VOOR JULLIE
FILATELIE
M
mmWTMZS POSTAGE
NEW ZEALAND 1
Schalken
Dammen
e
p
H
B
ff
11
Él
ffjj
Hl
MR
mi
IK
Hü
|jj
Üf
B
S
SI
lH
ff
HH
B
Jjjj
11
Éi
8S
H
Hü
fci
urn
HÜ
jjj
jj§
Rf
S
Éi
if
WESTDUITSE NOTITIES
ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1960
Erbij
ANDREW
CARNEGIE
éi
11
De witte eend
Zo'n sterke man
PAGINA V IJ i
VERENIGDE STATEN. Ter ere van
de Amerikaanse industrieel en filan
troop Andrew Carnegie (1835-1919) zal
op 25 november a.s. in de serie „Be
roemde Amerikanen" een postzegel van
4 cents (kastanjebruin) in omloop wor
den gebracht. De zegel is ontworpen
door Charles R. Chickering. De oplage
bedraagt 120 miljoen exemplaren.
GHANA. Ter gelegenheid van de
Olympische Spelen te Rome is een se
rie van vier waarden in twee tekenin
gen uitgegeven. Op de 3 d. en 6 d.
ziet men een arm die de Olympische
toorts opheft en op de 1 sh. 3 d. en
2 sh. 6 d. een hardloper bij de start
en de omtrekken van de kaart van Af
rika. Elke zegel draagt bovendien de
vijf Olympische ringen. De zegels zijn
ontworpen door Angel Medina Medina
(3 d. en 6 d.) en Willie Wind (1 sh.
3 d. en 2 sh. 6 d.).
EUROPA. In Frankrijk zullen twee
Europa-postzegels worden uitgegeven
in de waarden 25 c. (groen) en 50 c.
(karmijn), in Ierland in de waarden 6
d. (bruin) en 1 sh. 3 d. (blauw, in
Zwitserland in de waarden 30 rp. (ver
miljoen) en 50 rp. (ultramarijn). Alle
zegels dragen het ontwerp van de Fin
Pentti Rahikainen (het woord Europa,
waarvan de letter o wordt gevormd
door een postwagenwiel met negentien
spaken). Eerste dag van uitgifte: 19
sept.
OOTENRL1K. De Oostenrijkse pos-
rijen gaven op 25 augustus j.l. een
Europa-postzegel uit met als voorstel
ling een Ionisch kapiteel, waarboven
het woord Europa. Het ontwerp is af
komstig van Adalbert Pilch en de gra
vure van Georg Wimmer. De waarde
is 3 s. (zwart) en er zijn drie miljoen
exemplaren gedrukt.
PORTUGESE PROVINCIES. Evenals
in Portugal is ook in de Portugese over
zeese provincies filatelistisch het feit
herdacht, dat vijfhonderd jaar geleden
Hendrik de Zeevaarder, de stichter van
het Portugese koloniale rijk, overleed.
Kaap Verdïsche eilanden: 2 esc. met
het portret van Hendrik, Guinee: 2,50
esc. met een zeevaartkundig astrola
bium, Principe en S. Thomas: 10 esc.
met een windroos, Angola: 2,50 esc.
met een oude kaart van West-Afrika,
Mozambique: 5 esc. met een karveel
(zeilschip), In'dië: een 3 esc. met het
wapen van Hendrik, Macao: een 2 pa-
tacas met de zodiak, Timor: een 4,50
esc. met het devies van Hendrik.
MALEDIVEN EILANDEN. Deze
eilandengroep in de Indische Oceaan,
ten Z.Wvan Ceylon, geeft eind sep
tember een nieuwe serie frankeerzegels
uit. De reeks omvat de volgende waar
den: 2 larees, graftombe van de sul
tan; 3 larees, douanekantoor; 5 larees,
Cowryschelp; 6 larees, het vroegere
koninklijke paleis; 10 larees, de toe-
gangsweg naar de Minaret vara de Ju-
ma Moskee te Male; 15 larees, het ge
bouw van de bestuursraad; 25 larees,
het nieuwe secretariaatsgebouw van het
gouvernement; ,50 larees, het gebouw
van de minister-president; 1 rupee,
het graf van de Heerser der Zee en
zeilboten; 5 rupees, het graf van de
Heerser der Zee en een zeilboot; 10
rupees, de haven van de Malediven.
NIEUW-ZEELAND. Begin september
zal de koerserende serie frankeerzegels
worden aangevuld met een postzegel
van 9 d. (rood, wit en blauw), waarop
de Niemozeelandse vlag is afgebeeld.
De reeds gemelde zegels ten bate van
de gezondheidszorg voor het zieke en
zwakke kind zullen ook in een minia
tuurvelletje van zes zegels verschijnen.
NIMZOWITSCH-TOERNOOI TE
ZÜRICH
In de loop van deze maand werd in
Zürich een klein meestertoernooi gehou
den, waarvan de resultaten nog niet tot
Nederland zijn doorgedrongen, hoewel ons
land werd vertegenwoordigd door de be
kende theoreticus Van den Berg en er ook
overigens een zeer goede bezetting was.
Winnaar werd de Belgische grootmeester
O. Kelly met 7 uit 9. Als zijn voornaamste
concurrent beschouwde men de Joego
slavische meester Fuderer, die echter een
verrassende nederlaag leed tegen de Zü-
richer student in de rechten Keiler, de
kersverse kampioen van Zwitserland. Deze
bezette mede dank zij dit succes de tweede
plaats met 6V2, gevolgd door Fuderer 6,
Dückstein (Oostenrijk) en Gereben (Israel)
5'/2, Van den Berg 4, Paoli (Italië) 3'/2,
Kieninger (W. Duitsl.) 3, Martin en Nie-
vergelt (Zwits.) 2.
Het Ziiricher dagblad „Die Tat" schreef
in zijn beschouwing over de eerste ronde,
dat deze zo stormachtig verliep als men
maar wensen kon, met felle strijd. „Dat
daarbij het eerste slachtoffer een Zwitser
was, speelde geen rol; bij het schaken kent
men, zoals bekend, geen chauvinistische
gevoelens".
Auldus het blad. Maar het bloed kruipt
nu eenmaal waar het niet gaan kan. Want
terwijl de tweede ronde in volle gang was,
weerklonk plotseling een luid applaus, een
uiting tijdens een schaakwedstrijd erger
dan een doodzonde. Fuderer had n.l. ge
capituleerd legen Keiler en dit werd Kel
ler's toekijkende landgenoten te machtig.
Hierbij Keller's fraaie zege.
Wit: Keiler Zwart: Fuderer
Siciliaans
1) e2-e4 c7-c5 2) Pgl-f3 d7-d6 3) d2-d4
c5xd4 4) Pf3xd4 Pg8-f6 5) f2-f3 Ge
bruikelijk is hier Pc3. maar de tekstzet is
Keller's specialiteit. Hij boekte er in het
wereldschaaktoernooi Zürich 1959 een dui
delijke overwinning mee op Donner. 5)
e7e5 6) Rfl-bSf Rc8-d7(?) Reeds een
beslissend ogenblik. Beter is Pbd7, wat
Donner speelde, met het vervolg: 7) Pf5
d5 8) ed5: a6 )9 Ra4 b5 10) Rb3 en nu had
zwart met Pc5 en Rb7 bevredigend spel
kunnen krijgen. Fuderer zelf beschouwde
na afloop der partij zijn stelling na de
door hem gekozen voortzetting als verlo
ren. 7) Rb5xd7f Dd8xd7 8) Pd4-f5 d6-d5
9) Rcl-g5 d5-d4 10) c2-c3! Wit is nu
duidelijk in het voordeel, vooral dank zij
het onaantastbare paard op f5. 10)
Pb8-c6 11) 0-0 0-0-0. Nu gaat ook de pen
ning van Pfl een rol spelen, maar hoe
moet zwart zich anders ontwikkelen? 12)
c3xd4 e5xd4 13) Kgl-hl Ook Rf6:
met tastbaar positioneel overwicht was
goed, maar Keiler heeft grotere plannen.
13) Dd7-e6
dat het probleem in volle omvang voor ons
stelt:
WEST OOST
AVB53 AH 10 762
O AH V <38653
O H 10 o -
4* H V 10 A 8 5 2
OW hadden overhoop gelegen met de
slamconventie en waren niet verder ge
komen dan 6 schoppen terwijl de renon
ce ruiten natuurlijk het maken van 13 sla
gen kinderwerk maakte.
Hoe hadden wij nu tot «root-slam kun
nen komen? vraagt de inzender ons.
Mijn eerste opmerking luidt: „Met 4 kla
veren of met simpel 4 Sans is het bereiken
van 7 schoppen onmogelijk".
Verder: nemen wij aan, dat west zijn
enorme spel opent met het (ook in Neder
land veel gespeelde) conventionele ope
ningsbod van twee klaveren. Oost heeft
voldoende om niet met twee ruiten te be
hoeven afwijzen en hij biedt dus twee
schoppen.
Indien west zich nu direct in een azen-
vraag-conventie stort, maakt hij een prin
cipiële fout: hij weet namelijk niet of oost
ergens een renonce in heeft en zolang hij
dat niet weet, moet hij oppassen met een
conventie die géén renonces aan het licht
brengt.
Wests beste bod (na 2 schoppen van oost)
is dan ook: 3 schoppen. Hierbij laat hij het
initiatief aan de partner, doch stelt wèl
vast, dat schoppen de goede troefkleur zal
zijn.
Als oost hierna nu „4 klaveren" biedt, is
dat het tónen van de „eerste controle" in
klaveren (dus géén azen-vraag, die dus
niet gespeeld wordt); west reageert daar
op met „4 harten" (eerste controle in har
ten) en oost toont dan met „5 ruiten" dat
hij ook in de kleur eerste controle heeft.
Let u erop. dat de „eerste controles" ge
boden worden op zo'n laag mogelijk
niveau; west bij voorbeeld, slaat na oosts
4 klaverenbod de mogelijkheid „4 ruiten"
over en dat betekent, dat hij niet de
eerste controle in deze kleur heeft. De con
trole in de troefkleur blijft bij deze
methode (voorlopg) ongenoemd.
Na de ontvangen inlichtingen van oost,
zal het west niet moeilijk vallen 7 schop
pen te bieden: oppassen moet hij natuur
lijk voor de fout. te denken dat oost kla
verenaas en ruitenaas heeft, want dan zou
hij wel eens het dwaze bod van 7 Sans
kunnen doen. die natuurlijk niet gemaakt
kunnen worden.
Wellicht zegt u „wat moeilijk is dat?"
Eenvoudig is het inderdaad niet, maar er
bestaat nu eenmaal geen eenvoudige
methode om dergelijke spellen precies uit
te bieden. Als (schrale) troost kan daarbij
dienen, dat tenminste 99 percent der Ne
derlandse bridgeparen met deze spellen
ten hoogste tot 6 schoppen zullen komen.
II. W. Filarski
Bridgevraag dezer week: Oost gever,
niemand kwetsbaar, parenwedstrijd. Oost
opent met 1 harten, zuid past. west past.,
noord biedt 1 Sansatout en oost past. Wat
moet zuid nu bieden op:
AH 10 54 3B7 V 10 9 3 4» A G 2
Antwoord elders op deze pagina.
Om snel remise te maken had Hendrik-
sen met 27-32. 37x28 26-31 36x27 22x31
kunnen spelen.
48) 27-31? 49) 36x27 22x42. 50) 38x47
17-22. 51) 30-24 22-27. 52) 24-20 27-32. 53)
20-15 18-22. 54) 19-14 22-28. 55) 33x22 32-38.
56) 14-10 38-43. 57) 10-5 43-49. 58) 22-17
49-16. 59) 17-12 16-2 met de volgende eind
stand:
Wit, stukken op 12, 15, 47, dam op 5.
Zwart, stukken op 4, 26, dam op 2.
Waarorr) de Fransman in dit gewonnen
eindspel remise gaf, is ons niet duidelijk.
Winst is 5-37. De dam moet weg, waarna
stuk 12 een tweede witdam wordt. Daarna
wordt onder de opstelling twee witdammen
op 36-46 en twee witstukken 15 en 37 de
opmars naar de derde witdam opgezet.
Met drie dammen op 5, 14, 24, stuk op 15
is de vangstelling bereikt.
Na de eerste zet 5-37 kan zwart ook nog
4-9 spelen, waarna 47-41 niet mag wegens
het offer 26-31 37-26 9-14 met remise door
14-20. Na 5-37 4-9 37-46. 26-31. 46-28 31-36.
28-37 2-11 of 16. 12-8 16-2 8-3 en de winst
is bereikt.
In de partij A. LeyserPerot (zwart)
had de Nederlander het volgend zeer voor
delig eindspel bereikt.
Wit: 22, 24, 28, 36, 37, 38. 39. Zwart: 6, 9,
11, 13, 17, 25, 26.
In de partij vervolgde wit 54) 38-33 9-14.
55) 22-18 13x22. 56) 24-20 14-19. 57) 20-15
19-24. 58) 28-23 24-30. 58) 33-29 30-35. Met
remise.
Vanuit de cijferstand had wit veel ster
ker kunnen spelen met vrij zekere winst
door:
Eerste variant: 54) 36-31 17-21? 55) 38-32
11-16. 56) 31-27 en winst.
Tweede variant: 54) 36-31 17-21. 55) 38-32
21-27. 56) 32x21 26x17. 57) 31-27 11-16. 58)
22x11 16x7. 59) 28-23 met winst.
Derde variant: 54) 36-31 11-16. 55) 22x11
6x17. 56) 38-32 13-18. 57) 31-27 17-21. 58)
39-33 18-22. 59) 28x17 21x12. 60) 32-28 9-13.
61) 28-23 met gewonnen eindspel.
Het eindspel van beide partijen werd niet
op zijn sterkst gespeeld.
B. Dukel
Het schijnt- dat zwart nu klaar staat om
zich te bevrijden met g7-g6 benevens Re7
of Rg7. Keiler heeft echter een duivelse
weerlegging in petto. 14) Pbl-d2 h7-h6
15) Rg5-h4 g7-g6 16) Ddl-b3ü Dat
was het; wit's paard hoeft in het geheel
niet weg. De pointe is, dat na dameruil
(op b3 of e6) Rf6: met directe winst volgt.
Zwart kan Pf6 noch verzetten, noch dek
ken en er dreigt De6:f en Rf6: De volgen
de zet is dus gedwongen en daarmede is
het hoogtepunt van de strijd genaderd.
16) Td8-e8. Nu zou na De6: Te6 het
paard gedekt blijven staan. Maar er volgt
een nieuwe verrassing. 17) Pf5xd4!
Dit schijnoffer is gebaseerd op de dubbele
functie, welke de witte dame van c3 uit
heeft, n.l. langs de c-lijn én langs de dia
gonaal c3-f6. 17) Pc6xd4 18) Db3-c3f
Pd4-c6 19) Dc3xf6 Niet 19) Rf6: Rb4
enz.
Wit staat nu met een gezonde pluspion
gewonnen. Het technische gedeelte, dat
minder van belang is, wikkelde hij als
volgt af: 19) Re7 20) De6:f fe6: 21)
Rg3 b6 22) Tfdl Td8 23) Tacl Kb7 24) Pc4
b5 25) Pe5 Pe5: 26) Re5: Tdl:f 27) Tdl:
Td8 28) Td8: Rd8: 29) g4! Kc6 30) Kg2 h5
31) Kg3 hg4 32) Kg4: Kd7 33) Kf4
Sneller was direct f3-f4 33) a6 34)
Kg4 a5 35) f4 Kc6? Meer weerstand bood
Ke8 36) h4 Kd7 37) h5 gh5: 38) Kh5: fen
zwart gaf het op, daar hij Kg6 benevens
opmars van de F-pion niet kan beletten.
Men zal van de jonge Zwitserse kam
pioen stellig méér horen.
Mr. Ed. Spanjaard
OVERHOOP MET SLAMCONVENTIE.
Een zeer groot aantal Nederlandse brid-
gespelers gebruikt als slamconventie „4
klaveren" dan wel het „4 Sansatouf'bod
om „naar azen te vragen". Even hardnek
kig als de 4-klaver aanhangers hun con
ventie blijven bedrijven, verrast de prak
tijk hen op onaangename wijze door spel
len op te dienen waarmede men met sim
pel azen-vragen niet tot het gewenste doel
kan komen.
In alle gevallen waarin één der part
ners een renonce heeft in een kleur,
blijkt het gebruik der eenvoudige slam-
conventies onvoldoende. In expert bridge
beschikt men als regel dan ook over meer
dere slamconventies namelijk eenvoudig
azen vragen als het zéker is dat de partner
géén renonce heeft (bij voorbeeld na een
Sansatout-openingsbod) en men die zelf
ook niet heeft, clan wel azen en renonces
tonen (bieden) in andere gevallen.
Van een lezer ontving ik nu een spel,
De nieuwe clubkampioene van Neder
land, de r.-k. damclub Huissen heeft dezer
dagen een wedstrijd gespeeld tegen het
stérkste damtiental van Frankrijk. De
Nederlandse^ dammers leden een 146
nederlaag. De uitslag (HuissenFrankrijk)
was: 1. Van AaltenA. Verse 11; 2. J.
EddinkChiland 11; 3. StormDelhom
11; 4. G. JansenA. Post 11; 5. A. Ly-
ser—Perot 11; 6. J. H,endriksenDarmon
11; 7. E. LeyserDionis 02; 8. Scia-
rone—Fourgous 0—2; 9. Ververgaret—Ho-
sana 02; 10. F. JanssenSerf 02.
Een handicap voor de Nederlandse spe
lers was dat niet op de klok werd gespeeld,
waardoor de partij EddinkChiland negen
uur duurde. Tevens was er al te zeer een
..vakantiestemming" onder de Huissenaren,
hetgeen het spelpeil niet ten goede kwam.
De wedstrijd tegen het sterkste Belgische
tiental in oktober te Huissen zal hopelijk
onder betere omstandigheden worden ge
speeld.
Hier volgen enkele spelmomenten. Aan
bord 6 kwam in de partij DarmonHen-
driksen na de 36ste zet de volgende stelling
voor:
•uassed piajCtAvjaguo pjoou \ez pdspjoou
uaAaSag 'uapatq VS 8 Pm "Eii UBP
'„aCptapnoquado" uaptaipsaq uaa uep jaaut
}ba\ p.ioou tjaaq si poq apaog ;aq pmz
.100A VS 6 WP '}§Ioa Japue ua uaa ;tn jam
guqapjaATaeeJi ap ;gnap Tajqnop uaa jooa
uapatq ;nojBsuES I uep uaop s.iapue
jaaA p.ioou ueq utuiuaAa ua uajads uafei
jatu uat-ieq 1 p.ioou ueij iads }tp qaiAf
S 8 6 9 t 9 H O 8 0IV& 2 8 V
:uaqqaq
ubj{ piooH -sues „aq.iafs" uaa uba a^e.tds
uaag snp si .ta ua uana;ut ua)uee>, agoq
aiaqua jooa jajadspmz ap geut pjoou
uCtz a; Ljaoqaq gipaeeA^oA ;atu poq sp.ioou
arjen^s azap ut }ep 'uaquapaq jaout pmz
:SeeJAa£puq as>i(jp5l3A\ d0 pjooMjuy
Na de 36ste zet (van wit):
ÉI
wam
ym
mm
ill
'Mm
wm
Zwart: 3, 4, 6, 13, 15, 18, 22, 25, 27.
Wit: 24, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 43, 45.
Tot zover had invaller Hendriksen beter
spel veroverd op Darmon. Met de 36ste zet
vervolgde zwart met het veel te tamme
6-11? Had de Huissenaar 22-28 gespeeld,
dan was de winst wél bereikt. Na het
tamme 6-11 kwam de Fransman in de ge
legenheid het spel in handen te nemen.
En na het remise-aanbod, had wit zelfs
een gewonnen eindstand bereikt. Het spel-
verloop: 36) 6-11. 37) 24-19 13x24. 38)
34-30 25x34. 39) 39x19 11-17. 40) 38-33 17-21.
41) 43-38 21-26. 42) 35-30 4-10. 43) 30-24 3-8.
44) 45-40 8-12. De kansen zijn gekeerd.
Doordat de zwart-aanval niet doorsloeg,
had wit de beste kansen. 45) 40-34 12-17.
46) 34-30 10-14. 47) 19x10 15x4. 48) 24-19
stand na de 48ste zet van wit.
Wit: 19, 30, 33, 36, 37, 38. Zwart: 4, 17,
18, 22, 26, 27.
Dienstmeisje I: Als overal in de
Westelijke wereld zijn in West-Duitsland
dienstmeisjes schaars. Men kan als 16-
24-jarige in de fabriek meer verdienen dan
in de huishouding. Men heeft daar meer
vrije tijd; men ontmoet meer mannen en
vrouwen. Onlangs bood zich desondanks
een jonge vrouw aan als dienstmeisje. Haar
eisen waren niet mis: een netto maand
loon van 200 mark, een eigen kamer met
radio, televisie, verwarming en wat dies
meer zij, twee vrije dagen in de week, een
achturige werkdag. Ze vond desondanks
een werkgeefster
Dienstmeisje II: Een Berlijner
plaatste onlangs in een reeks Westduitse
dagbladen en tijdschriften een advertentie
die op het oog gezien de arbeidsmarkt
niet eens zo gek leek. Hij vroeg een
dienstmeisje en bood daarbij een netto
maandloon van 300 mark, een veertiguri-
ge werkweek, een eigen kamer, en als
klap op de vuurpijl, „indien een rijbewijs,
staat een auto ter beschikking".
Zeshonderd jonge vrouwen vlogen er in.
Elk van hen kreeg van de fantasierijke
Berlijner een briefje terug, waarin hij
zichzelf aandiende als „ingenieur Leo
Kurz, bedrijfsleider van de Berlijnse film
maatschappij, bureau: Berlijn N. 65,
Pankstrasse 45". Als formaliteit vroeg hij
in zijn'briefje van elk der 600 gegadigden
de ondertekening van een formulier tot
vrije vestiging in Berlijn, waarbij een be
drag van tien mark moest worden ge
voegd.
Het regende tien mark-biljetten. Maar
vóór „ingenieur Kurz" ze kon incasseren,
snapte de politie hem. Het bleek, dat hij
een Oostberlijner was, geen ingenieur en
dat het opgegeven adres een goedkoop
kelderkamertje was..
Lonen. In West-Duitsland is het sala
ris van kantoorbedienden en ambtenaren
op arbeidscontract sedert februari 1959
met 6,6 percent gestegen. Enkele maan
den geleden bedroeg het bruto-salaris per
maand van mannelijke kantoorbedienden
in technische bedrijven in de Bondsrepu
bliek 786 mark, in handelsbedrijven 659
mark. Voor vrouwen bedroegen de sala
rissen in doorsnee 491 mark en 430 mark
(een mark is 90 cent).
DIEP IN EEN GROOT, donker bos
woonde eens een heel oud vrouwtje.
Het was een erg arm mensje en ze
woonde in een oud vervallen hutje.
Als het zomer was, ging ze het bos in,
om bramen en bosbessen te zoeken.
In de herfst zocht ze eetbare padde
stoelen en dorre takken om de kachel
te kunnen stoken. Heel vroeger was
het vrouwtje erg gelukkig geweest. Ze
had toen een zoon, die heel hard werkte
en veel geld voor zijn moeder verdien
de. Maar op een dag was de jongen het
bos ingegaan en niet meer teruggeko
men. Het vrouwtje dacht, dat de wol
ven haar zoon hadden opgegeten. Sinds
die dag was zij steeds armer geworden,
want er was nu niemand meer, die
voor haar zorgde. Als ze aan haar zoon
dacht, was ze altijd erg verdrietig.
Eens, heel vroeg in de ochtend werd
het vrouwtje wakker, omdat ze bui
ten een vreemd geluid hoorde.
Doodskil bleef ze liggen luisteren. Daar
hoorde ze het weer! „Kwèèèk, kwek.
Het oudje ging haar bed uit en liep
naar d'e deur: „kwek, kwek, kwek",
ging het weer.
Ze deed de deur open en zag vlak voor
de hut een witte eend zitten. Het was
een mooi dier, met een leuke kop en
een gele snavel.
„Ha," dacht het vrouwtje, „is dat even
boffen. Nu kan ik eens een heerlijke
eendesoep koken."
Ze.' tilde de eend van de grond
en nam het dier mee naar binnen. Ze
haalde een mes uit de kast en wilde
de eend gaan slachten. Maar het beest
begon zó angstig te kwaken, dat het
vrouwtje er medelijden mee kreeg.
„Ach stom dier", zei ze, „waarom zou
ik je opeten? Als ik je slacht, ben je
morgen op en dan heb ik toch niets
meer. Maar als ik je laat leven, dan
heb ik tenminste een beetje gezelschap
aan je".
Blij fladderde de eend op de grond en
kijkeven later lag er een ei op de
vloer, een mooi groot eendeëi!
Verheugd raapte het vrouwtje het ei
op en bakte er meteen 'n lekkere ome
let van. Van die dag af bleef de eend
ff haar gezelschap houden. Af en toe ver
dween de vogel in het bos om eten te
zoeken, maar steeds kwam het dier
weer terug.
Nee, het vrouwtje had geen spijt dat
ze de eend had laten leven, want voor
taan vond ze iedere dag een ei.
OP EEN KEER KWAM er 'n ruiter door
het bos gereden. Bij het hutje stapte
de man af en vroeg de vrouw hem een
beker water te geven.
Maar net toen ze naar binnen wilde
gaan, om een beker te halen, zag de
man de eend!
„Haaa!", schreeuwde hij, „nu heb ik
hem". Hij probeerde het dier te pak
ken, maar de eend fladderde angstig
kwakend het bos in. De ruiter begon
vreselijk te razen, toen hij merkte, dat
hij de vogel niet kon pakken, 't Vrouw
tje werd zó bang, dat het glas uit haar
trillende handen viel. „Wat is er
Heer?", vroeg ze angstig.
Maar de man sprong op zijn paard en
ging er in volle galop vandoor. Zo
gauw de vreemde man verdwenen was,
kwam de eend weer teruggevlogen. Het
dier kwaakte tevreden en streek met
zijn kop langs de benen van het vrouw
tje.
Een paar dagen later sprokkelde het
oudje wat hout in het bos. Opeens hoor
de ze een klagelijk gehuil..
Nieuwsgierig ging ze zoeken waar het
geluid vandaan kwam.
Tot haar grote schrik vond ze een bos-
kaboutertje, dat vastgebonden op de
grond lag.
„O vrouwtje," jammerde het ventje,
„maak me toch alstublieft los. Een ge
mene vent heeft me gevangen geno
men, omdat ik hem geen toverspreuk
wilde leren".
Het oude vrouwtje maakte de arme
kabouter meteen los.
VERHEUGD MAAKTE het ventje een
rondedans. „Nu U mij geholpen heeft",
zei hij dankbaar, „zal ik U als belo
ning een goede raad geven; Als U
thuis komt, moet U alle veren uit de
staart van Uw eend plukken. Bij iede
re veer moet U zeggen:
„Veertje, veertje wit en zacht,
kom snel uit de tovermacht."
Als U het doet, zult U er geen spijt van
hebben."
Meteen verdween het boskaboutertje in
de grond!
Verbaasd ging het vrouwtje naar huis.
De eend kwam blij kwakend op haar
toegewaggeld.
't Is toch jammer van die mooie
staart," zuchtte het vrouwtje, „mis
schien doet het wel pijn ook! Laat ik
die veren maar niet plukken".
Maar het vrouwtje was toch wel erg
nieuwsgierig geworden'. Ze kon 's nachts
bijna niet slapen.
't Was toch een aardig kaboutertje,"
dacht ze. „Als ik nu eens hééél voor
zichtig één klein veertje uittrek, dat
doet geen pijn!"
Ze klom uit bed, stak een kaars aan en
pakte de eend, die op de rand van de
stoel zat te slapen.
Voorzichtig trok ze één veertje uit de
staart en zei:
„Veertje, veertje wit en zacht,
kom snel uit de tovermacht".
Rinkeld'ekinkel! Daar was het veertje
in een goud.stuk veranderd!!
Het goudstuk rolde over de grond en
bleef onder de tafel liggen.
De eend zat blij te kwaken, het had he
lemaal geen pijn gedaanl
Het leek juist of de eend véél vrolijker
was dan anders
STOMVERBAASD KEEK het vrouw
tje naar het goudstuk. Wat was ze blij,
want voor geld kon ze lekker eten ko
pen en misschien zelfs wel een nieuwe
jurk!
Ze trok nóg een veertje uit en zei de
toverspreuk. Weer viel er een goudstuk
op de grond en de eend werd steeds
vrolijker! Op zijn laatst had de eend
nog maar één veer in zijn staart. De
grond lag bezaaid met goudstukken
Voor de laatste keer trok het vrouw
tje een veer uit. Maar toen ze de to
verspreuk gezegd had, ging de kaars
uit en werd het stikdonker in de hut.
De eend fladderde uit haar handen.
Verschrikt bleef het vrouwtje zitten!
Ineens ging de kaars weer aan en
op de rand van de tafel zathaar
zoon!! De jongen viel het oudje om de
hals.
„Moeder", zei hij, „wat ben ik blij,
dat u de betovering weer verbroken
hebt, die witte eend was ik! Ik ben
betoverd, toen ik in het bos werkte; op
een dag zag ik een gemene vent, die
een jong hertje sloeg. Ik werd zó kwaad
dat ik het diertje uit zijn handen trok
en die man een klap gaf. Als ik gewe
ten had, dat het een tovenaar was, had
ik het vast niet gedaan! Uit wraak
heeft hij me in een eend omgetoverd.
Weet u nog van die man, die een paar
dagen geleden water kwam vragen?
Dat was die tovenaar!"
TOEN DE JONGEN KLAAR was met
vertellen, werd er op de deur geklopt.
Het vrouwtje deed open en daar stond.
het boskaboutertje! „Beste mensen",
zei het mannetje, „ik kom U zeggen,
dat U voor de tovenaar niet meer bang
hoeft te zijn, want de kabouterkoning
heeft hem voor straf in een boom ver
anderd!"
Wat was het vrouwtje nu gelukkig.
Van het goud werd een mooi huisje
gebouwd, de jongen zorgde zó goed
voor zijn moeder, dat ze nooit verdrie
tig meer was.
Jan Nelissen
Vlak bij de smid en naast de grote kerk,
Woonde-een oude man, die was vrees'lijk
[sterk.
Met zijn handen brak hij een auto in
[twee.
En gooide die over de duinen in zee.
Een paard tilde hij met zijn linkerhand,
En zijn rechter duwde een tf.ein aan de
[kant.
De kerktoren zette hij zo andersom
En iedereen stond van verbazing stom.
Maar een ding was er met hem niet
[pluis.
Hij was ontzettend bang voor een muis.
Zo'n beestje, daar ging hij voor op de
[loop
En toen er eens een in zijn broekzak
[kroop.
Schrok de sterke man zo vreselijk
Dat hij zomaar wegliep, oh ongeluk!
Hij liep dwars door school en het post-
[kantoor
en nog liep hij steeds maar harder door.
En als hij niet stilstaat, 't is geen bedrog,
Dan loopt hij heden ten dage nog!
Jo Paap