AMSTERDAM KREEG -100 JAAR GELEDEN - PRIMEUR DER
Anderhalf
miljoen
kookboekjes
„Nederig" verzoek
Malaise
Oude liedje
Dagen van 17 uur
Vereniging
Strafwet
Stakingskas
Opstootjes
Grote gevolgen
HOEVEEL TIENTALLEN (of
honderden?) miljoenen guldens
ons volk aan delicatessen besteedt,
is niet bij benadering aan te geven.
Maar dat de gastronomie een astro
nomisch bedrag verorbert, is dui
delijk wanneer men ziet wat ook de
buurtkruidenier tegenwoordig in
huis heeft, hoe het assortiment bij
de betere vishandel zich in enkele
jaren heeft uitgebreid en hoe goed
gesorteerd het moderne warenhuis
op dit gebied is.
Wijnproeven
Gemeengoed
Dippers
Uitleven
1L
Van een onzer redacteuren)
Amsterdam is van oudsher
een centrum van scheeps
bouw geweest. Midden vo
rige eeuw telde de stad enkele
tientallen scheepswerven, ver
spreid langs de oevers van het IJ.
Zodra het 's morgens licht werd,
begon daar de arbeid. En wie in
de omgeving van zo'n werf woon
de die werd al bij het ochtendkrie
ken gewekt door het driftig ge
hamer van de scheepstimmerlie
den, die 's zomers al om 5 uur hun
14-urige werkdag begonnen. Maar
op 29 april 1869 dus nu honderd
jaar geleden bleef het stil op
en om de werven. De bijna 800
timmerlieden en sjouwermannen
van 28 werven hadden het werk
neergelegd. Het was de eerste ge
organiseerde werkstaking in de ge
schiedenis van ons land, waar zelfs
het woord „staking" nog onbekend
was. De „klassenstrijd" was begon
nen en de eerste krachtmeting
werd door de arbeiders gewonnen.
Toen op 21 mei het werk hervat
werd, was aan bijna al hun eisen
voldaan.
HET WOORD „eisen" werd overi
gens niet gebruikt. Op 15 april hadden
de scheepstimmerlui een „eerbiedig
„verzoek" tot de werfbazen gericht,
waarin zij erop wezen dat de werk
lieden „hun lot met geduld, doch niet
zonder morren" droegen. Zij verzoch
ten „nederig" enkele verbeteringen:
Dat „ten eerste voor alle werven in
Amsterdam, in de dokken en elders,
mogt worden teruggekomen op de oor
spronkelijke werktijd van 's morgens
zes tot 's avonds zes ure, en ten twee
de dat het loon voortaan worde gesteld
op twee gulden per dag"
Men vroeg in dit „eerbiediglijk ver
zoek" om een beslissing vóór 20 april.
De brief was door alle 798 arbeiders
die op de Amsterdamse werven werk
ten ondertekend.
NU GING het de scheepswerven be
paald niet voor de wind, terwijl de toe
komst er eveneens weinig rooskleurig
uitzag. De oorzaak van de malaise was
een sterk verminderde vraag naar de
houten schepen, die langzamerhand,
door ijzeren werden verdrongen. Vol
gens het gemeenteraddsverslag van
1869 waren de 28 scheepstimmerwer
ven kwijnende, er werden bijna geen
nieuwe schepen op stapel gezet en het
SCHEEPSTIMMERLIEDEN VROEGEN
NEDERIG f 2, LOON PER DAG
aantal dat te water was gelaten was
in 1868 zeer gering geweest. De werven
bleven in hoofdzaak draaiend op repa
ratie-werkzaamheden, terwijl enkele
zich hadden toegelegd op schepen voor
de binnenvaart, aldus het verslag. Des
te opmerkelijk was het dat juist in
deze bedrijfstak 'n staking uitbrak, die
de manier van strijd leveren geor
ganiseerd, disciplinair en zonder ge
weld voor later jaren mede bepaal
de.
DOOR DE crisis in de (houten)
scheepsbouw bleven de lonen laag, ter
wijl de prijzen van levensmiddelen en
de huren sterk stegen. Hoe moeilijk de
arbeiders het hadden blijkt uit een ge
schriftje van precies honderd jaar ge
leden: „zamenspraak tusschen een
scheepemaker, een scheepenmakers-
baas en een beurtschipper over de he-
dendaagsche vergaderingen der tim
merlieden, door G. Broerse, mr. schee
pemaker op Wittenburg-werf Het
Groenland"
Hierin schreef de timmerman o.m.
„Zomwijlen dan heb ik nog niets voor
schoenen en kleeren en dan moet mijn
vrouw noch de kamerhuur voldoen, dat
is thans 1,25 en kom noch nergens
hiervoor minder teregt, en zit nu op een
vertimmerde zolder, zonder vliering en
zonder water, althans niet beduidend,
en waarlijk het is of bijna allen huis
heers gewetenloos zijn... Want daar
men vroeger woonde voor 16 of 18 of
20 stuivers is 't nu 1,50 of noch meer
en dan noch moet men niet om het
hoogst noodzakelijkste verzoeken of het
heet: gaa er maar af, want voor u een
ander; wij zijn hiertoe genoodzaakt door
de verhoogde belasting.
DE TWEEDE, grief van de timmer
lieden was de onregelmatige werktijd.
„Officieel" werkte men van vijf uur
's morgens tot 's avonds zeven. Maar
vaak werd het later, omdat de werk
gevers in slappe tijden de werkzaam
heden van de sjouwerlieden zoals het
„bijgaren" of „allegaaren" door de
vaklieden voor of na werktijd lieten
doen. Hierdoor werd de arbeidsdag
soms tot 17 uur verlengd en dit voor
hetzelfde loon: 1,80 per dag, waarvan
zelfs de meest noodzakelijke levensbe
hoeften zoals huur, brood, aardappelen.
t
Bijna een maand lag het werk stil op de Amsterdamse werven en
werfjes, maar het doel werd bereikt, het loon verhoogd, de arbeids
tijd verkort.
turf en olie niet konden worden ge
kocht. Aan kleding, dekking of meu
bilair hoefden de arbeiders helemaal
niet te denken. Hierbij kwam dat er bij
na nooit een geheel jaar werd gewerkt.
Uit een aanteekening, „gehouden door
'n werkman van januarij tot 31 decem
ber 1867" blijkt, dat hij, die niet van
de minst gelukkige was, in dat jaar
39 weken had gewerkt en daarvoor te
zamen f 320 loon had ontvangen" Waar
van dan ook nog het eigen gereed
schap gekocht en onderhouden moest
worden.
De ontevredenheid onder de werfar-
beiders resulteerde in de stichting van
een vereniging. Geen vakbond, daar
was men nog niet aan toe, maar een
organisatie voor onderlinge bijstand bij
ziekte of invaliditeit. Op de vergaderin
gen waar over deze bijstand gesproken
zou worden, werd het grootste deel van
de tijd besteed aan klachten over te
lage lonen en te lange werktijden en
niet het minst „dat de scheepstim
mermannen het mindere sjouwerwerk
moesten doen"; men had zijn beroeps
trots. Op zo'n bijeenkomst werd het
„eerbiediglijk verzoek" aan de bazen
opgesteld. Men wachtte vol spanning
op het antwoord, maar dit kwam niet.
Na veel gepraat werd er op 28 april
in de tuin van „Vliedzorg" in de Plan
tage, door 500 werfarbeiders tot alge
mene staking besloten. Hoe nieuw dit
begrip was, blijkt uit het feit dat het
woord staking niet gebruikt werd. Men
gebruikte het Engelse woord „strike".
Als stakingsleiders werden twee tim
merlui, Akkerman en Smit, gekozen.
De volgende morgen om vijf uur ging
geen enkele arbeider de werfpoorten in,
ondanks de Code Pénal (artikel 415),
een wet uit de Franse overheersingstij d
waarin werd gezegd: dat arbei
ders die er naar zouden streven de ar
beid te doen staken, te beletten, of
duurder te maken, pogingen tot, of be
gin van uitvoering zullen worden ge
straft rr\et gevangenis van hoogstens
drie maanden, en wat de aanleggers
betreft hoogstens vijf jaren
Tot 29 april was er óók door de
pers op geen enkele wijze enige aan
dacht besteed aan de moeilijkheden
tussen arbeiders en werkgevers, maar
toen alle werven op de marinewerf
na leeg bleven, schreven de dag
bladen „hoe kwalijk een staking voor
de werklieden zelf wel was".
lukte door de houding van de werkge
vers, die van geen wijken wilden weten
De kranten vroegen de Code Pénal te
hanteren. Er verscheen zelfs een ano
niem geschrift, waarin de arbeiders op
godsdienstige gronden gevraagd werd,
weer aan het werk te gaan.
DE WERFBAZEN besloten dat geen
van hen aan de eisen van de stakers
zou toegeven. Zij stelden er zelfs een
boete van 2.000 per overtreding op.
De tweede dag van de staking gingen
de poorten gewoon om 5 uur open, maar
er verscheen niemand. De derde dag
gingen „vier jongens, met nog twee
ongunstig bekend staande personen en
een oude man aan het werk", maar
dit had geen invloed op de houding van
de overige stakers, die hun bijstands
organisatie „De scheepstimmermans-
vereeniging" hadden genoemd. Deze
begon met het inzamelen van geld voor
ondersteuning. Het kantoor werd geves
tigd in een café in de Lange Niezel dat
regelmatig door politiemannen in bur
ger werd bezocht. Toen de staking een
week duurde, deden de werfbazen een
voorstel: zij wilden de werkdag met
inbegrip van de schafttijd van 14 op
13 uur brengen maar de stakers hiel
den vast aan hun „eerbiediglijk ver
zoek": een tienurige werkdag. Op 10
mei werd het werkgeversvoorstel ver
worpen. Men besloot tevens, niet meer
te posten bij de werven, „omdat er
een verrader moest zijn"
ZESTIG stakers die geldzorgen had
den, kregen een rijksdaalder steun uit
de stakingskas. Hierin stortten o.a. de
arbeiders uit 'de fabriek van Paul van
Vlissingen iedere week een dubbeltje,
hoewel dat door hun werkgever was
verboden, terwijl ook particulieren geld
in de collectebussen kwamen werpen.
Er kwamen zelfs giften uit België en
Engeland binnen. De burgemeester pro
beerde te bemiddelen, maar dit mis-
EEN ENKELING deed dit. Hierdoor
ontstonden opstootjes op de eilanden,
waar de meeste arbeiders woonden en
de bevolking hun kant had gekozen. Er
werd zelfs cavallerie ingezet, omdat de
politieagenten, die werkwilligen van en
naar hun werk begeleidden, door een
woedende menigte onder de voet dreig
den gelopen te worden. Op 18 mei be
sloot men door te staken.
Drie dagen later kwam onverwacht
t einde. Verschillende werfbazen had
den hun arbeiders toezeggingen gedaan
en hierdoor gingen honderden weer aan
het werk. Een paar dagen daarna werk
te men weer overal op de scheeps
werven.
Er was aan bijna alle wensen tege
moet gekomen. Het loon werd twintig
cent per dag hoger. Het „allegaaren"
vóór of na werktijd werd afgeschaft en
de arbeidstijdverkorting zou worden
geregeld.
Na drie weken verwarring werd de
arbeidsdag vastgesteld van zes tot zes
uur, onderbroken door twee uur schaft
tijd. Eind juni 1869 was de 10-urige
werkdag op alle hoofdstedelijke werven
een feit.
De werkgevers droegen hun neder
laag waardig. De verhouding tot de ar
beiders was niet verslechterd. Ieder
een werd „in genade" teruggenomen,
behalve dan de stakingsleiders, voor
wie alle werfpoorten gesloten bleven.
Hun namen ondank is 's werelds
loon verdwenen in de vergetelheid.
Maar hun actie had grote gevolgen.
Tot april 1869 waren arbeidsconflicten
voor de werknemers uitzichtloos ge
weest: nu had men ervaren wat sa
menwerking en organisatie vermogen.
Dit bleek nog hetzelfde jaar toen de
(hoofdzakelijk) Amsterdamse typogra
fen het werk „plat" legden en positie
verbetering bereikten. Tientallen ande
re stakingen volgden; zij doorbraken
de onverschilligheid, de onkunde en de
onmacht der „loonslaven" en legden
de basis voor de georganiseerde arbei
dersbeweging die later zou uitgroeien
tot een der invloedrijkste maatschap
pelijke krachten.
Ook de kleine man wordt een ervaren fijnproever
HET BLIJKT verder uit het verdwij
nen van de drempelvrees, die vroeger
voor elke gespecialiseerde delicates
senzaak een bekend verschijnsel was.
„Dat ouderwetse idee bij velen: o,
daar loop ik niet binnen, daar is het
toch allemaal te duur en te bijzonder
voor mij, gaat er helemaal uit", zeg
gen de detaillisten die zulke zaken lei
den. Voorheen een kleine exclusieve
groep bedienend, zien zij nu ook min-
der-goed-gesitueerde burgers speurend
langs hun verleidelijke uitstallingen
gaan. „Ik krijg hier de richards,
maar ook de man die een drukpers
bedient", verzekert de heer B. Hosman
directeur van wijn-, kaas- en delicates
senzaken in Bussum, Hilversum en
Amsterdam. „En de postbode komt
voor het weekend een stokbrood, een
flesje wijn en Camembert kopen, zodat
zijn vrouw eens niet hoeft te koken
VOOR DE heer Hosman heeft deze
ontwikkeling de plezierige consequen
tie, dat hij momenteel alleen al in zijn
Gooise zaken voor enkele miljoenen per
jaar omzet. Juist zelf teruggekeerd van
een van zijn talrijke studie- en inkoop-
reizen, die hem ditmaal in Noord-Afri-
ka bracht, noemt hij de „explosie"
van het buitenlands toerisme als voor
naamste oorzaak. „De mensen hebben
in Spanje paella gegeten, ze hebben er
inktvis geproefd en eens voorzichtig
een olijfje geprobeerd. Het is goed be
vallen en ze willen het thuis nog wel
eens herhalen. Dat wordt vergemakke
lijkt door de kant-en-klaarpakken,
waaraan overigens nog wel wat moet
worden toegevoegd, wil het extra lek
ker worden en door de conserven.
Met de Italiaanse specialiteiten gaat
het al net zo en natuurlijk begon het
al eerder mét de Franse keuken.
Het wordt in de hand gewerkt door
dat de kampeerders niet langer belast
en beladen met etenswaren in blik en
zelfs wel met zakjes aardappelen naar
het zuiden trekken. Dat is economisch
helemaal niet noodzakelijk. Ook de ge
woonte om een glaasje wijn te drinken
wordt vaak tijdens de vakantie gebo
ren. Mensen die het nooit dronken ko
men in Spanje of Italië en vragen over
het algemeen naar zoete witte wijn.
Na een tijdje hangt die hen mijlenver
de keel uit en worden zij langzamer
hand gewonnen voor een drogere rode
wijn".
BUITENLANDSE vakantie als culi
naire ontdekkingsreis: voor de delica-
tessenhandel brengt dit de verplichting
mee, dat de ontstane behoefte goed op
gevangen wordt, niet alleen in het as
sortiment, maar vooral ook door zich
in de materie te verdiepen. Toen de
heer Hosman besloot couscous op het
menu van zijn bistro te zetten een
Arabische verrukking, die er in ons
land figuurlijk en letterlijk ook meer
en meer inkomt wendde hij zich tot
de Tunesische ambassade voor het ori
ginele recept. Men eet bij hem de kip,
het schapevlees, de aubergines en de
paprika dan ook niet over rijst ,maar
over „grain de couscous": grofgema-
len tarwekorrels. Niet alleen de eigen
kennis en ambitie, ook de keuze van
verkopers en verkoopsters is een be
langrijke zaak. „De mensen willen een
goed advies. Dat geldt vooral voor de
wijn en de kaas. We hebben hier tach
tig soorten buitenlandse kaas. De ver
koper die er zelf van griezelt of er wei
nig van weet, brengt er natuurlijk niets
van terecht en vind dan als klant je
weg maar eens".
„Als ik enkele jaren geleden een rieten
mand met Camembert buiten zette,
was ik blij als ik bij sluitingstijd een
paar doosjes had verkocht. Nu is voor
al op woensdag en tegen het weekend
de mand in een oogwenk leeg", bericht
een handelaar.
Een andere delicatessenwinkelier zegt:
„Toen ik zestien jaar geleden in het
vak kwam gebeurde het nog wel eens,
dat iemand van de briekaas vroeg:
wat is dat? Nu is „Een onsje brie van
de mat" normaal, zoals kaas en wijn
avondjes iets heel normaals zijn ge
worden. En veel klanten behoeven we
niet meer te vertellen wat Caprice de
Dieu, Danablu, Gorgonzola of Boursin
is".
Kwaliteitsbewuster zijn de mensen
ook geworden. De meeste winkels heb
ben alleen nog maar de extra fijne
kwaliteit doperwten: naar fijn en mid
delfijn was te weinig vraag meer. Zo
beginnen nu de haricots verts vroe
ger 'n klein artikel steeds meer de
sperziebonen te verdringen. Maar mis
schien brengen de verse sperzieboon
tjes uit Ethiopië, nu voor het eerst op
de markt en niet duurder dan de eerste
Hollandse, daarin verandering. Overi
gens bezorgt de steeds verdergaande
uitbreiding van het assortiment de han
del wel eens hoofdpijn. Men vindt er
om maar iets te noemen nu vier soorten
mayonaise en acht soorten slasaus en
kan kiezen uit Amerikaans, Grieks, Is
raëlisch, Canadees en Marokkaans si
naasappelsap. Er zijn weinig heerlijk
heden meer te noemen, die niet op z'n
minst in blik voorhanden zijn (tegen
woordig ook saté en schaschlik met
stokjes) en dan vaak nog van verschil
lende fabrikanten, uit verschillende
landen. Zoutjes zijn er langzamer
hand wel in honderd soorten
De heer Hosman heeft het aantal
artikelen in de twintig jaar dat hij in
het bedrijf is zien verdubbelen. Hij
schat het nu op zes a zevenduizend.
Daarbij zijn ook de produkten uit eigen
keuken, waaronder 22 salades, 9 dip
sauzen en 9 fonduesauzen. Tien jaar ge
leden werd aarzelend begonnen met de
Sauce Bourguignon, gevolgd door de
ravigottesaus.
NU KAN iedere man uit de delica-
tessenbranche vertellen wat voor arti
kel met name de dipsauzen zijn ge
worden. Een modeverschijnsel, zoals
de Amerikaanse zoutjes in allerlei vor
men, die je uit tubes vulde? Die rage
woedde hevig, maar kort. Vakmensen
verzekeren echter, dat we dippers zul
len blijven. Vooral het fondue-eten lijkt
een lang leven te zijn beschoren. Om
dat het zo gezellig en zo gemakkelijk
voor de huisvrouw is. Er is ook bijna
geen verloving of trouwpartij meer of
het fonduestel staat op de verlanglijst:
jonge stellen zijn er gek op. De belang
stelling voor de barbecue neemt ook
nog steeds toe. Vooral als het een tijdje
mooi weer is geweest (dat komt nog
wel voor!) stijgen de verkoopcijfers
opzienbarend. De heer Versloot, die
deze winter ook veel gietijzeren potjes
'voor in de open haard' verkocht, heeft
zelfs klanten die het balkonnetje van
hun flat gebruiken.
KOKKERELLENDE mannen die zich
in het weekeinde uitleven, worden ook
steeds talrijker. In de delicatessenza
ken zijn zij soms herkenbaar doordat
zij royaal leeftocht inslaan en beter dan
hun vrouw weten welke ingrediënten
thuis nog voorradig zijn. Verder komt
men er nogal eens buitenlandse arbei
ders tegen, die er hun duvec, hun pa
prika, olijfolie en tomaten-in-blik halen
Voor die paprika kunnen zij overigens
tegenwoordig overal terecht: Nederlan
ders waren er al. héél snel voor ge
wonnen, evenals voor champignons
een Amstelveense zaak verkoopt nu
voor ruim 15 gulden eigen-teelt-bakken
en voor knoflook, waardoor menig
gerecht zoveel smakelijker en de adem
zo „geurig" wordt („Soms heb ik er
een gloeiende hekel aan", verzuchtte
een verkoper. „Het walmt je wel eens
tegemoet"). Slakken gaan overeenkom
stig hun aard nog niet zo snel, maar
ook voor die lekkernij bestaat groeien
de belangstelling, zodat ze nu ook al
in de diepvrieskast zijn te vinden, om
ringd door ijstaarten, alle mogelijke
desserts en zelfs kant-en-klare snoek
baarsschotels. Er zijn naast de vrij
prijzige Franse kokkerds sinds kort ook
goedkopere Spaanse slakjes met hun
sausje in blik op de Nederlandse smul-
papenmarkt.
GEWILD is tegenwoordig venkel als
groente. De avocado's van welke sap
pige vrucht de winkeliers een paar jaar
geleden nog menig onverkocht exem
plaar moesten weggooien, gaan vlot
van de hand en verse ananassen zijn
eveneens in trek, nu zij rechtstreeks
naar ons land komen in plaats van via
Parijs en Brussel en daardoor aanzien
lijk goedkoper zijn geworden.
EN DAN het stokbrood! De heer
Hosman die gelooft er een jaar of ze
ven geleden als eerste mee te zijn ge
komen (ook van de verkoop Van kleine
gespecialiseerde kookboekjes in deli
catessenzaken had hij de primeur) ver
koopt per zaak elk weekend zo'n 400
a 500 van die smakelijke staken. Groot
is ook de omzet (de bakkers kunnen
dat bevestigen) als er in de vooravond
voetbal op de t.v. is. Menige Ajax-fan
komt dan met reeds die vreemde
glans in de ogen tussen 4 en 6 een
stokbrood en een portie buitenlandse
kaas inslaan. Uit het knabbelknuistje,
bij het beeldbuisje.
LOWIEKE de Vos hoeft zich niet al
leen te voelenals het om lekkere
hapjes gaat lijkt hij wel het hele Ne
derlandse volk naast zich te hebben.
Steeds meer exclusiviteiten worden
daardoor steeds minder exclusief. Voor
de snobs en de jagers op culinaire cu
riositeiten breken moeilijke tijden aan.
Maar misschien kunnen zij zich in het
uiterste geval troosten met een ^safari-
pak": drie blikken met respectievelijk
ratelslange-, tijger- en olifantevlees.
Vijfenveertig gulden slaat de kassa er
voor aan. Maar een delicatesse
Nou nee.
FRED RAADMAN
MET DE groeiende belangstel
ling voor delicatessen en de bui
tenlandse keuken, die weer paral
lel liep met de ontwikkeling van
het toerisme en de stijging van de
welvaart, is de interesse voor kook
boeken en vooral (gespecialiseer
de) kookboekjes méégegroeid. Met
als gevolg, dat van de twee voor
naamste series op dit gebied, de
Van Dishoeckboekjes en de tv-
kookboekjes, die Ben J Kuyper
voor Zomer Keunings schrijft, op
dit moment al meer dan anderhalf
miljoen exemplaren zijn verkochtl
De Bussumse uitgeversmaat
schappij C. A. J. van Dishoeck (nu
deel uitmakend van het Unieboek
concern) hield zich nog voorname
lijk met literair werk bezig toen in
1951 een uit Indonesië gerepatrieer
de kooklerares, mejuffrouw E.
Steinmetz, een manuscript over de
rijsttafel aanbood. Het werd nog
wat aarzelend in de bescheiden op
lage van 1500 exemplaren (als eer
ste geplastificeerde boekje in Ne
derland) uitgegeven, maar sloeg
enorm aan. „Onze rijsttafel" is in
middels aan zijn vijftiende druk
toe en er zijn al 55.000 exemplaren
van verschenen.
Voor Van Dishoeck was het een
aanmoediging om op deze weg ver
der te gaan, waarbij met een
scherp oor werd geluisterd naar de
suggesties uit de boekhandel, die
de uitgeverij via haar vertegen
woordigers bereikten. Zo bleek het
publiek gebrand te zijn op een
boekje met fondue- en barbecuere
cepten; het verscheen en was di
rect een bestseller de 8000
exemplaren van de eerste druk wa-
ren binnen vier of vijf maanden
uitverkocht. Met een deeltje over
weekendschotels ging het al net zo.
TOT EIND 1968 zijn 38 verschil
lende kookboekjes verschenen,
waarvan in totaal 850.000 exempla
ren hun weg naar het publiek von
den.
De reeks Van Dishoeckboekjes
vaste verschijningen op de cadeau
tafels bij verlovingen en huwelij
ken wordt elk jaar met drie of
vier deeltjes uitgebreid. Zo staan
nu werkjes over het gebruik van
wijn in de keuken, borrelhapjes en
snacks, desserts en de samenstel
ling van eenvoudige dineetjes op
stapel.
VAN Ben Kuypers serie tv-kook-
boekjes zijn er inmiddels dertig
verschenen, met een totale oplage
van ruim 650.000 exemplaren. Hier
zijn de bestsellers '„50 hartige hap
jes", „30 fonduerecepten" en „50
gebakrecepten", die elk een oplage
van circa 50.000 exemplaren haal
de. Er is ook veel belangstelling
voor de nieuwe lijn in deze serie,
die begon met het boekje Lekker
eten op z'n Spaans" en wordt voort
gezet met „Lekker eten op z'n Oos
tenrijks".
De populariteit van de Zomer
Keuningboekjes berust niet alleen
op de lage prijs, maar ook op de
overzichtelijke indeling en de aan
trekkelijke uitvoering. De serie ver
schijnt nu ook in Duitsland, Zwe
den en Noorwegen en binnenkort
zullen een Engelse en een Ameri
kaanse editie het licht zien.
i
Zowel de kookboekjes van Van
Dishoeck als die van Kuyper zijn
bij sommige vrouwen en gourmets
zó gezien, dat zij er bij hun boek
handel als het ware een abonne
ment op hebben genomen.