Bo Wider berg verfilmt A merikaa ns socialisme FILMS IN AMSTERDAM JAN MUL: veelzijdige en hard werkende componist Kabeltelevisie in Arnhem is toch strafbaar Boeiende opvatting door Haagse Comedie Wachten op Godot” KvanVEHEN VELDH U IJZEN BLOEMENDAAL il HEIMWEE NAAR IDEALIST JOE HILL „Gejaagd door de wind” als musical Nederland sluit rij op Eurovisie Songfestival Wim Hazeu volgt David Koning op 13 Zappa I-jfc VRIJDAG 31 DECEMBER 1971 99 Martelaar Aanpassen Big Jake (Van onze kunstredactie) Conclusie ministerie: Filmmuziek vene is meer dan ooit werkmateriaal geworden voor acteurs. Wat doe je ermee? Tel. 023-379909 VOORSPOEDIG 1972 van Bert Haanstra’s film „Fanfare” op de beeldbuis. Wie kon zich reali seren, dat dit de laatste maal was, dat hij de kostelijke muziek bij deze film beluisterde bij het einde van het leven van de componist? Tot op de laatste dag was zijn werk actueel ge bleven en ongetwijfeld zal een deel van zijn werk op het repertoire blij ven. HAARLEM Jan Mul overleden, enige maanden na zijn zestigste ver jaardag. Ondanks het feit, dat hij ziek was, kwam dit overlijden onverwacht. Het was een einde van een bijzonder werkzaam leven. Jan Mul was niet alleen componist, maar ook in het or- ganisatieleven heeft hij bijzonder veel werk verzet. Velen hebben woens- S dagavond gekeken, naar de reprise AMSTERDAM In zijn nog niet zo omvangrijk oeuvre onderhoudt de Zweedse filmer Bo Widerberg een merkwaardige relatie met de socia listische beweging. Naast cynische en romantische liefdesfilms als „De kin derwagen” (zijn debuut in ’62), „Lief de ’65” en „Elvira Madigan” (’65), kunnen „Ravenkwartier”, „Adalen 31” en nu „The Ballad of Joe Hill” beschouwd worden als weemoedige terugblikken naar een tijd van ar moede en solidariteit die, bij elkaar gebracht, het socialisme in de hand werkten. Er zit iets van heimwee in die films als verlangde de maker er van terug naar die vroegere tijd die hij weliswaar in geen enkel opzicht idealiseert, maar waaraan hij toch duidelijk om bijkomende redenen zijn hart heeft verloren. Het is ty pisch het heimwee van iemand die zelf de jaren van sociale strijd niet gekend heeft, en nu vooral hunkert naar een tijd van idealen, kameraad schap, lotsverbondenheid, deugden die hij kennelijk in onze welvaarts staat vol zekerheden en zelfgenoeg zaamheid mist. Hoofd van afdeling drama bij NCRV EERSTE IJMUIDER MARKIEZEN FABRIEK DEN HAAG „Wachten op Go- dot”, waarmee Samuel Beckett bijna twintig jaar geleden het toneel in be roering bracht, is een klassiek stuk geworden. Dat brengt met zich mee, dat de manier waarop het gespeeld wordt belangrijker is geworden dan het stuk zelf, temeer daar al zó veel schriftgeleerden zich met de duiding ervan bemoeid hebben. Het geschre- Nachtvoorstellingen CHARLES BOOST ADVERTENTIE (Van onze Haagse redactie) JAN MUL ADVERTENTIE DE BAKKENSPECIALIST ■’V.'v V reen O’Hara) achter de kidnappers van hun kleinzoon wordt aangestuurd. Jaap Wieringa (l.) en Cees Coolen luisteren naar het horloge van Pozzo, gespeeld door Guus Verstraete Jan Mul werd op 20 september 1911 in Haarlem geboren. Zijn eerste pianolessen kreeg hij van Betsy Pielage. Later werd hij leerling van Hendrik Andriessen om op 22-jarige leeftijd het einddiploma voor orgel te halen aan het Amsterdamse Con servatorium. Sem Dresden gaf hem daar na compositielessen. Nog tijdens zijn studiejaren hield Hen drik Andriessen in 1930 een werk van Jan Mul ten doop op het orgel van de Grote Kerk in Haarlem. Het was een Toccata, een van Mul’s vele jeugdwerken. In 1933 gaf Sem Dresden met zijn Haarlemse Motet en Madrigaalvereniging in Amster dam de eerste uitvoering van de mis Causa nostrae laetitiae van Jan Mul. In 1935 werd zijn mis Canonica bekroond met een Visser Neerlandia-prijs. Vanaf WDDgNHJjgPiSmMTtZ UMUlOfN Het gestolen jongetje wordt door Way- ne’s eigen 8-jarig zoontje Patrick gespeeld, een zoon van Robert Mitchum is ook van de partij en verder zijn er veel overbodige bloedige scènes, kennelijk ingelast omdat Hollywood niet achter wil blijven bij de Italiaanse concurrentie. die jaren zijn vele composities van Jan Mul gespeeld. In totaal schreef hij veer tien missen, voorts een groot aantal pro- priumgezangen, die vrijwel het hele ker kelijke jaar omspannen. Van 1931 tot 1960 is Jan Mul organist geweest van de r.k. kerk in Overveen en directeur van het daar zingende koor. Hij vormde met Albert de Klerk en Herman Strategier de groep Trium puerorum, sa menwerkend op het gebied van de kerk muziek. Me talloze anderen werkte hij eveneens samen, waaronder Anthon van der Horst en Cor Bute. waarbij van de zijde van de te hulp geroepen militairen geschoten wordt en vijf doden vallen. In deze reconstructie van een historisch gebeuren valt opnieuw op hoe Bo Widerberg de sfeer van een voorbije periode weet op te roepen en hoe hij ook in de psychologie van zijn spelers, hun gedragingen en reacties een verleden tijd weet te integreren. langzamerhand door het hele land een bijna legendarische bekendheid krijgt. Wait dan weer leidt tot machteloze vrees bij de autoriteiten die over geen direct machtsmiddel beschikken om Joe Hill tot zwijgen te brengen. Als hem met enige aannemelijkheid dan een onopgeloste moord in de schoenen kan worden ge schoven, aarzelt men van die kant geen ogenblik. Joe krijgt een zogenoemde „fair trial”, maar wordt schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Met het uitvoeren van zijn laatste wens, het verzenden van urnen met zijn as naar alle strijdmakkers over het hele land en het onderbreken van die macabere werkzaamheid als zijn toegewijde vrienden die er zich mee be last hebben, even de benen gaan strekken op een dansfeest in het café beneden, eindigt de film. EVENALS BERGMAN met „The touch” heeft Bo Widerberg in „The ballad of Joe Hill” voor het eerst buiten eigen land gefilmd en met verbazingwekkend aan passingsvermogen het leefklimaat van Amerika rond de eeuwwisseling weten op te roepen. Filmend in oude, verkrotte New Yorkse wijken heeft hij de juiste sfeer gevonden voor het harde emigran tenleven van de gebroeders Hillstrom die hun naam in Hill veranderen. Later bij Joe’s zwerftochten door het land krijgt de film weer meer lyrische aspecten die bij herhaling opduiken in het werk van Wi derberg. „RAVENKWARTIER”, gemaakt in het debuutjaar 1962 door de toen 34-jarige Bo Widerberg, speelt in het crisisjaar 1936 en beschrijft het leven in een armoedige wijk van een Zweedse stad, zoals dat gezien wordt door een opgroeiende jongen, Anders. Op het einde verlaat deze Anders (gespeeld door Thommy Berggren) met pijn in het hart, maar overtuigd van de noodzaak van het weggaan vóór hij zelf tot dit leefniveau is afgedaald, het ouder lijk huis met zijn drankzuchtige vader, slovende moeder en een radio die Hitlers hysterische toespraken uitbralt. „Adalen *31” gaat over een staking in het plaatsje Adalen die uitloopt op een protestmars, UITERAARD IS ER weinig verandering gekomen in de feestagenda van de Am sterdamse bioscopen die hun talrijke pre mières van de laatste weken hebben ge prolongeerd, op Flora na die zijn typische kerstfilm „Scrooge" vervangen heeft door een stoere „western” met John Wayne. „Big Jake" is de titel van de film, waarin Wayne een afgedankte sheriff speelt aan het begin van deze eeuw die door zijn voormalige en dominerende vrouw (Mau- En opnieuw speelt Thommy Berggren, Widerbergs favoriete acteur in „Raven kwartier”, en „Elvira Madigan” met hu mor en aandoenlijke toewijding, de rol van Joe Hill, de socialistische idealist, zoals die in „Ravenkwartier” in conceptie aanwezig is, in „Adalen 31” in de figuur van Kjeil verder ontwikkeld wordt en tenslotte in „Joe Hill” uitgroeit tot de revolutionair die voor de goede zaak sterft. Maar in alle drie gevallen is het meer heimwee en romantische verheerlij king die Widerberg tot het maken van zijn films inspireren dan sociale veront waardiging. Wat echter in geen van de gevallen een beletsel blijkt te zijn om tot bewogen, menselijke drama’s uit de roeri ge historie van de socialistische beweging in Europa en daarbuiten te komen die ondanks idealisering toch ook veel van de werkeljkheid laten vermoeden. HILVERSUM. Aan het Eurovisie Songfestival 1972, dat op 25 maart in Edinburgh wordt gehouden, nemen acht tien landen deel, dezelfde die dit jaar in Dublin vertegenwoordigd waren. De loting voor de volgorde waarin de solisten van deze landen zullen zingen heeft het volgende resultaat gehad: 1. West-Duitsland, 2. Frankrijk, 3. Ierland, 4. Spanje, 5. Groot-Brittannië, 6. Noorwegen, 7. Portugal, 8. Zwitserland, 9. Malta, 10. Finland, 11. Oostenrijk, 12. Italië, 13. Joe goslavië, 14. Zweden, 15. Monafco, 16. Bel gië, 17. Luxemburg en 18. Nederland. Zoals gemeld zal het duo Sandra en Anres Nederland in Edinburg vertegen woordigen. Het liedje dat zij zullen zingen wordt gekozen t ijdens het Nederlandse Songfestival, dat op 16 februari wordt gehouden. De inzending van liedjes voor dit festival staat open tot 10 januari aanstaande. De mogelijkheden van „Wachten op Go- dot” zijn vele. Twee onbestemde manne tjes, een beetje clownesk, een beetje zielig, wachten in een onbestemde ruimte op ene Godot, van wie zij redding, althans iets positiefs verwachten. Godot komt niet. Dat is misschien maar goed ook, want het bezoek, dat de twee wél krijgen, belooft weinig goeds. Dat bestaat uit de kasteel heer Pozzo en zijn slaaf Luckey, die aan een touw wordt meegevoerd. De relatie tussen de slaaf en zijn meester is als die van de beide mannetjes ten opzichte van het menselijk lot van de Schepper zo men wil, Godot zoals sommigen willen. Wim van Rooij van de Haagse Comedie geeft van het stuk een zeer boeiende opvatting, heel wat persoonlijker en fris ser dan de duffe voorstelling vorig seizoen door de Nederlandse Comedie. De hoofd rollen worden gespeeld door jonge ac teurs: de dikke Kees Coolen en de brood magere Jaap Wieringa, die aldus een Lau rel- en Hardy-effect krijgen, wat vooral in de tweede helft geaccentueerd wordt. Nu lijkt me in dit stuk de clownerie alleen zin hebben, als ze elk moment kan omslaan in redeloze angst. Wie dat zeer goed aanvoelt is Kees Coolen. Zijn Estragon wisselt ietwat pe dante joligheid af met een plotselinge paniek. Hij kijkt dan in zichzelf gekeerd en zeer wanhopig in het rond tot zijn radeloze blik enige rust vindt in de afge trapte schoenen die hij heeft uitgetrok ken. Die Van Gogh-achtige schoenen zijn feitelijk de enige zekerheden in het stuk, die het minst onzeker zijn. Jaap Wieringa’s Vladimir is niet van enige aanstellerigheid ontbloot, maar af en toe schept ook hij een atmosfeer van kwetsbaarheid en angst om zich heen, vooral aan het eind van beide bedrijven in zijn dialoog met de boodschapper, een jonge geitenhoeder die komt zeggen dat Godot vanavond niet komt. Van Rooy heeft zich goddank niet van deze rol af gemaakt door er een 12-jarig meisje in travestie voor te nemen (zoals de Nederlandse Comedie). Hij geeft met de acteur Michiel Kerbosch een zeer be langrijk accent aan het stuk door deze rol alweer heel bevreesd en onzeker te laten spelen. Terecht is hier grote aandacht aan besteed, tenslotte is die jongen de enige in het stuk die Godot kent. Guus Verstraete maakt van Pozzo een joviaal manneke, wiens masker van ge moedelijkheid breekt, wanneer hij korze lig uit roept, dat het er niets toe doet op welke dag dit of dat gebeurt. Een groots moment in de opvoering. Hans Culeman maakt van Lucky niet meer dan een murw geslagen imbeciel, wait ik persoonlijk jammer vind. Ik mi» er de wraakzucht van de onderworpene in. J. HEIJER (Van onze Londense correspondent) LONDEN. In Londen gaat in mei een musical in première die is gebaseerd op het beroemde boek „Gone with the wind” van de Amerikaanse schrijfster Margareth Mitchell. De musical gaat na de Engelse première ook draaien in het Amerikaanse Atlanta in Georgia. Het ver haal speelt grotendeels in Atlanta. Van het boek zijn zeker 18 miljoen exemplaren verkocht. De film, met Vivien Leigh, Clark Gable en Olivia de Havilland ging 32 jaar geleden draaien en sindsdien hebben al meer dan 300 miljoen mensen haar gezien. Alleen Olivia de Havilland leeft nog. Voor de Londense musicalversie worden 100 artiesten en musici gecontracteerd. Het zal de duurste musical worden die ooit in Engeland op het toneel is gebracht. De musical wordt geproduceerd door Ha rold Fielding die kort geleden „Showboat” in Londen presenteerde. Dat Jan Mul zich niet alleen tot de kerkmuziek bepaalde, blijkt uit zijn mu ziek voor de film Fanfare. Maar dit was er slechts één van de twintig waarvoor hij componeerde, want ook op dit gebied was hij een gezochte componist. Hij schreef ook een sonate in 1940, die later is gebruikt voor een choreografie door Sonia Gaskell voor Marianne Hilarides en Jaap Flier. Dit alles illustreert, hoe Jan Mul een bijzonder veelzijdig componist was, die veel meer heeft geschreven, dan wij hier kunnen vermelden, behalve dan na tuurlijk de muziek voor de muzikale klucht Bill Clifford, waarvoor Godfried Bomans de tekst schreef. Want op dit terrein bewoog Jan Mul zich ook met gemak. HILVERSUM. Met ingang van 1 sep tember 1972 is bij de NCRV-Televisie- dienst Wim Hazeu benoemd tot hoofd van de afdeling Drama, Kunstzaken en J eugdprogramma’s. Deze functie werd voorheen bekleed door David Koning, die op 24 februari 1971 bij een verkeersongeval is omgekomen. Destijds is Felsenthal verzocht de leiding van de afdeling voor de duur van een jaar waar te nemen, in afwachting van een definitieve voorziening in de vacature. Deze interimperiode eindigt op 29 februari 1972 en de heer Felsenthal, voor wiens werk in de afgelopen periode grote waar dering bestaat, heeft de wens te kennen gegeven het waarnemerschap na die da tum niet te continueren. Van 1 maart 1972 tot de datum, waarop Hazeu zijn functie zal aanvaarden, zal de adjunkt-direkteur van de NCRV-televisie, P. W. Koen, de leiding van de afdeling waarnemen. Hazeu (31) kwam in 1966 als dramaturg in dienst van dé NCRV-radio. Voordien was hij free lance-journalist en eindredak- teur van een aantal vakbladen, in welke periode hij tevens de studie Nederlands MO voltooide. Bij de NCRV-radio was hij de pleitbe zorger van het oorspronkelijke Nederland se hoorspel, dat thans 60% van het totale repertoire beslaat en heeft hij het initiatief genomen voor een radio-kroniek over boe ken, schrijvers en toneel: Literama. Daarnaast maakte hij vele documen taires, litteraire programma’s en voorrang- produkties over o.a. het Muziektheater, Pablo Neruda en toneel in Oosteuropese landen. MAEKIEZEN/ZONNESCWERM^N SDttUIKEN/LUXAFtCX JALOUZIEEN Onze muziekmedewerker de heer P. Zwaanswijk schreef ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van Jan Mul, dat weinigen beseften, hoe veel de overledene voor het Nederlands mu ziekleven heeft betekend. „Goed beschouwd”, schreef hij, „is dit te weinig kennen van de betekenis van deze kunstenaar wel begrijpelijk. Jan Mul behoort namelijk niet tot diegenen, die aan de weg timmeren. Hij heeft nooit veel over zichzelf gesproken. Hij zag de noodzaak hiervan niet. Hij ver richtte het vele belangrijke werk, dat hem opgedragen, werd, in stilte, betrek kelijk onopvallend. Zij, die hem niet goed kenden vonden Mul vaak gesloten, wat teruggetrokken, gereserveerd Maar in zijn binnenste klopte een warm hart, dat zijn gevoelens meest verborgen hield. Af en toe kon het zich uiten in fijne humor, die getuigde van een scherpe blik voor situaties en ontwikke lingen, die in de eerste plaats het mu ziekvak en de toonkunst betroffen. Jan Mul is een groot kunstenaar die de kleine kanten van het reilen en zeilen van de mensen met goedmoedige spot onderging en aanvaardde”. ZELFDE KWALITEITEN vallen op in de film „Joe Hill” die het verhaal vertelt van een eerste slachtoffer in de kortston dige historie van het militante Ameri kaanse socialisme, een soort zelfgekozen martelaarschap dat de „partij” op dat ogenblik beter te pas komt dan levend heldendom of actief pioniersschap. Joe Hill is een Zweedse emigrant die in het begin van deze eeuw, samen met zijn broer, vol optimisme de Nieuwe Wereld betreedt, aanvankelijk een moeilijk be staan leidt in de heksenketel New York en vervolgens gaat zwerven door het uiit- gestrekte continent. Dat eerste deel van de film, in een luchtige, soms ironische toon gehouden, zit vol menselijke en hu moristische anekdotes, is weer prachtig van sfeer, ditmaal van 1900-sfeer en schijnt geïnspireerd door de romans van Amerikaanse auteurs uit de eerste decen nia van deze eeuw (Dreiser, Sinclair Le wis, Jack Londen) die zich voor een goed deel met de sociale aspecten van de explosieve samenleving in de VS bezig hielden. Pas als hij als „hobo” (clochard) door Amerika rondtrekt en deel gaat uitmaken van het leger van zwervers en werkzoe kenden die klandestien in goederentreinen meereizen, wordt Joe Hill zich bewust van het onmenselijke lot en de rechteloosheid der arbeiders in fabrieken en in mijnen en gaat hij meedoen aan de spaarzame acties van arbeidsleiders die de ontevre denheid en het verzet willen bundelen. Omdat het houden van opruiende toe spraken op straathoeken verboden is, wordt Joe Hill straatzanger die in „folk songs” zijn sociale boodschap verpakt en En dan zijn er nog twee muziekfilms aan het toch al op muziek ingestelde feestprogramma van de Amsterdamse bio- Zappa geeft, er is natuurlijk veel muziek scopen toegevoegd. In Cinétol gaat „Za- chariah”, aangekondigd als „the first Elec tric Western”, waaraan dan ook popgroe pen als Country Joe and the Fish, The James Gang en het New York Rock Ensemble hun medewerking verlenen. Terwijl Corso de, vooral in popbladen en muziekrubrieken veelvuldig besproken en aangekondigde „200 Motels” van Frank Zappa brengt, een reeks onduidelijke, sur realistische beelden, die bij elkaar een impressie heten te geven van de ervarin gen, opgedaan door Zappa en The Mo thers of Invention tijdens een tournee door Amerika, waarbij (gezien de titel) De film is in zijn geheel in de Londense Pinewood Studio’s opgenomen, zodat nooit van enige werkelijkheid, maar slechts van oncontroleerbare indrukken en suggesties sprake kan zijn, waardoor de film uitslui tend toegankelijk is voor wie enigszins op de hoogte is van het geestelijke milieu, waarin Zappa en zijn vrienden verkeren en waaraan hun grappen en verwijzingen ontleend zijn. Als gast is Ringo Star van de Beatles aanwezig die een imitatie van maar met „Woodstock” of dergelijke festi valfilms heeft „200 Motels” nifts te ma ken en er zijn waanzinnige visuele effec ten dank zij het feit dat op video-tape is opgenomen zodat Zappa als een tweede Bob Rooyens te werk kon gaan. Waarvan hij een overmatig en verwarrend gebruik heeft gemaakt. DE VRIJDAGNACHT is natuurlijk ver vallen in dit gedeelte van het bioscoopa- musement. Nieuw bijgekomen zijn in Ci neac Reg. Breestraat „L’étreinte” („De omhelzing”) de Frans-Belgische co-pro- duktie van Paul Collet over een verveeld rijkeluiszoontje die een dienstmeisje huurt om zijn slaafse minnares te spelen (vari ant op „L’histoire d’O” van Pauline Réa- ge); en „Een man en een vrouw” van Claude Lelouch met Anouk Aimée en Jean-Louis Trintignant in Nöggerath. CHARLES BOOST DEN HAAG. Hoewel de officier van Justitie van de Arrondissementsrechtbank in Arnhem, mr. A. W. Holsteijn, op dit moment nog niet ambtelijk benaderd is over het nemen van stappen tegen de klandestiene lokale nieuwsuitzendingen, die de Arnhemse Courant sinds het in gaan van de ministeriële beschikking over het gebruik van kabelnetten nog steeds dagelijks via het kabelnet verzorgt, wil dat niet zeggen dat hij op eigen initiatief niets tegen de exploitant van het betrok ken kabelnet zal ondernemen. De PTT deelde aanvankelijk mee dat het verzorgen van deze nieuwsuitzendin gen vooralsnog niet strafbaar kan worden gesteld. Het ministerie van CRM wijst er echter op dat de kabeluitzendingen in Arnhem op dit ogenblik wel degelijk strafbaar zijn. Justitie kan tegen de over treder proces-verbaal opmaken volgens de sectiebepalingen in de Telegraaf- en Tele- foonwet. (maximum straf 6 maanden hechtenis of 1.000 boete). Een woordvoerder van het ministerie van CRM verklaarde dat het met de lokale kabel-tv-netten, die anders dan voor het doorgeven van programma’s van Hilversum, Duitsland en België worden gebruikt, afgelopen is, totdat de minister van CRM de vergunninghouders heeft aangewezen. Vandaag zal een brief naar de exploi tant van de Arnhemse kabel-tv worden gezonden, waarin wordt gezegd dat de uitzendingen moeten worden gestaakt. Een woordvoerder van de PTT deelde in tweede instantie, na contact met het ministerie van CRM, mee dat Arnhem inderdaad in overtreding is, dat illegale kabel-televisie wordt bedreven en dat op dracht zal worden gegeven justitiële stap pen tegen de overtreder(s) te nemen. Het is onbegrijpelijk dat een componist, die zoveel schreef ook nog de tijd heeft gevonden voor een werkzaam organisato risch leven. Hij is voorzitter geweest van de Buma en van de stichting Nederlandse Muziekbelangen, vice-voorzitter van de afdeling muziek van de Raad voor de Kunst en van dé Ned. federatie van beroepsverenigingen van kunstenaars. Hij was bestuurslid van het Genootschap van Nederlandse componisten en van de Stichting Donemus. Hij bekleedde nog een veel groter aantal functies en schreef daarnaast over muziek in de Volkskrant. Daarbij is hij ook nog gedürende een aantal jaren leraar compositie aan het Maastrichtse Conservatorium geweest. We noemden al de Visser Neerlandia- prijs. Jan Mul is vaak bekroond. In 1952 kreeg hij de Amsterdamse muziekprijs en zijn komische opera. De Varkenshoeder, waarvoor Harry Prenen de tekst schreef is eveneens bekroond. Hoe zijn werk waardering vond blijkt tenslotte ook uit zijn koninklijke onderscheiding, want hij was ridder in de orde van Oranje-Nassau.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1971 | | pagina 13