Massaspel in Tokio: minderheid van
nu demonstreert Japan van morgen
NKroemahs eenheidsideaal is
voor Afrika niet erg opportuun
Schreeuw van wrok, angst en ideologische
honger is een teken aan de wand
voor de Verenigde Staten
Nieuwe eenheden na verschuiving
van grenzen echter wel denkbaar
13
Emotionele produkten
Opwindende sensatie
Linkse regiseurs
Communisten erfgenamen
van MacArthur
Geen bewijs
Scheef beeld
Veelzijdigheid, verantwoordelijkheid en leiderschap
IN DE SMELTKROES (II)
ZATERDAG 2 JULI 1960
HAARLEMS DAGBLAD
- OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
TOKIO, juni. De lauwe wind joeg de laatste'regendruppels uit de scheme
ring. Twintig boeddhistische monniken sloegen met kromme stokjes op hun tam
boerijnen, waarop geschreven stond „Loop voor de vrede" en „Geen Hirosjima
meer". Door de modernste produkten van de Japanse elektronica, draagbare
transistor-luidsprekertjes, gilden de hoge stemmen van agitators. Boven de
hoofden van de massa zwaaiden rode vlaggen met elegante Japanse karakters aan
lange, dunne bamboestokken. Op de maat van het lawaai kronkelde langzaam
en dreigend een dikke slang van hossende, slagzinnen scanderende manifestanten
naar de gebarricadeerde ingang van premier Kisji's residentie. Achter het prikkel
draad zetten de politiemannen hun blauwe helmen op. De kop van de slang,
tienduizend opgewonden studenten lang, zwaaide tastend langs het hek, nog
dertig meter.... nog twintig.... nog tien. Fotografen uit alle werelddelen
poetsten de laatste stofjes van hun lenzen voor wat de „plaat van het jaar" moest
worden: een tierende menigte ging een trillende Kisji uit zijn huis slepen en aan
een boom opknopen, de razende climax van een maand massale demonstraties.
Er gebeurde niets van dat ailes. De
slang rook even aan de barricades en
zigzagde toen weer terug. Ten eerste was
Kisji niet thuis en de manifestanten wis
ten dat. Ten tweede vallen lynchings bui
ten de regels van de Japanse manifesta
ties, die geen opstand maar een schijn
gevecht zijn. een massaspel, waar Carel
Briels nog wat van zou kunnen leren. En
zolang men de deelnemers niet provo
ceert door de heer Hagerty, perschef
ener concurrerende onderneming, in hun
midden los te laten of extreem-rechtse
elementen met trucks op hen te laten in
rijden, blijft het een nogal vreedzaam
spel.
Het spel heeft uiteenlopende recensies
gekregen. Washington noemde het „de
ondemocratische terreur-acties van een
minderheid, het door een handvol com
munisten opgezweept straat-gepeupel".
Moskou juichte: „De heldhaftige uiting
van de Japanse volkswoede tegen de im
perialistische kliek en zijn lakei Kisje".
Welnu, zo eenvoudig is het niet, er was
geen sprake van volkswoede en ook niet
van gepeupel. Wat waren de „demo's",
zoals de demonstraties hier kortheidshal
ve heten, dan wél?
De deelnemers: de student Isjibasji, de
spoorwegarbeider Sato, de leraar Jama-
moto of de actrice Sjinoboe, krijgen een
oproep van de Zengakoeren, de vakbond
Sohyo of de federatie van acteurs, die
meedeelt dat het bestuur een motie heeft
aangenomen tegen Kisji en het nieuwe
veiligheidsverdrag met de Verenigde Sta
ten en of men maar zo goed wil zijn zich
's middags om drie uur te vervoegen op
het verzamelpunt bij station X of park Y.
De terugreis »,zal 's avonds om tien uur
gezamenlijk worden aanvaard. Student
Isjibasji, kameraad Sato, meneer Jama-
mota en mejuffrouw Sjinoboe hebben wel
iswaar het nieuwe verdrag nooit gelezen,
maar zij zijn, zoals de meeste Japanse
intellectuelen en geschoolde arbeiders, uit
gesproken pacifist en neutralist, een beet
je anti-Amerikaans, een tikje vagelijk
pro-Russisch. Zij zijn de emotionele pro
dukten van generaal MacArthurs admi
nistratie, die een anti-oorlogsclausule in
de Japanse grondwet schreef, een sterke
vakbeweging en een vrije pers stichtte,
de economische macht brak van de „Zai-
batsoe", de familiekartels, die hij als oor
logsmisdadigers voor de tribunalen
bracht, de politie ontmachtte en een on-
derwijs-vernieuwing doorvoerde die pro
gressieve, lees min of meer marxistische,
docenten achter de lessenaars zette.
Vandaag, nu deze voortvarende maatre
gelen niet meer alle in Amerika's globale
beleid passen, kijkt Amerika's ambassa
deur, Douglas Mac Arthur jr., beteuterd
naar de erfenis van zijn oom. Want de
naoorlogse Japanse generatie is trouwe-
lijk afkerig gebleven van de conservatie
ve kapitalisten, die zoals Kisji uit
de gevangenis weer op de ministerzetels
zijn teruggekeerd, zij blijven tegen mili
taire voorbereidingen, zij zijn op een vage
en romantische manier links en progres
sief, ergens tussen Roosevelt en Marx in.
Bovendien zijn zij loyale leden van hun
organisaties en al onderschrijven zij lang
niet allemaal voor honderd percent de
heethoofdige moties, zij willen ook niet
graag voor reactionair worden uitgeschol
den en dus doen zij mee. Zij wapenen
zich met een pakje boterhammen om te
Zelfs het Japan van eergisteren
manifesteerde mee: boeddhistische
monniken trommelden en zongen
eentonige gebeden voor het huis van
premier Kisji.
Dat waren de deelnemers. Wie zijn de
regisseurs? „Agenten van Peking en Mos
kou", zegt Washington. „De werkelijke
vertegenwoordigers van het Japanse
volk", meent Moskou. En daarin hebben
de buitenlandse recensenten zowaar alle
bei ten dele gelijk. Er waren communis
tische agenten bij, geenszins geheime ove-
rigens, zoals de voorzitter van de partij,
Sahzo Nozaka. De leiding van de studen-
tenoond Zengakoeren is uiterst links, om
vat een communistische minderheidsvleu
gel en een trotzkistisch-anarchistische
meerderheidsgroep. De vakbond Sohyo is
links-socialistisch, maar zelfs de Ameri
kanen durven zijn leider Akro Iwai niet
een communist noemen. Hij is socialist en
neutralist, precies zoals zwaargewicht
Ireiiro Asaooema. een locomotief van
Japanse angst voor oorlog: „Ga
weg U-2".
een man. die voorzitter is van de socia
listische partij.
Waar kwamen de gelden vandaan, die
deze „communistische samenzwering" fi
nancierden? Manifesterende vakbondslei
ders en parlementsleden kregen vijf gul
den per dag onkostenvergoeding, de deel
nemers kregen op z'n hoogst een treinre-
tourtje en twee broodjes, maar meestal
niets. Misschien is het waar, dat geblok
keerde recettes van Russische ballet- en
muziekensembles hun weg naar kassa's
der demonstraties hebben gevonden. Maar
vast staat dat de Amerikanen en premier
Kisji in overigens begrijpelijke verbitte
ring onbewijsbare beschuldigingen hebben
gelanceerd inzake financiering en organi
satie door Moskou en Peking.
Zeker hebben de manifestanten in de
kaart van het rode blok gespeeld, maar
de Volksraad tegen het verdrag is geen
communistische organisatie. Studenten
van Zengakoeren en communisten hebben
dezer dagen onderling een flinke kloppar
tij geleverd. De besturen der deelnemen
de organisaties zijn het op vele punten he
vig met elkaar oneens. Zeker ook vor
men de manifestanten slechts een min
derheid van het Japanse volk. Maar dan
wat voor een minderheid.
Zowel Nkroemah als de president van
het nieuwe Togo, Sylvanus Olympio, wens
ten de Ewe-stam te herenigen, hetgeen
dan vrijwel automatisch had moeten lei
den tot een aaneensluiting van Ghana en
Togo. Maar in plaats daarvan heeft het
probleem van de Ewe-stam tot een geschil
geleid, waaronder de betrekkingen tussen
Ghana en Togo sterk hebben geleden.
Nkroemah heeft een gelijksoortig ge
schil aan zijn westgrens met de Ivoorkust,
deze grens werd door de Britten en Fran
sen 70 jaar geleden getrokken, zonder dat
de plaatselijke bevolking er in gekend
werd.
Hetzelfde doet zich voor in de Belgische
Kongo, die nu een souvereine staat
is geworden. Het voornaamste feit
in dat gebied is een beweging om de Ba-
kongo-natie, die aan weerskanten van de
Kongo rivier woont, weer in één staat te
brengen. De Bakongo's wonen thans op
Belgisch. Frans en Portugees gebied. Men
schijnt de gedachte aan een hereniging
van de Bakongo's te hebben opgegeven,
ten minste voor het ogenblik, maar zij
Zou het Amerika geen plezier doen, in
plaats van zichzelf verrijkende conserva
tieve politici steunend op een achter
lijke boerenstand, eens een keer de ste
den, de jeugd, de universiteiten, de ge
schoolde arbeiders, de intellectuelen en
kunstenaars al vormen zij slechts een
minderheid vóór de Amerikaanse poli
tiek te zien demonstreren? Het Japan van
morgen in plaats van dat van gisteren?
Die vraag stellen is haar beantwoorden.
Tegenover de uitdagende wereldomspan
nende ideologie van het communisme
groeit in de ogen van die groepen en
niet alleen in Tokio een scheef beeld
van Amerika: een kolos die zijn rijkdom
wil beschermen met c n gordel van kern
bommen, huurlingen en politieke lakeien
wier enige ideologie lijkt te bestaan uit
de wens zijn genoeglijk bestaan nog een
eindweegs voort te zetten.
Dat algemene beeld wordt hier ver
sterkt door specifiek-Japanse factoren:
panische angst voor oorlog, intellectuele
anarchie, die losbarstte toen Japan uit het
stijve harnas van militarisme, nationalis
me en imperialisme brak. Al die drijfve
ren hebben zich gemanifesteerd in de
jongste schreeuw van protest, waarvan de
internationale consequenties veel ernsti-
Advertentie
lager van de B-klasse in volle zee.
zijn de kenmerken van een officierscarrière bij de Koninklijke Marine
Reeds van oudsher heeft de Koninklijke Marine
ten opzichte van haar officieren zeer hoge maat
staven aangelegd. De reden hiervoor is duidelijk:
zij moeten leiding weten te geven en reeds op
jeugdige leeftijd een grote verantwoordelijkheid
dragen. Om in verband met de tegenwoordige
ontwikkeling van wetenschap en techniek de
zekerheid te hebben dat de officieren van de
Koninklijke Marine van een uitgesproken kaliber
zijn, is een nieuw systeem ontworpen, dat de
garantie biedt voor een wetenschappelijke vor
ming en training op brede basis. Tijdens de
3-jarige opleiding tot officier, die voor alle korp
sen plaats heeft op het Koninklijk Instituut voor
de Marine te Den Helder, wordt de studie afge
wisseld met het beoefenen van alle takken van
sport, zoals zeilen, schermen, hockey, atletiek en
tennis. Dit mede met het oog op het bevorderen
van teamgeest en kameraadschap.
KON N KL IJ K E MA R I N E
VEREISTE DIPLOMA'S:
Voor zeedienst ^w.o. mede begrepen marine-
luchtvaartdienst), technische dienst en elektro
technische dienst: Gymn.-B of H.B.S.-B; voor
het korps mariniers en administratie: Gymn.-A
of -B/H.B.S.
ZEND DEZE
^coupon
p| het Ministerie van Defensie (Marine) m
Lange Voorhout 7, 's-Gravenhage. HD2
p NAAM p
|j ADRESp
TE
Leerling Gymn./H.B.S. afd.:klasse:
In bezit diploma Gymn./H.B.S. afd.: p
p verzoekt toezending van
p? het boekje Opleiding marineofficier"
LONDEN (UPI) NKroemahs optimis
tische eenwordingsprojectie voor de onaf
hankelijk geworden Afrikaanse landen
heeft nogal wat schipbreuk geleden. De
premier van Ghana werd gesterkt in dit
geloof door de geweldige indruk, die de
anafhankelijkwording van zijn land op na-
nalistische bewegingen in andere delen
van Afrika maakte. Ghana was de eersté
kolonie in Afrika, die een soevereine staat
werd. Miljoenen Afrikanen buiten Ghana
zagen er het begin van een nieuw leven
in. Duizenden blanke kolonisten en amb
tenaren vreesden het begin van het einde.
Nkroemah werd er ook toe gebracht om
de mogelijkheden van een Afrikaanse een
heid op korte termijn te overschatten door
het akkoord met president Sekoe Toeré
van Guinea, waarbij Guinea en Ghana be
sloten een federatie aan te gaan. Guinea
was het tweede Afrikaanse gebied, dat zijn
onafhankelijkheid verkreeg.
Maar Touré werd ten dele tot»dit ak
koord met Ghana gedwongen vanwege het
Franse besluit om de voormalige kolonie
onmiddellijk en volledig aan haar lot over
te laten. De Fransen trokken hun gehele
bestuursapparaat uit het land terug en na
men zelfs de archieven en het meubilair
van hun kantoren mee. Maar zelfs toen
tertijd waren er vele Afrikaanse politici
die Nkroemah's vurige wens om snel een
politieke eenheid tot stand te brengen niet
deelden.
De president van het Afrikaanse Natio
nale Congres in Noord-Rhodesia verklaar
de drie jaar geleden tegenover een corres
pondent van UPI: „Allereerst willen wij
ons losmaken van de federatie met Zuid-
Rhodesia en Nyasaland. Dan willen wij
onze onafhankelijkheid bevestigen en daar
na pas wordt het misschien tijd om over
aansluiting bij andere gebieden te den
ken."
Soevereiniteit
Verleden maand nog heeft de eerste mi
nister van West-Nigeria, Samuel Akintola,
de volgende uitspraak gedaan: „Soeverei
niteit is een zegen, die voor Afrikaanse
landen te nieuw is dan dat zij bereid zou
den zijn die weer gauw op te geven."
De keizer van Ethiopië toonde zich even
eens sceptisch, al was hij positiever van
toon. In een onderhoud met UPI zei hij
onlangs dat hij in beginsel voorstander
ger waren dan de schreeuw zelf, die door
sensationele berichtgeving opgeschroefd
is.
Maar voor gerustheid is geen reden: dit
was voor de Japanse oppositie slechts een
proef. De massaspelen zullen zich herha
len, steeds groter en uitgebreider. Tot de
dag waarop het spel bittere ernst wordt. I
was van eenheid tussen Afrikaanse lan
den, maar dat dit zou moeten beginnen
met economische samenwerking. Deze zou
dan kunnen worden gevolgd door bepaal
de politieke akkoorden met nabuurlanden
en ten slotte door een nauwere aaneenslui
ting, vooralsnog op regionale basis.
Aaneensluiting op regionale basis is ook
de politiek van de Afrikaanse leider in
Nyasaland dr. Hastings Banda, maar eerst
nadat de federale banden met Zuid-Rho-
desia verbroken zijn. Banda wenst een
federatie met Noord-Rhodesia en Tangan
yika en wellicht later met Kenya, Oegan
da en zelfs Kongo.
Deze verklaringen en gebeurtenissen, ge
voegd bij het feit, dat zo vele Afrikaanse
gebieden thans snel op weg zijn onafhan
kelijke staten te worden, wijzen op het
bestaan van vier stromingen: naar een
heid, naar verdere verdeling, naar het
handhaven van de bestaande grenzen en
naar een verschuiving van grenzen om de
willekeur van de koloniale verdeling van
het Afrikaanse continent ongedaan te ma
ken. Een reeks van voormalige Franse
koloniale gebieden is thans bezig volledig
soevereine staten te worden en zij geven
van deze onderscheiden tendenties goede
voorbeelden.
Senegal en de Franse Soedan zijn sa
mengegaan in de Malifederatie, een regio
nale groep dus. Frans Equatoriaal Afrika,
dat zich eerst in vier republieken had ge
splitst in het raam van de Franse ge
meenschap (Tsjaad, de Middenafrikaanse
republiek, Frans Kongo en Gabon), heeft
nu een hergroepering ondergaan. De eer
ste drie hebben besloten samen te gaan
in de „equatoriale unie" maar Gabon blijft
er buiten.
Misplaatste grenzen
Toen na de Eerste Wereldoorlog de Duit
se koloniën in West-Afrika verdeeld wer
den als protectoraatsgebieden tussen En
geland en Frankrijk, sneed die verdeling
ook dwars door de machtige Ewe-stam,
waarvan de leden zich altijd sterk lotsver-
bonden hebben gevoeld. Die stam is thans
nog verdeeld. Het westelijk deel van het
gebied waarin de Ewes wonen, Togoland,
werd gevoegd bij de vroegere Britse ko
lonie de Goudkust, die vervolgens Ghana
werd. Het oostelijke deel is de westelijke
streek van de nieuwe onafhankelijke repu
bliek Togo.
kan gemakkelijk weer worden opgerakeld
en daardoor aanleiding worden tot een
ernstig geschil tussen de Kongolese repu
bliek en de Portugese overheid in Angola.
In Kenya, dat thans ook op weg is on
afhankelijk te worden, heeft de machtige,
ten dele nog als nomaden levende stam
van de Masai een beweging ingezet om
het grondgebied, waarop de Masai wonen
binnen één staatkundig verband te bren
gen. Hun gebied is thans verdeeld tussen
Kenya en Tanganyika. De politieke ont
wikkeling in Kenya heeft ook reeds geleid
tot een separatistische stroming in de
kuststrook, die in 1895 van de sultan van
Zanzibar gepacht werd om de haven van
Mombasa in rechtstreekse verbinding te
brengen met het achterland van Kenya.
Thans willen de Arabieren en ook een deel
van de Afrikanen, die in de kuststrook
wonen, ofwel terugkeren onder het bestuur
van de Sultan van Zanzibar of een auto
nome regering vormen in los verband met
een onafhankelijk Kenya.
Algerije: een wig
Zo heeft de gemeenschappelijke strijd
tegen koloniale overheersing en rassendis
criminatie sommige Afrikaanse staten tot
elkaar gebracht, maar in andere gevallen
verdeeldheid veroorzaakt. Daar komt nog
bij, dat de Algerijnse kwestie dreigt een
wig te drijven tussen de voormalige Fran
se koloniën en de andere gebieden.
Leden van het nieuwe Franse gemene
best zenden geen afgevaardigden naar
conferenties, waar de Algerijnse kwestie
wordt besproken, terwijl de „anti-Franse"
staten steun verlenen aan ondermijnende
activiteiten en zelfs openlijke opstanden in
de „pro-Franse" gebieden. Een voorbeeld
daarvan is de rebellie in Kameroen door
de zogenaamde „volksbeweging van Ka
meroen", georganiseerd met hulp van Al
gerijnse rebellen in Caïro.
Er zijn nog vele andere obstakels op de
weg naar een verenigde staten van Afri
ka. De verbindingen zijn slecht en het con
tinent is van een geweldige omvang. Er
is geen gemeenschappelijke taal. De voer
talen op regeringsniveau zijn Arabisch,
Frans, Engels, Portugees, Spaans en Afri
kaans. Van die talen is alleen het Ara
bisch de voertaal van een meerderheid
van de inheemse bevolking, die in die taal
geregeerd wordt. De Afrikanen zelf spre
ken honderden verschillende talen.
Vóór alles echter hebben de nieuwe Afri
kaanse regeringen hun handen vol aan het
oplossen van de fundamentele problemen,
die voortvloeien uit achterlijkheid, onwe
tendheid, armoede en ziekten, problemen
die de vooruitgang van Afrika blokkeren
en de staatkundige problemen in korte
tijd een zeer dreigende omvang kunnen
geven.
Advertentie
Hotel - Café
Restaurant
eten, een boek om onderweg te lezen en
een vlag om mee te zwaaien. Dan. voor
dat zij het weten, ondergaan zij een op
windende sensatie. Zij zijn niet meer al
leen, maar onderdeel van een geweldige
massa, die demonstreert om „de demo
cratie te redden in Japan en de vrede te
bewaren in de wereld". Wat deert hen
het feit dat Japan in het nieuwe verdrag
groter onafhankelijkheid van de Verenigde
Staten krijgt dan Amerika's westelijke
deelgenoten in de Noordatlantische Ver
dragsorganisatie.
Wat betekent Kisji's enorme parlementai
re meerderheid, die paar honderd afge
vaardigden tegenover de honderdduizen
den manifestanten, die Japans voorhoede
zijn? Niets, zp meent die voorhoede, en
draaft ordelijk mee in de rij, waarvan
de ene helft „Weg meten de andere
„Kisji" roept, zodat iedereen adem kan
sparen. Ieder heeft zijn rol, ieder host op
zijn beurt en op de aangegeven plaats, op
afstand door de regisseurs in de luidspre
kerwagens bestuurd, bijgevoed door stu
denten die broodjes uitdelen, ten slotte
wuivend en lachend over een breed front
terugmarcherend over de boulevards,
waar de politie het verkeer stopzet, naar
de staiions. Daar levert men hoofddoeken
en armbanden in bij de secretaris, rolt
de vlaggen op en keert „moe maar vol
daan", zoals zeker in het verenigingsblad
zal staan, naar huis. Men heeft met Ja
panse discipline gedemonstreerd voor de