- FILATELIE -
EURfiBÜ
1.
4
jp
4
4
Jf
4
s
B
«f
m
w
Ut
iH
Hf
H
fl
a
Q
B
81
H
I
HP
P
p
JÜ
4
4
4
4
fjf
H
4
St
Hl
11
B
m
MI
ill
HI
jU
#n
jp
ÜS
H
B
Jl
Hf
§f§
dUf
ii
H!
Hf
Hl
IN
9
9
Hl
9
9
9
%ip§
Wm
B
9
O
8
iHI
8
Hf
8
if
IS
HP
fgj
p
11
'fgj
u
Ét
HS
Éi
ÉI
H
S
B
9
Hf
Wm.
9
9
9
11
P
gj
1
8
B
8
m
H
B
Él
8
9
B
üf
HP
fel
n
B
B
HP
jjj
k
m
A
A
2? LUXEMBOURG
e
ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1960
Erbij
PAGINA VIER
WEST-DUITSLAND. Ter herinnering
aan het feit, dat duizend jaar geleden
de bisschoppen St. Bernward 960-1022
en St. Godehard (960-1038) werden ge
boren zal op 6 september a.s. een post
zegel van 20 pf. (rood) worden uitge-
q géOHiéö
geven in een oplage van 20 miljoen
exemplaren. De zegel vertoont het bis-
schopskruis, de bisschopsstaf en twee
mijters; daaronder de dom van Hildes-
heim.
EUROPA. De Luxemburgse Europa-
zegels bestaan uit de waarden 2,50 fr.
(donkerblauwgroen en lichtgroen) en 5
fr. (wijnrood en donkerblauwgroen), de
Zweedse uit de waarden 40 ore (blauw)
en 1 kroon (rood) en de Noorse uit de
waarde 90 öre (blauw). Alle zegels dra-
gen het ontwerp van de Fin Pentti
Rahikainen (het woord Europa, waar
van de letter O wordt gevormd door een
postwagenwiel met negentien spaken).
LIECHTENSTEIN. Op 19 september
a.s. zal de vierde serie met afbeeldingen
van inheemse bomen en struiken in cir
culatie worden gebracht. Het zijn een
20 rappen (oker-sepia) met een beuk te
Gafadura, een 30 rp. donkerwijnrood
met een jeneverstruik te Alpila en een
50 rp. (blauwgroen) met een pijnboom
te Sass. De zegels zijn ontworpen door
m/m mmmsss
it...
,|j: .$?*■-
P
iM
Martin Frommelt te Schaan. De koer-
serende serie frankeerzegels zal even
eens op 19 september worden voortge
zet met een zegel van 75 rp. (donker -
okerkleurig), waarop een schovenbind-
ster is afgebeeld. Het ontwerp is van
Anton Ender uit Vaduz.
VERENIGDE STATEN. In de serie
Kampioenen van de vrijheid" zullen op
8 oktober twee verdere waarden ver
schijnen, n.l. 4 cents (blauw) en 8 cents
(rood, blauw en okerkleurig), waarmee
de Poolse staatsman, pianovirtuoos en
komponist Ignacy Jan Paderewski (I860-
1941) wordt geëerd. Beide zegels verto
nen zijn portret, ontleend aan een schil
derij van Tave Styka, dat gebaseerd
was op een foto, vervaardigd door Tay
lor en Dull uit New York.
LAOS. Als propaganda voor het toe
risme is een serie van vier luchtpost
zegels verschenen: 9,50 kips, Plein van
de stenen, Xung Khouang; 12 kips wa
terval van Phapheng, Champassak; 15
kips, een door buffels getrokken kar;
19 kips, een monnik bij een boom met
een dorp op de achtergrond.
GRIEKENLAND. Ter gelegenheid van
de Olympische Spelen te Rome is een
serie van elf waarden uitgegeven: 20
lepta, afkondiging van de wapenstil
stand gedurende de Spelen; 50 lepta,
het ontsteken van de Olympische vlam;
70 l. het afleggen van de Olympische
eed; 80 l. het afsnijden van de palm
takken voor de eretekens; 1 drachme,
intocht van de kamprechters in het sta
dion; 1,50 dr. verspringen; 2,50 dr. dis-
kuswerpen; 4,50 dr. hardlopen, 5 dr.
speerwerpen6 dr. de prijsuitreiking
aan de winnaars; 12,50 dr. de intocht
van een overwinnaar in een door twee
schimmels getrokken wagen.
HONGARIJE. De Hongaarse poste
rijen hebben drie nieuwe portretzegels
het licht doen zien. Op de 60 f. (blauw)
ziet men de natuurkundige Otto Her
man, op de 60 f. (grijsolijf) de komponist
Ludwig von Beethoven en op de 60 f.
(oranje) de auteur Ferenc Mora.
PAS OP VOOR THEORIEBOEKEN!
(Slot)
Is na 1) e4 c5, 2) Pf3 e6, 3) d4 cd4:, 4)
Pd4: a6, 5) c4 Pf6, 6) Pc3 Rb4, 7) e5 de
door de Losbladige Schaakberichten aan
gegeven riposte Da5 de weerlegging van
wit's opstoot, of komt zwart geforceerd in
het nadeel?
De twee weken geleden gepubliceerde
partij NielsenArlauskas doet vooralsnog
het laatste veronderstellen, vandaar dat
analytici, onder wie Hans Bouwmeester,
de onderhavige stelling nog eens aan een
critisch onderzoek hebben onderworpen.
Het bleek daarbij nuttig, uit te gaan van
de Pen-variant, die veel gelijkenis met de
hierboven vermelde Paulsen-variant ver
toont, doch veel diepgaander werd onder
zocht.
Wat zegt nu de theorie der Pen-variant
na: 1) e4 c5, 2) Pf3 e6, 3) d4 cd4:, 4) Pd4:
Pf6, 5) Pc3 Rb4, 6) e5?
De in aanmerking komende voortzettin
gen zijn nu:
a. 6)Da5 (resp. Dc7). Vorig maal
zagen wij reeds dat deze faalt op het ons
nu vertrouwd geworden kwaliteitsoffer;
b 6) Pd5. Deze zet komt in de
Paulsen-variant niet in aanmerking we
gens c4xd5;
c 6) Pe4.
De theorie heeft uitgemaakt dat wit nu
een winnende aanval krijgt met 7) Dg4. De
voornaamste variant krijgen wij te zien in
de partij SzaboMikenas, welke als volgt
verliep: 7) Pc3:, 8) Dg7: Tf8, 9) a3!
Pb5t, 10) ab4: Pd4:, 11) Rg5! Db6, 12) Rh6
Db4:f
#11
WW
yhrrr//
W
9
k
f
f.777
MM//
wrn,
.J
tijtjes „kleur", waarvan het volgende een
bewijs:
Noord:
B7 CHV10 9 O A H 7 4 2 A 5
West:
AV5 9 8 4 3 <>B95 H V 10 4
Oost:
H 2 9 B 7 3 O V 10 8 3 4*9763
Zuid:
10 98643 9 A 6 2 <>6 4*B82
Daar het bieden géén schoonheidsprijs
zou kunnen verkrijgen, zal ik dat verzwij
gen. Wetenswaardig is slechts, dat west
begon te passen en dat NZ in 4 schoppen
aanspoelden, waarbij noord de rode kleu
ren had geboden en zuid vergeefse pogin
gen had gedaan om in een laag schoppen
contract te eindigen. Het weinig vertrou
wenwekkende biedverloop tussen NZ was
voor west reden geweest het 4 schoppen
bod te doubleren.
West speelde 4»H voor noord nam
Aas. Op twee hoge ruitens speelde zuid
ruiten en een klavertje bij, vervolgens
werden er vier ronden harten gespeeld.
Op de vierde harten gooide oost een 4»
bij en zuid deed hetzelfde (en zuids-klave
ren waren daardoor óp). West troefde in
met en trok klaveren na, ingetroefd
door zuid. Nu ging zuid pas troef spelen
en smaakte het genoegen later troefaas en
heer over elkaar te zien rollen. 4 Schop
pen gedoubleerd gemaakt.
En wie maakte nu de fout? Misschien
gelooft u het, nét zo min als oost dat aan
vankelijk deed: hij had n.l. de vierde (laat
ste) harten die noord speelde met 4>2
moeten introeven, waarna zuid toch drie
troefslagen plus een klaverslag moet ver
liezen.
Maar wie zet er nou troefheer sec in
zo'n gezellig partijtje bij Arti et Amicitiae?
H. W. Filarski
Bridgevraag van deze week: Noord gever,
parenwedstrijd. NZ spelen een sterke twee
opening, die forcing is voor tenminste één
biedronde. NZ staan kwetsbaar, zuid heeft:
V 10 6 5 3 9 V 8 3 ÓB 9 4 4* 10 2
Noord (uw partner) opent met twee har
ten oost biedt twee schoppen. Wat moet
zuid doen? Antwoord elders op deze blad
zijde.
LEEN DE ROOY, Amsterdam.
Wit komt nu met een stuk achter, in
beslissend voordeel. 13) c3 Pf5. Na De7
wint cd4:, 14) cb4: Pg7:, 15) Rg7: en zwart
sterft aan melopenie (zwakte der zwarte
velden).
Laat ons deze afwikkeling nu eens trans
poneren naar de Paulsen-variant.Dan
doen we een belangrijke ontdekking! Zie:
1) e4 c5, 2) Pf3 e6, 3) d4 cd4:, 4) Pd4: a6,
5) c4 Pf6, 6) Pc3 Rb4, 7) e5 Pe4 en nu als
boven: 8 Dg4 Pc3:,9) Dg7: Tf8, 10) a3 Pb5f,
11) ab4: Pd4:, 12) Rg5 Db6, 12) Rh6 Db4:f
In het Hartevelttoernooi, dat in januari
van dit jaar te IJmuiden is gehouden,
kwam tussen Springer (wit) en Laros een
familiestand van de Woldoubystelling voor.
In januari hebben wij ook over deze stel
ling geschreven en de vraag aan de lezers
voorgelegd, of de betere stelling voor La-
ros ook met analyse tot winst was te
brengen.
In de rubriek van 12 maart poogde de
heer H. J. Lunenburg uit Haarlem winst
aan te tonen, welke winst (zie IJ.C.
29 april) opnieuw tot remise werd om
gezet.
Na een uitvoerige studie is oud-wereld
kampioen Ben Springer tot de conclusie
gekomen, dat het spel in vele varianten
tot remise is te leiden. Hieronder volgt de
leerzame analyse van deze grootmeester.
H. LAROS
Vergelijken wij deze stand met die van
diagram 1, dan constateren wij dat er een
essentieel verschil bestaat, n.l. dat wit nu
geen c2-c3 kan spelen, zodat zwart zijn
materieel voordeel gemakkelijk kan con
solideren, b.v. 13) Kdl Pf5 enz.
Uit deze constatering valt een belang
rijke conclusie te trekken. Met 5) c4 gaf
wit de zet c2-c3 uit handen en daarmede
zijn grote troef uit de Pen-variant. Dit be
tekent dat het inslaan op g7 thans niet
meer opgaat, hetgeen het spelbeeld alge
heel wijzigt. Bouwmeester kwam door ana
lyse tot de volgende variant: 7) Pe4, 8)
Dg4 Pc3:, 9) a3 Rf8!, 10) bc3: Da5! (met
aanval op c3 en e5), 11) Dg3 d6!, 12) Rf4
(ed6: Rd6:!) Pd7, 13) Pb3 Db6 benevens de5:
met beter spel voor zwart.
De praktijk zal moeten uitmaken, of al
deze beschouwingen houdbaar zijn. Wij
houden ons aanbevolen voor de ervaringen
van onze lezers.
In ieder geval hebben deze, naar wij
hopen, een indruk gekregen van de rijste
brijberg welke een schaakmeester moet
doorworstelen, alvorens hij zich op het
gladde openingsijs kan wagen!
ggp
m
n
m
■-/
u
Pɧ
HU
y-77,/
m,
pp
m,
Mr. Ed. Spanjaard
In december 1839 werd in Amsterdam
opgericht de Maatschappij „Arti et Ami
citiae", een vereniging van en voor beel
dende kunstenaars. Enkele jaren later kon
de maatschappij een pand aankopen op het
Rokin te Amsterdam, alwaar heden nog
altijd de illustere sociëteitzaal gevestigd is.
Wat later breidde „Arti" zich nogmaals uit,
zodat het in belendende percelen expositie
ruimten verkreeg, alwaar talrijke beroem
de kunstenaars de gelegenheid vonden en
vinden om hun werk ten toon te stellen.
Bridge, een kind uit de dertiger jaren
van deze eeuw, is in „Arti" natuurlijk vol
komen bijzaak het is aldaar niet meer
dan een plezierig tijdverdrijf voor leden en
kunstlievende leden tijdens de sociëteits
uren. De conversatie en de straffe drankjes
waarvan men tijdens het spel in „Arti" kan
genieten, bewijzen dan ook, dat men aldaar
de gezelligheid hóger aanslaat dan de
waarde ener volmaakte bied- en speel-
techniek. Een goed ding zó want zéér
ernstige mensen en nóg ernstiger bridgers
lopen er genoeg buiten de sociëteit.
Zoals het dus in de omgeving van schil
ders betaamt, hebben de Arti-robberpar-
mm
w,
pp
Wm.
mm
WÊ.
m
Wm.
m
Wm.
Wm.
wm
myf.
w
Wm.
Hg
WW
mm
mm
MY777
mm.
WW/
pp
Wm
mm
wm
Zwart: 6, 8, 11, 12, 13, 14 ,17, 18, 19, 26, 38.
Wit: 24, 25, 27, 28, 30, 31, 34, 37, 39, 40, 41, 48.
Wit speelt en wint.
Het volgende vraagstuk kan ook in het
partijspel voorkomen. De oplossing is leer
zaam voor partijspelers.
No 3. Zwart: 12, 13, 14, 17, 18, 19, 24, 26,
29, 30, 34, 45. Wit: 21, 28, 33, 36, 37, 38, 39,
43, 47, 48, 49, 50.
Deze is als volgt: 1) 37-31 26x37. 2) 47-42
17x26. 3) 42x31 26x37. 4) 48-42 37x48. 5)
36-31 48x26. 6) 28-23 19x28. 7) 33-22 18x27.
8) 38-33 29x38. 9) 43x21 26x44. 10) 49x7
30-34. 11) 7-1 34-39. 12) 50-44 39x50. 13) 1-6
en wint door opsluiting.
No 4, zwart: 1, 7, 11, 12, 13, 18, 19, 20, 23,
24, 28, 33; wit: 16, 21, 26, 27, 31, 32, 34, 35,
40, 42, 43, 45, 48.
Oplossing: 34-30. 21-17, 43-38. 48x28 40-34.
30-25 48x30. 25x12, 16x7. 31-27. 26x19. 35x24
waarna zwart 13, 18. Wit 24, 45. Zwart aan
zet, wit wint. Deze winst hebben wij reeds
voor de oorlog door de oud-kafnpioen van
Haarlem, Abe de Jong, zien uitvoeren in
een door hem gespeelde partij.
B. Dukel
jjaui-iBd apaog uaa ,ia.\o uaqqiqosaq tsm.
n taoui poq a;s}eei; ?tp Cxq iua^und 8 jooa
-.ibbav '„uajjeq g" s^eeid apaaA\} ap do ;aui
'jaa§ ua}und oi *11 jooa.ieea\ ijCqqjaAo
„sed" JBBur uaaqe qfipijaj lepoz Jjaaq
uajaABiq ua ua^ina ui s;aiu laMftJA pxnz
lepuio 'ueq uaneAuagai jebui uaaqe pjoou
iep 'aCiaa;suoui uaa si y§ g uba poq uaa
ua uee iqoejq.inauuoq aaaioag ljaa§ uap
-aiq ua},ieq g paaia 'aiiesuaduioo apuaop
-fOAuo ua;und 00S uauuoA\ag ap uCiz uep
sjjaz 'ueeg ua\op g pjaa^qnopag uaddoqas g
noz 'I?a\ istnf una;sua)jeq apaog ufiz laui
pmz Tjaaq otp uaaqaueui a.teqs:jaA\q
uaa .iooa guiqaisgueiaq aaapai qftjaiiaj fiq
luaqiuo i-iaaiqnop Ciq spy 'uajasiAOJduit nu
laoai pmz ua gipuoag qeez ap T-iapueaaA
'l'jaaq uapoqag uassni ;soo nu qoop 'ufxz
IsaaMag VS Z noz ua;jeq z poqaiqeMZ
ajeuijou }3H 'LiasS p.iooA\)ue puaopje
uaag „uiaaisAS iaq" uueeM aqeniis uaa
:qaa.w jazap tTeuJAaSpuq do pjooAVjay
Onze tuin- en kamerplanten
B. SPRINGER
Zwart: 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 26.
Wit: 25, 27, 28, 30, 32, 34, 35, 37, 38, 42.
In de partij speelde wit aan zet. 25-20
14x25. 38-33 17-21 28-22 remise.
Kansrijker was voor Laros na 1) 25-20
24x15 geweest. Springer geeft twee voort
zettingen aan 30-25 en 38-33. 2J 30-25 17-21.
3) 37-31 26x48. 4) 38-33 48x30. 5) 35x24
19x30 28x26. 30-34 33-28 34-39 28-22 18-23.
22-17 remise. Op 25-20 24x15. 30-25 15-20.
37-31 26x48. 38-33 48x30. 35x15 en wij zien
geen winst meer voor zwart.
De hoofdvariant is leuk door offer en
tegenoffer.
1) 25-20 24x15. 2) 38-33 14-20. 3) 42-38
26-31. (Op 27x36 17-21). 4) 37x26 20-24.
5) 30-25 24-29. 6) 33x24 19x39. 7) 28x8 12x3.
8) 27-21 16x27. 9) 32x23.
Met zwart aan zet is het volgend eind
spel ontstaan. Zwart: 3, 14, 39. Wit: 23, 25,
26, 35, 38. Wit forceert na 39-44 remise
door 38-33 29-24. Wij menen naar aan
leiding van deze analyses te kunnen be
sluiten om de IJmuidense stand tot remise
te verklaren.
De nieuwe Nederlandse jeugdkampioen
Leen de Rooy (18) is niet alleen een uit
stekend wedstrijdspeler doch ook een uit
stekend damproblemist. Met zijn leer
meester, de heer J. J. H. Scheyen te Kerk-
rade, heeft hij 65 vraagstukken in vier
vakantiedagen samengesteld.
Wij stellen het dan ook zeer op prijs dat
Leen voor onze rubriek vier kersverse
damproblemen heeft afgestaan om deze ter
oplossing onze lezers voor te schotelen.
No 1, motief J. C. Canalejas; opgedragen
aan L. Colier te Maastricht. Zwart: 1, 6,
7, 9, 10, 19, 20, 23, 24, 29, 32, 34, 36, 45;
wit: 12, 16, 17, 18, 21, 22, 27. 31, 33, 38, 40,
42, 43, 50. Aanvangzet 33-28, 32-37 of? en
nu wit speelt en wint.
SNEEUWKLOKJES
Als men volgend voorjaar wil profite
ren van de zo vroeg bloeiende sneeuw
klokjes Galanthus nivalis zal men
de kleine bolletjes nu moeten bestellen;
dat kiene goedje moet namelijk zo vroeg
mogelijk geplant worden. Sneeuwklokjes
zijn allerliefst voor de tuin; ze voldoen
niet indien ze allemaal netjes naast el
kaar op een perkje gepoot worden, doch
als men ze aan de voet van een hoog
opgaande boom poot of tussen licht hees
tergewas of een donker groene conifeer als
achtergrond, zullen ze prima tot hun recht
komen. Dat kleine goedje kan ook wel
in het gras gepoot worden, doch maai het
dan eerst goed kort en daarna kan men
de bolletjes zo over het gazon uitstrooien
en daar waar ze dan neervallen kunnen ze
ook gepoot worden. Met een stevig en puntig
stokje kan men dan wel een gaatje in de
grasmat prikken en dan laat men ze er in
zakken; de grasmat zelf heeft er dan niets
van te lijden. Sneeuwklokjes moeten onge
veer op een diepte van zeven centimeter
gepoot worden. Vroeg in het voorjaar, als
het eerste gras gemaaid wordt zal men
hen met rust moeten laten, want als het
groene loof tegelijk met het eerste gras
wordt afgemaaid, behoeft men er een
volgende lente niet veel meer van te ver
wachten
G. Kromdijk
DE POT KEEK de ketel eens aan.
Toen zei die: „O, wat ben jij zwart, 't
is geen gezicht. Ik zou me schamen als
ik jou was."
De ketel schaamde zich onmiddellijk.
Hij had een verlegen, zacht karakter
en zou nu wel in het donkerste hoekje
willen wegkruipen uit angst dat iemand
hem kon zien.
Nu, daar was niet veel kans op. Hij
stond, met een heleboel andere voor
werpen, in een kast waar dingen opge
borgen werden die nog wel eens te pas
konden komen. Een grote, oude kast
in de bijkeuken, en het was er donker.
Maar zo midden op de dag viel er toch
wel wat licht door de reten en spleten
en bij mooi weer zelfs wel eens een zon
nestraaltje. Dat was nu ook het geval
en dat zonnestraaltje viel juist op de
ketel, waardoor je kon zien hoe zwart
hij wel was. De pot was groot en log en
hij zei graag nare dingen. Daarom liet
hij zich nu ook niet de kans ontnemen
om iets naars te zeggen.
EEN ENKELE KEER kwamen de
kinderen uit het huis een beetje in de
kast rommelen. Dan zochten ze naar
iets dat ze ergens voor nodig hadden.
Dat was een hele gebeurtenis voor de
dingen in de kast. Ze wisten dat er
meestal iets meegenomen zou worden
en de spanning was groot welk ding
het ditkeer wel zou zijn. Iedereen hoop
te er natuurlijk op. Voor de achter
blijvers was het wel een teleurstelling
als zij het niet waren, maar in ieder
geval hadden ze dan toch weer iets om
over te praten.
Op een dag ging de kastdeur weer
open. Maar nu stonden er geen kinde
ren voor en de dinzen werden niet
haastig overhoop gehaald op zoek naar
'iets dat ze konden gebruiken. Nee, het
was de mevrouw van het huis en naast
haar stond de dikke keukenmeid. Zwij
gend lieten ze hun blikken over de plan
ken gaan. De mevrouw zei eindelijk:
„Wat een rommel! Waar komt het al
lemaal vandaan? Kom, laten we maar
meteen met opruimen beginnen."
tussen de rommel. Maar hoe komt ie
hier? Het is een prachtstuk."
„Die heb ik daar neergezet," zei de
keukenmeid. „Een poos geleden kreeg u
toch 'n heleboel van die oude spullen van
uw tante. Toen zei u dat die houtwol en
verdere rommel kon worden opgeruimd.
Maar dat keteltje zat er nog tussen en
ik vond het jammer om het weg te doen.
Het ziet er wat vies uit, maar het is zo'n
aardig model. Ik heb het toen maar hier
in de kast gezet."
„En daar ben ik je heel dankbaar voor
Anna", zei mevrouw. „Ik begrijp niet hoe
ik het over het hoofd heb kunnen zien.
We zullen het mooi oppoetsen en dan
komt het in de kamer op die antieke
theestoof te staan. Hij lijkt wel of het
ervoor gemaakt is."
Onder het laagje vuil begon het ketel
tje te glimmen van plezier. Maar 't had
er echt geen plezier in dat het de pot
zo slecht was vergaan.
E. M. Smulders
Dit muisje gaat kralen rijgen. Help
je haar even? Begin bij de punt van de
naald en rijg met een potlood de kralen
aan elkaar. Je moet steeds in een gaatje
insteken en langs een streepje naar de
volgende kraal.
KIJK, DAAR HAD de keukenmeid de
ketel in haar handen.Maar wat was dat?
Mevrouw greep er naar. Ze bekeek hem
van alle kanten en zei verbaasd:„Hoe is
het mogelijk! Ik loop al maanden naar
zo'n ketel te zoeken en nu vind ik hem
'VQ3Ha :Buisso]do
ALLE DINGEN werden uit de kast
gehaald. Op een grote tafel kwam alles
wat schoongemaakt zou worden en dan
weer in de kast gezet. En de dingen die
de moeite van het bewaren niet meer
waard waren kwamen op een hoop op
de grond. De kast werd al leger en le
ger en eindelijk was het de beurt van
de pot. Vol leedvermaak keek hij naar
de ketel. „Zeg de boel hier maar gedag,
keteltje," riep hij. „Jij gaat met de
voddeman mee, zwartje, daar hoef je
niet aan te twijfelen. Ik krijg nu straks
een grote beurt en dan kom ik natuur
lijk weer in de keuken. Ze zien wel in
dat ze me toch niet kunnen missen."
Hij had het nog niet gezegd of de
keukenmeid greep hem beet. „Wat heb
ben we daar." zei mevrouw ..Waarom
hebben we die oude pot nog bewaard?
De bodem is helemaal verroest. En wat
is hij smerig, je handen worden pik
zwart. Gooi hem maar gauw bij de
rommel."En daar ging onze pot. „En
wat zou die ketel er een plezier in heb
ben dat het zo met hem was gegaan,"
dacht hij. „Maar het zou wel niet lang
duren of die kwam hier ook terecht. Hij
moest iets verzinnen om zijn figuur te
redden. Maar wat? Och, die domme
ketel kon je alles wijs maken. Hij ver
zon wel wat als het zover was."
•ud\vn%6Cii a(}ua?|üjjf QNISSOldO
VERBORGEN PLAATSNAAM
Van links naar rechts invullen:
1. niet smal;
2. fles van aardewerk;
3. niet groot;
4. planeet waar wij op wonen;
5. eiland in de Middellandse Zee.
In de grijze vakjes vind, je de ver
borgen plaatsnaam.