Adenauer, de Gaulle en wij Vredespater Pire: „Scheidslijn tussen goed en kwaad is moeilijk te trekken" De negen Muzen ANDRE BLOCH OVERLEDEN Le Corbusier zal zevende Europa-dorp bouwen Toestand in Kongo Grote opdracht voor Mari Andriessen Mali-federatie kraakt reeds in haar voegen De heer D. Schwagermann adjunct directeur van het Frans Halsmuseum isZELFMENGEND 4 In handige plastic tabakszak door Dr R. van Egmond ESSO 2-T MOTOR OIL Nederland erkent Niger, Dahomey, Oppervolta en Ivoorkust WOENSDAG 10 AUGUSTUS 196 0 (Speciale berichtgeving) „Er is geen mooier werk voor de vrede dan het voeren van een dialoog over de barrières heen. De mensen bouwen teveel muren en te weinig bruggen". Dit zei pater Georges Pire, winnaar van de Nobel prijs voor de Vrede, gistermiddag op een persconferentie in het marine-opleidings kamp Hilversum, waar hij 's avonds de deelnemers aan de wereldjeugdconferentie van de Y.M.C.A. toesprak. Herinnerend aan een recente uitlating van kardinaal Spelmann in München, dat christendom en communisme onverzoen lijk tegenover elkaar staan en het laatste duivels is, merkte hij op, dat het voor hem persoonlijk niet zo gemakkelijk is precies de scheidslijn tussen góed en kwaad te trekken, omdat gewoonlijk niets geheel zwart en niets geheel wit is. Levendig en nu en dan met veel humor ging de Belgische pater de lintjes op zijn colbertjasje wezen op zijn rol in het verzet op alle vragen in, behalve op die, welke verband hielden met de ontwikke lingen in Kongo: „zwijgen is goud", meen de hij wat dat onderwerp betrof. Maar met graagte sprak hij over wat hem het dier baarst is: zijn werk voor de „displaced persons" en de vluchtelingen, waarvoor hem in 1958 de Nobelprijs werd toegekend, een som van ruim anderhalve ton, die hij besteedde aan zijn Europese vluchtelin- gendorpen. Op onze vraag of nog meer van deze gemeenschappen zullen worden gesticht, antwoordde pater Pire, dat het zevende „Europa-dorp" in Mulhouse (Frankrijk) zal verrijzen. Het zal genoemd worden naar de Franse auteur Antoine de Saint- Exupéry. Droog voegde hij eraan toe: „we hebben een goede architect gevonden den: Le Corbusier. Heel beroemd en tóch goed". Het internationale vluchtelingenjaar heeft naar zijn mening de situatie van vele vluchtelingen verbeterd en het aantal kampen is verminderd, maar men moet niet geloven, dat het probleem nu is opge- (Vervolg van pagina. 1) Gisteravond werd ook Frankrijk door Loemoemba onder vuur genomen omdat het zich had onthouden bij stemming over de resolutie inzake Katanga. „Alle landen stemden voor de resolutie van de Veiligheidsraad behalve Frankrijk en Italië. Frankrijk is het meest kolonia listische land ter wereld en vernietigt dag na dag met zijn pers en persbureaus het Kongolese volk. Frankrijk heeft altijd ge pretendeerd de wieg van de vrijheid en democratie te zijn geweest. Frankrijk heeft gefaald en Frankrijk zal spoedig ontdek ken, dat zijn gemeenschap ineen zal stor ten omdat Afrikaanse volken tegen het re gime van de Franse gemeenschap zijn,", aldus Loemoemba. BRUSSEL (Belga) Het Belgische mi nisterie van buitenlandse zaken heeft be kendgemaakt, dat het bij de Guinese rege ring aanhangig gemaakte verzoek tot er kenning van de heer Walravens als am bassadeur van België in Conakry door de Belgische regering is ingetrokken. Voorts is de beslissing inzake erkenning van de heer Nabi Joela als ambassadeur van Gui nea in Brussel door de Belgische regering uitgesteld. (AU-BT). De Belgische terugtocht NEW YORK (Belga) In UNO-kringen veronderstelt men dat tijdens het onder houd Wigny-Hammarskjoeld dat de laatst genoemde zijn reis naar Brazzaville deed uitstellen, gesproken is over de toepassing van de resolutie, die heden door de Veilig heidsraad is goedgekeurd. Naar Ham- marskjoeld zelf verklaarde, dient de Bel gische regering de 20.000 in Katanga ver blijvende blanken de verzekering te kun nen geven, dat de UNO-troepen hun veilig heid zullen waarborgen en hun belangen geenszins zullen schaden. Wigny zou er op gewezen hebben, dat België door zijn in schikkelijkheid verdient, dat men rekening houdt met zijn raadgevingen opdat onder meer de aflossing zonder vacuum kan ge beuren en de UNO-troepen in Katanga ten minste zo sterk zijn als de Belgische troe penmacht van 1500 man, die er thans de orde handhaaft. Bovendien zou dat UNO- leger een getrouwe weergave dienen te zijn van de geest van neutraliteit en non interventie, zoals deze spreekt uit para graaf vier van de resolutie. Van de UNO- strijdmacht zouden aldus geen deel mogen uitmaken contingenten van landen. die hun steun aan Loemoemba hebben toege zegd. zoals Ghana en Guinea. Zij zou moe ten bestaan uit Ierse en Zweedse troepen en eenheden van Afrikaanse landen, die geen stelling hebben genomen, zoals Mali en Ethiopië. ELISABETHSTAD (AFP) Albert Ka- lond.ii, de leider van de nieuwe „mijn- provincie" in Kasai. is maandagavond in Elisabethstad aangekomen voor het voe ren van besprekingen met premier Tsjom- be van Katanga over de stichting van een federatie van Kongolese staten. Kalondji zei te zullen strijden voor de stichting van een federatie van onafhan kelijke staten, naar het voorbeeld van de Verenigde Staten van Amerika. De Gaulle bezorgd PARITS (Reuter) President De Gaulle heeft dinsdag zijn vakantie onderbroken voor het voeren van dringende besprekin gen met premier Debré en minister van buitenlandse zaken Couve de Murville. Van officiële zijde is verklaard, dat er niets ongewoons in deze onverwachte te rugkeer van de president naar Parijs schuilt. Waarnemers menen echter dat De Gaulle van mening is, dat de reeds zeer gespannen internationale toestand verder is verslechterd. De generaal schijnt te vrezen, dat Frankrijk en de leden van de Franse gemeenschap mogelijk veel verder gaande beslissingen zullen moeten nemen dan tot nu toe, gezien de jongste dreige menten van Loemoemba. Een woordvoerder van het Franse mi nisterie van buitenlandse zaken heeft dins dag. in antwoord op een vraag van een verslaggever verklaard dat de internatio nale toestand ..zeer kritiek" blijft. Later op de dag is generaal De Gaulle naar ziin buitenverblijf te Colombey-Les- Deux-Fglises teruggekeerd. lost. Allerminst: er is nog veel ellende, geestelijke nood die slechts met geestelij ke middelen kan worden opgeheven. Er is te zeer de indruk gewekt, dat met geld alles is op te lossen. Maar menselijke pro blemen moet men niet materialistisch bezien, doch menselijk". Gevraagd naar zijn huidige activiteiten, vertelde de dominicaan dat hij een groep jonge mensen, studenten van twintig tot vijfentwintig jaar die voor de vrede wil len werken, om zich heen heeft verza meld en in het Gandhi-jeugdcentrum zal gaan trainen. „Ik geloof, dat de jongeren op deze leeftijd meer verantwoordelijkheid dragen dan wij, toen wij zo oud waren". „Bruggen bouwen", is zijn devies en daarom heeft hij ook het plan een samen komst te organiseren van de zes dragers van de Nobelprijs voor de Vrede, onder wie Albert Schweitzer, Ralph Bunch en Noel Baker. Vijf meter hoog beeld voor Den Bosch, St. Jan met de arend voorstellend Ter gelegenheid van het afscheid van burgemeester mr. H. J. M. Loeff van 's-Hertogenbosch is opdracht gegeven aan de Haarlemse beeldhouwer Mari Andries sen voor een vijf meter hoog beeld van St. Jan de evangelist met de arend. De beeldhouwer heeft onlangs het ontwerp voltooid dat thans met deze zeer belang rijke opdracht is bekroond. De laatste twee weken van september zullen in 's-Hertogenbosch feesten gehou den worden, die werden voorbereid door een comité dat ook de opdracht voor het beeld gaf. De climax van de feestelijk heden is de onthulling van het monument, waarvoor de gelden bijeen gebracht..zijn door de burgerij en de industrie, en dat de groei van 's-Hertogenbosch symboli seert onder het bewind van burgemeester Loeff. Het beeld kom te staan in het Bos sche Tolburgkwartier. Max Tailleur. Max Tailleur, die zater dagavond laat uit Zuid-Afrika op Schiphol terugkeerde, is maandag alweer vertrokken voor het tweede deel van zijn grote tour nee: naar Zuid-Amerika. Vandaag wordt hij in Buenos Aires verwacht. Tot oktober toe zal hij kris kras door Zuid- en Noord- Amerika reizen en voorstellingen geven voor Nederlandse verenigingen. Werken van Frits Klein. Bij Mak van Waay aan het Rokin te Amsterdam is een tentoonstelling geopend met werken van de Nedei-land.se Parijzenaar Frits Klein. De expositie, die tot einde augustus geopend is, omvat een dertigtal schilderijen, aqua rellen en pastels. Jacob Catsherdenking. Op 12 septem ber 1960 zal het driehonderd jaar geleden zijn, dat Jacob Cats, raadpensionaris van Holland en Zeeland, dichter en moralist, is overleden. De Maatschappij der Nederland se Letterkunde heeft het initiatief genomen dit feit te herdenken door een plechtige bijeenkomst in Den Haag en de inrichting van een tentoonstelling in het Catshuis „Sorghvliet". DAKAR (UPI) Vandaag zijn de kra kende geluiden, welke de Westafrikaanse Mali-federatie reeds weken deed horen, luider geworden, toen de twee staten-leden Senegal en Soudan zich in debat begaven over de vraag wie de eerste president van de federatie zal worden. De rivaliteit tussen beide leden, die pas twee maanden geleden onafhankelijk zijn geworden, dateert van de datum dat zij de eerste schreden op het pad van de zelf standigheid hebben gezet. De laatste we ken echter, nu de dag van de presidents verkiezing met rasse schreden nadert, zijn de afgevaardigden van de beide staten on gewoon fel tegen elkaar geworden. Waarnemers vrezen, dat indien geen overeenstemming wordt bereikt voor de grote dag, die op 27 augustus een presi dent aan federatie zal moeten schenken, bet ongenoegen dat bestaat zal leiden tot een openlijke breuk tussen de twee lan den. (Van onze correspondent) PARIJS. De Franse muziekwereld betreurt het overlijden van André Bloch, die als componist bekendheid heeft genoten. In afwijking van de in Franse kunst kringen heersende gewoonten heeft Bloch nooit anders dan door zijn werk aan eigen roem enige aandacht besteed. Hij placht tegen interviewers en bewonderaars te zeggen: „De man zelf telt zo weinig, alleen het werk is belangrijk, het behoort trou wens meer dan hü zelf te zyn en hem te overleven". Bloch, die in 1873 werd geboren en die reeds op 22-jarige leeftüd, in 1895 de „Prix de Rome" kreeg, heeft niet veel gecomponeerd, althans niet veel van zün composities aan de openbaarheid pry's ge geven. Hü was trouwens ook een langzame werker; zün werken kwamen pas ge durende jaren tot rüpheid. Een van zijn eerste symfonische ge dichten is „Kaa" naar Rudyard Kipling geweest en in 1933 werd zijn „Begijnhof" voor het eerst te Parijs gespeeld. Een meesterwerk is de „Palestijnse Suite voor Cello en Orkest" (1948), dat door de Fran se musicologen reeds thans als een klas siek werk van de hedendaagse Franse muziek wordt beschouwd. Zoals René Du- mesnil, de gezaghebbende criticus van „Le Monde" schreef: de componist, die het vierde deel van deze Palestijnse Suite heeft geschreven, mocht verwachten dat het nageslacht hem tot de besten zou reke nen en daarmee revanche zou nemen op vele van zijn tijdgenoten, die hem met stilte hebben omringd. Bloch was er de man niet naar zich te laten gelden, ondanks het feit dat hij ja renlang twee zeer belangrijke functies in het openbare Franse muziekleven heeft vervuld: die van inspecteur-generaal van het muziek-onderwijs in Frankrijk en die van professor in de harmonieleer aan het Parijse Conservatorium voor Muziek. Hij heeft ook twee opera's gecomponeerd, ..Broceliande" (1925) en „Poppenkast" (1949), die beide wel zijn gespeeld maar die toch nooit het grote publiek hebben bereikt ondanks het feit dat zij muzikaal van meer betekenis zijn dan menige met veel drukte, aangekondigde en met snobis me gewaardeerde experimentele moder niteit. Bloch genoot niet alleen als componist bekendheid, maar in bepaalde vakkringen ook op heel ander gebied. Aan het begin van de vorige oorlog deed hij namelijk aan de Franse marine mededeling van een door hem gedane uitvinding. Die maakte het onderzeeërs mogelijk bepaalde gelui den te onderkennen ondanks de aanwezig heid van bijgeluiden. De op zijn aanwij zing geconstrueerde apparaten werden bij de Franse duikboten algemeen toegepast. Onbaatzuchtig als hij was wilde Bloch geen enkele financiële beloning voor zijn uitvinding ontvangen en schonk hij de pa tenten aan de Franse staat. Advertentie Burgemeester en Wethouders van de ge meente Haarlem hebben tot adjunct-direc teur van het Frans Halsmuseum benoemd de heer D. Schwagermann, thans hoofd van de Pedagogische Afdeling van de Dienst voor Schone Kunsten (gemeente musea) in Den Haag. Deze benoeming is het gevolg van de motie-Van der Bergh, welke vorig jaar tijdens de behandeling van het hoofdstuk Culturele Zaken van de ontwerpbegroting 1960 door de Haar lemse raad werd aangenomen en door B. en W. overgenomen. In het algemeen zal de taak van de heer Schwagermann bestaan uit het bijstaan van de directeur van het Frans Hals museum en daarnaast in het bijzonder het organiseren van tentoonstellingen en het moderne-kunstbeleid. De benoeming gaat, hoewel dat nog niet geheel vaststaat, op 1 november aanstaande in. De heer Schwa germann is thans eenenveertig jaar. Van 1952 tot 1956 is hij conservator geweest van het Stedelijk Museum in Schiedam, waar hij zijn vader opvolgde. Hij trok toen zeer de aandacht door zijn ondanks de geringe middelen van het museum zeer kwalitatieve aankoopbeleid. Ook door ex posities wist hij het museum nationaal een uitstekende naam te verschaffen, zowel door exposities van oude als moderne kunst, particuliere verzamelingen en ver gelijkende exposities, onder andere van negerkunst en Egyptische kunst. In 1940 Er bestaat in de internatio nale politiek geen komkom mertijd meer. Terwijl de mees ten van ons, gewone stervelin gen, met vakantie waren en over heel Europa de zon ach terna reisden of hier in Holland tuurden naar een gaatje in het wolkendek om te zien of ook bij ons de zon zichtbaar werd reisde Ade nauer naar Rambouillet, voor wat werd aangekondigd als een soort familiebezoek aan De Gaulle. Er werd erg ge heimzinnig gedaan, en sommi ge-commentators wisten al da delijk te vermelden, dat er eigenlijk niets van belang was overeengekomen. Maar Mac- millan achtte dit alles toch blijkbaar wel van voldoende gewicht om zich, ook alweer midden in de vakantie, plotse ling te herinneren dat hij nog een uitnodiging had van Ade nauer en hij reisde dus voor een kort bezoek naar Bonn. Wat De Gaulle schijnt te hebben voorgesteld aan Ade nauer is een soort permanent secretariaat van het Europa van de Zes, met periodieke bijeenkomsten van de minis ter-presidenten zowel als van de ministers van Buitenlandse Zaken, alsook de ministers van andere departementen met in ternationale bemoeienissen (Landbouw, Verkeer en ook Defensie). Adenauer zou, vol gens zowel Duitse als Franse bladen van gezag, niet onwel willend tegenover die voor stellen hebben gestaan, en de ze zouden verder worden uit gewerkt door de beide staats lieden alvorens te worden voorgelegd aan de ministers van Buitenlandse Zaken van de Benelux-landen en van Italië. Er wordt nog naar gegist, in hoeverre er ook een plaats voor Engeland wordt openge laten in dit permanente secre tariaat of in dit directoraat, doch het lijkt op zijn minst twijfelachtig of Engeland, ge steld dat het daartoe in de gelegenheid werd gesteld, toe treding ernstig zou overwegen in het licht van het parlemen taire debat van de vorige maand, waarbij duidelijk naar voren is gekomen dat zomin de regering in Londen als de op positie ernstig dachten over een lidmaatschap van de Euro pese Economische Gemeen schap. Waarschijnlijker is het. dat de uitnodiging van De Gaulle aan Adenauer juist voortkwam uit de duidelijke bepaling van dit negatieve standpunt door Engeland. Zolang de concrete voorstel- lèn van De Gaulle en Ade nauer omtrent de periodieke bijeenkomsten van de eerste ministers en het permanente secretariaat van het Europa van de Zes er niet zijn, zou men zich in Nederland op het standpunt kunnen stellen dat wij met dit alles niets te ma ken hebben. Ten onrechte, want zodra die voorstellen er wèl zijn en de persoonlijk heden van de Duitse Bonds kanselier en van de Franse president zijn er niet naar om gemakkelijk te wijken voor detail-critiek van ministers of ambtenaren dan staan wij voor een realiteit, waaraan wij deel zullen hebben. Het is zon der twijfel beter om zich daar op voor te bereiden dan om deze nieuwe vorm van be raamde samenwerking waarin wij zullen worden opgenomen, als nog niet aan de orde zijnde te beschouwen. In de eerste plaats moeten wij dan constateren, dat het regelmatig overleg van de eer ste ministers van de Zes de onderlinge band zal verster ken en aan dit Kleine Europa nog meer reliëf zal geven te genover Engeland en, in de verte, Amerika en ook de Sovjet-Unie dan het reeds bezit uit hoofde van de ver dragen van Rome. Wij in Nederland hadden het liever anders gezien en de Britse premier waarschijnlijk ook. Maar, waar Engeland niet wil en niet kan toetreden tot dit ontworpen directoraat van de Zes, zal Macmillan niet veel meer kunnen doen dan probe ren Bonn en Parijs af te rem men. In Bonn zullen sommigen het in de grond van hun hart geheel met hem eens zijn, maar Adenauer zal niet zijn be proefde samenwerking met De Gaulle in gevaar willen bren gen terwille van een zekere ondefinieerbare goodwill in Londen. En in Parijs heeft Macmillan nog minder kans om De Gaulle en zijn minis ters te beïnvloeden in een voor hem gunstige zin. Men zal zich in beide hoofdsteden herinne ren dat Engeland eigenlijk nooit de Europese nauwe sa menwerking gewild heeft, niet als wederpartij en zeker niet als partner, en dat het die al leen zal aanvaarden (als we derpartij) voor zover zij wer kelijk al bestaat. In die ge- dachtengang voortgaande, zul len De Gaulle en Adenauer er naar streven om ook het direc toraat van de eerste-ministers tot een politieke werkelijkheid te maken. Met vriendelijke verzekeringen wellicht aan de Engelsen, dat men altijd open staat voor verder overleg, in wijdere kring. De tweede conclusie waartoe de plannen van Rambouillet voeren, is, dat kennelijk Ade nauer en De Gaulle erop uit zijn om het zwaartepunt te leggen bij de zes regeringen, en niet bij de Executieve Com missies van Brussel of de Hoge Autoriteit te Luxemburg. Der halve wel een nauwere poli tieke samenwerking, maar geen versterking van de supra nationale integratie. Er schijnt in dit verband gesproken te zijn over een aantal commissies voor de co ördinatie van vraagstukken op het gebied van de defensie, van de culturele betrekkingen, van buitenlandse en van eco nomische zaken in de landen van de Zes. Met name die laatste commissie zou gemak kelijk taken aan zich kunnen trekken, die op het terrein liggen van de Europese Com missie in Brussel hetgeen zou leiden tot heilloze verwar ring en strijd om competenties. Toch achten wij op zichzelf de kansen voor nauwere poli tieke samenwerking gunstiger, ook voor Nederland, wanneer die verwezenlijkt moet worden door een overleg tussen de minister-presidenten dan wan neer daartoe een uitbreiding zou moeten worden gegeven aan de alsnog vrij magere supra-nationale bevoegd heden van de Executieve Com missies van de E.E.G. en Eura- toom en van de Hoge Autori teit van de Kolen- en Staal- Gemeenschap. Ook nu leert de praktijk van deze drie instel lingen, dat de nationale rege ringen tenslotte het beleid aan zich willen houden. Wat moet nu de Nederland se reactie zijn op de plannen die De Gaulle en Adenauer ons straks zullen voorleggen? Waarschijnlijk zal het enthou siasme van Den Haag niet groot zijn en dat is ook niet onbegrijpelijk, gezien de ver wijdering ten opzichte van Engeland die uit deze plannen spreekt. Maar toch zal het goed zijn te beseffen dat die ver wijdering nu eenmaal bestaat en dat, hoe graag ook Neder land een brug zou willen bou wen, die brug alleen geslagen kan worden wanneer er aan weerszijden vaste steunpunten zijn. En dit is niet het geval. Misschien wordt het eens an ders, en dan kan Nederland er, binnen het kader van de Zes, het zijne toe bijdragen dat er aan deze kant van Noordzee en Kanaal een vast steunpunt wordt gevormd voor die brug. De samenwerking afwijzen alleen omdat Engeland er geen deel aan heeft, zou steriel zijn: wat èn De Gaulle èn Adenauer willen, dat komt binnen de Zes toch tot stand. Het vrucht baarst zou zijn om positief tegenover de voorstellen te slaan, doch deze zoveel moge lijk in een richting te buigen waardoor onze belangen be hoorlijk verzekerd blijven. En men kan er ook daarom posi tief tegenover staan, omdat op zichzelf een nauwere politieke samenwerking in het kleinere, maar nog altijd niet onaan zienlijke verband van de Zes een uitstekend ding kan zijn. Waar nog bij komt, dat de stem van Nederland eerder binnen dit kleine gezelschap van ministers kan spreken dan in het veel grotere ver band van de NAVO. Eens te meer zou het nu van belang zijn om tevoren in Benelux- verband het standpunt van de drie landen te coördineren, want de stem van de drie klei ne partners in de groep van Zes wanneer er sprake moet zijn van éénstemmigheid ten minste kan zeker niet als een quantité négligeable wor den behandeld. Wat de techniek van de uit voering van de plannen van Rambouillet betreft, valt te overwegen dat Nederland niet beschikt over de nodige outil lage. De minister-president treedt in ons land heel weinig naar buiten op; die taak is voorbehouden aan de minister van Buitenlandse Zaken. Doch wanneer er geregeld een sa menspraak komt van de mi nister-presidenten van de Zes, dan zal Nederland er belang bij hebben om daar ook door zijn minister-president ver tegenwoordigd te zijn. Op het Plein zal men de gedachte misschien niet zeer aantrekke lijk vinden, doch men moge er aan de andere kant bedenken dat het in onderhandelingen ook vaak een voordeel is om op meer dan één niveau te kunnen opereren. Dus in dit geval zowel op het niveau van de minister-presidenten als van dat van de ministers van Buitenlandse Zaken, en ver volgens ook dat van de andere internationaal georiënteerde departementen. Het is een in terne Nederlandse zaak hoe men de minister-president bij die taak helpt en gelukkig laat de samenwerking tussen het Plein en Plein 1813 niet te wensen. Er is niets tegen om aan de minister-president,voor het bijzondere doel om hem bij te staan op deze beraamde conferenties, een ervaren di plomatiek ambtenaar, uit de school dus van het Plein, toe te voegen. Door positief te reageren hetgeen niet hetzelfde is als een critiekloos aanvaarden zou Nederland ook weer han delen in dezelfde geest als ge schiedde toen het, onder het ministerschap van mr. Beyen, behoorde tot de eerste landen die streden voor een grotere Europese samenwerking. Die samenwerking is tenslotte öök, en zeker niet in de laatste plaats, een groot Nederlands belang, en zij wordt natuurlijk niet gediend door een ietwat gemelijk bij voorbaat afwijzen van voorstellen welke niet vol komen onze sympathie hebben. Het is tenslotte oneindig veel beter wanneer de ongetwijfeld sterke nationale krachten die schuilen in Frankrijk en in Duitsland worden geleid in een richting van internationale samenwerking binnen de Zes, dan wanneer deze zouden uit monden in een gevaarlijk en eenzijdig nationalisme, gelijk in het verleden meermalen het geval is geweest. verwierf hij uit het onder beheer van de mij. Arti et Amicitiae staande gelijknami ge fonds de Paul Tetar van Elvenprijs, die eens in de vier jaar wordt uitgereikt en een jaargeld gedurende vier jaar behelst, dat de heer Schwagermann gebruikt heeft in Parijs en Rome. Als hoofd van de Pedagogische Afdeling van de gemeentemusea in Den Haag or ganiseerde de heer Schwagermann school lessen, welke in het afgelopen jaar door vijftigduizend schoolkinderen werden be zocht. Ook heeft hij in die functie pedago gische exposities ingericht onder andere „Wat is een prent?" en „Wat is een schil derij?" en verzorgde hij het pedagogi sche deel van de Cézanne-expositie. Hij had een groot aandeel in de expositie „1-Iuis en Huisraad in de Griekse en Ro meinse Oudheid", aan welke in onze bla den een zeer lovende bespreking werd- ge wijd. Daniël Schwagermann werd 23 juli 1920 in Schiedam geboren, waar zijn vader kunsthandelaar was en conservator van het Stedelijk Museum. Na de m.u.l.o. te hebben doorlopen behaalde hij zijn akte M.O.-Tekenen. Vervolgens studeerde hij aan de kunstacademies te Rotterdam en Den Haag, onder andere kunstgeschiede nis onder prof. Van Gelder. Advertentie Zij vermengt zich vanzelf met de benzine in de tank. Esso 2-T Motor Oil bevat een speciale dope die bij tweetakt motoren veelvuldig voorkomende lagercorrosie doeltreffend bestrijdt. Esso 2-T Motor Oil is de ideale motorolie voor alle typen tweetakt moforen, ook voor bromfietsen. Verkrijgbaar in bussen van en 1 liter. Het klaargemaakte produkt van ESSO benzine en 2-T Motor Oil ESSO NEDERLAND N.V., ESSO GEBOUW DEN HAAG DEN HAAG Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft meegedeeld, dat de Nederlandse re gering de nieuwe Afrikaanse republieken Dahomey, Niger, Oppervolta en Ivoorkust heeft erkend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 4