VOORAL VOOR PANDA EN DE MEE STER* KIEKER MISDAAD in de Hooglanden KINDERDAGVERBLIJVEN ZIJN NU NOODZAKELIJKER DAN OOIT LICHT TE VERTEREN KOOKBOEK VOOR HOND EN KAT DONDERDAG 27 JUNI 1963 JL Ons vervolgverhaal EEN SPEURDERROMAN VAN JOHN MARSH DAGINDELING VERSCHUIVING KLASSIKAAL VERBAND PREVENTIEVE WERKING -V 1-7 O» MARTIN TOONDE* s - v 16) „Ik kom u iets te eten brengen," zei hij. „Probeer het hele bord leeg te eten en ga daarna nog wat slapen. En geen zorgen." Zacht vroeg zij, „Waarom brengt u uw leven in gevaar terwille van mij, meneer Felton? Alleen had u zonder de geringste moeite kunnen ontsnap pen." Hij haalde zijn schouders op, keer de haar de rug toe en verliet de ka mer om naar beneden te gaan. Tam at met Felton en Son ja. „U schrijft dat briefje wel even, ik zal het aan Robbie's halsband vast maken," zei Tam en keek Felton over de rand van zijn bord, dat hij dicht onder zijn kin hield, aan. „Laat ik het dadelijk doen," zei Felton. Hij vond nog een stuk papier in zijn zak en schreef. Ga naar de politie en vertel, dat prinses Fazia van Ethië zich in Sir Archibald Timberlev's jachthuis be vindt. Zij is in gevaar. Laat dadelijk hulp komen. Mocht het jachthuis ver laten blijken, dan is prinses Fazia door misdadigers overgebracht naar Hanstead House bij Garbothië aan de overkant van de heide. Tam had hem verteld, dat het huis waaruit hij Sonja en Fazia had gered, Hanstead House heette en dat het lange tijd had leeggestaan eer het door de tegenwoordige bewoners werd betrokken. „Laat ik het aan Robbie's halsband vastmaken," zei Tam en klakte met zijn tong. De collie kwam dadelijk ge hoorzaam naar hem toe. „En nu sturen wij hem dadelijk de deur uit," zei Tam, toen het briefje stevig was vastgemaakt. Tegen de hond zei hij „Rechtstreeks naar Mag gie, jongen. Versta je me: naar Mag gie!" De pientere bruine ogen werden naar hem opgeslagen. Felton ver wachtte haast, dat de hond bevesti gend zou knikken. Tam stond op en ging naar de voor deur, die hij op een kier opende. Hij gluurde naar buiten. „Kom jongen, nu maar gaan. En geluk ermee", zei Tam. De hond bleef een paar tellen staan, keek om zich heen en schoot weg tussen de bo men, die de open plek rondom het huis insloten. „Ik hoop dat hij er komt," mom pelde Feton. „Wees maar niet bang!" Tam gren delde de deur van binnen af en ging terug naar de keuken. „En dan ga ik nu een paar vuren aanleggen en het werk doen, waar voor ik gekomen ben." Juist toen Felton overwoog, of Fa zia boven nog iets nodig kon hebben, viel er een schot. Het kwam van de heuvel achter het huis. Tam keerde zich plotseling om en de tranen sprongen hem in de ogen. Toen er een hond schel blafte, alsof hij pijn had, rende hij naar de deur. „Zij hebben Robbie neergeschoten. Die schurken. Ik zal ze leren! Felton sprong toe en greep hem bij de arm. „Ga niet naar buiten, Tam! riep hij. „Je kunt wel aannemen, dat Rob bie niet is getroffen en allang buiten schot is. Waarom zou jij je ook aan een kogel blootstellen?" Tams hoekige gezicht was vertrok ken van woede. Het kostte hem de grootste inspanning zijn drift te be dwingen. „U hebt gelijk", stamelde hij, „ja, u hebt gelijk. Maar als zij die hond ook maar een haar hebben gekrenkt, dan zal ik de schuldige we ten te vinden en dat zal ik." Zij bleven scherp luisteren. Maar er viel geen tweede schot. Met een zware zucht ging Tam weer naar bin nen. „Dan zal ik nu mijn vuren maar aansteken", mompelde hij en strom pelde de vestibule door. Zodra Robbie zijn koers had be paald, rende hij door het bos omhoog naar het hoger gelegen heideveld. Een man, die aan de rand met scherpe blik had neergekeken op de boomkruinen in het kleine dal zag de collie een paar tellen eerder dan Robbie hem zag. Hij kreeg argwaan en zijn rechterhand sloot zich al om de kolf van de revolver in zijn zak. „Kom eens ouwe jongen, kom dan! Vleiend stak hij zijn hand uit, terwijl de hond dichterbij kwam. Robbie bleef staan; hij was op zijn hoede. Die man was een vreemde. „Brave hond, laat eens kijken wat er in je halsband zit". „Blijf staan, ouwe jongen, laat mij eens kijken". Met een gil van woede en pijn sprong hij achteruit, toen Rob bie de lange hoektanden in zijn been begroef. „Jij r- hond", snauwde hij en hij wist niet of hij eerst de revol ver moest trekken of de schade opne men. Robbie, die van Tam een duide lijke opdracht had ontvangen, nam de kans waar en rende het bos uit, de heide op. Nu de man zag dat de hond ontsnapte, loste hij een schot. Het was een geslaagd schot. Negenennegentig op de honderd revolverschoten zouden een klein bewegend doel hebben ge mist. maar dit was het honderdste. Schel jankend van pijn bleef Rob bie staan: hij werd zich een schrijnend gevoel in zijn rug bewust maar ging verder. De man stroopte zijn broeks pijp op. De beet leek niet al te zwaar te zijn aangekomen. Hij keek naar de hond. Als de chef ooit merkte dat hij die hond met zijn briefje had laten ontsnappen, zou hij zijn straf niet ontgaan. Geen verdovende middelen meer. De dwerg wist maar al te goed, waarmee hij hem kon straffen. Zo moeilijk kon het niet zijn, die hond te pakken te krijgen. Het beest was aan geschoten. Als hij hem maar lang ge noeg nazette, zou het (jier neerval len of hem dicht genoeg laten nade ren voor een genadeschot. Het gezicht van de man werd kwaadaardig. En ditmaal geen lie ve woordjes meer. Een kogel door de kop en hoe eerder hoe beter. Hij strom pelde de hond na, met de revolver in de hand. Robbie draafde over de drassige weide. Hij had een lange tocht voor de boeg. Hij ademde vlugger 3an anders en zijn ene achterpoot leek hem tegen te houden. De man ach ter hem maakte aanstalten tot een tweede schot. Maar Robbie, die hem wel in de gaten hield, leek te voelen wat hij van plan was en begon zig- zaggewijs over de weke bodem te lo pen. Een paar maal zakte de man vloekend tot over zijn enkels in het veen weg, op plekken die hij voor stevige bodem had aangezien. Ook hij keek nu en dan om. Waar bleven de anderen? De chef had hen over het hele heideland verdeeld om een zo groot mogelijk terrein af te zoeken eer de vluchtelingen verdwenen wa ren. Die ellendige mist! dacht hij. Als er geen mist was gekomen hadden wij hen uren geleden al te pakken ge had. En nu zullen zij wie weet al hoeveel kilometers ver zijn. Maar als zij werkelijk kilome ters ver waren, waarom had die hond met het briefje in de halsband daar dan gelopen? Nee zij moesten zich ergens in dat dal schuilhouden. Ove rigens als zij daar nu eens niet wa ren? Als dat briefje in de halsband nu eens niets niet de vluchtelingen te maken had? Daar moest hij ach ter zien te komen, eer hij zich weer bij de chef meldde. De anderen, zou den uit verschillende richtingen dat dal inmiddels ook zo ongeveer hebben bereikt. Robbie draafde nog steeds door. Hij kende de drassige heide even goed als elke rimpel op het gezicht van zijn baas. Toch moest er vandaag iets met hem aan de hand zijn. Hij werd moe en hij was nog lang niet thuis. Het moest in ver band staan met die vreemde pijn in zijn achterpoot. Hij jankte even. Het dier wilde wel, maar het kon niet zo hard lopen als anders. Die man achter hem begon hem zelfs in te halen. (Wordt vervolgd) het kinderdagverblijf waar ze 's mor gens hun kinderen hebben achterge laten. De deur gaat open en de peu ters rennen naar hun moeder. Ze zijn blijde band tussen moeder en kind is door deze onderbreking hechter geworden. Het kind geniet nog en kele uren van zijn moeder voor het naar bed gaat. DE HIAAT VAN overdag wordt opgevuld onder deskundige leiding. In het kinderdagverblijf heeft het kind ongedwongen kunnen ravotten, plakken, boetseren, spelen, lezen, enzovoorts. De moeder krijgt tegen de avond een zonnetje in huis. Henny G. C. Schoute. 'S ZOMERS eet iedereen graag lichte kost, 's winters lijkt zwaardere ons be ter. Ons voedsel kan zwaar verteerbaar zijn, doordat het veel vet bevat, maar ook doordat het compact is of stijf. In het algemeen is het echter niet nodig te zorgen dat ons eten licht te verteren is. Voor bepaalde diëetpatiënten en voor babies, die nog een zwakke maag heb ben is het wel van belang. Voor ande ren heeft zwaar verteerbaar eten zelfs wel voordelen. Ten eerste heeft de maag dan niet al te gauw weer eten nodig en ten tweede bevordert het de stoelgang. Tè zwaar eten echter heeft geringere prestaties en vermindering van het concentratievermogen tot ge volg hetgeen in een bedrijf of in het verkeer funest is. Wanneer het nodig is, dat de voeding licht verteerbaar is kan dat worden be reikt door groenten en koolsoorten, uien en prei uit het menu weg te laten evenals groene erwten en bonen, noten, compact bruin- en volkorenbrood, don ker roggebrood en alle soorten zeer vers brood. Verder door in het eten niet te veel vet te verwerken. Ook vet vlees en stijfgeslagen room behoren tot de machtige spijzen. Korstjes van vlees dienen niet te lang gebakken te wor den, zodat ze taai en stug worden, maar ook weer niet te langzaam, zodat er te veel vet in trekt. Gerechten als stamppot, aardappelpuree, dikke soep niet al te stijf maken en het voedsel niet in grove stukken doorslikken maar goed kauwen of klein snijden. Steeds meer aandacht wordt besteed aan de voeding van onze huisdieren, vooral hond en kat. Een Amerikaanse firma heeft haar sortering in kattenvoer in blik thans uitgebreid tot zeven ver schillende combinaties, waarbij altijd wat kippenvlees aanwezig is, gecombi neerd met vis, ei, lever, nier of andere vleessoorten. In Wenen is zojuist een nieuw kookboek verschenen, speciaal gewijd aan lekkere hapjes voor hond en kat. Het boek telt 129 pagina's. 17. Toen Panda en de Meester- Kieker bij het berg- hotel aankwamen stonden daar al enkele fotografen de komst van de populaire filmster af te wachten. De Meester-Kieker wreef zich tevreden in de handen. „Dit wordt een exclusieve opname," zo verklaarde hij. „Wat is dat, exclusief?" vroeg Panda nieuwsgierig. „Een foto, die door niemand anders gemaakt is," legde de Meester- Kieker uit. „Maar daar staan al een heleboel fotografen," wees Panda, „dus kan het toch nooit zo exehclusief worden?" „Maar ik maak geen gewone foto, zoals zij," zei de ander minachtend, „ik ga haar temperament schieten! En daar moet jij me bij helpen! Jij moet haar boos maken!" „Watte?" nep Panda verschrikt, „dat doe ik liever niet, hoor. Ik bedoel, ik kan toch zomaar niet „Natuurlijk kan je dat," zei de Meester-Kieker streng, „als je een meesterfotograaf wilt worden, moet je er alles voor over hebben. Maar stil nu Daar komt ze! Houd je klaar?' UIT HET kinderdagverblijf aan de Van Wickevoort Crommelinstraat, dichtbij de Haarlemse Rijksstraatweg, komt een vrolijk gekwetter van heel jonge kinderstemmetjes. Het lijkt een cacafonie die af en toe wordt onder broken door een luide kreet van een opgewekt kind of soms door wat ge huil. Kinderen, peuters nog, huppe len door de gezellige, kinderlijk-inge richte speelzalen. Er hangen slingers, er staan kasten met speelgoed, er lig gen boekjes, er is een bak met zand en er zijn spelen, blokken en leg puzzels. AAN EEN TAFELTJE zit een meisje van een jaar of vier. Ze heeft 'grote, donkere ogen die stralen. Ze slaat ze verlegen neer en schildert verder. Haar speelgenootjes werken gewoon door; ze zijn teveel op hun schilderwerk geconcentreerd om zich aan de bezoekster te storen. EEN ANDERE peuter toont meer belangstelling en pakt bij wijze van kennismaking m'n hand, die hij even abrupt weer loslaat als hij door z'n speelmakkertjes wordt geroepen om mee verder te houwen aan een speel goedhuis. Het stemmengekwetter gaat door. EEN VERZORGSTER in het kin derdagverblijf maakt een wandelin getje met een paar kinderen door de speelzaal. Haar collega gaat door met het voorlezen van een boekje. Zin netje voor zinnetje. De kinderen luisteren aandachtig. „HET IS een vrolijk geheel", zegt de directrice, mejuffrouw J. H. Gaaros, even later in haar kamer waar al die stemmetjes nog doorklinken. „Maar „men" heeft nog steeds een verkeerde indruk van een dagverblijf. Men denkt aan de oorspronkelijke opzet: uitslui tend 'n verblijf waar moeders hun kin deren onderbrengen omdat ze zelf gaan werken, zodat ze ze verzorgd weten. De opzet is de laatste jaren echter he lemaal verschoven naar het sociale vlak. In het kinderdagverblijf nemen we nu kinderen op die de dupe zijn of dreigen te worden van woningnood. Ouders, die met hun kinderen vaak op kleine kamertjes wonen waar geen ruimte is om te spelen, kunnen hun kinderen bij ons plaatsen. En kinderen uit hoge flats in dichtbebouwde wijken waar het verkeer doorheen raast en weinig speelgelegenheid is en waar de kinderen nauwelijks zonder gevaar op straat kunnen komen. Dan zijn er nog de talrijke moeders die uit werken gaan, uit eigen beweging of omdat het moet. Wat gebeurt er dan met de kinderen? Bij grootouders onderbrengen of „uit besteden" is geen oplossing. In een dagverblijf groeien hun kinderen op tus sen leeftijdgenootjes en raken zodoende door huiselijke omstandigheden niet achter in hun ontwikkeling en ze wor den er bovendien onder deskundige lei ding goed verzorgd". Van hun eerste jaar af tot de leef tijd waarop ze naar de grote school gaan kunnen kinderen naar een kinder dagverblijf, een particuliere instelling Om half twaalf de warme maaltijd die door de gemeente wordt gesubsi dieerd. Door de ouders wordt naar draagkracht 1,50 tot 3,50 per dag betaald. Kinderen uit alle milieus ko men in aanmerking. De dag begint om negen uur met een beker melk, binnen of buiten spelen en wordt om half twaalf onderbroken met een warme maaltijd van twee gan gen. Van half een tot twee uur wordt brak de verzorgsters aan kennis van het kind. Gelukkig is het werk in een kin derdagverblijf meegegaan met de laat ste ontwikkelingen, die ons erop geat tendeerd hebben, dat het niet op de materiële kant aan komt, zoals aan vankelijk het geval was, maar op de psychologische en pedagogische. Wij werken met de kinderdagverblij ven preventief. Het kind in een gezin ondervindt de problemen van rusteloze ouders die, door woningomstandigheden nerveuze spanningen ontladen op hun kinderen. In de praktijk is gebleken dat door kinderdagverblijven de kwaliteit van de band moeder-kind beter is ge worden. Bovendien heeft een arts weke lijkse controle op de in de dagverblijven aanwezige kinderen. Als er iets aan de hand is kan worden ingegrepen of kun nen medische adviezen worden gege ven". De voorzitster van de stichting, me juffrouw C. M. Kam, vindt dat de ver andering Van het karakter de ver schuiving van de materiële opzet naar 't sociaal karakter moeilijk bij het pu bliek is waar te maken. Herhaaldelijk ook hangen er donkere wolken boven de twee dagblijven in Haarlem (het an dere staat aan de Asterstraat 1) om dat ze door opheffing worden bedreigd. De oorzaak is het teruglopen van de financiële middelen. De stichting is er van overtuigd dat 't voortbestaan nood zakelijk is, vooral ook met het oog op de preventieve werking die van de dag verblijven uitgaat. 's MIDDAGS TEGEN HALF VIJF staan de moeders weer bij het hek van Nadelen om een kind op zeer Jonge leeftijd in klassikaal verband op te ne men ziet mejuffrouw Gaaros niet „Ze komen thuis te kort. Door hedendaagse factoren is het noodzaak geworden dat ze hier zijn. Er wordt natuurlijk reke ning mee gehouden ze individueel en naar eigen ontwikkeling te leiden. Een kind heeft 't nodig 'n zekere vorming te krijgen die in klassikaal verband heel goed mogelijk is. Het collectief spelen bijvoorbeeld". De eerste kinderdagverblijven werden omstreeks 1880 in Amsterdam opgericht. Zo'n twintig jaar later kwamen ze in Haarlem. „Kinderen van werkende moe ders moesten een onderkomen hebben" vertelt de vlce-voorzitster van de stich ting mevrouw dokter M. van Rappard- Kobus. „Er werkten ook niet, zoals nu, gediplomeerde verzorgsters. Het ont- er gerust of geslapen en daarna spelen de peuters tot vier uur. De kinderen zijn in drie leeftijdsgroepen verdeeld: van 1-2 jaar, van 2-3 en van 3 jaar tot ouder. De leiding bestaat uit een directrice, een adjunct-directrice, een huishoudster, drie hoofdleidsters en drie assistentes. Het kinderdagverblijf heeft een „vijfdaagse" verblijfweek. Rusten of slapen op stretchers Bij mooi weer buiten spelen t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1963 | | pagina 17