Bo Wider berg verfilmt
A merikaa ns socialisme
FILMS IN AMSTERDAM
JAN MUL: veelzijdige
en
hard werkende componist
Kabeltelevisie
in Arnhem is
toch strafbaar
Boeiende opvatting
door Haagse Comedie
Wachten op Godot”
KvanVEHEN
VELDH U IJZEN
BLOEMENDAAL
il
HEIMWEE NAAR IDEALIST JOE HILL
„Gejaagd door de
wind” als musical
Nederland sluit rij
op Eurovisie
Songfestival
Wim Hazeu volgt
David Koning op
13
Zappa
I-jfc
VRIJDAG 31 DECEMBER 1971
99
Martelaar
Aanpassen
Big Jake
(Van onze kunstredactie)
Conclusie ministerie:
Filmmuziek
vene is meer dan ooit werkmateriaal
geworden voor acteurs. Wat doe je
ermee?
Tel. 023-379909
VOORSPOEDIG 1972
van Bert Haanstra’s film „Fanfare”
op de beeldbuis. Wie kon zich reali
seren, dat dit de laatste maal was,
dat hij de kostelijke muziek bij deze
film beluisterde bij het einde van het
leven van de componist? Tot op de
laatste dag was zijn werk actueel ge
bleven en ongetwijfeld zal een deel
van zijn werk op het repertoire blij
ven.
HAARLEM Jan Mul overleden,
enige maanden na zijn zestigste ver
jaardag. Ondanks het feit, dat hij ziek
was, kwam dit overlijden onverwacht.
Het was een einde van een bijzonder
werkzaam leven. Jan Mul was niet
alleen componist, maar ook in het or-
ganisatieleven heeft hij bijzonder veel
werk verzet. Velen hebben woens-
S dagavond gekeken, naar de reprise
AMSTERDAM In zijn nog niet
zo omvangrijk oeuvre onderhoudt de
Zweedse filmer Bo Widerberg een
merkwaardige relatie met de socia
listische beweging. Naast cynische en
romantische liefdesfilms als „De kin
derwagen” (zijn debuut in ’62), „Lief
de ’65” en „Elvira Madigan” (’65),
kunnen „Ravenkwartier”, „Adalen
31” en nu „The Ballad of Joe Hill”
beschouwd worden als weemoedige
terugblikken naar een tijd van ar
moede en solidariteit die, bij elkaar
gebracht, het socialisme in de hand
werkten. Er zit iets van heimwee in
die films als verlangde de maker er
van terug naar die vroegere tijd die
hij weliswaar in geen enkel opzicht
idealiseert, maar waaraan hij toch
duidelijk om bijkomende redenen
zijn hart heeft verloren. Het is ty
pisch het heimwee van iemand die
zelf de jaren van sociale strijd niet
gekend heeft, en nu vooral hunkert
naar een tijd van idealen, kameraad
schap, lotsverbondenheid, deugden
die hij kennelijk in onze welvaarts
staat vol zekerheden en zelfgenoeg
zaamheid mist.
Hoofd van afdeling
drama bij NCRV
EERSTE IJMUIDER
MARKIEZEN FABRIEK
DEN HAAG „Wachten op Go-
dot”, waarmee Samuel Beckett bijna
twintig jaar geleden het toneel in be
roering bracht, is een klassiek stuk
geworden. Dat brengt met zich mee,
dat de manier waarop het gespeeld
wordt belangrijker is geworden dan
het stuk zelf, temeer daar al zó veel
schriftgeleerden zich met de duiding
ervan bemoeid hebben. Het geschre-
Nachtvoorstellingen
CHARLES BOOST
ADVERTENTIE
(Van onze Haagse redactie)
JAN MUL
ADVERTENTIE
DE BAKKENSPECIALIST
■’V.'v V
reen O’Hara) achter de kidnappers van
hun kleinzoon wordt aangestuurd.
Jaap Wieringa (l.) en Cees Coolen
luisteren naar het horloge van Pozzo,
gespeeld door Guus Verstraete
Jan Mul werd op 20 september 1911 in
Haarlem geboren. Zijn eerste pianolessen
kreeg hij van Betsy Pielage. Later werd
hij leerling van Hendrik Andriessen om
op 22-jarige leeftijd het einddiploma voor
orgel te halen aan het Amsterdamse Con
servatorium. Sem Dresden gaf hem daar
na compositielessen.
Nog tijdens zijn studiejaren hield Hen
drik Andriessen in 1930 een werk van Jan
Mul ten doop op het orgel van de Grote
Kerk in Haarlem. Het was een Toccata,
een van Mul’s vele jeugdwerken. In 1933
gaf Sem Dresden met zijn Haarlemse
Motet en Madrigaalvereniging in Amster
dam de eerste uitvoering van de mis
Causa nostrae laetitiae van Jan Mul. In
1935 werd zijn mis Canonica bekroond
met een Visser Neerlandia-prijs. Vanaf
WDDgNHJjgPiSmMTtZ UMUlOfN
Het gestolen jongetje wordt door Way-
ne’s eigen 8-jarig zoontje Patrick gespeeld,
een zoon van Robert Mitchum is ook van
de partij en verder zijn er veel overbodige
bloedige scènes, kennelijk ingelast omdat
Hollywood niet achter wil blijven bij de
Italiaanse concurrentie.
die jaren zijn vele composities van Jan
Mul gespeeld. In totaal schreef hij veer
tien missen, voorts een groot aantal pro-
priumgezangen, die vrijwel het hele ker
kelijke jaar omspannen.
Van 1931 tot 1960 is Jan Mul organist
geweest van de r.k. kerk in Overveen en
directeur van het daar zingende koor. Hij
vormde met Albert de Klerk en Herman
Strategier de groep Trium puerorum, sa
menwerkend op het gebied van de kerk
muziek. Me talloze anderen werkte hij
eveneens samen, waaronder Anthon van
der Horst en Cor Bute.
waarbij van de zijde van de te hulp
geroepen militairen geschoten wordt en
vijf doden vallen. In deze reconstructie
van een historisch gebeuren valt opnieuw
op hoe Bo Widerberg de sfeer van een
voorbije periode weet op te roepen en hoe
hij ook in de psychologie van zijn spelers,
hun gedragingen en reacties een verleden
tijd weet te integreren.
langzamerhand door het hele land een
bijna legendarische bekendheid krijgt.
Wait dan weer leidt tot machteloze vrees
bij de autoriteiten die over geen direct
machtsmiddel beschikken om Joe Hill tot
zwijgen te brengen. Als hem met enige
aannemelijkheid dan een onopgeloste
moord in de schoenen kan worden ge
schoven, aarzelt men van die kant geen
ogenblik. Joe krijgt een zogenoemde „fair
trial”, maar wordt schuldig bevonden en
ter dood veroordeeld. Met het uitvoeren
van zijn laatste wens, het verzenden van
urnen met zijn as naar alle strijdmakkers
over het hele land en het onderbreken
van die macabere werkzaamheid als zijn
toegewijde vrienden die er zich mee be
last hebben, even de benen gaan strekken
op een dansfeest in het café beneden,
eindigt de film.
EVENALS BERGMAN met „The touch”
heeft Bo Widerberg in „The ballad of Joe
Hill” voor het eerst buiten eigen land
gefilmd en met verbazingwekkend aan
passingsvermogen het leefklimaat van
Amerika rond de eeuwwisseling weten op
te roepen. Filmend in oude, verkrotte
New Yorkse wijken heeft hij de juiste
sfeer gevonden voor het harde emigran
tenleven van de gebroeders Hillstrom die
hun naam in Hill veranderen. Later bij
Joe’s zwerftochten door het land krijgt de
film weer meer lyrische aspecten die bij
herhaling opduiken in het werk van Wi
derberg.
„RAVENKWARTIER”, gemaakt in het
debuutjaar 1962 door de toen 34-jarige
Bo Widerberg, speelt in het crisisjaar 1936
en beschrijft het leven in een armoedige
wijk van een Zweedse stad, zoals dat
gezien wordt door een opgroeiende jongen,
Anders. Op het einde verlaat deze Anders
(gespeeld door Thommy Berggren) met
pijn in het hart, maar overtuigd van de
noodzaak van het weggaan vóór hij zelf
tot dit leefniveau is afgedaald, het ouder
lijk huis met zijn drankzuchtige vader,
slovende moeder en een radio die Hitlers
hysterische toespraken uitbralt. „Adalen
*31” gaat over een staking in het plaatsje
Adalen die uitloopt op een protestmars,
UITERAARD IS ER weinig verandering
gekomen in de feestagenda van de Am
sterdamse bioscopen die hun talrijke pre
mières van de laatste weken hebben ge
prolongeerd, op Flora na die zijn typische
kerstfilm „Scrooge" vervangen heeft door
een stoere „western” met John Wayne.
„Big Jake" is de titel van de film, waarin
Wayne een afgedankte sheriff speelt aan
het begin van deze eeuw die door zijn
voormalige en dominerende vrouw (Mau-
En opnieuw speelt Thommy Berggren,
Widerbergs favoriete acteur in „Raven
kwartier”, en „Elvira Madigan” met hu
mor en aandoenlijke toewijding, de rol
van Joe Hill, de socialistische idealist,
zoals die in „Ravenkwartier” in conceptie
aanwezig is, in „Adalen 31” in de figuur
van Kjeil verder ontwikkeld wordt en
tenslotte in „Joe Hill” uitgroeit tot de
revolutionair die voor de goede zaak
sterft. Maar in alle drie gevallen is het
meer heimwee en romantische verheerlij
king die Widerberg tot het maken van
zijn films inspireren dan sociale veront
waardiging. Wat echter in geen van de
gevallen een beletsel blijkt te zijn om tot
bewogen, menselijke drama’s uit de roeri
ge historie van de socialistische beweging
in Europa en daarbuiten te komen die
ondanks idealisering toch ook veel van de
werkeljkheid laten vermoeden.
HILVERSUM. Aan het Eurovisie
Songfestival 1972, dat op 25 maart in
Edinburgh wordt gehouden, nemen acht
tien landen deel, dezelfde die dit jaar in
Dublin vertegenwoordigd waren.
De loting voor de volgorde waarin de
solisten van deze landen zullen zingen
heeft het volgende resultaat gehad: 1.
West-Duitsland, 2. Frankrijk, 3. Ierland, 4.
Spanje, 5. Groot-Brittannië, 6. Noorwegen,
7. Portugal, 8. Zwitserland, 9. Malta, 10.
Finland, 11. Oostenrijk, 12. Italië, 13. Joe
goslavië, 14. Zweden, 15. Monafco, 16. Bel
gië, 17. Luxemburg en 18. Nederland.
Zoals gemeld zal het duo Sandra en
Anres Nederland in Edinburg vertegen
woordigen. Het liedje dat zij zullen zingen
wordt gekozen t ijdens het Nederlandse
Songfestival, dat op 16 februari wordt
gehouden. De inzending van liedjes voor
dit festival staat open tot 10 januari
aanstaande.
De mogelijkheden van „Wachten op Go-
dot” zijn vele. Twee onbestemde manne
tjes, een beetje clownesk, een beetje zielig,
wachten in een onbestemde ruimte op ene
Godot, van wie zij redding, althans iets
positiefs verwachten. Godot komt niet.
Dat is misschien maar goed ook, want het
bezoek, dat de twee wél krijgen, belooft
weinig goeds. Dat bestaat uit de kasteel
heer Pozzo en zijn slaaf Luckey, die aan
een touw wordt meegevoerd. De relatie
tussen de slaaf en zijn meester is als die
van de beide mannetjes ten opzichte van
het menselijk lot van de Schepper zo men
wil, Godot zoals sommigen willen.
Wim van Rooij van de Haagse Comedie
geeft van het stuk een zeer boeiende
opvatting, heel wat persoonlijker en fris
ser dan de duffe voorstelling vorig seizoen
door de Nederlandse Comedie. De hoofd
rollen worden gespeeld door jonge ac
teurs: de dikke Kees Coolen en de brood
magere Jaap Wieringa, die aldus een Lau
rel- en Hardy-effect krijgen, wat vooral
in de tweede helft geaccentueerd wordt.
Nu lijkt me in dit stuk de clownerie
alleen zin hebben, als ze elk moment kan
omslaan in redeloze angst.
Wie dat zeer goed aanvoelt is Kees
Coolen. Zijn Estragon wisselt ietwat pe
dante joligheid af met een plotselinge
paniek. Hij kijkt dan in zichzelf gekeerd
en zeer wanhopig in het rond tot zijn
radeloze blik enige rust vindt in de afge
trapte schoenen die hij heeft uitgetrok
ken. Die Van Gogh-achtige schoenen zijn
feitelijk de enige zekerheden in het stuk,
die het minst onzeker zijn.
Jaap Wieringa’s Vladimir is niet van
enige aanstellerigheid ontbloot, maar af
en toe schept ook hij een atmosfeer van
kwetsbaarheid en angst om zich heen,
vooral aan het eind van beide bedrijven
in zijn dialoog met de boodschapper, een
jonge geitenhoeder die komt zeggen dat
Godot vanavond niet komt.
Van Rooy heeft zich goddank niet van
deze rol af gemaakt door er een 12-jarig
meisje in travestie voor te nemen (zoals
de Nederlandse Comedie). Hij geeft met
de acteur Michiel Kerbosch een zeer be
langrijk accent aan het stuk door deze rol
alweer heel bevreesd en onzeker te laten
spelen. Terecht is hier grote aandacht aan
besteed, tenslotte is die jongen de enige in
het stuk die Godot kent.
Guus Verstraete maakt van Pozzo een
joviaal manneke, wiens masker van ge
moedelijkheid breekt, wanneer hij korze
lig uit roept, dat het er niets toe doet op
welke dag dit of dat gebeurt. Een groots
moment in de opvoering.
Hans Culeman maakt van Lucky niet
meer dan een murw geslagen imbeciel,
wait ik persoonlijk jammer vind. Ik mi»
er de wraakzucht van de onderworpene
in. J. HEIJER
(Van onze Londense correspondent)
LONDEN. In Londen gaat in mei
een musical in première die is gebaseerd
op het beroemde boek „Gone with the
wind” van de Amerikaanse schrijfster
Margareth Mitchell. De musical gaat na
de Engelse première ook draaien in het
Amerikaanse Atlanta in Georgia. Het ver
haal speelt grotendeels in Atlanta.
Van het boek zijn zeker 18 miljoen
exemplaren verkocht. De film, met Vivien
Leigh, Clark Gable en Olivia de Havilland
ging 32 jaar geleden draaien en sindsdien
hebben al meer dan 300 miljoen mensen
haar gezien. Alleen Olivia de Havilland
leeft nog.
Voor de Londense musicalversie worden
100 artiesten en musici gecontracteerd.
Het zal de duurste musical worden die
ooit in Engeland op het toneel is gebracht.
De musical wordt geproduceerd door Ha
rold Fielding die kort geleden „Showboat”
in Londen presenteerde.
Dat Jan Mul zich niet alleen tot de
kerkmuziek bepaalde, blijkt uit zijn mu
ziek voor de film Fanfare. Maar dit was
er slechts één van de twintig waarvoor
hij componeerde, want ook op dit gebied
was hij een gezochte componist. Hij
schreef ook een sonate in 1940, die later is
gebruikt voor een choreografie door Sonia
Gaskell voor Marianne Hilarides en Jaap
Flier. Dit alles illustreert, hoe Jan Mul
een bijzonder veelzijdig componist was,
die veel meer heeft geschreven, dan wij
hier kunnen vermelden, behalve dan na
tuurlijk de muziek voor de muzikale
klucht Bill Clifford, waarvoor Godfried
Bomans de tekst schreef. Want op dit
terrein bewoog Jan Mul zich ook met
gemak.
HILVERSUM. Met ingang van 1 sep
tember 1972 is bij de NCRV-Televisie-
dienst Wim Hazeu benoemd tot hoofd
van de afdeling Drama, Kunstzaken en
J eugdprogramma’s.
Deze functie werd voorheen bekleed
door David Koning, die op 24 februari 1971
bij een verkeersongeval is omgekomen.
Destijds is Felsenthal verzocht de leiding
van de afdeling voor de duur van een
jaar waar te nemen, in afwachting van een
definitieve voorziening in de vacature.
Deze interimperiode eindigt op 29 februari
1972 en de heer Felsenthal, voor wiens
werk in de afgelopen periode grote waar
dering bestaat, heeft de wens te kennen
gegeven het waarnemerschap na die da
tum niet te continueren. Van 1 maart 1972
tot de datum, waarop Hazeu zijn functie
zal aanvaarden, zal de adjunkt-direkteur
van de NCRV-televisie, P. W. Koen, de
leiding van de afdeling waarnemen.
Hazeu (31) kwam in 1966 als dramaturg
in dienst van dé NCRV-radio. Voordien
was hij free lance-journalist en eindredak-
teur van een aantal vakbladen, in welke
periode hij tevens de studie Nederlands
MO voltooide.
Bij de NCRV-radio was hij de pleitbe
zorger van het oorspronkelijke Nederland
se hoorspel, dat thans 60% van het totale
repertoire beslaat en heeft hij het initiatief
genomen voor een radio-kroniek over boe
ken, schrijvers en toneel: Literama.
Daarnaast maakte hij vele documen
taires, litteraire programma’s en voorrang-
produkties over o.a. het Muziektheater,
Pablo Neruda en toneel in Oosteuropese
landen.
MAEKIEZEN/ZONNESCWERM^N
SDttUIKEN/LUXAFtCX JALOUZIEEN
Onze muziekmedewerker de heer P.
Zwaanswijk schreef ter gelegenheid van
de zestigste verjaardag van Jan Mul,
dat weinigen beseften, hoe veel de
overledene voor het Nederlands mu
ziekleven heeft betekend.
„Goed beschouwd”, schreef hij, „is dit te
weinig kennen van de betekenis van
deze kunstenaar wel begrijpelijk. Jan
Mul behoort namelijk niet tot diegenen,
die aan de weg timmeren. Hij heeft
nooit veel over zichzelf gesproken. Hij
zag de noodzaak hiervan niet. Hij ver
richtte het vele belangrijke werk, dat
hem opgedragen, werd, in stilte, betrek
kelijk onopvallend. Zij, die hem niet
goed kenden vonden Mul vaak gesloten,
wat teruggetrokken, gereserveerd Maar
in zijn binnenste klopte een warm hart,
dat zijn gevoelens meest verborgen
hield. Af en toe kon het zich uiten in
fijne humor, die getuigde van een
scherpe blik voor situaties en ontwikke
lingen, die in de eerste plaats het mu
ziekvak en de toonkunst betroffen. Jan
Mul is een groot kunstenaar die de
kleine kanten van het reilen en zeilen
van de mensen met goedmoedige spot
onderging en aanvaardde”.
ZELFDE KWALITEITEN vallen op in
de film „Joe Hill” die het verhaal vertelt
van een eerste slachtoffer in de kortston
dige historie van het militante Ameri
kaanse socialisme, een soort zelfgekozen
martelaarschap dat de „partij” op dat
ogenblik beter te pas komt dan levend
heldendom of actief pioniersschap.
Joe Hill is een Zweedse emigrant die in
het begin van deze eeuw, samen met zijn
broer, vol optimisme de Nieuwe Wereld
betreedt, aanvankelijk een moeilijk be
staan leidt in de heksenketel New York
en vervolgens gaat zwerven door het uiit-
gestrekte continent. Dat eerste deel van
de film, in een luchtige, soms ironische
toon gehouden, zit vol menselijke en hu
moristische anekdotes, is weer prachtig
van sfeer, ditmaal van 1900-sfeer en
schijnt geïnspireerd door de romans van
Amerikaanse auteurs uit de eerste decen
nia van deze eeuw (Dreiser, Sinclair Le
wis, Jack Londen) die zich voor een goed
deel met de sociale aspecten van de
explosieve samenleving in de VS bezig
hielden.
Pas als hij als „hobo” (clochard) door
Amerika rondtrekt en deel gaat uitmaken
van het leger van zwervers en werkzoe
kenden die klandestien in goederentreinen
meereizen, wordt Joe Hill zich bewust van
het onmenselijke lot en de rechteloosheid
der arbeiders in fabrieken en in mijnen
en gaat hij meedoen aan de spaarzame
acties van arbeidsleiders die de ontevre
denheid en het verzet willen bundelen.
Omdat het houden van opruiende toe
spraken op straathoeken verboden is,
wordt Joe Hill straatzanger die in „folk
songs” zijn sociale boodschap verpakt en
En dan zijn er nog twee muziekfilms
aan het toch al op muziek ingestelde
feestprogramma van de Amsterdamse bio-
Zappa geeft, er is natuurlijk veel muziek
scopen toegevoegd. In Cinétol gaat „Za-
chariah”, aangekondigd als „the first Elec
tric Western”, waaraan dan ook popgroe
pen als Country Joe and the Fish, The
James Gang en het New York Rock
Ensemble hun medewerking verlenen.
Terwijl Corso de, vooral in popbladen en
muziekrubrieken veelvuldig besproken en
aangekondigde „200 Motels” van Frank
Zappa brengt, een reeks onduidelijke, sur
realistische beelden, die bij elkaar een
impressie heten te geven van de ervarin
gen, opgedaan door Zappa en The Mo
thers of Invention tijdens een tournee
door Amerika, waarbij (gezien de titel)
De film is in zijn geheel in de Londense
Pinewood Studio’s opgenomen, zodat nooit
van enige werkelijkheid, maar slechts van
oncontroleerbare indrukken en suggesties
sprake kan zijn, waardoor de film uitslui
tend toegankelijk is voor wie enigszins op
de hoogte is van het geestelijke milieu,
waarin Zappa en zijn vrienden verkeren
en waaraan hun grappen en verwijzingen
ontleend zijn. Als gast is Ringo Star van
de Beatles aanwezig die een imitatie van
maar met „Woodstock” of dergelijke festi
valfilms heeft „200 Motels” nifts te ma
ken en er zijn waanzinnige visuele effec
ten dank zij het feit dat op video-tape is
opgenomen zodat Zappa als een tweede
Bob Rooyens te werk kon gaan. Waarvan
hij een overmatig en verwarrend gebruik
heeft gemaakt.
DE VRIJDAGNACHT is natuurlijk ver
vallen in dit gedeelte van het bioscoopa-
musement. Nieuw bijgekomen zijn in Ci
neac Reg. Breestraat „L’étreinte” („De
omhelzing”) de Frans-Belgische co-pro-
duktie van Paul Collet over een verveeld
rijkeluiszoontje die een dienstmeisje huurt
om zijn slaafse minnares te spelen (vari
ant op „L’histoire d’O” van Pauline Réa-
ge); en „Een man en een vrouw” van
Claude Lelouch met Anouk Aimée en
Jean-Louis Trintignant in Nöggerath.
CHARLES BOOST
DEN HAAG. Hoewel de officier van
Justitie van de Arrondissementsrechtbank
in Arnhem, mr. A. W. Holsteijn, op dit
moment nog niet ambtelijk benaderd is
over het nemen van stappen tegen de
klandestiene lokale nieuwsuitzendingen,
die de Arnhemse Courant sinds het in
gaan van de ministeriële beschikking over
het gebruik van kabelnetten nog steeds
dagelijks via het kabelnet verzorgt, wil
dat niet zeggen dat hij op eigen initiatief
niets tegen de exploitant van het betrok
ken kabelnet zal ondernemen.
De PTT deelde aanvankelijk mee dat
het verzorgen van deze nieuwsuitzendin
gen vooralsnog niet strafbaar kan worden
gesteld. Het ministerie van CRM wijst er
echter op dat de kabeluitzendingen in
Arnhem op dit ogenblik wel degelijk
strafbaar zijn. Justitie kan tegen de over
treder proces-verbaal opmaken volgens de
sectiebepalingen in de Telegraaf- en Tele-
foonwet. (maximum straf 6 maanden
hechtenis of 1.000 boete).
Een woordvoerder van het ministerie
van CRM verklaarde dat het met de
lokale kabel-tv-netten, die anders dan
voor het doorgeven van programma’s van
Hilversum, Duitsland en België worden
gebruikt, afgelopen is, totdat de minister
van CRM de vergunninghouders heeft
aangewezen.
Vandaag zal een brief naar de exploi
tant van de Arnhemse kabel-tv worden
gezonden, waarin wordt gezegd dat de
uitzendingen moeten worden gestaakt.
Een woordvoerder van de PTT deelde
in tweede instantie, na contact met het
ministerie van CRM, mee dat Arnhem
inderdaad in overtreding is, dat illegale
kabel-televisie wordt bedreven en dat op
dracht zal worden gegeven justitiële stap
pen tegen de overtreder(s) te nemen.
Het is onbegrijpelijk dat een componist,
die zoveel schreef ook nog de tijd heeft
gevonden voor een werkzaam organisato
risch leven. Hij is voorzitter geweest van
de Buma en van de stichting Nederlandse
Muziekbelangen, vice-voorzitter van de
afdeling muziek van de Raad voor de
Kunst en van dé Ned. federatie van
beroepsverenigingen van kunstenaars. Hij
was bestuurslid van het Genootschap van
Nederlandse componisten en van de
Stichting Donemus. Hij bekleedde nog een
veel groter aantal functies en schreef
daarnaast over muziek in de Volkskrant.
Daarbij is hij ook nog gedürende een
aantal jaren leraar compositie aan het
Maastrichtse Conservatorium geweest.
We noemden al de Visser Neerlandia-
prijs. Jan Mul is vaak bekroond. In 1952
kreeg hij de Amsterdamse muziekprijs en
zijn komische opera. De Varkenshoeder,
waarvoor Harry Prenen de tekst schreef
is eveneens bekroond. Hoe zijn werk
waardering vond blijkt tenslotte ook uit
zijn koninklijke onderscheiding, want hij
was ridder in de orde van Oranje-Nassau.