VOOR JULLIE FILATELIE M mmWTMZS POSTAGE NEW ZEALAND 1 Schalken Dammen e p H B ff 11 Él ffjj Hl MR mi IK Hü |jj Üf B S SI lH ff HH B Jjjj 11 Éi 8S H Hü fci urn HÜ jjj jj§ Rf S Éi if WESTDUITSE NOTITIES ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1960 Erbij ANDREW CARNEGIE éi 11 De witte eend Zo'n sterke man PAGINA V IJ i VERENIGDE STATEN. Ter ere van de Amerikaanse industrieel en filan troop Andrew Carnegie (1835-1919) zal op 25 november a.s. in de serie „Be roemde Amerikanen" een postzegel van 4 cents (kastanjebruin) in omloop wor den gebracht. De zegel is ontworpen door Charles R. Chickering. De oplage bedraagt 120 miljoen exemplaren. GHANA. Ter gelegenheid van de Olympische Spelen te Rome is een se rie van vier waarden in twee tekenin gen uitgegeven. Op de 3 d. en 6 d. ziet men een arm die de Olympische toorts opheft en op de 1 sh. 3 d. en 2 sh. 6 d. een hardloper bij de start en de omtrekken van de kaart van Af rika. Elke zegel draagt bovendien de vijf Olympische ringen. De zegels zijn ontworpen door Angel Medina Medina (3 d. en 6 d.) en Willie Wind (1 sh. 3 d. en 2 sh. 6 d.). EUROPA. In Frankrijk zullen twee Europa-postzegels worden uitgegeven in de waarden 25 c. (groen) en 50 c. (karmijn), in Ierland in de waarden 6 d. (bruin) en 1 sh. 3 d. (blauw, in Zwitserland in de waarden 30 rp. (ver miljoen) en 50 rp. (ultramarijn). Alle zegels dragen het ontwerp van de Fin Pentti Rahikainen (het woord Europa, waarvan de letter o wordt gevormd door een postwagenwiel met negentien spaken). Eerste dag van uitgifte: 19 sept. OOTENRL1K. De Oostenrijkse pos- rijen gaven op 25 augustus j.l. een Europa-postzegel uit met als voorstel ling een Ionisch kapiteel, waarboven het woord Europa. Het ontwerp is af komstig van Adalbert Pilch en de gra vure van Georg Wimmer. De waarde is 3 s. (zwart) en er zijn drie miljoen exemplaren gedrukt. PORTUGESE PROVINCIES. Evenals in Portugal is ook in de Portugese over zeese provincies filatelistisch het feit herdacht, dat vijfhonderd jaar geleden Hendrik de Zeevaarder, de stichter van het Portugese koloniale rijk, overleed. Kaap Verdïsche eilanden: 2 esc. met het portret van Hendrik, Guinee: 2,50 esc. met een zeevaartkundig astrola bium, Principe en S. Thomas: 10 esc. met een windroos, Angola: 2,50 esc. met een oude kaart van West-Afrika, Mozambique: 5 esc. met een karveel (zeilschip), In'dië: een 3 esc. met het wapen van Hendrik, Macao: een 2 pa- tacas met de zodiak, Timor: een 4,50 esc. met het devies van Hendrik. MALEDIVEN EILANDEN. Deze eilandengroep in de Indische Oceaan, ten Z.Wvan Ceylon, geeft eind sep tember een nieuwe serie frankeerzegels uit. De reeks omvat de volgende waar den: 2 larees, graftombe van de sul tan; 3 larees, douanekantoor; 5 larees, Cowryschelp; 6 larees, het vroegere koninklijke paleis; 10 larees, de toe- gangsweg naar de Minaret vara de Ju- ma Moskee te Male; 15 larees, het ge bouw van de bestuursraad; 25 larees, het nieuwe secretariaatsgebouw van het gouvernement; ,50 larees, het gebouw van de minister-president; 1 rupee, het graf van de Heerser der Zee en zeilboten; 5 rupees, het graf van de Heerser der Zee en een zeilboot; 10 rupees, de haven van de Malediven. NIEUW-ZEELAND. Begin september zal de koerserende serie frankeerzegels worden aangevuld met een postzegel van 9 d. (rood, wit en blauw), waarop de Niemozeelandse vlag is afgebeeld. De reeds gemelde zegels ten bate van de gezondheidszorg voor het zieke en zwakke kind zullen ook in een minia tuurvelletje van zes zegels verschijnen. NIMZOWITSCH-TOERNOOI TE ZÜRICH In de loop van deze maand werd in Zürich een klein meestertoernooi gehou den, waarvan de resultaten nog niet tot Nederland zijn doorgedrongen, hoewel ons land werd vertegenwoordigd door de be kende theoreticus Van den Berg en er ook overigens een zeer goede bezetting was. Winnaar werd de Belgische grootmeester O. Kelly met 7 uit 9. Als zijn voornaamste concurrent beschouwde men de Joego slavische meester Fuderer, die echter een verrassende nederlaag leed tegen de Zü- richer student in de rechten Keiler, de kersverse kampioen van Zwitserland. Deze bezette mede dank zij dit succes de tweede plaats met 6V2, gevolgd door Fuderer 6, Dückstein (Oostenrijk) en Gereben (Israel) 5'/2, Van den Berg 4, Paoli (Italië) 3'/2, Kieninger (W. Duitsl.) 3, Martin en Nie- vergelt (Zwits.) 2. Het Ziiricher dagblad „Die Tat" schreef in zijn beschouwing over de eerste ronde, dat deze zo stormachtig verliep als men maar wensen kon, met felle strijd. „Dat daarbij het eerste slachtoffer een Zwitser was, speelde geen rol; bij het schaken kent men, zoals bekend, geen chauvinistische gevoelens". Auldus het blad. Maar het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan. Want terwijl de tweede ronde in volle gang was, weerklonk plotseling een luid applaus, een uiting tijdens een schaakwedstrijd erger dan een doodzonde. Fuderer had n.l. ge capituleerd legen Keiler en dit werd Kel ler's toekijkende landgenoten te machtig. Hierbij Keller's fraaie zege. Wit: Keiler Zwart: Fuderer Siciliaans 1) e2-e4 c7-c5 2) Pgl-f3 d7-d6 3) d2-d4 c5xd4 4) Pf3xd4 Pg8-f6 5) f2-f3 Ge bruikelijk is hier Pc3. maar de tekstzet is Keller's specialiteit. Hij boekte er in het wereldschaaktoernooi Zürich 1959 een dui delijke overwinning mee op Donner. 5) e7e5 6) Rfl-bSf Rc8-d7(?) Reeds een beslissend ogenblik. Beter is Pbd7, wat Donner speelde, met het vervolg: 7) Pf5 d5 8) ed5: a6 )9 Ra4 b5 10) Rb3 en nu had zwart met Pc5 en Rb7 bevredigend spel kunnen krijgen. Fuderer zelf beschouwde na afloop der partij zijn stelling na de door hem gekozen voortzetting als verlo ren. 7) Rb5xd7f Dd8xd7 8) Pd4-f5 d6-d5 9) Rcl-g5 d5-d4 10) c2-c3! Wit is nu duidelijk in het voordeel, vooral dank zij het onaantastbare paard op f5. 10) Pb8-c6 11) 0-0 0-0-0. Nu gaat ook de pen ning van Pfl een rol spelen, maar hoe moet zwart zich anders ontwikkelen? 12) c3xd4 e5xd4 13) Kgl-hl Ook Rf6: met tastbaar positioneel overwicht was goed, maar Keiler heeft grotere plannen. 13) Dd7-e6 dat het probleem in volle omvang voor ons stelt: WEST OOST AVB53 AH 10 762 O AH V <38653 O H 10 o - 4* H V 10 A 8 5 2 OW hadden overhoop gelegen met de slamconventie en waren niet verder ge komen dan 6 schoppen terwijl de renon ce ruiten natuurlijk het maken van 13 sla gen kinderwerk maakte. Hoe hadden wij nu tot «root-slam kun nen komen? vraagt de inzender ons. Mijn eerste opmerking luidt: „Met 4 kla veren of met simpel 4 Sans is het bereiken van 7 schoppen onmogelijk". Verder: nemen wij aan, dat west zijn enorme spel opent met het (ook in Neder land veel gespeelde) conventionele ope ningsbod van twee klaveren. Oost heeft voldoende om niet met twee ruiten te be hoeven afwijzen en hij biedt dus twee schoppen. Indien west zich nu direct in een azen- vraag-conventie stort, maakt hij een prin cipiële fout: hij weet namelijk niet of oost ergens een renonce in heeft en zolang hij dat niet weet, moet hij oppassen met een conventie die géén renonces aan het licht brengt. Wests beste bod (na 2 schoppen van oost) is dan ook: 3 schoppen. Hierbij laat hij het initiatief aan de partner, doch stelt wèl vast, dat schoppen de goede troefkleur zal zijn. Als oost hierna nu „4 klaveren" biedt, is dat het tónen van de „eerste controle" in klaveren (dus géén azen-vraag, die dus niet gespeeld wordt); west reageert daar op met „4 harten" (eerste controle in har ten) en oost toont dan met „5 ruiten" dat hij ook in de kleur eerste controle heeft. Let u erop. dat de „eerste controles" ge boden worden op zo'n laag mogelijk niveau; west bij voorbeeld, slaat na oosts 4 klaverenbod de mogelijkheid „4 ruiten" over en dat betekent, dat hij niet de eerste controle in deze kleur heeft. De con trole in de troefkleur blijft bij deze methode (voorlopg) ongenoemd. Na de ontvangen inlichtingen van oost, zal het west niet moeilijk vallen 7 schop pen te bieden: oppassen moet hij natuur lijk voor de fout. te denken dat oost kla verenaas en ruitenaas heeft, want dan zou hij wel eens het dwaze bod van 7 Sans kunnen doen. die natuurlijk niet gemaakt kunnen worden. Wellicht zegt u „wat moeilijk is dat?" Eenvoudig is het inderdaad niet, maar er bestaat nu eenmaal geen eenvoudige methode om dergelijke spellen precies uit te bieden. Als (schrale) troost kan daarbij dienen, dat tenminste 99 percent der Ne derlandse bridgeparen met deze spellen ten hoogste tot 6 schoppen zullen komen. II. W. Filarski Bridgevraag dezer week: Oost gever, niemand kwetsbaar, parenwedstrijd. Oost opent met 1 harten, zuid past. west past., noord biedt 1 Sansatout en oost past. Wat moet zuid nu bieden op: AH 10 54 3B7 V 10 9 3 4» A G 2 Antwoord elders op deze pagina. Om snel remise te maken had Hendrik- sen met 27-32. 37x28 26-31 36x27 22x31 kunnen spelen. 48) 27-31? 49) 36x27 22x42. 50) 38x47 17-22. 51) 30-24 22-27. 52) 24-20 27-32. 53) 20-15 18-22. 54) 19-14 22-28. 55) 33x22 32-38. 56) 14-10 38-43. 57) 10-5 43-49. 58) 22-17 49-16. 59) 17-12 16-2 met de volgende eind stand: Wit, stukken op 12, 15, 47, dam op 5. Zwart, stukken op 4, 26, dam op 2. Waarorr) de Fransman in dit gewonnen eindspel remise gaf, is ons niet duidelijk. Winst is 5-37. De dam moet weg, waarna stuk 12 een tweede witdam wordt. Daarna wordt onder de opstelling twee witdammen op 36-46 en twee witstukken 15 en 37 de opmars naar de derde witdam opgezet. Met drie dammen op 5, 14, 24, stuk op 15 is de vangstelling bereikt. Na de eerste zet 5-37 kan zwart ook nog 4-9 spelen, waarna 47-41 niet mag wegens het offer 26-31 37-26 9-14 met remise door 14-20. Na 5-37 4-9 37-46. 26-31. 46-28 31-36. 28-37 2-11 of 16. 12-8 16-2 8-3 en de winst is bereikt. In de partij A. LeyserPerot (zwart) had de Nederlander het volgend zeer voor delig eindspel bereikt. Wit: 22, 24, 28, 36, 37, 38. 39. Zwart: 6, 9, 11, 13, 17, 25, 26. In de partij vervolgde wit 54) 38-33 9-14. 55) 22-18 13x22. 56) 24-20 14-19. 57) 20-15 19-24. 58) 28-23 24-30. 58) 33-29 30-35. Met remise. Vanuit de cijferstand had wit veel ster ker kunnen spelen met vrij zekere winst door: Eerste variant: 54) 36-31 17-21? 55) 38-32 11-16. 56) 31-27 en winst. Tweede variant: 54) 36-31 17-21. 55) 38-32 21-27. 56) 32x21 26x17. 57) 31-27 11-16. 58) 22x11 16x7. 59) 28-23 met winst. Derde variant: 54) 36-31 11-16. 55) 22x11 6x17. 56) 38-32 13-18. 57) 31-27 17-21. 58) 39-33 18-22. 59) 28x17 21x12. 60) 32-28 9-13. 61) 28-23 met gewonnen eindspel. Het eindspel van beide partijen werd niet op zijn sterkst gespeeld. B. Dukel Het schijnt- dat zwart nu klaar staat om zich te bevrijden met g7-g6 benevens Re7 of Rg7. Keiler heeft echter een duivelse weerlegging in petto. 14) Pbl-d2 h7-h6 15) Rg5-h4 g7-g6 16) Ddl-b3ü Dat was het; wit's paard hoeft in het geheel niet weg. De pointe is, dat na dameruil (op b3 of e6) Rf6: met directe winst volgt. Zwart kan Pf6 noch verzetten, noch dek ken en er dreigt De6:f en Rf6: De volgen de zet is dus gedwongen en daarmede is het hoogtepunt van de strijd genaderd. 16) Td8-e8. Nu zou na De6: Te6 het paard gedekt blijven staan. Maar er volgt een nieuwe verrassing. 17) Pf5xd4! Dit schijnoffer is gebaseerd op de dubbele functie, welke de witte dame van c3 uit heeft, n.l. langs de c-lijn én langs de dia gonaal c3-f6. 17) Pc6xd4 18) Db3-c3f Pd4-c6 19) Dc3xf6 Niet 19) Rf6: Rb4 enz. Wit staat nu met een gezonde pluspion gewonnen. Het technische gedeelte, dat minder van belang is, wikkelde hij als volgt af: 19) Re7 20) De6:f fe6: 21) Rg3 b6 22) Tfdl Td8 23) Tacl Kb7 24) Pc4 b5 25) Pe5 Pe5: 26) Re5: Tdl:f 27) Tdl: Td8 28) Td8: Rd8: 29) g4! Kc6 30) Kg2 h5 31) Kg3 hg4 32) Kg4: Kd7 33) Kf4 Sneller was direct f3-f4 33) a6 34) Kg4 a5 35) f4 Kc6? Meer weerstand bood Ke8 36) h4 Kd7 37) h5 gh5: 38) Kh5: fen zwart gaf het op, daar hij Kg6 benevens opmars van de F-pion niet kan beletten. Men zal van de jonge Zwitserse kam pioen stellig méér horen. Mr. Ed. Spanjaard OVERHOOP MET SLAMCONVENTIE. Een zeer groot aantal Nederlandse brid- gespelers gebruikt als slamconventie „4 klaveren" dan wel het „4 Sansatouf'bod om „naar azen te vragen". Even hardnek kig als de 4-klaver aanhangers hun con ventie blijven bedrijven, verrast de prak tijk hen op onaangename wijze door spel len op te dienen waarmede men met sim pel azen-vragen niet tot het gewenste doel kan komen. In alle gevallen waarin één der part ners een renonce heeft in een kleur, blijkt het gebruik der eenvoudige slam- conventies onvoldoende. In expert bridge beschikt men als regel dan ook over meer dere slamconventies namelijk eenvoudig azen vragen als het zéker is dat de partner géén renonce heeft (bij voorbeeld na een Sansatout-openingsbod) en men die zelf ook niet heeft, clan wel azen en renonces tonen (bieden) in andere gevallen. Van een lezer ontving ik nu een spel, De nieuwe clubkampioene van Neder land, de r.-k. damclub Huissen heeft dezer dagen een wedstrijd gespeeld tegen het stérkste damtiental van Frankrijk. De Nederlandse^ dammers leden een 146 nederlaag. De uitslag (HuissenFrankrijk) was: 1. Van AaltenA. Verse 11; 2. J. EddinkChiland 11; 3. StormDelhom 11; 4. G. JansenA. Post 11; 5. A. Ly- ser—Perot 11; 6. J. H,endriksenDarmon 11; 7. E. LeyserDionis 02; 8. Scia- rone—Fourgous 0—2; 9. Ververgaret—Ho- sana 02; 10. F. JanssenSerf 02. Een handicap voor de Nederlandse spe lers was dat niet op de klok werd gespeeld, waardoor de partij EddinkChiland negen uur duurde. Tevens was er al te zeer een ..vakantiestemming" onder de Huissenaren, hetgeen het spelpeil niet ten goede kwam. De wedstrijd tegen het sterkste Belgische tiental in oktober te Huissen zal hopelijk onder betere omstandigheden worden ge speeld. Hier volgen enkele spelmomenten. Aan bord 6 kwam in de partij DarmonHen- driksen na de 36ste zet de volgende stelling voor: •uassed piajCtAvjaguo pjoou \ez pdspjoou uaAaSag 'uapatq VS 8 Pm "Eii UBP '„aCptapnoquado" uaptaipsaq uaa uep jaaut }ba\ p.ioou tjaaq si poq apaog ;aq pmz .100A VS 6 WP '}§Ioa Japue ua uaa ;tn jam guqapjaATaeeJi ap ;gnap Tajqnop uaa jooa uapatq ;nojBsuES I uep uaop s.iapue jaaA p.ioou ueq utuiuaAa ua uajads uafei jatu uat-ieq 1 p.ioou ueij iads }tp qaiAf S 8 6 9 t 9 H O 8 0IV& 2 8 V :uaqqaq ubj{ piooH -sues „aq.iafs" uaa uba a^e.tds uaag snp si .ta ua uana;ut ua)uee>, agoq aiaqua jooa jajadspmz ap geut pjoou uCtz a; Ljaoqaq gipaeeA^oA ;atu poq sp.ioou arjen^s azap ut }ep 'uaquapaq jaout pmz :SeeJAa£puq as>i(jp5l3A\ d0 pjooMjuy Na de 36ste zet (van wit): ÉI wam ym mm ill 'Mm wm Zwart: 3, 4, 6, 13, 15, 18, 22, 25, 27. Wit: 24, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 43, 45. Tot zover had invaller Hendriksen beter spel veroverd op Darmon. Met de 36ste zet vervolgde zwart met het veel te tamme 6-11? Had de Huissenaar 22-28 gespeeld, dan was de winst wél bereikt. Na het tamme 6-11 kwam de Fransman in de ge legenheid het spel in handen te nemen. En na het remise-aanbod, had wit zelfs een gewonnen eindstand bereikt. Het spel- verloop: 36) 6-11. 37) 24-19 13x24. 38) 34-30 25x34. 39) 39x19 11-17. 40) 38-33 17-21. 41) 43-38 21-26. 42) 35-30 4-10. 43) 30-24 3-8. 44) 45-40 8-12. De kansen zijn gekeerd. Doordat de zwart-aanval niet doorsloeg, had wit de beste kansen. 45) 40-34 12-17. 46) 34-30 10-14. 47) 19x10 15x4. 48) 24-19 stand na de 48ste zet van wit. Wit: 19, 30, 33, 36, 37, 38. Zwart: 4, 17, 18, 22, 26, 27. Dienstmeisje I: Als overal in de Westelijke wereld zijn in West-Duitsland dienstmeisjes schaars. Men kan als 16- 24-jarige in de fabriek meer verdienen dan in de huishouding. Men heeft daar meer vrije tijd; men ontmoet meer mannen en vrouwen. Onlangs bood zich desondanks een jonge vrouw aan als dienstmeisje. Haar eisen waren niet mis: een netto maand loon van 200 mark, een eigen kamer met radio, televisie, verwarming en wat dies meer zij, twee vrije dagen in de week, een achturige werkdag. Ze vond desondanks een werkgeefster Dienstmeisje II: Een Berlijner plaatste onlangs in een reeks Westduitse dagbladen en tijdschriften een advertentie die op het oog gezien de arbeidsmarkt niet eens zo gek leek. Hij vroeg een dienstmeisje en bood daarbij een netto maandloon van 300 mark, een veertiguri- ge werkweek, een eigen kamer, en als klap op de vuurpijl, „indien een rijbewijs, staat een auto ter beschikking". Zeshonderd jonge vrouwen vlogen er in. Elk van hen kreeg van de fantasierijke Berlijner een briefje terug, waarin hij zichzelf aandiende als „ingenieur Leo Kurz, bedrijfsleider van de Berlijnse film maatschappij, bureau: Berlijn N. 65, Pankstrasse 45". Als formaliteit vroeg hij in zijn'briefje van elk der 600 gegadigden de ondertekening van een formulier tot vrije vestiging in Berlijn, waarbij een be drag van tien mark moest worden ge voegd. Het regende tien mark-biljetten. Maar vóór „ingenieur Kurz" ze kon incasseren, snapte de politie hem. Het bleek, dat hij een Oostberlijner was, geen ingenieur en dat het opgegeven adres een goedkoop kelderkamertje was.. Lonen. In West-Duitsland is het sala ris van kantoorbedienden en ambtenaren op arbeidscontract sedert februari 1959 met 6,6 percent gestegen. Enkele maan den geleden bedroeg het bruto-salaris per maand van mannelijke kantoorbedienden in technische bedrijven in de Bondsrepu bliek 786 mark, in handelsbedrijven 659 mark. Voor vrouwen bedroegen de sala rissen in doorsnee 491 mark en 430 mark (een mark is 90 cent). DIEP IN EEN GROOT, donker bos woonde eens een heel oud vrouwtje. Het was een erg arm mensje en ze woonde in een oud vervallen hutje. Als het zomer was, ging ze het bos in, om bramen en bosbessen te zoeken. In de herfst zocht ze eetbare padde stoelen en dorre takken om de kachel te kunnen stoken. Heel vroeger was het vrouwtje erg gelukkig geweest. Ze had toen een zoon, die heel hard werkte en veel geld voor zijn moeder verdien de. Maar op een dag was de jongen het bos ingegaan en niet meer teruggeko men. Het vrouwtje dacht, dat de wol ven haar zoon hadden opgegeten. Sinds die dag was zij steeds armer geworden, want er was nu niemand meer, die voor haar zorgde. Als ze aan haar zoon dacht, was ze altijd erg verdrietig. Eens, heel vroeg in de ochtend werd het vrouwtje wakker, omdat ze bui ten een vreemd geluid hoorde. Doodskil bleef ze liggen luisteren. Daar hoorde ze het weer! „Kwèèèk, kwek. Het oudje ging haar bed uit en liep naar d'e deur: „kwek, kwek, kwek", ging het weer. Ze deed de deur open en zag vlak voor de hut een witte eend zitten. Het was een mooi dier, met een leuke kop en een gele snavel. „Ha," dacht het vrouwtje, „is dat even boffen. Nu kan ik eens een heerlijke eendesoep koken." Ze.' tilde de eend van de grond en nam het dier mee naar binnen. Ze haalde een mes uit de kast en wilde de eend gaan slachten. Maar het beest begon zó angstig te kwaken, dat het vrouwtje er medelijden mee kreeg. „Ach stom dier", zei ze, „waarom zou ik je opeten? Als ik je slacht, ben je morgen op en dan heb ik toch niets meer. Maar als ik je laat leven, dan heb ik tenminste een beetje gezelschap aan je". Blij fladderde de eend op de grond en kijkeven later lag er een ei op de vloer, een mooi groot eendeëi! Verheugd raapte het vrouwtje het ei op en bakte er meteen 'n lekkere ome let van. Van die dag af bleef de eend ff haar gezelschap houden. Af en toe ver dween de vogel in het bos om eten te zoeken, maar steeds kwam het dier weer terug. Nee, het vrouwtje had geen spijt dat ze de eend had laten leven, want voor taan vond ze iedere dag een ei. OP EEN KEER KWAM er 'n ruiter door het bos gereden. Bij het hutje stapte de man af en vroeg de vrouw hem een beker water te geven. Maar net toen ze naar binnen wilde gaan, om een beker te halen, zag de man de eend! „Haaa!", schreeuwde hij, „nu heb ik hem". Hij probeerde het dier te pak ken, maar de eend fladderde angstig kwakend het bos in. De ruiter begon vreselijk te razen, toen hij merkte, dat hij de vogel niet kon pakken, 't Vrouw tje werd zó bang, dat het glas uit haar trillende handen viel. „Wat is er Heer?", vroeg ze angstig. Maar de man sprong op zijn paard en ging er in volle galop vandoor. Zo gauw de vreemde man verdwenen was, kwam de eend weer teruggevlogen. Het dier kwaakte tevreden en streek met zijn kop langs de benen van het vrouw tje. Een paar dagen later sprokkelde het oudje wat hout in het bos. Opeens hoor de ze een klagelijk gehuil.. Nieuwsgierig ging ze zoeken waar het geluid vandaan kwam. Tot haar grote schrik vond ze een bos- kaboutertje, dat vastgebonden op de grond lag. „O vrouwtje," jammerde het ventje, „maak me toch alstublieft los. Een ge mene vent heeft me gevangen geno men, omdat ik hem geen toverspreuk wilde leren". Het oude vrouwtje maakte de arme kabouter meteen los. VERHEUGD MAAKTE het ventje een rondedans. „Nu U mij geholpen heeft", zei hij dankbaar, „zal ik U als belo ning een goede raad geven; Als U thuis komt, moet U alle veren uit de staart van Uw eend plukken. Bij iede re veer moet U zeggen: „Veertje, veertje wit en zacht, kom snel uit de tovermacht." Als U het doet, zult U er geen spijt van hebben." Meteen verdween het boskaboutertje in de grond! Verbaasd ging het vrouwtje naar huis. De eend kwam blij kwakend op haar toegewaggeld. 't Is toch jammer van die mooie staart," zuchtte het vrouwtje, „mis schien doet het wel pijn ook! Laat ik die veren maar niet plukken". Maar het vrouwtje was toch wel erg nieuwsgierig geworden'. Ze kon 's nachts bijna niet slapen. 't Was toch een aardig kaboutertje," dacht ze. „Als ik nu eens hééél voor zichtig één klein veertje uittrek, dat doet geen pijn!" Ze klom uit bed, stak een kaars aan en pakte de eend, die op de rand van de stoel zat te slapen. Voorzichtig trok ze één veertje uit de staart en zei: „Veertje, veertje wit en zacht, kom snel uit de tovermacht". Rinkeld'ekinkel! Daar was het veertje in een goud.stuk veranderd!! Het goudstuk rolde over de grond en bleef onder de tafel liggen. De eend zat blij te kwaken, het had he lemaal geen pijn gedaanl Het leek juist of de eend véél vrolijker was dan anders STOMVERBAASD KEEK het vrouw tje naar het goudstuk. Wat was ze blij, want voor geld kon ze lekker eten ko pen en misschien zelfs wel een nieuwe jurk! Ze trok nóg een veertje uit en zei de toverspreuk. Weer viel er een goudstuk op de grond en de eend werd steeds vrolijker! Op zijn laatst had de eend nog maar één veer in zijn staart. De grond lag bezaaid met goudstukken Voor de laatste keer trok het vrouw tje een veer uit. Maar toen ze de to verspreuk gezegd had, ging de kaars uit en werd het stikdonker in de hut. De eend fladderde uit haar handen. Verschrikt bleef het vrouwtje zitten! Ineens ging de kaars weer aan en op de rand van de tafel zathaar zoon!! De jongen viel het oudje om de hals. „Moeder", zei hij, „wat ben ik blij, dat u de betovering weer verbroken hebt, die witte eend was ik! Ik ben betoverd, toen ik in het bos werkte; op een dag zag ik een gemene vent, die een jong hertje sloeg. Ik werd zó kwaad dat ik het diertje uit zijn handen trok en die man een klap gaf. Als ik gewe ten had, dat het een tovenaar was, had ik het vast niet gedaan! Uit wraak heeft hij me in een eend omgetoverd. Weet u nog van die man, die een paar dagen geleden water kwam vragen? Dat was die tovenaar!" TOEN DE JONGEN KLAAR was met vertellen, werd er op de deur geklopt. Het vrouwtje deed open en daar stond. het boskaboutertje! „Beste mensen", zei het mannetje, „ik kom U zeggen, dat U voor de tovenaar niet meer bang hoeft te zijn, want de kabouterkoning heeft hem voor straf in een boom ver anderd!" Wat was het vrouwtje nu gelukkig. Van het goud werd een mooi huisje gebouwd, de jongen zorgde zó goed voor zijn moeder, dat ze nooit verdrie tig meer was. Jan Nelissen Vlak bij de smid en naast de grote kerk, Woonde-een oude man, die was vrees'lijk [sterk. Met zijn handen brak hij een auto in [twee. En gooide die over de duinen in zee. Een paard tilde hij met zijn linkerhand, En zijn rechter duwde een tf.ein aan de [kant. De kerktoren zette hij zo andersom En iedereen stond van verbazing stom. Maar een ding was er met hem niet [pluis. Hij was ontzettend bang voor een muis. Zo'n beestje, daar ging hij voor op de [loop En toen er eens een in zijn broekzak [kroop. Schrok de sterke man zo vreselijk Dat hij zomaar wegliep, oh ongeluk! Hij liep dwars door school en het post- [kantoor en nog liep hij steeds maar harder door. En als hij niet stilstaat, 't is geen bedrog, Dan loopt hij heden ten dage nog! Jo Paap

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 19