- FILATELIE - EURfiBÜ 1. 4 jp 4 4 Jf 4 s B «f m w Ut iH Hf H fl a Q B 81 H I HP P p JÜ 4 4 4 4 fjf H 4 St Hl 11 B m MI ill HI jU #n jp ÜS H B Jl Hf §f§ dUf ii H! Hf Hl IN 9 9 Hl 9 9 9 %ip§ Wm B 9 O 8 iHI 8 Hf 8 if IS HP fgj p 11 'fgj u Ét HS Éi ÉI H S B 9 Hf Wm. 9 9 9 11 P gj 1 8 B 8 m H B Él 8 9 B üf HP fel n B B HP jjj k m A A 2? LUXEMBOURG e ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1960 Erbij PAGINA VIER WEST-DUITSLAND. Ter herinnering aan het feit, dat duizend jaar geleden de bisschoppen St. Bernward 960-1022 en St. Godehard (960-1038) werden ge boren zal op 6 september a.s. een post zegel van 20 pf. (rood) worden uitge- q géOHiéö geven in een oplage van 20 miljoen exemplaren. De zegel vertoont het bis- schopskruis, de bisschopsstaf en twee mijters; daaronder de dom van Hildes- heim. EUROPA. De Luxemburgse Europa- zegels bestaan uit de waarden 2,50 fr. (donkerblauwgroen en lichtgroen) en 5 fr. (wijnrood en donkerblauwgroen), de Zweedse uit de waarden 40 ore (blauw) en 1 kroon (rood) en de Noorse uit de waarde 90 öre (blauw). Alle zegels dra- gen het ontwerp van de Fin Pentti Rahikainen (het woord Europa, waar van de letter O wordt gevormd door een postwagenwiel met negentien spaken). LIECHTENSTEIN. Op 19 september a.s. zal de vierde serie met afbeeldingen van inheemse bomen en struiken in cir culatie worden gebracht. Het zijn een 20 rappen (oker-sepia) met een beuk te Gafadura, een 30 rp. donkerwijnrood met een jeneverstruik te Alpila en een 50 rp. (blauwgroen) met een pijnboom te Sass. De zegels zijn ontworpen door m/m mmmsss it... ,|j: .$?*■- P iM Martin Frommelt te Schaan. De koer- serende serie frankeerzegels zal even eens op 19 september worden voortge zet met een zegel van 75 rp. (donker - okerkleurig), waarop een schovenbind- ster is afgebeeld. Het ontwerp is van Anton Ender uit Vaduz. VERENIGDE STATEN. In de serie Kampioenen van de vrijheid" zullen op 8 oktober twee verdere waarden ver schijnen, n.l. 4 cents (blauw) en 8 cents (rood, blauw en okerkleurig), waarmee de Poolse staatsman, pianovirtuoos en komponist Ignacy Jan Paderewski (I860- 1941) wordt geëerd. Beide zegels verto nen zijn portret, ontleend aan een schil derij van Tave Styka, dat gebaseerd was op een foto, vervaardigd door Tay lor en Dull uit New York. LAOS. Als propaganda voor het toe risme is een serie van vier luchtpost zegels verschenen: 9,50 kips, Plein van de stenen, Xung Khouang; 12 kips wa terval van Phapheng, Champassak; 15 kips, een door buffels getrokken kar; 19 kips, een monnik bij een boom met een dorp op de achtergrond. GRIEKENLAND. Ter gelegenheid van de Olympische Spelen te Rome is een serie van elf waarden uitgegeven: 20 lepta, afkondiging van de wapenstil stand gedurende de Spelen; 50 lepta, het ontsteken van de Olympische vlam; 70 l. het afleggen van de Olympische eed; 80 l. het afsnijden van de palm takken voor de eretekens; 1 drachme, intocht van de kamprechters in het sta dion; 1,50 dr. verspringen; 2,50 dr. dis- kuswerpen; 4,50 dr. hardlopen, 5 dr. speerwerpen6 dr. de prijsuitreiking aan de winnaars; 12,50 dr. de intocht van een overwinnaar in een door twee schimmels getrokken wagen. HONGARIJE. De Hongaarse poste rijen hebben drie nieuwe portretzegels het licht doen zien. Op de 60 f. (blauw) ziet men de natuurkundige Otto Her man, op de 60 f. (grijsolijf) de komponist Ludwig von Beethoven en op de 60 f. (oranje) de auteur Ferenc Mora. PAS OP VOOR THEORIEBOEKEN! (Slot) Is na 1) e4 c5, 2) Pf3 e6, 3) d4 cd4:, 4) Pd4: a6, 5) c4 Pf6, 6) Pc3 Rb4, 7) e5 de door de Losbladige Schaakberichten aan gegeven riposte Da5 de weerlegging van wit's opstoot, of komt zwart geforceerd in het nadeel? De twee weken geleden gepubliceerde partij NielsenArlauskas doet vooralsnog het laatste veronderstellen, vandaar dat analytici, onder wie Hans Bouwmeester, de onderhavige stelling nog eens aan een critisch onderzoek hebben onderworpen. Het bleek daarbij nuttig, uit te gaan van de Pen-variant, die veel gelijkenis met de hierboven vermelde Paulsen-variant ver toont, doch veel diepgaander werd onder zocht. Wat zegt nu de theorie der Pen-variant na: 1) e4 c5, 2) Pf3 e6, 3) d4 cd4:, 4) Pd4: Pf6, 5) Pc3 Rb4, 6) e5? De in aanmerking komende voortzettin gen zijn nu: a. 6)Da5 (resp. Dc7). Vorig maal zagen wij reeds dat deze faalt op het ons nu vertrouwd geworden kwaliteitsoffer; b 6) Pd5. Deze zet komt in de Paulsen-variant niet in aanmerking we gens c4xd5; c 6) Pe4. De theorie heeft uitgemaakt dat wit nu een winnende aanval krijgt met 7) Dg4. De voornaamste variant krijgen wij te zien in de partij SzaboMikenas, welke als volgt verliep: 7) Pc3:, 8) Dg7: Tf8, 9) a3! Pb5t, 10) ab4: Pd4:, 11) Rg5! Db6, 12) Rh6 Db4:f #11 WW yhrrr// W 9 k f f.777 MM// wrn, .J tijtjes „kleur", waarvan het volgende een bewijs: Noord: B7 CHV10 9 O A H 7 4 2 A 5 West: AV5 9 8 4 3 <>B95 H V 10 4 Oost: H 2 9 B 7 3 O V 10 8 3 4*9763 Zuid: 10 98643 9 A 6 2 <>6 4*B82 Daar het bieden géén schoonheidsprijs zou kunnen verkrijgen, zal ik dat verzwij gen. Wetenswaardig is slechts, dat west begon te passen en dat NZ in 4 schoppen aanspoelden, waarbij noord de rode kleu ren had geboden en zuid vergeefse pogin gen had gedaan om in een laag schoppen contract te eindigen. Het weinig vertrou wenwekkende biedverloop tussen NZ was voor west reden geweest het 4 schoppen bod te doubleren. West speelde 4»H voor noord nam Aas. Op twee hoge ruitens speelde zuid ruiten en een klavertje bij, vervolgens werden er vier ronden harten gespeeld. Op de vierde harten gooide oost een 4» bij en zuid deed hetzelfde (en zuids-klave ren waren daardoor óp). West troefde in met en trok klaveren na, ingetroefd door zuid. Nu ging zuid pas troef spelen en smaakte het genoegen later troefaas en heer over elkaar te zien rollen. 4 Schop pen gedoubleerd gemaakt. En wie maakte nu de fout? Misschien gelooft u het, nét zo min als oost dat aan vankelijk deed: hij had n.l. de vierde (laat ste) harten die noord speelde met 4>2 moeten introeven, waarna zuid toch drie troefslagen plus een klaverslag moet ver liezen. Maar wie zet er nou troefheer sec in zo'n gezellig partijtje bij Arti et Amicitiae? H. W. Filarski Bridgevraag van deze week: Noord gever, parenwedstrijd. NZ spelen een sterke twee opening, die forcing is voor tenminste één biedronde. NZ staan kwetsbaar, zuid heeft: V 10 6 5 3 9 V 8 3 ÓB 9 4 4* 10 2 Noord (uw partner) opent met twee har ten oost biedt twee schoppen. Wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze blad zijde. LEEN DE ROOY, Amsterdam. Wit komt nu met een stuk achter, in beslissend voordeel. 13) c3 Pf5. Na De7 wint cd4:, 14) cb4: Pg7:, 15) Rg7: en zwart sterft aan melopenie (zwakte der zwarte velden). Laat ons deze afwikkeling nu eens trans poneren naar de Paulsen-variant.Dan doen we een belangrijke ontdekking! Zie: 1) e4 c5, 2) Pf3 e6, 3) d4 cd4:, 4) Pd4: a6, 5) c4 Pf6, 6) Pc3 Rb4, 7) e5 Pe4 en nu als boven: 8 Dg4 Pc3:,9) Dg7: Tf8, 10) a3 Pb5f, 11) ab4: Pd4:, 12) Rg5 Db6, 12) Rh6 Db4:f In het Hartevelttoernooi, dat in januari van dit jaar te IJmuiden is gehouden, kwam tussen Springer (wit) en Laros een familiestand van de Woldoubystelling voor. In januari hebben wij ook over deze stel ling geschreven en de vraag aan de lezers voorgelegd, of de betere stelling voor La- ros ook met analyse tot winst was te brengen. In de rubriek van 12 maart poogde de heer H. J. Lunenburg uit Haarlem winst aan te tonen, welke winst (zie IJ.C. 29 april) opnieuw tot remise werd om gezet. Na een uitvoerige studie is oud-wereld kampioen Ben Springer tot de conclusie gekomen, dat het spel in vele varianten tot remise is te leiden. Hieronder volgt de leerzame analyse van deze grootmeester. H. LAROS Vergelijken wij deze stand met die van diagram 1, dan constateren wij dat er een essentieel verschil bestaat, n.l. dat wit nu geen c2-c3 kan spelen, zodat zwart zijn materieel voordeel gemakkelijk kan con solideren, b.v. 13) Kdl Pf5 enz. Uit deze constatering valt een belang rijke conclusie te trekken. Met 5) c4 gaf wit de zet c2-c3 uit handen en daarmede zijn grote troef uit de Pen-variant. Dit be tekent dat het inslaan op g7 thans niet meer opgaat, hetgeen het spelbeeld alge heel wijzigt. Bouwmeester kwam door ana lyse tot de volgende variant: 7) Pe4, 8) Dg4 Pc3:, 9) a3 Rf8!, 10) bc3: Da5! (met aanval op c3 en e5), 11) Dg3 d6!, 12) Rf4 (ed6: Rd6:!) Pd7, 13) Pb3 Db6 benevens de5: met beter spel voor zwart. De praktijk zal moeten uitmaken, of al deze beschouwingen houdbaar zijn. Wij houden ons aanbevolen voor de ervaringen van onze lezers. In ieder geval hebben deze, naar wij hopen, een indruk gekregen van de rijste brijberg welke een schaakmeester moet doorworstelen, alvorens hij zich op het gladde openingsijs kan wagen! ggp m n m ■-/ u Pɧ HU y-77,/ m, pp m, Mr. Ed. Spanjaard In december 1839 werd in Amsterdam opgericht de Maatschappij „Arti et Ami citiae", een vereniging van en voor beel dende kunstenaars. Enkele jaren later kon de maatschappij een pand aankopen op het Rokin te Amsterdam, alwaar heden nog altijd de illustere sociëteitzaal gevestigd is. Wat later breidde „Arti" zich nogmaals uit, zodat het in belendende percelen expositie ruimten verkreeg, alwaar talrijke beroem de kunstenaars de gelegenheid vonden en vinden om hun werk ten toon te stellen. Bridge, een kind uit de dertiger jaren van deze eeuw, is in „Arti" natuurlijk vol komen bijzaak het is aldaar niet meer dan een plezierig tijdverdrijf voor leden en kunstlievende leden tijdens de sociëteits uren. De conversatie en de straffe drankjes waarvan men tijdens het spel in „Arti" kan genieten, bewijzen dan ook, dat men aldaar de gezelligheid hóger aanslaat dan de waarde ener volmaakte bied- en speel- techniek. Een goed ding zó want zéér ernstige mensen en nóg ernstiger bridgers lopen er genoeg buiten de sociëteit. Zoals het dus in de omgeving van schil ders betaamt, hebben de Arti-robberpar- mm w, pp Wm. mm WÊ. m Wm. m Wm. Wm. wm myf. w Wm. Hg WW mm mm MY777 mm. WW/ pp Wm mm wm Zwart: 6, 8, 11, 12, 13, 14 ,17, 18, 19, 26, 38. Wit: 24, 25, 27, 28, 30, 31, 34, 37, 39, 40, 41, 48. Wit speelt en wint. Het volgende vraagstuk kan ook in het partijspel voorkomen. De oplossing is leer zaam voor partijspelers. No 3. Zwart: 12, 13, 14, 17, 18, 19, 24, 26, 29, 30, 34, 45. Wit: 21, 28, 33, 36, 37, 38, 39, 43, 47, 48, 49, 50. Deze is als volgt: 1) 37-31 26x37. 2) 47-42 17x26. 3) 42x31 26x37. 4) 48-42 37x48. 5) 36-31 48x26. 6) 28-23 19x28. 7) 33-22 18x27. 8) 38-33 29x38. 9) 43x21 26x44. 10) 49x7 30-34. 11) 7-1 34-39. 12) 50-44 39x50. 13) 1-6 en wint door opsluiting. No 4, zwart: 1, 7, 11, 12, 13, 18, 19, 20, 23, 24, 28, 33; wit: 16, 21, 26, 27, 31, 32, 34, 35, 40, 42, 43, 45, 48. Oplossing: 34-30. 21-17, 43-38. 48x28 40-34. 30-25 48x30. 25x12, 16x7. 31-27. 26x19. 35x24 waarna zwart 13, 18. Wit 24, 45. Zwart aan zet, wit wint. Deze winst hebben wij reeds voor de oorlog door de oud-kafnpioen van Haarlem, Abe de Jong, zien uitvoeren in een door hem gespeelde partij. B. Dukel jjaui-iBd apaog uaa ,ia.\o uaqqiqosaq tsm. n taoui poq a;s}eei; ?tp Cxq iua^und 8 jooa -.ibbav '„uajjeq g" s^eeid apaaA\} ap do ;aui 'jaa§ ua}und oi *11 jooa.ieea\ ijCqqjaAo „sed" JBBur uaaqe qfipijaj lepoz Jjaaq uajaABiq ua ua^ina ui s;aiu laMftJA pxnz lepuio 'ueq uaneAuagai jebui uaaqe pjoou iep 'aCiaa;suoui uaa si y§ g uba poq uaa ua uee iqoejq.inauuoq aaaioag ljaa§ uap -aiq ua},ieq g paaia 'aiiesuaduioo apuaop -fOAuo ua;und 00S uauuoA\ag ap uCiz uep sjjaz 'ueeg ua\op g pjaa^qnopag uaddoqas g noz 'I?a\ istnf una;sua)jeq apaog ufiz laui pmz Tjaaq otp uaaqaueui a.teqs:jaA\q uaa .iooa guiqaisgueiaq aaapai qftjaiiaj fiq luaqiuo i-iaaiqnop Ciq spy 'uajasiAOJduit nu laoai pmz ua gipuoag qeez ap T-iapueaaA 'l'jaaq uapoqag uassni ;soo nu qoop 'ufxz IsaaMag VS Z noz ua;jeq z poqaiqeMZ ajeuijou }3H 'LiasS p.iooA\)ue puaopje uaag „uiaaisAS iaq" uueeM aqeniis uaa :qaa.w jazap tTeuJAaSpuq do pjooAVjay Onze tuin- en kamerplanten B. SPRINGER Zwart: 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 26. Wit: 25, 27, 28, 30, 32, 34, 35, 37, 38, 42. In de partij speelde wit aan zet. 25-20 14x25. 38-33 17-21 28-22 remise. Kansrijker was voor Laros na 1) 25-20 24x15 geweest. Springer geeft twee voort zettingen aan 30-25 en 38-33. 2J 30-25 17-21. 3) 37-31 26x48. 4) 38-33 48x30. 5) 35x24 19x30 28x26. 30-34 33-28 34-39 28-22 18-23. 22-17 remise. Op 25-20 24x15. 30-25 15-20. 37-31 26x48. 38-33 48x30. 35x15 en wij zien geen winst meer voor zwart. De hoofdvariant is leuk door offer en tegenoffer. 1) 25-20 24x15. 2) 38-33 14-20. 3) 42-38 26-31. (Op 27x36 17-21). 4) 37x26 20-24. 5) 30-25 24-29. 6) 33x24 19x39. 7) 28x8 12x3. 8) 27-21 16x27. 9) 32x23. Met zwart aan zet is het volgend eind spel ontstaan. Zwart: 3, 14, 39. Wit: 23, 25, 26, 35, 38. Wit forceert na 39-44 remise door 38-33 29-24. Wij menen naar aan leiding van deze analyses te kunnen be sluiten om de IJmuidense stand tot remise te verklaren. De nieuwe Nederlandse jeugdkampioen Leen de Rooy (18) is niet alleen een uit stekend wedstrijdspeler doch ook een uit stekend damproblemist. Met zijn leer meester, de heer J. J. H. Scheyen te Kerk- rade, heeft hij 65 vraagstukken in vier vakantiedagen samengesteld. Wij stellen het dan ook zeer op prijs dat Leen voor onze rubriek vier kersverse damproblemen heeft afgestaan om deze ter oplossing onze lezers voor te schotelen. No 1, motief J. C. Canalejas; opgedragen aan L. Colier te Maastricht. Zwart: 1, 6, 7, 9, 10, 19, 20, 23, 24, 29, 32, 34, 36, 45; wit: 12, 16, 17, 18, 21, 22, 27. 31, 33, 38, 40, 42, 43, 50. Aanvangzet 33-28, 32-37 of? en nu wit speelt en wint. SNEEUWKLOKJES Als men volgend voorjaar wil profite ren van de zo vroeg bloeiende sneeuw klokjes Galanthus nivalis zal men de kleine bolletjes nu moeten bestellen; dat kiene goedje moet namelijk zo vroeg mogelijk geplant worden. Sneeuwklokjes zijn allerliefst voor de tuin; ze voldoen niet indien ze allemaal netjes naast el kaar op een perkje gepoot worden, doch als men ze aan de voet van een hoog opgaande boom poot of tussen licht hees tergewas of een donker groene conifeer als achtergrond, zullen ze prima tot hun recht komen. Dat kleine goedje kan ook wel in het gras gepoot worden, doch maai het dan eerst goed kort en daarna kan men de bolletjes zo over het gazon uitstrooien en daar waar ze dan neervallen kunnen ze ook gepoot worden. Met een stevig en puntig stokje kan men dan wel een gaatje in de grasmat prikken en dan laat men ze er in zakken; de grasmat zelf heeft er dan niets van te lijden. Sneeuwklokjes moeten onge veer op een diepte van zeven centimeter gepoot worden. Vroeg in het voorjaar, als het eerste gras gemaaid wordt zal men hen met rust moeten laten, want als het groene loof tegelijk met het eerste gras wordt afgemaaid, behoeft men er een volgende lente niet veel meer van te ver wachten G. Kromdijk DE POT KEEK de ketel eens aan. Toen zei die: „O, wat ben jij zwart, 't is geen gezicht. Ik zou me schamen als ik jou was." De ketel schaamde zich onmiddellijk. Hij had een verlegen, zacht karakter en zou nu wel in het donkerste hoekje willen wegkruipen uit angst dat iemand hem kon zien. Nu, daar was niet veel kans op. Hij stond, met een heleboel andere voor werpen, in een kast waar dingen opge borgen werden die nog wel eens te pas konden komen. Een grote, oude kast in de bijkeuken, en het was er donker. Maar zo midden op de dag viel er toch wel wat licht door de reten en spleten en bij mooi weer zelfs wel eens een zon nestraaltje. Dat was nu ook het geval en dat zonnestraaltje viel juist op de ketel, waardoor je kon zien hoe zwart hij wel was. De pot was groot en log en hij zei graag nare dingen. Daarom liet hij zich nu ook niet de kans ontnemen om iets naars te zeggen. EEN ENKELE KEER kwamen de kinderen uit het huis een beetje in de kast rommelen. Dan zochten ze naar iets dat ze ergens voor nodig hadden. Dat was een hele gebeurtenis voor de dingen in de kast. Ze wisten dat er meestal iets meegenomen zou worden en de spanning was groot welk ding het ditkeer wel zou zijn. Iedereen hoop te er natuurlijk op. Voor de achter blijvers was het wel een teleurstelling als zij het niet waren, maar in ieder geval hadden ze dan toch weer iets om over te praten. Op een dag ging de kastdeur weer open. Maar nu stonden er geen kinde ren voor en de dinzen werden niet haastig overhoop gehaald op zoek naar 'iets dat ze konden gebruiken. Nee, het was de mevrouw van het huis en naast haar stond de dikke keukenmeid. Zwij gend lieten ze hun blikken over de plan ken gaan. De mevrouw zei eindelijk: „Wat een rommel! Waar komt het al lemaal vandaan? Kom, laten we maar meteen met opruimen beginnen." tussen de rommel. Maar hoe komt ie hier? Het is een prachtstuk." „Die heb ik daar neergezet," zei de keukenmeid. „Een poos geleden kreeg u toch 'n heleboel van die oude spullen van uw tante. Toen zei u dat die houtwol en verdere rommel kon worden opgeruimd. Maar dat keteltje zat er nog tussen en ik vond het jammer om het weg te doen. Het ziet er wat vies uit, maar het is zo'n aardig model. Ik heb het toen maar hier in de kast gezet." „En daar ben ik je heel dankbaar voor Anna", zei mevrouw. „Ik begrijp niet hoe ik het over het hoofd heb kunnen zien. We zullen het mooi oppoetsen en dan komt het in de kamer op die antieke theestoof te staan. Hij lijkt wel of het ervoor gemaakt is." Onder het laagje vuil begon het ketel tje te glimmen van plezier. Maar 't had er echt geen plezier in dat het de pot zo slecht was vergaan. E. M. Smulders Dit muisje gaat kralen rijgen. Help je haar even? Begin bij de punt van de naald en rijg met een potlood de kralen aan elkaar. Je moet steeds in een gaatje insteken en langs een streepje naar de volgende kraal. KIJK, DAAR HAD de keukenmeid de ketel in haar handen.Maar wat was dat? Mevrouw greep er naar. Ze bekeek hem van alle kanten en zei verbaasd:„Hoe is het mogelijk! Ik loop al maanden naar zo'n ketel te zoeken en nu vind ik hem 'VQ3Ha :Buisso]do ALLE DINGEN werden uit de kast gehaald. Op een grote tafel kwam alles wat schoongemaakt zou worden en dan weer in de kast gezet. En de dingen die de moeite van het bewaren niet meer waard waren kwamen op een hoop op de grond. De kast werd al leger en le ger en eindelijk was het de beurt van de pot. Vol leedvermaak keek hij naar de ketel. „Zeg de boel hier maar gedag, keteltje," riep hij. „Jij gaat met de voddeman mee, zwartje, daar hoef je niet aan te twijfelen. Ik krijg nu straks een grote beurt en dan kom ik natuur lijk weer in de keuken. Ze zien wel in dat ze me toch niet kunnen missen." Hij had het nog niet gezegd of de keukenmeid greep hem beet. „Wat heb ben we daar." zei mevrouw ..Waarom hebben we die oude pot nog bewaard? De bodem is helemaal verroest. En wat is hij smerig, je handen worden pik zwart. Gooi hem maar gauw bij de rommel."En daar ging onze pot. „En wat zou die ketel er een plezier in heb ben dat het zo met hem was gegaan," dacht hij. „Maar het zou wel niet lang duren of die kwam hier ook terecht. Hij moest iets verzinnen om zijn figuur te redden. Maar wat? Och, die domme ketel kon je alles wijs maken. Hij ver zon wel wat als het zover was." •ud\vn%6Cii a(}ua?|üjjf QNISSOldO VERBORGEN PLAATSNAAM Van links naar rechts invullen: 1. niet smal; 2. fles van aardewerk; 3. niet groot; 4. planeet waar wij op wonen; 5. eiland in de Middellandse Zee. In de grijze vakjes vind, je de ver borgen plaatsnaam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 16