VOOR JULLIE BL i- FH.ATFJ.IF. Hf JU lü n I A 11 IS! H Sü ÜÜI pp sn Éi H si IS Hl Él S H SU Hf H HP iü U B m ÉI B Éi UI fH De Lammetjeskonïii; X 4 e Dammen 11 11 Hf m mi is*! Internationaal jcongres van muziekpedagogen Erbij 'K PP PP ill HP p§ HP mk. pp PU p gif P§ nm 1SÉ m§ pïi PP Pf nn fcf gf lil Pi In 1961 in Berlijn ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1960 PAGINA VIER WEST-BERLIJN. Op 15 september a.s. zal een serie van vier postzegels verkrijgbaar worden gesteld waarvan de toeslag ten goede komt aan de stich ting „Hilswerk Berlin", die de uitzen ding van Weétberlijnse kinderen naar ■Willi vakantieoorden in de Bondsrepubliek verzorgt. De zegels geven afbeeldingen van kinderen in de stad en op de vakan tieplaatsen. Zo ziet men op de 7 3 pf. (bruinzwart, donkerbruin en lichtbruin) een jongen bij een venster, op de 10 5 pf. (groenzwart, donkergroen en lichtgroen) een meisje op weg naar school, op de 20 10 pf. (bruin-zwart, donkerrood en lichtrood) een meisje tegen een achtergrond van een berg landschap en op de 40 20 pf. (blauw zwart, donkerblauw en lichtblauw) een jongen op hei strand. De zegels zijn ont worpen door Loihar Wüst uit Berlijn. VERENIGDE STATEN. Ter gelegen heid van de opening van de nationale automobieltentoonstelling te Detroit zal op 15 oktober een postzegel van 4 cents (blauw) in circulatie worden gebracht met als motief een stuur, waarin een personenauto, een truck en een tractor zijn opgenomen. Op de achtergrond zijn twee globes (links het westelijk en rechts het oostelijk halfrond) afgebeeld. Het opschrift luidt „Wielen van de vrij heid". ENGELAND. De Britse posterijen zullen op 19 september a.s. een serie van twee Europapostzegels uitgeven in de waarden 6 d. (purper en groen) en 1 sh. 6 d. (blauw en bruin). Behalve het ontwerp van de Fin Pentti Rahikainen, bestaande uit het woord Europa, waar van de letter O wordt gevormd door een postwagenwiel met negentien spa ken, is ook het portret van koningin Elizabeth 11, alsmede twee linten met het opschrift „Conference of European Postal Telecommunications Adminis trations" opgenomen. OOST-DUITSLAND. Ter gelegenheid van de najaarsbeurs te Leipzig is een serie van twee waarden uitgekomen. Het zijn een 20 pf. (grijs en rood) met het nieuwe operagebouw in Leipzig en een 25 pf. (blauw en grijs) met export goederen van de D.D.R., nl. kampeer- artikelen, een auto en een zeilboot. De ontwerpen zijn van Fritz Deuschendorf uit Erfurt. TSJECHOSLOWAKIJE. Ter ere van beroemde Tsjechische personen op cul tureel gebied is een serie van vijf waar den uitgekomen. De zegels vertonen de portretten van de rechtsgeleerde Vikto- rin Cornelius ze Vsehrd (1460-1520), de schrijver Karei Matej Capek Chod (1860-1927), de actrice Hana Kvapilova (1860-1907), de komponist Oskar Nedbal (1874-1930) en de komponist Otakar Ostrcil (1874-1930) op de waarden 10, 20, 30, 40 en 60 héller. OEGANDA, KENYA EN TANGAN YIKA geven op 1 oktober a.s. een ge meenschappelijke nieuwe serie fran keerzegels uit. De reeks die uit zestien waarden bestaat, is als volgt samen gesteld: 5 c. sisal, 10 c. katoen, 15 c. koffie, 20 c. wilde beest, 25 c. struis vogels 30 c. Thomson's gazelle, 40 c. duivelsvis, 50 c. zebra's, 65 c. jacht luipaard, 1 sh. Mount Kenya en reuzen planten, 1 sh.30 Murchison-waterval en nijlpaarden, 2 sh. Kilimanjaro-gebergte en giraffe, 2,50 sh. kandelaarboom en rhinoceros, 5 sh. Kratermeer en Maan- gebergte, 10 sh. Ngorongoro-krater en buffels en 20 sh. portret van koningin Elizabeth II. De waarden van 5 c. tot 10 sh. dragen tevens het ingezette por tret van koningin Elizabeth. FEDERATIE VAN MALAKKA. Op 19 september a.s. zullen twee postzegels, 6 en 30 sen, verschijnen bij gelegen heid van de Natural Rubber Research Conference en de vijftiende bijeen komst van de International Rubber Stu dy Group, die in Koeala Loempoer zul len worden gehouden. Op beide zegels ziet men een zaailing van de rubber boom Hevea brasiliensis. DIEMER IN ACTIE. Vorige week zagen wij, hoe de jonge Utrechter Verholt de Westduitser Diemer snel en doeltreffend in de aanval van het bord speelde. Dit was des te opmerke lijker, omdat Verholt het schaakspel wel iswaar frequent beoefent, maar er geen diepgaande studie van maakt en een echte „amateur" in de beste zin des woords is. fanaticus; schaken is een ware schaak- ffanaticus; schaken is voor hem méér dan een beroep, het is voor hem welhaast een religie. Hij heeft er zijn levenswerk van gemaakt, 'n bepaalde openingsvariant het Blackmar-gambiet te doorgronden en schreef daarover een boek van honder den bladzijden. Ondanks deze ernst en ijver wordt hij niet helemaal au serieux genomen, be halve door zichzelf. Zo verwierf hij nim mer de titel internationaal schaakmeester, hetgeen voor hem geen beletsel is, zich in woord en geschrift als „schaakmeester" aan te kondigen. Inderdaad rechtvaardigen zijn resultaten niet, hem die eretitel te geven. Daarvoor is hij te weinig constant. Zijn „weltfremde" ideeën verlokken hem telkens weer tot wilde avonturen, die vaak falikant uit lopen. Dit verklaart waarom hij bij voor beeld twee jaar geleden open kampioen van Nederland werd en dit jaar slechts no. 9 in een veld van 12 spelers, die geen van allen tot de landelijke topklasse be horen. Niettemin kan Diemer bijzonder ge vaarlijk zijn, vooral wanneer hij met „zijn" gambiet door hem zelf bescheidenlek 't Blackmar-Diemergambiet genoemd in de aanval komt. Hij weet van die variant letterlijk alles en dat is in een wedstrijd partij, met gelimiteerde bedenktijd, na tuurlijk een groot voordeel. De Nijmeegse crack Speyer, kampioen van de oostelijke schaakbond en zelf een typische aanvalsspeler, ondervond dit tot zijn schade en schande in de eerste ronde van het. open landskampioenschap. Wit: Diemer. Zwart: drs. Speyer. 1) d2-d4 Pg8-f6; 2) Pbl-c3 d7-d5; 3) e2- e4!? d5xe4; 4) f2-f3 e4xf3; 5) Pglxf3 De voornaamste stelling van het B.D-gam- biet: Wit heeft een ontwikkelingsvoor- sprong en lijnen voor zijn pion, hetgeen praktische kansen geeft. Toch achten de kenners het gambiet niet correct. Er is geen een meester van betekenis, die het in een ernstige partij durft toe te passen. 5) g?"g6; 6) Rfl-c4 Rf8-g7; 7) 0-0 0-0. wm. vroeg, of de meesterklassers wat zachter wilden ruzie maken Nu behoren heftige discussies tot de achtergrond van een bridgetoernooi, zodat u er tohc van verzekerd moogt zijn, dat de stemming opperbest was. Waaróver men o.a. sprak, wil ik u eens laten zien in de vorm van eeri aardig spel- probleem: 4 A H 10 8 5 9 B 6 2 O A 7 3 A B A 7 6 4 2 9 H94 V B 8 6 4» H 10 Oost was gever, OW waren kwetsbaar. Aan één tafel ging het bieden: oost pas zuid pas west 1 schoppen noord pas oost 1 Sansatout zuid pas west 2 Sansatout noord pas oost- 3 Sansatout allen passen. Tegen oosts 3 SA-contract speelde zuid 6 voor, op tafel (west) werd <?Aas ge speeld, noord gaf de 4»4 en oost de 4»2 bij. Vervolgd werd uit west met V 2, noord Q5, oost CVrouw en zuid won de slag met de hartenheer. Wat moet zuid naspelen? Terwijl u denkt, keuvel ik even verder. Over het algemeen is bescheidenheid geen kenmerk van (al dan niet vermeende) sterke bridgespelers. In Bussum vertelde men ons, dat een meneer die voor een lagere afde ling had ingeschreven zich terugtrok, toen hij hoorde dat het een viertallentoernooi en géén parentoernooi betrof. Zijn moti vering: „Ik speel zelf goed, maar heb steeds knoeiende partners. In een viertallenwed- strijd heb ik, behalve een partner, óók nog twee knoeiende teamgenoten en dat is mij teveel Hebt u inmiddels het vraagstuk al opge lost? U moet na slag twee in staat zijn te analyseren, dat oost vrij zeker goede rui tens, met de Heer, alsmede harten Aas- Vrouw in handen had. Om precies te zijn, oost had: A 9 9 AV73 O H 9 5 2 *7642 Zuids enige goede voortzetting zou dus klaverenheer geweest zijn. Noords kla veren (Vrouw, 9 8-vijfde) zouden vrij ge speeld zijn en noord heeft een vaste entree in schoppen. Door ruitenvrouw te spelen miste zuid de boot oost kreeg de kans óók nog zijn schoppen vrij te spelen. Aan tafel II speelde west de 3 SA en noord speelde *5 voor, waarna west geen kans meer had. Zó gaat het in het bridge- leven de één moet zwaar piekeren over iets, dat een ander in de schoot krijgt ge worpen! Bridgevraag dezer week: West gever, NZ kwetsbaar, parenwedstrijd. Als zuid hebt ge het volgende gezonde spel: A A V 7 5 9 A 3 ÓH 8 2 4" A B 10 9 West, uw linker buurman, begint met 1 harten, noord past en oost, uw rechter buurman, biedt 3 harten (niet-forcing). Wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze bladzijde. H. W. Filarski In deze stelling heeft de witspeler jaren lang geëxperimenteerd met zetten als Pe5, Rg5 en Del, tegen welke langzamerhand de juiste afweermiddelen worden gevon den. Daardoor niet in het minst uit het veld geslagen vertoont hij in deze partij zij.i nieuwste vinding, namelijk 8) Kgl- hl(!)De voornaamste bedoeling van deze zet,welke op het eerste gezicht tempo verlies lijkt, is pion d4 zo nodig met Re3 te dekken en deze raadsheer dan even tueel (bij voorbeeld na Pg4) naar gl terug te trekken. Speyer vindt nu kennelijk niet de beste voortzetting, want hij komt wel dra in het nadeel. 8) Rc8-g4; 9) Rcl-e3 c7-c5(?). Diemer. die niet kan, niet mag, geloven in een weerlegging yan zijn lijf opening, voorziet deze zet van een uit roepteken en noemt hem zwart's enige mogelijkheid, om tot actief tegenspel te geraken. Vooralsnog komt het ons echter voor dat zwart niet zo voortvarend be hoefde te zijn met het teruggeven van de pion en dat bij voorbeeld Pb-d7 benevens Pb6 en Pd5, eventueel voorbereid door c6, de voorkeur had verdiend. 10) d4xc5 Pb8-d7; 11) Rc4-b3 Dd8-c8; 12) Ddl-d4!Zo handhaaft wit pion c5; zijn dame loopt in de diagonaal van Rg7 slechts schijnbaar gevaar. 12) Rg4xf3 Tflx f3; 13) Pf6-h5 Pc3-d5! Met deze verrassen de t ussenzet handhaaft wit zijn voor deel. 14) Dc8-d8. Niet 14) Rd4:? 15) Pe7:+ benevens 16) Rd4: met schaak. 15) Dd4-b4!Diemer heeft zijn doel be reikt en een volstrekt onbegrijpelijke stel ling gecreëerd. Hij dreigt behalve Db7: ook c6. 15) Pd7-e5 16) Tf3-h3 e7-e6. Een onaangename noodzaak, welke wit een ge weldig steunpunt op d6 verschaft. 17) Pd5-c3 Dd8-e7 18) Tal-fl Tf8-d8 19) Pc3-b5 a7-a5 20) Db4-a4 Ta8-b8(?). Speyer voelt zich in de verdediging niet op zijn gemak en offert een pion, om wat tegen aanval te krijgen. Die tegenaanval is ech ter te zwak tegenover wit's troeven (open f-liin, veld d6) 21) Da4xa5 Pe5-g4 22) Re3- gl De7-g5 23) Da5-c7 Kg8-h8 24) Pb5-d6 Td8xd6 25) c5xd6 Tb8-d8 26) Dc7xf7 Td8- f8 27) Df7xe6 Zwart staat glad verloren; Tfl: faalt op Dg8 mat 27) Ph5-f4 28) De6-e7! Pg4- f6 29) Th3-g3 Dg5-f5 30) Tg3-f3 g6-g5 31) Rgl-d4 Tf8-e8 32) Rd4xf6! Te8xe7 33) d8x e7 en zwart gaf het op, daar hij e7-e8D, zo nodig voorbereid door Ra4 of Rf7, niet kan beletten. Wie vindt de weerlegging van 8) Kgl-hl? Mr. Ed. Spanjaard Sedert 1954 organiseert de Gooise Bridge Club aan het begin van het bridgeseizoen te Bussum een viertallentoernooi, dat lang zamerhand tot één van de grote bridge- gebeurtenissen van de septembermaand is uitgegroeid. De vorige week zag men dan ook talrijke gerenommeerde Nederlandse bridgespelers in het Gooi bijeen en men was er direct weer helemaal „in" Zelfs zo, dat de onvolprezen wedstrijdleider Jan Negrijn op zeker ogenblik per microfoon Dat met weinig materiaal op het bord in een contactloze stand toch een leuk ef fect kan worden verkregen, leert ons de vergevorderde partijstand aan bord 7 van de ontmoeting Frankrijk-Huissen, die te Parijs werd gespeeld. De stand was: RENé FOURGOUS (Fr.) 8 m wm. WW In de ontmoeting Den- HelderZaandam kwam het volgend klassiek fragment voor: DE GROOT (Zaandam) SCIARONE (Huissen) Zwart: 3, 4, 8, 14, 16, 17, 18, 24, 26. Wit: 28, 32, 33, 36, 37, 39, 40, 45, 49. De heer Sciarone verloor deze partij toen hij in dit fragment met wit aan zet 36) 49- 43 speelde. Na 18-22 moest 39-34, waarna 't met 24-29, 34x23? 13-18, 23x21 16x49. 28x17 49x35. 17-11 35-44. 11-6 44x46. 6-1 46-32. 32-16, een overmachts eindspel voor zwart werd met winst. De 36ste zet 49-43 was zwak. Toch had wit heel wat beter tegenspel kunnen geven met de volgende variant: 36) 49-43 18-22. 37) 39-34 24-29. 38) 33x24 22x33. 39) 34-29 33-38. 40) 37-31 26x28. 41) 43x23 16-21. 42) 24-20 21-27. 43) 29-24. Het is een onderzoek waard of wit nog de remisehaven kan be reiken. Het ziet er in elk geval hoopvoller uit als het spelverloop in de partij. Een kansrijke variant had wit ook gehad in de volgende spelgang: 36) 49-43 18-22. 37) 39-34 24-29. 38) 33x24 22x33. 39) 34-29 26-31? 40) 36x27 of? 33-38. Op weglopen met 43-39 17-21. 32x43 21x41. 41) 24-20 38x49. 42) 20-15 49x35. 43) 29-24 35x19. 44) 27-22 17x28. 45) 32x14 13-19 of? 46) 14x23 8-12, waarna het volgend 4 om 4-eindspel is ontstaan: Zwart: 3, 4, 12, 16. Wit: 15, 23, 37, 45. Wit aan zet. De kansen liggen aan wit maar hot zal wel tot slotremise zijn. De heer W. Bos die in 1958 IJmuiden ver liet om zich in Den Helder te vestigen, heeft in augustus beslag gelegd op de kam pioenstitel van Den Helder. Dit succes heeft de 22-jarige Bos te danken aan de wijze lessen die hij bij DCI.T opdeed. Bos is derde stuurman grote vaart en bevaart daardoor vele wereldzeeën. In Singapore en Dakar heeft hij aan damtoernooien deelgenomen. W. M. BOS (Den Helder) In de partij is zwart aan zet en kan als beste 17-22 28x17. 11x31 36x27 6-11 met ongeveer gelijk spel. In de partij verliep het spel als volgt: 1) 3-9? 2) 30-25 17- 21. Sterker is de ruil 17-22 28x17 11x31 36x27 en 24-29. 3) 38-33 21-26. 4) 42-38 11-17. 5) 44-40 17-21. 6) 40-34 6-11. 7) 36-31 11-17. 8) 34-30 17-22. 9) 28x17 21x12. 10) 33-28 12-17. Stand: zwart 9, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 26; wit 25, 27, 28, 30, 31, 32, 35, 37, 38, 39. Hier zag de nieuwe kampioen, dat het offer 28-22 17x28 38-33 wit direct winst zou opleveren wegens tempigebrek. 11) 38-33 23-29? Sterker is het offer 16-21 23-29. 32-27 of? 29x38. 39-33 38x29 28-23 19x28 30x10. Remise. Na 23-29 12) 28-23 won wit, na 28-23 door overmacht. Een tragisch slot vormt de IJmuider- stand uit het Hartevelttoernooi tussen SpringerLaros, in januari 1960 te IJmui den. De opstelling: wit Ben Springer, 25, 27, 28, 30, 32, 34, 35, 37, 38, 42; zwart Laros, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 26. Wij hebben de vraag voorgelegd, of zwart winst heeft verzuimd. Springer aan zet for ceerde na 25-20 14x25 38-33 17-21 28-22 remise. De stelling trok alom belangstelling en de heer H. J. Lunenburg concludeerde tot winst. Een hoogst interessante en leer zame discussie ontstond, waarin op het laatst ook de oud-wereldkampioen Ben Springer zich mengde. Helaas werd dit op tragische wijze af gebroken omdat de 63-jarige heer Springer op 29 augustus jongstleden tijdens zijn be zoek aan het toernooi om het kampioen schap van Frankrijk te Parijs door hart verlamming overleed. In zijn laatste brief schreef Springer ons, dat de stand remise is door: 25-20. 24x15 de beste. 30-25 15-20. 37-31 26x48. 38-33 48x30. 35x15. Toen wij deze laatste brief aan Lunen burg hadden voorgelegd speelde deze met zwart verder 17-21 25-20 14x25 15-10 21-26 10-5 25-30 en kwam tot winst. Springer zou de stelling zwart 12, 13, 14, 16, 18, 19, 21, 23, wit 15, 25, 27, 28, 32, 33, met wit aan zet in studie nemen B. Dukel 'ufiz a; sjnooaed sooisuBq uaa tb qaaiq uaiaeq g uaAfuips laop jarqsod ZN 91P agiua ap si sbj -ubb§ ua\op g ua •■••Suit -apjoA g-^-g-g azoidod jaMfiJA uaa do uap -aiq uajaoui uaddoqos g paoou qCijqBud ap ui sjboz noz uep 'ua^inisaq (ayieuiaoj -ui) „laiqnop" lo; qoo; uaui noz 's? §?pou jooa paoui laaA pCiaispaA\ uaa ui jbba\ Suis -sjisaq uaa '„SBd" si guissqsaq ajsaq aQ qjaaq uageissaTjaaA paA at iaaA tpoi pinz jbep 'qfiTufiqosaBBMuo .iaaz si zn Jo°A poqaqauBui uaa qoop 'peq TJEBsgCiA uaa paoou sie uadojjE uauunq aassis uaa jaui I3a\ Sou zn loop uaddoqos g uba poqpuia uaa noz qfiiannjEN "uaTjiz AVO PIP I9AV uaiinz zz 3§T-i3A0 ap uajund 81 Tjaaq pinz 'uaqqaq ueq uapusq ui vund uaag qosuqEJd paoou lep uCiz qfqapinp ;aq tbz 'si Sipou aiaaspaiq apaaaajsuouiap -apag uaq aoop ap aooA aip uaqqaq jqoEaq ap SutaapBuaq Ctq aBEui qoo AVO 9!P"I iJjaaAV jozop S,BBJAaSpijq do pjoomjuv Enige tijd na de internationale ontmoe ting van de Fédération Internationale des Jeunesses musicales in de Congreshal te Berlijn is bekend gemaakt dat voor de eerste maal sinds veertig jaar in 1961 weer de Duitse schoolmuziekweken in Berlijn zullen worden georganiseerd. Het betreft hier een congres waaraan ongeveer 1500 muziekpedagogen uit verschillende landen zullen deelnemen. Dit congres zal gelijktijdig een ju bileumbijeenkomst zijn. In 1921 werden namelijk te Berlijn de Rijksschoolmuziek- weken in het leven geroepen. De ontmoe ting der muziekpedagogen in Berlijn heeft plaats onder de leuze: Jeugd en muziek in onze tijd. Er zullen tevens sociale problemen wor den behandeld, namelijk de positieve in vloed van de zelf bedreven instrumentale muziek op de opgroeiende jeugd of het verband tussen jazz en de moderne levens- wijze.Men wil zich eveneens bezighouden met de wens van de muziekleraren om ook aan de lagere scholen, minstens van de derde klas af, twee uren per week voor muziekonderricht te bestemmen. Op dit terrein zijn de omstandigheden in Berlijn bijzonder ongunstig. Want pas bij het vijf de leerjaar begint het vakonderwijs op muziekgebied. Als eregast verwacht men een man, die niet alleen de schoolmuziek weken in Berlijn in het leven heeft geroe pen, maar die ook de muziekleraar voor het middelbaar onderwijs, zoals wij hem nu kennen, invoerde. Het gaat hier om de 78-jarige Leo Ker- stenberg van het vroegere Instituut voor Opvoeding en Onderricht, die in 1933 moest emigreren en nu leeft in Tel Aviv. Kerstenberg wordt gehouden voor de nes tor van het moderne muziekonderwijs. ER WAS EENS EEN KONING, die nooit iets anders at dan lammetjes pap. Hij heette Antonius Ludovicus de Achtste, maar alle mensen in het Land noemden hem de „Lammetjeskoning". Het was een heel aardige man die heel goed was voor zijn onderdanen, maar een échte koning, nee, dat was hij be slist niet. Want welke koning eet er nu 's morgens, 's middags en 's avonds en ook soms 's nachts niets anders dan lammetjespap? Al had de kok van het paleis nu ook nóg zo z'n best gedaan om een lekkere taart te bakken of een heer lijke erwtensoep klaar te maken, de koning wilde er geen hap van proeven en werd zelfs kwaad als de lakei niet gauw een bord lammetjespap voor hem opschepte. Je begrijpt, dat er op die manier voor de paleiskok ook weinig aardigheid aan was. En het nare was, dat de Lammetjes koning wilde, dat iedereen in het paleis, van de schoenpoetser tot de hofmaar schalk, óók niets anders dan lamme tjespap at. Maar daar hield niemand zich aan. Want als het enigszins kon, aten ze stiekum in de keuken of in de kelder of desnoods op de zolder lekker wat anders dan die flauwe pap. Alleen de hofmaarschalk kon zich niet aan de wil van de koning onttrekken, omdat hij altijd met de koning aan één tafeltje zat te eten. „Majesteit, vindt u de pap vandaag eigenlijk wel lekker?", vroeg de hof maarschalk dan, in de hoop, dat de ko ning eens iets anders wilde proeven. „De pap is net zo lekker als giste ren", antwoordde de koning, terwijl hij zijn bord voor de tweede keer liet vol- scheppen. „Neemt U mij niet kwalijk, majes teit", begon de hofmaarschalk dan weer en hij keek met een vies gezicht naar zijn bord, „maar volgens mij zit er een vreemde smaak aan de pap. Tk gejoof niet, dat ik vandaag trek heb!" DE LAMMETJESKONING hield even op met eten. „Wat de koning eet, kan ook de hof maarschalk eten!", zei hij en hij frons te zijn wenkbrauwen. De hofmaarschalk wist, dat hij er nu maar beter aan deed verder zijn mond te houden, want het was al eens voorgekomen, dat de ko ning een hele schaal warme pap over het hoofd van de onwillige papeter had leeggegooid. En terwijl hij aan grote schalen vol biefstuk en gebakken aardappelen dacht, lepelde de hofmaarschalk braaf zijn bordje lammetjespap op. NA AFLOOP van de maaltijd ging de koning een boek lezen over „Avon turen bij Moeders Pappot", en stapte de hofmaarschalk naar de paleiskeu ken. „U komt zeker nog zo'n lekker bordje pap halen", plaagde de kok. Maar on derwijl greep hij een grote bal gehakt ergens vanonder het fornuis vandaan. „Mmmmm! Heerlijk", zuchtte de hofmaarschalk, die de gehaktbal in twee happen naar binnen slokte. „Man, wat had ik een flauwe smaak in m'n mond. Het is toch verschrikkelijk!" „Dat is het zeker", antwoordde de kok, „maar wie weet, maken we het toch nog eens mee, dat de koning van smaak verandert". „Ach wat, die eet nu al meer dan vijftig jaar niets anders dan lammetjes pap. Als je eenmaal die leeftijd hebt bereikt, verandert een mens niet gauw meer!" „En toch zouden we het eens kunnen proberen", zei de kok geheimzinnig. „Hoe bedoel je? Heb je soms een plan?", vroeg de hofmaarschalk nieuwsgierig. „Als U mij zo'n dikke hofsigaar met een gouden bandje geeft, zal ik vertel len wat voor plan ik heb om de koning van zijn eeuwige papeterij af te bren gen." „Hier, daar heb je m'n hele sigaren koker. En kom nou op met je plan", drong de hofmaarschalk aan. Eerst stak de kok een sigaar op en toen sprak hij een dikke rookwolk uitblazend: „Mijn plan bestaat uit niets anders dan lammetjes!" .-v.v.-. „Lammetjes?" vroeg de hofmaar schalk ongelovig. „Zeg, neem jij je zuster in de maling!" „Nee, want ik heb geen zuster, Wél een broer", lachtte de kok. „Maar ik méén wat ik zeg: Lammetjes!" En toen vertelde hij de hofmaar schalk uitvoerig over zijn lammetjes plan. Deze vond het een veel te mooi idee om het niet eens te proberen. De volgende dag al, liet hij herauten door het land trekken, om alle boeren te la ten weten, dat zij mee konden werken aan het grootse plan om van de Lam metjeskoning een échte koning te ma ken. Het enige wat ze daarvoor moes ten doen, was, al de lammetjes die ze op hun erf hadden lopen, naar het paleis te brengen. NOG DIEZELFDE AVOND werden de eerste lammetjes bij de achterin gang van het paleis bezorgd. De koning mocht natuurlijk van niets weten en vandaar die achteringang. Al heel gauw liepen er zeker wel honderd lam metjes in het paleis. Door de gangen, op de trappen, in de grote feestzalen, in de eetzaal, in de troonzaal en in de torens, overal liepen lammetjes te mekkeren. En elke dag kwamen er meer. Op het laatst waren er zoveel, dat het voor de lakeien in het paleis lastig werd om te lopen. Vaak gebeurde het, dat een lakei, die een bord lam metjespap naar de koning moest bren gen, over de lammetjes struikelde en met zijn neus in de pap viel. DE KONING BEGREEP er niets van. Al een paar keer had hij de hof maarschalk gevraagd, wat al die lam metjes toch te betekenen hadden, maar de hofmaarschalk had net gedaan, als of hij van niets wist. Op een avond toen een lakei, voordat de koning in zijn bed kon stappen, drieëntwintig lammetjes van tussen de lakens uit en onder het hoofdkussen vandaan moest halen werd het de koning te machtig. Hij werd heel erg kwaad en gaf opdracht onmiddellijk alle lammetjes het paleis uit te jagen. Al het paleispersoneel was er de hele nacht mee bezig om de koninklijke opdracht uit te voeren. Juist toen de koning de volgende och tend zijn ogen opendeed, werd het laat ste lammetje, dat nog ergens boven in de torenkamer gevonden was, het pa leis uitgezet. „MèHèèèèèee!", riep het klagend. En det hoorde net nog de koning. „Weg met die lammetjes!, riep hij wanhopig uit. „Ik kan geen lammetje meer zien!" De kok, die dacht dat de koning om zijn ochtendbord lammetjespap riep, schepte vlug een diep bord vol. Omdat de lakeien allemaal even moe waren van die lammetjesjacht, bracht hij zelf het bord bij de koning. „WAT IS DAT?", vroeg de koning met een kwaad gezicht. „Uw lammetjespap, Sire!" antwoord de de kok. „Lammetjespap?", de koning trok een héél vies gezicht. „Bah, bah! en nog eens bah!! En nou weet je het!" De kok deed, alsof hij heel erg teleur gesteld was. „Misschien wilt U dan straks een bordje lamme „Als je nou niet gauw maakt dat je wegkomt!, onderbrak de koning hem. „En onthoud het goed: van nu af aan wil ik geen lammetjes en geen pap meer zien!!" „Hoera!", riep de kok, die zich niet langer kon bedwingen. „Zei je wat?", vroeg de koning, maar de kok was al de deur uitgehold om alles aan de hofmaarschalk te ver tellen. „Het was een mooi plan, dat lamme tjesplan van jou", zei deze. „Maar ik had niet gedacht, dat het lukken zou. En geef me nou maar gauw 'ns wat te eten, want ik heb een razende honger gekregen van al dat gehol achter die beesten aan!" „Wat dacht U van een lekker bordje koninklijke lammetjespap?" vroeg de kok lachend. „Jij drommelse papkok!", riep de hofmaarschalk dreigend met z'n vuist zwaaiend. En als de kok zich niet gauw uit de voeten had gemaakt, had hij de hele pan pap over zijn schone koksmuts geki-egen! H. FOCKE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1960 | | pagina 20