In de lente wordt Salzbnr
I n muziekinstrument
Het nieuwe Festspielhaus in Salzburg,
verfijnde luxe en goede akoestiek
HET ZWEEDSE V-5 SPEL, PAARDENTOTO
MET EEN MILJOENENOMZET
ZATERDAG 25 JUNI 1960
Erbij
PAGINA VIER
WEDEROM kreeg Salzburg dit jaar een „Musikalischer
Frühling" te beleven. Zo luidt de naam voor dit onop
gesmukte en bemoedigende feest, dat zich ten doel
stelt nog eens duidelijk te belichten en met elkaar te
overdenken wat deze stad - de toegangspoort tot Oos
tenrijk - voor altijd aan de Muziek verbindt. Festspiele,
waar Salzburg als het ware om vraagt, zijn hier altijd
geweest. Maar voor onze generaties is het genoeg met
een aantal geestverwanten andermaal zich te bezin
nen op wat een Hofmannsthal en Reinhardt, een Schalk
en Richard Strauss hier eens voor ogen stond, toen zij
omstreeks het einde van de eerste wereldoorlog deze
stad verkozen voor hun plannen: een wedergeboorte
van de Festspiele in Mozarts naam.
Musikalischer Frühling
MEN IS MET HET TELKENS opnieuw
zuiver stellen van zijn bedoelingen in de
Festspielzomers zo gaandeweg wat ach
terop geraakt en dit vroeg om een uit
weg uit een zekere impasse en om her
stel. Naar het uiterlijk is er natuurlijk
nog altijd geen wolkje aan de lucht. Het
aantal bezoekers stijgt in de officiële
Festspielmaand nog jaarlijks en mèt
het nieuwe Festspielhaus, dat aan
stonds zijn deuren opent en dat 2200 plaat
sen kan bevatten, staat er dan, het oude
huis en de „Felsenreitschule" meegere
kend, één ontzagwekkend kunstemplace
ment ter beschikking, misschien even vol
doende om de aanhoudende stromen te
verwerken. Het zal ook wel gelukken daar
op den duur voor elck wat wils te vin-
den, maar om Mozart en om de stad,
die men zo 's zomers bijna alleen nog
in de late avond en de nacht in volle
luister vinden kan, wordt het de enkeling
soms bang om het hart. De muzieklief
hebber raakt beklemd tussen twee cate
gorieën, met wie hij liever niet te maken
heeft: de toeristen en de snobs. En van
deze zijn het vooral de eersten, met bus
ladingen vol aangevoerd, die hem het uit
zicht op- en het inzicht in wat Salzburg in
feite is en wat met dit begrip kan wor
den aangeduid, volledig dreigen te ontne
men. Men denke daarover niet gering:
het reisbureau vergeet voor zijn vakan
tietrips ook deze zalen niet wat er toe
vallig „gaat", is meegenomen en heeft
dit trefpunt stevig in zijn greep.
sterk beroep op de overheid te doen, zal
deze, met het oog op de voor de Zomer-
„Festspiele" te dragen lasten, zich ook
niet veel meer extra's kunnen permitte
ren. Thans ontvangt de leiding der „Mu-
sikalische Frühling" voor zijn totale ma
nifestatie van ruim twintig uitvoeringen
amper een vijfde deel van het bedrag,
dat voor één spectaculaire avond in augus
tus door staat en stad wordt bijgepast en
dit is ongeveer 250.000 schilling. Gelukkig
is het aantal abonnees, afkomstig uit ve
le landen, in deze paar jaren verdubbeld
en breidt zich nog steeds uit, zodat mag
worden aangenomen, dat op de ingesla
gen weg wordt voortgegaan.
MEN IS ZO WIJS de programma's van
deze reeks uit de „Weense Klassieken"
op te bouwen, Mozart natuurlijk in de
eerste plaats. Zo is de harmonie met de
omgeving het best gewaarborgd; ook als
men het begrip „Weens" op den duur wat
ruim zou willen gaan interpreteren. Ook
ten opzichte van de uitvoerenden wordt
een lijn gevolgd, die niet genoeg kan wor
den gewaardeerd. Immers de „upperten"
van de artiesten laten zich zeer wel sa
menbrengen met de hogere instrumentale
en vocale klassen van de Academie. Men
blijve intussen, naar wij hopen, waak
zaam ten aanzien van de „middenmoot",
kortweg wel eens „provinz" geheten. En
wel omdat, mocht uit deze „Frühling" een
traditie groeien, de overheidsinstanties ér
op aan zouden kunnen dringen, bepaalde
kunstenaars bij deze vóór-„Festspiele"
onder te gaan brengen, die zij zelf bij de
feesten van augustus niet goed kunnen
plaatsen. Van de steun der veteranen
Paumgartner en Messner is men voor een
zo puur Salzburgse aangelegenheid altijd
zeker. En Camerata Academica, Dom
koor en Kamer Muziekensembles uit de
ze stad, onder hun supervisie opgeleid, ne
men in deze Frühling" hun kansen waar
om in de best-denkbare culturele sfeer
te tonen wat er met eigen krach
ten voor Salzburgs muziekleven wordt
gedaan. De muzikale leiding was
ditmaal wederom toevertrouwd aan
Wilhelm Stross, onder wiens leiding
het Stross-kwartet uitblinkt naast de
Praagse blazers of, zoals hun officiële
titel luidt, de „Professorum Conservato-
rü Pragensis Societas Cameralis het
Löwenguth-Kwartet, de pianist Jörg De-
mus en het jonge Weller Kwartet uit We
nen, dat al weer voor het volgend jaar
werd geëngageerd.
TENSLOTTE NOG een paar uitvoerin
gen als voorbeeld van de, deze „Musi-
kalische Frühling" overkoepelende, gedach
te; steekproeven uit een bijzonder geva
rieerde reeks, waarbij de leiding, wat ons
aangaat, een volgende maal ook lieder
avonden mag betrekken. Wij zeiden al, dat
ook Salzburgs omgeving weer in deze
„Frühling" werd betrokken. Allereerst dan
het verrukkelijk openluchttheatertje, dat
in de tuin der „Frohnburg" rond een scha
duwrijke plataan en tegen een decora
tieve ommuring compleet met „Trom-
petenturm" werd opgericht. Deed het
de voorafgaande jaren goede diensten met
„Cosi van Tutte" en „Finta Simplice", thans
was Mozart's „Schauspieldirector" aan de
beurt, theater-gelegenheidsstuk met een
kostelijke hekeling van het leven „achter
de schermen". De traditionele Weihe-
stunde" in de abdijkerk van St. Peter, waar
in het Haydn-jaar diens Johannes-Mis
werd gehoord, bracht nu de Mis in G.
van Schubert. Mozarts „Krönungs Messe
behield zijn plaats in de bedevaartskerk
van Maria Plain, voor welke Mozart deze
Mis heeft geschreven. Toen in 1776 de kro
ning Vijfenzeventigjaar geleden van
een door heel Zuid-Beieren en Salzburg
vereerd Maria-beeld werd herdacht." Een
„Geselshcaftsabend" in het bijgebouw van
Schlosz Kleszheim bewees, hoe prach
tig de dans kan worden opgeluisterd, als
men een Mozart Divertimento of „Musi
kalischer Spass" inlast tussen de (niet jazz)
muziek.
KEREN WIJ TERUG naar de stad,
„gebaut für Heiterkeit und Spiel, für Or
gel und Gesang, immer wieder bereit zu
erklingen", dan dient in het bijzonder nog
een avond- in de feestzaal van de „Burg"
gememoreerd. Madrigalen en suites voor
strijkers uit het renaissancetijdperk, maar
ook vroege sonates uit de barok, telkens
toegelicht met een enkel ivoord door dr.
Paumgartner, bleken hier even zovele
waardevolle overleveringen en een ver
klanking van Salzburg, nog vóórdat Mo
zart deze stad naar de woorden van Ste-
Openluchtheater van de Frohnburg
te Salzburg.
fan Zweig, „Aus Stein und Linie in Geist
und Musik erhoben hat". Een grote vreug
de weer van zo geheel andere aard
schonk ook het concert door een ensem
ble bestaande uit twee jongens en een
meisje, dat zich „Junges Wienertrio"
noemt en dat zonder de minste wonder
kinderen-clownerie men is met
dat al nog slechts 13, 14 en 15 jaar!
Na Haydn en Mozart een Trio op. 100
van Schubert speelde met die onbevan
genheid, die klaarte en „Spielfrendig-
keit", als alleen dit begenadigd land zijn
kinderen schijnt mee te kunnen geven.
Velerlei indrukken resten derhalve als
resultaat van een initiatief, dat in dit
Europa lijdend onder een „Festspiel-Fu-
runkulose(het woord stamt nog van
Clemens Krauss), niet hoog genoeg kan
worden aangeslagen. De muziek wordt
hier ivaarlijk gediend omderwille van haar
zelf en het was een niet alledaagse vreug
de voor de bezoeker, hier juist uit Salz
burg van te mogen rapporteren.
M. van Dooniinck
waarvan er vier voor de eerste maal op
Glyndebourne Opera naar
festival van Edinburgh
NA EEN AFWEZIGHEID van vier jaar,
keert de Glyndebourne Opera dit jaar
naar het Festival van Edinburgh terug
met een programma van vijf opera's,
het Festival worden opgevoerd. Op 23
augustus zal het opera-Seizoen van het
Festival worden geopend met Verdi's
„Falstaff"; het zal worden gevolgd door
Bellinni's „1 Puritani", Poülenc's „La
Voix' Humaine", Busoni's „Arlecchino"
en Wolf-Ferrari's „II Segreto di Susanna".
„I Puritani", waarmee het Glyndebour
ne seizoen op 24 mei is geopend, heeft
reeds grote lof van de critici en het pu
bliek geoogst vanwege de vocale prestatie
van Jean Sutherland, die de rol van El
vira ook op het Festival zal zingen. „La
Voix Humaine", beleeft zijn Britse pre
mière op het Festival. Deze ontroerende
opera bestaat uitsluitend uit het telefoon
gesprek van een vrouw met haar minnaar,
die van plan is haar te verlaten. Denise
Duval zingt de hoofdrol in deze door Jean
Cocteau geregisseerde opera, waarvoor hij
ook de decors en kostuums ontwierp. De
ze opera wordt tezamen met „Arlecchino"
en „II Segreto di Susanna" opgevoerd.
In „Arlecchino" zal Heinz Blankenburg de
titelrol zingen, bijgestaan door Helga Pi-
larczyk, Carlos Feller en Ian Wallace. In
„II Segreto di Susanna" zijn de drie zan
gers Mariella Adani als Susanna wier
geheim was dat zij rookte Heinz
Blankenburg als Santé en Sesto Bruscan-
tini als Gil. Het operagezelschap zal wor
den bijgestaan door het Royal Philharmo
nic Orchestra en het Festival koor en
ballet. Het zal in het King's Theatre te
Edinburgh optreden.
(Van onze correspondent in Wenen)
DE BOUW VAN DE NIEUWE festi-
DE „FRÜHLING", nu voor de vierde
maal gegeven, is de op deze ontwikkeling
aansluitende begrijpelijke reactie. Zij
komt voort uit en wordt gedragen door de
overtuiging, dat wij er met dit zomerse
Salzburg alleen niet zijn. Want een mu
ziekbeoefening, die meer naar binnen dan
naar buiten is gericht, leek in onbruik te
geraken. Dank zij het initiatief van het
echtpaar Hummer en hun helpers van
huis uit een concertbureau heeft men
thans weer ontdekt, dat deze stad in we
zen er niet een is voor uiterlijk vertoon,
wél, dat zij vraagt om muziek en dit, Val-schouwburg in Salzburg is zover
als men wil op iedere straat of plein, in v\
ieder park, paleis of iedere burcht. Dit gevorderd, dat de opdrachtgevers er
voorjaar hebben de Hummer's de lijn van zeker van zijn dat het gebouw kant en
hun juiste opzet zelfs nog een streepje klaar zal zijn vóór de plechtige opening
verder doorgetrokken. Zij voerden ons op 2? juli aanstaande. De belangstelling
met hun uitvoeringen in twaalf dagen niet i-i_i.i-i.ii
slechts mee van de zalen der „Residenz" '"ervoor is ook m het buitenland zeer
naar de tuin van „Mirabell", van het groot, omdat in de afgelopen jaren hon-
Frohnburg-openluchttheatertje naar de derden toeristen telkens weer werden
kerk van Maria Plain of van de ruimten teleurgesteld, die in het oude Festspiel-
der „Hohen Salzburg" naar terras en i I,
„Kavalierhaus" een paar van de naburi- haus geen enkele voorstelling konden bi]-
ge kastelen: de bezoeker, tevoren uitge- wonen, omdat alle entreekprten dagen
nodigd zi.in instrumenten mee te brengen, en weken van tevoren waren uitverkocht,
kreeg ook gelegenheid samen met ande- Nu frngen zij een betere kans, want Salz-
ren, met wie hu zich kon verstaan, op i i i -i
daartoe aangewezen plaatsen zelf te mu- burS een nieuwe_schouwburg rijker
meister had berekend, Ook dat is een
prestatie. Maar in de loop van die drie
jaren is er in Oostenrijk, en vooral in
Salzburg zelf, op alle mogelijke manieren
tegen dit project geageerd en geïntri
geerd. Er zijn nog altijd in burgerlijke
en artistieke kringen groepen, die uit
persoonlijke overwegingen verwachten
en hopen, dat deze gehele onderneming
op een mislukking zal uitlopen. Daar
naast zijn er echter ook zakelijke argu
menten, bijvoorbeeld de vraag wat men
in een provinciestad als Salzburg met
een dure en luxueuze schouwburg kan
beginnen buiten de éne maand van het
festival om, waarbij men niet mag ver-
siceren. Een mogelijkheid waarvan reeds geworden met 2.200 zitplaatsen voor pctcn clat c[eze stad reeds drie scliouw-
deze eerste maal, goed werd gebruik ge- operavoorstellingen en 2.600 voor con- UI^fn '~>ez,L namelijk het oude rest-
maakt- certen. Het gebouw is een werk van de
bekende Oostenrijkse architect Clemens
Holzmeister, die tevens het oude Fest-
Landesbiihne, nog afgezien van een aan-
WIL MEN HET PARTICULIER karak- - i
ter handhaven van deze „Frühling - en fpielhaus een goede dertig jaar geleden
daarop is alle kans dan zal naast dat- heeft ontworpen. Wanneer men deze
gene wat het bureau-Hummer er bereid twee creaties met elkaar vergelijkt, kan
is in te steken, de financiële hulp van men zjen ]1oe m-oot de ontwikkeling is
particuliere zi.ide moeten komen. Afge- i u architect
zien ervan of het wenselijk is hier een te ,->e^eest 111 llet weik van deze aichitect.
De bouw heeft drie jaar geduurd, vrij
wel geen dag langer of korter dan Holz- n]b werden opgebracht. Dat heeft men
in Oostenrijk voor de muziek over!
De houten betimmering in de grote zaal is afwisselend concaaf (verlicht) en convex
(donker) en werd zo geconstrueerd om de beste akoestiek te bereiken.
in de salons, maar alle critiek verstomde,
toen men de grote zaal betrad. Daarbij
dient men het volgende te bedenken. Even
als het oude Festspielhaus ligt ook het
nieuwe pal tegen een hoge en steile rots
muur, zodat de schouwburg meer in de
breedte dan in de diepte moest worden
geprojecteerd. Om een minimum aan de
onontbeerlijke diepte te bereiken, moesten
er 55.000 vierkante meter rots uit de
Mönchsberg worden weggekapt, maar des
ondanks blijft de grote zaal meer breed
dan diep.
TOCH MAAKT ZIJ GEEN abnormale
gestrekte indruk, omdat de zitplaatsen in
het parket en op de eerste rang een ellips
vormige lijn vertonen en omdat hierop een
zelfde contour van de plafonds correspon
deert. Daardoor wordt de illusie van diep
te gesuggereerd, terwijl tevens het grote
voordeel wordt bereikt dat men van elke
plaats alles uitstekend kan zien en horen.
Er is dan ook geen spoor van pilaren,
zuilen of zware stutbalken te zien. On-
tal uitstekende muziekzalen zoals in het danks haar breedte is deze zaal zeer in
tiem, ze is een voorbeeld van moderne
verfijnde luxe, een werkelijke feestzaal,
waarin modern functionalisme met goede
smaak werd verbonden. In de foyers zijn
hier en daar op de effen muren fresco's
en decoratieve constructies in gegoten
ijzer aangebracht, die wel zeer modern zijn,
maar toch niet extravagant. In een van
de salons ontdekt men een prachtige gobe
lin naar een ontwerp van Kokoschka,
maar dit vertrek is jammer genoeg veel
te smal, zodat het gobelin aan werking
mist. De grote zaal echter heeft geen en
kele decoratie, ze overtuigt alleen door
een voorname, rustige ruimte, waarin de
drie hoofdkleuren op elkaar zijn afge
stemd, namelijk het parelgrijze moquette
op de vloer, het bruine hout van de be
timmering en de lichtpaarse bekleding
van de zitplaatsen.
MEN ZAL NATUURLIJK moeten af
wachten of de sierlijke ellipsvormige lijn-
geving ook gehandhaafd blijft, wanneer de
zaal met toeschouwers in avondtoilet is ge
vuld. Volgens de dirigent Von Karajan is
de akoestiek voortreffelijk. Bovendien kon
de pers er zich van overtuigen dat de to
neelinstallaties met vijf verschillende hef-
vloeren en meerdere zijtonelen aan de
modernste eisen van toneeltechniek beant
woordt. Uniek is de breedte van het toneel
met een normale opening van dertig me
ter, dat is tweemaal zo breed als die van
de Weense Opera. Maar in Salzburg kan
deze opening tot veertien meter worden
vernauwd, zodat ook kleinere en intieme
opera's kunnen worden opgevoerd.
Aanvankelijk zal ook deze schouwburg
de onvermijdelijke kinderziektes teboven
conservatorium het Mozarteum, en in de
universiteit. Bovendien zijn de kosten
voor deze schouwburg enorm hoog. Zij
belopen zeker meer dan 30 miljoen
gulden, die door de gemeente, door pro
vinciale staten van Salzburg en door het
WAT EEN ANDER LAND als overdre
ven luxe zou beschouwen, als een bewijs
dat men ver boven zijn stand leeft, is
hier iets dat vanzelf spreekt. Ook de
Weense opera is zo'n geval, maar in dit
land wordt cultuur nu eenmaal met hoofd
letters geschreven, dat wil zeggen men be
schouwt opera, muziek en toneelkunst als
een groot nationaal belang, waardoor onder
andere ook nog het vreemdelingenverkeer
wordt bevorderd. Dat zijn echter overwe
gingen en factoren die uitsluitend Oosten
rijk, de autoriteiten aldaar en de publieke
opinie aangaan. Wat de buitenlander inte
resseert is de vraag of deze schouwburg
aan de hoogste eisen beantwoordt en of
Oostenrijk ook in dit middel de mogelijk
heid heeft om zijn culturele rol te vervul
len. Tijdens de persbezichtiging bleek tel
kens weer, hoe moeilijk de Oostenrijkse
journalisten zich van een zekere animosi
teit konden vrij maken. Er werd danig
gemopperd en gecritiseerd, men zocht met
alle geweld naar argumenten, die tegen
deze onderneming spraken. Men maakte
niet geheel ten onrechte aanmerkingen
op de belichting, op de foyers, die te
lang en zeer smal zijn, op de decoraties
(Van onze medewerker in Scandinavië)
LOTERIJEN ZIJN in Scandinavië altijd
erg in trek geweest. Voor tal van orga
nisaties en instellingen van minder of
meer belang organiseert men openbare
verlotingen van zomerhuizen, zeil- of mo
torboten en auto's op straat en de over
heid is royaal met vergunningen.
ENKELE JAREN geleden heeft men
toegestaan, dat grote hotels er een ca
sino op na gingen houden om de door de
chronische inflatie ontstane geldruimte
te helpen wegnemen. De croupiers zijn net
echt en de speeltafels met de roulette zijn
dat helemaal doch de reglementen zijn
origineel en verre van aantrekkelijk. Om
te beginnen kan men er geen geld winnen
doch slechts fiches, waar men zijn verte
ringen in het restaurant mee betalen mag.
Meer niet. En verder geeft een „plein"
geen zesendertig maal de inzet maar
slechts twintig maal. Bij cheval en carré
ligt de verhouding iets gunstiger voor de
spelers doch het is lang geen Monte Car
lo. Veel aftrek vindt dit spel dan ook niet.
De Engelse voetbalpool en de Duitse lote
rijen doen daarentegen wekelijks heel wat
Zweedse kronen naar het buitenland ver
dwijnen. De overheid aanschouwt dit uiter
aard met lede ogen.
tie van de totoprogramma's de losse num
merverkoop weer omhoog ging. Toch heeft
deze bemoeiing ook zijn risico's. Dat be
wees onlangs een draverijtoto in Skara.
De pers had de namen van de deelne
mende paarden afgedrukt en daarop had
den de spelers vertrouwd. Maar tot grote
schrik van de baanbezoekers verscheen
een paard op de baan, „Very Happy" ge
heten, dat niet in de krant had gestaan.
En het won! Een Nederlands paard, dat
favoriet was, verloor. Bij de tweede loop
herhaalde zich dit drama met het paard
Capitol, dat eveneens niet was gepublir
ceerd en won. Dit werd zelfs de kalme
Zweden te gortig. En daar was men niet
tegen verzekerd. Het vex-ontwaardigde pu
bliek blokkeerde in massa de toegangen
tot de totalisator.
DE TOTO-LEIDING maakte de zaak al
leen maar erger door door de luidspre
kers de schuld te schuiven op de pers,
waai'op de arme spoi't-journalisten het ont
gelden moesten en door de politie in be
scherming moesten worden genomen. Als
zulke dingen zich zouden herhalen, zou het
spoedig gedaan zijn met zo'n toto. Dan
wedt men wel op de Engelse league of
speelt in de Duitse loterij.
NU IS ER SEDERT kort een ander gok
je in zwang gekomen, dat een omzet van
honderden miljoenen kronen per jaar heeft
gekregen. Het is het V-5 Spel, een wedden
schap op vijf paarden tegelijk en op elk
afzonderlijk, waarmede de draaf sport is
begonnen (naar men zegt om de achteruit
gaande paardenfokkerij te steunen). Voor
namelijk door dit spel is de omzet bij
de di'averij- en renbaantoto's gestegen
tot 240 miljoen gulden per jaar, waarvan
de staat 45 miljoen gulden belasting heft.
De belasting is voor V-5 lager dan voor
de andere paarden-toto's (15 percent).
Iedereen kan eraan meedoen zonder iets
van paarden te weten. Men laat het in
de regel niet bij een kansje maar bouwt
een systeem op en aangezien een formu
lier 5 lu-onen kost 3.70) kan dat aar
dig in de papieren lopen. Men heeft zelfs
een verzekering ingevoerd op het zoek ra
ken van formulieren.... waardoor jain-
merlijke teleux-stellingen, als in Neder
land met de voetbaltoto zijn voorgeko
men, vermeden worden.
MEN WEDT OP DE BAAN of thuis, via
zijn dagblad. De bladen hebben het al
leenrecht om buiten de baan als bookma
kers op te treden en innen wekelijks
300.000 kronen provisie plus 30.000 kronen
verzekeringsprovisie voor hun bemidde
ling. De prijzen zijn belastingvrij en kun
nen van enkele tientallen guldens tot
450.000 bedragen, afhankelijk van de om
zet van de ren- of draafbaan en van het
aantal winnaars. De Zweese dagbladen,
die onder toenemende kosten en afnemen
de losse nummerverkoop te lijden hadden,
hebben deze taak er gaarne bij genomen.
Des te gereder omdat door hun publika-
moeten komen. Zo beschikt men voor het
komende festival slechts over de decors
voor één opera, namelijk de Rosenkava-
lier. Andere opera's zullen dus voorlopig
nog m de Felsenreitschule, het oude Fest
spielhaus en misschien zelfs in de Lan-
desbuehne worden opgevoerd, hoogstens
nog een paar maal van de nieuwe schouw
burg gebruik zal kunnen maken voor gro
te concerten. Bovendien zal het gebouw
de tijd moeten hebben om een eigen sfeer
te scheppen, doch alle voortekenen wijzen
er op dat dit zal gelukken, omdat het
grondconcept vooral van de grote zaal
goed schijnt te zijn. Daarvan zullen zich
nu niet alleen de prominentenkunnen
overtuigen die de première van de R.osen-
kavalier bijwonen en die dan voor een
plaats in de eerste rijen 1.000 schilling
(150 gulden) mogen betalen, maar ook al
len, die na hen komen en niet te vergeten
diegenen, die de unieke openingsplechtig
heid en d'e eerste opvoering op hun tele
visie-schermen zidlen kunnen volgen.
Uit „Punch, honderd jaar humor"
Servire's Luxe-pocket)
t