Ons land op een Romeinse reiskaart
uit de derde eeuw na Christus
V
BEKENDMAKING
LONGLIFE
s Ta
e
Ook Ford kiest BP Longlife
en vestigt 300.000 km record
visco-static
3-80-80
afl v.Empe!en
a n cv
Peutinger kaart
Kleine kerstboompjes
achter auto-voorruit
Omwisseling van
giro-stortingskaarten
Vakbeweging bezorgd
over prijsontwikkeling
9
voorburg
ZWAM feu*
DAM
VECHTEN
camera's
in
cadeauset
WOENSDAG 18 DECEMBER 1963
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
^^Kigroftullov laurL
pretor u^Wne,
i 7le.tioTie:XV
V I
jxvva ^ni1Trtw
euto*vi
L-paWü5
U005DR.
IP
KATWDK
I
VALKEÏ?»
BURG
rr.
ROOM ALPH
BURG
Nederland
Foutjes
Politie in Kerkrade acht
ze misleidend voor
het verkeer
Versterkte grens
Waar is de Waal?
Clack
i Click
Kerkelijk nieuws
met Taunus 12M
Dit wereld-afstandrecord is op sensationele
wijze gebroken door een gewone serie-wagen
en een olie die iedereen kopen kan. Een af
stand waar men normaal ca. 15 jaar over doet,
werd nu in 117 dagen en nachten afgelegd
Die ongelofelijke prestatie is te Miramas
(Frankr.) geleverd door een Ford Taunus 12M
met een gemiddelde snelheid van 106.49 km/
uur... Er werden 108 internationale records
gebroken.
Olie-verversen om de 19.000 km...
Slechts om de 19.000 km werd gemiddeld olie
verversteen belangrijke tijdwinst. Niet voor
niets kozen de Ford-mensen een nieuwe mo
tor-olie. Een olie waarop ze volledig konden
vertrouwen. Een olie, waarvan de véél langere
levensduur al eerder onomstotelijk was bewe
zen BP Longlife.
Nieuwste technische vooruitgang
binnen bereik van elke
automobilist
Zuidelijke weg
H. J. Calkoen
■r
W - - f
In een artikel over de onlangs gevonden mijlpaal van Rijswijk
werd al even de „Peutinger Kaart" genoemd, een
Romeinse reiskaart uit de eerste helft van de derde eeuw. Wij mogen de middel
eeuwse monniken die deze kaart getrouw copieerden wel heel dankbaar zijn,
want door hun toedoen weten wij nu veel meer af van Romeins Nederland. Zij
hebben er een langdurige en moeizame taak aan gehad, echt „monnikenwerk"!
Het op perkament getekende origineel
van deze wereldkaart ging zelf weer terug
op een kaart die op last van keizer Augus
tus te Rome was vervaardigd. Omstreeks
1500 kwam de copie in het bezit van een
rijk koopman te Augsburg, Konrad Peu
tinger genaamd en sindsdien heet hij
„tabula Peutingeriana" of kortweg: de
tabula. Al het land dat erop voor komt
is lichtgroen gekleurd, de zee en de rivie
ren zijn blauw, de wegen zwart, de ge
bouwen wit met rode daken en de letters
zwart of rood. Verrassend zijn de afme
tingen: de lengte bedraagt maar liefst 6
m 82 en de breedte slechts 34 cm! Een
lintvormige kaart dus, die juist in deze
vorm zo handig was. De twee einden wer
den in tegengestelde richting opgerold en
de ruiter, die deze kostbare wegwijzer bij
zich droeg, behoefde slechts het éne eind
wat op- en het andere wat af te rollen,
om het stuk voor ogen te krijgen, dat hij
op zijn tocht door een hem onbekende
landstreek nodig had. Maar deze afme
tingen konden alleen worden verkregen,
door de wegen in de richting oost-west
nauwkeurig weer te geven, terwijl de rich
ting noord-zuid (van de Noordzee tot en
met Noord-Afrika!) sterk in elkaar was
gedrukt.
Voor ons interessant is dat ons land,
zoals het in die tijd door Romeinse ogen
werd gezien, erop staat weergegeven. De
bovenste helft van onze afbeelding geeft
daarvan een idee, wat betreft het gebied
Utrecht-Katwijk. Duidelijk zijn de twee
rivieren te zien, boven de „fluvium Renus"
(de Rijn, i.e. de Oude Rijn) en onder de
„fluvium Patabus" (de Maas, de „Bata-
venrivier"). Daartussen lopen een noor
delijke en een zuidelijke weg en deze
wegen zijn verdeeld in stukken, die telkens
bij een knik de naam van een versterking
of plaats aangeven met bovendien de af
stand naar de volgende plaats. Het is een
schematische voorstelling, ongeveer als het
kaartje in ons spoorboekje. In werkelijk
heid ontbrak de knik en de weg ver
toonde natuurlijk allerlei bochten, vooral
die welke de hoge Rijnoever volgde. Voor
deze weg zijn de afstanden met Romeinse
cijfers in „leugae" aangegeven; een leuga
mat 2200 m. Het was de Gallische mijl,
nu Tawwif
Romeins dakpanstempel, vermeldend
„het leger van Neder-Germanië".
Fragment van de Romeinse reiskaart
en de huidige toestand.
die na 270 algemeen werd ingevoerd. De
zuidelijke weg werd echter gemeten met
de „milia passuüm", de Romeinse mijl van
1500 m. Voordat dit duidelijk was, zijn
er heel wat verhandelingen in allerlei
talen over geschreven!
Links beginnen de twee wegen bij „Lug-
duno" en dit aanvangspunt wordt „caput"
of hoofd genoemd. Tenslotte zullen zij
zich weer verenigen bij Noviomagus (Nij
megen), om vandaar verder door te lopen
naar Keulen en Maastricht.
Claudius in 45 na Chr. Op de Peutinger
kaart staat links een dubbel „huisje" af
gebeeld met de naam „Lugduno" erbij
Dit teken, dat net zo bij Nijmegen voor
komt, wijst op een vrij belangrijke plaats
en ongetwijfeld lag hier Lugdunum Bata-
vorum, zo genoemd door Claudius (4154)
die geboortig was uit Lyon, toentertijd
Lugdunum geheten.
De naam betekent: versterking van de
(Keltische) godheid Lug. Ons „Lugduno'
hebben wij nog niet terug kunnen vinden,
maar wel zeker lag de plaats ten zuiden
van Katwijk, bedolven door de later ge
vormde duinen. De kustlijn (zie ons onder
ste kaartje) is daar sinds de Romeinse
tijd belangrijk naar het oosten verplaatst,
Zo ligt nu ook de nog steeds geheim
zinnige Brittenburg ver in zee, terwijl
deze sterkte eens, in laat-Romeinse tijd,
een sleutelpositie aan de Rijnmond moet
hebben ingenomen.
Maar op de Peutinger kaart komt hij
niet voor. Van „Lugduno" uit bedraagt
de afstand 2 leugae (4,5 km) naar PraetO'
rium Agrippinae, waarin de naam van
Claudius' echtgenote Agrippina opduikt.
Gezien het figuurtje op de tabula moet
hier een belangrijk fort hebben gelegen
en inderdaad: dit is teruggevonden onder
de dorpsheuvel van Valkenburg, waar
prof. Van Giffen niet minder dan zeven
castella boven elkaar heeft opgegraven'
Het oudste fort dateerde uit de tijd van
Claudius en het laatste bleek uitgevoerd
met zware muren van bergsteen, gefun
deerd op eiken palen. Brandlagen ver
tellen hoe deze vestingen vele malen zijn
verwoest, o.a. tijdens de opstand van Ju
lius Civilis in 6970 na Chr.
Tenslotte hebben de Romeinen deze
sterkte en de gehele linie tot Utrecht tus
sen 240 en 250 na Chr. moeten prijsgeven,
door toenemende overstromingen van de
Rijn. Na hun vertrek is zelfs een flink
deel van Praetorium Agrippinae door het
water weggespoeld en de Romeinse over
blijfselen in het Westland bevinden zich
onder een dikke laag zeeklei. Wie nu
wandelt langs de nauwelijks stromende
De gemeentepolitie in Kerkrade vindt
4e miniatuur-kerstboompjes in auto's ge
vaarlijk voor het verkeer en heeft een
proces-verbaal opgemaakt tegen een in
woner van deze plaats, die zoals velen
gedaan hebben in zijn auto voor de
voorruit een miniatuur-kerstboompje had
geplaatst.
Deze gewoonte is overgewaaid uit Duits
land. Ook het vorig jaar waren er al auto
mobilisten, die op deze wijze kerstsfeer in
het verkeer wilden brengen. Dit jaar is
het aantal auto-kerstbomen sterk toege
nomen. Vele tankstations verkopen ze.
De boompjes worden meestal achter de
voorruit geplaatst, soms staan ze ook voor
de achterruit. Zij zijn vaak verlicht met
rode, groene en witte lampjes.
De politie wil een proefproces over de
autoboompjes uitlokken, omdat zij deze
misleidend vindt voor tegenliggers.
De monniken hebben onze kaart goed
gecopieerd, vooral wat de afstanden be
treft, maar toch hebben zij hier en daar
een foutje gemaakt, wat moet worden
toegeschreven aan onduidelijkheden en
gaten op het origineel. Bovendien kon er
verwarring ontstaan bij sommige letter
vormen en vaak begrepen zij niet wat zij
overnamen. Zo lezen wij tussen de rivie
ren „Patavia" inplaats van Batavia (voor
het land van de Bataven, de Betuwe) en
(geheel rechts) „Fletione" inplaats van
Fectio. Dat dit zo is wordt duidelijk door
een eveneens bewaard gebleven reisboek
uit 300 na Chr., het „Itinerarium Anto-
ninianum", waardoor wij de plaatsnamen
en ook de afstanden van de noordelijke
weg kunnen controleren.
Laten wij nu vooral deze weg eens
nader bekijken, want hier lag de noord
grens van het Romeinse wereldrijk. Na
het jaar 47, toen Corbulo op bevel van
Keizer Claudius terug trok op de Rijn-
linie, hebben de bezetters geen poging
meer gedaan om het Germaanse land ten
noorden hiervan in hun bezit te krijgen.
Maar wel hielden zij daar een brede
strook van minstens 40 km vrij van be
woning, een soort niemandsland dus, om
gevrijwaard te zijn tegen onverhoedse aan
vallen van vijandelijke stammen. Uit het
geringe aantal vondsten van die periode
blijkt, dat een groot deel van Zuid-Hol
land, het Gooi, de Veluwe en de Achter
hoek niet (of zeer schaars) bewoond wa
ren. De Romeinen hebben er gepatrouil
leerd en ook gejaagd. Want op vele plaat
sen waren er nog dichte wouden, waarin
beer, wolf, ever, oerrund en edelhert zich
verborgen hielden. Een poging van de
Friezen om zich toch in deze verboden
strook te vestigen, liep op niets uit.
Van Utrecht af liep de weg langs Vech
ten, via Wijk bij Duurstede over Kesteren
naar Nijmegen. Langs de gehele noorde
lijke route lagen de grensversterkingen,
de „castella", met soms nog wachttorens
ertussen. Zo'n vierkant castellum was om
geven door een aarden wal met palissade
en vier poorten erin en meestal twee
grachten. Daarbinnen lagen de woningen
voor de officieren en de houten barakken
voor de legioensoldaten, soms ook stallen
voor de paarden van de ruiterij. Meestal
was er één cohorte in gelegerd (500 man).
In het begin van de tweede eeuw zijn
veel van deze castella in steen herbouwd
(o.a. dat te Utrecht „Trajectum"). Het fort
bij Valkenburg (n.w. van Leiden) bood
plaats aan twee cohorten (1000 man). Maar
dit was dan ook een belangrijke verster
king, dienend als uitvalspoort voor de
verovering van Britannië onder Keizer
Te Valkenburg (Z.-H.) gevonden
scherf, met ingekrast de naam
„(A)grippina".
Oude Rijn, kan zich haast niet voorstellen,
dat zo'n 1700 jaar geleden deze rivier ge
ducht kon spoken, zoals ook blijkt uit de
brede kleibedding die zich in het omrin
gende veen heeft uitgeslepen.
Een merkwaardige scherf van een Ro
meinse kruik uit de eerste eeuw, werd
in Valkenburg opgegraven; een soldaat
heeft er letters in gekrast en wij lezen
(A)grippina(e) en XXX. Een bevestiging
van de naam dus en tevens een verwijzing
naar het dertigste legioen, dat daar ge
legerd was (afb. 2).
Onze eerste afbeelding laat dus telkens
bovenaan een station op de Peutinger
kaart zien, met daaronder de huidige toe
stand met de namen van nu. Do Romeinse
vestingen zijn als vierkantjes aangegeven
de wegen door stippellijnen.
Het zal de lezer misschien verwonderd
hebben, dat de Waal (oudtijds Vahalis
geheten) niet op de Romeinse kaart staat
afgebeeld. Naar het schijnt is deze rivier
slecht bevaarbaar geweest en vooral niet
zeer rijk aan water. Dit werd veroorzaakt
door een grote dam, die Drusus er ten
oosten van het „eiland der Bataven" (bij
Herwen?) in deed aanleggen. Dit enorme
waterwerk had een tweeledig doel: le
het voorkomen van overstromingen in de
toch al natte Betuwe en 2e de toevoer
van meer water naar de Rijn, die als
vaarwater voor de grensverdediging van
primair belang was.
Toen dan ook in 70 na Chr. Julius Ci
vilis de Drususdam verwoestte, waren de
gevolgen heel goed merkbaar. Nadien is
de dam hersteld de Romeinse inge
nieurs zagen niet tegen een kleinigheidje
op! en daardoor werd de Waal weer
gedegradeerd tot een tweederangsstroom,
zoals in de bedoeling lag.
De weg liep langs de plaats van het
huidige Leiden (dat nog niet bestond) naar
het volgende station: Matilone. De tegen
woordige naam Roomburg (bij Zoeter-
woude) herinnert ons nog steeds aan de
versterking, die was gebouwd op de plek
waar de Vliet uit de Rijn kwam. Op dit
strategische punt begon de waterweg naar
het Helinium, de zeer brede Maasmond
en via Voorschoten, Voorburg en Wate
ringen kon men het in de Maas uitlopende
riviertje de Lier bereiken.
Corbulo liet in de jaren 4748 door
zijn soldaten deze verbinding graven,
waardoor een veilige binnenweg voor de
schepen werd verkregen en tevens de af
watering van het omringende land aan
zienlijk werd verbeterd. Nog in dit jaar
hebben opgravingen bij Roomburg, on
dernomen na vondsten van amateur
archeologen, aangetoond hoe Corbulo reeds
bestaande waterlopen heeft benut; op één
plaats vond men een haven uit die tijd,
beschoeid met zware eiken palen. En
natuurlijk werden er uit alle perioden van
de Romeinse heerschappij, aardewerk,
munten, enz. aangetroffen.
Op vijf leugae van Matilone ligt dan
Albanianis, d.i. ons Alphen a/d Rijn. Hier
zijn onder en bij de Herv. Kerk de zware
fundamenten gevonden van een castellum,
Het volgende station, Nigropullo, ligt 4,5
km oostelijk van Alphen en dus moeten
wij het zoeken bij Zwammerdam. De merk
waardige Romeinse naam betekent moge
lijk „het zwarte kuiken" en zou ontstaan
kunnen zijn door een bekende herberg of
Agfa camera 2 films in fraaie, kant-en-klare cadeau
doos. Van Click tot Optima. Prijzen: f20.70 tot f 201.60.
Natuurlijk zijn er ook weer Agfa flitsers in geschenk
verpakking. Prijzen: Clibo f 18.90, Isi f 18.70 en Tully
f 27.70.
Bovendien gratis het boekje 'Iets over fotograferenen
duidelijke gebruiksaanwijzing In het Nederlands.
I Isola
1 Isoly
Silette
Optima
I Parat
l Paramat
Wegens de verhoging van het stortings-
recht per 1 januari 1964 van 0,15 op
0,20 zal tot 1 maart gelegenheid be
staan om de girostortingskaarten met op-
drukzegel van 15 cent tegen bijbetaling
van 5 cent bij alle postkantoren om te
wisselen tegen stortingskaarten met op-
drukzegel van 20 cent. Zij kunnen ook
ingeleverd worden met terugbetaling van
0,16. Na 1 maart kan inwisseling alleen
geschieden bij de girokantoren in Arnhem
en 's-Gravenhage. Na 1 maart 1964 wor
den de stortingskaarten met opdruk van
15 cent ongeldig.
Inwisseling van de vroegere driedelige
stortingsformulieren kan nog tot uiterlijk
1 februari 1964 bij de postkantoren ge
schieden.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Soest (wijkgem. Midden
wijk) J. Mettau te Ausausen (Duitsl.) te
Ter Aa ((toez.) C. van Schoonhoven te
Giessen-Nieuwkerk.
Bedankt voor Lexmond G. J. J. Jansen
te Benschop voor Putten (vac.-H.
Abma) J. van den Heuvel te Ede.
Geref. Kerken (Vrijgemaakt)
Beroepen te Rouveen K. B. Holwerda te
Zalk.
Ned. Herv. Kerk
Aangenomen de benoeming als vormings
leider „Oud-Poelgeest" H. Aalbers te
Watergraafsmeer. Beroepen te Kethel W
Vons te Oudenbosch.
Geref. Gemeenten
Bedankt voor Leiden P Blok te Dirks
land; voor Veenendaal H. Ligtenberg te
Oudemirdum.
Hangende erkenning FJ.A.
pleisterplaats. Minder aardig, maar mis
schien juister, wordt de naam ook ver
klaard als „zachte, zwarte grond", veen
dus. Wel merkwaardig is, dat de naam
Albanianis het woord „alba", d.i. „wit"
bevat.
Dat in Nigropullo een versterking heeft
gelegen is niet bewezen. Wel zijn er vele
Romeinse overblijfselen aan het licht ge
komen, o.a. gouden munten van de Keizers
Galba (6869) en Domitianus (8186). In
de buurt werd op meer dan één plaats de
oude Romeinse heirweg, gefundeerd op
boomstammetjes, teruggevonden. Weer
vijf leugae verder lag Lauri, tegenwoordig
Woerden, vanwaar ook veel Romeins ma
teriaal bekend is
Wonderlijk genoeg komen de castella
bij de Meem (ten zuiden van Vleuten) en
van Utrecht (op het Domplein) niet op
de Peutinger kaart voor. Maar dan komen
wij, 26,5 km verder, bij Fectio (op de
tabula abusievelijk „Fletione?'). Dit lag
bij het tegenwoordige Vechten aan een
voormalige Rijnarm en nog steeds vindt
men daar in de landerijen talloze Ro
meinse scherven en stukjes glas en brons.
Fectio was een zeer belangrijk castellum,
een vlootstation dat al in Augustus' tijd
bestond.
Want dicht hierbij kwam de Vecht uit
de Rijn en hier mogen wij de vermaarde
Drususgracht zoeken, die als verbetering
van de Vechtstroom, de Romeinse schepen
in staat stelde hun naar het noorden ge
richte expedities te ondernemen. Wie iets
wil begrijpen van de omvang en het be
lang van deze vlootbasis, met zijn zware
houten steigers en aanlegplaatsen voor de
schepen, zijn korenschuren en overstelpen
de hoeveelheid Romeins vaatwerk, waar
op de namen van meer dan 80 potten
bakkers voorkomen, moet het archeo
logisch museum te Utrecht gaan bekijken;
o.m. is daar een groot, zeewaardig schip
te zien uit ca. de derde eeuw, dat werd
aangetroffen In een verzande Vechtarm.
Wat nu de zuidelijke weg betreft, die
langs Den Haag over Naaldwijk, Vlaar-
dingen en Rotterdam oostwaarts liep,
daarvan weten wij minder. Maar wie vlak
onder Praetorium Agrippinae de naam
„foro Adriani" leest, begrijpt al dat hier
gedoeld wordt op de tweede grote Ro
meinse stad in ons land: Forum Hadriani,
die bij of onder Voorburg moet gelegen
hebben aan de gracht van Corbulo, thans
de Vliet.
Naar deze „municipium delium Can-
ninefatium" verwees immers al de mijl-
paai van Monster-Naaldwijk en de naam
werd opnieuw gevonden op de pas ont
dekte mijlpaal van Rijswijk. Hier heeft
dus de hoofdstad van de Canninefaten ge
legen, beschermd door een sterk castel
lum. Een aparte weg erheen takte ten
noorden van Den Haag af van de zuide
lijke route (zie kaartje).
Over de rest van de zuidelijke weg, die
nog lang niet overal is teruggevonden,
mede door grote wijzigingen in de loop
der rivieren, kunnen wij kort zijn. Castella
lagen hier niet. „Flenio" moet Vlaardingen
zijn, „Tablis" Alblas, „Caspingio" mis-
schien Almkerk (in het land van Maas
en Waal) en „Grinnibus" is Rossum. Dan
komt er nog een herbergnaam „Ad duode-
cimum", d.i. „bij de twaalfde mijlpaal'
en vervolgens voert de weg naar Novio
magus (Nijmegen).
Rest ons nog iets te vertellen over het
letterraadseltje op de tabula ten noorden
van de Rijn. Wie het geduld daartoe kan
opbrengen, leest vlak boven de rivier het
woord „Chamavi"; deze naam en alle
andere letters daar, vertellen iets over de
Germaanse volksstammen die het noorden
van ons land bewoonden. De Chamaven
behoorden daartoe. Achter dit woord lezen
wij „qui el Pranci", juister: qui et Franci,
dat is „die ook Franken zijn". Bovenaan
links staat „Haci", wat geïnterpreteerd
wordt als „Chauki" (de Chauken bewoon
den Oost-Friesland).
Daartussen, dikker getekend, staat
CRHEPSTINI, meestal, door telkens één
letter over te slaan, ontleed tot „Fresiï"
(Friezen, de F kan verdwenen zijn in het
blauw van de zee) en „Ch(a)tu", met er
achter „variï", samen: Chattuariï. Dan
blijft nog over, helemaal bovenaan „vapiï",
waarschijnlijk eveneens „variï", d.w.z.:
verschillende volkjes die ook Franken
heten.
Het doet ons goed dat de Friezen, dia
mede hier in Velsen hebben gewoond, uit
dit mengelmoes van letters zijn tevoor
schijn getoverd!
Zo geeft dus de Peutinger kaart, te
zamen met het reisboek van Antoni-
nianus, ons vele bijzonderheden over ons
land in de eerste eeuwen na het begin
van de jaartelling. Ten zuiden van de
versterkte Rijngrens, de „limes", maakten
wij dus deel uit van het grote Imperium
Romanum en wel als de provincie Ger-
mania Inferior. Dit blijkt telkens weer
uit de vele gevonden stempels op dak
pannen en tegels met het opschrift EX-
GERINF, d.w.z.: „Excercitus Germanicus
Inferior, het „leger van Neder-Germanië"
(afb. 3).
Dit is ons U welbekende tele
foonnummer. Gaarne tijdig uw
kerstbestellingen. Wij kunne®
daaraan dan nog meer zorg
besteden.
Bloemenmagazijn
Binnenweg 18, Heemstede
Op verzoek van het overlegorgaan heeft
een onderhoud plaatsgevonden van de mi
nisters van Landbouw en Visserij, van So
ciale Zaken en van Economische Zaken
met vertegenwoordigers van het overleg
van N.V.V., K.A.B. en C.N.V.
De drie vakcentrales hebben daarbij hun
ernstige bezorgdheid kenbaar gemaakt
over de mogelijke gevolgen voor de consu
mentenprijzen van de regelingen, die in
het kader van de gemeenschappelijke land
bouwpolitiek van de E.L.G. in bespreking
zijn. Zij hebben er bij de regering op aan
gedrongen een plotseling sterke stijging
van de kosten van het levensmiddelenpak
ket te voorkomen, zo nodig door overeen
komstig de voorgestelde producentensub
sidies consumentensubsidies te geven. Een
sterke stijging van de kosten van levens
onderhoud o.a. door de voorgestelde rege
lingen zou immers de resultaten van het
recente loonakkoord in gevaar brengen.