Vijf eeuwen letter, beeld en band
I I
bHM»
W ZOMEREXPQSITIE
IN RIJKSMUSEUM
IN MINUDIE BRENGT DE ZEE DE
VISVANGST ZELF BINNEN
Amerikanen geven bijna
vijftig miljard dollar uit
voor vrijetijdsbesteding
<-Wek0fjmffpegMoég4 wffi alle editie^ van
Haarlems Dagblad'Oprechte Haarlemsche Courant
en IJ muider Courant
wÈSËm
I driekwart stuiver). Men is dan nog ver af
WMMMm
WmÊM&m:
- A
X0Më. W'r%
SfIP
„GEDRUKT IN NEDERLAND
TOT 11 SEPTEMBER is in het Rijksmuseum te Amsterdam een bijzonder
interessante zomerexpositie te bezichtigen „Gedrukt in Nederland
vijf eeuwen letter, beeld en band". De expositie is georganiseerd door
de Werkgevers- en Werknemersorganisaties in het Grafische Bedrijf in
samenwerking met het Rijksmuseum. De opstelling van het tentoonstel
lingsprogramma en de keuze van de stukken geschiedde door een
commissie, bestaande uit de heren D. H. Couvée, prof. mr. H. de la
Fontaine Verwey, S. L. Hartz, prof. dr. W. Gs. Hellinga en prof. dr. G. W.
Ovink. De commissie werd bijgestaan door deskundigen en de in
richters van de expositie, de heren Wim Crouwel en Kho Liang Je. De
heren G. J. Brouwer en Remco Campert verzorgden de bibliografische
beschrijvingen en de inleidende teksten voor de catalogus.
ven door rabbijn Menasseh ben Israel,
vragen wij ons af of hij hier óók honderd
gulden voor kreeg; of was het een vrien
dendienst die Rembrandt aan zijn over
buurman in de Jodenbreestraat heeft be
wezen? Plantijn heeft ook in Leiden ge
werkt waar de Academie belangrijke
boekdrukkers aantrekt en hierbij stuitte
men op dezelfde moeilijkheden waarmee
men nu ook wortelt, namelijk schaarste
op de arbeidsmarkt. Ook in de Gouden
Eeuw kocht men personeel weg, stelde
men weningen beschikbaar en gaf men
extra geld om deze in te richten, om van
de verhuiskostenvergoeding maar niet te
spreken (hel lijkt wel of ze allemaal uit
Schiermonnikoog moesten komen). En
dan kwam de grootste troef, die er thans
echter niet is: vrijstelling van „militaire
dienst"!
TUSSEN HET VERVAARDIGEN
can de eerste in het Diets gedrukte
Bijbel can Jacob Jacobszcan der
Meer en Mauricius Yemantszde tien
de dag ran Januario in het Jaar onzës
Heren 1477 (te Delft), bestemd voor
„het Dief (de diede is het gewone
volk) en het drukken can de Bijbel
can het Nederlands Bijbelgenootschap
in 1960, geïllustreerd door Mart Kern-
pers, zijn Nederlandse kunstenaars,
ambachtslieden, industriëlen en ar
beiders allen in hel grafische vak
bezig geweest het meest uiteenlopen
de drukwerk te vervaardigen, dat nu
onmisbaar voor onze samenleving is
geworden. Op de zomcrtentóonsteUing
in het Rijksmuseum wordt nu getoond
wat het resultaat van hun xoerk ge
weest is. Hoe zij beïnvloed werden
door de industriële ontwikkeling en
de diverse kunstrichtingen stijlmode
hoe zij als mensen van hun tijd uit
drukking gaven aan de opvattingen
van die tijd en hierbij in vele ge
vallen weer anderen beïnvloeden.
Natuurlijk speelt het hoek, gezel, ge
drukt- op perkament of papier en
gebonden in perkament, leder, linnen
of plastic, hierbij de hoofdrol. De
kopij, die uiteraard het eerste nodig
is. wordt echter ook niet vergelen, zo
min als de atlassen, kaarten, kalen
ders, prenten, lettertypen en kleuren
drukken in diverse technieken.
Is het gedrukte boek nog maar en
kele eeuwen oud, hei geschreven
„bock" is bijna zo oud als onze be
schaving. Als „aanloopje" tot de incu
nabelen (gedrukte boeken, van de uit
vinding der boekdrukkunst- tot 1500)
worden op de expositie een paar fraaie
handschriften getoond en veler ge
dachten zullen daarbij uitgaan naai
de kloosterlingen die met de voort
brengselen van hun ganzeveer zoveel
r~> O
gedaan hebben voor de ontwikkeling
van onze voorouders. Deze school
meesters, schrijvers-kalligrafen en uil
gevers noemden zich in Luik niet
voor niets „Broeders van de F enne".
Droegen zij als teken van hun waar
digheid een schrijf veder op hun muls,
hun „Broeders des gemenen Levens"
in Deventer hadden dit symbool niet.
De leden van deze gemeenschap, die
in 1383 gesticht is door Geert Grooie,
zijn als liet ware de leermeesters van
de Nederlanders geweest, waardoor
zij er zeer toe hebben bijgedragen de
vraag naar boeken te verhogen. En zo
ontstond het speuren naar nieuwe
mogelijkheden om aan deze vraag te
voldoen. De hervorming vergrootte
nog de leeshonger en de geschied
schrijvers vragen zich af of de be
hoefte aan Bijbels en pamfletten de
drukkunst gestimuleerd heeft of dat
juist door de uitvinding van het.
„mechanisch schrijven" de hervorming
zo'n enorme vlucht heeft genomen.
NA DE VITRINES, waarop het voor
gaande betrekking heeft, biedt de exposi
tie een afdeling waar de blokboeken (met
een geheel in hout gesneden tekst en (of
illustratie) naast de eerste voortbrengse
len van het „mechanisch schrijven" lig
gen (de eerste druksels van losse letters.)
De initialen werden er aanvankelijk nog
met de hand ingetekend en de illustraties
houtsneden werden voor verschillen
de uitgaven gebruikt. Ook al pasten deze
dan soms niet meer in de bladspiegel,
het inkleuren geschiedde toch met even
veel liefde. Een andere reden waarom in
Noord-Nederland het gedrukte boek zo'n
vlucht nam is het feit dat men daar het
geld niet bezat zich een handschrift aan
te schaffen, dat het tienvoudige kostte van
de prijs van het gedrukte boek. Duurde
het schrijven-kalligraferen soms niet een
jaar of langer? Ook de nieuwe papierma
kerij speelde hierbij natuurlijk een rol.
HAARLEM WAS IN DE vijftiende eeuw
het centrum van de drukkunst. Onze stad
genoot Jacob Bellaert drukte veel geïllus
treerde boeken, waarin Gerard Leeu uit
Gouda hem voorgegaan was, In „Der son
deren Troost" uit 1134 staat het hierbij
afgebeelde drukkersmerk (een griffioen
met een blank schild en daarboven het
wapen van Haarlem). Het bevat verder
fraaie houtsneden van de zogenaamde Bel-
laertmeester. Bellaert drukte ook een
populaire encyclopedie: „Boeck van den
proprieteyten der dinghen" (1485). Voor
Het symbool van S. L. Hartz' nieuwe letter,
de Juliana.
1501 verschenen er. let wel, -drieëntwintig
uitgaven van, elf in de „moderne" talen
(Engels, Frans, Nederlands, Spaans) en
twaalf in het Latijn. Is het niet opmerke
lijk dat er zoveel boeken in het Latijn
verschenen? Dit is nog lang zo gebleven.
De bloei van de Nederlandse drukkerij
uitgeverij is hoofdzakelijk te danken aan
het universeel gebruik van het Latijn ook
buiten onze landsgrenzen. In de zeventien
de eeuw was het zelfs een modetaal ge
worden. Bekend is bijvoorbeeld dat een
predikant te Nieuwendam in dertig lessen,
zijn leerlingen (Messieurs en Joffrouwen)
zo ver bracht dat zij in deze taal de
bijbel konden lezen en de psalmen konden
zingen!
DE OORLOG IN HOLLAND en de bloei
van Antwerpen waren in de loop van de
zestiende eeuw de oorzaak ervan dat de
Scheldestad de drukkers tot zich trok. De
helft van de Nederlandse persen bevond
zich daar. Als het. in de noordelijke Neder
landen wat rustiger wordt en Leiden een
universiteit heeft, gaan zich in Leiden en
Amsterdam meer drukkers vestigen.
Bij het noemen van Antwerpen als druk-
kersstad denkt men aan Plantijn, die
tweeëntwintig persen bezat waarmede hij
meer dan zestienhonderd uitgaven drukte.
De Benelux zat ons toen al in het bloed:
deze beroemde en geleerde Antwerpse
drukker kreeg namelijk, toen hij op een
„zakenreis" Utrecht bezocht, dertig pond
als „aanmoediging" om Guicciardini's
„Beschrijving der Nederlanden" uit te ge
ven, wat door het stadsbestuur beklonken
werd met. twaalf kwart wijns. Rubens
tekende voor Plantijn op zon- en feest
dagen onder andere de titelpagina van het
Brevarium Romanum; juist op zon- en
feestdagen want op werkdagen vroeg Ru-
i tentoonstelt ine volk in nerzef. M bons hier honderd gulden voor en dat kon
7elfs meester-drukker Plantijn niet beta-
lne. Bij de „Piedra Gloriosa", het. door
Affiche van Dick Differs (1040) Rembrandt geïllustreerde boek, uitgege-
Houtsncde uit Dialogus crealurae (Gouda,
Gerard Leen 1480)
LEIDEN EN DE ACADEMIE doen in de
allereerste plaats aan de Elseviers denken
en met deze grote drukkersfamilie komt
men op deze expositie dan ook in Am
sterdam terecht, de stad van handel en
zeevaart.
HIERDOOR ONTSTONDEN de reisver
halen en er was een grote vraag naar
globes, atlassen en kaarten. Met een beet
je verbeelding ziet men de vloot uitvaren
naar Oost-Indië, Brazilië enzovoort, waar
bij Nova Zembla nog even genoemd
moet worden (Gerrit do Veer, „Waarach
tige Beschrijvinghe van drie Seylagien",
Amsterdam, Corn. Claesz. 1598). In de
zeventiende eeuw zijn de Nederlanders
niet alleen grote zeevaarders, maar ook
de grootste uitgevers van de wereld. De
Nederlanden drukten van alles, vooral
wat elders verboden was. Zij blinken uit
in het drukken maar ook in de kalligrafie.
Bekijk bijvoorbeeld het prachtige werk
van schrijfmeester/graveur Hondius.
In de achttiende eeuw worden werken
van vele vooruitstrevenden, zoals Montes
quieu en Rousseau, hier voor het eerst
uitgegeven. Wie van de natuur houdt, kan
met. de uitgaven van deze eeuw ook zijn
hart ophalen. Natuurlijk ontbreken Maria
Sibilla Merian en Sepp op de expositie
niet. Beiden hebben ditmaal hun insekten
medegenomen. De „romantische" negen
tiende eeuw heeft charmante boekjes
voortgebracht maar in doorsnee is Neder
land ingeslapen. Goede smaak en origina
liteit zijn verre te zoeken. De expositie
toont, voortreffelijk hoe Nederland uit de
ze sluimering ontwaakt is.
DAT ER LETTTERS NODIG ZIJN om te
kunnen zetten zal ieder duidelijk zijn. Dat
er op deze tentoonstelling veel aandacht
aan de letter geschonken wordt is verheu
gend. Haarlem speelt ook hierbij weer een
grote rol.
Is de Lettergieterij Amsterdam, mo
menteel een der grootste lettergieterijen
der wereld, weliswaar in de verre buiten
wijken van onze stad gevestigd, haar be
faamde adviseur en ontwerper S. H. de
Roos, wiens invloed op de wedergeboorte
van onze boekdrukkunst zo onuitsprekelijk
groot geweest is, is onze stad al vele ja
ren trouw.
Voor het bestuderen van de produkten
van de lettergieterij van .Joh. Enschedé
en Zonen moeten wij terug naar de vijf
tiende eeuw. Van Henric de Lettersnider
loopt de lijn over Van Dijck, Voskens,
Fleischman, Rosart, de oosterse typen uit
de negentiende eeuw, naar Jan van Krim
pen en S. L. Hartz. De letter van Hartz,
de Juliana, toont ons dat bij de gieterij
van Enschedé na het hoogtepunt in het
oeuvre van Van Krimpen een nieuw ta
lent tot ontwikkeling is gekomen.
HET IS NIET TE VERWONDEREN,
dat de kosmopolitische handelsstad Amster
dam. een goede bodem was voor het ge
dijen van het perswezen. Nieuws was hier
wel te krijgen en men had het met zijn
vele verbindingen ook nodig. Wij kunnen
ons niet meer voorstellen, dat de oudste
couranten geschreven werden, zoals in
1509 de Nouvelles van de Comploiren te
Amsterdam, die nota bene in 's Graven-
hage verscheen. De oudste bekende ge
drukte courant is van 1618, Amsterdam,
gedrukt door Joris Veselaer. Ook doet het
vreemd aan dat. wij couranten exporteer
den naar landen, waar deze niet. vervaar
digd werden. De Tijdinghen werden in on
ze hoofdstad, vertaald in hel Engels of
Frans en „snel" gedrukt en verzonden.
■Kwam het nieuws van ver, bijvoorbeeld
Wenen, dan was het soms een maand oud.
LEERZAME LECTUUR is de Tydinghen
uyt verscheyde Quartieren van 1664, „ge-
druckt op 't Water" (Damrak) bij de oude
brug in „de Lelye onder de Doornen".
De „Tydinghen" leert ons wie het geluk
hadden in Algiers als slaaf door De Ruv-
ter vrijgekocht te worden. Dit waren voor
al inwoners uit Noord- en Zuidholland. De
provincies waar de „pestilentie" zo'n er
ge uitwerking had gehad volgens de sta
tistieken uit die tijd: zestienhonderd doden
in twaalf maanden. Geen wonder, dat men
in het voorzichtige Rotterdam niet wenste,
dat er mensen van elders met kramen op
de Jaermarkt zouden komen. De Pest werd
buiten de poort gehouden, maar of met
de Pest de ziekte of de concurrent be
doeld werd, vermeldt de in vele letter
typen gezette „tijding" niet.
VAN DE Oprechte Haarlemsche Cou
rant wordt een nummer uit 1740 getoond
met een administratie-boek van de druk-
ker-uitgever. De advertenties bedroegen
Hrt memchelukt Ifvcn Uil B.irtholomfu* Engelsman Haarlem M85 Zie 5/
„Het menselijk leven". Uit Bartholomeus
Engelsman, Haarlem 1485.
twaalf percent van de jaarinkomsten. Ta
rief vijf stuivers per regel. Prijs courant
Ofjicium meum stabile pgitariB halve stuiver (exemplaren op fijn papier
zzzm— -
jStandvastig in mijn willoasheii
jwendik m ij ft wen dsn nimmer moe.)
Ka Ij smaalt mijn wispelturigheid?
IDus is mijn taak,mijn trouw,zie toe!)
Een blokboek uit deze eeuw (1932) is Zin
nebeeldenvan M. C. Escher. Hierbij is een
pagina uit dit boek gereproduceerd. (De
tekst is van A. E. Drijfhout).
van de Telegraaf van 12 juli 1921, de eer
ste Nederlandse courant, waarin een foto
pagina werd opgenomen. Deze hangt in de
buurt van het weekblad Het Leven. Helaas
(zegt een recensent in zijn verslag van de
expositie in „De Journalist") niet met een
voorbeeld van de bekende stippellijntjes
die aangaven „de weg die de misdadiger
volgde" en het X-je „waar het mes gevon
den werd".
NA DE BEWONDERING afdwingende
expositie-afdeling met kleurenreproducties
is er dan nog de sector boekbanden. Gaat
eens ervaren hoe goed het doet het wapen
van Haarlem aan te treffen op e'en kalfs
leren band uit 1608. (Const-thoonende ju
weel bij de loflijcke stadt Haerlem
int licht gebracht.) Wie zal er met meer
liefde een boek gebonden hebben dan Al-
bert Magnus, door wiens werk de Neder
landse bindkunst in de zeventiende eeuw
een hoogtepunt bereikte, toen hij voor een
bijbel een band van rood marokijn uit
zocht en op de beide platten versieringen
aanbracht van vogeltjes in wingerdranken
om deze aan te bieden aan Claes Visdoch-
ler: Maria, nadat hij haar eerst zijn hart
geschonken had.
F. Mayer
DE WIJZE, WAAROP DE VISSERS
van Minudië aan de kost komen, is uniek.
Zij verschalken de vissen per ladder, eni
ge meiers boven de begane grond en bo
ven de waterspiegel. In de Baai van Fun-
dy (waaraan Minudië is gelegen) is het
verschil tussen hoog water en laag water,
tussen eb en vloed dus, namelijk vele me
ters groot. Soms zelfs bedraagt dat ver
schil twintig meter. De Baai van Fundy,
waar de verschillen lussen eb en vloed
hoger zijn dan waar ook elders ter we
reld, is een bijna 250 km lang vingervor-
mig aanhangsel van de Atlantische
Oceaan. Hij scheidt de Oost-Canadese
Provincie Nova Scotia van de provincie
Nieuw-Brunswijk. Dit fenomenale getij-
denverschil is voor de vissersbevolking
van Minudië een natuurlijkbuitenkans
je, want het stelt de manven in staat om
hun visserij-bedrijf op het droge uit te
oefenen. Op het droge en boven de begane
grond.
EDMUND BRIAN, een der vissers van
Minudië, neemt, als hij ter visvangst tijgt,
een paard en wagen mede. Hij laadt een
ladder op de wagen, roept de hulp in van
een paar dorpsjongens en trekt dan over
het harde, met stenen bezaaide strand
naar zijn „akker" om zijn „vis-oogst"
binnen te halen. Honderden meters lang
zijn de netten, die hij heeft gespannen
tussen palen van berkhout. Bij hoog wa
ter spoelt de zee door die netten en ge
raken de vissen erin verstikt. Bij het val
len van het water komen de netten weer
droog te staan, maar de vissen blijven
spartelend en kronkelend in de mazen
achter. Edmund Brian heeft in de regel
een vangst van ongeveer duizend vissen
per dag. De ladder-visserij want Ed
mund moet op een ladder klimmen om
de buit binnen te halen loont zich dus!
EDMUND BRIAN en de andere ladder
vissers van Minudië zien er uit als „gewo
ne" vissers en zeelieden waar ook ter we
reld. Zij hebben in sommige opzichten ook
te kampen met dezelfde moeilijkheden en
tegenslagen als de andere vissers. De zee
maakt hun netten kapot. Schipbreuk kun
nen zij weliswaar niet lijden, maar als
een visser te lang op het strand blijft en
door de vloed wordt verrast, kan geen
vriend en geen reddingsboot hem helpen.
HET ZAL VOOR VELEN een grote ver
rassing zijn te vernemen dat de indus
triedie de snelste groei vertoont, in de
Verenigde Staten die met betrekking tot
de vrije tijdsbesteding en ontspanning"
is. Een van de leidende beleggingsmaat
schappijen, de firma Francis I. du Pont
and Company, heeft hiervan een uitvoe
rige studie gemaakt en de resultaten er
van in een rapport vastgelegd. Volgens
haar schattingen geven de Amerikanen
dit jaar aan „vrije tijdsbesteding" onge
veer drie en veertig miljard dollar. Twee
miljard dollar meer dan verleden jaar.
En aangezien deze groei nog geenszins
tot staan is gekomen, mag ivorden aange
nomen, dat de jaarlijkse uitgaven nog dit
jaar het fantastische bedrag van vijftig
miljard dollar zullen bereiken.
ZO OP HET EERSTE GEZICHT zijn
dit onbegrijpelijk hoge cijfers, maar wan
neer men bedenkt, dat deze ontwikkeling
een uitvloeisel is van een veranderende
samenleving dan wordt alles direct veel
duideijker. Het aantal, aan het arbeids
proces deelnemende, mannen en vrouwen
neemt voortdurend toe, zodat thans ruim
zes en zestig miljoen mensen daarbij zijn
ingeschakeld, die vrijwel zonder uitzon
dering meerdere weken per jaar va
kantie met doorbetaling van loon hebben.
Bovendien is in bijna alle industrieën de
veertig urige werkweek ingevoerd, waar
bij niet vergeten mag worden dat Ame
rikanen over het algemeen hoge lonen en
salarissen hebben. De Amerikaan heeft dus
niet alleen een behoorlijke dosis vrije tijd,
maar ook geld om het aan allerlei lief
hebberijen te besteden.
Nu volgt natuurlijk de vraag wat Ame
rikanen met hun vrije tijd doen en aan
welke ontspanning ze hun geld besteden.
Uit het rapport van Du Pont blijkt dui
delijk dat een actieve vrije tijdsbeste
ding sportbeoefening en dergelijke
hierbij op de voorgrond staat. Druk beoe
fende takken van sport zijn jagen, vissen,
boogschieten en skiën. Ook het golfspel en
kegelen vinden steeds meer beoefenaren.
De watersport duiken, zwemmen, zei
len en roeien wordt door miljoenen be
oefend; dit blijkt uit het aantal plezier
boten (van klein tot groot): namelijk
7,8 miljoen.
DE TOENAME van de actieve sport
beoefening heeft een betrekkelijke achter
uitgang veroorzaakt bij de zogenaamde
kijksporten zoals honkbal en boksen. Nu
vrijwel iedereen thuis een televisie toestel
heeft is ook het bioscoopbezoek gedaald.
Met dit al blijft de kijksport in het alge
meen patroon van de vrije tijdsbesteding
een bijzonder belangrijke plaats bezetten.
Het is ook van belang op te merken, dat
de toenemende deelname aan allerlei tak
ken van sport de belangstelling in cultu
rele evenementen allerminst heeft doen
tanen. Zo blijkt uit bovengenoemd onder
zoek dat er meer boeken worden gelezen
dan ooit tevoren en dat er veel geld wordt
besteed aan de aanschaf van grammofoon
platen en grammofoons. In het bijzonder
de Hi-Fi en de stereofonisch opgenomen
platen hebben een enorme aftrek.
OOK WORDT MEER TIJD besteed aan
het bijwonen van toneel- en operavoorstel
lingen en van concerten: verleden jaar
werd hiervoor bijna het dubbele uitgege
ven van een tiental jaren geleden. Foto
graferen, al sinds jaren een liefhebberij
van velen, behoort nog steeds tot de
belangrijkste „vrije tijdsbestedingen". De
groei van de „ontspanningsindustrie",
aldus het rapport, is voor een
belangrijk deel te danken aan een veran
dering in houding bij de massa ten aan
zien van de financiering van hun liefheb
berijen. Bij een hoog peil van inkomen
en werkgelegenheid schijnt men er toch
niet tegen op te zien de „ontspanning"
op krediet te financieren.
Volgens het rapport worden de miljar
den voor de vrije tijdsbesteding in grote
lijnen als volgt besteed: tuinieren en an
dere „doe-het-zelf' werkjes twaalf miljard
dollar; reizen 10,4 miljard dollar; televi
sie, radio, grammofoonplaten 3,8 miljard
dollar; lectuur 3,3 miljard dollar; vissen
2,6 miljard dollar; kijksporten 2,2 miljard
dollar; zwemmen en andere waterspor
ten 2,3 miljard dollar; roeien en zeilen
2,5 miljard dollar; diners en soupers 1,1
miljard dollar; jacht 1 miljard dollar;
golf 800 miljoen dollar en fotografie 700
miljoen dollar.
IN HET RAPPORT wordt gewezen op
enkele mogelijke zij het nog tamelijk
onbepaalde wijzigingen, die zich in de
Amerikaanse ontspanningsactiviteiten zul
len voltrekken. Vooreerst is het niet onmo
gelijk, dat in verloop van tijd andere
liefhebberijen aan de dag treden, in dit
verband moge de vliegsport worden ge
noemd. Voorts mag niet uit het oog wor
den verloren dat het patroon van de vrije
tijdsbesteding in hoge mate door de zich
steeds wijzigende maatschappelijke en
economische vooruitgang wordt bepaald
vooral hebben wij hierbij de tendens op
het oog, waarbij de arbeidende bevolking
zich meer en meer wendt tot de vrije
beroepen en leidende en technische posi
ties gaat innemen.
Gilbert Grant