AMSTERDAM KREEG -100 JAAR GELEDEN - PRIMEUR DER Anderhalf miljoen kookboekjes „Nederig" verzoek Malaise Oude liedje Dagen van 17 uur Vereniging Strafwet Stakingskas Opstootjes Grote gevolgen HOEVEEL TIENTALLEN (of honderden?) miljoenen guldens ons volk aan delicatessen besteedt, is niet bij benadering aan te geven. Maar dat de gastronomie een astro nomisch bedrag verorbert, is dui delijk wanneer men ziet wat ook de buurtkruidenier tegenwoordig in huis heeft, hoe het assortiment bij de betere vishandel zich in enkele jaren heeft uitgebreid en hoe goed gesorteerd het moderne warenhuis op dit gebied is. Wijnproeven Gemeengoed Dippers Uitleven 1L Van een onzer redacteuren) Amsterdam is van oudsher een centrum van scheeps bouw geweest. Midden vo rige eeuw telde de stad enkele tientallen scheepswerven, ver spreid langs de oevers van het IJ. Zodra het 's morgens licht werd, begon daar de arbeid. En wie in de omgeving van zo'n werf woon de die werd al bij het ochtendkrie ken gewekt door het driftig ge hamer van de scheepstimmerlie den, die 's zomers al om 5 uur hun 14-urige werkdag begonnen. Maar op 29 april 1869 dus nu honderd jaar geleden bleef het stil op en om de werven. De bijna 800 timmerlieden en sjouwermannen van 28 werven hadden het werk neergelegd. Het was de eerste ge organiseerde werkstaking in de ge schiedenis van ons land, waar zelfs het woord „staking" nog onbekend was. De „klassenstrijd" was begon nen en de eerste krachtmeting werd door de arbeiders gewonnen. Toen op 21 mei het werk hervat werd, was aan bijna al hun eisen voldaan. HET WOORD „eisen" werd overi gens niet gebruikt. Op 15 april hadden de scheepstimmerlui een „eerbiedig „verzoek" tot de werfbazen gericht, waarin zij erop wezen dat de werk lieden „hun lot met geduld, doch niet zonder morren" droegen. Zij verzoch ten „nederig" enkele verbeteringen: Dat „ten eerste voor alle werven in Amsterdam, in de dokken en elders, mogt worden teruggekomen op de oor spronkelijke werktijd van 's morgens zes tot 's avonds zes ure, en ten twee de dat het loon voortaan worde gesteld op twee gulden per dag" Men vroeg in dit „eerbiediglijk ver zoek" om een beslissing vóór 20 april. De brief was door alle 798 arbeiders die op de Amsterdamse werven werk ten ondertekend. NU GING het de scheepswerven be paald niet voor de wind, terwijl de toe komst er eveneens weinig rooskleurig uitzag. De oorzaak van de malaise was een sterk verminderde vraag naar de houten schepen, die langzamerhand, door ijzeren werden verdrongen. Vol gens het gemeenteraddsverslag van 1869 waren de 28 scheepstimmerwer ven kwijnende, er werden bijna geen nieuwe schepen op stapel gezet en het SCHEEPSTIMMERLIEDEN VROEGEN NEDERIG f 2, LOON PER DAG aantal dat te water was gelaten was in 1868 zeer gering geweest. De werven bleven in hoofdzaak draaiend op repa ratie-werkzaamheden, terwijl enkele zich hadden toegelegd op schepen voor de binnenvaart, aldus het verslag. Des te opmerkelijk was het dat juist in deze bedrijfstak 'n staking uitbrak, die de manier van strijd leveren geor ganiseerd, disciplinair en zonder ge weld voor later jaren mede bepaal de. DOOR DE crisis in de (houten) scheepsbouw bleven de lonen laag, ter wijl de prijzen van levensmiddelen en de huren sterk stegen. Hoe moeilijk de arbeiders het hadden blijkt uit een ge schriftje van precies honderd jaar ge leden: „zamenspraak tusschen een scheepemaker, een scheepenmakers- baas en een beurtschipper over de he- dendaagsche vergaderingen der tim merlieden, door G. Broerse, mr. schee pemaker op Wittenburg-werf Het Groenland" Hierin schreef de timmerman o.m. „Zomwijlen dan heb ik nog niets voor schoenen en kleeren en dan moet mijn vrouw noch de kamerhuur voldoen, dat is thans 1,25 en kom noch nergens hiervoor minder teregt, en zit nu op een vertimmerde zolder, zonder vliering en zonder water, althans niet beduidend, en waarlijk het is of bijna allen huis heers gewetenloos zijn... Want daar men vroeger woonde voor 16 of 18 of 20 stuivers is 't nu 1,50 of noch meer en dan noch moet men niet om het hoogst noodzakelijkste verzoeken of het heet: gaa er maar af, want voor u een ander; wij zijn hiertoe genoodzaakt door de verhoogde belasting. DE TWEEDE, grief van de timmer lieden was de onregelmatige werktijd. „Officieel" werkte men van vijf uur 's morgens tot 's avonds zeven. Maar vaak werd het later, omdat de werk gevers in slappe tijden de werkzaam heden van de sjouwerlieden zoals het „bijgaren" of „allegaaren" door de vaklieden voor of na werktijd lieten doen. Hierdoor werd de arbeidsdag soms tot 17 uur verlengd en dit voor hetzelfde loon: 1,80 per dag, waarvan zelfs de meest noodzakelijke levensbe hoeften zoals huur, brood, aardappelen. t Bijna een maand lag het werk stil op de Amsterdamse werven en werfjes, maar het doel werd bereikt, het loon verhoogd, de arbeids tijd verkort. turf en olie niet konden worden ge kocht. Aan kleding, dekking of meu bilair hoefden de arbeiders helemaal niet te denken. Hierbij kwam dat er bij na nooit een geheel jaar werd gewerkt. Uit een aanteekening, „gehouden door 'n werkman van januarij tot 31 decem ber 1867" blijkt, dat hij, die niet van de minst gelukkige was, in dat jaar 39 weken had gewerkt en daarvoor te zamen f 320 loon had ontvangen" Waar van dan ook nog het eigen gereed schap gekocht en onderhouden moest worden. De ontevredenheid onder de werfar- beiders resulteerde in de stichting van een vereniging. Geen vakbond, daar was men nog niet aan toe, maar een organisatie voor onderlinge bijstand bij ziekte of invaliditeit. Op de vergaderin gen waar over deze bijstand gesproken zou worden, werd het grootste deel van de tijd besteed aan klachten over te lage lonen en te lange werktijden en niet het minst „dat de scheepstim mermannen het mindere sjouwerwerk moesten doen"; men had zijn beroeps trots. Op zo'n bijeenkomst werd het „eerbiediglijk verzoek" aan de bazen opgesteld. Men wachtte vol spanning op het antwoord, maar dit kwam niet. Na veel gepraat werd er op 28 april in de tuin van „Vliedzorg" in de Plan tage, door 500 werfarbeiders tot alge mene staking besloten. Hoe nieuw dit begrip was, blijkt uit het feit dat het woord staking niet gebruikt werd. Men gebruikte het Engelse woord „strike". Als stakingsleiders werden twee tim merlui, Akkerman en Smit, gekozen. De volgende morgen om vijf uur ging geen enkele arbeider de werfpoorten in, ondanks de Code Pénal (artikel 415), een wet uit de Franse overheersingstij d waarin werd gezegd: dat arbei ders die er naar zouden streven de ar beid te doen staken, te beletten, of duurder te maken, pogingen tot, of be gin van uitvoering zullen worden ge straft rr\et gevangenis van hoogstens drie maanden, en wat de aanleggers betreft hoogstens vijf jaren Tot 29 april was er óók door de pers op geen enkele wijze enige aan dacht besteed aan de moeilijkheden tussen arbeiders en werkgevers, maar toen alle werven op de marinewerf na leeg bleven, schreven de dag bladen „hoe kwalijk een staking voor de werklieden zelf wel was". lukte door de houding van de werkge vers, die van geen wijken wilden weten De kranten vroegen de Code Pénal te hanteren. Er verscheen zelfs een ano niem geschrift, waarin de arbeiders op godsdienstige gronden gevraagd werd, weer aan het werk te gaan. DE WERFBAZEN besloten dat geen van hen aan de eisen van de stakers zou toegeven. Zij stelden er zelfs een boete van 2.000 per overtreding op. De tweede dag van de staking gingen de poorten gewoon om 5 uur open, maar er verscheen niemand. De derde dag gingen „vier jongens, met nog twee ongunstig bekend staande personen en een oude man aan het werk", maar dit had geen invloed op de houding van de overige stakers, die hun bijstands organisatie „De scheepstimmermans- vereeniging" hadden genoemd. Deze begon met het inzamelen van geld voor ondersteuning. Het kantoor werd geves tigd in een café in de Lange Niezel dat regelmatig door politiemannen in bur ger werd bezocht. Toen de staking een week duurde, deden de werfbazen een voorstel: zij wilden de werkdag met inbegrip van de schafttijd van 14 op 13 uur brengen maar de stakers hiel den vast aan hun „eerbiediglijk ver zoek": een tienurige werkdag. Op 10 mei werd het werkgeversvoorstel ver worpen. Men besloot tevens, niet meer te posten bij de werven, „omdat er een verrader moest zijn" ZESTIG stakers die geldzorgen had den, kregen een rijksdaalder steun uit de stakingskas. Hierin stortten o.a. de arbeiders uit 'de fabriek van Paul van Vlissingen iedere week een dubbeltje, hoewel dat door hun werkgever was verboden, terwijl ook particulieren geld in de collectebussen kwamen werpen. Er kwamen zelfs giften uit België en Engeland binnen. De burgemeester pro beerde te bemiddelen, maar dit mis- EEN ENKELING deed dit. Hierdoor ontstonden opstootjes op de eilanden, waar de meeste arbeiders woonden en de bevolking hun kant had gekozen. Er werd zelfs cavallerie ingezet, omdat de politieagenten, die werkwilligen van en naar hun werk begeleidden, door een woedende menigte onder de voet dreig den gelopen te worden. Op 18 mei be sloot men door te staken. Drie dagen later kwam onverwacht t einde. Verschillende werfbazen had den hun arbeiders toezeggingen gedaan en hierdoor gingen honderden weer aan het werk. Een paar dagen daarna werk te men weer overal op de scheeps werven. Er was aan bijna alle wensen tege moet gekomen. Het loon werd twintig cent per dag hoger. Het „allegaaren" vóór of na werktijd werd afgeschaft en de arbeidstijdverkorting zou worden geregeld. Na drie weken verwarring werd de arbeidsdag vastgesteld van zes tot zes uur, onderbroken door twee uur schaft tijd. Eind juni 1869 was de 10-urige werkdag op alle hoofdstedelijke werven een feit. De werkgevers droegen hun neder laag waardig. De verhouding tot de ar beiders was niet verslechterd. Ieder een werd „in genade" teruggenomen, behalve dan de stakingsleiders, voor wie alle werfpoorten gesloten bleven. Hun namen ondank is 's werelds loon verdwenen in de vergetelheid. Maar hun actie had grote gevolgen. Tot april 1869 waren arbeidsconflicten voor de werknemers uitzichtloos ge weest: nu had men ervaren wat sa menwerking en organisatie vermogen. Dit bleek nog hetzelfde jaar toen de (hoofdzakelijk) Amsterdamse typogra fen het werk „plat" legden en positie verbetering bereikten. Tientallen ande re stakingen volgden; zij doorbraken de onverschilligheid, de onkunde en de onmacht der „loonslaven" en legden de basis voor de georganiseerde arbei dersbeweging die later zou uitgroeien tot een der invloedrijkste maatschap pelijke krachten. Ook de kleine man wordt een ervaren fijnproever HET BLIJKT verder uit het verdwij nen van de drempelvrees, die vroeger voor elke gespecialiseerde delicates senzaak een bekend verschijnsel was. „Dat ouderwetse idee bij velen: o, daar loop ik niet binnen, daar is het toch allemaal te duur en te bijzonder voor mij, gaat er helemaal uit", zeg gen de detaillisten die zulke zaken lei den. Voorheen een kleine exclusieve groep bedienend, zien zij nu ook min- der-goed-gesitueerde burgers speurend langs hun verleidelijke uitstallingen gaan. „Ik krijg hier de richards, maar ook de man die een drukpers bedient", verzekert de heer B. Hosman directeur van wijn-, kaas- en delicates senzaken in Bussum, Hilversum en Amsterdam. „En de postbode komt voor het weekend een stokbrood, een flesje wijn en Camembert kopen, zodat zijn vrouw eens niet hoeft te koken VOOR DE heer Hosman heeft deze ontwikkeling de plezierige consequen tie, dat hij momenteel alleen al in zijn Gooise zaken voor enkele miljoenen per jaar omzet. Juist zelf teruggekeerd van een van zijn talrijke studie- en inkoop- reizen, die hem ditmaal in Noord-Afri- ka bracht, noemt hij de „explosie" van het buitenlands toerisme als voor naamste oorzaak. „De mensen hebben in Spanje paella gegeten, ze hebben er inktvis geproefd en eens voorzichtig een olijfje geprobeerd. Het is goed be vallen en ze willen het thuis nog wel eens herhalen. Dat wordt vergemakke lijkt door de kant-en-klaarpakken, waaraan overigens nog wel wat moet worden toegevoegd, wil het extra lek ker worden en door de conserven. Met de Italiaanse specialiteiten gaat het al net zo en natuurlijk begon het al eerder mét de Franse keuken. Het wordt in de hand gewerkt door dat de kampeerders niet langer belast en beladen met etenswaren in blik en zelfs wel met zakjes aardappelen naar het zuiden trekken. Dat is economisch helemaal niet noodzakelijk. Ook de ge woonte om een glaasje wijn te drinken wordt vaak tijdens de vakantie gebo ren. Mensen die het nooit dronken ko men in Spanje of Italië en vragen over het algemeen naar zoete witte wijn. Na een tijdje hangt die hen mijlenver de keel uit en worden zij langzamer hand gewonnen voor een drogere rode wijn". BUITENLANDSE vakantie als culi naire ontdekkingsreis: voor de delica- tessenhandel brengt dit de verplichting mee, dat de ontstane behoefte goed op gevangen wordt, niet alleen in het as sortiment, maar vooral ook door zich in de materie te verdiepen. Toen de heer Hosman besloot couscous op het menu van zijn bistro te zetten een Arabische verrukking, die er in ons land figuurlijk en letterlijk ook meer en meer inkomt wendde hij zich tot de Tunesische ambassade voor het ori ginele recept. Men eet bij hem de kip, het schapevlees, de aubergines en de paprika dan ook niet over rijst ,maar over „grain de couscous": grofgema- len tarwekorrels. Niet alleen de eigen kennis en ambitie, ook de keuze van verkopers en verkoopsters is een be langrijke zaak. „De mensen willen een goed advies. Dat geldt vooral voor de wijn en de kaas. We hebben hier tach tig soorten buitenlandse kaas. De ver koper die er zelf van griezelt of er wei nig van weet, brengt er natuurlijk niets van terecht en vind dan als klant je weg maar eens". „Als ik enkele jaren geleden een rieten mand met Camembert buiten zette, was ik blij als ik bij sluitingstijd een paar doosjes had verkocht. Nu is voor al op woensdag en tegen het weekend de mand in een oogwenk leeg", bericht een handelaar. Een andere delicatessenwinkelier zegt: „Toen ik zestien jaar geleden in het vak kwam gebeurde het nog wel eens, dat iemand van de briekaas vroeg: wat is dat? Nu is „Een onsje brie van de mat" normaal, zoals kaas en wijn avondjes iets heel normaals zijn ge worden. En veel klanten behoeven we niet meer te vertellen wat Caprice de Dieu, Danablu, Gorgonzola of Boursin is". Kwaliteitsbewuster zijn de mensen ook geworden. De meeste winkels heb ben alleen nog maar de extra fijne kwaliteit doperwten: naar fijn en mid delfijn was te weinig vraag meer. Zo beginnen nu de haricots verts vroe ger 'n klein artikel steeds meer de sperziebonen te verdringen. Maar mis schien brengen de verse sperzieboon tjes uit Ethiopië, nu voor het eerst op de markt en niet duurder dan de eerste Hollandse, daarin verandering. Overi gens bezorgt de steeds verdergaande uitbreiding van het assortiment de han del wel eens hoofdpijn. Men vindt er om maar iets te noemen nu vier soorten mayonaise en acht soorten slasaus en kan kiezen uit Amerikaans, Grieks, Is raëlisch, Canadees en Marokkaans si naasappelsap. Er zijn weinig heerlijk heden meer te noemen, die niet op z'n minst in blik voorhanden zijn (tegen woordig ook saté en schaschlik met stokjes) en dan vaak nog van verschil lende fabrikanten, uit verschillende landen. Zoutjes zijn er langzamer hand wel in honderd soorten De heer Hosman heeft het aantal artikelen in de twintig jaar dat hij in het bedrijf is zien verdubbelen. Hij schat het nu op zes a zevenduizend. Daarbij zijn ook de produkten uit eigen keuken, waaronder 22 salades, 9 dip sauzen en 9 fonduesauzen. Tien jaar ge leden werd aarzelend begonnen met de Sauce Bourguignon, gevolgd door de ravigottesaus. NU KAN iedere man uit de delica- tessenbranche vertellen wat voor arti kel met name de dipsauzen zijn ge worden. Een modeverschijnsel, zoals de Amerikaanse zoutjes in allerlei vor men, die je uit tubes vulde? Die rage woedde hevig, maar kort. Vakmensen verzekeren echter, dat we dippers zul len blijven. Vooral het fondue-eten lijkt een lang leven te zijn beschoren. Om dat het zo gezellig en zo gemakkelijk voor de huisvrouw is. Er is ook bijna geen verloving of trouwpartij meer of het fonduestel staat op de verlanglijst: jonge stellen zijn er gek op. De belang stelling voor de barbecue neemt ook nog steeds toe. Vooral als het een tijdje mooi weer is geweest (dat komt nog wel voor!) stijgen de verkoopcijfers opzienbarend. De heer Versloot, die deze winter ook veel gietijzeren potjes 'voor in de open haard' verkocht, heeft zelfs klanten die het balkonnetje van hun flat gebruiken. KOKKERELLENDE mannen die zich in het weekeinde uitleven, worden ook steeds talrijker. In de delicatessenza ken zijn zij soms herkenbaar doordat zij royaal leeftocht inslaan en beter dan hun vrouw weten welke ingrediënten thuis nog voorradig zijn. Verder komt men er nogal eens buitenlandse arbei ders tegen, die er hun duvec, hun pa prika, olijfolie en tomaten-in-blik halen Voor die paprika kunnen zij overigens tegenwoordig overal terecht: Nederlan ders waren er al. héél snel voor ge wonnen, evenals voor champignons een Amstelveense zaak verkoopt nu voor ruim 15 gulden eigen-teelt-bakken en voor knoflook, waardoor menig gerecht zoveel smakelijker en de adem zo „geurig" wordt („Soms heb ik er een gloeiende hekel aan", verzuchtte een verkoper. „Het walmt je wel eens tegemoet"). Slakken gaan overeenkom stig hun aard nog niet zo snel, maar ook voor die lekkernij bestaat groeien de belangstelling, zodat ze nu ook al in de diepvrieskast zijn te vinden, om ringd door ijstaarten, alle mogelijke desserts en zelfs kant-en-klare snoek baarsschotels. Er zijn naast de vrij prijzige Franse kokkerds sinds kort ook goedkopere Spaanse slakjes met hun sausje in blik op de Nederlandse smul- papenmarkt. GEWILD is tegenwoordig venkel als groente. De avocado's van welke sap pige vrucht de winkeliers een paar jaar geleden nog menig onverkocht exem plaar moesten weggooien, gaan vlot van de hand en verse ananassen zijn eveneens in trek, nu zij rechtstreeks naar ons land komen in plaats van via Parijs en Brussel en daardoor aanzien lijk goedkoper zijn geworden. EN DAN het stokbrood! De heer Hosman die gelooft er een jaar of ze ven geleden als eerste mee te zijn ge komen (ook van de verkoop Van kleine gespecialiseerde kookboekjes in deli catessenzaken had hij de primeur) ver koopt per zaak elk weekend zo'n 400 a 500 van die smakelijke staken. Groot is ook de omzet (de bakkers kunnen dat bevestigen) als er in de vooravond voetbal op de t.v. is. Menige Ajax-fan komt dan met reeds die vreemde glans in de ogen tussen 4 en 6 een stokbrood en een portie buitenlandse kaas inslaan. Uit het knabbelknuistje, bij het beeldbuisje. LOWIEKE de Vos hoeft zich niet al leen te voelenals het om lekkere hapjes gaat lijkt hij wel het hele Ne derlandse volk naast zich te hebben. Steeds meer exclusiviteiten worden daardoor steeds minder exclusief. Voor de snobs en de jagers op culinaire cu riositeiten breken moeilijke tijden aan. Maar misschien kunnen zij zich in het uiterste geval troosten met een ^safari- pak": drie blikken met respectievelijk ratelslange-, tijger- en olifantevlees. Vijfenveertig gulden slaat de kassa er voor aan. Maar een delicatesse Nou nee. FRED RAADMAN MET DE groeiende belangstel ling voor delicatessen en de bui tenlandse keuken, die weer paral lel liep met de ontwikkeling van het toerisme en de stijging van de welvaart, is de interesse voor kook boeken en vooral (gespecialiseer de) kookboekjes méégegroeid. Met als gevolg, dat van de twee voor naamste series op dit gebied, de Van Dishoeckboekjes en de tv- kookboekjes, die Ben J Kuyper voor Zomer Keunings schrijft, op dit moment al meer dan anderhalf miljoen exemplaren zijn verkochtl De Bussumse uitgeversmaat schappij C. A. J. van Dishoeck (nu deel uitmakend van het Unieboek concern) hield zich nog voorname lijk met literair werk bezig toen in 1951 een uit Indonesië gerepatrieer de kooklerares, mejuffrouw E. Steinmetz, een manuscript over de rijsttafel aanbood. Het werd nog wat aarzelend in de bescheiden op lage van 1500 exemplaren (als eer ste geplastificeerde boekje in Ne derland) uitgegeven, maar sloeg enorm aan. „Onze rijsttafel" is in middels aan zijn vijftiende druk toe en er zijn al 55.000 exemplaren van verschenen. Voor Van Dishoeck was het een aanmoediging om op deze weg ver der te gaan, waarbij met een scherp oor werd geluisterd naar de suggesties uit de boekhandel, die de uitgeverij via haar vertegen woordigers bereikten. Zo bleek het publiek gebrand te zijn op een boekje met fondue- en barbecuere cepten; het verscheen en was di rect een bestseller de 8000 exemplaren van de eerste druk wa- ren binnen vier of vijf maanden uitverkocht. Met een deeltje over weekendschotels ging het al net zo. TOT EIND 1968 zijn 38 verschil lende kookboekjes verschenen, waarvan in totaal 850.000 exempla ren hun weg naar het publiek von den. De reeks Van Dishoeckboekjes vaste verschijningen op de cadeau tafels bij verlovingen en huwelij ken wordt elk jaar met drie of vier deeltjes uitgebreid. Zo staan nu werkjes over het gebruik van wijn in de keuken, borrelhapjes en snacks, desserts en de samenstel ling van eenvoudige dineetjes op stapel. VAN Ben Kuypers serie tv-kook- boekjes zijn er inmiddels dertig verschenen, met een totale oplage van ruim 650.000 exemplaren. Hier zijn de bestsellers '„50 hartige hap jes", „30 fonduerecepten" en „50 gebakrecepten", die elk een oplage van circa 50.000 exemplaren haal de. Er is ook veel belangstelling voor de nieuwe lijn in deze serie, die begon met het boekje Lekker eten op z'n Spaans" en wordt voort gezet met „Lekker eten op z'n Oos tenrijks". De populariteit van de Zomer Keuningboekjes berust niet alleen op de lage prijs, maar ook op de overzichtelijke indeling en de aan trekkelijke uitvoering. De serie ver schijnt nu ook in Duitsland, Zwe den en Noorwegen en binnenkort zullen een Engelse en een Ameri kaanse editie het licht zien. i Zowel de kookboekjes van Van Dishoeck als die van Kuyper zijn bij sommige vrouwen en gourmets zó gezien, dat zij er bij hun boek handel als het ware een abonne ment op hebben genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1969 | | pagina 61