chaotische evo lutie van de vaderlandse bouwkunst in de afgelopen vijftien jaar. De strijd tegen de almachtige Delftse school van prof. ir. M. J. Granpré Molière met haar in han den van epigonen bleekzuchtige roman tiek werd definitief gewonnen, het func tionalisme keerde minder dogmatisch en meer geschakeerd terug en daarin bleek een geducht gevaar te schuilen: dat van de modieuze, oppervlakkige ontwerpen. En ten slotte: hoe weinig de architectuur als kunstuiting, ondanks de schijn van het tegendeel, voet aan de grond heeft gekre gen in brede lagen van ons volk blijkt' overduidelijk uit de lichtzinnigheid waar mee het vraagstuk van de beurs van Ber- lage, een der schaarse voorbeelden van een wezenlijk Nederlandse bouwkunst en een cultuurhistorisch monument van de eerste rang, wordt benaderd. Vriends „Re flexen" vormen een nuttige architectoni sche geschiedschrijving van onze eigen tijd. „BOUWEN EN WONEN" van dezelfde auteur met een aantal gespecialiseerde medewerkers (eveneens Moussault) werd door ons reeds eerder besproken. Het werk is nu al aan zijn derde druk toe. Het illustratiemateriaal is vernieuwd, de tekst aangepast aan de jongste stand van zaken en uitgebreid met een hoofdstuk over kleur in het interieur, zodat ieder een die een wat uitvoeriger handleiding bij het bouwen en inrichten van een huis wil raadplegen er met een gerust hart zijn keus op kan bepalen. Wooncomfort BIJ VAN HOLKEMA en Warendorf te Amsterdam zag het tweede deel in de reeks monografieën „WOONCOMFORT EN WOONTECHNIEK" het licht. P. J. van Bentum behandelt materiaalkeuze en onderhoud van vloeren, wanden en pla fonds. Daar deze serie onder redactioneel toezicht van het Rotterdamse Bouwcen trum staat, is men ervan verzekerd een betrouwbare gids getroffen te hebben, zo wel in technisch als in economisch opzicht, want de schrijver besteedt vooral aan dacht aan materialen die binnen het be reik van de meeste lezers liggen. Vloeren, wanden en plafonds bepalen in belangrij ke mate onze woonstijl, zodat een afzon derlijke handleiding over dat onderwerp zeker zin heeft. De auteur heeft zich ech ter voornamelijk bepaald tot de overwe gend synthetische materialen, zodat men over woningtextiel minder uitvoerig wordt ingelicht. Vloerbekledings- en gordijnstof fen verdienen een afzonderlijk boekje, meent de schrijver. Nog maar even ge duld oefenen dus. VOOR DEGENEN die voor de inrichting van hun huis niet afhankelijk wensen te zijn van ambachtslieden scheef Jan Cas- tens de handleiding „ZELF DOEN" (Moussault, Amsterdam). De tekst wordt door een groot aantal meer dan hon derd foto's en tekeningen ondersteund. De raadgevingen en wenken worden op die manier in een soort beeldverhaal gegoten, dat vooral de gedetailleerde handelingen duidelijk loont. Achterin vindt men boven dien nog een collectie kleurmonsters en dessins, waaruit blijkt dat handel en in dustrie ook wel wat in zo'n boekje zien. Een redelijke dosis handigheid lijkt ons wel geboden om er het juiste profijt van te trekken. Wie meer wil weten over de mogelijkheden van hout zij verwezen naar de jongste publikatie over dat materiaal door het Houtvoorlichtingsinstituut te Am sterdam. Meesterwerken in miniatuur EEN TWEETAL VOORBEELDEN van voortreffelijk uitgeverswerk op het gebied van de goedkopen uitgaven - de „pockets" - hebben wij onder het motto lest best voor het slot van dit overzicht bewaard. In de eerste plaats de in de Donker-pockets (Don ker, Rotterdam) verschenen GESCHIEDE NIS VAN DE BOUWKUNST IN EUROPA van Nicolaus Pevsner. „Deze Nederlandse uitgave is niet gelijk aan het door dr. Pevsner voor de Pelican books geschreven boek. De auteur heeft voor de Nederland se editie de tekst op veel punten omge werkt en aangevuld", aldus de uitgever. Waarom toch altijd die koudwatervrees dat er niet voldoende kopers zullen opda gen? Want Donker geeft toch met die ver klaring een beetje scheve voorstelling van zaken: het gaat wel degelijk om de Ne derlandse editie van „An outline of Euro pean architecture" en de aanpassing aan Nederlandse behoeften geschiedt voorna melijk door een aantal voetnoten. Het boekje een tweede druk trouwens is er werkelijk niet minder waardevol om. Zelfs het feit, dat de auteur begrijpe lijkerwijs het accent op Engelse voorbeel den legt, komt ons niet als een nadeel voor. Het grote belang van dit soort uitgaven is immers, dat zij voor grote groepen van de bevolking de toegang ver- ontwikkelde en vooral welgestelde leek wa ren voorbehouden. Om die reden juichen wij ook de her verschijning in miniatuur toe van een klassiek standaardwerk uit het fonds van uitgeverij W. de Haan te Zeist. Het gaat om „HET MEUBEL" van Anne Be- rendsen dat een plaats heeft gekregen in de Phoenix-pockets. Op de inhoud behoe ven wij waarlijk niet in te gaan; wij zou den slechts water naar de zee dragen. Maar dat dit terecht gerenommeerde werk onverkort met alle prachtige pla ten voor een prijs van nog geen drie gul den overal verkrijgbaar is, doet ons vrede hebben met het vele confectiewerk dat dergelijke seriewerken uiteraard even eens eigen is; omdat dergelijke uitschie ters anders niet haalbaar zouden zijn. J. II. Bartman Binnenhuisarchitect S. Aardewerk ont- gemakkelijken tot terreinen die tot voor 'wierp deze eetkamer in een dokterswoning kort uitsluitend de vakman of de meer (uit „Bouwen en wonen" door J. J. Vriend). DE BODEM VAN DE wereldzeeën zal mogelijk eens een belangrijke bron van tal van mineralen worden, waaruit de mensheid in de toekomst kan putten. Tijdens het Internationale Geofysisch Jaar 1957-1958 werden een groot aantal ontdekkingen gedaan, die deze reeds lang geopperde veronderstelling beves tigden. Onlangs werden over de beteke nis van de oceaanbodem in dit opzicht mededelingen gedaan in een rapport, dat is opgesteld door de Commissie inzake Oceanografie van de Amerikaanse Natio nale Academie van Wetenschappen. Enkele van de rijkste voorraadschuren mineralen op de zeebodem, die reeds op uit- HET BERLINER ENSEMBLE neemt ook dit jaar in Parijs bij de directie van het Theater der Naties in haar internationale seizoensprogramma een geprivilegieerde po sitie in. Deze troep, die in 1949 door Bertold Brecht werd opgericht en sedert de dood van de dramaturg, vier jaar geleden, in diens geest door zijn weduwe Helene Weigel wordt geleid, is het enige gezelschap, dat een volle week bezit van de planken van het Sarah Bernhardt-theater mocht nemen om in die tijd vier werken te spelen, waarvan „De weerstaanbare Opkomst van Arturo Ui" nu voor het eerst in Parijs werd opgevoerd. Ondanks bezwaren die men tegen de politieke tendenzen van dit gezelschap en zijn opvoeringen maken kan, valt er op die bevoorrechte plaats niettemin weinig af te dingen. Want inderdaad is dit een vorm van toneel, die volmaakt is in haar realisatie en die zich boven dien principieel onderscheidt van alle andere Europese voor stellingen die men hier tot dusver te zien heeft gekregen. Het Berliner Esemble, dat in de oostzone van Duitslands vroegere hoofdstad het Theater am Schiffbauerdamm be speelt, waar Brecht met zijn Driestuiversopera in 1928 debu teerde. heeft zestig actrices en acteurs, onder wie er zijn van uitnemend gehalte, plus nog een staf van een tweehonderd andere medewerkers, die avond aan avond in touw zijn en drie tot vijf maanden repeteren alvorens met een première voor hun zaal (van ruim zevenhonderd toeschouwers) te ver schijnen. Ten behoeve van de Parijse voorstellingen werd, naast de talrijke decors en requisieten, een heel draaitoneel uit Berlijn meegenomen waarvoor een speciale trein moest worden afgehuurd. „DE WEERSTAANBARE opkomst van Arturo Ui" geeft de beschrijving van ont wikkeling en zege van de Hitlerbeweging zoals Brecht die, in 1941, vanuit zijn emi gratieoord Amerika bekeek. Dat de Nazi's gangstermethoden huldigden is een op merking, die geen onthulling meer mag heten, doch Brecht heeft hier in zijn stuk uit die waarheid grote dramatische moge lijkheden gehaald door Hitier en zijn schildknapen Goering, Goebbels en Roehm in het milieu van een donker Chicago te plaatsen om zo uit dat klimaat van de pro fessionele misdaad hun acties en succes sen te verklaren. De Münchener bierkelder, w-aar Adolf Hitler, in regenjas en met deukhoed op zijn hoofd, zijn eerste aan hangers recruteerde wordt hier dus een Amerikaans speelhol met Yankees in Wild- West hemden, die het pistool vuurklaar in hun achterzakken dragen. Arturo Ui- alias Adolf Hitler is dan nog maar een onaanzienlijk onderkruipertje, dat door de kolossen met brede cowboy-hoeden nog niet volledig ernstig wordt genomen. Wel vinden ze dat hij bijzonder goed smoezen kan, al levert vriend Goebbels hem dan ook vaak de argumenten. Na de eerste geslaagde poging zich binnen te dringen in de „bloemkool-trust" om daar machti ge bondgenoten te verwerven, begint de bende als maar meer invloed te krijgen en een paar jaar later terroriseren Hitier en zijn schuim de stad. HUN JACHTTERREIN breidt zich van stad uit naar provincie en nu strekken de ambities van Hitler-Ui zich al uit naar de macht over het hele land. Arturo, die nog altijd met zijn ondermaatse gestalte kampt, neemt les van een bekend Shakespeare- regisseur „illuster Engels dichter, di nu zelfs op Broadway wordt gespeeld" om voor een spiegel te leren hoe zijn physie- ke figuur te redden en zijn gestes te be heersen. En zo zien we dan hoe hij zijn persoonlijke tics tot oratorische stunts cul tiveert: de hese stem, die halve zinnen inslikt, de geheven armen en de gebalde vuisten, de hysterische explosies en de geteemde verzekeringen van zijn trouw, zijn onschuld en hoge morele beginselen. Arturo Ui voelt zich nu wel ongeveer vol doende toegerust om de volgende stap te wagen. De stokoude heer met de grijze snorren, die officieel de top nog beheerst oftewel hindenburg wenst het sinister baasje echter eerst geen hand te geven, en Arturo opent al zijn registers van ver ontwaardiging, vleierij en poezige charme, alvorens tenslotte via chantage zijn begeerde post te bemachtigen. Ter wille van die zege werd eerst het depot, lees Rijksdag, nog even in brand gestoken en bij het proces dat dan volgt, blijkt een van Arturo's gespierde handlangers Goering de hele rechterlijke macht ge makkelijk in zijn zak te stoppen. DE PSEUDO-BRANDSTICHTER Van der Lubben krijgt tijdens de zit ting, wanneer hij zijn mond even dreigt open te doen, een nieuw pilletje in een glas water toegediend, om onmiddellijk weer in zijn staat van verdoving weg te zakken en zo zal hij dan ook worden ver oordeeld. Arturo Ui is nu tenminste voor het oog wel meester van het land-ofschoon hij aan de leiband blijft lopen van zijn machtige geldschieters, maar intussen krijgen zijn eigen boefjesmaten 't onder ling aan de stok en moet hij daar en pas sant even de orde komen herstellen. In een garage, waar een deel van zijn bende zijn afvallig hoofdkwartier heeft inge richt, laat Hiller-Ui zich eerst huldigen, en zweert hij hen trouw tot in de dood. Dan wijkt hij een meter achteruit in het duister en treden andere handlangers bin nen om de rivalen en hun leider die de afzichtelijke trekken van wijlen Roehm vertoont met een mitrailleurstreep weg te maaien. Op de begrafenis betuigt Ar turo de familie van de gevallen kameraad zijn ontroerde condoleantie. Arturo Ui heeft nu dus de hele groente-trust in han den waaraan de kleinhandel zich heeft ondergeschikt gemaakt. De kans ligt nu open om naar de groente-handel in de he le wereld zijn beschermende handen uit gebreide schaal zijn bestudeerd en onder zocht zijn te vinden in de, langs de kusten der continenten gelegen, zeebodem, die een oppervlak beslaat van naar schatting meer dan dertig miljoen vierkante kilometer. Vele mineralen worden hier gevonden, die grotendeels afkomstig zijn van de door de rivieren aangebrachte sedimenten, die dooi de kracht van het water zijn losgespoeld en die zeer rijk zijn aan organische stoffen. Dit proces heeft zich gedurende miljoenen jaren afgespeeld. Het meest bekend is wel de rijkdom aan aardolie in de zeebodem langs de kusten: reeds wordt een klein ge deelte van de wereldproduktie aan aardolie op deze wijze verkregen. Met de huidige produktiemethoden zal naar schatting de zeebodem langs de kusten van de Verenigde Staten reeds een hoeveelheid van twintig miljard vaten ruwe olie en 4,2 miljard ku bieke meter aardgas kunnen leveren. De op deze wijze gewonnen aardolie vormt on-, geveer twintig percent van de oliereserves van de Verenigde Staten. Volgens genoemd rapport bevinden zich ongeveer over de gehele wereld een hoeveelheid van vier honderd miljard vaten winbare aardolie onder de zeebodem. Aardolie is tot dusver het enige mineraal, dat op grote schaal „uit zee" wordt gewon nen. Het is, aldus het rapport, evenwel be kend dat de oceaanbodem op grotere diepte op tal van plaatsen overdekt is met uit gestrekte afzettingen van koper-, kobalt- en nikkelertsen en zeldzame aarden, zij het ook dat deze laag van gehalte zijn. Volgens een voorlopig onderzoek schijnt de mo gelijkheid aanwezig.deze mineralen vanuit de diepzee naar boven te brengen, indien nog „enkele technische moeilijkheden kun- den worden opgelost In de Beierse plaats Adlkoven brak on langs brand uit in een kapitale boerderij. Onmiddellijk schoot de plaatselijke brand weer te hulp. Zij slaagde er in de brand op voortreffelijke wijze te blussen, maar kon niet verhinderen dat de schade vrij groot was. Toen de politie de zaak ging onder,zoeken, bleek dat de brand was aan gestoken door de 61-jarige brandweercom mandant van Adlkoven. De man was de avond van de brand door een paar medeburgers geplaagd: de brandweer kostte zo veel belastinggeld, er »was nooit brand en „dus" was de brand weer overbodig. Woedend sprong de com mandant van zijn stamtafel op, rende het veld in, stak een boerderij aan, rende te rug naar zijn brandweer, sprong in een brandweerauto en hielp zelf brand blus sen. Zijn verrader sliep evenwel niet: er meldde zich iemand, die gezien had dat de commandant de brand had aangestoken. Daarop pleegde deze zelfmoord Ekkehard Schalt als Arturo Ui, alias Hitler. te strekken, en zo vallen dan in poli tieke termen vertaald de Balkan-lan den, Frankrijk. België, Nederland en de rest van Europa in de wurgende Nazi- greep. En tenslotte wordt naar het voorbeeld van de Dreigroschenoper in een chanson de moraal uit de geschie denis getrokken: doè liever wat, dan als maar dom te zitten kletsen. De volkeren zelf hebben nog net voorkomen, dat de hele wereld zou ondergaan. Maar kraai niet te vroeg victorie. De afzichtelijkste dingen kunnen zich altijd herhalen. IN DEZE PARABEL heeft Brecht zich van de middelen van het aloude commu nistische „agitprop (agitatie-propaganda) theater" bediend waarbij bewust in zwart wit tegenstellingen wordt geschilderd. Een ietwat elementaire dramatiek gericht op het doel van de Marxistische interpretatie van de geschiedenis, waarbij Hitier meer een verschijnsel (afval)produkt van een kapitalistisch verrottingsproces dan een psychologische- of psychopatische- verschijning is. Ekkehard Schall heeft van Arturo Ui een hallucinerende kopie van Hitler zelf weten te maken, waaraan een minutieuze studie van zijn portretten en films vooraf moet zijn gegaan (want de acteur is nog jong en zal zijn model nau welijks in levende lijve hebben gekend). Maar toch valt 't moeilijk zich onder zijn gehoor breed- en voluit te amuseren nu zekere gebeurtenissen, waarbij de potsier lijke figuur betrokken is geweest nog te veel verse sporen hebben achtergelaten. Niettemin bevestigt ook dit stuk het ver moeden dat Brecht tot de twee of drie dominerende figuren behoort van het thea ter van deze tijd. Doch 't lijkt, als gezegd, nog iets te vroeg, al had men met de première van deze Hiteler-persiflage dan al achttien jaren gewacht om juist dit werk uitsluitend op zijn dramatische ver diensten te waarderen. Frank Onnen De hoop, dat de Westduitse minister voor PTT, Stücklen, zijn plannen voor nieuwe telefoonboeken met een reeks in gewikkelde afkortingen, niet zou doorzet ten, is ijdel gebleken. De Süddeutsche Zei- tung meldde dezer dagen, dat het nieuwe „AFEB" (Amtliches Fernsprechbuch) een letler-woestijn is Het is nog veel er ger zo schrijft het blad, dan men zich had voorgesteld. In het Münchense telefoon boek komt 112 maal „Muller H." voor zon der voornaam maar met een afgekort be roep. Die afkortingen staan in een apart boekwerkje. Zo betekent de afkorting „Mal Kra" „Maler (schilder) wonende in de voorstad Krailling"; waarbij Mal voorkomt op pagina 3 en Kra op pagina 104 van de lijst van afkortingen. Een raadsel is voor het blad de aankondiging „Merlens Elmed Ger Ainmiller-34 De Süddeutsche Zeitung vindt dit alles erger lijk, te meer daar de PTT ook in West- West Duitsland een monopoliebedrijf is en laten kan wat zij wil. Tenslot te schrijft het blad, dat „het AFEB zijn makers om de OH(van Ohren) moet wor den geslagen, dat hen Hö (van hören) en Se (van sehen) vergaat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 18