In de lente wordt Salzbnr I n muziekinstrument Het nieuwe Festspielhaus in Salzburg, verfijnde luxe en goede akoestiek HET ZWEEDSE V-5 SPEL, PAARDENTOTO MET EEN MILJOENENOMZET ZATERDAG 25 JUNI 1960 Erbij PAGINA VIER WEDEROM kreeg Salzburg dit jaar een „Musikalischer Frühling" te beleven. Zo luidt de naam voor dit onop gesmukte en bemoedigende feest, dat zich ten doel stelt nog eens duidelijk te belichten en met elkaar te overdenken wat deze stad - de toegangspoort tot Oos tenrijk - voor altijd aan de Muziek verbindt. Festspiele, waar Salzburg als het ware om vraagt, zijn hier altijd geweest. Maar voor onze generaties is het genoeg met een aantal geestverwanten andermaal zich te bezin nen op wat een Hofmannsthal en Reinhardt, een Schalk en Richard Strauss hier eens voor ogen stond, toen zij omstreeks het einde van de eerste wereldoorlog deze stad verkozen voor hun plannen: een wedergeboorte van de Festspiele in Mozarts naam. Musikalischer Frühling MEN IS MET HET TELKENS opnieuw zuiver stellen van zijn bedoelingen in de Festspielzomers zo gaandeweg wat ach terop geraakt en dit vroeg om een uit weg uit een zekere impasse en om her stel. Naar het uiterlijk is er natuurlijk nog altijd geen wolkje aan de lucht. Het aantal bezoekers stijgt in de officiële Festspielmaand nog jaarlijks en mèt het nieuwe Festspielhaus, dat aan stonds zijn deuren opent en dat 2200 plaat sen kan bevatten, staat er dan, het oude huis en de „Felsenreitschule" meegere kend, één ontzagwekkend kunstemplace ment ter beschikking, misschien even vol doende om de aanhoudende stromen te verwerken. Het zal ook wel gelukken daar op den duur voor elck wat wils te vin- den, maar om Mozart en om de stad, die men zo 's zomers bijna alleen nog in de late avond en de nacht in volle luister vinden kan, wordt het de enkeling soms bang om het hart. De muzieklief hebber raakt beklemd tussen twee cate gorieën, met wie hij liever niet te maken heeft: de toeristen en de snobs. En van deze zijn het vooral de eersten, met bus ladingen vol aangevoerd, die hem het uit zicht op- en het inzicht in wat Salzburg in feite is en wat met dit begrip kan wor den aangeduid, volledig dreigen te ontne men. Men denke daarover niet gering: het reisbureau vergeet voor zijn vakan tietrips ook deze zalen niet wat er toe vallig „gaat", is meegenomen en heeft dit trefpunt stevig in zijn greep. sterk beroep op de overheid te doen, zal deze, met het oog op de voor de Zomer- „Festspiele" te dragen lasten, zich ook niet veel meer extra's kunnen permitte ren. Thans ontvangt de leiding der „Mu- sikalische Frühling" voor zijn totale ma nifestatie van ruim twintig uitvoeringen amper een vijfde deel van het bedrag, dat voor één spectaculaire avond in augus tus door staat en stad wordt bijgepast en dit is ongeveer 250.000 schilling. Gelukkig is het aantal abonnees, afkomstig uit ve le landen, in deze paar jaren verdubbeld en breidt zich nog steeds uit, zodat mag worden aangenomen, dat op de ingesla gen weg wordt voortgegaan. MEN IS ZO WIJS de programma's van deze reeks uit de „Weense Klassieken" op te bouwen, Mozart natuurlijk in de eerste plaats. Zo is de harmonie met de omgeving het best gewaarborgd; ook als men het begrip „Weens" op den duur wat ruim zou willen gaan interpreteren. Ook ten opzichte van de uitvoerenden wordt een lijn gevolgd, die niet genoeg kan wor den gewaardeerd. Immers de „upperten" van de artiesten laten zich zeer wel sa menbrengen met de hogere instrumentale en vocale klassen van de Academie. Men blijve intussen, naar wij hopen, waak zaam ten aanzien van de „middenmoot", kortweg wel eens „provinz" geheten. En wel omdat, mocht uit deze „Frühling" een traditie groeien, de overheidsinstanties ér op aan zouden kunnen dringen, bepaalde kunstenaars bij deze vóór-„Festspiele" onder te gaan brengen, die zij zelf bij de feesten van augustus niet goed kunnen plaatsen. Van de steun der veteranen Paumgartner en Messner is men voor een zo puur Salzburgse aangelegenheid altijd zeker. En Camerata Academica, Dom koor en Kamer Muziekensembles uit de ze stad, onder hun supervisie opgeleid, ne men in deze Frühling" hun kansen waar om in de best-denkbare culturele sfeer te tonen wat er met eigen krach ten voor Salzburgs muziekleven wordt gedaan. De muzikale leiding was ditmaal wederom toevertrouwd aan Wilhelm Stross, onder wiens leiding het Stross-kwartet uitblinkt naast de Praagse blazers of, zoals hun officiële titel luidt, de „Professorum Conservato- rü Pragensis Societas Cameralis het Löwenguth-Kwartet, de pianist Jörg De- mus en het jonge Weller Kwartet uit We nen, dat al weer voor het volgend jaar werd geëngageerd. TENSLOTTE NOG een paar uitvoerin gen als voorbeeld van de, deze „Musi- kalische Frühling" overkoepelende, gedach te; steekproeven uit een bijzonder geva rieerde reeks, waarbij de leiding, wat ons aangaat, een volgende maal ook lieder avonden mag betrekken. Wij zeiden al, dat ook Salzburgs omgeving weer in deze „Frühling" werd betrokken. Allereerst dan het verrukkelijk openluchttheatertje, dat in de tuin der „Frohnburg" rond een scha duwrijke plataan en tegen een decora tieve ommuring compleet met „Trom- petenturm" werd opgericht. Deed het de voorafgaande jaren goede diensten met „Cosi van Tutte" en „Finta Simplice", thans was Mozart's „Schauspieldirector" aan de beurt, theater-gelegenheidsstuk met een kostelijke hekeling van het leven „achter de schermen". De traditionele Weihe- stunde" in de abdijkerk van St. Peter, waar in het Haydn-jaar diens Johannes-Mis werd gehoord, bracht nu de Mis in G. van Schubert. Mozarts „Krönungs Messe behield zijn plaats in de bedevaartskerk van Maria Plain, voor welke Mozart deze Mis heeft geschreven. Toen in 1776 de kro ning Vijfenzeventigjaar geleden van een door heel Zuid-Beieren en Salzburg vereerd Maria-beeld werd herdacht." Een „Geselshcaftsabend" in het bijgebouw van Schlosz Kleszheim bewees, hoe prach tig de dans kan worden opgeluisterd, als men een Mozart Divertimento of „Musi kalischer Spass" inlast tussen de (niet jazz) muziek. KEREN WIJ TERUG naar de stad, „gebaut für Heiterkeit und Spiel, für Or gel und Gesang, immer wieder bereit zu erklingen", dan dient in het bijzonder nog een avond- in de feestzaal van de „Burg" gememoreerd. Madrigalen en suites voor strijkers uit het renaissancetijdperk, maar ook vroege sonates uit de barok, telkens toegelicht met een enkel ivoord door dr. Paumgartner, bleken hier even zovele waardevolle overleveringen en een ver klanking van Salzburg, nog vóórdat Mo zart deze stad naar de woorden van Ste- Openluchtheater van de Frohnburg te Salzburg. fan Zweig, „Aus Stein und Linie in Geist und Musik erhoben hat". Een grote vreug de weer van zo geheel andere aard schonk ook het concert door een ensem ble bestaande uit twee jongens en een meisje, dat zich „Junges Wienertrio" noemt en dat zonder de minste wonder kinderen-clownerie men is met dat al nog slechts 13, 14 en 15 jaar! Na Haydn en Mozart een Trio op. 100 van Schubert speelde met die onbevan genheid, die klaarte en „Spielfrendig- keit", als alleen dit begenadigd land zijn kinderen schijnt mee te kunnen geven. Velerlei indrukken resten derhalve als resultaat van een initiatief, dat in dit Europa lijdend onder een „Festspiel-Fu- runkulose(het woord stamt nog van Clemens Krauss), niet hoog genoeg kan worden aangeslagen. De muziek wordt hier ivaarlijk gediend omderwille van haar zelf en het was een niet alledaagse vreug de voor de bezoeker, hier juist uit Salz burg van te mogen rapporteren. M. van Dooniinck waarvan er vier voor de eerste maal op Glyndebourne Opera naar festival van Edinburgh NA EEN AFWEZIGHEID van vier jaar, keert de Glyndebourne Opera dit jaar naar het Festival van Edinburgh terug met een programma van vijf opera's, het Festival worden opgevoerd. Op 23 augustus zal het opera-Seizoen van het Festival worden geopend met Verdi's „Falstaff"; het zal worden gevolgd door Bellinni's „1 Puritani", Poülenc's „La Voix' Humaine", Busoni's „Arlecchino" en Wolf-Ferrari's „II Segreto di Susanna". „I Puritani", waarmee het Glyndebour ne seizoen op 24 mei is geopend, heeft reeds grote lof van de critici en het pu bliek geoogst vanwege de vocale prestatie van Jean Sutherland, die de rol van El vira ook op het Festival zal zingen. „La Voix Humaine", beleeft zijn Britse pre mière op het Festival. Deze ontroerende opera bestaat uitsluitend uit het telefoon gesprek van een vrouw met haar minnaar, die van plan is haar te verlaten. Denise Duval zingt de hoofdrol in deze door Jean Cocteau geregisseerde opera, waarvoor hij ook de decors en kostuums ontwierp. De ze opera wordt tezamen met „Arlecchino" en „II Segreto di Susanna" opgevoerd. In „Arlecchino" zal Heinz Blankenburg de titelrol zingen, bijgestaan door Helga Pi- larczyk, Carlos Feller en Ian Wallace. In „II Segreto di Susanna" zijn de drie zan gers Mariella Adani als Susanna wier geheim was dat zij rookte Heinz Blankenburg als Santé en Sesto Bruscan- tini als Gil. Het operagezelschap zal wor den bijgestaan door het Royal Philharmo nic Orchestra en het Festival koor en ballet. Het zal in het King's Theatre te Edinburgh optreden. (Van onze correspondent in Wenen) DE BOUW VAN DE NIEUWE festi- DE „FRÜHLING", nu voor de vierde maal gegeven, is de op deze ontwikkeling aansluitende begrijpelijke reactie. Zij komt voort uit en wordt gedragen door de overtuiging, dat wij er met dit zomerse Salzburg alleen niet zijn. Want een mu ziekbeoefening, die meer naar binnen dan naar buiten is gericht, leek in onbruik te geraken. Dank zij het initiatief van het echtpaar Hummer en hun helpers van huis uit een concertbureau heeft men thans weer ontdekt, dat deze stad in we zen er niet een is voor uiterlijk vertoon, wél, dat zij vraagt om muziek en dit, Val-schouwburg in Salzburg is zover als men wil op iedere straat of plein, in v\ ieder park, paleis of iedere burcht. Dit gevorderd, dat de opdrachtgevers er voorjaar hebben de Hummer's de lijn van zeker van zijn dat het gebouw kant en hun juiste opzet zelfs nog een streepje klaar zal zijn vóór de plechtige opening verder doorgetrokken. Zij voerden ons op 2? juli aanstaande. De belangstelling met hun uitvoeringen in twaalf dagen niet i-i_i.i-i.ii slechts mee van de zalen der „Residenz" '"ervoor is ook m het buitenland zeer naar de tuin van „Mirabell", van het groot, omdat in de afgelopen jaren hon- Frohnburg-openluchttheatertje naar de derden toeristen telkens weer werden kerk van Maria Plain of van de ruimten teleurgesteld, die in het oude Festspiel- der „Hohen Salzburg" naar terras en i I, „Kavalierhaus" een paar van de naburi- haus geen enkele voorstelling konden bi]- ge kastelen: de bezoeker, tevoren uitge- wonen, omdat alle entreekprten dagen nodigd zi.in instrumenten mee te brengen, en weken van tevoren waren uitverkocht, kreeg ook gelegenheid samen met ande- Nu frngen zij een betere kans, want Salz- ren, met wie hu zich kon verstaan, op i i i -i daartoe aangewezen plaatsen zelf te mu- burS een nieuwe_schouwburg rijker meister had berekend, Ook dat is een prestatie. Maar in de loop van die drie jaren is er in Oostenrijk, en vooral in Salzburg zelf, op alle mogelijke manieren tegen dit project geageerd en geïntri geerd. Er zijn nog altijd in burgerlijke en artistieke kringen groepen, die uit persoonlijke overwegingen verwachten en hopen, dat deze gehele onderneming op een mislukking zal uitlopen. Daar naast zijn er echter ook zakelijke argu menten, bijvoorbeeld de vraag wat men in een provinciestad als Salzburg met een dure en luxueuze schouwburg kan beginnen buiten de éne maand van het festival om, waarbij men niet mag ver- siceren. Een mogelijkheid waarvan reeds geworden met 2.200 zitplaatsen voor pctcn clat c[eze stad reeds drie scliouw- deze eerste maal, goed werd gebruik ge- operavoorstellingen en 2.600 voor con- UI^fn '~>ez,L namelijk het oude rest- maakt- certen. Het gebouw is een werk van de bekende Oostenrijkse architect Clemens Holzmeister, die tevens het oude Fest- Landesbiihne, nog afgezien van een aan- WIL MEN HET PARTICULIER karak- - i ter handhaven van deze „Frühling - en fpielhaus een goede dertig jaar geleden daarop is alle kans dan zal naast dat- heeft ontworpen. Wanneer men deze gene wat het bureau-Hummer er bereid twee creaties met elkaar vergelijkt, kan is in te steken, de financiële hulp van men zjen ]1oe m-oot de ontwikkeling is particuliere zi.ide moeten komen. Afge- i u architect zien ervan of het wenselijk is hier een te ,->e^eest 111 llet weik van deze aichitect. De bouw heeft drie jaar geduurd, vrij wel geen dag langer of korter dan Holz- n]b werden opgebracht. Dat heeft men in Oostenrijk voor de muziek over! De houten betimmering in de grote zaal is afwisselend concaaf (verlicht) en convex (donker) en werd zo geconstrueerd om de beste akoestiek te bereiken. in de salons, maar alle critiek verstomde, toen men de grote zaal betrad. Daarbij dient men het volgende te bedenken. Even als het oude Festspielhaus ligt ook het nieuwe pal tegen een hoge en steile rots muur, zodat de schouwburg meer in de breedte dan in de diepte moest worden geprojecteerd. Om een minimum aan de onontbeerlijke diepte te bereiken, moesten er 55.000 vierkante meter rots uit de Mönchsberg worden weggekapt, maar des ondanks blijft de grote zaal meer breed dan diep. TOCH MAAKT ZIJ GEEN abnormale gestrekte indruk, omdat de zitplaatsen in het parket en op de eerste rang een ellips vormige lijn vertonen en omdat hierop een zelfde contour van de plafonds correspon deert. Daardoor wordt de illusie van diep te gesuggereerd, terwijl tevens het grote voordeel wordt bereikt dat men van elke plaats alles uitstekend kan zien en horen. Er is dan ook geen spoor van pilaren, zuilen of zware stutbalken te zien. On- tal uitstekende muziekzalen zoals in het danks haar breedte is deze zaal zeer in tiem, ze is een voorbeeld van moderne verfijnde luxe, een werkelijke feestzaal, waarin modern functionalisme met goede smaak werd verbonden. In de foyers zijn hier en daar op de effen muren fresco's en decoratieve constructies in gegoten ijzer aangebracht, die wel zeer modern zijn, maar toch niet extravagant. In een van de salons ontdekt men een prachtige gobe lin naar een ontwerp van Kokoschka, maar dit vertrek is jammer genoeg veel te smal, zodat het gobelin aan werking mist. De grote zaal echter heeft geen en kele decoratie, ze overtuigt alleen door een voorname, rustige ruimte, waarin de drie hoofdkleuren op elkaar zijn afge stemd, namelijk het parelgrijze moquette op de vloer, het bruine hout van de be timmering en de lichtpaarse bekleding van de zitplaatsen. MEN ZAL NATUURLIJK moeten af wachten of de sierlijke ellipsvormige lijn- geving ook gehandhaafd blijft, wanneer de zaal met toeschouwers in avondtoilet is ge vuld. Volgens de dirigent Von Karajan is de akoestiek voortreffelijk. Bovendien kon de pers er zich van overtuigen dat de to neelinstallaties met vijf verschillende hef- vloeren en meerdere zijtonelen aan de modernste eisen van toneeltechniek beant woordt. Uniek is de breedte van het toneel met een normale opening van dertig me ter, dat is tweemaal zo breed als die van de Weense Opera. Maar in Salzburg kan deze opening tot veertien meter worden vernauwd, zodat ook kleinere en intieme opera's kunnen worden opgevoerd. Aanvankelijk zal ook deze schouwburg de onvermijdelijke kinderziektes teboven conservatorium het Mozarteum, en in de universiteit. Bovendien zijn de kosten voor deze schouwburg enorm hoog. Zij belopen zeker meer dan 30 miljoen gulden, die door de gemeente, door pro vinciale staten van Salzburg en door het WAT EEN ANDER LAND als overdre ven luxe zou beschouwen, als een bewijs dat men ver boven zijn stand leeft, is hier iets dat vanzelf spreekt. Ook de Weense opera is zo'n geval, maar in dit land wordt cultuur nu eenmaal met hoofd letters geschreven, dat wil zeggen men be schouwt opera, muziek en toneelkunst als een groot nationaal belang, waardoor onder andere ook nog het vreemdelingenverkeer wordt bevorderd. Dat zijn echter overwe gingen en factoren die uitsluitend Oosten rijk, de autoriteiten aldaar en de publieke opinie aangaan. Wat de buitenlander inte resseert is de vraag of deze schouwburg aan de hoogste eisen beantwoordt en of Oostenrijk ook in dit middel de mogelijk heid heeft om zijn culturele rol te vervul len. Tijdens de persbezichtiging bleek tel kens weer, hoe moeilijk de Oostenrijkse journalisten zich van een zekere animosi teit konden vrij maken. Er werd danig gemopperd en gecritiseerd, men zocht met alle geweld naar argumenten, die tegen deze onderneming spraken. Men maakte niet geheel ten onrechte aanmerkingen op de belichting, op de foyers, die te lang en zeer smal zijn, op de decoraties (Van onze medewerker in Scandinavië) LOTERIJEN ZIJN in Scandinavië altijd erg in trek geweest. Voor tal van orga nisaties en instellingen van minder of meer belang organiseert men openbare verlotingen van zomerhuizen, zeil- of mo torboten en auto's op straat en de over heid is royaal met vergunningen. ENKELE JAREN geleden heeft men toegestaan, dat grote hotels er een ca sino op na gingen houden om de door de chronische inflatie ontstane geldruimte te helpen wegnemen. De croupiers zijn net echt en de speeltafels met de roulette zijn dat helemaal doch de reglementen zijn origineel en verre van aantrekkelijk. Om te beginnen kan men er geen geld winnen doch slechts fiches, waar men zijn verte ringen in het restaurant mee betalen mag. Meer niet. En verder geeft een „plein" geen zesendertig maal de inzet maar slechts twintig maal. Bij cheval en carré ligt de verhouding iets gunstiger voor de spelers doch het is lang geen Monte Car lo. Veel aftrek vindt dit spel dan ook niet. De Engelse voetbalpool en de Duitse lote rijen doen daarentegen wekelijks heel wat Zweedse kronen naar het buitenland ver dwijnen. De overheid aanschouwt dit uiter aard met lede ogen. tie van de totoprogramma's de losse num merverkoop weer omhoog ging. Toch heeft deze bemoeiing ook zijn risico's. Dat be wees onlangs een draverijtoto in Skara. De pers had de namen van de deelne mende paarden afgedrukt en daarop had den de spelers vertrouwd. Maar tot grote schrik van de baanbezoekers verscheen een paard op de baan, „Very Happy" ge heten, dat niet in de krant had gestaan. En het won! Een Nederlands paard, dat favoriet was, verloor. Bij de tweede loop herhaalde zich dit drama met het paard Capitol, dat eveneens niet was gepublir ceerd en won. Dit werd zelfs de kalme Zweden te gortig. En daar was men niet tegen verzekerd. Het vex-ontwaardigde pu bliek blokkeerde in massa de toegangen tot de totalisator. DE TOTO-LEIDING maakte de zaak al leen maar erger door door de luidspre kers de schuld te schuiven op de pers, waai'op de arme spoi't-journalisten het ont gelden moesten en door de politie in be scherming moesten worden genomen. Als zulke dingen zich zouden herhalen, zou het spoedig gedaan zijn met zo'n toto. Dan wedt men wel op de Engelse league of speelt in de Duitse loterij. NU IS ER SEDERT kort een ander gok je in zwang gekomen, dat een omzet van honderden miljoenen kronen per jaar heeft gekregen. Het is het V-5 Spel, een wedden schap op vijf paarden tegelijk en op elk afzonderlijk, waarmede de draaf sport is begonnen (naar men zegt om de achteruit gaande paardenfokkerij te steunen). Voor namelijk door dit spel is de omzet bij de di'averij- en renbaantoto's gestegen tot 240 miljoen gulden per jaar, waarvan de staat 45 miljoen gulden belasting heft. De belasting is voor V-5 lager dan voor de andere paarden-toto's (15 percent). Iedereen kan eraan meedoen zonder iets van paarden te weten. Men laat het in de regel niet bij een kansje maar bouwt een systeem op en aangezien een formu lier 5 lu-onen kost 3.70) kan dat aar dig in de papieren lopen. Men heeft zelfs een verzekering ingevoerd op het zoek ra ken van formulieren.... waardoor jain- merlijke teleux-stellingen, als in Neder land met de voetbaltoto zijn voorgeko men, vermeden worden. MEN WEDT OP DE BAAN of thuis, via zijn dagblad. De bladen hebben het al leenrecht om buiten de baan als bookma kers op te treden en innen wekelijks 300.000 kronen provisie plus 30.000 kronen verzekeringsprovisie voor hun bemidde ling. De prijzen zijn belastingvrij en kun nen van enkele tientallen guldens tot 450.000 bedragen, afhankelijk van de om zet van de ren- of draafbaan en van het aantal winnaars. De Zweese dagbladen, die onder toenemende kosten en afnemen de losse nummerverkoop te lijden hadden, hebben deze taak er gaarne bij genomen. Des te gereder omdat door hun publika- moeten komen. Zo beschikt men voor het komende festival slechts over de decors voor één opera, namelijk de Rosenkava- lier. Andere opera's zullen dus voorlopig nog m de Felsenreitschule, het oude Fest spielhaus en misschien zelfs in de Lan- desbuehne worden opgevoerd, hoogstens nog een paar maal van de nieuwe schouw burg gebruik zal kunnen maken voor gro te concerten. Bovendien zal het gebouw de tijd moeten hebben om een eigen sfeer te scheppen, doch alle voortekenen wijzen er op dat dit zal gelukken, omdat het grondconcept vooral van de grote zaal goed schijnt te zijn. Daarvan zullen zich nu niet alleen de prominentenkunnen overtuigen die de première van de R.osen- kavalier bijwonen en die dan voor een plaats in de eerste rijen 1.000 schilling (150 gulden) mogen betalen, maar ook al len, die na hen komen en niet te vergeten diegenen, die de unieke openingsplechtig heid en d'e eerste opvoering op hun tele visie-schermen zidlen kunnen volgen. Uit „Punch, honderd jaar humor" Servire's Luxe-pocket) t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 20