HAARLEM Drie belangrijke plantsoenen WOENSDAG 19 MAART 1969 HAARLEMS DAGBI.AD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 9 Stede bou w kundige ontwikkeling van een stad tussen meer en duin R. BLIJSTRA BEHALVE DE HAARLEMMER HOUT, die in zijn verschillende sta dia een mooi voorbeeld vormt van de tuinkunst of eerder nog bosaanleg in Nederland, vinden we in Haarlem nog drie plantsoenen, die belang wekkend zijn. Ze zijn alle in de negentiende eeuw ontworpen: Het Kenaupark, de Prinsessentuin, later Koekamp, nu Frederikspark ge heten en het Florapark, Hazepatersveld. Ze zijn alle aangelegd volgens de Engelse stijl, waarvan ook J. D. Zocher jr. een aanhanger was. Terug tot de natuur Engelse stijl Kenaupark uÖiëüuiuiS—t-^Sïn ét?*** Cmi Zonnige dag in het Kenaupark. De stijl is ontstaan in de dertiger jaren van de achttiende eeuw. Derck Clifford meent in zijn boek „A history of garden design" (Faber and Faber, London 1962) dat omstreeks die tijd weliswaar de kruisgangen in de kloos ters en de binnenhoven van de burch ten waren verdwenen, maar dat de rechte lijnen, die men in deze betrek kelijk besloten (en door de architec tuur beheerste) ruimten voor tuinen toepaste, waren gehandhaafd. Deze re gelmatigheid, meent Clifford, had zich zo diep in de menselijke geest veran kerd, dat men de geometrische figuren als 'n teken van orde beschouwde, het geen onjuist was. Ook Le Nótre, de grote Franse architect, zit volgens de ze redenering nog geheel in de mathe matische patronen gevangen, hoewel Ook de bolwerken van Haarlem zijn door Zocher veranderd in plantsoenen. men bij hem toch ook bespeurt, dat hij van de hem beschikbare middelen, dat zijn dus zowel door de mens behou wen steenmateriaal (in de vorm van balustraden) als beeldhouwwerken, fonteinen en planten, gebruik maakt om een ruimte te scheppen op het door hem uitgekozen terrein. Iedereen, die wel eens in Versailles is geweest zal onder de indruk zijn ge komen van de wijze waarop hier met toch op zichzelf vrij eenvoudige mid delen, het park zo uitgestrekt lijkt, dat men een geweldig landschap denkt te aanschouwen, terwijl men slechts in een dun bosje behoeft te duiken om in eens weer één met de natuur of al thans met de door de mens „gediri geerde" natuur te zijn. Het verzet tegen de mathematische lijnen in de tuinaanleg lag dieper: men kan hier wellicht al van een beginnen de romantiek spreken, een verzet ook Plan van de firma J. D. en L. P. Zocher voor het Hazepatersveld, nu Florapark, uit 1873. Linksboven de Dreef, rechtsboven de Haze- paterslaan en linksonder de Wagenweg. tegen het kunstmatige van geschoren heggen en tot allerlei figuren verknip te struiken. Terug tot de natuur: dat was eigenlijk de ondertoon van de ge hele beweging, die op het gebied van de tuinaanleg bepaald revolutionair ge noemd mag worden. Die natuur be stond echter niet alleen uit quasi-in- formele padensystemen, doorkijkjes, vijvers, boomgroepen, maar de roman tiek vulde het hele geval weer aan met dikwijls kunstmatige grotten en ruï nes, rustieke bruggetjes en vreemde bouwsels, die in later tijden wel eens bewoond werden door „gehuurde" zwervers, die in de grote parken van de Engelse adel voor heremiet speel den. Maar dat was veel later, doch ook in de achttiende eeuw meende men reeds, dat een park of tuin dan pas goed was als een landschapschilder hem als onderwerp voor zijn schilde rij zou kunnen kiezen. Wij zijn enigszins, zij het oppervlak kig op deze verandering van smaak in de tuinaanleg ingegaan, omdat voor al Zocher later de typische vertegen woordiger is geworden van de Engelse tuinachitectuur in ons land. Hij had deze stijl reeds leren ken nen in Frankrijk, bij was ongetwijfeld op de hoogte van Rousseau's opvattin gen: heel Europa was wat de parkaan- Het Frederikspark, vroeger Koe. kamp of Prinsessentuin genoemd. leg betreft Engels georiënteerd. In de negentiende eeuw is in de opvattingen omtrent de parkaanleg althans in Eu ropa weinig verandering gekomen; wel is het opmerkelijk, dat in he't be gin van genoemde eeuw, althans in Frankrijk nog parken werden gevon den, waarvan de aanleg op Le Nótre teruggaat. Het Bois de Boulogne was een heel mathematisch aangelegd park met rechte lanen en rotondes; 't werd eerst in het midden van de negentien de eeuw door Haussman en Alphand In de natuurlijke stijl vervormd. J. D. Zocher heeft in Haarlem niet alleen de plantsoenen op de wallen en de Haarlemmerhout, maar ook het Ke naupark aangelegd. Het Kenaupark werd in 1868 aangelegd. Zocher was toen al heel oud (1790-1870), men ver meldt ook 1791 als geboortejaar), maar hij had ook reeds jaren geleden een firnia van zijn bedrijf gemaakt, dat werd gedreven onder de naam J. D. en L. P. Zocher. Onder deze laatste naam werd dan ook het Hazepaters veld in 1873 ontworpen, waarvan het Florapark, in 1881 aangelegd door de firma J. D. Zocher Co., deel uit maakte en nog uitmaakt. Vermelding verdient nog de beplan ting van de zogenaamde Prinsessen tuin, zo genoemd naar prinses van Prui sen, weduwe van Willem II, die na 1814 enige tijd het paviljoen Welgele gen heeft bewoond. Dit terrein heette later Koekamp en op het ogenblik Fre derikspark. De aanleg is evenmin als die van het Kenaupark of Florapark buitengewoon boeiend, omdat de om vang slechts gering is. Men moet in dit verband eerder van grote plantsoe nen dan van parken spreken; vooral ook omdat alle drie op het ogenblik omgeven worden door drukke ver keerswegen, waardoor de schaal als het ware is verkleind. Niettemin vormen zij welkome, goed aangelegde stukken groen in en naast een stad, die vooral in zijn kern ge heel stedelijk is gebleven. Plan voor de Koekamp, dat ver wantschap vertoont met het plan voor het Willemspark in Den Haag van 1856. Boven de Kleine Houth- weg, links de Baan en onder de Dreef.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1969 | | pagina 7