Ex-priesters hadden het vroeger
veel moeilijker dan in deze tijd
Hervormde toenadering
tot gereformeerden
Zeven stellingen van
Jurgen Moltmann
Nota aan Raad
van Kerken
Doopsgezind-
remonstrantse
samenwerking
SODEPAX
VOOR BIAFRA
Vrouw in ambt
BEZOEK AAN
DE PAUS
Kort nieuws
(Van onze correspondent)
ZWOLLE Een vrouw hier uit de stad schreef me: katholiek blad zegde het advertentiecontract dat ik er
„Ik zal mijn leven lang maagd blijven om goed te ma- had gesloten op. Anders verloor het andere adverteer-
ken dat u uit het klooster bent gegaan". Op straat ders en waarschijnlijk ook abonnees. We hadden een
draaiden de mensen zich om en dan hoorde ik ze tegen rooms-katholiek dienstmeisje, maar er werd voor ge-
elkaar zeggen: „Daar heb je 'm". Een plaatselijk zorgd dat ze bij ons wegging.
Ervaringen van een 70-jarige ex-Francicaan
Vijfhonderd preken
Conflicten
Sociale gerechtigheid
Deze ervaring had de nu zeventigja
rige J. G. van Breda, nadat hij in 1933
de orde der Francisanen had verlaten
en zich in burgerlijke staat in Zwolle
had gevestigd. „Wat een verschil met
de dag van vandaag. Kijk deze brief
van de Franciscanen eens", zegt de
oud-overste van het klooster Alverna,
„ze hopen me te mogen blijven be
schouwen als lid van de broederschap.
Als uitwonend lid, dat wil meehelpen
het contact met andere uitgetreden
priesters te behouden. Ik bezoek te
genwoordig allerlei bijeenkomsten.
Oie jongemannen kijken raar op. als
ze mijn ervaringen horen. Overigens
was mijn uittreden geen celibaats-
kwestie".
In zijn huis zitten we in de warm in
gerichte woonkamer op de eerste ver
dieping. Beneden heeft de heer Van
Breda zijn pedicure-praktijk. Hij werd
in 1899 in Den Helder geboren. Na de
lagere school ging hij naar het klein
seminarie van de Franciscanen in Me-
gen (Noord-Brabant). „We hadden
een oom, die priester was, de heeroom.
Hij was mijn grote held. Tijdens de
gymnasiumtijd op het seminarie heb
ik er wel eens over gedacht een andere
richting te kiezen, maar het werd ge
woon uit je hoofd gepraat. Thuis durf
de je er helemaal niet over te begin
nen.
Vergeet niet, dat was zo'n andere
tijd. Je durfde in de vakantie niet eens
met je nichtje op straat te wandelen,
want dan werd de overste dadelijk ge
alarmeerd."
Rustig terugblikkend op die jaren
en op het noviciaat en de filosofiestu
die in Alverna bij Nijmegen drukt de
heer Van Breda zich wat gepronon
ceerder uit: „Het noviciaat was eigen
lijk een geestelijke hersenspoeling. Je
werd volkomen wereldvreemd. Als je
een vrouw tegenkwam durfde je haar
niet goedendag te zeggen. In het eer
ste jaar noviciaat mocht je geen stap
buiten de poort zetten, anders moest
je onherroepelijk het jaar overdoen."
In 1926 werd hij tot priester gewijd.
Als assistentiepater in Woerden
moest hij vandaar uit overal in het
land meewerken aan missies, triduums,
retraites en andere acties tot bezin
ning, vernieuwing en verdieping. Dat
betekende wel vijfhonderd preken per
jaar. Na zijn uittreding koos hij met
opzet Zwolle als vestigingsplaats, om
dat hij daar toevallig nooit op de preek
stoel had gestaan. Binnen een paar we
ken wist niettemin de hele stad wie
hij was.
Als 34-jarige werd pater Van Breda
benoemd tot gardiaan van het novici
aatsklooster Alverda. Veelvuldig kwam
hij in conflict met de waarnemend pro
vinciaal. Als voorbeeld:
„We hadden een jongeman van
een bekende familie, die de gelofte zou
afleggen. Zo nu en dan liep hij even
wel weg. Hij werd teruggebracht, want
de familie wenste de priesteropleiding.
Van invloed was ook dat hij een broe
der had die priester was. Op de och
tend dat hij de gelofte zou afleggen
sprong hij uit een raam op de derde
verdieping. Hij mankeerde gelukkig
Kerk en Wereld en de rooms-katho-
lieke St. Willibrordvereniging hebben
gezamenlijk in een nota aan de Raad
van Kerken in Nederland wegen aan
gegeven waarlangs naar hun mening
een doeltreffende werkwijze van deze
raad kan worden bereikt. In deze nota
dringen die beide instanties aan op
een krachtige bevordering van be
staande oecumenische activiteiten en
op coördinatie van enkele met name
genoemde activiteiten van de afzon
derlijke kerken. Bovendien wordt een
nauwe samenwerking tussen Kerk en
Wereld en de St. Willibrordvereni
ging in dienst van de oecumenisering
in het vooruitzicht gesteld. Beide in
stellingen zijn door de Raad van Ker
ken uitgenodigd zitting te nemen in
een op te richten sectie oecumenische
actie van de raad. Dit wordt meege
deeld in een zojuist verschenen num
mer van Op de Hoogte, informatie
krant van Kerk en Wereld.
In dit blad wordt tevens een boeken-
reeks Oecumene aangekondigd, die zal
worden uitgegeven door Kerk en
Wereld en de uitgeverij Bosch en Keu-
ning te Baam. Het conferentiepro
gramma vermeldt onder andere een
actualiteitenweekeinde, een drop in-
weekend en acht zomercursusweken.
Een gratis exemplaar van Op d e
Hoogte 1969/1 kan worden aange
vraagd bij Kerk en Wereld, De Horst
1, Driebergen.
Het moderamen van de hervormde
synode heeft de generale synode van
de Gereformeerde Kerken een brief
geschreven om er op te wijzen, dat
naar inzicht van het hervormde mode-
ramen in elk geval de avondmaalsge-
meenschap tussen de Nederlandse
Hervormde Kerk en de Gereformeer
de Kerken in Nederland en de weder
zijdse ambtelijke dienst geen langer
uitstel gedogen.
De Hervormde Kerk staat eenzelfde
regeling voor als met de Lutherse
Kerk tot stand is gekomen: volledige
erkenning van eikaars ambten, moge
lijkheid van wederzijdse beroeping
van predikanten en bijstand in het
pastoraat. De Hervormde Kerk wil
liefst verder gaan. Ze wil hereniging,
met de Gereformeerde Kerken, liever
vandaag dan morgen.
In „Hervormd Nederland" s chrijft
secretaris-generaal ds F. H. Lands
man dat het gaat om samen optrekken
in een verenigde kerk. „Opheffing van
afscheiding en doleantie. Wederkeer!
Maar dan niet als een éénzijdige maar
als een tweezijdige actie. Deze ge
scheidenheid kan niet langer en mag
niet langer omdat het om twee kerk
genootschappen gaat, die in „geest en
hoofdzaak" (en dat niet in de negen-
tiende-eeuwse zin opgevat) door één
zelfde belijden van de waarheid Gods
zijn verbonden en door de Geest Gods
in deze twintigste eeuw weer naar el
kaar toegedreven worden.
En omdat dat zo is, is mijns inziens
een „dubbel lidmaatschap" geen op
heffing maar een bevestiging en con
solidatie daarvan. Als een belijdend
hervormd christen meent evenzogoed
lid van de gereformeerde kerken te
kunnen zijn en omgekeerd, en als ve
le, zo niet de meeste gereformeerden
en hervormden dat menen (en hoeve-
len zijn er niet die daar terecht van
uitgaan), dan mag de huidige situatie
geen dag langer duren en kan het
"dubbele lidmaatschap" deze situatie
alleen maar onduidelijker maken.
In het artikel van ds Landsman is
sprake van de hervormde predikant
ds D. Groeneboer te Amsterdam-west,
die de wens te kennen heeft gegeven
niet alleen als lid van de Gereformeer
de Kerken én de R.-k. Kerk te worden
aanvaard, maar zelfs in beide kerken
het evangelie en de sacramenten te
mogen bedienen. Ds Landsman meent
dat het zogenoemde dubbele lidmaat
schap of het individuele vragen van
„ambtserkenning" de weg niet kan
zijn. De enige mogelijkheid is dat
beide betrokken kerken tezamen de
vorm vinden waarin zij in deze over
gangstijd naar elkaar kunnen toele
ven.
De hervormde secretaris-generaal
zegt wat betreft de verhouding tot
Rome dat de reformatie niet is ach
terhaald. Maar er is gelet op het
tweede Vaticaanse concilie, de nieu
were r. k. theologie, en, binnenlands:
de Nieuwe Katechismus, de interpre
tatie van het evangelie en de visie op
de kerk van individuele r. k. gelovigen
en theologen wel een grote kloof
gekomen tussen de officiële kerk en
de belijdende kerk. De hervormde
synode hoopt zich nog dit jaar, naar
aanleiding van een conceptgeschrift
van het hervormde Rome-beraad, op
een aantal vragen te beraden.
Voor éénmaal is er een gezamenlij
ke uitgave verschenen van het Alge
meen Doopsgezind Weekblad en het
Remonstrants Weekblad. De hoofdre
dacteuren A. G. van Gilse en A. M.
van Peski schrijven dat zij nog geen
noodzaak zien tot een voortdurende
combinatie. Waarom deze keer wel,
verklaren zij als volgt:
„Vrijwel in alle plaatsen, waar zo
wel een remonstrantse als een doops
gezinde gemeente is, is er in de laat
ste tijd een gesprek gaande, dikwijls
resulterend in de een of andere vorm
van samenwerking. Dat betekent dat
de jonge mensen, die het besluit ne
men tot een doopsgezinde of remon
strantse gemeente toe te treden, een
stevige kans maken dadelijk ook te
worden geconfronteerd met de andere
gesprekspartner. De beide redacties
willen bij zo'n kennismaking een hand
je helpen door met een gemeenschap
pelijk nummer te komen."
De inhoud is, op voorstel van de re
monstranten, gericht op een terrein,
waar van jonge mensen een persoon
lijke keus wordt gevraagd, parallel
aan die voor een geloofsrelatie en -ge
meenschap. Men heeft enkele men
sen, die ieder op een verschillende ma
nier „door de molen zijn gegaan" van
de problemen rond de militaire dienst
plicht, gevraagd iets over hun ervarin
gen te vertellen.
De Wereldraad van Kerken en de
Rooms Katholieke Kerk hebben een
gemeenschappelijke commissie inge
steld voor maatschappelijke, ontwik-
kelings- en vredesvraagstukken onder
de naam Sodepax.
Sodepax wil in de eerste helft van
1970 een wereldcongres beleggen om
een strategie te bepalen voor de wijze
waarop christenen in het werk voor de
vrede zullen dienen te participeren. Op
het ogenblik tracht Sodepax een team
van regionale deskundigen te vormen
die advies kunnen geven over voor
lichting en functies op regionaal en
nationaal niveau.
Op de 165-ste zitting van de synode
van de evangelisch-lutherse kerk, die
van 12 tot 14 mei in Amsterdam zal
worden gehouden, zal een voorstel van
de synodale commissie aan de orde
komen om uit te spreken dat er moet
worden gestreefd naar meer sociale
gerechtigheid in de wereld door het
oefenen van druk op de rijke landen
tot het voeren van een rechtvaardige
economische politiek.
Aan de synode zal worden voorge
steld een bijdrage uit de synodale mid
delen vast te stellen als eerste stor
ting in een daartoe te stichten fonds.
Alle gemeenten zal worden verzocht
aan dit fonds een jaarlijkse bijdrage
te schenken. Op alle leden van de lu
therse kerk zal een beroep worden ge
daan om boven wat thans door de
overheid voor hulp aan onderontwik
kelde gebieden wordt besteed, jaarlijks
één percent van hun inkomen ter be
schikking van dit fonds te stellen. De
opbrengst van het fonds zal dan in
overleg met de overheid en kerkelijke
bijstandsorganen worden besteed voor
hulp aan arme landen, zodat de be
schikbare gelden regelmatig door
vloeien.
Tevens wil men bij regering en
parlement blijven aandringen om de
basis van vaste grondstoffenprijzen en
andere maatregelen voor de arme lan
den mogelijkheden te construeren om
hun achterstand in ontwikkeling lang
zaam maar gestadig in te halen.
(Van onze correspondent)
EINDHOVEN. De vrouwelijke
ambtsdrager (Vorige herfst in de ge
reformeerde kerken mogelijk gewor
den) doet reeds dit jaar haar intrede
in de generale synode, die in mei te
Sneek haar openingszitting houdt en
deze zomer in Lunteren haar werkzit
tingen begint.
Het is mevrouw B de Boer-Walstra
directrice van een protestants bejaar
denhuis in Hoensbroek en diaken van
de gereformeerde kerk in Treebeek.
Met vier mannen (twee predikanten
en twee ouderlingen) is mevrouw De
Boer door de provinciale synode van
Noord-Brabant en Limburg naar de
generale synode afgevaardigd.
In een lezing tijdens de wereldstu-
dentenconferentie in Turku poneerde
de bekende theoloog Jurgen Moltmann
de volgende stellingen, die zijn gepu
bliceerd in het blad „Wending",
(maartnummer):
1. We leven in een revolutionaire si
tuatie. Naar gelang de tijd verstrijkt,
zullen we de geschiedenis steeds meer
zien als een revolutie. Alleen op revo
lutionaire wijze kunnen we verant
woord werken aan de menselijke
toekomst.
2. De nieuwe revolutionaire situatie
heeft in het christendom een diepe
identiteitscrisis doen ontstaan. De chris
tenen en de kerken zullen hun eigen
identiteit alleen terugvinden als ze hun
eigen geestelijke vervreemding over
winnen en zich losmaken van hen die
de vrije zelfverwerkelijking van de
mens beletten.
3. De eschatologische (en messi-
aanse) traditie van hoop kan leiden tot
een wedergeboorte van het christelijke
geloof in onze revolutionaire tijd.
4. Het nieuwe criterium voor theo
logie en geloof moet gezocht worden in
de actie.
5. De kerk is geen hemelse scheids
rechter in twisten van de wereld. Bi]
de huidige gevechten voor vrijheid en
rechtvaardigheid moeten de christe
nen zich inzetten aan de kant van de
menselijkheid van de onderdrukten.
6. Het probleem van geweld en ge
weldloosheid is een vals probleem. Het
enige probleem is, dat van al of niet
aangepast gebruik van geweld en dat
van aanpassing van de middelen aan
de doeleinden.
7. De tegenwoordigheid van christe
nen in revoluties kan bewerken dat
deze vrij zijn van de dwang van de
wet.
In het protestantse klooster in Taizé hebben novicen met Pasen de drie geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaam
heid afgelegd. De in zwart geklede broeders zijn Franciscanen of orthodoxen.
Een meisje van vijftien jaar in
Stuttgart heeft op ongebruikelijke wij
ze ernst gemaakt met een wezenlijk
aspect van het christen-zijn, zo meldt
het hervormd persbureau. Zij heeft
afgezien van een gouden horloge, hals
ketting en andere geschenken ter ge
legenheid van haar confirmatie afge
lopen zondag in een evangelische kerk
in een randgemeente van Stuttgart.
Nadat in een kerkdienst mededeling
was gedaan van de grote nood, waarin
vele Biafranen verkeren, vroeg het
meisje haar familieleden, vrienden en
bekenden haar geen geschenken te ge
ven bij haar confirmatie, maar geld
Zij kon daardoor een bedrag van drie
honderd mark naar de dominee bren
gen voor hulp aan Biafra.
niets, maar ik had voldoende reden
om te bepalen dat het afleggen van de
gelofte niet zou plaatshebben. De waar
nemend provinciaal stond er echter op
dat het toch door zou gaan."
Toen pater Van Breda uitgezonden
zou worden naar Karachi, weigerde
hij op deze manier te worden wegge
promoveerd, ook al betekende dat na
enkele jaren het bisschopsambt.
In die tijd had de overste ook kennis
gemaakt met de verpleegster mej. Van
Vertegenwoordigers van Ameri
kaanse protestantse kerken hebben
in Rome met de paus gesproken
over een mogelijke Amerikaanse
diplomatieke erkenning van het
Vaticaan. Van links naar rechts:
ds. J. Hines, New York; ds. J. Wil
liams, Kansas City; dr. R. Marshall,
New York; mgr. Jan Willebrands,
Nederland; paus Paulus VI; ds. R.
Dodds, New York; mgr. James Mat
thews, Boston; dr. E. Espy, New
York, en kardinaal William Cody
van Chicago.
Het vormingscentrum Den Alerdinck
in Laag-Zuthem(bij Zwolle) heeft in
1968 175 cursussen georganiseerd met
in totaal 4522 deelnemers. Per cursus
bedroeg het gemiddeld aantal deelne
mers bijna 26 en was de gemiddelde
leeftijd van de cursisten ruim 26 jaar.
Dit betekent een flinke groei, vergele
ken met 1967, toen 3927 mensen aan
allerlei cursussen deelnamen. Dit
blijkt uit het zojuist gepubliceerde
jaarverslag over 1968 van Den Aler
dinck.
Hees, met wie hij zijn moeilijkheden
besprak.
„Waar moest ik naar toe", zegt de
heer van Breda, „nadat ik het klooster
had verlaten? Thuis hoefde ik niet aan
te komen, want het was in die dagen
immers een levensgrote schande als
priester weg te lopen. Via de radio en
per telegram hebben ze me opgeroepen
omdat mijn broer stervende zou zijn.
Ik wist dat het niet waar was maar
dat ze me desnoods onder dwang zou
den hebben teruggebracht. Ik had het
meegemaakt, priesters, die zes weken
waren weggeweest. Ze verdwenen in
een klooster. Ze werden totaal uitgeran
geerd, alle functies werden hun ontno
men. Dit uitzicht een gevangene te
worden had ik ook. In het contact met
de familie in die eerste dagen bleek
dat ze mij ontoerekenbaar wilden ver
klaren. De familie van mijn vrouw,
>oen nog mej. Van Hees, probeerde
haar onder curatele te laten stellen.
Op een avond bespraken we de hele
zaak met een bevriende architect. Hij
zei tenslotte: „Weet je wat jullie moe
ten doen? Trouwen!" We zijn toen op
21 december getrouwd. Mijn vrouw had
iuist het vak pedicure geleerd, en na
een jaar studie in Amsterdam beheer
ste ik het ook We vestigden ons in
Zwolle, waar de katholieke gemeen
schap ons jarenlang heeft geschuwd.
De tijden zijn sindsdien wel sterk ver
anderd."